ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN OM DE KONINGIN No. 9157 VRIJDAG 15 JUNI 1934 74e Jaargang Afsluiting weg. Gandhi emhet Christendom. FeuilSeton Binnenland i. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEM/ENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post i 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland aliecn b:j vooruitbeta..mg V it.geefsterFir ma P. J. VAN BE SAN BE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEENE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij x°oruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. BIT BLAB VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. Burgemeester en Wethouders van HONTE- NISSE, maiken bekend, dat, met machtiging van Gadeputeerde Staten van Zeeland, dd. 1 Juni 1934 2e Afdeelinig, No. 235, de openbare weg, de Molenstraat nabij Kloosterzande, No. 22 van den ligger van wegen en voetpaden in de gemeente Hontenisse, met ingang van Maandag 18 Juni 1934 tot nader ord,er, voor bet verkeer met voertuigen en motorrijtuigen zal zijn afgesloten. Kloosterzande, 14 Juni 1934. Mr. R. J. J. LAMBOOY, Burgemeesiter. H. F. VAN LEEUWE, Secretaris. Beiden godsdienstig alleceerst. Aldus de titel van een zoo juist ver- schenen boek van Ds. J. N. Sevenster. Herv. Predikant te Zuid'broek. Een titel, die ons al aanstonds belang inboezemt, en een onderwerp, waar zeer velen een levendig belang in zullen stellen. Het zal noodig zijn om ten deze tot klaarheid te komen, en om onszelf en om Gandhi. Wij zullen, moeten weten, hoe onze verhou- ding tegenover dezen zeer merkwaardigen Hindoe heeft te zijn; wh zullen ons ook moeten afvragen, of het Christendom iets misschien zelfs zeer veel van Gandhi kan leeren; wij zullen natuurlijk eveneens hebben te vragen, of Gandhi ook wellicht iets of zelfs veel van het Christendom zal kunnen leeren en overnemen. Zelfs", zegt Ds. Sevenster en hij heeft daarin, meenen wij, volkomen ge- lijk zelfs al zou men zich volstrekt niet tot Gandhi's vereerders rekenen, ja, al zou men zijn beginselen in veel opzich- ten verderfelijk achten, dan nog zal men niet kunnen ontkennen, dat Gandhi een gewichtige, zoo niet de beslissende factor is in het politieke en maatschappelijk leven van zijn land, een factor, waarmede gerekend moet worden Misschien dat sommigen ook wel over Gandhi zouden willen oordeelen los van eigen opvattin- gen, en dus afgezien van eigen houding ten opzichte van het christelijk geloof en van het Christendom in het algemeen. Maar voor menschen, die zelf een over- tuiging hebben en die zich tot de christe- nen rekenen, klemt de vraag nog te meer: hoe moeten wij over Gandhi oordeelen vanuit het Christendom? In hoofdzaak worden en zijn er op die vraag twee zeer onderscheiden antwoorden gegeven: voor- eerst zijn er velen, die geneigd zijn om Gandhi te teekenen en te zien als „den waren Christen". Er zijn er, die meenen, dat Gandhi in zijn persoon alle waar- achtig christelijke grootheid vereenigt. en dat hij aan de hoogste christelijke tradities weer nieuw leven heeft ingeblazen. Stan ley Jones vertelt bijvoorbeeld, dat hem herhaalde malen de vraag heeft bereikt, ,,of vele niet-christenen zich niet christelij- ker gedragen dan menig officieel chris ten". en Stanley Jones erkent zelf. dat hij dan vaak gedwongen werd om te erken- nen, dat de methode van Gandhi en de zijnen wel zeer nauw verwant was aan de Bergrede, en dat heel wat discipelen van Gandhi werkelijk christelijker waren dan menig