ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
OM DE KONINGIN
No. 9157
VRIJDAG 15 JUNI 1934
74e Jaargang
Afsluiting weg.
Gandhi emhet Christendom.
FeuilSeton
Binnenland
i.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEM/ENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post i 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland aliecn b:j vooruitbeta..mg
V it.geefsterFir ma P. J. VAN BE SAN BE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEENE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent bij x°oruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
BIT BLAB VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAO-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Burgemeester en Wethouders van HONTE-
NISSE, maiken bekend, dat, met machtiging
van Gadeputeerde Staten van Zeeland, dd. 1
Juni 1934 2e Afdeelinig, No. 235, de openbare
weg, de Molenstraat nabij Kloosterzande, No.
22 van den ligger van wegen en voetpaden in
de gemeente Hontenisse, met ingang van
Maandag 18 Juni 1934 tot nader ord,er, voor
bet verkeer met voertuigen en motorrijtuigen
zal zijn afgesloten.
Kloosterzande, 14 Juni 1934.
Mr. R. J. J. LAMBOOY, Burgemeesiter.
H. F. VAN LEEUWE, Secretaris.
Beiden godsdienstig alleceerst.
Aldus de titel van een zoo juist ver-
schenen boek van Ds. J. N. Sevenster.
Herv. Predikant te Zuid'broek. Een titel,
die ons al aanstonds belang inboezemt,
en een onderwerp, waar zeer velen een
levendig belang in zullen stellen. Het zal
noodig zijn om ten deze tot klaarheid te
komen, en om onszelf en om Gandhi. Wij
zullen, moeten weten, hoe onze verhou-
ding tegenover dezen zeer merkwaardigen
Hindoe heeft te zijn; wh zullen ons ook
moeten afvragen, of het Christendom iets
misschien zelfs zeer veel van Gandhi kan
leeren; wij zullen natuurlijk eveneens
hebben te vragen, of Gandhi ook wellicht
iets of zelfs veel van het Christendom zal
kunnen leeren en overnemen.
Zelfs", zegt Ds. Sevenster en hij
heeft daarin, meenen wij, volkomen ge-
lijk zelfs al zou men zich volstrekt
niet tot Gandhi's vereerders rekenen, ja,
al zou men zijn beginselen in veel opzich-
ten verderfelijk achten, dan nog zal men
niet kunnen ontkennen, dat Gandhi een
gewichtige, zoo niet de beslissende factor
is in het politieke en maatschappelijk
leven van zijn land, een factor, waarmede
gerekend moet worden Misschien dat
sommigen ook wel over Gandhi zouden
willen oordeelen los van eigen opvattin-
gen, en dus afgezien van eigen houding
ten opzichte van het christelijk geloof en
van het Christendom in het algemeen.
Maar voor menschen, die zelf een over-
tuiging hebben en die zich tot de christe-
nen rekenen, klemt de vraag nog te meer:
hoe moeten wij over Gandhi oordeelen
vanuit het Christendom? In hoofdzaak
worden en zijn er op die vraag twee zeer
onderscheiden antwoorden gegeven: voor-
eerst zijn er velen, die geneigd zijn om
Gandhi te teekenen en te zien als „den
waren Christen". Er zijn er, die meenen,
dat Gandhi in zijn persoon alle waar-
achtig christelijke grootheid vereenigt. en
dat hij aan de hoogste christelijke tradities
weer nieuw leven heeft ingeblazen. Stan
ley Jones vertelt bijvoorbeeld, dat hem
herhaalde malen de vraag heeft bereikt,
,,of vele niet-christenen zich niet christelij-
ker gedragen dan menig officieel chris
ten". en Stanley Jones erkent zelf. dat hij
dan vaak gedwongen werd om te erken-
nen, dat de methode van Gandhi en de
zijnen wel zeer nauw verwant was aan
de Bergrede, en dat heel wat discipelen
van Gandhi werkelijk christelijker waren
dan menig christen. Niemand minder
dan deze Protestantsche zendeling be-
weert dan ook, dat hij geen bewegina
kent, die het christelijk ideaal zoo ver
heeft benaderd. En Ds. Banning heeft
in „de Blijde Wereld" beweerd, ,,dat in
den heiden Gandhi Gods kracht hem
machtiger toestraalt dan uit de heele
christelijke kerk van West-Europa, al
werkt God daar ook op Zijn wijze'
Maar er zijn nog vuriger en warmer
verdedigers en bewonderaars van Gandhi.
