ALGEMEEN KiEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Klachten over ons onderwijs
OM DE KONINGIN
Wegens het Pinksterfeest
No. 9146
VRIJDAG 18 MEI 1934
74e Jaargang
zal a.s. Maandag GEEN
aummer van dit blad ver-
schijnen,
Aankondiging.
Feuilleton
EERSTE BLAD
wegen en voetpaden met de
kunstwerken.
18 Mei Volkenbondsdag.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Blj vooruitbeUllng fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Flnna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
.ADVERXENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERXENXKNper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clicM's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar Is. Inzending van advertcnticn llefst 6cn dag voor de ultgavc.
DFT BI.AD VERSCHIJNX IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
HOEK. brengen ter kennis van belangbebben-
den, dat te beginnen op 22 Mei 1934, van-
wege de gemeente een algemeene opneming
zal worden gebouden van de
Hoek. 15 Mei 1934.
Burgemeester en Wethouders van Hoek,
Mr. J. A. v. TIENHOVEN, Burgemeester.
DREGMANS, Secretaris.
Wij zouden het niet wagen over dit
onderwerp te schrijven, indien niet meer
bevoegden uit de eigen kringen van het
onderwijs zich reeds openhartig tot woord-
en penvoerders hadden gemaakt, en wij
willen dus in dit artikel vooral ook weer-
8even wat b.v. niemand minder dan Prof.
L Casimir reeds enkele jaren geleden
heeft gepubliceerd, nog aangevuld met
enkele opmerkingen uit eigen kring en
ervaring.
De klachten over ons onderwijs zijn
veel en velerlei en zij verschillen nogal
sterk naar dat het de eene of andere soort
van onderwijs betreft. Ten opzichte van
het lager onderwijs overheerschen vooral
de klachten, dat de resultaten van dit
onderwijs zoo onvoldoende zijn; dat het
kind, als het de school verlaten heeft, nog
zoo weinig kent van het eigenlijke leven,
dat er van het geleerde maar zoo weinig
wordt onthouden, en vooral ook dit, dat
de kinders niet zelden het slachtoffer
worden van allerlei proefnemingen en van
nieuwe methodes. Er wordt niet alleen
geklaagd over de kinderen; ook de onder
wijzers klagen niet zelden over weinig
waardeering en groote miskenning, zij zijn
dikwijls ook zelf ontevreden over hun
opleiding, en in de school voelen zij hun
persoonlijkheidsontplooiing belernmerd,
omdat hoe langer hoe meer voorschritten
van-boven-af de school overheerschen
qaan. Van eenig medezecingschap bij
het opmaken en bij de vaststelling van net
leerplan is zoo goed als geen sprake. dit
mat zoo af en trekt zoo naar beneden.
Ook door de ouders wordt geklaagd.
en men is niet zelden ontevreden over de
onderwijzers. Men vindt hen vaak zoo
weinig beschaafd, men merkt dikwijls zoo
weinig van takt bij hen, zij begrijpen de
kinderen dikwijls zoo slecht en gaan zoo
houterig met hen am. Voorstanders van
fichamelijke opvoeding zien (vooral in den
tegenwoordigen tijd van bezuiniging) zoo
weinig verwezenlijkt van hun ideaal van
'n gezonde ziel, die zou komen wonen in
een gezond lichaam.
Bij het middelbaar en zoogenaamd.
voorbereidend hooger onderwijs vrijwel
dezelfde klachten, alleen wat anders ge-
schakeerd. Bij veel leeraars een gevoel
van achteruitgezet te worden, massa's
flinke leerkrachten b.v., die tegenwoordig
geen vaste aanstelling meer krijgen. En
de klachten der ouders zijn niet minder
ernstig. Wat is het een dagelijksch getob
en verdriet met het huiswerk, met de
eeuwigdurende repetities, met de zenuw-
verterende proefwerken! Elk rapport
brengt haast ontstemming. Hoe vaak
komt het niet voor, dat een ijverig kind
toch teleurgesteld wordt. Onder dat alles
lijdt de huiselijke samenleving, de gele-
genheid tot vrije ontwikkeling van lichaam
en geest; vooral ook de toon in huis. Een
massa vaders en moeders moeten mee
huiswerk-maken, en dan zijn de resul
taten dikwijls nog maar gering. En als het
werk eens extra goed was geleerd en ge-
lukt, dan krijgt juridisch een ander een
beurt. Neen, voor veel jongelui is de
school geen oord van blijdschap, en de
vreunden die zij smaken, komen uit ver-
keerde bronnen; het plagen van een
leeraar, het maken van herrie, of het spie-
ken en jokken in heviqe mate. Daar
komen dan nog bij allerlei klachten over
de leerstof en nu ook nog over de ver-
zwaarde eindexamens. Bovendien acht
men de school verkeerd georganiseerd.
