Ter Neuzensche Courant Tweede Blad Binnenland Buitenland Maanriag 25 Juni 1934 Nt. 9161 RECHTSZAKEN. VAN MINISTER STEENBERGHE GEHULDIGD IN ZIJN WOONPLAATS GOIRLE. Donderdagavond is te Goirle voor zijn huis mr. M. P. L. Steenberghe, de nieuW benoemde minister van Economische Zaken, gehuldigd. Nagenoeg alle vereenigingen, zoowel op so- ciaal als sportgebied, namen aan het huldi- gingsdefild deel. Namens de inwoners van de gemeente Goirle sprak de burgemeester mr. Steenberghe toe. Hij bood hem een gouden vulpotlood aan en het dochtertje van den burgemeester mevr. Steenberghe bloemen. De minister dankte daarop voor de hem ge- brachte hulde. Behalve het voltallige ge- meentebestuur waren bij de huldiging ook een aantal autoriteiten uit de provincie aanwezig. Zaterdagnamiddag heeft 'H.M. de Koningin den nieuw benoemden minister van Economi sche Zaken ten paleize op het Loo ontvangen en beeedigd. Hij zou heden zijn departement van Dr. Colijn overnemen. EEN ONDERIIOUD MET MINISTER STEENBERGHE. Een medewerker van de Maasbode heeft een onderhoud met den nieuW benoemden minis ter van Economische Zaken gehad. Hij vroeg o.m.: ,,In een deel der liberale pers is er op ge- zinspeeld, dat u door de aanvaarding van een zetel in het huidige kabinet, uw vroeger ver- dedigde beginselen op het gebied van actieve handelspolitiek zou prijsgegeven hebben, dat u als bet ware uw verleden zou moeten ver- geten. In een deel der katholieke, met name der zuidelijke pers, daarentegen, Wordt uw benoeming toegejuicht als het begin eener aera van een actieve handelspolitiek in een harer scherpste vormen. Het komt mij voor, dat in beide opvattingen overdrijving schuilt en misschien wilt u zich over deze zaak nader uitlaten?" Mr. Steenberghe antwoordde: „Ik kan en wil natuurlijk met geen enkel woord iets uitlaten over de onderhandelingen, die tot mijn ministerschap geleid hebben, al begrijpt u, dat hierbij verscheidene gewichtige kwesties terdege zijn besproken. Ik kan uiter- aard ook niet spreken over mijn program, omdat de plaats voor rechtstreeksche mede- deelingen over de te voeren economische poli- tiek de Staten-Generaal, en degene, die deze mededeelingen doet, de regeering is, niet een minister, en zeker niet de jongste. Maar als mijn persoonlijke opinie wil ik u wel mede- deelen, dat de commentaren, door, laat ik zeggen de twee uiterste zijden op mijn be noeming gegeven, in zich onjuist moeten zijn, omdat zij beide iets verge ten. De eene zijde vergeet namelijk, naar het mij toeschijnt, dat ik vanzelfsprekend mijn ver leden in genen deele verloochenen zal. De an- dere zijde schijnt echter uit het oog te verlie- zen, dat ik er niet de man naar ben, om be- paalde nieuwe maatregelen te gaan invoeren, zoolang ik geen gelegenheid heb gehad der regeeringswerkzaamheden en -bemoeiingen te cverzien. Er worden hier en daar in wel wat overdre- ven mate verwachtingen gekoesterd, die als het ware- inhouden, dat er een algeheele con- junctuurverandering zal intreden, nu een in- dustrieel uit het Zuiden een regeeringszetel gaat bezetten. Hoezeer ik u nogmaals verze- ker, dat ik het verleden, hetwelk mij op dezen post gebracht heeft, in geenen deele ontrouw zal worden, moet ik toch tegen deze overdrij ving van voorstellingen waarschuwen." Verder vertelde de minister nog: „Zaterdag zal ik beeedigd worden en Maan- dag heeft de overneming van het departement plaats. Zooals ik u al zei, het zal een tijd van hard werken worden, maar ik zie daartegen niet op. De eerste twee maanden ga ik leven als vrijgezel, hoezeer het mij ook aan het hart gaat, mijn gezin met zes kinderen vaarwel te moeten zeggen. Maar deze eerste stoot moet mij een goed eind op weg brengen en mij in den heelen warkinkel der huidige departements- werkzaamheden doen thuis raken. Het be- drijfsleven ken ik uiteraard in zijn verschil- lende geledingen vrij goed, al zal er nog heel wat nieuws voor mij opduiken. Met de ver- schillende organisaties ben ik in vrij geregeld contact geweest, doch de landbouw al kwam ik er natuurlijk als gedelegeerde