christen. Niemand minder dan deze Protestantsche zendeling be- weert dan ook, dat hij geen bewegina kent, die het christelijk ideaal zoo ver heeft benaderd. En Ds. Banning heeft in „de Blijde Wereld" beweerd, ,,dat in den heiden Gandhi Gods kracht hem machtiger toestraalt dan uit de heele christelijke kerk van West-Europa, al werkt God daar ook op Zijn wijze' Maar er zijn nog vuriger en warmer verdedigers en bewonderaars van Gandhi. Prof. Ewald b.v. beweert, dat Gandhi getracht (en met succes getracht) heeft om nu eens het Nieuwe Testament ten uitvoer te brengen in de uiterlijke sfeer der wereld, iets, waarin overigens de Wester- sche Christenheid zoo deerlijk te kort ge- schoten is. Ewald prijs Gandhi als den christelijksten christen". En nog verder ging b.v. Romain Rolland. Deze zegt aan t slot van zijn beroemde schets: ,,Dit is de les van Gandhi; hem ontbreekt slechts het kruis". Wanneer John Haynes Holmes te New-York preekt in de Community Church, dan geeft hij aan een van die voordrachten den titel: Gandhi voor Pilatus". Zoo luidt nu het antwoord, de meening aan den eenen kant. Er zijn echter ook talloos velen, die er geheel anders over denken, ook al heeft men ook aan dien kant voor Gandhi een diep respect. Een zuivere meening zal meer over deze vraag de verhouding tot het Christendom zeker niet kunnen hebben, als men niet ter eene zijde beslist weet, wat men onder Chris tendom heeft te verstaan, maar ook, als men niet getracht heeft Gandhi zoo dicht mogelijk te benaderen. Hier liggen nu tal van moeilijkheden. Niet dat er geen gegevens of berichten enoeg zijn. Wij konden haast over Gandhi niet beter en omstandiger worden ingelicht dan hier het geval is. Wij be- zitten brieven van hem en verslagen, wij hebben zijn auto-ibiografie, ook mededee- lingen over interviews en portretten haast zonder tal. In tal van werken heeft Gandhi ziin denkbeelden tot in de kleinste kleinigheden uiteengezet; hij gaf ook een eigen blad uit, waarin voor tal van geval- len Gandhi's beginselen en beslissingen worden meegedeeld. Neen, er zijn dus bronnen genoeg; eer te veel dan te weinig. Toch zijn er haast onoverkomelijke moeilijkheden aan een beschrijving van Gandhi's leer en leven verbonden. Een groot bezwaar is dit, dat men allicht steeds eigen persoon en eigen ideeen meebrengt en wij moeten wel als volkomen juist erkennen, wat Helmuth von Glasenapp aan 't sldt van een diepgaande studi^ over het Hindoe'isme zegt: ,,Voor den Wes- terling is het moeilijk, zich in dit oerwoud van het Hindoe'isme in te leven en den weg te vinden in dezen doolhof, dien nau- welijks iemand, die daarin niet van ge- boorte thuis is, kan doortrekken. Er blijft altijd een rest, die zich in haar vreemd- soortigheid voor het Westersche denken niet ontsluitWie Gandhi s gedachten wereld wil beschrijven moet daarbij han door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 19) Vervolg. „Ik geloof dat er uiterst weinig lichtzinnig- heid ligt verscholen in autorijden", wierp Tony hem tegen. „Je hadt eens naast mij moeten zitten to en de achter-as van mijn auto brak." „Dank je feestelijk", zei Henry stijf. „Ik kan mijn tijd gelukkig beter gebruiken." Hij keek schuin naar Guy. „Ik geloof, dat jij het met mij eens bent, dat de manier waarop Tony zijn leven verknoeit, niet ver van treurig is." '..Zeker", zei Guy, „dat heb ik hem gister- avond onder het diner al gezegd." Henry knikte. lrDe geheele familie is van hetzelfde gevoelen." Hij wendde zich weer tot Tony. „Je