Het zijn waarlijk niet de slechtste lee
raars, die er ernstig over klagen, dat
er tusschen leerlingen en leeraar maar
zoo weinig innerlijke aanraking bestaat,
dat de leeraars veel te veel les-uitleggers
les-opgevers, les-overlhoorders en dan
punten-gevers zijn, maar dat er van een
verhouding tusschen de ouderen en de
jongeren geen sprake is. Ouders, die
opmerkingen h ebb en en met bezwaren
komen, vinden vaak maar weinig gehoor
bij de school, en niet zelden zijn zij bang,
dat wat zij klaagden of vroegen op hun
kind zal worden verhaald. Dan komeh
daar ook nog bij de klachten der leerlin
gen zelf. Zij zijn over-kritisch. zij heb-
ben op iedereen en op alles wat aan te
merken. Zij spreken hoonend over het
,,hok" en over hun leeraars, zij voelen
zich vaak Izeg gerust te vaak) onrecht-
vaardig bejegend en ook als zij reeds lang
van school zijn, blijft vaak nog een sterk
gevoel van wrevel achter.
Ook menschen, die boven en buiten de
school staan, klagen. Heel wat profes-
soren klagen er over, dat zij hun studen-
ten onvoldoende voorbereid ontvangen, en
zij vragen zich niet zelden met verwon-
dering af: wat is er toch eigenlijk op die
gymnasia en H.B.S.'en nebeurt? Wat er
vooral gemist wordt, is een zekere inner
lijke eenheid. Waar ..synthese" het ge-
liefkoosde woord is van velen in dezen
tijd, vraagt men ernstig en dringend. wat
er toch geschiedt of geschieden kan, am
aan onze jonge menschen die diepere
syrtthese bij te brengen, waardoor toch
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
8)
Vervolg.
„Lk get oof, dat je gelijk habit", zei Tony.
„Een zekere roakelooisbedid in geldzaikem
Hij Meld plotseling op en hleaf een ooge n -
blik staan, waar bp was, terwijl bij strak
naar den overkant van do straat staardfe. In
de belle liebtcirkel van de groote, veel-
armige eleotrische lamtaam zag hij de ge-
dJaante van een meisje, dat bem op een af-
stand sterk aan Molly Monk deed denken.
Zij was blijkbaar zoo juiat uit een der flats
gekomen en stond daar met een koffertje in
haar band, in onizekere, besluitelooze bonding,
ate.ef zij niet wist, wat zij zou gaan dtolan.
Bedenkende, dat bet Molly niet kion zijn,
omdat die natuurlijk in de schouiwburg was,
maiaikte Tony een beweging om zijn weg te
▼ervoigen, toen iets bijzonders zijn aandacht.
trok.
Uit een donkere poirtieik waren plotseling
twee goed geikleecb heeren te voorscbijn ge-
taomen en vlug naar die plaats geloopen, waar
bet meisje stand. Een oogenblik keken ztj
aile drie elikaar aan en tioen nam een van hen
■jjn hoeid af en sprak baar aan. Met een licbt
gefooar van sdbrtk, dednsde het meisje terug
naar den muur en keek angstig om zioh been,
ate zocht zij naar een middol cm te ontsnap-
pen. De man die baar bad toegesproken
vioigde baar verder en deed, nog steeds met
zijn hoed in zijo band blijklbaar pogingen, om
bear gerust te stellen.
Tony wemdide zidh tot Bugg. ,,Zooaets kun-
aen wy in Long Acre toch niet toelaten
verklaarde hij. „Het is altijd een bijzonder
nette straat geweest".
