ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN Ti 86 ifiustta op dfjnwtjg AKKER .CACHETS No. 9118 WOENSDAG 14 MAART 1934 74e Jaargang Bmnenland Buitenland Feuilleton "AK K E RTJ E" TWEEDE BLAD ^ieem straks een voor Uw beginnende verkoudheid, wanl overal zweven kwaadaardige qriep-bacillen om U heen en doen Uw verkoudheid tot griep verergeren. "AKKERTJES" verjagen de koorts, stuiten dien griep-aanval en bespa- ren U dagen van veel nangheid. NEUZENSCHE COURANT NEDERLAND EN BELGIe. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt: Na de afkeuring door den socialistischen senator Mr. Rolin en het vrijzinnige Liaatste Nieuws van het aan de Nederlandsch Bel gische betrekikingen gewijde gadeelte van het rapport geredigeerd door oud-minister Seger s minister Hymans zelf gaf zich de moeite op de ohjuistheid van sommige beweringer. van den zonderlingen rapporteur der senaats- commissie voor de begrooting van buitenland- ache zaken te wijzen velt nu ook de Katholieke Viaamsche Standaard, spreekibuis van minister Sap, een scherp oordeel over de uitlatingen van denzelfden heer Segers. „In verschillende groote Nederlandsche organen, aldus De Standaard van 11 dezer, wordt heftig tekeer gegaan tegen uitlatingen en voorstellingen van den beer Senator Segers die het verslag maakte over buiten- landsche zaken (begrooting) en daarin ook een heel kapittel wijdde aan Nederland. Er is in dit gedeelte omtrent de kwestie Neder landBelgie heel *vat dat ook ons heeft geergerd. Anderzijds heeft men reeds den heer Hymans in de afgeloopen week in de Kamer verklaringen hiooren afleggen weilke niet veel minder dan rechtzettingen zijn van eekere beweringen van den heer Segers. De Nederlandsche bladen die tekeer gaan tegen het verslag Segers vergeten soms dat in het Belgische parlement, Kamer en Senaat, een groote onafhankelijkheid wordt gelaten aan den verslaggever. Deze moet niet nood- zakelijk het richtsnoer der regeering volgen noch het regeeringsstandpunt volgen. Ter zake van de uitlatingen van den heer Segers zijn wy er overtuigd van dat deze geenszinis de meening weerspiegelen van de Belgische regeeringskringen. Het was noodig hier eens duidelijk dit on- derscheid te maken. De heer Segers schijnt aich moeilijk te kunnen heenwerken over de slechte herinneringen welke hem zijn bijge- bleven als eerste ongelukkige onderhandelaar met Nederland". BE NAT. SOU. WEER-AFDEELINGEN EN WEER-OPLEIDIMJEN. Op de schrifteiyke vragen van het Eerste Kamerlid Polak: Is het Zijne Excel'lentie den Minister van Justitie bekend, dat de Nationaal-Socialis- tische Beweging, algemeen leider ir. A. A. Mussert weer-afdeelingen en weer-opleidingen in het leven heeft geroepen? Zoo ja, is het Z.Exc. dan verder bekend, dat in het weekblad Oorlog of Vrede van 17 Februari afgedrukt is een uittreksel uit de voorsbhriften, die gezegde algemeene leider der N. S. B. betreffende deze W. A. en W. O. heeft uitgevaardigd en heeft Z.Exc. daaraan zrjn aandacht gewijd? Zoo ja, is Z.Exc. dan niet van meening, dat de N. S. B. bezig is een particuliere leger- macht te organiseeren, van gelijken aard als de S. A. in Duitschland en met gelijke oog- merken, zooals trouwens in De Daad, een van de piaatselijke N. S B.-bladen, dezer dagen openlijk werd erkend Indien Z.Exc. van oordeel is, dat de N. S. B. inderdaad doende is een particuliere leger- macht te organiseeren, acht Z.Exc. dit alsdan oirbaar, wettig geoorloofd en bevorderlijk voor orde en rust? Zoo ja, wil Z.Exc. dan mededeelen op welke gronden hi) deze meening is toegedaan? Zoo neen, wil Z,Exc. dan mededeelen, of hrj maatregelen zai nemen, en zoo ja, welke, om een einde te maken aan de particuliere mili- taire organisatie van ir. A. A. Mussert (Heeft de Minister van Justitie geantwoord: 1. Deze vraag wordt bevestigend beant- woord. 