bij de ver- schillende onderhandelingen nogal eens mee in aanraking zal toch heel wat studie op- eischen. Want ik ben niet van plan een enkelen maatregel te nemen, voordat ik aan het hoofd van het departement het geheele veld van bedrijfsleven, handel en landbouw volledig heb kunnen overzien." BIJ PHILIPS WEER 15.000 ARBEIDERS Vermoedelijk heden, maar toch in elk geval in het begin dezer week, zal bij de N.V. Phi lips' te Eindhoven de 15.000ste arbeider we- derom in dienst worden gesteld. Het hoogste aantal arbeiders bedroeg 23.000. Dit getal Was in Mei 1932 tot 9400 gedaald. Sinds vorig jaar viel een geleidelijke stijging waar te nemen, de 14.000 was eerst kort geleden bereikt. DE NACHTDIENST BIJ HET MOERDIJKSCHE VEER. De B. B. N., Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, deelt mede, van den rijkswater- staatsdienst bericht te hebben ontvangen, dat de nachtdienst van het Moerdijksche Veer voorloopig wordt voortgezet tot den lsten Oc tober a.s. WIJZIGING VAN HE WET TOT REGELING VAN DE STAATSLOTERIJ. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets- ontwerp tot wijziging van de wet tot regeling van de Staatsloterij, aan de memorie van toe- lichting waarvan het volgende wordt ontleend Verscheidene particulieren en vennootschap- pen organiseeren loterijen of zoogenaamde premieleeningen, waarbij voor de toekenning van prijzen of premies gebruik gemaakt Wordt van den uitslag van de trekkingen der Staatsloterij. De minister acht een zoodanig gebruik van de door den Staat georganiseerde trekkingen door particuliere ondernemingen niet toelaat- baar, onverschillig of de loterijen al dan niet in strijd zijn met de, bepalingen van de Lote- rijwet 1905. Het wetsontwerp heeft de strekking een dergelijk gebruik te verbieden. Van deze gelegenheid wordt voorts gebruik gemaakt een aanvulling aan te brengen in artikel 2 der wet, tengevolge waarvan het mogelijk is het aantal zoogenaamde klassikaie loten, welke door het publiek niet Worden ge- wenscht, tot een kleiner beloop dan de helft te doen uitgeven. EEN N.S.B.-HUIS TE MIDDELBURG. Naar „Volk en Vaderland" meldt, heeft groep 202 van de N.S.B. het pand aan de Rouaankade te Middelburg in huur verkregen, omdat gezien den groei van de groep „het noodig is geworden om over een eigen huis te beschikken". DUITSOHLAND IN DE BRANDING. Het artikel van onzen Berlijnschen corres pondent in ons ochtendblad is sehrijft de N. R. Grt. leerzaam, omdat het in bijzon- derheden licht werpt op hetgeen hier reeds herhaaldelijk is besproken. Het wijst er op, hoezeer er in Duitschland inderdaad een felle spanning bestaat tusschen de elementen van het oude Duitschland en de nationaal-socialis- tische jeugd. Onze correspondent heeft er terecht nog eens op gewezen, dat het dwaas- heid zou zijn, een openbaar conflict of groote gebeurtenissen te verwachten, naar aanleiding van de insubordinatie, die von Papen met zijn bekende rede te Marburg heeft begaan. Het ware mogelijk geweest dat deze daad van verzet, deze ,,Flucht in die Oeffentlichkeit" onmiddellijk tot dramatische gebeurtenissen had aanleiding gegeven. Nu dat echter niet is geschied, nu de radicale vechtersbazen on- der de machthebbers zich erin hebben moeten schikken, is het gebeurde juist een bewijs, dat de tegenwoordige toestand nog voldoende taaiheid bezit. Het getuigt altijd van kort- zichtigheid, in historische ontwikkelingen be- paalde gebeurtenissen binnen bepaalde ter- mijnen te willen voorspellen. De oorlog heeft meer dan 4 jaar kunnen duren, ofschoon 1916 voor Duitschland reeds de beproeving van den „rapenwinter" bracht. Systemen, hoe despe- raat ook, kunnen veel overleven. Men heeft het in Rusland gezien. En zelfs waar voort- bestaan op den duur onmogelijk bleek, was ommekeer nooit op maanden of jaren af te be- palen. Hij kwam onverwachts of lang na ver- wachting. Het gebeurde met von Papen bewijst inder daad, wat weinigen nog niet beseften, dat in Duitschland de dingen op buigen of barsten staan. Nu wij geen luid gekraak hebben ge- hoord, weten wij, dat, zooals