ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN
Ti 86 ifiustta op dfjnwtjg
AKKER .CACHETS
No. 9118
WOENSDAG 14 MAART 1934
74e Jaargang
Bmnenland
Buitenland
Feuilleton
"AK K E RTJ E"
TWEEDE BLAD
^ieem
straks een
voor Uw beginnende verkoudheid,
wanl overal zweven kwaadaardige
qriep-bacillen om U heen en doen Uw
verkoudheid tot griep verergeren.
"AKKERTJES" verjagen de koorts,
stuiten dien griep-aanval en bespa-
ren U dagen van veel nangheid.
NEUZENSCHE COURANT
NEDERLAND EN BELGIe.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt:
Na de afkeuring door den socialistischen
senator Mr. Rolin en het vrijzinnige Liaatste
Nieuws van het aan de Nederlandsch Bel
gische betrekikingen gewijde gadeelte van het
rapport geredigeerd door oud-minister Seger s
minister Hymans zelf gaf zich de moeite
op de ohjuistheid van sommige beweringer.
van den zonderlingen rapporteur der senaats-
commissie voor de begrooting van buitenland-
ache zaken te wijzen velt nu ook de
Katholieke Viaamsche Standaard, spreekibuis
van minister Sap, een scherp oordeel over de
uitlatingen van denzelfden heer Segers.
„In verschillende groote Nederlandsche
organen, aldus De Standaard van 11 dezer,
wordt heftig tekeer gegaan tegen uitlatingen
en voorstellingen van den beer Senator
Segers die het verslag maakte over buiten-
landsche zaken (begrooting) en daarin ook
een heel kapittel wijdde aan Nederland. Er
is in dit gedeelte omtrent de kwestie Neder
landBelgie heel *vat dat ook ons heeft
geergerd. Anderzijds heeft men reeds den
heer Hymans in de afgeloopen week in de
Kamer verklaringen hiooren afleggen weilke
niet veel minder dan rechtzettingen zijn van
eekere beweringen van den heer Segers.
De Nederlandsche bladen die tekeer gaan
tegen het verslag Segers vergeten soms dat in
het Belgische parlement, Kamer en Senaat,
een groote onafhankelijkheid wordt gelaten
aan den verslaggever. Deze moet niet nood-
zakelijk het richtsnoer der regeering volgen
noch het regeeringsstandpunt volgen.
Ter zake van de uitlatingen van den heer
Segers zijn wy er overtuigd van dat deze
geenszinis de meening weerspiegelen van de
Belgische regeeringskringen.
Het was noodig hier eens duidelijk dit on-
derscheid te maken. De heer Segers schijnt
aich moeilijk te kunnen heenwerken over de
slechte herinneringen welke hem zijn bijge-
bleven als eerste ongelukkige onderhandelaar
met Nederland".
BE NAT. SOU. WEER-AFDEELINGEN
EN WEER-OPLEIDIMJEN.
Op de schrifteiyke vragen van het Eerste
Kamerlid Polak:
Is het Zijne Excel'lentie den Minister van
Justitie bekend, dat de Nationaal-Socialis-
tische Beweging, algemeen leider ir. A. A.
Mussert weer-afdeelingen en weer-opleidingen
in het leven heeft geroepen?
Zoo ja, is het Z.Exc. dan verder bekend,
dat in het weekblad Oorlog of Vrede van 17
Februari afgedrukt is een uittreksel uit de
voorsbhriften, die gezegde algemeene leider
der N. S. B. betreffende deze W. A. en W. O.
heeft uitgevaardigd en heeft Z.Exc. daaraan
zrjn aandacht gewijd?
Zoo ja, is Z.Exc. dan niet van meening, dat
de N. S. B. bezig is een particuliere leger-
macht te organiseeren, van gelijken aard als
de S. A. in Duitschland en met gelijke oog-
merken, zooals trouwens in De Daad, een van
de piaatselijke N. S B.-bladen, dezer dagen
openlijk werd erkend
Indien Z.Exc. van oordeel is, dat de N. S. B.
inderdaad doende is een particuliere leger-
macht te organiseeren, acht Z.Exc. dit alsdan
oirbaar, wettig geoorloofd en bevorderlijk
voor orde en rust?