2. De voorschriften voor de weerbaarheid der N. S. B. zijn den ondergeteekende volledig bekend. Hij heeft daaraan zijn aandacht gewijd. Het door den ondergeteekende mgestelde onderzoek heeft niet kunnen doen blijken, dat bij die W. A. weer-af,dealing) voorshands sprake is van een militaire organisatie, ter- wijl ook van eenige militaire geoefendheid der leden praetisoh bezwaarlijk kan worden gesproken. 3. De z.g. W.-O. (weer-opleiding) wordt gevormd door jongelieden, en ook ouderen, die zich voor de W.-A. aanmelden. In de W.-O. wordt een proeftijd doorgemaakt en cursus in de leer van het nationaal-soeialisme ge- geven, doch worden geen lichamelijike oefenin- gen gehouden. Waar de leiding van de N. S. B. niet wenscbt, dat de leden gewapend zijn (hetgeen ook geldt voor de W.-A. en W.-O.), de oefeningen van W.-A. zich beper- ken tot sport, boksen, wandelen e.d., terwijl die organisaties een betrekkelijk geringen om vang hebben. kan men moeilijk zeggen, dat die W.-A. en W.-O., zeker in bet stadium, waarin zij thans verkeeren, gelijkenis met de S. A. in Duitschland vertoonen en een parti culiere legermacbt vormen. 4, 5 en 6. In verband met het boven- opgemerkte beboeven deze vragen bij gebrek aan feitelijken grondslag wel geen nadere beantwoording. VALSCHE BELGISCHE BANKBILJETTEN VAN 100 FRANK. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt, dat sedert verscheidene maanden in de provincie "Henegouwen en ook in de hoofdstad, vrij veel valsche Belgische bankbiljetten van 100 frank in omloop blijken te zijn. In bet arrondissement Doornik alleen zijn reeds 62 valsche Mljetten in beslag genomen. BELASTINGONTDUIKING IN AMERIKA. Naar uit Washington gemeld wordt, zal de minister van justitie eerstdaags wegens lj«t ontduiken van belastingen tegen den vroegeren minister van financien, Andrew Mellon, den voormaligen burgemeester van New York, Walker, en den deelgenoot van de bankfirma Morgan, Thomas Lamont, een proces beginnen. Verder is het ministerie van justitie voor- nemens een onderzoek te doen instellen naar de gestie van Mellon, die de aluminium-maat- schappij beheerschte, welke maatschappij een monopolie in de aluminiumproductie had. Oud-minister Mellon, tegen wien een aan- klacht is ingediend wegens ontduiking van de belastingen, verklaarde, dat deze aanklacht „politiek van de slechtste soort'' is. Hij heeft zijn inkomstenbelasting steeds prompt betaald en had de laatste 20 jaar meer dan 20 millioen dollar opgebracht. Jimmy Walker beoordeelt het geval vol- komen wijsgeering. Hij huldigt de opvatting dat de belastingamtotenaren slechts hun plicht doen. Wat hem persoonlijk betreft, vindt hij het zelfs aangenaam, in de gelegenheid te wor den gesteld zijn financieele eerlijkheid te be- wijzen. Mellon verklaarde verder ten aanzien van de beschuldiging van belasting-ontduiking welke tegen hem is ingediend, dat zijn repu- tatie is vemield na een laster-campagne van enkele maanden door pers en radio. In October en November hebben ambtena- ren van het departsment van justitie zijn boe- ken gecontroleerd, doch geen enkele onregel- matighedd is gevonden. Verder ontkende Mellon nog, dat zijn fanii- lie de meeste aandeelen zou bezitten van de Aluminium Company of America, welke maat schappij het monopolie heet te bezitten van de aluminium-ertsen. IN DUITSCHLAND. Van gezaghebbenden Duitschen kant heeft men nu schrijft de N. R. Crt. de verzeke- ring verpomen, dat de concentratiekampen zich in likwidatie bevinden. Slechts een klein „grondsop" van onverzoenlijken zou overblij- ven. Men noemt een laag cijfer, als men over het aantal dezer overgeblevenen spreekt. Dit cijfer kan ons echter niet volmaakt vertrou- wen inboezemen, daar wij heel zeker, op grond van oude, uit bevoegde bron verkregen cij- iers wetsn, dat heel veel meer menschen in concentratiekampen opgeslcten zijn geweest, dan tegelijk daarmede al3 