te denken was, het tegenwoordig beWind nog buigkracht te over heeft om het gebeurde op te vangen. Hoe lang het dergelijke beproevingen kan verdra- gen en hoever die beproevingen zullen gaan, is een vraag die wij gelukkig niet op te lossen hebben. Zij hoeft ons niet bezig te houden. Onze correspondent heeft op opmerkelijke verschijnselen in het gebeurde geWezen. Het is de conservatieve ouderdom, die tegen de tyrannie der jeugd in de rede van von Papen in verzet is gekomen. Dezen keer hebben de onstuimige voorvechters der jeugd den strijd nog niet op hem kunnen winnen. Wij hebben erop gewezen: von Papen heeft ge- voel voor ,,cunjunetuur". Er zou een merk- waardige paradox geweest zijn in het geval, als von Papen zich vergeefs bij den 86-jarigen rijkspresident beroepen zou hebben tegendver de heerschappij van 16- tot 20-jarigen, die in Duitschland steeds sterker aan de zijde van zijn vice-kanselier moeten scharen. Hij wordt steeds meer de bemiddelaar tusschen het oude en het nieuwe. Maar zal dit op den duur een dankbare rol zijn? De jeugd is tyranniek, on- stuimig, transigeert niet. Voorloopig gelooft zij nog in den ,,Fiihrer", en heeft zij nog an- dere verantWoordelijkheden, als zij zich tegen reactie, tegen kapitalisme, en vooral ook tegen het intellect richt. Die jeugd, het zou dwaas zijn daarvoor de oogen te sluiten, blijkt steeds meer haar eigen weg te willen gaan. En die weg lijkt ons op den duur onduldbaar voor eenig verantwoordelijk bewind. De jeugd vormt de legioenen, die Hitler naar de macht hebben gedragen. Is het oogenblik nog ver, waarop Hitler, thans twee paarden mennende, zijn span uiteen zal zien gaan, en gedwongen zal zijn een ervan te volgen Dat zal het oogenblik van de crisis zijn. Voorloopig zet Hitler zijn tegenWoordig be- leid voort dat erin bestaat, de tale der jeugd te spreken of te laten spreken waar dit noodig is en daartegenover ook Weer de tale der bezonnenheid. De jeugd eischt echter steeds dringender duidielijkheid, bepaalde daden, bevrediging van haar onverzwakt evo- lutionnair sentiment. Zouden de oeconomi- sche moeilijkheden nog stijgen, zou de feite- lijke blokkade, waarvan dr. Schacht in zijn eigenaardige, aggressieve rede tot diplomaten en joumalisten zoo onomwonden, ja dreigend, gesproken heeft, haar pijnigende greep goed doen gevoelen, dan zullen deze eischen ook veel nijpender kracht krijgen. Er is nu reeds een sterke neiging onder de jeugd en haar eigenlijke leiders, om het tegenwoordig bewind te verwijten dat het de oude ellende laat voort- duren, doordat het met de oude menschen en volgens de oude systemen werkt. Hun woede richt zich steeds rechtstreekscher tegen dit alles. Kan Hitler neutraal blijven in dezen strijd? Onze correspondent herinnerde er aan: Toen Goebbels zijn veldtocht tegen de mopperaars opende, wees hij als afleidings- middel op de Joden. Voor het eerst heeft een van zijn leuzen heelemaal niet geWerkt. De jeugd liet zich niet meer afleiden, maar richt zich tegen ,,reactionairen en intellectueelen", waarop de regeering, voorzoover zij kan en durft, haar systeem laat berusten.# Zondigt de jeugd tegen dit streven der regeering, werpt zij steenen naar minister Seldte, tast zij de oude studfentencorpsen aan, gaat Streicher zijn dolzmnigen en voor heel Duitschland on- metelijk schadelijken gang, verbiedt hij weten- schappelijke lezingen over het rassenprobleem, omdat de mannen der wetenschap daar toch geen begrip voor hebben dan is dat alles zeker tegen den smaak van Hitler en zijn omgeving. Maar zij hebben zich emaar te schikken. Nu de tegenpartij van de jeugd zich vrijheden veroorlooft, schikten zij zich er ook naar. Wat zegt echter de jeugd? Dit is het groote probleem voor Duitsch land: wat zegt de jeugd. De jeugd is toome- loos, oefent slechts tucht om des te sterker te zijn in het tuchtelooze, precies als de corn- munisten, waar zij in de- oppositie zijn. Wij kunnen niet meer het streven van die jeugd van bolsjeWisme onderscheiden, behalve dan dat die jeugd zich niet marxistisch noemt, en nog vijandiger