ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Neem 'n "AKKERTJE"
No. 9137
VRIJDAG 27 APRIL 1934
74e Jaargang
Binnenland
Buitenland
Herdenkingsred
TER NEUZEN, 27 APRIL 1934
HOEK.
GROENENDIJK.
KLOOSTERZANDE.
uil zoo'n nieuw handig zakdoosje
bij Gevatte kou, Griep, Inf uenza.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnec Ter Neuzen j 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVEBTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KEEINE ADVEBTENTIeNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
vcrkrijgfcaar is. Inzcnding van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
Drr BLAD VEBSCHIJNT IEDEBEN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
EEBSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan de orde is het wetsontiwerp tot ver-
eeniiiging van de gemeenten Enschede en Lon-
neker.
De heer De Vos van Steenwijk (c.-h.) be-
atrijldt dit ontiwerp, dat hjj een onreclht noamt
tegenover Lonneker omdat Enschede zeer wel
kan worden uitgebreid zonder annexatie.
De heer Smeerage (lib.) ondersteunt het
axlres van de Overijsselsche maatschappjj van
landbouw, waaruit men mag condudeeren, dat
deize annexatie niet in het belang is van de
landbouwende bevolking. Spr. hoopt, dat de
Minister deze kwestie nog eens zal overwegen.
De heer Heerkens Thyssen (r.-k.) is voor-
stamder vac deze samenrvoeging. Natuurljjk
zullen er yarticuliere belangen worden ge-
schaad, doch dit is het geval met iedere grens-
wtjzigipg.
De heer Gelderman (lib.) acht de gegeven
oplossing de beste. Hij wijst enop, dat van de
16.000 inwoners van Lonneker de helft in
arfbeiderscentra woont. De eigenlijike land-
bomwende bevoLking is dus niet zeer talrijk.
Minister De Wilde zegt, in het algemeen
een tegenstander te zijn van annexatie. Hier
betreft het echter een grensiwijziging, geboden
door de amstandigfhaden en die zeer urgent is
in verbanjd met de amstandigtoeden, wellke spr.
nader beschrijft. De Minister noemt het on-
juist een tegenstelling te maiken tusschen de
beta van platteland en stad. De boeren-
bevc van Lonneker heeft groot belang
bij &J iei van Enschede en het boeren-
element zal in de nieuwe gemeente beter tot
zijn reeht komen.
Het wetsontiwerp wordt goedgekeurd met
36 tegen 8 stearumen.
Hiierna wordt zonder stemming goedgekeurd
het ontiwerp tot wijziging van de grens tus
schen Oud- en Nieuw-Beijerland.
TWEEDE KAMEB.
Vergadering van Woensdag.
Bij de voortzettinig van de behandeling der
interpeliatie-Kuipers vervoligt Minister Slote-
maker de Bruine zijn rede. Spr. verklaart,
dat noch de werkloozensteun, noch de ambte-
naarssalarissen tot sluitpost der begrooting
worden gemaakt. Bij de te nemen maat-
regelen mooht niet op verwezenlijking van het
60 millioen-iplan worden gewacht. Spr. ver
klaart beide moties te moeten afwijzen.
De Kamer neemt een voorstel van den heer
Kupers, om de stemming over de moties uit
te stellen tot na de behandeling van het 60
millioen-wetsont/werp, aan met 83 tegen 6
stemmen. Tegen stemden de heeren Vervoom
(iplattel.), Sneevliet (reiv.-soc.) en de 4 coon-
munisten.
DE ONDEBWIJZEBSOPLEIDING.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets-
ontwerp tot regeling van de opleiding van
onderwijizers en ondenwijzeressen voor het
lager ondenwijs c.a. De bedoeling van dit ont-
werp is nu er al jareniang een teveel aan
onderwijizers en codenwijizeressen bestaat
den omivang van de opleiding zooveel mogelijk
te bepenken tot de grens, waarbij ,,in een
behoefte wordt voorziesn", en teivens om te be-
zumigen.
