Buitenland
LONDEN KENT ZIJN PAPPENHEIMERS.
TE RNEUZEN, 25 JUNI 1934.
levering van brood.
gevonden voorwerpen
AXEL.
verband toch min of meer ontbrak, terwijl het
grootste bezwaar was, dat geen uniformiteit
in de uitvoering bestond, waar dat mogelijk
zou zijn geweest, een en ander ten gevolge
van een te uitgebreide hoogere leiding.
De eerste stop tot centralisatie van den
ambtsvoorganger van den minister is geweest
de centralisatie in de provincie, welke thans
nagenoeg voltooid is en waardoor 32 crisis-
diensten zijn opgelost in 11 provinciale land-
bouwcrisisorganisaties, gevolgd door de thans
aanhangige mede op centralisatie gerichte
wetswijziging.
Thans is naaj- de meening van den minis
ter het oogenblik aangebroken verder te gaan
en de centralisatie voort te zetten.
De medewerking van de landbouworganisa-
ties stelt hij op prijs, de uiteindelijke beslis-
sing zal hij echter niet aan deze kunnen toe-
vertrouwen en moet bij hem en de door hem
aangewezen personen blijven berusten. Toe-
gegeven kan voorts worden, dat het wensche-
lijk is de belangen van den handel op eeniger-
lei wijze mftr in het oog te doen houden.
Het crisisbeleid zal in den vervolge vooral
uitgaan van het college van Regeeringscom-
missarissen, bestaande uit den secretaris-
generaal van het departement van den mi
nister als voorzitter, drie regeeringscammis-
sarissen en een commeroieel adviseur, deze
laatste eveneens stemgerechtigd in het col
lege.
Tot diens taak zal het meer speciaal behoo-
ren de handelsbelangen te behartigen. Dit col
lege van 5 personen staat rechtstreeks onder
den minister.
Het verwijt, dat bij de rundveepolitiek stel-
selmatigheid zou hebben ontbroken kan niet
worden aanvaard. Vanzelfsprekend moet de
eene maatregel wel eens op ander terrein
moeilijkheden brengen, maar dit is niet te
voorkomen. Maatregelen om de ondermelk een
bestemming te geven zijn in overweging.
Ten aanzien van de opmerking van eenige
leden over de moeilijkheden, welke onze han
del, industrie en scheepvaart ondervinden,
wordt opgemerkt, dat deze der regeering
geenszins ontgaan. Waar mogelijk wordt ook
daar steeds geholpen, terwijl plannen tot ver
der strekkende hulp in onderzoek zijn.
Tegen ontduiking en sabotage der regee-
ringsvoorschriften wordt thans met kracht
opgetreden.
De door eenige leden geuite vrees, dat ten
gevolge van de teeltbeperking in betrekke-
lijk korten tijd een 300.000 tal graskalveren
in de binnenlandsche consumptie zal komen,
acht de minister niet gegrond. Inderdaad zal
tengevolge van de teeltregeling een grooter
aantal kalveren moeten worden opgeruimd
dan onder normale omstandigheden geschiedt.
Een deel dezer kalveren is reeds als nuch-
tere kalveren opgeruimd. Er is echter toe-
gestaan tijdelijk een grooter aantal kalveren
aan te houden dan overeenstemt met het
totaal aantal kalveren, dat definitief mag
worden aangehouden, doch dit aantal bedraagt
hoogstens 150.000 stuks.
De minister overweegt of het gewenscht is
door de Ned. Varkenscentrale meer varkens
te laten afnemen bestemd voor het binnen-
land.
In verband met de vraag van eenige leden,
of naar het vraagstuk der bereiding van al
cohol uit suikerbieten van overheidswege een
onderzoek is ingesteld, kan de minister mede-
deelen, dat deze kwestie zijn aandacht heeft.
Hij ovefweegt de instelling eener commissie,
die de mogelijkheden van het procede en den
afzet grondig onder oogen zou dienen te zien.
Met betrekking tot de mogelijkheid, die de
fabricage van aardappelvlokken voor een
beter prijspeil van de aardappelen zou kunnen
geven, kan de minister mededeelen, dat de
voor de bestudeering van het vraagstuk der
aardappelvlokkenfabricage ingestelde com
missie blijkens haar rapport de situatie der
aardappelcultuur in haar huidigen omvang
niet zoodanig acht, dat het overschot, dat bij
normalen oogst ontstaat, oprichting van ver-
vlokkingsfabrieken tot verwerking van het
oogstsurplus zou wettigen.