staat tegenover het intellect. Nationaal is ook het Russisch communisme, niet minder dan het Duitsche natinonaal- socialisme. In dit laatste schuilt geen ver- schil. Otto Strasser, de man van het zwarte front, die nu in ballingschap leeft, meent reeds dat zijn tijd nadert. Het is te hopen dat hij zich vergist. Doet hij dat niet, dan zal men ervaren inhoever het nationaal-socialisme er in is geslaagd het communisme te onderdruk- ken. Den dudvel door Beel Zeboel uitdrijven vele Duitsche ondernemers, die eens het nationaal-socialisme financieel op de been heb ben gehouden, weten reeds, dat dit hun drij- ven is geweest. De jeugd onderscheid beter: Zij stoot de behoudende elementen uit en houdt de communisten die het nu waarlijk zonder marxisme kunnen doen in haar midden. Von Papen heeft geen wanhoopskreet ge- slaakt, maar heeft, toen hjj zich sterk genoeg voelde, voor de zijnen verzamelen geblazen. De Duitschers zijn een onpolitiek volk, dat hebben de Duitschers zelf niet minder getuigd dan de vreemdelingen. Aan deze zwakheid is het keizerrijk ondergegaan, en de republiek van Weimar. Het gebrek aan inzicht der be- houdenden, die niet inzagen wat zij met het nationaal-socialisme ontketenden, levert daar- van weer een nieuw, en misschien heel nood- lottig voorbeeld. Moge dit schip, dat met on- heilspellende snelheid naar de branding schijnt te drijven, voor anderen een baken in zee zijn. jNog kan men het Wel hooren in ons land: Hitler heeft tenminste tucht in Duitschland gebracht, een frisschen geest en hij heeft het land van het bolsjewisme gered". Over de tucht hebben wij reeds gesproken. Haar hoogtepunt Was, dat een minister niet tegen het gejouw en de steenworpen van de georga niseerde jeugd kon worden beschermd. De frissche geest lijkt wat orkaanachtig. En wat het bolsjeWisme betreft: Men vrage het nu de groote industrieelen in het Westen, men vrage het de geestelijkheid en de oude intel lectueelen, of na 19181919 de sociaal revo- lutionaire golven ooit zoo hoog zijn gegaan als op het oogenblik. DE STRIJD TUSSCHEN BOLIVIA EN PARAGUAY. In verband met den thans in den Ghaco woedenden veldslag kan het volgende wor den gemeld: De Bolivianen hebben de Para- guaansche troepen uiteengeslagen en deze zijn met achterlating van zware verliezen, teruggetrokken. De Bolivianen hebben een filnke hoeiveelheid gevangenen gemaakt, w.o. een groot aantal Paraguaansche vluchtelin- gen. Bij het terugtrekken hebben de Para guaansche troepen hun gewonden, benevens een zeer groote hoeveelheid oorlogsmateriaal achtergelaten. Luitenant-kolonel Francisco Manchego, chef van den staf van de Boliviaansche divi- sie, is gesneuveld aan het hoofd van zijn troepen. Als erkenning van zijn groote ver- diensten heeft de Boliviaansche president hem een postume promotie tot kolonel toegekend. De nadere berichten van het oorlogsfront toonen aan dat de thans geleverd wordende veldslag een van de belangrijkste is die tot nog toe zijn voorgevallen. Vier Paraguaan sche regimenten zijn in de pan gehakt, doordat zij in een door het Boliviaansch commando in den strategischen sector opgestelde hinderlaag zijn gevallen. Een buitengewoon ibloedige strijd ontspon zich waarbij 4000 Paraguanen den dood vonden. In wanorde zijn de over- gelbleven gedeelten dezer regimenten op de vluoht geslagen, zoodat het groote offensief van Estigarriibias een volslagen mislukking is geworden. Communique's van het front melden, dat de Bolivianen de Paraguaansche troepen met handgranaten hebben bestookt en daarmede de Paraguaansche strijdkrachten hebben ge- decimeerd. De 4 regimenten van Paraguay werden den nacht voor den grooten aanval omsingeld en practisch vemietigd. Het Boliviaansche oppercommando is dan ook van meening, dat thans het groote Pa raguaansche offensief op Bolivia teneinde is. Het oorlogsmateriaal dat den Bolivianen in handen is gevallen, is buitengewoon uitge- ibreid en omvat kanonnen, granaten, ge- weren enz. Onder de Paraguaansche gevangenen be- vindt zich ook de ibekende luitenant Geriberto. De verliezen