Ter Neuzensche Courant
Tweede Blad
Binnenland
Buitenland
Maanriag 25 Juni 1934 Nt. 9161
RECHTSZAKEN.
VAN
MINISTER STEENBERGHE GEHULDIGD
IN ZIJN WOONPLAATS GOIRLE.
Donderdagavond is te Goirle voor zijn huis
mr. M. P. L. Steenberghe, de nieuW benoemde
minister van Economische Zaken, gehuldigd.
Nagenoeg alle vereenigingen, zoowel op so-
ciaal als sportgebied, namen aan het huldi-
gingsdefild deel. Namens de inwoners van de
gemeente Goirle sprak de burgemeester mr.
Steenberghe toe. Hij bood hem een gouden
vulpotlood aan en het dochtertje van den
burgemeester mevr. Steenberghe bloemen. De
minister dankte daarop voor de hem ge-
brachte hulde. Behalve het voltallige ge-
meentebestuur waren bij de huldiging ook een
aantal autoriteiten uit de provincie aanwezig.
Zaterdagnamiddag heeft 'H.M. de Koningin
den nieuw benoemden minister van Economi
sche Zaken ten paleize op het Loo ontvangen
en beeedigd.
Hij zou heden zijn departement van Dr.
Colijn overnemen.
EEN ONDERIIOUD MET MINISTER
STEENBERGHE.
Een medewerker van de Maasbode heeft een
onderhoud met den nieuW benoemden minis
ter van Economische Zaken gehad. Hij vroeg
o.m.:
,,In een deel der liberale pers is er op ge-
zinspeeld, dat u door de aanvaarding van een
zetel in het huidige kabinet, uw vroeger ver-
dedigde beginselen op het gebied van actieve
handelspolitiek zou prijsgegeven hebben, dat
u als bet ware uw verleden zou moeten ver-
geten. In een deel der katholieke, met name
der zuidelijke pers, daarentegen, Wordt uw
benoeming toegejuicht als het begin eener
aera van een actieve handelspolitiek in een
harer scherpste vormen. Het komt mij voor,
dat in beide opvattingen overdrijving schuilt
en misschien wilt u zich over deze zaak nader
uitlaten?"
Mr. Steenberghe antwoordde:
„Ik kan en wil natuurlijk met geen enkel
woord iets uitlaten over de onderhandelingen,
die tot mijn ministerschap geleid hebben, al
begrijpt u, dat hierbij verscheidene gewichtige
kwesties terdege zijn besproken. Ik kan uiter-
aard ook niet spreken over mijn program,
omdat de plaats voor rechtstreeksche mede-
deelingen over de te voeren economische poli-
tiek de Staten-Generaal, en degene, die deze
mededeelingen doet, de regeering is, niet een
minister, en zeker niet de jongste. Maar als
mijn persoonlijke opinie wil ik u wel mede-
deelen, dat de commentaren, door, laat ik
zeggen de twee uiterste zijden op mijn be
noeming gegeven, in zich onjuist moeten zijn,
omdat zij beide iets verge ten.
De eene zijde vergeet namelijk, naar het mij
toeschijnt, dat ik vanzelfsprekend mijn ver
leden in genen deele verloochenen zal. De an-
dere zijde schijnt echter uit het oog te verlie-
zen, dat ik er niet de man naar ben, om be-
paalde nieuwe maatregelen te gaan invoeren,
zoolang ik geen gelegenheid heb gehad der
regeeringswerkzaamheden en -bemoeiingen te
cverzien.
Er worden hier en daar in wel wat overdre-
ven mate verwachtingen gekoesterd, die als
het ware- inhouden, dat er een algeheele con-
junctuurverandering zal intreden, nu een in-
dustrieel uit het Zuiden een regeeringszetel
gaat bezetten. Hoezeer ik u nogmaals verze-
ker, dat ik het verleden, hetwelk mij op dezen
post gebracht heeft, in geenen deele ontrouw
zal worden, moet ik toch tegen deze overdrij
ving van voorstellingen waarschuwen."
Verder vertelde de minister nog:
„Zaterdag zal ik beeedigd worden en Maan-
dag heeft de overneming van het departement
plaats. Zooals ik u al zei, het zal een tijd van
hard werken worden, maar ik zie daartegen
niet op. De eerste twee maanden ga ik leven
als vrijgezel, hoezeer het mij ook aan het hart
gaat, mijn gezin met zes kinderen vaarwel te
moeten zeggen. Maar deze eerste stoot moet
mij een goed eind op weg brengen en mij in den
heelen warkinkel der huidige departements-
werkzaamheden doen thuis raken. Het be-
drijfsleven ken ik uiteraard in zijn verschil-
lende geledingen vrij goed, al zal er nog heel
wat nieuws voor mij opduiken. Met de ver-
schillende organisaties ben ik in vrij geregeld
contact geweest, doch de landbouw al kwam
ik er natuurlijk als gedelegeerde bij de ver-
schillende onderhandelingen nogal eens mee
in aanraking zal toch heel wat studie op-
eischen.