Prof. Ewald b.v. beweert, dat Gandhi
getracht (en met succes getracht) heeft
om nu eens het Nieuwe Testament ten
uitvoer te brengen in de uiterlijke sfeer der
wereld, iets, waarin overigens de Wester-
sche Christenheid zoo deerlijk te kort ge-
schoten is. Ewald prijs Gandhi als den
christelijksten christen". En nog verder
ging b.v. Romain Rolland. Deze zegt aan t
slot van zijn beroemde schets: ,,Dit is de
les van Gandhi; hem ontbreekt slechts het
kruis". Wanneer John Haynes Holmes
te New-York preekt in de Community
Church, dan geeft hij aan een van die
voordrachten den titel: Gandhi voor
Pilatus".
Zoo luidt nu het antwoord, de meening
aan den eenen kant. Er zijn echter ook
talloos velen, die er geheel anders over
denken, ook al heeft men ook aan dien
kant voor Gandhi een diep respect. Een
zuivere meening zal meer over deze vraag
de verhouding tot het Christendom zeker
niet kunnen hebben, als men niet ter eene
zijde beslist weet, wat men onder Chris
tendom heeft te verstaan, maar ook, als
men niet getracht heeft Gandhi zoo dicht
mogelijk te benaderen.
Hier liggen nu tal van moeilijkheden.
Niet dat er geen gegevens of berichten
enoeg zijn. Wij konden haast over
Gandhi niet beter en omstandiger worden
ingelicht dan hier het geval is. Wij be-
zitten brieven van hem en verslagen, wij
hebben zijn auto-ibiografie, ook mededee-
lingen over interviews en portretten haast
zonder tal. In tal van werken heeft
Gandhi ziin denkbeelden tot in de kleinste
kleinigheden uiteengezet; hij gaf ook een
eigen blad uit, waarin voor tal van geval-
len Gandhi's beginselen en beslissingen
worden meegedeeld. Neen, er zijn dus
bronnen genoeg; eer te veel dan te weinig.
Toch zijn er haast onoverkomelijke
moeilijkheden aan een beschrijving van
Gandhi's leer en leven verbonden. Een
groot bezwaar is dit, dat men allicht steeds
eigen persoon en eigen ideeen meebrengt
en wij moeten wel als volkomen juist
erkennen, wat Helmuth von Glasenapp
aan 't sldt van een diepgaande studi^ over
het Hindoe'isme zegt: ,,Voor den Wes-
terling is het moeilijk, zich in dit oerwoud
van het Hindoe'isme in te leven en den
weg te vinden in dezen doolhof, dien nau-
welijks iemand, die daarin niet van ge-
boorte thuis is, kan doortrekken. Er blijft
altijd een rest, die zich in haar vreemd-
soortigheid voor het Westersche denken
niet ontsluitWie Gandhi s gedachten
wereld wil beschrijven moet daarbij han
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
19) Vervolg.
„Ik geloof dat er uiterst weinig lichtzinnig-
heid ligt verscholen in autorijden", wierp Tony
hem tegen. „Je hadt eens naast mij moeten
zitten to en de achter-as van mijn auto brak."
„Dank je feestelijk", zei Henry stijf. „Ik kan
mijn tijd gelukkig beter gebruiken." Hij keek
schuin naar Guy. „Ik geloof, dat jij het met
mij eens bent, dat de manier waarop Tony
zijn leven verknoeit, niet ver van treurig is."
'..Zeker", zei Guy, „dat heb ik hem gister-
avond onder het diner al gezegd."
Henry knikte. lrDe geheele familie is van
hetzelfde gevoelen." Hij wendde zich weer tot
Tony. „Je moogt maar niet leven, alsof je een
gewoon mensch bent, en doen kunt wat je
goeddunkt. Een hooge posltie brengt even-
goed haar verplichtingen als haar voorrech-
ten mede. De Conways hebben altijd een be-
langrijke rol in het openbare leven gespeeld
en als hoofd van de familie is het je plicht
te zorgen, dat deze traditie gehandhaafd
Wordt."