Zoo ja, wil Z.Exc. dan mededeelen op welke
gronden hi) deze meening is toegedaan?
Zoo neen, wil Z,Exc. dan mededeelen, of hrj
maatregelen zai nemen, en zoo ja, welke, om
een einde te maken aan de particuliere mili-
taire organisatie van ir. A. A. Mussert
(Heeft de Minister van Justitie geantwoord:
1. Deze vraag wordt bevestigend beant-
woord.
2. De voorschriften voor de weerbaarheid
der N. S. B. zijn den ondergeteekende volledig
bekend. Hij heeft daaraan zijn aandacht
gewijd.
Het door den ondergeteekende mgestelde
onderzoek heeft niet kunnen doen blijken, dat
bij die W. A. weer-af,dealing) voorshands
sprake is van een militaire organisatie, ter-
wijl ook van eenige militaire geoefendheid
der leden praetisoh bezwaarlijk kan worden
gesproken.
3. De z.g. W.-O. (weer-opleiding) wordt
gevormd door jongelieden, en ook ouderen, die
zich voor de W.-A. aanmelden. In de W.-O.
wordt een proeftijd doorgemaakt en cursus
in de leer van het nationaal-soeialisme ge-
geven, doch worden geen lichamelijike oefenin-
gen gehouden. Waar de leiding van de
N. S. B. niet wenscbt, dat de leden gewapend
zijn (hetgeen ook geldt voor de W.-A. en
W.-O.), de oefeningen van W.-A. zich beper-
ken tot sport, boksen, wandelen e.d., terwijl
die organisaties een betrekkelijk geringen om
vang hebben. kan men moeilijk zeggen, dat
die W.-A. en W.-O., zeker in bet stadium,
waarin zij thans verkeeren, gelijkenis met de
S. A. in Duitschland vertoonen en een parti
culiere legermacbt vormen.
4, 5 en 6. In verband met het boven-
opgemerkte beboeven deze vragen bij gebrek
aan feitelijken grondslag wel geen nadere
beantwoording.
VALSCHE BELGISCHE BANKBILJETTEN
VAN 100 FRANK.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt, dat sedert verscheidene maanden in de
provincie "Henegouwen en ook in de hoofdstad,
vrij veel valsche Belgische bankbiljetten van
100 frank in omloop blijken te zijn. In bet
arrondissement Doornik alleen zijn reeds 62
valsche Mljetten in beslag genomen.
BELASTINGONTDUIKING IN AMERIKA.
Naar uit Washington gemeld wordt, zal de
minister van justitie eerstdaags wegens lj«t
ontduiken van belastingen tegen den vroegeren
minister van financien, Andrew Mellon, den
voormaligen burgemeester van New York,
Walker, en den deelgenoot van de bankfirma
Morgan, Thomas Lamont, een proces beginnen.
Verder is het ministerie van justitie voor-
nemens een onderzoek te doen instellen naar
de gestie van Mellon, die de aluminium-maat-
schappij beheerschte, welke maatschappij een
monopolie in de aluminiumproductie had.
Oud-minister Mellon, tegen wien een aan-
klacht is ingediend wegens ontduiking van de
belastingen, verklaarde, dat deze aanklacht
„politiek van de slechtste soort'' is.
Hij heeft zijn inkomstenbelasting steeds
prompt betaald en had de laatste 20 jaar meer
dan 20 millioen dollar opgebracht.
Jimmy Walker beoordeelt het geval vol-
komen wijsgeering. Hij huldigt de opvatting
dat de belastingamtotenaren slechts hun plicht
doen. Wat hem persoonlijk betreft, vindt hij
het zelfs aangenaam, in de gelegenheid te wor
den gesteld zijn financieele eerlijkheid te be-
wijzen.