moogt maar niet leven, alsof je een gewoon mensch bent, en doen kunt wat je goeddunkt. Een hooge posltie brengt even- goed haar verplichtingen als haar voorrech- ten mede. De Conways hebben altijd een be- langrijke rol in het openbare leven gespeeld en als hoofd van de familie is het je plicht te zorgen, dat deze traditie gehandhaafd Wordt." Tony keek hem met klimmende bewonde- ring aan. „Als ik slechts jouw gaven bezat, Henry", sprak hij, ,,zou ik geen oogenblik aarzelen, maar ik geloof niet, dat ik ooit zoo zal leeren spreken als jij." Henry aanvaardde het compliment met een vriendelijk, ietwat laatdunkend glimlachje. ,,Oeh dat weet ik nog niet", zei hij aanmoedi- gend. ,,Ik geloof, dat je buitengewoon veel aanleg heht, als je maar wilde oefenen. Na tuurlijk kan je niet verwachten, dat je in een oogenblik een volslagen spreker bent, maar je zult zien, hoe verwonderlijk vlug oefening en praktijk je pp het gewenschte hoogtepunt brengen. Bovendien heb je het voordeel, dat ik je van het begin af met advies en hulp ter- zrjde sta." ,,Daar ben ik van overtuigd", zei Tony, „en op Laura kan ik ongetwijfeld ook wel rekenen nietwaar?" Henry knikte. „Niemand stelt meer belang in je toekomst dan Laura, 't Is op haar initia- tief geweest, dat ik jouw naam voor Balham North heb gelanceerd. Je kunt er op rekenen dat zij je gedurende de geheele campagne ter zijde zal staan." „Ik geloof zeker", viel Guy een beetje ge- jaagd in, „dat Tony verbazend veel plezier in een verkiezing zou hebben. Het strijdende ele ment er van is juist iets voor hem." ,,Ik had wel liever, dat het een ander dis trict was geweest", zei Tony peinzend. ,,Ik kan mijzelf niet voorstellen, dat ik in zoo'n vergadering sta te schreeuwen „Mannen van Balham". Henry keek hem een beetje Wantrouwend aan. „Ik hoop alleen maar", zei hij, „dat ]e de zaak met vollen emst behandelt. Ik ben, met jouw naam naar voren te brengen, geheel van mijn stelregel afgeweken en het heeft mij zeer veel moeite gekost en het zou mijn politieke positie geen goed doen, als jij verkoos er op- zettelijk een fiasco van te maken. Met een geruststellend glimlachje, schoof Tony de portflesch naar hem toe. Maak je maar geen zorg daarover, Hen ry", zei hij. „Als ik iets begin, dan drijf ik het door en breng het behoorlijk en goed ten einde nietwaar, Guy?" „Doordrrjven doe je het zeker", bekende Guy. „Ik mag dus uit je woorden afleiden' zei Henry, terwijl hij zich een glas port inschonk, ,,dat ik het partijbureau kan mededeelen, dat je als tegencandidaat aan de verkiezingscam- pagne wilt deelnemen." Er volgden eenige oogenblikken stilte, men hoorde alleen het tikken van de pendule. „Ja, dat zal wel moeten", zei Tony. „Als delen met een haast ondoenlijke objecti- viteit. Een ding staat ten aanzien van Gandhi wel vast: hij wil alles in verband brengen met zijn godsdienst. Wie zonder gods- dienst zou willen leven, is, volgens Gandhi, een schip zonder roer. Sociale werkers, zegt hij, zullen hun volksgenoo- ten pas waarlijk kunnen helpen, als zij waarachtigheid en ^nbevreesdheid bezit- ten, maar daarbij zullen deze eigenschap- pen moeten worden gHieiligd door den lodsdienst en door een leven in God. Moraal, die den vruchtbaren invloed van de religie mist, wordt dun en droog en sterft tenslotte. Die godsdienst, waaruit Gandhi leeft, is echter zeer beslist het Hindoei'sme. Dat lij daarbij zich eenige vrijbeid voorbe- houdt, zullen wij in een volgend artikel nog wel aangeven, maar voor dit oogen ic is