De minister heeft zijn standpunt ten aan
zien van het advies der commissie nog niet
bepaald. Hij wenscht eerst kennis te nemen
van de discussie, die het rapport zal uitlokken.
De nota van antwo&rd op de Duitsche nota
van 14 Juni betreffende het transfereeren van
de Duitsche verplichtingen aan de buiten-
wereld, die Sir John Simon aan den Duitschen
gezant te Londen heeft laten orverhandigen,
schrijft de N. R. Crt. een stuk van heel
ongewone scherpte. Zij is een treffend beiwijs
van de verregaande geprikkeldheid, die het
eigenaardig beleid en de telkens in het onge-
paste uitschietende welsprekendbeid van den
onrustigen president van de Duitsche Rijks-
bank te Londen Jjehben gewekt. Het is in de
diplomatieke geschiedehis zeker niet vaak
gebeurd, dat ,in vredestijd de eene groote mo-
gendheid tot de andere een openibaar gemaakt
stuk toezond, waarin zoo emstige verwijten
en beschuldigingen worden geuit- De Engel-
sche regeering valt reeds met de deur in huis,
door te zeggen, dat zij, met alle waardeering
voor de pogingen van Duitschland tot werk-
verschaffing, toch niet van meening is, dat dit
de volledige staking van het nakomen van
alle verplichtingen tengevolge moet hebben.
Waarsohijnlijk zou zij ook op de bewapening
van Duitschland hebben gewezen, als deze op
het oogenblik niet een z66 teer intemationaal
onderwerp vormde, dat men haar nu liever
niet in het verband met andere kwesties haalt.
De Engelsohe nota wijst verder nog, vader-
lijk, op het gevaar dat Duitschland, als het
zoo doorgaat, den invoer van onmisbare
grondstoffen niet zal kunnen handhaven,
waardoor een oeconomisch herstel zelfs on-
mogelijk wordt.
Dan echter volgt nog erger: De nota be-
schuldigt Duitschland ervan, dat de sterke
achteruitgang van de voorraden aan goud en
deviezen het gevolg zijn van boekingen
want daarop komt het neer die later zou-
den worden herzien, en dat zekere inkomsten
in vreemd geld volstrekt niet in rekening zijn
gebracht. Het bankroet van Duitschland
wordt hiermede frauduleus verklaard; activa
heeten te worden achtergehouden.
Wij zullen niet alleS aanhalen, wat aan on-
prettige dingen in deze nota staat. Een van
de zeer onverkwikkelijke dingen waarop zij
wijst, moeten wij echter nog vermelden, om-
dat dit ook in ons land de verontwaardiging
gaande houdt. Duitschland heeft van 1918
tot 1934 15 milliard van zijn schulden afge-
daan of geliquideerd, en tot Februari 1934 727
mililoen aan Duitsche schuldlbrieven opgekocht
zegt Londen. „Deze omstandigheden maken
onvermijdelijk den indruk, dat de Duitsche
politiek daarin bestaat, te beweren, dat geen
deviezen voorhanden zijn ter bestrijding van
den dienst der Duitsche leeningen, terwijl de
voorraden, die men had kunnen gebruiken
voor dekking van den dienst dier leeningen
toesteed worden aan het terugkoopen van de
leeningen tegen lage prijzen, welke weer een
gevolg zijn van de niet-betaling der rente
De lezer zal zich herinneren, dat wij reeds
herhaaldelijk dezen kwaadaardigen cirkelgang
die de Duitschers in beweging hebben gezet,
besproken hebben. Het is heel hard, wat de
Duitschers zich in deze diplomatieke nota
moeten laten zeggen. Dr. Schacht zal het
niet al te veel pijn doen. Zeker heeft hij zijn
schuldeisohers nooit voor zoo naief aangezien,
dat zij het spel niet zouden 'oegrijpen. Zal
echter de bovenvermelde besohuldiging van
malversaties hem even koud laten? Voor ieder
zijn er grenzen!