Tony keek hem met klimmende bewonde-
ring aan. „Als ik slechts jouw gaven bezat,
Henry", sprak hij, ,,zou ik geen oogenblik
aarzelen, maar ik geloof niet, dat ik ooit zoo
zal leeren spreken als jij."
Henry aanvaardde het compliment met een
vriendelijk, ietwat laatdunkend glimlachje.
,,Oeh dat weet ik nog niet", zei hij aanmoedi-
gend. ,,Ik geloof, dat je buitengewoon veel
aanleg heht, als je maar wilde oefenen. Na
tuurlijk kan je niet verwachten, dat je in een
oogenblik een volslagen spreker bent, maar
je zult zien, hoe verwonderlijk vlug oefening
en praktijk je pp het gewenschte hoogtepunt
brengen. Bovendien heb je het voordeel, dat
ik je van het begin af met advies en hulp ter-
zrjde sta."
,,Daar ben ik van overtuigd", zei Tony, „en
op Laura kan ik ongetwijfeld ook wel rekenen
nietwaar?"
Henry knikte. „Niemand stelt meer belang
in je toekomst dan Laura, 't Is op haar initia-
tief geweest, dat ik jouw naam voor Balham
North heb gelanceerd. Je kunt er op rekenen
dat zij je gedurende de geheele campagne ter
zijde zal staan."
„Ik geloof zeker", viel Guy een beetje ge-
jaagd in, „dat Tony verbazend veel plezier in
een verkiezing zou hebben. Het strijdende ele
ment er van is juist iets voor hem."
,,Ik had wel liever, dat het een ander dis
trict was geweest", zei Tony peinzend. ,,Ik
kan mijzelf niet voorstellen, dat ik in zoo'n
vergadering sta te schreeuwen „Mannen van
Balham".
Henry keek hem een beetje Wantrouwend
aan.
„Ik hoop alleen maar", zei hij, „dat ]e de
zaak met vollen emst behandelt. Ik ben, met
jouw naam naar voren te brengen, geheel van
mijn stelregel afgeweken en het heeft mij zeer
veel moeite gekost en het zou mijn politieke
positie geen goed doen, als jij verkoos er op-
zettelijk een fiasco van te maken.
Met een geruststellend glimlachje, schoof
Tony de portflesch naar hem toe.
Maak je maar geen zorg daarover, Hen
ry", zei hij. „Als ik iets begin, dan drijf ik het
door en breng het behoorlijk en goed ten einde
nietwaar, Guy?"
„Doordrrjven doe je het zeker", bekende
Guy.
„Ik mag dus uit je woorden afleiden' zei
Henry, terwijl hij zich een glas port inschonk,
,,dat ik het partijbureau kan mededeelen, dat
je als tegencandidaat aan de verkiezingscam-
pagne wilt deelnemen."
Er volgden eenige oogenblikken stilte, men
hoorde alleen het tikken van de pendule.
„Ja, dat zal wel moeten", zei Tony. „Als
delen met een haast ondoenlijke objecti-
viteit.
Een ding staat ten aanzien van Gandhi
wel vast: hij wil alles in verband brengen
met zijn godsdienst. Wie zonder gods-
dienst zou willen leven, is, volgens
Gandhi, een schip zonder roer. Sociale
werkers, zegt hij, zullen hun volksgenoo-
ten pas waarlijk kunnen helpen, als zij
waarachtigheid en ^nbevreesdheid bezit-
ten, maar daarbij zullen deze eigenschap-
pen moeten worden gHieiligd door den
lodsdienst en door een leven in God.
Moraal, die den vruchtbaren invloed van
de religie mist, wordt dun en droog en
sterft tenslotte.