der Boliviaansche troepen zijn slechts gering. Nadere beriohten over den strijd in den Ghaco melden nog dat door de laatste ge- vechten het oprukken van het eerste Para guaansche legerkorps in den sector Canada- Strongest is gestuit. Het 2de Paraguaansche legercorps is definitief verslagen en ook het 3de Paraguaansoh legercorps heeft een neder- laag geleden. Ook de Paraguaansche basis, van waaruit het offensief op het front van Ballivain is ingezet, is door de Bolivianen in- genomen, zoodat deze een volledige overwin- ning hebben behaald. De officieele communique's over den veld slag eindigden met de mededeeling, dat de Boliviaansche troepen een aanvang hebben gemaakt met de ontruiming van Ballivan. Over een front van 120 K.M. wordt thans door in totaal 100.000 man een verbitterde veldslag geleverd. SCHADUWEN VAN EEN NIEUWE CONFERENTIE. De ontwapeningsconferentie was sehrijft de N. R. Crt. een noodzakelijke, maar tege- lijk onvermijdelijke onderneming. Men was zich bewust, dat zij niet mislukken mocht, toen zij begon. Men meende echter dat men zich, als mislukking dreigde, altijd terug zou kunnen trekken op den grondslag ervan, het ontwerp van de commissie-Loudon. Nu is zij tot iets heel anders geworden. Zij is thans concentratiepunt van alle spanningen en moei lijkheden in ons werelddeel. Zij moet in ieder geval in leveh worden gehouden, omdat, als men haar thans afbrak, de elementen van gevaar, die nu in de conferentie een middel- punt vinden, als de stukken van een uiteenge- barsten vliegWiel over Europa zouden rond- spatten. Als vele groote mogendeheden de Duitschers, die zelf niet onwillig schijnen, tot de algemeene beraadslaging der volken terug hopen te brengen, is het door middel van de ontwapeningsconferentie. Deze conferentie vormt voor Amerika, Rusland en Japan een welkomen band met Geneve. De conferentie is dus, ondanks haar bedenkelijk karakter, op het oogenblik een nuttig instituut geworden, dat men uitvinden moest als het niet bestond. De oude gevaren, die wij ervan duchten, zijn verre overtroffen door de gevaren, die buiten de conferentie om zijn ontstaan. ,,-Dat ding trek gevaar aan", zei men eerst. Nu nog. Maar in de rol van bliksemafleider, naar het schijnt. Wij wilden hierop wijzen, omdat boven den horizon reeds donkere wolken van de komende vlootconferentie opdoemen; wolken, die z'wan- ger lijken van zware onweeren. Men kan, beter nog dan bij de ontwapeningsconferentie, met den vinger aanwijzen, hoe groote conflic- ten er rechtstreeks uit kunnen ontstaan. Wij hebben dit al vroeger behandeld. Er is nu tenmniste evenveel reden tot bezorgdheid als in November 1921, toen te Washington de eerste vlootconferentie begon. In Amerika en Japan beide, vreesde men in die dagen, dat de conferentie bij de bestaande, zeer sterke spanning tusschen de twee landen, een nood- lottige ontlading zou veroorzaken. Ieder ar gument, dat toen daarvoor gold, geldt nu weer. En tenminste even sterk. Het ontstaan van Mantsjoekwo, als vazalstaat van Japan, heeft den toestand in de stille Zuidzee niet eenvoudiger gemaakt. Het Japansche volk lijkt desperater en agressiever dan het in 1921 nog was. De herrijzenis van Rusland en de groei van Singapore als vlootbasis maken de positie van Japan wel niet sterker. Maar heeft Japan nu, zooals in 1921, de mannen met den moed en de kracht, om bezonnenheid tot haar recht te helpen? Groote gevaren zijn met deze conferentie, als wrijfpunt van de felste spanningen, ver- bonden. Maar, zooals gezegd, in 1921 leek het evenizoo. De conferentie van Washington heeft toen groote ontspanning, en vele jaren van gerustheid gebracht; tot tegen het einde van 1930 toe. Het kan ook nu weer meeloo- pen. Wij wezen op het voorbeeld der ontwa peningsconferentie, om aan te toonen dat een gevaarlijke conferentie zelfs heel ongunstig kan loopen, terwijl mien toch tevreden kan zijn, dat zij gehouden wordt, om nog grooter natuurlijke gevaren een plek te geven, waar zij verwerkt kunnen worden. De komende vlootconferentie, in het vloot- verdrag van 1922 