Want ik ben niet van plan een enkelen
maatregel te nemen, voordat ik aan het hoofd
van het departement het geheele veld van
bedrijfsleven, handel en landbouw volledig heb
kunnen overzien."
BIJ PHILIPS WEER 15.000 ARBEIDERS
Vermoedelijk heden, maar toch in elk geval
in het begin dezer week, zal bij de N.V. Phi
lips' te Eindhoven de 15.000ste arbeider we-
derom in dienst worden gesteld. Het hoogste
aantal arbeiders bedroeg 23.000. Dit getal Was
in Mei 1932 tot 9400 gedaald. Sinds vorig jaar
viel een geleidelijke stijging waar te nemen,
de 14.000 was eerst kort geleden bereikt.
DE NACHTDIENST BIJ HET
MOERDIJKSCHE VEER.
De B. B. N., Bond van Bedrijfsautohouders
in Nederland, deelt mede, van den rijkswater-
staatsdienst bericht te hebben ontvangen, dat
de nachtdienst van het Moerdijksche Veer
voorloopig wordt voortgezet tot den lsten Oc
tober a.s.
WIJZIGING VAN HE WET TOT REGELING
VAN DE STAATSLOTERIJ.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets-
ontwerp tot wijziging van de wet tot regeling
van de Staatsloterij, aan de memorie van toe-
lichting waarvan het volgende wordt ontleend
Verscheidene particulieren en vennootschap-
pen organiseeren loterijen of zoogenaamde
premieleeningen, waarbij voor de toekenning
van prijzen of premies gebruik gemaakt
Wordt van den uitslag van de trekkingen der
Staatsloterij.
De minister acht een zoodanig gebruik van
de door den Staat georganiseerde trekkingen
door particuliere ondernemingen niet toelaat-
baar, onverschillig of de loterijen al dan niet
in strijd zijn met de, bepalingen van de Lote-
rijwet 1905.
Het wetsontwerp heeft de strekking een
dergelijk gebruik te verbieden.
Van deze gelegenheid wordt voorts gebruik
gemaakt een aanvulling aan te brengen in
artikel 2 der wet, tengevolge waarvan het
mogelijk is het aantal zoogenaamde klassikaie
loten, welke door het publiek niet Worden ge-
wenscht, tot een kleiner beloop dan de helft te
doen uitgeven.
EEN N.S.B.-HUIS TE MIDDELBURG.
Naar „Volk en Vaderland" meldt, heeft
groep 202 van de N.S.B. het pand aan de
Rouaankade te Middelburg in huur verkregen,
omdat gezien den groei van de groep „het
noodig is geworden om over een eigen huis
te beschikken".
DUITSOHLAND IN DE BRANDING.
Het artikel van onzen Berlijnschen corres
pondent in ons ochtendblad is sehrijft de
N. R. Grt. leerzaam, omdat het in bijzon-
derheden licht werpt op hetgeen hier reeds
herhaaldelijk is besproken. Het wijst er op,
hoezeer er in Duitschland inderdaad een felle
spanning bestaat tusschen de elementen van
het oude Duitschland en de nationaal-socialis-
tische jeugd. Onze correspondent heeft er
terecht nog eens op gewezen, dat het dwaas-
heid zou zijn, een openbaar conflict of groote
gebeurtenissen te verwachten, naar aanleiding
van de insubordinatie, die von Papen met zijn
bekende rede te Marburg heeft begaan. Het
ware mogelijk geweest dat deze daad van
verzet, deze ,,Flucht in die Oeffentlichkeit"
onmiddellijk tot dramatische gebeurtenissen
had aanleiding gegeven. Nu dat echter niet
is geschied, nu de radicale vechtersbazen on-
der de machthebbers zich erin hebben moeten
schikken, is het gebeurde juist een bewijs, dat
de tegenwoordige toestand nog voldoende
taaiheid bezit. Het getuigt altijd van kort-
zichtigheid, in historische ontwikkelingen be-
paalde gebeurtenissen binnen bepaalde ter-
mijnen te willen voorspellen. De oorlog heeft
meer dan 4 jaar kunnen duren, ofschoon 1916
voor Duitschland reeds de beproeving van den
„rapenwinter" bracht. Systemen, hoe despe-
raat ook, kunnen veel overleven. Men heeft
het in Rusland gezien. En zelfs waar voort-
bestaan op den duur onmogelijk bleek, was
ommekeer nooit op maanden of jaren af te be-
palen. Hij kwam onverwachts of lang na ver-
wachting.