Daartoe stelt de Minister dan voor, dat
met afkapping van het eerste leerjaar alle
vierjarige kwoakscholen in driejarige worden
amgezet. Deze zullen dan moeten aansluiten
aan de U.L.Q.-scholen. In den nieuw gescha-
pesn toestand zou echter, als verder niets ge-
schdedlde, de grief blijven bestaan, die oak al-
tijd tegen de vierjarige krweekschool is aange-
voerd, dat een onderwijizer na zijn kiweek-
schoolopleiding de theoretische studie moet
voortzetten om de hoofldakte te behalen, zoo
hij voor ,,vol" wil worden aiangezden. Om nu
dtetzen onbevredigenden toestand op te heffen.
stelt de Minister verder voor de 3-jarige
kweekschool uit te bouwen tot een 5-jarige,
welke dan een volledige opleiding zal ver-
echaffen.
Zoo spoediig mogelijk dient de nieuwe toe
stand in werking te treden. De Minister wil
daarom het staatsexamen voor de oude akte
voor het laatst dit jaar latein afnemen en dat
van de hoofdakte voor het laatst in 1936.
De nieuiwe regeling zal een vrij sterke ver-
mindering van het aan till kiweekseholen met
zich meebrengen. Verder voorziet het ont-
werp ojm. nog in een regeling, waarbij de
financieele gelijiksteUing van de bijzondere
met de rijkskweekscholen tot uitdrukking
wordt gebracht.
VESTIGINGS- EN ARBElDSVi
NEDEBEANDBELGIe.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
goedkeuring van het op 20 Februari 1933 te
Geneve tuisschen Nederland en Belgie gesloten
vestigings- en arbeidsverdrag. Aan de memo-
rie van toelichting is het volgende ontleend:
Ten vorigen jare zijn tusschen de Neder-
landsche en de Belgische regeeringen onder-
handelingen geopend nopens de totstand-
kwming van een vestigings- en arbeidsver-
drag.
Het levendige verkeer tusschen Nederland
esn Belgie en het daaruiit voortvloeienlde
belang voor de wederzijdsche onderdanen om
bun rechtspositie op allerlei gebied in het
andere land duurzaam te zien geregeld,
vormden gereade aanleiding tot daze onder-
handelingen, die gavoegd zijn in een geest van
geiijkstening, zooveel mogelijk, van de weder
zijdsche onderdanen in elk der twee landen.
Totnutoe gold voor de wederzijdsche onder
danen de na de totstanidkoming var. het
hanidels- en scheepvaartiverdrag van 12 Mei
1863 gesloten aanvullende overeenkomst tus
schen Nederland en Belgie van 7 December
1865, waarbij behandeling op voet van meest-
begunstiiging wend voorzien.
Bij het thans ter goedkeuring aanigaboden
verdrag is gebruik gemaakt van en grooten-
deels gevolgd het resultaat van het overleg,
dat, in aansluiting aan de Parijsche conferen-
tie betreffende de behandeling van vreemde-
lingen, tusschen eenige regeeringen, waar-
onder Nederland en Belgie, had piaats gehad.
Terwijl totnogtoe niet een offioieel verdrag
op dezen grondslag is tot stand gekomen,
hebben de Nederlanidsche en de Belgisohe
regeeringen gemeend, dat zij in ruime mate
de gadeeltelijk reeds bij dat overleg uitge-
werkte bepalingen in het tusschen de beide
landen te sluiten vestiigingsiverdrag konden
ovememen.
Het verdrag, dat grootendeels behandeling
op voet van nationaien verzekert, bevat eene
in vele opzichten meer udtgewerkte regeling
van verschillende onderwerpen, die in ver-
dr^gen met andere landen in meer algemeene
bepalingen regeling vonden. Een groote
zekerheid met betrekiking tot de rechten der
onderdanen is daarvan het gevolg.