reeds bepaald, as een onver- mijdelijkheid, die wij tegemoet moeten zien, ons troostend met het besef dat op het oogen blik andere politieke geeselen de conferenties als zoodanig over het hoofd zijn gegroeid. Het is goed dat Engeland alvast is begonnen, het onderwerp met voorzichtigheid voor te berei- den. Engeland heeft eerst conferenties voor- af der verschillende deelnemers getweeen aan- bevolen, een voorstel dat in goede aarde is gevallen. Engeland is nu zelf reeds met Amerika aan den gang. Komen deze twee zeemogendheden tot een vergelijk, dan is dat een sterke ruggesteun voor de conferentie, wat het Verre Oosten betreft. De vlootcon ferentie van 1927 te Geneve is mislukt., omdat juist Amerikanen en Engelschen het zoo kras oneens waren. Zij meenden blijkbaar dat dit ging omdat er, bij de vredelievendheid van Japan in die dagen, geen vuiltje aan de lucht was. Nu zullen zij met hun goede verstand- houding zuiniger zijn. Engelschen en Amerikanen zitten nu te Londen bijeen. Ramsay MacDonald neemt zelf deel aan de besprekingen. Aan Amerikaan- schen kant verwacht men bepaalde voorst^l- len van de Britten. Bedriegen uiterlijke tee- kenen niet, dan is deze verwachting gerecht- vaardigd. Of men echter het frjne van de zaak spoedig zal vernemen, is een andere kwestie. Intusschen zien Wij reeds tal van donkere plekken zich tegen den horizon afteekenen. Italie heeft plotseling besloten twee kapitale kruisers van 35.000 ton, van het zwaarste ka- liber dus dat het verdrag van Washington voor linieschepen toelaat, op stapel te zetten. Daarop zal Frankrijk het antWoord niet schul- dig blijven, als men te voren niet tot een ac- coord komt. Men mag nog hopen, dat het finanoieel zoo benarde Italie voorloopig slechts aan schepen op papier denkt, die trouwens in de zeeslagen rondom conferentietafels de waarde kunnen hebben van schepen van het hardste chroomstaal. Is het niet zoo, dan dreigen er door bouw en tegenbouw van ver schillende staten nieuwe maritieme krachten van het allerzwaarste soort in de Europeesche wateren te ontstaan, waarmede Engeland, dat sedert den oorlog geen bekommering van dien aard meer heeft gekend,, rekening zal houden. Verder heeft de Japansche admiraliteit weer eens officieus laten betoogen, dat Japan een veel sterker vloot moet eischen in ver- gelijking met de anderen, dan het te Was hington heeft toebedeeld gekregen. Het heeft nu Mantsjoekwo te verdedigen, zoo voert men aan. Het lijkt ons niet heel duidelijk, dat dit voor de Japansche vloot een heel nieuwe taak zou meebrengen. Maar de admiraliteit wil nu eenmaal de schepen, dat was reeds be- kend. En zij verklaart uitdrukkelijk„Men meene niet, dat het geld ons ontbreekt, om een wedstrijd in vlootbouw tegen anderen op te nemen." De „big nav."-groep in Amerika, en haar industrieele vrienden zullen dat met vreugde vernemen. Reeds voor dit nieuwe betoog van Tokio had admiraal William V Pratt, oud-opperbe- velhebber van de Amerikaansche vloot, voor Foreign Affairs een artikel geschreven, waar- in hij bepleit, dat Japan veel geringere mari tieme behoeften heeft dan Engeland of Ame rika. Japan is niet, zooals Engeland, in de noodzakelijkheid om de wereldzeeen te be- schutten, als een eisch van zijn eigen veilig- heid, zoo zegt hij, en hij voegt daaraan toe: Japan heeft ook een veiligen weg naar het vasteland; Engeland niet. Japan heeft niet, zooals Amerika, een breed front, maar tWee oceanen, en een der hoofdaderen van het we- reldverkeer te beschermen. De lasten van de handhaving van zijn neutraliteit kunnen nooit zoo zwaar op Japan drukken als op Engeland en Amerika. Er is geen land ter wereld dat Japan met succes zou kunnen blokkeeren. Aldus betoogt de admiraal. En verder zegt hij nog: Japan kon zich niet erop beroepen, dat het de weelde van een buitensporig groote vloot goed betalen kan. Zijn nationaal inkomen is ongeveer maal lager dan dat der Ver- eenigde Staten. In de 11 jaar na 1922 heeft Japan gedurende 8 jaar meer ten koste ge- legd aan vlootbouw dan Amerika en de kos- ten van zijn vloot in