Mellon verklaarde verder ten aanzien van
de beschuldiging van belasting-ontduiking
welke tegen hem is ingediend, dat zijn repu-
tatie is vemield na een laster-campagne van
enkele maanden door pers en radio.
In October en November hebben ambtena-
ren van het departsment van justitie zijn boe-
ken gecontroleerd, doch geen enkele onregel-
matighedd is gevonden.
Verder ontkende Mellon nog, dat zijn fanii-
lie de meeste aandeelen zou bezitten van de
Aluminium Company of America, welke maat
schappij het monopolie heet te bezitten van de
aluminium-ertsen.
IN DUITSCHLAND.
Van gezaghebbenden Duitschen kant heeft
men nu schrijft de N. R. Crt. de verzeke-
ring verpomen, dat de concentratiekampen
zich in likwidatie bevinden. Slechts een klein
„grondsop" van onverzoenlijken zou overblij-
ven. Men noemt een laag cijfer, als men over
het aantal dezer overgeblevenen spreekt. Dit
cijfer kan ons echter niet volmaakt vertrou-
wen inboezemen, daar wij heel zeker, op grond
van oude, uit bevoegde bron verkregen cij-
iers wetsn, dat heel veel meer menschen in
concentratiekampen opgeslcten zijn geweest,
dan tegelijk daarmede al3 maximum-bevolking
i dezer kampen tijdens hun hoogsten „bloei"
v/ordt opgegBven. Het is ook dv<aas, als
men ze nu gaat voorsttlien als een soort hu-
msnitaire inrichtingen teneinde politieke tegen-
standers aan den strafrecbter te onttrekken.
Uit geloofwaardige bronnen heeft men vaak
bijzonderheden kunnen vernemen over de be-
handeling In deze kampen, die een heel ande-
ren indruk maakten. Wij willen b.v. herinneren
aan een beschrijving van den Berlijnschen cor
respondent van de Times, nadat bij onder of-
ficieele leiding kampen had bezocht. Men zou
hier in Nederland in staat zijn, tal van buiten-
gewoon leerzame medische attesten over te
leggen, geschreven op grond van lichamelijk
onderzoek van uit de kampen losgelatenen, on-
middellijk na hun aankomst hier. Wij hebben
zelf wel bezoek gehad van dergelijke slacht-
offers, die nog onaangename uiterlijke teeke-
nen konden vertoonen van de humane zor-
gen". In het algemeen was de politiek onge-
wenschte, die, in handen der justitie viel, er
heel veel beter aan toe. Tal van vluchtelingen
spreken nu nog met erkentelijkheid van de
politie, in wier hoede zij zich bevonden heb
ben, juist omdat zij daardoor uit het concen-
tratiekamp gebleven zijn. Wij zouden deze oude
maar waarlijk nog met heel oude koeien
niet uit de sloot halen, als het voor zoovele
mishandelden, die ter wille van hun betrekkin-
gen in Duitschland nooit in het openbaar heb
ben durven spreken, niet al te bitter moest
zijn, wanneer nu zonder tegenspraak de legen-
de zou kunnen worden gevestigd, dat de con
centratiekampen feitelrjk menschlievende in
richtingen zijn geweest. Men zou te Berlijn
als men ze werkelijk wil likwideeren beter
doen niet nog achteraf een discussie daarover
te openen. Iedere revolutie daarop heeft men
zich terecht vaak beroepen heeft baar on-
gerechtigheden en Berlijn moet tevreden zijn
als men de concentratiekampen en wat daar
mede samenhing, op dat conto wil schrijven.