De Engelsche regeering is niet zuinig met
gevaarlijke dreigementen. Na er op te heb
ben gewezen ,dat de Duitsche uitvoer naar
Engeland in het laatste jaar toe- en niet
afgenomen is, dreigt zij met inperkende be-
palingen, als Duitschland niet, handelbaarder
wordt. Onmiddellijk na het overhandigen der
nota werd te Londen een wetsontwerp van die
strekking openibaar gemaakt. Twee dingen
tegelijkertijd houdt Engeland daarmede den
Duitschers als gevaar voor oogen, clearing en
beperking van invoer tegenover staten, die te
kort schieten in het nakomen van hun ver
plichtingen. Het verklaart zich echter bereid,
alsnog Duitschland in de gelegenheid te stel-
len, een accoord met de Britsche schuld
eisohers te "sluiten. Zoo zou Berlijn dan clea
ring nog kunnen voorkomen, of zou de clea
ring minder schadelijk voor de belangen van
beide landen kunnen worden ingericht. Te
voren in de nota had Londen zijn eisohen
reeds gepreciseerd. Zooals bij de overeen-
komst te Berlijn, die enkele dagen nadat zij
onderteekend was, door dr. Schacht weer werd
verloochend, eischt zij voor het eerste half
jaar slechts nakoming van de verplichtingen
tegenover het buitenland wat de leeningen
van Daiwes en Young betreft. Wij hebben er
reds op gewezen, dat Engeland en Amerika
de voomaamste belanghebbenden zijn bij deze
leeningen. Aldus moet de bijzondere, en niet
onzelfizuchtige belangstelling van Downing
Street daarvoor worden verklaard. Maar, na
het aldus Berlijn materieel in ieder geval niet
al te moeilijk te hebben gemaakt, komt dan
nog achteraf de eisch: Wil Duitschland nog
iets probeeren, dan moet het maar onderhan-
delaars naar Londen sturen. Begrijpelijker-
wijze heeft Londen geen lust meer, zijn men-
schen uit te zenden, om te Berlijn om hun
geld te gaan vragen.
Om met Engeland tot een accoord te komen,
heeft dr. Schacht het zichzelf nog weer moei-
lijker gemaakt door de onbeheerschte rede,
welke hij juist op den dag van overhandiging
der nota hield tot buitenlandsche diplomaten
en journalisten, die het Duitsche departement
van propaganda bijeeugeroepen had. Het ver-
wijt dat Duitschland posten aan buitenland
sche deviezen zou hebben achtergehouden,
achtte hij geen antwoord waardig. Wat de
leeningen van Dawes en Young betreft,
Duitschland kon, als schuldenaar, geen ver-
schillen maken. Maar de buitenwereld weet,
dat de dr. Schacht die dit zegt, juist altijd zeer
gestaan heeft op een bijzondere positie der
beide leeningen. En, zooals gezegd, weinige
weken tevoren had hij, ter bekrachtiging van
dit verschil, nog zijn handteekening geplaatst,
die hij dan later weer had ingetrokken. Tegen
clearing heeft hij bijzonder fel gesproken. „Bij
zooveel domheden als wij reeds beleefd heb
ben" hij bedoelde die van anderen! „kon
deze er ook nog gerust bij. Maar Duitschland
zal alle verkeer weigeren met staten, die
daartoe besluiten". Dit zou in feite kunnen
neerkomen op het weigeren van handelsbe-
trekkingen met alle landen, die van Duitsch
land meer koopen dan zij eraan slijten. Want
staten met een actieve handelsbalans tegen
over Duitschland zullen waarlijk niet met
clearing beginnsnDuitschland, dat zag
Schacht zeer wel in, zou dan vrijwel van alle
grondstoffen worden afgesneden, maar, zooals
in den oorlogstijd, zou het zich met Ersatz
weten te helpen. Dat het Duitsche publiek dit
niet als zuivere bluff" beschouwt, blijkt uit
de hamsterwoede, het beleggen van alle geld
in kleeding, en stoffen tot vervaardiging van
kleederen en schoeisel, die thans uit Duitsch
land wordt gemeld.
Als op het oogeniblik in Duitschland reeds
een kleine paniek heerscht, uit vrees voor aan-
staand gebrek aan grondstoffen, dan is dit
echter niet omdat men verwacht, dat de Duit
sche regeering dit gebrek zelf zal uitlokken,
maar omdat men het onvermijdelijk acht door
den gang van zaken. Was het wonder dat
alien, die dr. Schacht aanhoorden, er het zwij-
gen toe deden, toea hij vroeg, of iemand nog
iets wenschte te weten of op te merken
Anders was niet mogelijk toen men den presi-
den van de rijkgbank, op oostersche wijze
zijn tegenstanders met zelfmoord van Duitsch
land had hooren dreigen.
Engeland uit tegenover Berlijn, zooals men
heeft gezien, de beschuldiging, die dr. Schacht
geen antwoord waardig acht. Het dreigt met
clearing, een dreigement dat dr. Schacht met
wenscht te aanvaarden. Als Duitschland
clearing wil vermijden, moet het maar naar
Londen komen, om iets aan te bieden, voegt
Engeland er nog hooghartig aan toe. Het
antwoord van Berlijn heeft geen oogenblik op
zich laten wachten: Het komt. Zijn wij ver-
baasd Neen
Door het Burgerlijk Armbestuur alhier is de
levering van brood gedurende het tweede
halfjaar 1934 voor de kom opgedragen aan de
Cooperatie „Ons Belang" alhier voor 11 cent
per 8 ons en voor Sluiskil aan P. J. Risseeuw
aldaar (na loting) voor 12 cent per 8 ons.