verhouding tot het natio- nale inkomen zijn 5% maal zoo groot als in Amerika. Admiraal Pratt eindigt met de mee ning uit te spreken, dat hij niet kan gelooven dat eenige natie de verantwoordelijkheid zou willen dragen voor het achteruitzetten van de klok. ,,Maar als het schip zinkt, dan zou de periode van aanpassing aan den nieuWen toestand, hen in dezelfde reddingsboot vinden wier belangen gelijk zijn? Men ziet, de ongeboren conferentie geeft reeds teekenen van leven. POLITIERECHTER TE MIDDELBURG. Zitting van Vrijdag 22 Juni 1934. De volgende zaken Werden behandeld: A. E. v. P., oud 19 j., landarbeider te Graauw, wegens verboden vervoer van 19 K.G. Melissuiker te Clinge op 22 Nov. 1933. lEisch 20 boete. Uitspraak 20 boete of 10 dag^n hechtenis. F. G. v. d. G., oud 22 j., grondwerker te Clinge, wegens alsvoren op 28 Augustus 1933 (5 K.G.). Eisch 10 boete. Uitspraak 10 boete of 5 dagen hechtenis. F. G. v. d. G. voomoemd, wegens alsvoren van 5 K.G. suiker te Hontenisse. Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of 5 dagen hechtenis. W. J. B., oud 28 j., arbeider te IJzendijke, wegens alsvoren van 20 K.G. te IJzendijke, op- 19 Januari 1934. Eisch f 50. Uitspraak 1 maand gevangenis- straf voorw. proeftijd 2 jaar plus f 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. B. d. B., oud 26 j., arbeider te Exaerde, wegens alsvoren van 20 K.G. suiker, te Zuid- dorpe op 28 October 1933. Eisch f 30. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. D., oud 19 j., leurder te Kieldrecht, we gens alsvoren van 35 K.G. te Clinge op 6 Ja nuari 1934 Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. E. G. R., oud 26 j., arbeider te Stekene, we gens alsvoren van 50 K.G., te Clinge op 18 December 1933. Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. P. J. R., oud 19 j., arbeider te GraauW, we gens alsvoren van 9 K.G., te Clinge op 23 De cember 1933. Eisch 15 boete. Uitspraak 15 boete of 10 dagen hechtenis. A. A. G., oud 20 j., arbeider te Aardenburg, wegens alsvoren van 20 K.G., te Sint Kruis op 22 Januari 1934. Eisch 50 boete. Uitspraak 1 maand ge- vangenisstraf voorw. proeftijd 2 jaar, plus 25 boete of 10 dagen hechtenis. A. d. W., oud 29 j., schilder te Clinge (B.J, wegens alsvoren van 5 K.G., te St. Jansteen op 24 October 1933. Eisch f 15 boete. Uitspraak 15 boete of 10 dagen hechtenis. R. A. d. W., oud 30 j., metaalbewerker en L. v. d. G., oud 27 j., koopman, beiden te Clinge (B.), wegens alsvoren, ieder van 6 K.G., te Clinge op 11 November 1933. Eisch ieder f 15 boete. Uitspraak ieder 15 boete of 10 dagen hechtenis. A. E. d. K., oud 32 j., en I. J. v. d. V., oud 33 j., beiden arbeiders te Biervliet, wegens alsvoren, ieder van 30 K.G., te Biervliet op 12 November 1933. Eisch ieder f 40 boete. Uitspraak ieder 1 maand gevangenisstraf voorw. proeftijd 2 jaar, plus 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. d. N., oud 33 j., fabriek^irbeider te Axel, wegens alsvoren van 9% K.G., te Koewacht op 17 October 1933. Eisch f 15 boete. Uitspraak 15 boete of 10 dagen hechtenis. C. V., oud 33 j., arbeider te Graauw, Wegens alsvoren van 5 K.G., te Clinge op 14 October 1933. Eisch f 15 boete. Uitspraak f 15 boete of 10 dagen hechtenis. C. V., oud 33 j., arbeider te Graauw, wegens alsvoren van 5 K.G. te Clinge op 14 Oct. 1933. Eisch 15 boete. Uitspraak 15 boete of 10 dagen hechtenis. E. L. d. M., oud 38 j., landarbeider te Stop- peldijk, wegens alsvoren van 14 K.G., te Clinge op 5 October 1933. Eisch 25 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. C. I. d. K., oud 35 j., vischventer to Bier vliet, wegens alsvoren van 30 K.G., te Philip pine op 2 October 1933. Eisch 40 boete. Uitspraak f 25 boete of 10 dagen hechtenis. M. d. W., oud 26 j., klompenmaker te Hulst, wegens alsvoren van 5 K.G., te St. Jansteen op 7 November 1933. Eisch 10 boete. Uitspraak f 10 boete of 5 dagen hechtenis. F. v. D., oud 29 j., klompenmaker te Clinge, wegens alsvoren van 24 K.G., te Clinge op 30 October 1934. Eisch 40 boete. Uitspraak f 