Het verdrag is verdeeld in 3 afdeelingen,
waarvan bet eerste zich meer in het bijzonder
bezig houdit met de toelating, het verblijf, de
vestiging en alles, wat daarmede samenhangt,
terwijl de tweede afdeeling, uitsluitend op het
verrichten van arbeid in loondiemst betrekking
heeft; een derde afdeeling bevat tenslotte
eenige bepalingen die zooiwel voor de eerste
als voor de tweede afdeeling toepasselijk zijn.
De verleening van onder,stand aan- en over-
neming van de wederzijdsche onderdanen en
oud-onderdanen zonder nationaliteit zal met
Belgie in een afzonderlijik verdrag worden ge
regeld, waaromtrent de onderhandelingen tus
schen de twee regeeringen nog loopende zijn.
IN D UITSCHLAND.
Er gebeuren schrijft de N. R. Crt.
merkiwaardige dingen in Duitschland. Hun
merkwaardigheid bestaat vooral in hun ge-
brek aan congruentie. Bestond die wel, dan
zou er weinig over den toestand in Duitsch
land te zeggen zijn. Dan kon men een koers
constateeren en daarmede uit. Het uiteenloo-
pen der dingen geeft echter gelegenheid tot
vergelijkingen en gevolgtrekkingen, die zooal
niet van vroolijken, dan toch zeker van leer-
zamen aard zijn.
Het nationaal-sooialistisch bewind vindt, bij
alles wat men er tegen aanvoeren kan, in den
vreemde vaak verdediging, omdat het in
Duitschland bet communistisch gevaar zou
hebben onderdrukt. Inderdaad heeft het veel
onderdrukt, politieke partijen, geestelijke vrij-
heden, godsdienstige instellingen welke het
systeem niet behagen, de elementairste begrip-
pen van verdraagzaamheid, het vertrouwen
van den burger in den burger; maar wat het
minst er onder geleden heeft is juist: het com-
munisme. Naarmate de economische toestand
in Duitschland moeilijker wordt, schijnt in
regeeringskringen de vrees voor het commu-
nisme nog te stijgen. Men zou meenen, dat
nu het nationaal-socialisme in Duitschland zoo
afdoende had gezegevierd, en door zijn be-
schikking over de machtsmiddelen van den
staat en botvendien over een uitermate scherp-
ziend stelsel van geheime staatspolitie, zoo
zeker moest zijn van zijn veiligheid, dat ver-
dere buitengewone middelen niet meer nood-
zakelijk waren. Intusschen worden S.A. en
S.S., die alleen tegen den binnenlandschen
vijand gericht heeten, voortdurend nog ver-
sterkt.
Op de begrooting worden, ten bate van deze
organisaties, die vroeger zich zelf hebben moe
ten bedruipen, sommen uitgetrokken, die een
hooge oorlogsbegrooting zouden kunnen dek-
ken voor landen, aanzienlijk grooter dan
Nederland. Maar wat ons het meest getrof-
fen heeft, is een aanhaling uit de Essener
Nationalzeitung. Het was reeds in het oog
geloopen, dat Goering's positie in Duitschland
steeds centraler werd. Daama hebben wij
aanleiding gehad om te schrikken van de be-
noeming van Himmler, die kort te voren nog
te Munchen, ten overstaan van Hitler, met
Beiersche openhartigheid uitdrukking gegeven
had aan zijn bloeddorstigheid, tot hoofd van
de heele staatspolitie. Wat beteekende dit al
les Dat nu is ons Zondag duidelijk geworden
uit de woorden van het genoemde blad, dat het
bijzondere orgaan van Goering is. Het blad
deelde dan mede, wat Goering bij de installa-
tie van Himmler in zijn ambt had gezegd.