Hij gooide zijn sigaret weg en sltak, gevolgd
door dlen toe-komstiigen kamipioen van Engie-
lanid, drif tig. de straat over.
Toen zij hi in vo etstappen hoorden, keerden
de mannen zich pltiaseling om. Het was
bun duidelijk aan te zien, dat zij vreemdelin-
°ien wiaren em de gele kleur van hun gelaat
vervuidli Tony met 'n soort vaderlandislievend
verantw;oordelijkibeidEgevoel.
Zondier een van beiiden eemge aandacht te
scbenken, liep by recbt naar bet huisje toe
en maakite, terwijl hij zijn hoed afnam, een
lichite (buiging voor baar.
..Neemt u my niet ktwalijik", sprak hij,
„maar van den overkant van de straat leek
bet, of deee heeren het u lastig maakten.
Kan ik u missohien van eenigen dienst zijn?
Zij staarde hem met dankibare oogen aan.
Vain nabij gezdea, was haar ge'lijikenis met
Moby, ofscboon merkrwaardig sterk, toch niet
geheel misleidenid. Zg was ie'ts jonger en ten-
gerdler; ook lag over geheel haar uiterlijk een
gratie van aangeboren vooraaamheid.
,,0, als u zoo vriendeiyk zoudt willen zijn
sprak zij met welluidenide zachte stem. „Ik
wiensch niet met deze maanen te spreken.
Wiilt u hen wegzenden direct wegzendan
,j:a, natuurlijk", amtiwnordide Tony met een
van z'yn vriendelijkste glimlachjes. „Maak u
maar niet ongerust".
Hy wendde zich tot de geelbruine vreemdle-
iingen, die d'cor zijn ptobseling optreden bdijk-
baar z&ev omtistemKi waiT€!n.
„Pak je weg", zed hy, ,,en probeer het met
wieer".
IV.
Als een sprookje.
Er volgdie een korte pauize en toen deed die
toor-tote van de twee een stap voorwaarbs Hij
0ag er strij'dlustig uit en keek loensch. Met
een licht vreemd accent sprak hij Tony aan.
Mrnheer, u vergiet zich. Wij zijn niet
voomemens deze dame te beleedigen. Wij zijn
werkelijk haar beste vriend'en. Als u dus zoo
goed wilt zijn uiw's weegs te gaan
Met een vonk van vecbtlust in zyn oogen.
pas de persoonlijkheid gevormd wordt en
tot haar recht komt.
Maar ook boven dit onderwijs, bij het
hoogere en hoogste, zijn de klachten
menigvuldig, ja misschien daar nog wel
het menigvuldigst, Zudht tot breedere
ontwikkeling bestaat ook daar slechts bij
zeer weinigen; de mooiste colleges, b v.
over kunstgeschiedenis of wijsbegeerte
worden slecht bczocht. Met schrik en
angst ziet menigeen naar heel wat ,,stu-
denten" als zij Jos" komen, als er in
den groentijd allerlei slechte praktijken
worden getoond, en wanneer men dan
bedenkt," hoe dit de toekomstioe leids-
lieden van ons volk zullen moeten worden.
En de jongelui, die neen corpslid worden,
missen maar al te vaak de opvoedende
factoren, die in den omgang met anderen
gelegen zijn, en die staan dikwijls met een
zekere kleinburgerlijke gezindheid en
tegenover hun studie en tegenover het
leven, waardoor er later ook van hen geen
verheffende invloed zal uitgaan.
Nu na geduldig het oor te hebben
geleend aan velerlei klachten, die gemak-
kelijk nog met drie- of viermaal zooveel
zouden te vermeerderen zijn, rest ons na
te gaan: waar de oorzaak schuilt voor dit
alles? Men moet voorop stellen, dat een
groot aantal dezer klachten wel nooit
geheel zal zijn weg te nemen. Klachten
zullen er altijd blijven in deze onvol-
maakte wereld en tusschen zoo onvol-
komen menschen. Een tekort blijft onver-
mijdelijk. In de tweede plaats hebben wij
hoogere idealen gekrenen zoo langzamer-
hana, rijkere eischen en diepere behoef-
ten. Er wordt mee verlangd naar een
innige verhoudino tusschen ouders en
kinderen, en ook tusschen onderwijzers en
opgevoeden. En daarom mag toch wel
dankbaar veel vooruitgang worden gecon-
stateerd. De ouderen onder onze lezers
moeten hun school uit hun jeugd, die ban-
ken. die leermiddelen, die schooltijden en
opvattinoen maar ee:.s vergelijken met
alles uit den tegenwoordigen tijd Wie
dan geen enormen vooruitgang ziet, moet
wel blind zijn en doof.