TRIDUUM.
De laatste dagen der afgeloopen week n.l.
Vrijdag en Zaterdag, Werd in onze parochie
een triduum gehouden. De oefeningen werden
geleid door den Zeereerw. Pater Brinkman,
directeur van 't RCtraitehuis te Seppe. Zon-
dagmorgen had een algemeene H. Commume
plaats der leden van de Broederschap van O.
L. Vrouw van Altijddurende Bijstand. s Na-
middags onder het Broederschapslof opdracht
der nieuiwe leden en hemieuwing der op
dracht der oude leden, terwijl in de kerk de
processie werd gehouden tot sluiting van de
dagen van gebed.
De Inspecteur van Politie te Ter Neuzen
maakt bekend, dat omtrent onderstaande ge
vonden voorwerpen inlichtingen te bekomen
zijn aan de daarachter vermelde adressen.
Belastingmerk, S. de Kort, Dijkstraat 1.
Belastingmerk, Bureau van Politie.
Vulpen, J. de Feijter, Kazemestraat 40.
Jongensjas, C. Michielsen, Dijkstraat 49.
Een riem (leer), W. Gort, Kerkhoflaan 34.
Kinderportemonnaie met inhoud, P. Hame-
link, Axelschestraat 84.
Bril in etui, J. de Groen, Vlooswijkstr. 41.
Portemonnaie met inhoud, W. de Jonge,
Hoogendijk 25.
Bril, J. Pijipelink, Kanaaldijk P 53.
Ring met 2 sleutels, Bureau van Politie.
Belastingmerk, W. Penne, N. Kerkstraat
45, Sluiskil.
Een gouden ring, J. Jonkman, Oosterstraat
E 59, Axel.
PROV. STATEN.
De heer J. W. Vienings, burgemeester van
Clinge, heeft zijn benoeming tot lid der Prov.
Staten van Zeeland aangenomen.
BIJZ. VRIJWILLIGE LANDSTORM.
De Minister van Defensie Mr. Dr. L. N.
Deckers hoopt Zaterdag den landdag van de
Bijzondere Vrijrwillige Landstorm te Vlissingen
bij te wonen.
EXAMEN HANDENARBEID.
Rijkskiweekschool te Oostburg. Geslaagd de
dames M. Dekker te Retranchement, J. Meijer
te Breskens en A. van Prooije te Oostburg en
de heeren J. de Jong te Vlissingen en H. Rijck-
borst te St. Kruis. Afgewezen 1 mannelijke
candidaat.
Aan de Kweekschool „De Klokkenberg" te
Nijmegen slaagde voor het examen handen-
arbeid de heer D. T. Desmet te Breskens.
ZEEUWSCHE PROVINCIALE
BRANDW EERBOND.
Vrijdag hield de Prov. Brandiweerbond, on
der voorzitterschap van den heer G. A. Haje-
nius, burgemeester van Goes, een algemeene
vergadering te Goes. De voorzitter wees in
zijn inleidend woord op het nuttig iwerk, dat
de Bond in den nog korten tijd van zijn be-
staan reeds heeft verrioht. De technische com
missie is wel zeer actief en de cursussen voor
brandmeester mochten zich in groote belang
stelling verheugen. Het is de bedoeling nu
een dergelijke cursus in Zeeuwsch-Vlaanderen
te organiseeren.
Uit het verslag van den secretaris, den heer
Mr. J. M. Pilaar, te Middelburg, bleek dat het
aantal leden-gemeenten wel iets was terug-
geloopen, maar dat Zeeland toch nog op 6en
na de hoogste provincie is met procentrisch
het grootst aantal aangesloten gemeenten.
De aftredende bestuursleden de heeren P.
Erasmus, J. C. A. Bannink en A. F. Hans-
sens werden herkozen, de laatste werd tevens
benoemd tot afgevaardigde naar de alge
meene vergadering van den Kon. Ned. Brand-
weerbond te Groningen.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 10 tot en met 16 Juni zijn
in onze provincie voorgekomen 4 gevallen van
roodvonk, n.l. 2 te Vlissingen, 1 te Middel
burg en 1 te Serooskerke en 1 geval van
febris typhoidea te Graauw en Langendam.
E.M.M.-nieuiws.