Goering had, zoo heette het, duidelijk te ken-
nen gegeven, dat hij er niet voor zou terug-
deinzen over te gaan tot fusilleering, ten einde
voorbeelden te stellen en aldus de bolsjewisti-
sche slang den kop in te drukken. Woordelijk
had de minister gezegd: ,,Wii zullen het mon
ster den kop vertrappen; wij zullen dat doen
zonder consideratie, maar wij zullen de schul-
digen niet kwellen; wij zullen hen doodschie-
fen!" Het blad had eraan toegevoegd, dat
degeen, die Goering kent, niet meer er aan
twijfelen zal, dat op deze woorden daden zul
len volgen. Het had verder nog kunnen op-
merken, dat d£ woorden in vruchtbare aarde
gevallen moeten zijn bij den man, tot wien zij
gericht waren. Dit is immers de man, die tot
Hitler het verzoek had gericht om te worden
„losgelaten", teneinde te kunnen „losbreken".
Duitschland heeft nu zijn tsjeka-chef, offi-
cieel gelnstalleerd
Dit alles is heel ernstig, omdat het een lijn
aangeeft, waarin de Duitsche revolutie zich
ontwikkelt. Eerst heeft zij zich beroemd op
haar betrekkelijke vreedzaamheid. Zij consta-
teerde na haar overwinning, wat al te optimis-
tisch rekenend, dat zij de onbloedigste groote
revolutie der wereldgeschiedenis Was geweest.
Zij had de eindrekening van haar slachtoffers
dus opgemaakt. Goering echter denkt blrjkbaar
niet eraan, een slotstreep te trekken. ,,Niet
kwellen", roept hij de zijnen toe, een verma-
ninig, die juist in den laatsten tijd helaas weer
erg van pas komt. En dan volgt: ,,Maar dood-
schieten". Nogmaals, men bedenkt dat hij
deze woorden tot Himmler riohtte. Wij vree-
zen, dat de Essener Nationaal-Zeitung niet te
veel aan deze woorden heeft toegevoegd.
Het emstige van het geval is, dat Goerings
handheld waarschrjnlijik do; r gerechtvaardigde
onrust wordt gevoed. Het nationaal-socialis-
tisch bewind weet, wat het op het oogenblik
heeft, maar het Weet niet, waartegenover het
morgen kan komen te staan. Over de mark
maakt men zich in Duitschland de emstigste
zorgen; wat wij in den laatsten tijd over de
Duitsche financien hebben geschreven, zal dit
voldoende rechtvaardigen. De uitvoer vermin-
dert. Hoezeer men daarover geaiarmeerd raakt
blijkt uit het feit dat minister Darre, eens de
agrarische autarkist bij uitnemendheid, nu
voor zijn boeren telkens en telkens weer de
noodzakelijkheid van invoer bepleit. Met hard
pompen, en ten koste van milliarden, die geen
productieve werkverschaffing nog mogelijk
hebben gemaakt, handhaaft men een fleuri-
gen schijn der dingen. Eens moet de pomp
droogloopen. Men blqft met hetzelfde tempo
op den afgrond van een gruwelrjke inflatie
afstevenen; en men merkt niets van eenige
werking van remmen.
Het is het ontbreken van remmen op ieder
gebied in het nationaal-socialisme, dat zoo
verontrustend is. Men merkt niets van gecon-
centreerde samenwerking, die daartoe zou
kunnen leiden. De beginselen, die minister
Smitt voor het industrieele leven heeft ver-
kondigd, waren gezond maar niet nationaal-
socialistisch. Hun toepassing wordt doorkruist
door de kunstmatige en zeer geforceerde
werkverschaffing, die niet te beteugelen is.
De beginselen van de rijksbank ten opzichte
van de munt zijn juist, maar zij Worden met
credietmoordende maatregelen gehandhaafd.