Men zegt nu te Berlijn, dat men zachter kan
worden op dat punt, omdat de positie van bet
nieuwe bbwind steeds veiliger wordt. Het
klinkt paradoxaal, bij alle oorzaken tot wrok-
kige stemming, die in den laatsten tijd in
Duitschland zoo duidelijk aan den dag zijn ge-
komen. En toch is bet juist. Men gaat zich te
Berlijn vaster in het zadel voelen en heeft
reden daartoe. Men weet het, in de protestant-
sche kerk duurt een hardnekkig verzet tegen
den godsdienstdiwang, die de Duitsche christe-
nen hun mede-protestanten aandoen, en die
hun heiligste gevoelens kwetsen. Maar, het is
reeds vroeger opgemerkt, tot deze ontevrede-
nen hooren zeer vele predikanten, die politiek
ijverige aanhangers zijn van het nieuwe be-
wind. Precies zoo staat het met de monarchis-
ten. Zij zijn inderdaad ten deele heel ruw be-
handeld; op een wijze zelfs, die alleen met een
kersversche revolutiestemming goed te praten
viel. Er is verbittering in hun gelederen. Maar
deze verbittering is bij velen hunner van den
zelf den aard, als bij genoemde predikanten. Zij
richt zich tegen zekere richtingen in, en me-
thoden van het nieuwe stelsel. Maar vijanden
van het stelsel zijn zij daarom niet. Men heeft
gezien dat de exkroonprins als antwoord op de
inderdaad smadelijke bejegening, die b.v. een
Von der Goltz als monarchistisohe leider on-
aervonden heeft, ondanks zijn leeftijd nog de
uniform van de S.A. aantrekt. Van de monar-
chisten zoomin als van de onderdrukte pro-
testansche geestelijkheid heeft het regime iets
te vreezen. Ook de economische onUvredenheid
in het land is niet gevaarlijk. Daarvoor is alles
te ongeorganiseerd en daarvcor ontbreekt ook
al te zeer alle mogelijkheid van organisatie.
Als een beoordeeling van den toestand mag
men misschien het vertrek van generaal Von
Seeckt naar China, als militair adviseur van
de Chineesche regeering, beschouwen. Von
Seeekt, beroemd als veldheer uit de oorlogs-
jaren, en eigenlijke organisator van de gehei-
me bewapening van Duitschland onverdacht
vaderlaader dus heeft vrij demonstratief het
stof van zijn vaderland van de voeten ge-
schud. Hij is vertrokken ads een man, die voor
goed vertrekt. Met kind en kraai en met al
zijn roerend bezit is hij naar het Verre Oosten
gegaan. In Duitschland vond hij blijkbaar, van
zijn standpunt uit, niets meer te hopen.
•Het systeem is gestabiliseerd. Men spreekt
er nu van dat Von Papen zou aftreden als on- j
der-kanselier, en een speciaal ambt in verband j
met het Saargebied zou krijgen Als zijn op-
volger cp den post van cnderkansclier word^
Goering genoemd. Men heeft ook van an-
dere mogelijkheden gesproken: Goering zou
als gezant naar Rome gaan! Waarschijnlijk
was dat niet; de onstuimige macht van Goe
ring is in den laatsten tijd herhaaldelijk weer
z6o groot gebleken, dat men niet verwachten
mag dat hij zich ostentatief ter zijde zou laten
schuiven. Wordt hij werkelijk vicekanselier,
dan beteekent dat juist integendeel een onder-
streeping van zijn invloed. Dat de politiek van
Berlijn dan rustiger zal worden, mag men he-
laas niet verwachten. Want weliswaar was het
vice-kanselierschap voor von Papen weinig
beter dan dood spoor, maar in de handen van
Goering zal dit ambt zeer zeker heel andere
beteekenis krijgen.
Het is opmerkelijk dat het gerucht te Ber
lijn op het oogenblik von Neurath met rust
laat. Men heeft zijn lot vaak met dat van
von Papen verbonden geacht. Beiden zouden
verdwijnen, als aan president Hindenburg eens
op de een of andere wijze, de laatste rest van
invloed ontviel. Inderdaad is de macht van
Rosenberg, Hitler's persoonlijken minister van
buitenlandsche zaken, tegenover het officieele
departement, zeer gestegen. Van Hotel Adion,
op den hoek van Wilhelmstrasse en Pariser
Platz gelegen, waar Rosenberg zijn officieus
ministerie heeft, uit, gaat zijn invloed verder
de Wilhelmstrasse in. Hoe lang zal het daarbij
blijven
Ook van Seldte, den minister van arbeid,
die niet als nazi doch als leider van den Stahl-
helm in de regeering is gekoimen, acht men de
positie niet bijster vast meer. Daarentegen
heet de minister van economische zaken,
Schmidt, nog tegen de oppositie van allerlei
nationaal-socialisten bestand, omdat Hitler
hem de hand boven het hoofd houdt; hem en
dr. Schacht. Deze laatste schijnt in het bijzon-
der door Fritz Thyssen te worden bestreden.