Die godsdienst, waaruit Gandhi leeft, is
echter zeer beslist het Hindoei'sme. Dat
lij daarbij zich eenige vrijbeid voorbe-
houdt, zullen wij in een volgend artikel
nog wel aangeven, maar voor dit oogen
ic is het ons en zij het ook onzen lezers
ycnoeg om er op te wijzen, dat Gandhi
vrijwel alles afhankelijk stelt van God en
Zijn dienst. Daarbij is het ook merk-
waardig, zoo groote waarde als hij heoht
aan het gebed. Hij raadt ieder aan om
den dag te beginnen met gebed. en den
dag daarmede ook te besluiten. Op vaste
tijden zondert hij vaak uren. ja dagen
voor het gebed af; Gandhi legt grooten
nadruk op den invloed en zegen van stille
uren. Toen Gandhi met den onderkoning
van Britsch-Indie onderhandelde, en zij
dagen lang met elkander spraken, werden,
toen de vaste gebedsdag van Gandhi aan-
brak, de onderhandelingen een tijd afge-
broken. Bij het bidden behoort voor
Gandhi ook als vanzelfsprekend het
vasten. Gebed is voor Gandhi precies
hetzelfde wat voedsel is voor het lichaam,
of, om nog een van zijn eigen beweringen
hier aan te halen; Gebed is beslist een
noodzakelijkheid voor de ziel. Het komt
uit het hart, wij hebben een gedurig ver-
langen om dicht bij onzen Maker te zijn.
Als wij bidden, zullen wij altijd verlost
worden, en er is niets, dat ons lukken zal.
tenzij wij bidden'
Gandhi zegt met nadruk. dat een leven
zonder godsdienst niets beteekent, maar
nog sterker accentueert hij, dat godsdienst
zonder leven ook niets waard is. Wij
willen hem Wter even zelf aan het woord
laten: „Godsdienstige waarheid" (zegt
hij) ,,kan 9lechts goed worden verstaan
wanneer een mensch door een hoogstaand
levensgedrag innerlijk voorbereid is, en
wanneer er aldus in zijn hart een goede
voedingsbodem is ontstaan voor het op-
nemen van die waarheid
Gaan wij er nu toe over om iets te zeg-
gen over Gandhi s beginselen. dan kunnen
wij Sevenster s bewering volkomen onder-
schrijven, dat er in dit systeem weinig
regelmaat te ontdekken valt. Drie dingen
komen hier vooral op den voorgrond-
Gandhi is zeer verontwaardigd over de
verwijdering tusschen Mohammedanen en
Hindoes, over de achteruitzetting van de
,,onaanraaklbaren (Kaste der Parias) en
over het verdwijnen van het spinnewiel.
In verband daarmede ijvert Gandhi nu
voor „ahimsa" een groote liefde voor
den naaste. en dus een zaak, die nooi
uitsluitend negatief mag worden gezien.
het de familie zoo'n geweldig genotverschafL
heb ik den moed niet, te weigeren. Ik hen
bang, dat het voor Guy heel wat werk
beteekenen je niet te bekomme-
ren" zei Guy Weinig sympathiek.
En hoe moet met dat werk begonnen wor
den?" vroeg Tony. „Ik heb ergens gelezen
van menschen. die zoo'n kiesdistrict verwen-
den en vertroetelden. Zou ik ook de politieken
beschermer van Balham moeten worden.
Henry schudde zijn hoofd. ,,Er is geen haast
bii", zei hij. „Sir George Wilmer heeft ons een
vertrouwelijken wenk gegeven, dat hij zich bij
de volgende verkiezing denkt terug te trek-
ken. maar hij zal omstreeks kerstmis zijn be_
sluit openbaar maken. Voor dien tijd behoef
ie aan geen bijzondere werkzaamheden deel
te nemen, behalve dan de persoonlrjke voor-
bereiding."
Tony knikte bedachtzaam. ,,Ja zei hi).
Alvorens ik Parlementslid word hoop ik het
genoegen te smaken voor 't laatst nog eens
een avontuurlijke tocht te ondernemen. Want
als je eenmaal op het kUssen zit, moet je zop
duivelsch op je tellen passen.
„Ik doelde meer", zei Henry eemgszms
koel „op de gelegenheid welke je in dien tus-
sche'ntijd wordt geboden, om je op je waar-
digheid voor te bereiden. Als je er jezelven
toe zoudt kunnen dwingen, dien tijd hart te
werken, dan zou je in staat zijn een goed
figuur te maken in het parlement.