Men betaalt zijn schulden niet meer terwille
van de stabiliteit van het geld, maar stuit
niet het schrikwekkende inflatie veroorzakend
financieel beleid der regeering. Aan het hoofd
van het departement van financien staat des-
niettemin een man, die voor de financieele po-
litiek geaonde denikbeelden verkondigt. Pre-
cies dezelfde tegenspraak is er in de buiten-
landsche politiek. De ambtenaren, die dit alles
moeten uitvoeren en hun oordeel nog niet ver-
loren hebben, worden er draaierig van. Zij zien
Hitler, onder invloed van gezonde redeneerin-
gen, dwaasheden of erger tegenhouden, zoo-
als hij b.v. in Maart het plannetje van een
veertiendaagsche Jodenvervolging zoo goed
het ging onderdrukt heeft, onder den invloed
van even kleanmende als wijze betoogen. Maar
zij zien tegelijkertijd dingen hun loop nemen,
die het land in snel tempo naar den afgrond
meesleepen. Zij hooren, zooals wij, vreedzame
redevoeringen, maar vememen daarnaast de
cijfers der militaire begrooting; zij hooren ge
zonde economische en financieele betoogen en
zien de sluizen des hemels en der aarde voor
den zondvloed van vlottende schuld geopend;
zij moeten het buitenland naloopen en tegelijk
den uitvoer ruineeren door allerlei dwaas be
leid, of nationaal-socialistische ongebonden-
heid. Is het wonder dat dit de goede lieden dui-
zelig maakt? En is het wonder, dat de ele
menten der onderwereld van S. A. en uit de
partij zich steeds vrijer gaan bewegen? Zij
weten nu vrijwel precies waar geremd wordt
en waar men hen vrij laat. De macht van Goe
ring zal het remmen niet vergemakkelijken.
Hoe zullen die elementen der onderwereld er
over een jaar uitzien? Vele nadenkende Duit-
schers vreezen reeds, dat dan datgene, wat
hen van bolsjewiki onderscheidt, niet erg
merkbaar meer zal zijn.
Maar intusschen gaat het door: dreigende
Financieele omstandigheden, naderende econo
mische en sociale moeilijkheden. Op bepaalde
punten, waar het juist op aan komt, geen te-
rugwijken. Men ziet het inzake de kerk. Daar
blijft men gevoelens en overtuigingen kWet-
sen en uitdagen, die sterker nog kunnen blij-
ken dan de suggestie van het nationaal-socia
lisme. Men kent zelfs geen voorzichtigheid in
dit opizicht. Op dit gebied zijn er twee emstige
berichten: Het gebeurde in Wurtemberg, dat
de geloovigen zoo heeft geprikkeld dat zij
protestjvergaderingen durven houden. En de
benoeming van Dr. Jager, als exponent van
Goering, op dit gevoelig terrein.
DE VEBTRAAGDE ONTWAPENING.
Volgens de Daily Express en Daily Mail
zijn verscheidene leden der Britsche regeering
het voortdurende vertragen en uitstellen der
ontwapeningsbesprekingen moede.
Volgens deze bladen kan verwacht worden,
dat binnenkort hieromtrent een in krachtige
bewoordingen gestelde verklaring zal worden
gepubiceerd.
Volgens de Daily Telegraph hebben de En-
gelschItaliaansche besprekingen ten doel te
verkrijgen, dat bij het bijeenkomen van de al
gemeene commissie der ontwapeningsconfe-
rentie op 29 Mei a.s. te Geneve, Engeland en
Italie in de voornaamste vraagstukken een-
zelfde meening vertolken.
De besprekingen tusschen beide landen en
de activiteit van de ontwapeningscommissie
uit het kabinet gelden hoofdzakelijk concrete
ontwapeningsmaatregelen.
VROUWEN CANDIDA AT VOOR HET
TURKSCHE PARLEMENT.
De emancipatie van de vrouw in Turkije
vordert snel. Na den sluier te hebben afge-
legd en uit de harem te zijn gedeserteerd,
voert zij thans een krachtige aotie voor het
verkrijgen van het kiesrecht, waarbij zij, naar
schijnt, succes zal hebben. Het grootste deel
van het parlement is, naar men gelooft, voor
het verleenen van stemrecht aan de vrouw,
terwijl men haar teivens wil toestaan zich can-
didaat voor het parlement te stellen, mits zij
kan lezen en schrijven. Het onderricht van de
vrouwen heeft zoo'n vlucht genomen, dat an-
alphabetisme in de steden vrijwel geheel ver-
dwenen is. Hier zullen dus veel vrouwen zijn
die voor het candidaatschap in aanmerking
komen.