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. V., oud 30 j., opperman te Hulst, wegens alsvoren van 10 K.G., te Clinge op 20 Octo ber 1933. Eisch f 15 boete. Uitspraak f 15 boete of 10 dagen hechtenis. J. A. B., oud 33 j., chauffeur te Hulst, we gens alsvoren van 200 K.G., te Sint Jansteen op 1 September 1933. Eisch 50 boete. Uitspraak f 25 boete of 10 dagen hechtenis. P. J. L., oud 49 j., heier te Clinge en C. P. J. D., oud 22 j., dokwerker te Kieldrecht, wegens alsvoren ieder van 50 K.G. te Honte nisse. Eisch ieder f 50 boete. Uitspraak ieder 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. I., oud 35 j., winkelier te Clinge, wegens alsvoren van 30 K.G., te Graauw op 22 Aug. 1933. Eisch f 5 boete. Uitspraak f 5 boete of 1 dag hechtenis. A. F., oud 31 j., chauffeur te Breskens, wegens alsvoren van 14 K.G., te IJzendijke op 12 Januari 1934. Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. A. F., voornoemd, wegens alsvoren van 35 K.G., te Groede op 15 December 1933. Eisch f 50 boete. Uitspraak f 25 boete of 10 dagen hechtenis. A. F. W., oud 22 j., slager te Hulst, wegens alsvoren van 49 K.G., te Hhlst op 7 November 1933. Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. K. L. d. B., oud 19 j., grondwerker te Clinge en F. J. L., oud 43 j., venter te St. Jansteen, wegens alsvoren van resp. 35 en 30 K.G., te Stoppeldijk op 27 October 1933. Eisch ieder 40 boete. Uitspraak ieder f 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. A. d. W., oud 19 j., venter te Hontenisse, wegens alsvoren van 49 K.G., te Hontenisse op 12 September 1933. Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. T. v. D., oud 22 j., Werkman te Hulst, we gens verboden vervoer van sigarettenpapier, te Hontenisse op 15 Mei 1933. Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of 5 dagen hechtenis. C. V., oud 23 j., fabrieksarbeider te Ter Neuzen, wegens alsvoren, te Philippine op 21 April 1933. Eisch 20 boete. Uitspraak f 15 boete of 5 dagen hechtenis. C. v. B., oud 51 j., werkman te 'Hulst, we gens verboden vervoer van 50 K.G. suiker, te Hulst op 17 November 1933. Eisch f 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. B. G., oud 37 j., koopman te Vlissingen, we gens verboden vervoer van sigarettenpapier en verboden nederlage daarvan, te Vlissingen op 26 Juli 1933. Eisch 2 maal f 50 boete. Uitspraak 2 msfe.1 30 boete of 2 maal 10 dagen hechtenis. M. A. G., oud 40 j., landbouwer te Zonne- maire, wegens niet aangeven van 635 liter benzine voor de belasting> op 2 Januari 1932. Eisch ,f 135 boete. Uitspraak 50 boete of of 10 dagen hechtenis. J. J. d. M., oud 35 j., winkelier te Retran- chement, wegens verboden verboden van 25 K.G. suiker, te Zuiddorpe op 29 Juli 1933. Eisch /30 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. D. H., oud 33 j., arbeider te St. Jansteen, wegens alsvoren van 50 K.G., te St. Jansteen op 16 September 1933. Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. J. L. v. d. G., oud 26 j., klompenmaker te Clinge B.wegens alsvoren van 32 K.G., te Clinge (Zeel.) op 11 September 1933. Eisch 40 boete. Uitspraak 40 boete of 20 dagen hechtenis. C. I., oud 25 j., vlasbewerker te Koewacht, wegens alsvoren van 55 K.G., te Koewacht op 26 Juli 1933. Eisch 50 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. P. A. d. B., oud 33 j., en C. d. B., oud 33 j., beiden arbeiders te St. Jansteen, wegens als voren ieder van 30 K.G., te St. Jansteen op 14 Juni 1933. Eisch ieder 40 boete. Uitspraak ieder f25 boete of 10 dagen hechtenis. A. A. v. H., oud 29 j., grondwerker te Clinge (B.), wegens alsvoren van 2 K.G., te Hulst op 27 Juli 1933. Eisch f 10 boete. Uitspraak f 10 boete of 5 dagen hechtenis. L. v. C., oud 38 j., leurder te St. Jansteen, wegens alsvoren van 32 K.G., te St. Jansteen op 18 Augustus 1933. Eisch 40 boete. Uitspraak 25 boete of 10 dagen hechtenis. F. K., oud 43 j., werkman te Hulst, wegens alsvoren van iy2 K.G., te Hulst op 21 Maart 1933. Eisch 5 boete. Uitspraak f 5 boete of 2 dagen hechtenis.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 5