maximum-bevolking i dezer kampen tijdens hun hoogsten „bloei" v/ordt opgegBven. Het is ook dv<aas, als men ze nu gaat voorsttlien als een soort hu- msnitaire inrichtingen teneinde politieke tegen- standers aan den strafrecbter te onttrekken. Uit geloofwaardige bronnen heeft men vaak bijzonderheden kunnen vernemen over de be- handeling In deze kampen, die een heel ande- ren indruk maakten. Wij willen b.v. herinneren aan een beschrijving van den Berlijnschen cor respondent van de Times, nadat bij onder of- ficieele leiding kampen had bezocht. Men zou hier in Nederland in staat zijn, tal van buiten- gewoon leerzame medische attesten over te leggen, geschreven op grond van lichamelijk onderzoek van uit de kampen losgelatenen, on- middellijk na hun aankomst hier. Wij hebben zelf wel bezoek gehad van dergelijke slacht- offers, die nog onaangename uiterlijke teeke- nen konden vertoonen van de humane zor- gen". In het algemeen was de politiek onge- wenschte, die, in handen der justitie viel, er heel veel beter aan toe. Tal van vluchtelingen spreken nu nog met erkentelijkheid van de politie, in wier hoede zij zich bevonden heb ben, juist omdat zij daardoor uit het concen- tratiekamp gebleven zijn. Wij zouden deze oude maar waarlijk nog met heel oude koeien niet uit de sloot halen, als het voor zoovele mishandelden, die ter wille van hun betrekkin- gen in Duitschland nooit in het openbaar heb ben durven spreken, niet al te bitter moest zijn, wanneer nu zonder tegenspraak de legen- de zou kunnen worden gevestigd, dat de con centratiekampen feitelrjk menschlievende in richtingen zijn geweest. Men zou te Berlijn als men ze werkelijk wil likwideeren beter doen niet nog achteraf een discussie daarover te openen. Iedere revolutie daarop heeft men zich terecht vaak beroepen heeft baar on- gerechtigheden en Berlijn moet tevreden zijn als men de concentratiekampen en wat daar mede samenhing, op dat conto wil schrijven. Men zegt nu te Berlijn, dat men zachter kan worden op dat punt, omdat de positie van bet nieuwe bbwind steeds veiliger wordt. Het klinkt paradoxaal, bij alle oorzaken tot wrok- kige stemming, die in den laatsten tijd in Duitschland zoo duidelijk aan den dag zijn ge- komen. En toch is bet juist. Men gaat zich te Berlijn vaster in het zadel voelen en heeft reden daartoe. Men weet het, in de protestant- sche kerk duurt een hardnekkig verzet tegen den godsdienstdiwang, die de Duitsche christe- nen hun mede-protestanten aandoen, en die hun heiligste gevoelens kwetsen. Maar, het is reeds vroeger opgemerkt, tot deze ontevrede- nen hooren zeer vele predikanten, die politiek ijverige aanhangers zijn van het nieuwe be- wind. Precies zoo staat het met de monarchis- ten. Zij zijn inderdaad ten deele heel ruw be- handeld; op een wijze zelfs, die alleen met een kersversche revolutiestemming goed te praten viel. Er is verbittering in hun gelederen. Maar deze verbittering is bij velen hunner van den zelf den aard, als bij genoemde predikanten. Zij richt zich tegen zekere richtingen in, en me- thoden van het nieuwe stelsel. Maar vijanden van het stelsel zijn zij daarom niet. Men heeft gezien dat de exkroonprins als antwoord op de inderdaad smadelijke bejegening, die b.v. een Von der Goltz als monarchistisohe leider on- aervonden heeft, ondanks zijn leeftijd nog de uniform van de S.A. aantrekt. Van de monar- chisten zoomin als van de onderdrukte pro- testansche geestelijkheid heeft het regime iets te vreezen. Ook de economische onUvredenheid in het land is niet gevaarlijk. Daarvoor is alles te ongeorganiseerd en daarvcor ontbreekt ook al te zeer alle mogelijkheid van organisatie. Als een beoordeeling van den toestand mag men misschien het vertrek van generaal Von Seeckt naar China, als militair adviseur van de Chineesche regeering, beschouwen. Von Seeekt, beroemd als veldheer uit de