De geheele markt-inventaris dezer vereeni-
ging is thans verkocht.
De verloting der 30 rijwielen zal etin dezer
of in het begin der volgende maand plaats
hebben.
Landdag.
Onder een heerlijke niet overmatig warme
zomersche temperatuur had j.l. Zaterdag-
middag op de fraai gelegen weide van den
heer L. van Hoeve en opgeluisterd door het
Chr. muziekkorps „Hosannah", de jaarlijksche
sche landdag plaats ditmaal uitgaande van
de Gereformeerde Meisjes en Jongelingsver-
eenigingen beide)
Ongeveer 4 a 500 personen gaven van hunne
belangstelling in (en medeleven met) het
jeugdwerk in Gereformeerden kring blijk. De
bijeenkomst die onder leiding stond van den
heer C. Herrebout te Zaamslag (Veer) werd
geopend met het zingen van psalm 68 10,
Waarna voorgelezen werd de onberijmde 148ste
psalm. Na het gebed riep de heer Herrebout
den aanwezigen en inzonderheid de spreekster
en de beide sprekers een hartelijk welkom toe
en wees erop, dat waar vroeger deze land-
dagen uitgingen van de Chr. Jongelingsver-
eenigingen deze thans en voor de toekomst in
samenwerking met de Meisjesvereenigingen
zullen worden omgevormd tot speciale „jeugd-
dagen" voor de Gereformeerden in Zeeuwsch-
Vlaanderen, opdat dit zal bijdragen tot nog
meerdere kennis der beginselen en deze in het
besef daarvan voor het maatschappelijk leven
waar allerwege het streven toeneemt de
jeugd van het Christendom los te Werken
toe te kunnen passen. Met alle ons ten dien-
ste staande wettige middelen en gegord in de
voile wapenrusting Gods, zullen wij evenals
onze vaderen tegen de wateren en voor het
geloof hebben gestreden en pal gestaan, zulks
ook doen en trachten, de vloedgolf van het
ongeloof van de Zeeuwsch-Vlaamsche erve te
keeren. Het Zeeuwsch-Vlaamsche volkslied
memoreerende,,En waar de stormwind woed-
de, hen dreigend met verderf'" dankte hij voor
den in breeden kring levende belangstelling
en waardeering en verklaarde de landdag voor
geopend.
Gezongen werd hiema een couplet van het
Bondslied.
Als eerste spreker trad hiema op Ds. P.
Ch. van der Vliet uit Utrecht, met het onder
werp: „Met z'n tweeen". „Jongere en oudere
Zeeuwsche vrienden en vriendinnen!" aldus
begon deze geestdriftig improviseerende spre
ker zijn belangwekkend betoog, „toen wij zoo-
wat boven de toonbank begonnen te kijken en
wij als jongens een vriend en als meisjes een
vriendinnetje hadden gezocht en Vaz Dias be-
rich'tte (voor publicatie in welken vorm ook
verboden) de geboorte van no. 2 die kwam,
zag en overwon, dan was de blijdschap over
het jongere broertje of zusje minder voor
tweeerlei uitlegging vatbaar als wanneer hij
bedoelt: Met z'n tweeen! Eerst samen naar
de meeting, dan met z'n tweeen terug, eerst
stiekum, want het is vreeselijk af te keuren,
(spreker zegt ,,daar moet je bij brouwen!
maar later bij bruiloften, enz. dan hoort men
wat. Hij schetst de liefde niet als spel, maar
in ernst als een zeldzame reine en ideeele
gave, van welke de eeuwen door is gezongen.
Er is zelfs een hooglied van in de Heilige
Schrift. Liefde is leven en spreker met zijn
50 jaren zal niet verder beproeven dat begrip
te verklanken, dat geheim van „Met z'n
tweeen" verder te op'enbaren. Wel zegt spr.
zijn verliefdheid en liefde geen treurmarschen
en al staat de wereld er soms buitengewoon
onverschillig en oppervlakkig tegenover, met
dit hoogste geluk in een menschenleven mag
nooit worden gespeeld. Het is als een vlam...
als electriciteitLiefde is vuur, dat kan
verteren, als vergeefsch offer een geestelrjke
mislukking beteekenend voor het leven.
Op verschillende wijze gaat hij hiema over
tot het „exegesiteeren", zooals men dit als
theologen onder elkaar placht te noemen, en
bespreekt het vormen tot de goede hij's en de
beste zij's uit de Ger. jongens- en meisjesver
eenigingen tot volwaardige staatsburgers.