Het gebeurde met von Papen bewijst inder
daad, wat weinigen nog niet beseften, dat in
Duitschland de dingen op buigen of barsten
staan. Nu wij geen luid gekraak hebben ge-
hoord, weten wij, dat, zooals te denken was,
het tegenwoordig beWind nog buigkracht te
over heeft om het gebeurde op te vangen. Hoe
lang het dergelijke beproevingen kan verdra-
gen en hoever die beproevingen zullen gaan,
is een vraag die wij gelukkig niet op te lossen
hebben. Zij hoeft ons niet bezig te houden.
Onze correspondent heeft op opmerkelijke
verschijnselen in het gebeurde geWezen. Het
is de conservatieve ouderdom, die tegen de
tyrannie der jeugd in de rede van von Papen
in verzet is gekomen. Dezen keer hebben
de onstuimige voorvechters der jeugd den
strijd nog niet op hem kunnen winnen. Wij
hebben erop gewezen: von Papen heeft ge-
voel voor ,,cunjunetuur". Er zou een merk-
waardige paradox geweest zijn in het geval,
als von Papen zich vergeefs bij den 86-jarigen
rijkspresident beroepen zou hebben tegendver
de heerschappij van 16- tot 20-jarigen, die in
Duitschland steeds sterker aan de zijde van
zijn vice-kanselier moeten scharen. Hij wordt
steeds meer de bemiddelaar tusschen het oude
en het nieuwe. Maar zal dit op den duur een
dankbare rol zijn? De jeugd is tyranniek, on-
stuimig, transigeert niet. Voorloopig gelooft
zij nog in den ,,Fiihrer", en heeft zij nog an-
dere verantWoordelijkheden, als zij zich tegen
reactie, tegen kapitalisme, en vooral ook tegen
het intellect richt. Die jeugd, het zou dwaas
zijn daarvoor de oogen te sluiten, blijkt steeds
meer haar eigen weg te willen gaan. En die
weg lijkt ons op den duur onduldbaar voor
eenig verantwoordelijk bewind. De jeugd
vormt de legioenen, die Hitler naar de macht
hebben gedragen. Is het oogenblik nog ver,
waarop Hitler, thans twee paarden mennende,
zijn span uiteen zal zien gaan, en gedwongen
zal zijn een ervan te volgen Dat zal het
oogenblik van de crisis zijn.
Voorloopig zet Hitler zijn tegenWoordig be-
leid voort dat erin bestaat, de tale der jeugd
te spreken of te laten spreken waar dit
noodig is en daartegenover ook Weer de tale
der bezonnenheid. De jeugd eischt echter
steeds dringender duidielijkheid, bepaalde
daden, bevrediging van haar onverzwakt evo-
lutionnair sentiment. Zouden de oeconomi-
sche moeilijkheden nog stijgen, zou de feite-
lijke blokkade, waarvan dr. Schacht in zijn
eigenaardige, aggressieve rede tot diplomaten
en joumalisten zoo onomwonden, ja dreigend,
gesproken heeft, haar pijnigende greep goed
doen gevoelen, dan zullen deze eischen ook
veel nijpender kracht krijgen. Er is nu reeds
een sterke neiging onder de jeugd en haar
eigenlijke leiders, om het tegenwoordig bewind
te verwijten dat het de oude ellende laat voort-
duren, doordat het met de oude menschen en
volgens de oude systemen werkt. Hun woede
richt zich steeds rechtstreekscher tegen dit
alles. Kan Hitler neutraal blijven in dezen
strijd? Onze correspondent herinnerde er
aan: Toen Goebbels zijn veldtocht tegen de
mopperaars opende, wees hij als afleidings-
middel op de Joden. Voor het eerst heeft een
van zijn leuzen heelemaal niet geWerkt. De
jeugd liet zich niet meer afleiden, maar richt
zich tegen ,,reactionairen en intellectueelen",
waarop de regeering, voorzoover zij kan en
durft, haar systeem laat berusten.# Zondigt
de jeugd tegen dit streven der regeering,
werpt zij steenen naar minister Seldte, tast zij
de oude studfentencorpsen aan, gaat Streicher
zijn dolzmnigen en voor heel Duitschland on-
metelijk schadelijken gang, verbiedt hij weten-
schappelijke lezingen over het rassenprobleem,
omdat de mannen der wetenschap daar toch
geen begrip voor hebben dan is dat alles
zeker tegen den smaak van Hitler en zijn
omgeving. Maar zij hebben zich emaar te
schikken. Nu de tegenpartij van de jeugd
zich vrijheden veroorlooft, schikten zij zich er
ook naar. Wat zegt echter de jeugd?
Dit is het groote probleem voor Duitsch
land: wat zegt de jeugd. De jeugd is toome-
loos, oefent slechts tucht om des te sterker
te zijn in het tuchtelooze, precies als de corn-
munisten, waar zij in de- oppositie zijn. Wij
kunnen niet meer het streven van die jeugd
van bolsjeWisme onderscheiden, behalve dan
dat die jeugd zich niet marxistisch noemt, en
nog vijandiger staat tegenover het intellect.