Bovendien is heel ons volk in al zijn
geledingen veel meer ontwikkeld gewor-
den, vrijwel heel ons volk kan lezen,
schrijven en rekenen, wie wat rustig de
toestanden bekijkt. zal het Prof. Casimir
toestemmen, dat ,,ons onderwijs toch wel
zeer veel gepraesteerd heeft'
En dan noemen wij in dit artikel nog
een derde alaemeene oorzaak, en wel: het
verzet tegen een te sterk accentueeren van
het verstandelijke. Men gelooft tegen
woordig niet meer zoo.grif en algemeen
dat .kennis" macht is. Men is gaan in-
zien. dat bij al die overladen verstands-
ontwikkeling de aemoedsbehoeften niet
voldoende bevrediod werden. de wil zeker
niet versterkt werd en het levensgeluk dus
niet vermeerderde. Men roept overal om
..karakters". evenwichtige menschen, die
krachtig weten te handelen, vooral in
dezen tijd, nu een zeker gebrek aan acti
viteit, een inzinking van blijvende op
merkzaamheidsconcentratie, een verwaar
loozino van de rechtstreeksche en meest
afcapte Buigg naaat den spieker en tikte hem
op zijn elietoog".
.Zrg! heb je niet giehoord, wat mynheer
zegt Hij wetss met zijn duirn over zijn lin-
kersobou'der. ,,Hoepel op. Ms je niet afge-
drcogd wil worden".
Tony keerde zich naar het meisje. ,,U moet
niet in een str.aatgeveoht gewikkeld worden",
sprak hp, .,ais u bet mij dus wilt toestaan,
zal ik eien taxi aanroepenmijn vrienid zal die
cogunistig uifcziende heeren wel beleifaten ons
te volgen".
Hij bood haar zijn arm aan en na een
oogeniblik van aarzeien,legdo zg haar kleine
gehanidschoendie hamid op zijn meuw.
„Het is zeer vrienidebjik van u", etamelde
zij. ,,Ik vrees, dat ik u te veel moeite zal
veroorzaken"
,,In het geheel naet", antiwoordide Tony.
,,Ik help gaame menschen, die in moeilijk-
heden verikeenan".
Met een vlugge stap sneed de loensche beer
bun den pas af.
,,Neen, neen", riep by onstuimig. „U moet
niet naar dien man luisteren. U
Met een krachitiigenstag van zijn vrijen
arm, (teed Tony hem .achteruit wamkelen tot
aan den ranid van bet trotitoir, waar bij over
d<en bardsteenen band tuimeld'e en in de
straatgoot terectatkrwam. Zg metgesel uitte,
op bet zien van de nederlaag van zijn vriend
een kreet van wioede. Hij hief zijn wandelstok
op, om Bugg te lijf te gaan. Even kalm als-
o£ hij in de bokszaal was, ontidOok de „Tijger"
den slag en gaf zgn aaravaller een prachtigen
lankscben stoat,' die hem tegen de lantaazn-
paal de-ed bonzien.
Tony spraik ih6t meisje weer aan. ,,Het zal
het beste zijn. dat ,wg on weggaan", venklaar-
d'e hij, „wiaht binnen enkele oogembldkken
heltiben wij half Eondbn hier".
Reeds ldonk in de vsrfce een schrdl fluitje
en kwamen de menschen luand aantgetoopea.
Zonder zich om de®5 waarschuwende geluiden
te bekemmeren, nraalcten de towee vreemdelin-
gen, die nu roekeloos van woede waren, aan-
stial'ten voor ©en niieuwcn i aanval.
„Houid' ze maar bezig, Bugg", zed Tony
kai'm. Het voligende oogeniblik liep bij haas-
tig met het meisje over het p^ttoir in de
voor de hand lianende plichten, een opper-
vlakkige liefhebberij voor allerlei bijkom-
stigheden de kenmerkende eigenschappen
zijn geworden van een jong en nieuw ge-
slacht in onderscheiding van vroegere.