School en catechesatie kunnen onmogelijk den
plicht van deze vereeniging vervullen, die
onze jeugd moeten vormen voor het groote
leven van dezen tijd. Wie zich niet wapent,
begaat dezelfde fout als degeen die bij felle
kou ten opzichte van zijn kleeding geen voor-
bereiding trof e.d. Bij het vuur'van den He-
melvaart en van den Pinkstergeest wijst hij
op den hoogen ernst der levensroeping, niet
op de wijze zooals een broeder der aller-
zwaarste oud-gereformeerde orde, wien het
Kerstiaansche bloed door de aderen vloeide,
hem bij het aanvaarden zijner taak eens
vroeg, n.l.: „of hij dan ook een boodschappie
gehad had?" maar, zooals het in hun kring
toch ook wel verstaan wordt, om iets voor
God te zijn. Behalve de uitzonderingen, de
witte raven, gaat men naar de M.V. en de J.V.
en inzonderheid met ,,z'n tweeen" dan heel
graag, naar de meeting van vandaag!
Spreker schetst nog breedvoerig het ,,met
z'n tweeen" in allerlei levensomstandigheden,
telkens wijzende op het moreele van waarheid
en zedelijkheid die tot richtsnoer moeten
strekken aan den Christen.
Ten opzichte van „het boek" waarmede
men zoo gaame geneigd is naar het kamertje
te vluchten, schetst hij verschillende smaken
van „hij" of ,,zij", doch wijst op dat van aller
lei andere boeken onderscheidene Boek, dat
van alle boeken ter wereld onderscheiden
zijnde, ons sprekend van de verwording der
wereld altijd weer de Calvinistische beginse
len leert verstaan. Wie uit dat Boek put, doet
niet mede aan de „hupsa"-beweging onzer
dagen en zoo vragen de gereformeerde jonge-
menschen bij het kritisch beschouwen van de
nieuwe, als reactie op het internationalisme
opkomende nationaal-socialistische beweging
zich niet eens af of daar niet misschien wat
goeds in zit want waar zit dat niet in
maar dit toetsende aan de eeuwige beginselen
in Gods woord, verwerpen zij dit onvoorwaar-
delijk. Mooie beloften zijn goedkoop en de
„heilstaat" Rusland, waar men geen eten
heeft wanneer men in God geloofd, waar-
schuwt ons voor nieuwe „heilstaten". Onder
het nationaal-socialisme zal het heidendom
naar Spartaansch begrip terugkeeren, ook al
zegt men voor den Godsdienst wel een plaats
over te laten. „God is scuverein!" roept spr.
uit. Hij zal zeggen hoe het moet en gij die
uw jonge leven met beginselstudie verrijkt,
rust U toe voor den komenden strijd. Met z'n
tweeen in liefde edn, ook in Christus, zoo
moet het bij U zijn als vrucht van het gestadig
bidden en als gij samen zoo van hier gaat,
zegt spr., dan zeg ik: ,,Mijn beste luidjes, ga
je gang maar, jullie hebt het goed voor!"
Na deze rede werd opnieuw een couplet van
het bondslied gezongen en was het woord aan
mej. E. Versluijs, uit Klundert, die sprak over:
,,Instrument<en in Gods hand". Deze begaafde
spreekster zeide als tweede optredende tus-
schen twee theologen in een meer licht ver-
teerbaar gerecht door vrouwenhand bereid
meenen te moeten opdienen. Zij deed aan de
hand van het voorbeeld van 100 jaar geleden
van Ds. de Kok uit Ulrum, welke eenvoudige
Groninger door menschen wel nimmer zou
z|jn uitverkoren een zoo groote rol te spelen,
maar die door de omstandigheden een instru
ment in Gods hand werd, een bewjjs, dat God
in zwakheid zijn kracht volbrengen wil.
In haar gloedvol warm geaccentueerd be
toog greep spreekster vervolgens naar een
figuur uit de H. Schrift, n.l. Joaz, de zoon van
Johar, de koning van Israel. Onder Jehu en
Joaz was het land zoo in verdrukkig gekomen
dat er slechts 50 ruiters en een paar W'agens
met eenig voetvolk was overgebleven, waar-
uit de gansche krijgsmacht bestond. Dit
schriftuurlijke voorbeeld nader toelichtende
aan de hand van het feit dat Elisa zijn pijl
der verlossing in den strijd tegen de Syriers
op symbolische wijze naar het Oosten moet
richten waarbij Elia zijn hand bestuurt, waar
na hij deze pijl tegen de aarde moet slaan, het-
geen hij slechts drie maal deed en waarom hij
dan ook naar de profetie niet de volledige
zegepraal zou behalen, maar het getal zijner
overwinningen op de Syriers tot drie beperkt
zou blijrven. Zijn zwakheid foelette hem zulks
meer te doen en zoodoende is dit een leerrijk
voorbeeld van ons werk in onze gereformeerde
jeugdvereenigingen, van gestadig bouwen en
bewaren! Al worden wij om des geloofs wille
nog niet vervolgd, toch zijn de vijanden die
op ons loeren vele, zelfs als zou 't vriendelijk
gelaat en de uitgestoken hand waarmede men
tot ons komt, ook doen veronderstellen dat de
scheidingsmuren omver zijn gehaald. Spr.