Nationaal is ook het Russisch communisme,
niet minder dan het Duitsche natinonaal-
socialisme. In dit laatste schuilt geen ver-
schil. Otto Strasser, de man van het zwarte
front, die nu in ballingschap leeft, meent reeds
dat zijn tijd nadert. Het is te hopen dat hij
zich vergist. Doet hij dat niet, dan zal men
ervaren inhoever het nationaal-socialisme er
in is geslaagd het communisme te onderdruk-
ken. Den dudvel door Beel Zeboel uitdrijven
vele Duitsche ondernemers, die eens het
nationaal-socialisme financieel op de been heb
ben gehouden, weten reeds, dat dit hun drij-
ven is geweest. De jeugd onderscheid beter:
Zij stoot de behoudende elementen uit en
houdt de communisten die het nu waarlijk
zonder marxisme kunnen doen in haar
midden.
Von Papen heeft geen wanhoopskreet ge-
slaakt, maar heeft, toen hjj zich sterk genoeg
voelde, voor de zijnen verzamelen geblazen.
De Duitschers zijn een onpolitiek volk, dat
hebben de Duitschers zelf niet minder getuigd
dan de vreemdelingen. Aan deze zwakheid
is het keizerrijk ondergegaan, en de republiek
van Weimar. Het gebrek aan inzicht der be-
houdenden, die niet inzagen wat zij met het
nationaal-socialisme ontketenden, levert daar-
van weer een nieuw, en misschien heel nood-
lottig voorbeeld. Moge dit schip, dat met on-
heilspellende snelheid naar de branding schijnt
te drijven, voor anderen een baken in zee zijn.
jNog kan men het Wel hooren in ons land:
Hitler heeft tenminste tucht in Duitschland
gebracht, een frisschen geest en hij heeft het
land van het bolsjewisme gered". Over de
tucht hebben wij reeds gesproken. Haar
hoogtepunt Was, dat een minister niet tegen
het gejouw en de steenworpen van de georga
niseerde jeugd kon worden beschermd. De
frissche geest lijkt wat orkaanachtig. En wat
het bolsjeWisme betreft: Men vrage het nu
de groote industrieelen in het Westen, men
vrage het de geestelijkheid en de oude intel
lectueelen, of na 19181919 de sociaal revo-
lutionaire golven ooit zoo hoog zijn gegaan
als op het oogenblik.
DE STRIJD TUSSCHEN BOLIVIA EN
PARAGUAY.
In verband met den thans in den Ghaco
woedenden veldslag kan het volgende wor
den gemeld: De Bolivianen hebben de Para-
guaansche troepen uiteengeslagen en deze
zijn met achterlating van zware verliezen,
teruggetrokken. De Bolivianen hebben een
filnke hoeiveelheid gevangenen gemaakt, w.o.
een groot aantal Paraguaansche vluchtelin-
gen. Bij het terugtrekken hebben de Para
guaansche troepen hun gewonden, benevens
een zeer groote hoeveelheid oorlogsmateriaal
achtergelaten.
Luitenant-kolonel Francisco Manchego,
chef van den staf van de Boliviaansche divi-
sie, is gesneuveld aan het hoofd van zijn
troepen. Als erkenning van zijn groote ver-
diensten heeft de Boliviaansche president hem
een postume promotie tot kolonel toegekend.
De nadere berichten van het oorlogsfront
toonen aan dat de thans geleverd wordende
veldslag een van de belangrijkste is die tot
nog toe zijn voorgevallen. Vier Paraguaan
sche regimenten zijn in de pan gehakt, doordat
zij in een door het Boliviaansch commando in
den strategischen sector opgestelde hinderlaag
zijn gevallen. Een buitengewoon ibloedige
strijd ontspon zich waarbij 4000 Paraguanen
den dood vonden. In wanorde zijn de over-
gelbleven gedeelten dezer regimenten op de
vluoht geslagen, zoodat het groote offensief
van Estigarriibias een volslagen mislukking
is geworden.
Communique's van het front melden, dat
de Bolivianen de Paraguaansche troepen met
handgranaten hebben bestookt en daarmede
de Paraguaansche strijdkrachten hebben ge-
decimeerd. De 4 regimenten van Paraguay
werden den nacht voor den grooten aanval
omsingeld en practisch vemietigd.
Het Boliviaansche oppercommando is dan
ook van meening, dat thans het groote Pa
raguaansche offensief op Bolivia teneinde is.
Het oorlogsmateriaal dat den Bolivianen in
handen is gevallen, is buitengewoon uitge-
ibreid en omvat kanonnen, granaten, ge-
weren enz.
Onder de Paraguaansche gevangenen be-
vindt zich ook de ibekende luitenant Geriberto.
De verliezen der Boliviaansche troepen zijn
slechts gering.