Men voelt heel sterk en heel juist, dat al
leen verstandelijke ontwikkeling oeen ver-
betering meer brengen kan of zal. En
waar men veel reden heeft tot rechtmatige
klachten, kriiot de arme school dat alles
op haar hoofd, en moet zij het ontgelden
Het is terecht oooemerkt, dat als iemand
eens alles samenbracht wat er aan klach
ten over de gezinnen -*%ordt geuit, dit
alles in omvang en er^^rzeker niet zou
onderdoen voor wat thans over het onder
wijs wordt neklaagd, over wat er intus-
schen zal kunnen geschieden tot verbete-
ring hopen wij iets te schrijven in een vol-
gend artikel.
Wie ditmaal op 18 Mei, der gewoonte ge-
trouw, zich gehoor tracht te verschaffen voor
een opVekkend woord ten aanzien van den
Volkenbond, moet wel meer dan ooit het ge
voel hebben de stem eens roependen in de
woestijn te zijn.
Het is immers in den laatsten tyd reeds
bijna een gemeenplaats geworden om te spre
ken van de crisis vein den Volkenbond en
velen acbten dit op zichzelf reeds voldoende
om aan het instituut als zoodanig den rug toe i
te keeren of met alle macht mee te roepen
in het koor van hen, die dringend om reorga-
nisatie vragen. 1
Het is niet ondienstig op den 18den Mei, bp j
de herdenking van de opening der eerste vre-
deseonferentie in 1899, zich eens af te vragen
of de Volkenbond als vredesinstituut na de
teleurstellende ervaringen van den laatsten
tpd nog onze belangstelling en steun verdient.
Graaf Apponyi, de bekende Hongaarsche
staatsman, heeft in zijn memoires den Vol
kenbond wat zijn vorm betreft een ontijdige
geboorte genoemd en wie billijk wil zijn in
zyn oordeel moet ongetwijfeld zoowel het ont-
staan, als de betrekkelijke jeugd van den
Bond streng in het oog houden.
Na een verbitterden strijd van vier jaren
kon wel moeilijk een geest van vertrouwen en
saamhoorigheid in Europa heersehen, zooals
die toch voor een wezenlijken Volkenbond on-
ontbeerlijk is.
De Volkenbond is den Europeesehen staten
door de taaie volharding van Wilson opge-
drongen, die hierin zijn ideaal tot het besten-
digen van den vrede vertvezenlijkt zag. De
kampvechters voor den vrede, die in elk land
zoowel onder de geleerden als de ongeletter-
den werden gevonden, hebben een waarlijk
heroischen strijd gevoerd om de mentaliteit
der volken aan te doen passen bij de yolken-
bondsgedachte. Tot dusver is dit echter niet
gelukt. De kiemen van haat, wantrouw^-
onrust vonden een al te gereeden voediaps-
bodem. De na-oorlogsche geest wilde zelfs
binnen bet kader van den Volkenbond niet
wijken.
Te lang hebben de volken in scherpe anti-
these tegenover elkaar gestaan, te zeer zijn
eeuwenlang hun belangenconflicten door de
machthebbers op de spits gedreven. dan dat
zicb nu in enkele tientallen jaren een geeste-
lpk proces zou kunnen voltrekken, waarop een
nieuwe intemationale samenleving zou kun
nen worden gebaseerd.
Psychologisch bezien is de crisis van den
Volkenbond slechts een gevolg van het feit,
dat de geesten zich eerder in nationalen dan
richting van Martin's Lane. Dieee mooie wel-
varende straat was slechts eenige meters
ver, maar voor zij haar beraiikt hadden, brak
©r een waar tiumult achter hen los. Het meisje
keek zenuiwachtig over haar schouder en haar
greep op den arm van Tony werd klemmen-
der.
,,0!" hijigcte zij, .moeten wij niet terug?
Uiw vrienid zal letsel bekomen!"
Tony lachte geruatstellend. >rAls er iemand
latsel bekomt", beweerde hij, „is het meer
dan waarscMjnlijk, dat het een van die andere
heeren is".