De emancipatie komt de ongehuwde Turk-
sche echter duur te staan. Zij moet, evenals
de man, vrijgezellenbelasting betalen.
EEN KONINKLIJKE VILLA AAN DE
BELGISCHE KUST.
Terwijl koning Leopold II Ostende, in zijn
tijd niet ten onrechte de „koningin der bad-
steden" geheeten, boven alle andere Belgische
kustplaatsen verkoos en koning Albert, en ko-
ningin Elisabeth, tijdens den wereldoorlog in
een villa in De Panne> vlak bij de Fransche
grens, vier jaar lang verblijf hielden, heeft ko
ning Leopold m nu, geheel aan het andere
eind van het Vaamsche kustgebied, te Knokke-
Zoute, dicht bij het voormalige Zwin en op en-
keie honderden meters slechts van de Neder-
landsche grens, een riant zomerverblijf laten
bouwen. Het is een aardige, witte villa met
rood dak, geheel opgetrokken in den stijl der
streek, naar een ontiwerp van den Vlaamschen
architect Vierin. De villa zal binnen enkele
weken geheel klaar zijn.
Zeeuwsch-Vlaamsch Zenddngsfees-t.
Voor het Zendingsfeest dat op Dinsdag 22
Mei a.s. alhier zal gehoudien worden is een
geschiikt terrein gevonden op de hofstede van
den landlbouwer D. HDaak Jos.z., gunstig ge-
legen bij de halte Mauritsfort van de Z.-Vl.
Tram.
De afdeelinig Kloosterzandie van den R. K.
Landarbeidersbond „St. Deus Dedit", hieid
eene algemeene vergadering in het patro-
naatsgebouw alhier.
Als spreker trad op de hoofdbestuurder, de
heer Van Unnik. Deize hield een bespreking
over de onderhandeling met de boerenorgani-
saties in Oast Z.-Vlaanderen aver het a.s.
collectief contract; aver den te houiden Alge-
meenen Katholiekendag te 's-Heritogenhosch
en over verschillende andere leerzame onder
werpen. Het was een leerzame aivond voor
onze afdeeling. Jammer, dat de opkomsi
slechts matig was.
Duivensport.
De duivenmaatschappij ,,Herlevinig" alhier,
gaf een prijsvluaht uit Mouscroen met 79
duiven.
De prijzen werdem gawonnen door:
1, 22, 26, 34 A. Baart; 2, 4, 20, 24, 28, 35
37 J. Neeteson; 3, 23, 25 D. Aarssen; 5, Des.
de Booij; 6, P. Tieleman; 7, R. van Kampen;
8, 12, 32, R. Vermorken; 9, 29, L. van Dors-
selaer; 10, 11, 33, Alph. van Jole; 13, 18, G.
Sponselee; 14, A. Neve; 15, C. Sponselee; 16,
L. Jansen; 17, 21 A. van Mdeghem; 19, R.
van Dorsselaer; 27, 30, P. Colpaart; 31,
Gebrs. Maas; 36, G. van Kampen; 38, J.
Sponselee; 39, Jules Vereeoken; 40, L. Kint.
Dezelfde P. V. ,,Herleving" gaf nog een
wedivlucht vainaf Sas van Gent'met 20 duiven
De uitslag luiidde als volgt:
1, L. Kint; 2, '5, 9, Gebrs. Colpaart; 3, 4, G.
van Kamipen; 6, 8, 10, Job. Neve; 7, A. de
Booij.
uitgesproken door Mr. P. Dieleman, in
de ter gelegenheid van het 350-jarig
zelfstandlg bestaan van Ter Neuzen
door het Gemeentebestuur belegde
bijeenkomst in het „Concert- en Bios-
eoopgebouw" op Maandag 23 April '34.
Belang der herdenking.