het ons en zij het ook onzen lezers ycnoeg om er op te wijzen, dat Gandhi vrijwel alles afhankelijk stelt van God en Zijn dienst. Daarbij is het ook merk- waardig, zoo groote waarde als hij heoht aan het gebed. Hij raadt ieder aan om den dag te beginnen met gebed. en den dag daarmede ook te besluiten. Op vaste tijden zondert hij vaak uren. ja dagen voor het gebed af; Gandhi legt grooten nadruk op den invloed en zegen van stille uren. Toen Gandhi met den onderkoning van Britsch-Indie onderhandelde, en zij dagen lang met elkander spraken, werden, toen de vaste gebedsdag van Gandhi aan- brak, de onderhandelingen een tijd afge- broken. Bij het bidden behoort voor Gandhi ook als vanzelfsprekend het vasten. Gebed is voor Gandhi precies hetzelfde wat voedsel is voor het lichaam, of, om nog een van zijn eigen beweringen hier aan te halen; Gebed is beslist een noodzakelijkheid voor de ziel. Het komt uit het hart, wij hebben een gedurig ver- langen om dicht bij onzen Maker te zijn. Als wij bidden, zullen wij altijd verlost worden, en er is niets, dat ons lukken zal. tenzij wij bidden' Gandhi zegt met nadruk. dat een leven zonder godsdienst niets beteekent, maar nog sterker accentueert hij, dat godsdienst zonder leven ook niets waard is. Wij willen hem Wter even zelf aan het woord laten: „Godsdienstige waarheid" (zegt hij) ,,kan 9lechts goed worden verstaan wanneer een mensch door een hoogstaand levensgedrag innerlijk voorbereid is, en wanneer er aldus in zijn hart een goede voedingsbodem is ontstaan voor het op- nemen van die waarheid Gaan wij er nu toe over om iets te zeg- gen over Gandhi s beginselen. dan kunnen wij Sevenster s bewering volkomen onder- schrijven, dat er in dit systeem weinig regelmaat te ontdekken valt. Drie dingen komen hier vooral op den voorgrond- Gandhi is zeer verontwaardigd over de verwijdering tusschen Mohammedanen en Hindoes, over de achteruitzetting van de ,,onaanraaklbaren (Kaste der Parias) en over het verdwijnen van het spinnewiel. In verband daarmede ijvert Gandhi nu voor „ahimsa" een groote liefde voor den naaste. en dus een zaak, die nooi uitsluitend negatief mag worden gezien. het de familie zoo'n geweldig genotverschafL heb ik den moed niet, te weigeren. Ik hen bang, dat het voor Guy heel wat werk beteekenen je niet te bekomme- ren" zei Guy Weinig sympathiek. En hoe moet met dat werk begonnen wor den?" vroeg Tony. „Ik heb ergens gelezen van menschen. die zoo'n kiesdistrict verwen- den en vertroetelden. Zou ik ook de politieken beschermer van Balham moeten worden. Henry schudde zijn hoofd. ,,Er is geen haast bii", zei hij. „Sir George Wilmer heeft ons een vertrouwelijken wenk gegeven, dat hij zich bij de volgende verkiezing denkt terug te trek- ken. maar hij zal omstreeks kerstmis zijn be_ sluit openbaar maken. Voor dien tijd behoef ie aan geen bijzondere werkzaamheden deel te nemen, behalve dan de persoonlrjke voor- bereiding." Tony knikte bedachtzaam. ,,Ja zei hi). Alvorens ik Parlementslid word hoop ik het genoegen te smaken voor 't laatst nog eens een avontuurlijke tocht te ondernemen. Want als je eenmaal op het kUssen zit, moet je zop duivelsch op je tellen passen. „Ik doelde meer", zei Henry eemgszms koel „op de gelegenheid welke je in dien tus- sche'ntijd wordt geboden, om je op je waar- digheid voor te bereiden. Als je er jezelven toe zoudt kunnen dwingen, dien tijd hart te werken, dan zou je in staat zijn een goed figuur te maken in het parlement. ,,Ja, dat is waar,,' zei