Nadere beriohten over den strijd in den
Ghaco melden nog dat door de laatste ge-
vechten het oprukken van het eerste Para
guaansche legerkorps in den sector Canada-
Strongest is gestuit. Het 2de Paraguaansche
legercorps is definitief verslagen en ook het
3de Paraguaansoh legercorps heeft een neder-
laag geleden. Ook de Paraguaansche basis,
van waaruit het offensief op het front van
Ballivain is ingezet, is door de Bolivianen in-
genomen, zoodat deze een volledige overwin-
ning hebben behaald.
De officieele communique's over den veld
slag eindigden met de mededeeling, dat de
Boliviaansche troepen een aanvang hebben
gemaakt met de ontruiming van Ballivan.
Over een front van 120 K.M. wordt thans door
in totaal 100.000 man een verbitterde veldslag
geleverd.
SCHADUWEN VAN EEN NIEUWE
CONFERENTIE.
De ontwapeningsconferentie was sehrijft
de N. R. Crt. een noodzakelijke, maar tege-
lijk onvermijdelijke onderneming. Men was
zich bewust, dat zij niet mislukken mocht,
toen zij begon. Men meende echter dat men
zich, als mislukking dreigde, altijd terug zou
kunnen trekken op den grondslag ervan, het
ontwerp van de commissie-Loudon. Nu is zij
tot iets heel anders geworden. Zij is thans
concentratiepunt van alle spanningen en moei
lijkheden in ons werelddeel. Zij moet in ieder
geval in leveh worden gehouden, omdat, als
men haar thans afbrak, de elementen van
gevaar, die nu in de conferentie een middel-
punt vinden, als de stukken van een uiteenge-
barsten vliegWiel over Europa zouden rond-
spatten. Als vele groote mogendeheden de
Duitschers, die zelf niet onwillig schijnen, tot
de algemeene beraadslaging der volken terug
hopen te brengen, is het door middel van
de ontwapeningsconferentie. Deze conferentie
vormt voor Amerika, Rusland en Japan een
welkomen band met Geneve. De conferentie
is dus, ondanks haar bedenkelijk karakter, op
het oogenblik een nuttig instituut geworden,
dat men uitvinden moest als het niet bestond.
De oude gevaren, die wij ervan duchten, zijn
verre overtroffen door de gevaren, die buiten
de conferentie om zijn ontstaan. ,,-Dat ding
trek gevaar aan", zei men eerst. Nu nog.
Maar in de rol van bliksemafleider, naar het
schijnt.
Wij wilden hierop wijzen, omdat boven den
horizon reeds donkere wolken van de komende
vlootconferentie opdoemen; wolken, die z'wan-
ger lijken van zware onweeren. Men kan,
beter nog dan bij de ontwapeningsconferentie,
met den vinger aanwijzen, hoe groote conflic-
ten er rechtstreeks uit kunnen ontstaan. Wij
hebben dit al vroeger behandeld. Er is nu
tenmniste evenveel reden tot bezorgdheid als
in November 1921, toen te Washington de
eerste vlootconferentie begon. In Amerika
en Japan beide, vreesde men in die dagen, dat
de conferentie bij de bestaande, zeer sterke
spanning tusschen de twee landen, een nood-
lottige ontlading zou veroorzaken. Ieder ar
gument, dat toen daarvoor gold, geldt nu
weer. En tenminste even sterk. Het ontstaan
van Mantsjoekwo, als vazalstaat van Japan,
heeft den toestand in de stille Zuidzee niet
eenvoudiger gemaakt. Het Japansche volk
lijkt desperater en agressiever dan het in 1921
nog was. De herrijzenis van Rusland en de
groei van Singapore als vlootbasis maken de
positie van Japan wel niet sterker. Maar
heeft Japan nu, zooals in 1921, de mannen met
den moed en de kracht, om bezonnenheid tot
haar recht te helpen?
Groote gevaren zijn met deze conferentie,
als wrijfpunt van de felste spanningen, ver-
bonden. Maar, zooals gezegd, in 1921 leek het
evenizoo. De conferentie van Washington
heeft toen groote ontspanning, en vele jaren
van gerustheid gebracht; tot tegen het einde
van 1930 toe. Het kan ook nu weer meeloo-
pen. Wij wezen op het voorbeeld der ontwa
peningsconferentie, om aan te toonen dat een
gevaarlijke conferentie zelfs heel ongunstig
kan loopen, terwijl mien toch tevreden kan
zijn, dat zij gehouden wordt, om nog grooter
natuurlijke gevaren een plek te geven, waar
zij verwerkt kunnen worden.