Zij sloegen den hoek om en zagen een ledige
taxi. Tcny wenkite den chauffeur am te stop-
pen. „2ie zoo", sprak hij.
Er verscheen een trek van plotselingen
sohrik op het JieftaMige gelaat van zijn ge-
zellin.
„Wat scheeit er aan?" vraeig Tony.
,^Ek vcrgat stamelde zij. „Ik kan geen
taxi nemen. Ik heb gean geld bij mij".
Eenige secomden zwegen beiiden, terwyi de
chauffeur met belangstelling naar het tumult
in Long Acre luisterde.
„0, dat is nieits", zei Tony. „Daar spreken
wij wel over ,als wij in de taxi zitten". Hij
wendde zich tot 'den chauffeur. „Brenig oms
naar Restaurant Verrier", zei hp. Dit was
het eerste wat hem voor dm mond kwam.
De chauffeur iknikite met zijn hoofd in de
richitimg van hot rumoer.
,JIet sohijnt daar nog al warm toe te gaan",
zei hij ladhend.
Tony knifcte. ,,Ja, 't is een ruzieachtige
wereld .tegenwoordig".
Hij Melp zpn gezellin bp het instappen en
volgde haar, waama hij hot portier didht trok.
Hlet voertuig zette zich met een ruk in
beweging en toen het den hoek van Coven-
trystreet omsloeg konldien de inmbtenden juist
noig een blik werpen op de plaats, welke zij
zooeven hadden verlaten. Zij zagen een be-
trekikelijk klein groepje opgewonden menschen
temiiidlden waarvan eenige zwaaiende en kron
kedende geidaanten elkaar bestookten. Tony
hioorde het meisje angstig zuchten ,,'t Is niet
erg", zed hij. ,,Bugg is gewoon te veohten.
Hij dloet het gnaiag".
Zp keek hem nieuwsgierig aan. ,,Is hij sol-
in intemationalen zin hehben ontwikkeld De
overwinnaars en overwonnenen hebben elkaar
niet, zooals door velen vurig gehoopt werd,
in het milieu van den Volkenbrajd gevonden
om eendrachtig als ge 1 ijkberjMhn saam
te werken aan den wederopbom^ van Europa.
Er is onmiskenbaar een antogonisme blp-
ven bestaan, dat door geen pogingen tot ver-
zoening kon worden weggevaagd. De verhou-
dingen hebben zich wel gewpzigd, de vroegere
Entente en Centralen staan zeker niet meer
in een aaneengesloten front tegenover elkaar,
doch ondanks deze innerlijke breuk, is hij
hen, die verloren de wrok om de nederlaag
blijven voortwroeten, terwpl zp die de boven-
hand behielden uit alle macht trachten de
bevoorrechte positie te bebouden.
Van meet af is het door velen gevoeld en
ook ter bevoegde plaatse uitgesproken, dat
het Volkenbonds-statuut geen assurantie-
verdrag van de vredesverdragen van Ver
sailles, St. Germain en Trianon mochten zpn,
En was het aan den Volkenbond gelukt op
vreedzame wijze de herziening der vredesver
dragen aan de orde te stellen en die naar
recht en bOlijkheid te wijzigen, dan zouden
wij thans ten opzichte van de intemationale
volkerengemeenschap ongetwpfeld blpder
tonen kunnen laten hooren. Mede onder den
druk van den economischen nood en ten ge-
volge van het gebrek aan intemationalen ge-
meenschapszin, waarult wantrouwen en na-
ijver voortsproten, hebben de volken de gren-
zen om eigen land scherper gemarkeerd, de
muren der tarieven hooger opgetrokken en
houden zij met een sterk bewapende leger-
macht daarbij de wacht. Het meerendeel der
volken beeft zich innerlijk van den lossen.
band, die hen te Geneve althans nog eenigs-
zins bijeen hield, losgemaakt en zoekt in isole-
ment zijn kracht.
Het merkwaardige bp dit alles is echter, dat
men dit djaet onder voile erkenning van hier-
bij een verkeerden "weg in te slaan, voorzoo-
ver men tenminste niet geheel en al door
modem chauvinisme verblind is.