waarschuwt er voor niet den weg van den
wapenstilstand op te gaan, maar \vekt daar-
entegen op tot voortdurenden strijd tegen on-
trouw, liefdeloosheid, slapheid, e.d. Ziende op
ons zelf en zeggende: Heere, houdt gij mijn
handen beide met kracht omvat! is er voor
ons gaande in de door hem uitgestippelde
richting nooit geen reden tot zelfverheffing.
Het is zijn zaak waarvoor wij staan. En daar
het geldt Uw eer, kan zij niet ondergaan! Zij
wekte vervolgens op tot volhardend onder
zoek van zijn woord en van de geschiedenis
van kerk en volk, het bezoeken der vergade-
ringen, het maken van inleidingen. Het lezen
van schetsen en studieen en het jongeltngs-
blad „Bouwen en Bewaren" beveelt zij aan.
Aan wie veel gegeven is, zal ook veel worden
ontnomen. Als aan Joaz, is ook aan ons de
overwinning beloofd, maar de symbolische be-
teekenis van het slaan met de pijl tegen de
aarde dienen wij goed te verstaan. De zwakke
Joaz sloeg slechts drie maal en verkreeg zoo
doende geen volledige, overwinning en zoo
heeft ieder onzer zich aan zelfkritiek te on-
derwerpen en zich af te vragen: „rioe sta ik
tegenover de strijdvragen die (ook in onze
vereeniging) aan de orde komen? Elke week
weer dienen wij te getuigen dat God zijn han
den op de onze heeft gelegd en waar er bij
Joaz verband bestond tusschen de kracht
waarmede hij op de aarde sloeg is het aan
geen twijfel onderhevig dat het er later ook
om zal gaan hoe wij tegenover Gods werk ook
in de vereeniging hebben gestaan. De mensch
zelf die meent het wel af te kunnen wordt
immer teleurgesteld. Hij die ons als getrouwe
dienstknechten en dienstmaagden maakt tot
instrumenten in Zijn hand, zal ons niet be-
schamen.
Na deze rede werd gezongen het 6e vers
van Psalm 86: „Leer mij naar Uw wil te han-
delen." In de hierna aanbrekende pauze deed
het Chr. muziekkorps zich hooren, waarna het
woord was aan Ds. F. den Boeft van Rotter
dam. Deze behandelde het onderwerp: „In de
Branding", met er op te wijzen, dat het in
1934 gewoonte is geworden terug te grijpen
naar 100 jaar geleden, het'welk spreker bij
wijze van introductie van zijn onderwerp ook
doet, niet op het gebied van de kerkreforma-
tie, doch in anderen zin. Als de menschen van
100 jaar geleden eens op konden staan en
aanschouwen mochten dat een Zuid-Afrikaan-
sche minister vanuit zijn land te Amsterdam
een schip van stapel liet loopen, als zij eens
konden constateeren in hoe korte spanne tijds
de Indisohe vliegers een traject van duizenden
K.M. hebben weten af te leggen, zij zouden
stom verbaasd staan over de duizelingwek-
kende vlucht die de wereld-ontwikkeling heeft
aangenomen. Maar met ons zouden zij zich
ook de vraag moeten stellen of deze ontwik-
keling geen nieuwe golf van ellende over de
wereld zal storten, waarbij de catastrophale
botsing van 1914 tot '18 nog maar kinderspe!
zal zijn. Onze voorouders zouden ook stom
verbaasd staan over de zonde-openbaring die
zich voltrekt, zooals in Rusland, waar men in
1937 gereed hoopt te zijn met het uitroeien
van alles wat de Kerk en de Godsdienst is
toegedaan. Ook over de sociale hervormingen.
En om de verschrikkelijke geesel der werk-
loosheid zou zich wel angst en ontroering van
hun ziel meester maken, zoowel als over den
groei van het communisme en nationaal-socia
lisme. Spr. schetst deze beide revolutionaire
stroomingen als geesten uit den afgrond, het
laatste, hoewel meer aristocratisch, niet min
der openbaring van den anti-christ. Bij kalm
water is het gemakkeljjk varen, op een vrije
breede baan gevaarloos om auto te rijden.