Thyssen, die eens een der financieele
steunpilaren der nationaal-socialistische partij
is geweest, schijnt zich nu dan ook de weelde
te kunnen veroorloven van een wat stugge
houding. Men had hem de waardigheid van
,,FUhrer" van de industrie van Rijnland-West-
falen toegedacht binnen het gebied van den
,,Treuhander" van den Arbeid in Westfalen.
Daarvoor heeft bij echter bedankt. Nu noemt
men voor dien post Poensgen, van de Vereenig-
de Staalfabrieken, en ook den jongen Hugo
Stinnes, die in de laatste maanden zijn best
doet aansluiting te zoeken bij de nationaal-
socialistische partij. Stinnes begint alvast te
probeeren, de banden, die hem met de Deut
sche Allgemeine Zeitung verbinden, los te
maken. Want deze krant is blijkbaar nog
steeds niet bemind bij de tegenwoordige
machthebbers. Zij beeft pas weer een huiszoe-
king van de geheime staatspolitie gehtd. De
industrieele groep van Siemens heeft haar een
krachtigen financieelen steun in den vorm van
abonnementen en groot advertenties onttrok-
ken
Zoo zou men nu heel wat over Duitschland
kunnen vertellen. Het is klein nieuws en geen
groot nieuws, omdat er geen groote dingen in
de lucht hangen. Want aldus zou men toch de
verwijdering van Von Papen werkelijk niet
kunnen noemen.
roman van
HULBERT FOOTNER.
(Najdruk verboden.)
18) (Venvolg.)
HOOFDSTUK XIV.
De laatste tocht.
De middaguren, die volgden op hun ont-
moeting met Tom Lillewhite, waren lang en
awaar voor NataJlie en Garth. Een misver-
stand was tusschen hen gerezen. Zij reden,
kampeerden en aten in stil'te, en in stilte gin-
gen zij den nacht in.
Zoodra het licht genoeg was om te kunnen
zien, kroop Natalie geluidloos uit haar tent.
Tegenover de opening van Garth's tent legde
zij een vuur aan maar haar armen vielen
slap langs baar lichaaim en haar oogen staar-
den in de verte. En Garth, die haar zag,
begreep wat er in haar om ging. Toen
keken zij elkaar aan en zij werden weer even
gelukkig als voorheen en geen van beiden
aprak een woord. Het was niet nood'ig.
Dien dag maakten zij slechts weinig vor-
deringen. Het werk was nu zwaarder gewor-
den, want Garth had voor vier paarden te
aorgen. De laiatste mijlen van den weg, voor
het onvermijdelijike tusschen hen zou komen,
waren hun lief; en het werd steeds gemakke-
lijker voor hem am te zeggen:
Laat ons kampeeren, en moeilijker om te
zeggen: Laten wij verder gaan.
Iederen dag begonnen de bladeren te ve.r-
bleeken, en den tweeden nacht van him laat
sten tocht was de eerste strenge vorst neer-
gedaald. Garth ontwaakte onder zijn zeil,
bedekt met rijp.
Aan het einde van den derden dag kregen
zij den onvergetelijken glans van de Spirit
River in zicht De eentonige reis door de
dichte bosschen had hun tocht het karakter
gegeven van een reis naar het einde van de
aarde. Langen tijd stonden zij sprakedoos
voor het machtige uitizicht aan de rivier en
Natalie was de eerste, die hun beider ge-
dachte uitsprak
Zou het niet heerlijk zijn, als onze tocht
geen ander doel had, dan dit te zien fiuister-
de zij. Hoe vol van dankbaarheid zouden we
nu kunnen terugkeeren.