Het zou veel beter zpn, indien de volken
tezamen een uitweg zoehten uit de impasse,
waarin de wereld geraakt is, zoo hoort men
prediken. Werkloosheid en armoede kunnen
slechts internationaal doelmatig bestreden
worden. De bewapeningswedloop is een ramp
voor de menschheid. Allemaal stellingen, die
welhaast geen bestrijding vinden. In arren
moede wendt men zich af van Geneve, zonder
de minste zekerheid te hebben, dat het inge-
slagen pad inderdaad naar een betere toe-
komst leidt.
De Volkenbond heeft evenwel ook in dezen
tijd nog getrouwe vrienden over. Zij die Mer-
toe behooren, sluiten niet het oog voor wat
in vorm en samenstelling verbetering be-
hoeft. Zij Weten, dat de Volkenbond in het
Oost-Aziatisch conflict gefaald heeft. Zij er-
kennen, dat de Volkenbond niet bp machte
geweest is een sfeer te scheppen, waarin de
beperking van bewapening van reeele betee-
kenis kon worden. Zij betreuren den gang van
zaken, die tot het uittreden van Duitschland
leidde. Zij kennen de fouten en gebreken
beter nog misschien dan zij wier oppervlakkig
oordeel reeds genoeg steun vindt in een alge
meen verguizen.
Wanneer er geroepen wordt om reorganisa-
tie van den Volkenbond dan spitsen zijn
vrienden de ooren. Want een waarachtige
verbetering van dit vredesinstituut kan hen
niet anders dan welkom zijn. Doch toegeven
aan den eisch om den Volkenbond te hervor-
men in dien zin, dat daarin de leiding zou
worden toevertrouwd aan enkele groote mo-
gendheden, lijkt een gevaarlpk experiment.
Het gezag van enkelen moge dan in den
geest van den tijd zijn, zoolang de volken
nog niet geleerd hebben vrijwillig met de
belangen eener intemationale gemeenschap
rekening te houden, zal dwang ten dezen op-
daat?" vroeg zij met haar aantrekkietlpik
stemimeitje.
Tcny oniderdrukite intpds een laoh. „Iets
in diien geest", antiwiooirdde hij. Toen met het
aangename gevoel, dia.t het avo-nituur eeniigs-
eins initereesant begon te worden, voegde hij
er bij: ,,Ik hab den chauffeur gezegd, ons
naar Verrier te brengen; ik hoop, dot u geen
haast heeft en mij het genoegen wilt doen,
met mij te soupeeren. Ik heb werkelijk trek."
Bij het licht van een lanttaam, waar zij
Langs kwamen, zag hij ptateeJing de verlegen
uiitdrukikiing, welke in haar oogen was ge-
komen.
,,U kunt natuurlijk dioen, wat u verkiest"*
zed hp vlug. „Inidien u liever direct maar huis
wilt
,,De ziaak is", zei het meiiisije met een soort
wanfliopdge kalmte, ,,dat iik geen tlhuis heb, am
been te gaan."
Wederoim een korte pauae. „Welnu, in dat
geval1", zed Tony vriendelijk, „kan er bp u ook
geen bezwaar bestaan om te gaan scfUpeeren.
ndet waar?"
Zij keek een oogeniblik uit het venster, zon
der arutwoord te geven. Heit was duidelpik, dat
zij ten prooi was aan tegenstrijdige gemoeds-
beiwegingen, waarvan een vage, onrustbarende.
vrees, de meest op den voorgrond tredende
was.
„Ik weet nipt, wat ik doen moet", zei ze
meewarig. „U is zeer vriendeiyk, maar
„Er is cip 't ooganblik maar een mcgelijk
ding te doen", onideibrak Mj haar, ,,en dat is
naar Verrier gaan. Als wij daar zpn, kunnen
wij kalm overleggen, wat te doen."
Juist terwijl hij spraik, sioeg de taxi den
hoek van de straat am en reed naar het
groote ondergrondsehe restaurant.
Alvorems uit te stappen sloeg het me'isje
een vluggen, gejaagden bdik naar beiide zijden
van de straat. „Zou u denken, dat een van die
mannen* ons gevolgd is?" fhiistende zij.
Tony schudde onbeaorgd zijn hoofd. „Zoo-
ver ik Bugg ken", sprak hij, ,,beschouw ik dat
als hoogsnt orwaarscfhynlijk."
(Wordt vervolgd.