oorlogs- jaren, en eigenlijke organisator van de gehei- me bewapening van Duitschland onverdacht vaderlaader dus heeft vrij demonstratief het stof van zijn vaderland van de voeten ge- schud. Hij is vertrokken ads een man, die voor goed vertrekt. Met kind en kraai en met al zijn roerend bezit is hij naar het Verre Oosten gegaan. In Duitschland vond hij blijkbaar, van zijn standpunt uit, niets meer te hopen. •Het systeem is gestabiliseerd. Men spreekt er nu van dat Von Papen zou aftreden als on- j der-kanselier, en een speciaal ambt in verband j met het Saargebied zou krijgen Als zijn op- volger cp den post van cnderkansclier word^ Goering genoemd. Men heeft ook van an- dere mogelijkheden gesproken: Goering zou als gezant naar Rome gaan! Waarschijnlijk was dat niet; de onstuimige macht van Goe ring is in den laatsten tijd herhaaldelijk weer z6o groot gebleken, dat men niet verwachten mag dat hij zich ostentatief ter zijde zou laten schuiven. Wordt hij werkelijk vicekanselier, dan beteekent dat juist integendeel een onder- streeping van zijn invloed. Dat de politiek van Berlijn dan rustiger zal worden, mag men he- laas niet verwachten. Want weliswaar was het vice-kanselierschap voor von Papen weinig beter dan dood spoor, maar in de handen van Goering zal dit ambt zeer zeker heel andere beteekenis krijgen. Het is opmerkelijk dat het gerucht te Ber lijn op het oogenblik von Neurath met rust laat. Men heeft zijn lot vaak met dat van von Papen verbonden geacht. Beiden zouden verdwijnen, als aan president Hindenburg eens op de een of andere wijze, de laatste rest van invloed ontviel. Inderdaad is de macht van Rosenberg, Hitler's persoonlijken minister van buitenlandsche zaken, tegenover het officieele departement, zeer gestegen. Van Hotel Adion, op den hoek van Wilhelmstrasse en Pariser Platz gelegen, waar Rosenberg zijn officieus ministerie heeft, uit, gaat zijn invloed verder de Wilhelmstrasse in. Hoe lang zal het daarbij blijven Ook van Seldte, den minister van arbeid, die niet als nazi doch als leider van den Stahl- helm in de regeering is gekoimen, acht men de positie niet bijster vast meer. Daarentegen heet de minister van economische zaken, Schmidt, nog tegen de oppositie van allerlei nationaal-socialisten bestand, omdat Hitler hem de hand boven het hoofd houdt; hem en dr. Schacht. Deze laatste schijnt in het bijzon- der door Fritz Thyssen te worden bestreden. Thyssen, die eens een der financieele steunpilaren der nationaal-socialistische partij is geweest, schijnt zich nu dan ook de weelde te kunnen veroorloven van een wat stugge houding. Men had hem de waardigheid van ,,FUhrer" van de industrie van Rijnland-West- falen toegedacht binnen het gebied van den ,,Treuhander" van den Arbeid in Westfalen. Daarvoor heeft bij echter bedankt. Nu noemt men voor dien post Poensgen, van de Vereenig- de Staalfabrieken, en ook den jongen Hugo Stinnes, die in de laatste maanden zijn best doet aansluiting te zoeken bij de nationaal- socialistische partij. Stinnes begint alvast te probeeren, de banden, die hem met de Deut sche Allgemeine Zeitung verbinden, los te maken. Want deze krant is blijkbaar nog steeds niet bemind bij de tegenwoordige machthebbers. Zij beeft pas weer een huiszoe- king van de geheime staatspolitie gehtd. De industrieele groep van Siemens heeft haar een krachtigen financieelen steun in den vorm van abonnementen en groot advertenties onttrok- ken Zoo zou men nu heel wat over Duitschland kunnen vertellen. Het is klein nieuws en geen groot nieuws, omdat er geen groote dingen in de lucht hangen. Want aldus zou men toch de verwijdering van Von Papen werkelijk niet kunnen noemen. roman van HULBERT FOOTNER. (Najdruk verboden.) 