Tony, .natuurlijk kan ik' dat." Hij wachtte even. „Ik heb de zaak nooit van dien kant bekeken. Wat zou je me raden te bestudeeren?" ,,Als ik jou was", zei Henry, ,,zou ik een of ander speciaal onderw.erp kiezen; het komt er niet op aan wat, buitenlandsche zaken, drankbestrijding, land bo uw als het maar een onderWerp is, dat dikwijls ter tafel komt. Maak dat je op zoo'n gebied min of meer een autoriteit wordt, dan heb je van het begin van je optreden af een erkende reputatie." Hij hield een oogenblik op, om zijn horloge te raadplegen. „Ik zal tot mijn spijt moeten vertrekken", sprak hij. ,,Ik heb beloofd op de een sterke vergevensgezindheid, die uit~ loopt op geweldloosheid, en die hij wenscht toegepast te zien op alle terrei- nen des levens. Welbewust en vast- beraden brengt Gandhi deze geweldloos heid in praktijk, dus niet slechts omdat momenteel hem geen andere weg open- staat, maar opzettelijk. Geweldloosheid is volgens en voor hem geen lafheid of slapheid, maar openbaring van kracht en dapperheid. ..Zelfopoffering" zegt hij ,,van een onschuldig mensch is millioenen malen invloedrijker dan het offer van millioenen mensdhen, die stetoen bij het dooden van anderen Maar Gandhi ijvert niet slechts voor „ahimsa", hij ijvert ook voor ..satyagraha waarheidskrachtof, zooals dit woord ook wel (zij het onjuist) vertaald werd- „lijdeli|k verzet". Satyagraha is de naam geworden voor heel den strijd, dien Gandhi tegen alle onrechtvaardige wetten of maatschappelijke misstanden gevoerd heeft, nooit laten wij dit nog eens met nadruk hier vaststellen! omdat hij tegen een bepaald volk (bijv. het Engelsche) was, maar alleen dewijl hij het systeem verafschuwde. Dezen strijd voerde Gandhi met de grootste openhartigheid, zelfs zoo, dat hij de regeering nauwkeurig op de hoogte bracht van zijn plannen. Maar, en laten wij dit nu ook goed ons gezegd achten Gandhi meende en meent geen oogenblik, dat het verdrijven van de'Engelschen op zichzelf zou leiden tot een betere toekomst. Zijn persoon- lijke ervaringen hebben hem maar al te goed geleerd om geen al te groot vertrou- wen te stellen in groeiende getallen. Een derde groot beginsel van Gandhi is „Khaddar" dit, dat door de Indiers zelf gesponnen stoffen zullen worden ge dragen. Aan Tagore, die Gandhi's ge- weldige geestdrift op dit punt niet bijzon- der hoog stelt, en die hem zijn kritiek dan ook niet bespaarde, "heeft Gandhi ten antwoord gegeven, dat ,,als de dichter dagelijks een half uur spon, zijn poezie zeker aan innerlijken rijkdom winnen zou". .Spinnen is voor Gandhi dan ook een soort sacrament, en van uit de gevan- genis heeft hii geschreven, dat de vier uren, die hij dagelijks aan het spinnen besteedde, meer beteekenis voor hem had- den dan alle andere. In een volgepd artikel willen wij nu Gandhi's beginselen weer opzettelijk ver- gelijken met die van het Christendom. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi- ging van art. 90 der Comptabiliteitswet 1927. De heer Kranenburg (v.d.) noemt dit een verzwakking van de financieele controle. Minister Oud zegt'dat het voorgestelde prac- tisch de meest afdoende methode is. Het Wetsontwerp wordt z.h.s. aangenomen; evenzoo (zonder debat) dat inzake credietver- leening aan den middenstand. Bij het wetsontwerp tot wrjziging van de kanselarijrechten dringt de heer Heerkens Thijssen (r.k.) aan op verlenging van den geldigheidsduur der paspoorten; dit is van be lang inzonderheid voor hen die voor zaken reizen. Minister De Graeff zegt