Maar onrustig water en verwarring op den
weg vereischen een vaste hand aan het stuur.
Bezien in het licht van de Heilige Schrift en
ons afvragende wat moet er toch van komen.
zoo is onze conclusie dat men door de tijd
niet leert verstaan, maar \vel door de Bijbel
der tijden teekenen. Al zien wij by oogenblik-
ken geen geloof meer, al gaat de lijn verloren,
vergeten wij niet, dat achter de branding de
veilige haven ligt. Spreker wijst op de twee
jongstverschenen boeken van Smeenk over het
„sociale" en van Colijn over het „politieke
leven". Spreker hoopt dat deze in elke ver-
eenigingsbibliotheek zullen komen. Of ze ook
wat ze zoo hoogelijk waard zijn gelezen
zullen worden is een andere vraag. Als daar-
omtrent na twee jaar eens een enquete werd
gehouden is hij bang dat het tegen zou val-
len. In deze boeken ziet hij lijnen die voor
wanhopigheid bewaren en wordt de cultuur
die bezig is te komen tot de machtigste en
grootste openbaring voorzien. Spreker ver-
baast zich zoo vaakiiat men zich zoo weinig
afvraagt of de tijd van de wederkomst van
Jezus Christus niet nabij is en wijst er op nog
onlangs uit de Openbaringen te hebben ge-
preekt over de tekst: „Kom, Heere Jezus, ja
DE ORANJETREIN IN ZEEUWSCH-
VLAANDEREN.
Buitengewone attracties!
Ondanks de groote moeilijkheden, die moes-
ten overwonnen worden, is het de Organisatie
van den Oranjetrein gelukt de beivolking van
Zeeuwsch-Vlaanderen in de gelegenheid te
de geheele trein van muziek, snelbuffet- en
restauratiewagens noodigen tot aangenaam
verpoozen, in 't kort: de Oranjetrein biedt
elck wat wils en een bezoek aan den trein is
een gebeurtenis, waar U nog dikwijls met ge-
noegen aan terug denkt.
Ook de toegangsprijzen 10 cent, 15 ct. en
25 ct., behoeven voor niemand een bezwaar
te zijn.
VMOft*
I..)'"
stellen, kennis te maken met de interessante
tentoonstelling, die ons land kent. Dank zij
ook de bemoeilngen van de Kamer van Koop-
handel te Ter Neuzen en de medewerking der
verschillende autoriteiten.
De Oranjetrein, die circa een halve kilo
meter lang is bevat een keur van exposities
op allerlei gebied. De voornaamste firma's
van het land staan voor U klaar om U op
prettige wijze met hun producten in kennis te
stellen.
En hoevele andere zaken, waarmee men
vaak niet dan met veel kosten en moeite ken
nis maakt, brengt de Oranjetrein in ieders be-
reik! Het Koloniaal Instituut met de meest
zeldzame voortbrengselen uit onze Kolonien,
een model Dieseltrein, goud: bewerking en
keuren enz. enz., alles is in den Oranjetrein te
vinden.
Ongetwijfeld zal de verrassings wagen! een
voile wagon cadeaux, die gratis worden be-
schikbaar gesteld, een geweldige extra
attractie vormen!
Het wonder apparaat phonophora voorziet
Zooals bekend valt Zeeuwsch-Vlaanderen de
eer te beurt als uitgangspunt van de reis te
zijn verkoren.
De trein wordt voor het eerst voor het pu
bliek toegankelrjk gesteld te Hulst op Dins-
dag 26 Juni; Woensdag 27 en Don.derdag 28
Juni, is de Oranjetrein te Ter Neuzen; Vrij
dag te Axel en Zaterdag te Sas van Gent. De
trein is iederen dag geopend 's morgens van
10 tot 12% uur, 's middags van 1% tot 6 uur,
's avonds van 7 tot 10 uur.
Naar we vememen zal de trein heden-
avond te 7.40 te Hulst arriveeren. Ook zouden
de standhouders daar van ajvond tegenwoor-
dig zijn. Door de V.V.V. te Hulst zijn maat
regelen getroffen om dit feit niet onopgemerkt
te laten en zal, dank zij het inltiatief dier
vereeniging een officieele ontvangst ten stad-
huize plaats hebben.
Wij geven in dit nummer een afbeelding van
de reclame-locomotief der ondememing, die
deze week Zeeuwsch-Vlaanderen zal door-
kruisen en die wij reeds heden alhier konden
bewonderen. o-