De weg liep nu zig-zagsgewijze naar be-
neden, waar in de verte de Settlement lag.
Nog voor zij bij de huizen aan kwamen sloe-
gen zij hun kamp op en Garth verliet Natalie
om naar de Settlement te gaan. Zijn eerste
vraag werd toeantwoord met de mededeeling,
dat de bisschop vertrokken was naar Binchl-
min, Ostachegan Creek en Fort St. Pierre.
Toen vroeg hij naar Herbert Mabyn. Nie-
mand kon met zekerheid zeggen waar hij was.
In geen maanden had hij zich vertoond en er
lag een stapel brieven op hem te wachiten.
Garth was gedwongen naar de inboonlingen
af te dalen om lets te weten te komen. Het
was duidelijk, dat geen blanke nog iets met
Maabyn te doen wilde hebben. Garth ver-
nam hoe hij de rivier moest overtrekken en
besloot nog dien zelfden nacht den tocht te
wagen. Hij begreep, dat men hem beschouw-
de als een detective, die naar Mabyn op zoek
was en by liet bet daar bij.
Garth en Natalie stonden lang voor den
ochtendstond op en staken de rivier over bij
de eerste lichtstreep aan den hemel. Het
mennen der paarden was een zwaar en moei-
lijk werk, doch na een uur van zwoegen en
worstelen bereikten zij vellig den overkant,
dank zij de voortvarendheid van twee hunner
paarden die de anderen meetrokken.
Toen zij aan hun ontbijt nauweiijks begon
nen waren hoorden zij in de verte de kinder-
lijke wijs van een Indiaansdh lied, dat plot-
seling naderbij kwam. Een jonge kleurling
van ongeveer twintig jaar verscheen plotse-
ling op den top van den heuvel en keek ver-
toaasd naar de kleine karavaan heneden hem.
Natalie zei later, dat deze jongen de knapste
inboorling was, die zij ontmoet hadden.
De jongeman gaf teekens van vriendschap
en Garth noodigde hem uit hun maal te
deelen. Als betuiging van beleefdheid hrak
bij een klein stukje brood en dronk wat
waterchocolade. Toen hij ging zitten, nam
bij zijn hoed af en noemde zijn naam: Gene
Lafabe.
Ken je Herbert Mabyn? vroeg Garth.
Gene knikte en deed een lang verhaal in
het Indiaansch, waar Garth wanJhopig onder
werd.
Waar is hij? vroeg hij.
Gene wees naar het Noorden: Clearwater
Lake, zei hij en hij telde vijf en zeventig op
zijn vingers.
Waar is de weg?
Geen weg hier.
Kun je ons naar hem toebrengen? Het
kostte veel moeite en geduld aan beide zijden
om elkaar te verstaan, maar tenslotte keerde
hij zijn paard en nam de leiding van den
tocht. Gene bracht hen langs hem bekende
paden en bosschen, terwijl Garth aanteeke-
ningen maakte en hier en daar een stuk wit
linnen aan een tak vestigde. Zijn voornemen
was om Gene terug te sturen voor zij Mabyn
zouden ontmoeten en hij wilde den weg
kennen voor den terugtocht. De Indiaan
die begreep wat zijn bedoeling was, gaf hem
te verstaan dat Emmy, het wakkere paard,
hem vanzelf wel zou leiden langs hun eigen
spoor, tenzij er sneeuw zou vallen. Maar
Garth wilde geen enikelen voonzorgsmaatregel
venzuimen.
Garth en Natalie gaven hun leedwezen te
kennen over de moeilijkheid om Gene te ver
staan, want de jongen had hun hondsrd din
gen te vertellen over de prairie, waarvan zij
de meeste slechts konden gissen. Na een
volgehouden tocht kwamen zij by het meer
aan, waar het kamp werd opgeslagen. De
tocht naar Mabyn's hut werd uitgesteld tot
den volgenden morgen, zoodat zij na een zoo
kort mogelyk oponhhoud weer zouden kunnen
vertrekken.