De komende vlootconferentie, in het vloot-
verdrag van 1922 reeds bepaald, as een onver-
mijdelijkheid, die wij tegemoet moeten zien,
ons troostend met het besef dat op het oogen
blik andere politieke geeselen de conferenties
als zoodanig over het hoofd zijn gegroeid. Het
is goed dat Engeland alvast is begonnen, het
onderwerp met voorzichtigheid voor te berei-
den. Engeland heeft eerst conferenties voor-
af der verschillende deelnemers getweeen aan-
bevolen, een voorstel dat in goede aarde is
gevallen. Engeland is nu zelf reeds met
Amerika aan den gang. Komen deze twee
zeemogendheden tot een vergelijk, dan is dat
een sterke ruggesteun voor de conferentie,
wat het Verre Oosten betreft. De vlootcon
ferentie van 1927 te Geneve is mislukt., omdat
juist Amerikanen en Engelschen het zoo kras
oneens waren. Zij meenden blijkbaar dat dit
ging omdat er, bij de vredelievendheid van
Japan in die dagen, geen vuiltje aan de lucht
was. Nu zullen zij met hun goede verstand-
houding zuiniger zijn.
Engelschen en Amerikanen zitten nu te
Londen bijeen. Ramsay MacDonald neemt zelf
deel aan de besprekingen. Aan Amerikaan-
schen kant verwacht men bepaalde voorst^l-
len van de Britten. Bedriegen uiterlijke tee-
kenen niet, dan is deze verwachting gerecht-
vaardigd. Of men echter het frjne van de
zaak spoedig zal vernemen, is een andere
kwestie.
Intusschen zien Wij reeds tal van donkere
plekken zich tegen den horizon afteekenen.
Italie heeft plotseling besloten twee kapitale
kruisers van 35.000 ton, van het zwaarste ka-
liber dus dat het verdrag van Washington
voor linieschepen toelaat, op stapel te zetten.
Daarop zal Frankrijk het antWoord niet schul-
dig blijven, als men te voren niet tot een ac-
coord komt. Men mag nog hopen, dat het
finanoieel zoo benarde Italie voorloopig slechts
aan schepen op papier denkt, die trouwens in
de zeeslagen rondom conferentietafels de
waarde kunnen hebben van schepen van het
hardste chroomstaal. Is het niet zoo, dan
dreigen er door bouw en tegenbouw van ver
schillende staten nieuwe maritieme krachten
van het allerzwaarste soort in de Europeesche
wateren te ontstaan, waarmede Engeland, dat
sedert den oorlog geen bekommering van dien
aard meer heeft gekend,, rekening zal houden.
Verder heeft de Japansche admiraliteit
weer eens officieus laten betoogen, dat Japan
een veel sterker vloot moet eischen in ver-
gelijking met de anderen, dan het te Was
hington heeft toebedeeld gekregen. Het heeft
nu Mantsjoekwo te verdedigen, zoo voert men
aan. Het lijkt ons niet heel duidelijk, dat
dit voor de Japansche vloot een heel nieuwe
taak zou meebrengen. Maar de admiraliteit
wil nu eenmaal de schepen, dat was reeds be-
kend. En zij verklaart uitdrukkelijk„Men
meene niet, dat het geld ons ontbreekt, om
een wedstrijd in vlootbouw tegen anderen op
te nemen." De „big nav."-groep in Amerika,
en haar industrieele vrienden zullen dat met
vreugde vernemen.
Reeds voor dit nieuwe betoog van Tokio
had admiraal William V Pratt, oud-opperbe-
velhebber van de Amerikaansche vloot, voor
Foreign Affairs een artikel geschreven, waar-
in hij bepleit, dat Japan veel geringere mari
tieme behoeften heeft dan Engeland of Ame
rika. Japan is niet, zooals Engeland, in de
noodzakelijkheid om de wereldzeeen te be-
schutten, als een eisch van zijn eigen veilig-
heid, zoo zegt hij, en hij voegt daaraan toe:
Japan heeft ook een veiligen weg naar het
vasteland; Engeland niet. Japan heeft niet,
zooals Amerika, een breed front, maar tWee
oceanen, en een der hoofdaderen van het we-
reldverkeer te beschermen. De lasten van de
handhaving van zijn neutraliteit kunnen nooit
zoo zwaar op Japan drukken als op Engeland
en Amerika. Er is geen land ter wereld dat
Japan met succes zou kunnen blokkeeren.
Aldus betoogt de admiraal. En verder zegt hij
nog:
Japan kon zich niet erop beroepen, dat het
de weelde van een buitensporig groote vloot
goed betalen kan. Zijn nationaal inkomen is
ongeveer maal lager dan dat der Ver-
eenigde Staten. In de 11 jaar na 1922 heeft
Japan gedurende 8 jaar meer ten koste ge-
legd aan vlootbouw dan Amerika en de kos-
ten van zijn vloot in verhouding tot het natio-
nale inkomen zijn 5% maal zoo groot als in
Amerika. Admiraal Pratt eindigt met de mee
ning uit te spreken, dat hij niet kan gelooven
dat eenige natie de verantwoordelijkheid zou
willen dragen voor het achteruitzetten van
de klok. ,,Maar als het schip zinkt, dan zou
de periode van aanpassing aan den nieuWen
toestand, hen in dezelfde reddingsboot vinden
wier belangen gelijk zijn?
Men ziet, de ongeboren conferentie geeft
reeds teekenen van leven.