18) (Venvolg.) HOOFDSTUK XIV. De laatste tocht. De middaguren, die volgden op hun ont- moeting met Tom Lillewhite, waren lang en awaar voor NataJlie en Garth. Een misver- stand was tusschen hen gerezen. Zij reden, kampeerden en aten in stil'te, en in stilte gin- gen zij den nacht in. Zoodra het licht genoeg was om te kunnen zien, kroop Natalie geluidloos uit haar tent. Tegenover de opening van Garth's tent legde zij een vuur aan maar haar armen vielen slap langs baar lichaaim en haar oogen staar- den in de verte. En Garth, die haar zag, begreep wat er in haar om ging. Toen keken zij elkaar aan en zij werden weer even gelukkig als voorheen en geen van beiden aprak een woord. Het was niet nood'ig. Dien dag maakten zij slechts weinig vor- deringen. Het werk was nu zwaarder gewor- den, want Garth had voor vier paarden te aorgen. De laiatste mijlen van den weg, voor het onvermijdelijike tusschen hen zou komen, waren hun lief; en het werd steeds gemakke- lijker voor hem am te zeggen: Laat ons kampeeren, en moeilijker om te zeggen: Laten wij verder gaan. Iederen dag begonnen de bladeren te ve.r- bleeken, en den tweeden nacht van him laat sten tocht was de eerste strenge vorst neer- gedaald. Garth ontwaakte onder zijn zeil, bedekt met rijp. Aan het einde van den derden dag kregen zij den onvergetelijken glans van de Spirit River in zicht De eentonige reis door de dichte bosschen had hun tocht het karakter gegeven van een reis naar het einde van de aarde. Langen tijd stonden zij sprakedoos voor het machtige uitizicht aan de rivier en Natalie was de eerste, die hun beider ge- dachte uitsprak Zou het niet heerlijk zijn, als onze tocht geen ander doel had, dan dit te zien fiuister- de zij. Hoe vol van dankbaarheid zouden we nu kunnen terugkeeren. De weg liep nu zig-zagsgewijze naar be- neden, waar in de verte de Settlement lag. Nog voor zij bij de huizen aan kwamen sloe- gen zij hun kamp op en Garth verliet Natalie om naar de Settlement te gaan. Zijn eerste vraag werd toeantwoord met de mededeeling, dat de bisschop vertrokken was naar Binchl- min, Ostachegan Creek en Fort St. Pierre. Toen vroeg hij naar Herbert Mabyn. Nie- mand kon met zekerheid zeggen waar hij was. In geen maanden had hij zich vertoond en er lag een stapel brieven op hem te wachiten. Garth was gedwongen naar de inboonlingen af te dalen om lets te weten te komen. Het was duidelijk, dat geen blanke nog iets met Maabyn te doen wilde hebben. Garth ver- nam hoe hij de rivier moest overtrekken en besloot nog dien zelfden nacht den tocht te wagen. Hij begreep, dat men hem beschouw- de als een detective, die naar Mabyn op zoek was en by liet bet daar bij. Garth en Natalie stonden lang voor den ochtendstond op en staken de rivier over bij de eerste lichtstreep aan den hemel. Het mennen der paarden was een zwaar en moei- lijk werk, doch na een uur van zwoegen en worstelen bereikten zij vellig den overkant, dank zij de voortvarendheid van twee hunner paarden die de anderen meetrokken. Toen zij aan hun ontbijt nauweiijks begon nen waren hoorden zij in de verte de kinder- lijke wijs van een Indiaansdh lied, dat plot- seling naderbij kwam. Een jonge kleurling van ongeveer twintig jaar verscheen plotse- ling op den top van den heuvel en keek ver- toaasd naar de kleine karavaan heneden hem. Natalie zei later, dat deze jongen de knapste inboorling was, die zij ontmoet hadden. De jongeman gaf teekens van vriendschap en Garth noodigde hem uit hun maal te deelen. Als betuiging van beleefdheid hrak bij een klein stukje brood en dronk wat waterchocolade. Toen hij ging zitten, nam bij zijn hoed af en noemde zijn naam: Gene Lafabe. Ken je Herbert Mabyn? vroeg Garth. Gene knikte en deed een lang verhaal in het Indiaansch, waar Garth wanJhopig onder werd. Waar is hij? vroeg hij. Gene wees naar het Noorden: Clearwater Lake, zei hij en hij telde vijf en zeventig op zijn vingers. Waar is de weg? Geen weg hier. Kun je ons naar hem toebrengen? Het kostte veel moeite en geduld aan