Het is voor Ter Neuzen een feit van groote
beteekenis geweest dat het bij privilege van
23 April 1584, slechts enkele maanden voor
het verraderlijk schot van Balthazar Gee-
raards, den grondvester onzer onafhankelijk-
heid met het moordend lood doodde, door
Prins Willem I van den Oranje, bij provisie
tot stad werd verheven, hetgeen later op last
der Staten-Generaal door Leicester bevestigd
is. Immers daardoor verkreeg Ter Neuzen een
meer zelfstandig bestaan, werd het een ge-
meenschap met bepaalde belangrijke rechten
op zich zelf, werd het om zoo te zeggen, een
persoonlijkheid, werd het meerderjarig.
Het oude Ter Neuzen.
Het bestond reeds te voren. En al steunt
de mededeeling van een enkelen schrijver als
zoude het reeds in de Middeleeuwen aanzien
lijk geweest zijn op geen enkel historisch be-
kend gegeven, toch was het natuurlijk van
beteekenis, hoe klein en onaanzienlijk ook,
door de ligging. Vermoedelijk is het ontstaan
doordat aan de monding van de oude vaart
van Gent langs Overslag Axel in de i
wateren, die later de trotsche en schoone
maritieme Schelde of Wester-Schelde zouden
vormen, eenige huizen werden gebouwd.
Naam.
De naam duidt volgens sommigen op den
vorm van die oude vaart, die als een kron- j
kelende neus van Axel naar Ter Neuzen de
uitademing zocht; volgens anderen is het de
vorm van den landtong, waarop deze neder-
zetting zich nestelde. Ter Neuzen zoude dan
werkelijk in verband staan met Neus, geliik
oaar sommigen beweren ook met het Engel-
sche Sheerness het geval is? Het kan ook
een Noorsche benaming zijn, evengoed als
Axel. De Noormannen zijn in deze streek ge-
Ingez. Med
weest, b.v. in de 9e eeuw, toen Karel de
Groote in 811 Gent bezocht om te zien naar
den bouw van een vloot die dienen moest ter
bestrijding der mannen uit het Noorden. Er
ligt (in het Vredestractaat van 1713 tusschen
Frankrijk en onze republiek wordt het ge-
noemd) in Noorwegen ook een Temeuse.
Maar zou het niet veel meer voor de hand
liggen, dat er in het woord zit dezelfde stam
als in Nisse, Nes, die wij vinden in de plaats-
namen Nisse en Nes, in Ossenisse, Hontenisse
etc. en dit beteekent een moerassig stuk land.
Nes uit Nesse, Nassi, van nat gevormd, laagte.
waberland.
Inzonderheid omdat hier een moerassig,
laag land met slikken en schorren lag, waarin
van zelf ook wel een landtong kan gelegen
hebben, maar toch niet een Ness als in den
zin van kaap of promontorium zooals in En
geland en het Noorden voorkomen in piaats-
namen als Sheerness, Blankeness, Dungeness
etc.
Vermoedelijk zal het wel zijn samengevallen
laag, nat land en de vorm van den landneus
of landtong. Een bocht in een vaart of rivier
heet ook een Nes.
De oude vaart.
De geschiedenis der oude vaart gaan wij
thans niet mededeelen. Zeker is het dat reeds
in het diep der M.E. men van Gent uit meer-
dere waterwegen had naar de zee en dat daar-
onder ook viel een verbinding met Axel,, de
hoofdplaats van een der 4 ambachten, een be-
langrijk centrum voor Vlaanderen en van Axel
naar de wateren die thans samengevat in de
Wester-Schelde meer regelrecht Gent met de
zee verbonden. Deze verbinding was nog be-
langrijk in 1547, voordat het kanaal Gent
Sas van Gent behoorlijk voor de scheepvaart
geschikt was gemaakt.