,,Ja, dat is waar,,' zei Tony, .natuurlijk kan
ik' dat." Hij wachtte even. „Ik heb de zaak
nooit van dien kant bekeken. Wat zou je me
raden te bestudeeren?"
,,Als ik jou was", zei Henry, ,,zou ik een of
ander speciaal onderw.erp kiezen; het komt
er niet op aan wat, buitenlandsche zaken,
drankbestrijding, land bo uw als het maar
een onderWerp is, dat dikwijls ter tafel komt.
Maak dat je op zoo'n gebied min of meer een
autoriteit wordt, dan heb je van het begin
van je optreden af een erkende reputatie." Hij
hield een oogenblik op, om zijn horloge te
raadplegen. „Ik zal tot mijn spijt moeten
vertrekken", sprak hij. ,,Ik heb beloofd op de
een sterke vergevensgezindheid, die uit~
loopt op geweldloosheid, en die hij
wenscht toegepast te zien op alle terrei-
nen des levens. Welbewust en vast-
beraden brengt Gandhi deze geweldloos
heid in praktijk, dus niet slechts omdat
momenteel hem geen andere weg open-
staat, maar opzettelijk. Geweldloosheid
is volgens en voor hem geen lafheid of
slapheid, maar openbaring van kracht en
dapperheid. ..Zelfopoffering" zegt hij
,,van een onschuldig mensch is millioenen
malen invloedrijker dan het offer van
millioenen mensdhen, die stetoen bij het
dooden van anderen
Maar Gandhi ijvert niet slechts voor
„ahimsa", hij ijvert ook voor ..satyagraha
waarheidskrachtof, zooals dit woord
ook wel (zij het onjuist) vertaald werd-
„lijdeli|k verzet". Satyagraha is de naam
geworden voor heel den strijd, dien
Gandhi tegen alle onrechtvaardige wetten
of maatschappelijke misstanden gevoerd
heeft, nooit laten wij dit nog eens met
nadruk hier vaststellen! omdat hij tegen
een bepaald volk (bijv. het Engelsche)
was, maar alleen dewijl hij het systeem
verafschuwde. Dezen strijd voerde
Gandhi met de grootste openhartigheid,
zelfs zoo, dat hij de regeering nauwkeurig
op de hoogte bracht van zijn plannen.
Maar, en laten wij dit nu ook goed ons
gezegd achten Gandhi meende en
meent geen oogenblik, dat het verdrijven
van de'Engelschen op zichzelf zou leiden
tot een betere toekomst. Zijn persoon-
lijke ervaringen hebben hem maar al te
goed geleerd om geen al te groot vertrou-
wen te stellen in groeiende getallen.
Een derde groot beginsel van Gandhi
is „Khaddar" dit, dat door de Indiers
zelf gesponnen stoffen zullen worden ge
dragen. Aan Tagore, die Gandhi's ge-
weldige geestdrift op dit punt niet bijzon-
der hoog stelt, en die hem zijn kritiek
dan ook niet bespaarde, "heeft Gandhi ten
antwoord gegeven, dat ,,als de dichter
dagelijks een half uur spon, zijn poezie
zeker aan innerlijken rijkdom winnen
zou". .Spinnen is voor Gandhi dan ook
een soort sacrament, en van uit de gevan-
genis heeft hii geschreven, dat de vier
uren, die hij dagelijks aan het spinnen
besteedde, meer beteekenis voor hem had-
den dan alle andere.
In een volgepd artikel willen wij nu
Gandhi's beginselen weer opzettelijk ver-
gelijken met die van het Christendom.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi-
ging van art. 90 der Comptabiliteitswet 1927.
De heer Kranenburg (v.d.) noemt dit een
verzwakking van de financieele controle.
Minister Oud zegt'dat het voorgestelde prac-
tisch de meest afdoende methode is.
Het Wetsontwerp wordt z.h.s. aangenomen;
evenzoo (zonder debat) dat inzake credietver-
leening aan den middenstand.
Bij het wetsontwerp tot wrjziging van de
kanselarijrechten dringt de heer Heerkens
Thijssen (r.k.) aan op verlenging van den
geldigheidsduur der paspoorten; dit is van be
lang inzonderheid voor hen die voor zaken
reizen.
Minister De Graeff zegt overweging toe
Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi-
ging van de Woningwet.