overweging toe Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi- ging van de Woningwet. De heer Rugge (s.d.) is hiertegen om rede- nen van socialen aard. De gemeenten worden onnoodig aan banden gelegd. Sprekers frac- tie zal tegenstemmen- De heer v. Embden (v.d.) meent dat dit wetsontwerp aantast, wat er van de autono mic der gemeenten nog over is. Het is een. verzwakking van het rechtsgevoel. De heer Kranenburg heeft bezwaren van staatsrechtelijken aard. De heer de Bruijn (r.k.) is eveneens tegen de voorgestelde centralisatie. Spr. acht een douche in een arbeiderswoning geen weelde zooals de Minister. Minister Slotemaker de Bruine zegt dat de- bezwaren van den heer Kranenburg zich in de praktijk niet zullen voordoen. Het ontwerp is altijd bedoeld als een crisismaatregel. Voor willekeur behoeft geen. vrees te bestaan. Het ethisch minimum wordt niet aangetast. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 25 tegen 12 stemmen (tegen de soc.-dem. en de heeren de Bruijn, r.k., en Kranenburg en van Embden, v.d.). Aan de orde is de begrooting voor het Zuf- derzeefonds 1934. De heer van den Bergh (lib.) zegt, dat zijn fractie de regeering zal steunen, doch zich voorbehoudt, In deze onzekere tijden haar standpunt zoo noodig te herzien. De heer van Citters (a.r.) mist een duide- lijke kostenberekening. De Zuiderzee zal ons voorloopig jaarlijks 14 millioen kosten. Om den gouden standaard te handhaven moet de begrooting sluiten. Spr. wil daarom meer ge gevens omtrent de kosten. De heer de Savomin Lohman (c.h.) wil geen principieele uitspraaj? omtrent deze aangele- genheid. De heer van Sasse van IJsselt (r.k.) sluit zich hierbrj aan. Minister Kalff zegt, dat de regeering haar voorstel emstig heeft overwogen. Wat de kosten betreft zal de grootst mogelrjke sober- heid worden betracht. Het werk zal de econo- mische weerkracht van ons volk vergrooten. De heer Blomjous (r.k.) is niet bevredigd door de verklaring van den Minister. De heer Pollema (c.h.) betoogt, dat de Kamer volledig moet weten, wat de regeering eigenlijk wil. In vertrouwen yp de regeering zal spr. voorstemmen. Na re- en dupliek wordt het wetsontwerp aangenomen met 26 tegen 4 stemmen (de Savomin Lohman en van der Hoeven, c.h., Blomjous en van Sasse van Usselt, r.k.). De vergadering wordt verdaagd tot ver— moedelijk 26 Juni. HET GENERALE PARDON. Men schrrjft aan de N. R. Crt.: Blijkens een persbericht bracht het gene- rale pardon in totaal 10 F millioen gulden in 's Rijks schatkist voor over de belastingjaren 1931/32, 1932/33 en 1933/34 verzwegen vermo- gen ad resp. 434, 298 en 351 millioen gulden en verzwegen inkomen ad resp. 26, 25 en 20 millioen gulden. De vraag rijst, welk deel van het vermogen en inkomen belastingbetalend Nederland heeft verzwegen. Wanneer men de hierboven genoemde cijfers beschouwt zou men denken, dat het heel wat is en het zijn werkelijk geen onbeduidende sommetjes doch uitgedrukt in percenten van het totaai vermogen en inkomen, is het nog niet zoo heel veel. Het totaal vermogen en inkomen bedroeg voor Nederland over 1931/32 resp. 14.300 mil lioen en 4206 millioen gulden en over 1932/33 resp. 11.718 millioen en 3657 millioen gulden. vergadering van- den antivivisectischen bond te komen en een korte rede te houden en het is ongeveer tien uur." (Hij stond op en stak een smalle, weeke hand uit naar Tony, welke deze met een zekere tegenzin drukte. Hij had een hekel aan dat soort mannenhanden. ,,Het doet mrj genoegen, zeer veel genoegen