beide zijden om elkaar te verstaan, maar tenslotte keerde hij zijn paard en nam de leiding van den tocht. Gene bracht hen langs hem bekende paden en bosschen, terwijl Garth aanteeke- ningen maakte en hier en daar een stuk wit linnen aan een tak vestigde. Zijn voornemen was om Gene terug te sturen voor zij Mabyn zouden ontmoeten en hij wilde den weg kennen voor den terugtocht. De Indiaan die begreep wat zijn bedoeling was, gaf hem te verstaan dat Emmy, het wakkere paard, hem vanzelf wel zou leiden langs hun eigen spoor, tenzij er sneeuw zou vallen. Maar Garth wilde geen enikelen voonzorgsmaatregel venzuimen. Garth en Natalie gaven hun leedwezen te kennen over de moeilijkheid om Gene te ver staan, want de jongen had hun hondsrd din gen te vertellen over de prairie, waarvan zij de meeste slechts konden gissen. Na een volgehouden tocht kwamen zij by het meer aan, waar het kamp werd opgeslagen. De tocht naar Mabyn's hut werd uitgesteld tot den volgenden morgen, zoodat zij na een zoo kort mogelyk oponhhoud weer zouden kunnen vertrekken. MUSSOLINI ORGANISEERT HET VERWEER. Goemboes, de Hongaarscbe premier, is schrijft de N. R. Crt., reeds te Rome aange- komen, en Dollfuss, de geibieder van Oosten- rijk, is erheen onderweg. Nu zullen dus de besprekmgen beginnen, die in een groot ge deelte van Europa met zooveel spanning en wantrouwen worden afgewacht. Mussolini tracht bij voorbaat de wantrouwigen gerust te stellen. „Er is geen sprake van een tel- verbond tusschen Italie en de beide Donau- landfen", zoo verzekert hij. „Maar deze lan- den moeten in het alggmeen belang geholpen worden. En anderen doen dat niet". Daarin heeft de Duce volkomen gelijk. De Kleine Entente heeft zich steeds erg druk gemaakt als een economische toenadering van Oosten- ryk tot Duitschland dreigde. Zij heeft zich Ntdtrlandtch Ongeevenaard bij gevatte kou Product Griep, rheumatische pynen, Zenuwpijnen, Hooidpijn, enz. Per 12 stuks slechts 50 cent. Vol gens recept *on f Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met Bijslag voor Omzet-belasting. Ingez. Med. echter m hoofdzaak bepaald tot protesten. Zij meende blijkbaar met een beroep op ver- dragsbepalingen in alle eeuwigheid te kunnen doorzetten wat op den duur, tegen al te sprekende oeconomische fieten in, nooit te handhaven kon zijn De beste manier om Oostenrijk weerstandsvermogen te geven tegen Duitsohe annexatie was, het land op zijn minst niet te belemmeren in zijn oeco- nomischen groei. Maar zooals dit op bet oogenblik tusschen haast alle landen ter we- reld gebruikelijk is, zat men ook in die buurt elkaar in den weg. En vooral Oostenrijk en Hongarije. De Kleine Entente wilde niet (beseffen, dat met protesten alleen de onaf hankelijkheid van Oostenrijk niet te redden was; dat zij daar ook iets op oeconomisch gebied voor over moest hebben, vooral onder de tegenwoordige omstandigheden. En daar toe ontbrak de bereidwilligheid. Mussolini wil dat nu anders' behandelen. Voor Italie is de zelfstandigbeid van Oosten- rijks evenzeer een levenskwestie als voor de landen van de Kleine Entente. De Temps, die natuurlijk in dezen geen onbevooroor- deeld waamemer is, en den Anschluss" haast evenzeer vreest als de onmiddellijke belanghebbenden, wees Maandagavond nog eens uitdrukkelijk daarop. Het blad schreef onder bepaalde indrukken, maar had daarom niet." te minder gelijk toen het betoogde, dat als Oostenrijk bij het unitaire Diuitsdhe rijk werd ingelijfd, het met de positie van Itahe als eersterangs mogendbeid gedaan zou zijn. Het Duitsche Rijk van Hitler en het Romein- sche Rijk van Mussolini kunnen geen goede buren zijn. En dan ware de verde-eling van krachten wel heel erg ongelijk. Voorloopig ging het misschien nog. Voorloopig is Hitler bereid met ieder goede vrienden te zijn. Maar het fanatisme, de vind!ingrijkiheid en de alge- meenheid, waarmede