De heer Rugge (s.d.) is hiertegen om rede-
nen van socialen aard. De gemeenten worden
onnoodig aan banden gelegd. Sprekers frac-
tie zal tegenstemmen-
De heer v. Embden (v.d.) meent dat dit
wetsontwerp aantast, wat er van de autono
mic der gemeenten nog over is. Het is een.
verzwakking van het rechtsgevoel.
De heer Kranenburg heeft bezwaren van
staatsrechtelijken aard.
De heer de Bruijn (r.k.) is eveneens tegen
de voorgestelde centralisatie. Spr. acht een
douche in een arbeiderswoning geen weelde
zooals de Minister.
Minister Slotemaker de Bruine zegt dat de-
bezwaren van den heer Kranenburg zich in de
praktijk niet zullen voordoen. Het ontwerp
is altijd bedoeld als een crisismaatregel. Voor
willekeur behoeft geen. vrees te bestaan. Het
ethisch minimum wordt niet aangetast.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
25 tegen 12 stemmen (tegen de soc.-dem. en
de heeren de Bruijn, r.k., en Kranenburg en
van Embden, v.d.).
Aan de orde is de begrooting voor het Zuf-
derzeefonds 1934.
De heer van den Bergh (lib.) zegt, dat zijn
fractie de regeering zal steunen, doch zich
voorbehoudt, In deze onzekere tijden haar
standpunt zoo noodig te herzien.
De heer van Citters (a.r.) mist een duide-
lijke kostenberekening. De Zuiderzee zal ons
voorloopig jaarlijks 14 millioen kosten. Om
den gouden standaard te handhaven moet de
begrooting sluiten. Spr. wil daarom meer ge
gevens omtrent de kosten.
De heer de Savomin Lohman (c.h.) wil geen
principieele uitspraaj? omtrent deze aangele-
genheid.
De heer van Sasse van IJsselt (r.k.) sluit
zich hierbrj aan.
Minister Kalff zegt, dat de regeering haar
voorstel emstig heeft overwogen. Wat de
kosten betreft zal de grootst mogelrjke sober-
heid worden betracht. Het werk zal de econo-
mische weerkracht van ons volk vergrooten.
De heer Blomjous (r.k.) is niet bevredigd
door de verklaring van den Minister.
De heer Pollema (c.h.) betoogt, dat de
Kamer volledig moet weten, wat de regeering
eigenlijk wil. In vertrouwen yp de regeering
zal spr. voorstemmen.
Na re- en dupliek wordt het wetsontwerp
aangenomen met 26 tegen 4 stemmen (de
Savomin Lohman en van der Hoeven, c.h.,
Blomjous en van Sasse van Usselt, r.k.).
De vergadering wordt verdaagd tot ver—
moedelijk 26 Juni.
HET GENERALE PARDON.
Men schrrjft aan de N. R. Crt.:
Blijkens een persbericht bracht het gene-
rale pardon in totaal 10 F millioen gulden in
's Rijks schatkist voor over de belastingjaren
1931/32, 1932/33 en 1933/34 verzwegen vermo-
gen ad resp. 434, 298 en 351 millioen gulden
en verzwegen inkomen ad resp. 26, 25 en 20
millioen gulden. De vraag rijst, welk deel van
het vermogen en inkomen belastingbetalend
Nederland heeft verzwegen. Wanneer men de
hierboven genoemde cijfers beschouwt zou
men denken, dat het heel wat is en het zijn
werkelijk geen onbeduidende sommetjes
doch uitgedrukt in percenten van het totaai
vermogen en inkomen, is het nog niet zoo heel
veel.
Het totaal vermogen en inkomen bedroeg
voor Nederland over 1931/32 resp. 14.300 mil
lioen en 4206 millioen gulden en over 1932/33
resp. 11.718 millioen en 3657 millioen gulden.
vergadering van- den antivivisectischen bond
te komen en een korte rede te houden en het
is ongeveer tien uur."
(Hij stond op en stak een smalle, weeke hand
uit naar Tony, welke deze met een zekere
tegenzin drukte. Hij had een hekel aan dat
soort mannenhanden.