zelfs", vervolgde Henry, „dat je eindelijk de verantwoordelijkheid van je hooge positie in de wereld begint te beseffen. Je kunt er al tijd van verzekerd zijn, dat Laura en ik je steeds zooveel mogelijk zullen steunen. Als je inmiddels advies verlangt, wat je dient te lezen of bestudeeren, dan kan je niet beter doen, dan er met Guy over te praten." Tony knikte weer. „Ik denk, dat wij menige conferentie zullen houden", zei hij. Hij belde, om de auto van Henry voor te laten komen, en vergezelde zijn neef naar de hal, waar hij hem hielp zijn jas aantrekken. Terwijl zij nog stonden te praten, hield een Daimler geruischloos voor het hek stil. Na nog een handdruk en een „goeden avond", keerde Tony in de eetkamer terug. Hij liet zich zwaar in den stoel vallen, wel- ken hij zooeven had verlaten. „Als je nog eenige vriendschap voor mij koestert, Guy, geef mij dan den brandewijn eens aan." Guy reikte hem een prachtige Venetiaan- sche karaf over, waaruit Tony zich vrij mild bediende. ,,Als ik een herherg bezat", verklaarde hij, „zou ik Henry vragen het buffet te bedienen om in de gelagkamer te kunnen zitten en met de bezoekers over politiek te praten. Ik weet zeker, dat hij drankzuchtigen van hen zou maken". Guy moest lachen, of hij wilde of niet. „Ik vind dat je onbillijk en ondankbaar bent", ant- woordde hij eenigszins vroolijk en toch ern- stig. „Henry mag soms een beetje hoogdra- vend zijn en gewichtig doen, maar per saldo meent hij het toch goed en heeft werkelrjk je belang op het oog." Tony stak een sigaar op. ,,Dat heeft mijn heele familie en het ergste is, dat het zoo'n aanstekelijke kwaal is. Als ik niet erg voor- zichtig ben, vrees ik dat ik die ziekte ook erf." ,,Tot nu toe hen je de infectie met tamelijk succes ontloopen", zei Guy droogweg. ,,Dat weet ik", zei Tony, „maar dat is geen waarborg voor de toekomst. Er zit in het Conwayboed een soort natuurlijke aanleg, oin vreeselijk emstig te zijn, en men is er nooit zeker van, dat die neiging niet plotseling tot uitbarsting komt. Het zou mij in het geheel niet verwonderen, als ik ten slotte met het Victoriakruis werd gedecoreerd." „Ik hoop, dat het je voile emst is, om die candidatuur te aanvaarden", zei Guy na een kort stilzwijgen. ,,Dan is het zeker", antwoordde Tony. „Ik stem overal mede in, liever dan met Henry te redetwisten." 'Hij schoof zijn stoel achteruit, dronk zijn glas leeg en stond op. „Ga je nog uit?" vroeg Guy. Tony knikte. ,,Even maar. 't Is een ge wichtige stap in iemands leven, lid van het Parlement te worden speciaal voor Balham- North. Ik ga er in de stille avondlucht onder den kalmeerenden invloed van een mooien sterrenhemel eens een emstig over medi- teeren." Guy keek hem ongeloovig aan. ,,H'm!*' ontsnapte hem en toen haalde hij zijn lieve- lingspijp uit zijn zak en begon die kalm te stoppen. Tony liet hem met die onschuldige weelde alleen, ging door de hal en slenterde, zonder zich de moeite te geven een hoed op te zetten, op zijn gemak het huis uit en de straat op. Het was een heerlijke avond. Onder een uit- spansel van donker blauw, bezaaid met een poeder van sterren, lag de Heath donker en stil, als droomend over lang vervlogen tijden. toen de struikroovers nog in haar bosehjes op den loer lagen. Met een sigaar tusschen zijn lippen, wandelde hii het grasveld over, in de richting van de waterleiding, waarvan de ge- bouwen en dq toren als zwarte gedaanten scherp tegen den hemel afstaken. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1