POLITIERECHTER TE MIDDELBURG.
Zitting van Vrijdag 22 Juni 1934.
De volgende zaken Werden behandeld:
A. E. v. P., oud 19 j., landarbeider te
Graauw, wegens verboden vervoer van 19
K.G. Melissuiker te Clinge op 22 Nov. 1933.
lEisch 20 boete. Uitspraak 20 boete of 10
dag^n hechtenis.
F. G. v. d. G., oud 22 j., grondwerker te
Clinge, wegens alsvoren op 28 Augustus 1933
(5 K.G.).
Eisch 10 boete. Uitspraak 10 boete of
5 dagen hechtenis.
F. G. v. d. G. voomoemd, wegens alsvoren
van 5 K.G. suiker te Hontenisse.
Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of
5 dagen hechtenis.
W. J. B., oud 28 j., arbeider te IJzendijke,
wegens alsvoren van 20 K.G. te IJzendijke, op-
19 Januari 1934.
Eisch f 50. Uitspraak 1 maand gevangenis-
straf voorw. proeftijd 2 jaar plus f 25 boete of
10 dagen hechtenis.
J. B. d. B., oud 26 j., arbeider te Exaerde,
wegens alsvoren van 20 K.G. suiker, te Zuid-
dorpe op 28 October 1933.
Eisch f 30. Uitspraak 25 boete of 10 dagen
hechtenis.
J. D., oud 19 j., leurder te Kieldrecht, we
gens alsvoren van 35 K.G. te Clinge op 6 Ja
nuari 1934
Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
E. G. R., oud 26 j., arbeider te Stekene, we
gens alsvoren van 50 K.G., te Clinge op 18
December 1933.
Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
P. J. R., oud 19 j., arbeider te GraauW, we
gens alsvoren van 9 K.G., te Clinge op 23 De
cember 1933.
Eisch 15 boete. Uitspraak 15 boete of
10 dagen hechtenis.
A. A. G., oud 20 j., arbeider te Aardenburg,
wegens alsvoren van 20 K.G., te Sint Kruis op
22 Januari 1934.
Eisch 50 boete. Uitspraak 1 maand ge-
vangenisstraf voorw. proeftijd 2 jaar, plus
25 boete of 10 dagen hechtenis.
A. d. W., oud 29 j., schilder te Clinge (B.J,
wegens alsvoren van 5 K.G., te St. Jansteen
op 24 October 1933.
Eisch f 15 boete. Uitspraak 15 boete of
10 dagen hechtenis.
R. A. d. W., oud 30 j., metaalbewerker en
L. v. d. G., oud 27 j., koopman, beiden te
Clinge (B.), wegens alsvoren, ieder van 6
K.G., te Clinge op 11 November 1933.
Eisch ieder f 15 boete. Uitspraak ieder 15
boete of 10 dagen hechtenis.
A. E. d. K., oud 32 j., en I. J. v. d. V., oud
33 j., beiden arbeiders te Biervliet, wegens
alsvoren, ieder van 30 K.G., te Biervliet op 12
November 1933.
Eisch ieder f 40 boete. Uitspraak ieder 1
maand gevangenisstraf voorw. proeftijd 2 jaar,
plus 25 boete of 10 dagen hechtenis.
J. d. N., oud 33 j., fabriek^irbeider te Axel,
wegens alsvoren van 9% K.G., te Koewacht
op 17 October 1933.
Eisch f 15 boete. Uitspraak 15 boete of
10 dagen hechtenis.
C. V., oud 33 j., arbeider te Graauw, Wegens
alsvoren van 5 K.G., te Clinge op 14 October
1933.
Eisch f 15 boete. Uitspraak f 15 boete of
10 dagen hechtenis.
C. V., oud 33 j., arbeider te Graauw, wegens
alsvoren van 5 K.G. te Clinge op 14 Oct. 1933.
Eisch 15 boete. Uitspraak 15 boete of
10 dagen hechtenis.
E. L. d. M., oud 38 j., landarbeider te Stop-
peldijk, wegens alsvoren van 14 K.G., te
Clinge op 5 October 1933.
Eisch 25 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
C. I. d. K., oud 35 j., vischventer to Bier
vliet, wegens alsvoren van 30 K.G., te Philip
pine op 2 October 1933.
Eisch 40 boete. Uitspraak f 25 boete of
10 dagen hechtenis.
M. d. W., oud 26 j., klompenmaker te Hulst,
wegens alsvoren van 5 K.G., te St. Jansteen
op 7 November 1933.
Eisch 10 boete. Uitspraak f 10 boete of
5 dagen hechtenis.
F. v. D., oud 29 j., klompenmaker te Clinge,
wegens alsvoren van 24 K.G., te Clinge op 30
October 1934.
Eisch 40 boete. Uitspraak f 25 boete of
10 dagen hechtenis.