Al was de eigenlijke monding der Schelde
de tegenwoordige Ooster-Schelde, toch was
reeds vroeg in de M.E. de Honte of later Wes
ter-Schelde wel van belang en voor de toen-
malige schepen zeker wel bevaarbaar, zoodat
een directe verbinding van Gent met dat water
bij Ter Neuzen van groot belang was. Deze
Gentsche verbinding was dat ook, dewijl im
mers daardoor zelfs van de andere Zeeuwsche
eilanden de granen naar de stapelplaats Gent
konden worden vervoerd of ook in tijden van
troebelen en binnenlandsche oorlogen de spoe-
dig machtig geworden stad proviand daar
langs krijgen kon uit Zeeland en uit geheel
het Axeler-ambacht, gelijk langs andere vaar-
ten uit de andere der 4 ambachten.
Het is zeker dat die oude vaart reeds in de
vroege M.E. gegraven is en daardoor de ver
binding tusschen verschillende wateren is tot
stand gekomen en hierdoor weder Gent via
Axel waar nu Ter Neuzen ligt, in het directe
vaarwater naar zee kwam. De restanten dier
oude vaart, wier geschiedenis zeer belangwek-
kend is, vindt men nog langs den weg naar
Axel, o.a. bij de hofstede Vaartwijk. Zij kwam
in de Schelde door een sluis bij Ter Neuzen,.
die vroeger door Axel onderhouden werd, om
dat het de verbinding ook voor Axel was. Uit
de tolinkomsten op deze vaart geheven, bleek
wel van haar groote belang. Die vaart was
nadat men via Sas van Gent door Axelsche
Gat en Braakman, de zee kon bereiken, van
geen belang meer en door de verdedigings-
werken onder 'Hohenlo geheel afgedamd, was
zij in de latere stad Ter Neuzen, volgens een
der beschrijvingen daarvan, nog als een vrij
dichtgevloeid water. Zij liep in de Schelde op
een landpunt door een Sluis, waar in 1877 vol
gens een toenmalig schrijver in de Ter Neu-
zensche Courant, een steenen trap in de ge-
meentehaven bij het marktplein bestond. Van
deze sluis waren in 1856 de fundeeringen
blootgelegd bij het maken van een beschoeiing.
Dat klopt weder met de beschrijving van den
dichter-predikant, kruid- en plantkundige
Petrus Hondius, als hij zegt:
Van te vooren wasser gheen
Ander Sas dan 't onze alleen
Om van Gent ter zee te raecken
En het Soute nat te smaeken,
Meer dan drie, vierhonderd jaren,
Heeft Temeuzen sout van soet
Afgescheiden om te varen.
Naar den ZeeuWschen strom en vloet
Seker noch ter dezer stont
('t was begin 17e eeuw)
Sijn de solders in den mont
Van ons haven, met de sercken
Goe getuygen van de wercken,
Die hier overlange tijden,
Ten gerieve van het land
Zijn gesteld om door te lijden
Naar het keyzerliche Gant.
Daar werden dan in de M.E. huizen ge
bouwd waaruit Ter Neuzen is ontstaan, reeds
in de 12e of 13e eeuw. Ter Neuze, van der
Neuse, gelijk men in het Middelnederlandsch
bij den 2en naamval als van vodr het bepalend
lidwoord staat, van de, er een r achter voest,
waardoor men krijgt van der, en zoo ontstond
Terneuse, gelijk Ter Goes b.v. In de acte van
1584 wordt er geschreven Temeuse. Gemaks-
halve heeft men later en nog wel dikwiils
gezegd Neuzen. De boeren, die in den regel
meer en wat langer origineei zijn, zeiden altijd
en zeggen nog: Ter Neuzen, wat wel de juiste
schrijfwijze schrjnt te zijn.
Die vaarten als waarvan hier sprake is, had-
den natuurlijk weinig diepgang, en door ver-
zanding werden zij nog ondieper, zoodat er op
den duur slechts z.g. ,,Seijkins" of ,,Sceyscepe"
door konden, welke volgens het in het archief
ie Sluis berustend tolregelement op het Zwin
behoorden tot de 4e klasse, dat wil zeggen, de
kleinste schepen. Toen in 1528/29 Axel moest
worden vergroot, kwameo er 5000 causije
steenen en 14.200 markante straatsteenen en