Duitschland op het oogenblik bezig is zijn volk te militariseeren, kan niemand als gruststellend beschouwien. Dit alles krijgt afmetingen en tast op een wijze het familieleven aan, waarvan men in de buitenwereld nog weinig begrip heeft. Het heele volk komt in toenemende mate onder hooge spanning. Thans is wieer uit mede- deelingen van een medewerker van Hitler Garth noch Natalie konden slapen dien nacht. Alieen Gene sliep den slaap van den wilde. In alle vroegte waren zij present en na het ontbijt vertrokken zij, Gene naar het Zuiden en Garth en Natalie naar het meer. Wat hun te wachten stond wisiten zij niet, maar intuitief voelden zij dat de ontmoeting zfwaar zou zijn. Toen zij den top van den laatsten heuvel bereikten en het meer zich onder hen uit- streikte, konden zij hun oogen niet geloover wegens de lieflijkheid van het landschap. Ik zal de lastdieren bij den inham van het meer vastbinden, zei Garth, dan gaan we zonder lastdieren naar hem toe. Natalie hoorde hem nauweiijks. Haar oogen waren strak gericht op de kleine hut in de verte. Wat zal ons te wachten staan: dood, ellende of schanide Garth kon nauweiijks zijn gevoelens ver- bergen, zooeeer leed hij onder zijn bezorgdheid voor haar. O! Natalie, zei hij, hoe heb ik je aan dit alles kunnen blootstellen Ik heb het jou aangedlaan, antwoordde zy. We hebben gedaan wat we konden. Laat mij dan wat vooruit rijden Zij schudde haar hoofd. Dat kan ik niet, zei ze. Maak je niet bezorgd om mij. Kom, laten wij gaan. Toen kserde zij haar pony om en richtte haar glanzenide oogen op hem. Garth, lispelde zij. Ik zou je willen dankenmaar ik khn niet. Stil, weerde Garth af. Wat wij ginds ook aantreffen, zei zy, zal geen verwijdering tusschen ons brengen. Wij zullen dezelfde kameraden blijven op onzen tocht, niet waar? Garth werd bleek om zijn mondmeiar hij prcheerde te glimlachen. Hij nam haar hand en keek haar recht in de oogen. Tot den dood, zei hij rustig. Zij trok haar hand terug met een diepe zucht. Kom, zei zij. We moeten gaan HOOFDSTUK XV. De ontmoeting. De plaats aan de kust, waar Garth de twee paarden vastbond, was ongeveer twee mijl van Mabyn's hut. De weg daarheen liep onder de boomen die daar ter plaatse het dal be- dekten; een oud spoor was nog zichtbaar in het gras. Toen zij bij de hut kwamen, bons- den hun harten. Wanhoop lag over de arm- zalige hut; het dak was grijs van ouderdom, de sehoorsteen was omgevallen en de raamp- jes hadden hun ruiten verloren. Op de bank bij de deur zat de eenige bewoner van dit krot, een man met de beenen gestrekt en het hoofd tegen den wand van de hut. Hij maakte geen beweging toen zij naderbij kwamen en toen zij v66r hem stonden zagen zij, dat hrj sliep. Het was een ellendig schouwspel, dat zelfs den meest onverschilligen vreemdeling zou hebben getroffenen deze figuur was de man die Natalie in haar meisjeshart een- maal had verheerlijkt. Zijn mond hing open en hij snorkte onverdraaglijk. De vliegen, die de deur in en uit vlogen, kropen over zrjn gazicht. Het gaheel was afzichtelijk om te zien. Boven zijn hoofd hingen enkele pelzen te drogen. Een pijp, die half uit zijn vingers was gevallen, stortte asch op de bank. Een ouderwetsch geweer leunde tegen de deurstijl. Natalie wendde haar koud gelaat naar Garth. Hij is het, fluisterde zij. Garth dacht aan een portret, dat Natalie hem eens ge.toond had van een jongeman, fier van gelaatstrekken en gebaar en nu zag hij daar v66r zich een halfvergaan wrak. Je hebt het nu gezien, fluisterde hij tot Natalie. Laten we terug rijden. Zij weerde af. Ik moet hem zeggen, wat ik te zeggen heb, zei zij. Wil je afstijgen? vroeg hij. Natalie ontkende. Hier nooit! fluisterde zij. In een oogenblik beheerschte zij zich weer. Wil jij tot hem spreken? vroeg zij. Mabyn! riep Garth. (Wordt venvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 5