J. V., oud 30 j., opperman te Hulst, wegens
alsvoren van 10 K.G., te Clinge op 20 Octo
ber 1933.
Eisch f 15 boete. Uitspraak f 15 boete of
10 dagen hechtenis.
J. A. B., oud 33 j., chauffeur te Hulst, we
gens alsvoren van 200 K.G., te Sint Jansteen
op 1 September 1933.
Eisch 50 boete. Uitspraak f 25 boete of
10 dagen hechtenis.
P. J. L., oud 49 j., heier te Clinge en C. P.
J. D., oud 22 j., dokwerker te Kieldrecht,
wegens alsvoren ieder van 50 K.G. te Honte
nisse.
Eisch ieder f 50 boete. Uitspraak ieder 25
boete of 10 dagen hechtenis.
J. I., oud 35 j., winkelier te Clinge, wegens
alsvoren van 30 K.G., te Graauw op 22 Aug.
1933.
Eisch f 5 boete. Uitspraak f 5 boete of 1
dag hechtenis.
A. F., oud 31 j., chauffeur te Breskens,
wegens alsvoren van 14 K.G., te IJzendijke op
12 Januari 1934.
Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
A. F., voornoemd, wegens alsvoren van 35
K.G., te Groede op 15 December 1933.
Eisch f 50 boete. Uitspraak f 25 boete of
10 dagen hechtenis.
A. F. W., oud 22 j., slager te Hulst, wegens
alsvoren van 49 K.G., te Hhlst op 7 November
1933.
Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
K. L. d. B., oud 19 j., grondwerker te Clinge
en F. J. L., oud 43 j., venter te St. Jansteen,
wegens alsvoren van resp. 35 en 30 K.G., te
Stoppeldijk op 27 October 1933.
Eisch ieder 40 boete. Uitspraak ieder f 25
boete of 10 dagen hechtenis.
J. A. d. W., oud 19 j., venter te Hontenisse,
wegens alsvoren van 49 K.G., te Hontenisse
op 12 September 1933.
Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
T. v. D., oud 22 j., Werkman te Hulst, we
gens verboden vervoer van sigarettenpapier,
te Hontenisse op 15 Mei 1933.
Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of
5 dagen hechtenis.
C. V., oud 23 j., fabrieksarbeider te Ter
Neuzen, wegens alsvoren, te Philippine op 21
April 1933.
Eisch 20 boete. Uitspraak f 15 boete of
5 dagen hechtenis.
C. v. B., oud 51 j., werkman te 'Hulst, we
gens verboden vervoer van 50 K.G. suiker, te
Hulst op 17 November 1933.
Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
B. G., oud 37 j., koopman te Vlissingen, we
gens verboden vervoer van sigarettenpapier en
verboden nederlage daarvan, te Vlissingen op
26 Juli 1933.
Eisch 2 maal f 50 boete. Uitspraak 2 msfe.1
30 boete of 2 maal 10 dagen hechtenis.
M. A. G., oud 40 j., landbouwer te Zonne-
maire, wegens niet aangeven van 635 liter
benzine voor de belasting> op 2 Januari 1932.
Eisch ,f 135 boete. Uitspraak 50 boete of
of 10 dagen hechtenis.
J. J. d. M., oud 35 j., winkelier te Retran-
chement, wegens verboden verboden van 25
K.G. suiker, te Zuiddorpe op 29 Juli 1933.
Eisch /30 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
D. H., oud 33 j., arbeider te St. Jansteen,
wegens alsvoren van 50 K.G., te St. Jansteen
op 16 September 1933.
Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
J. L. v. d. G., oud 26 j., klompenmaker te
Clinge B.wegens alsvoren van 32 K.G., te
Clinge (Zeel.) op 11 September 1933.
Eisch 40 boete. Uitspraak 40 boete of
20 dagen hechtenis.
C. I., oud 25 j., vlasbewerker te Koewacht,
wegens alsvoren van 55 K.G., te Koewacht op
26 Juli 1933.
Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
P. A. d. B., oud 33 j., en C. d. B., oud 33 j.,
beiden arbeiders te St. Jansteen, wegens als
voren ieder van 30 K.G., te St. Jansteen op
14 Juni 1933.
Eisch ieder 40 boete. Uitspraak ieder f25
boete of 10 dagen hechtenis.
A. A. v. H., oud 29 j., grondwerker te
Clinge (B.), wegens alsvoren van 2 K.G., te
Hulst op 27 Juli 1933.
Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of
5 dagen hechtenis.
L. v. C., oud 38 j., leurder te St. Jansteen,
wegens alsvoren van 32 K.G., te St. Jansteen
op 18 Augustus 1933.
Eisch 40 boete. Uitspraak 25 boete of
10 dagen hechtenis.
F. K., oud 43 j., werkman te Hulst, wegens
alsvoren van iy2 K.G., te Hulst op 21 Maart
1933.
Eisch 5 boete. Uitspraak f 5 boete of 2
dagen hechtenis.