,,Het doet mrj genoegen, zeer veel genoegen
zelfs", vervolgde Henry, „dat je eindelijk de
verantwoordelijkheid van je hooge positie in
de wereld begint te beseffen. Je kunt er al
tijd van verzekerd zijn, dat Laura en ik je
steeds zooveel mogelijk zullen steunen. Als
je inmiddels advies verlangt, wat je dient te
lezen of bestudeeren, dan kan je niet beter
doen, dan er met Guy over te praten."
Tony knikte weer. „Ik denk, dat wij menige
conferentie zullen houden", zei hij.
Hij belde, om de auto van Henry voor te
laten komen, en vergezelde zijn neef naar de
hal, waar hij hem hielp zijn jas aantrekken.
Terwijl zij nog stonden te praten, hield een
Daimler geruischloos voor het hek stil. Na
nog een handdruk en een „goeden avond",
keerde Tony in de eetkamer terug.
Hij liet zich zwaar in den stoel vallen, wel-
ken hij zooeven had verlaten. „Als je nog
eenige vriendschap voor mij koestert, Guy,
geef mij dan den brandewijn eens aan."
Guy reikte hem een prachtige Venetiaan-
sche karaf over, waaruit Tony zich vrij mild
bediende.
,,Als ik een herherg bezat", verklaarde hij,
„zou ik Henry vragen het buffet te bedienen
om in de gelagkamer te kunnen zitten en met
de bezoekers over politiek te praten. Ik weet
zeker, dat hij drankzuchtigen van hen zou
maken".
Guy moest lachen, of hij wilde of niet. „Ik
vind dat je onbillijk en ondankbaar bent", ant-
woordde hij eenigszins vroolijk en toch ern-
stig. „Henry mag soms een beetje hoogdra-
vend zijn en gewichtig doen, maar per saldo
meent hij het toch goed en heeft werkelrjk
je belang op het oog."
Tony stak een sigaar op. ,,Dat heeft mijn
heele familie en het ergste is, dat het zoo'n
aanstekelijke kwaal is. Als ik niet erg voor-
zichtig ben, vrees ik dat ik die ziekte ook
erf."
,,Tot nu toe hen je de infectie met tamelijk
succes ontloopen", zei Guy droogweg.
,,Dat weet ik", zei Tony, „maar dat is geen
waarborg voor de toekomst. Er zit in het
Conwayboed een soort natuurlijke aanleg, oin
vreeselijk emstig te zijn, en men is er nooit
zeker van, dat die neiging niet plotseling tot
uitbarsting komt. Het zou mij in het geheel
niet verwonderen, als ik ten slotte met het
Victoriakruis werd gedecoreerd."
„Ik hoop, dat het je voile emst is, om die
candidatuur te aanvaarden", zei Guy na een
kort stilzwijgen.
,,Dan is het zeker", antwoordde Tony. „Ik
stem overal mede in, liever dan met Henry
te redetwisten."
'Hij schoof zijn stoel achteruit, dronk zijn
glas leeg en stond op.
„Ga je nog uit?" vroeg Guy.
Tony knikte. ,,Even maar. 't Is een ge
wichtige stap in iemands leven, lid van het
Parlement te worden speciaal voor Balham-
North. Ik ga er in de stille avondlucht onder
den kalmeerenden invloed van een mooien
sterrenhemel eens een emstig over medi-
teeren."
Guy keek hem ongeloovig aan. ,,H'm!*'
ontsnapte hem en toen haalde hij zijn lieve-
lingspijp uit zijn zak en begon die kalm te
stoppen.
Tony liet hem met die onschuldige weelde
alleen, ging door de hal en slenterde, zonder
zich de moeite te geven een hoed op te zetten,
op zijn gemak het huis uit en de straat op.
Het was een heerlijke avond. Onder een uit-
spansel van donker blauw, bezaaid met een
poeder van sterren, lag de Heath donker en
stil, als droomend over lang vervlogen tijden.
toen de struikroovers nog in haar bosehjes op
den loer lagen. Met een sigaar tusschen zijn
lippen, wandelde hii het grasveld over, in de
richting van de waterleiding, waarvan de ge-
bouwen en dq toren als zwarte gedaanten
scherp tegen den hemel afstaken.
(Wordt vervolgd.