MUSSOLINI ORGANISEERT HET
VERWEER.
Goemboes, de Hongaarscbe premier, is
schrijft de N. R. Crt., reeds te Rome aange-
komen, en Dollfuss, de geibieder van Oosten-
rijk, is erheen onderweg. Nu zullen dus de
besprekmgen beginnen, die in een groot ge
deelte van Europa met zooveel spanning en
wantrouwen worden afgewacht. Mussolini
tracht bij voorbaat de wantrouwigen gerust
te stellen. „Er is geen sprake van een tel-
verbond tusschen Italie en de beide Donau-
landfen", zoo verzekert hij. „Maar deze lan-
den moeten in het alggmeen belang geholpen
worden. En anderen doen dat niet". Daarin
heeft de Duce volkomen gelijk. De Kleine
Entente heeft zich steeds erg druk gemaakt
als een economische toenadering van Oosten-
ryk tot Duitschland dreigde. Zij heeft zich
Ntdtrlandtch Ongeevenaard bij gevatte kou
Product Griep, rheumatische pynen,
Zenuwpijnen, Hooidpijn, enz.
Per 12 stuks slechts 50 cent.
Vol gens recept *on f
Bovengenoemde prijs wordt verhoogd met
Bijslag voor Omzet-belasting.
Ingez. Med.
echter m hoofdzaak bepaald tot protesten. Zij
meende blijkbaar met een beroep op ver-
dragsbepalingen in alle eeuwigheid te kunnen
doorzetten wat op den duur, tegen al te
sprekende oeconomische fieten in, nooit te
handhaven kon zijn De beste manier om
Oostenrijk weerstandsvermogen te geven
tegen Duitsohe annexatie was, het land op
zijn minst niet te belemmeren in zijn oeco-
nomischen groei. Maar zooals dit op bet
oogenblik tusschen haast alle landen ter we-
reld gebruikelijk is, zat men ook in die buurt
elkaar in den weg. En vooral Oostenrijk en
Hongarije. De Kleine Entente wilde niet
(beseffen, dat met protesten alleen de onaf
hankelijkheid van Oostenrijk niet te redden
was; dat zij daar ook iets op oeconomisch
gebied voor over moest hebben, vooral onder
de tegenwoordige omstandigheden. En daar
toe ontbrak de bereidwilligheid.
Mussolini wil dat nu anders' behandelen.
Voor Italie is de zelfstandigbeid van Oosten-
rijks evenzeer een levenskwestie als voor de
landen van de Kleine Entente. De Temps,
die natuurlijk in dezen geen onbevooroor-
deeld waamemer is, en den Anschluss"
haast evenzeer vreest als de onmiddellijke
belanghebbenden, wees Maandagavond nog
eens uitdrukkelijk daarop. Het blad schreef
onder bepaalde indrukken, maar had daarom
niet." te minder gelijk toen het betoogde, dat
als Oostenrijk bij het unitaire Diuitsdhe rijk
werd ingelijfd, het met de positie van Itahe
als eersterangs mogendbeid gedaan zou zijn.
Het Duitsche Rijk van Hitler en het Romein-
sche Rijk van Mussolini kunnen geen goede
buren zijn. En dan ware de verde-eling van
krachten wel heel erg ongelijk. Voorloopig
ging het misschien nog. Voorloopig is Hitler
bereid met ieder goede vrienden te zijn. Maar
het fanatisme, de vind!ingrijkiheid en de alge-
meenheid, waarmede Duitschland op het
oogenblik bezig is zijn volk te militariseeren,
kan niemand als gruststellend beschouwien.
Dit alles krijgt afmetingen en tast op een
wijze het familieleven aan, waarvan men in
de buitenwereld nog weinig begrip heeft. Het
heele volk komt in toenemende mate onder
hooge spanning. Thans is wieer uit mede-
deelingen van een medewerker van Hitler
Garth noch Natalie konden slapen dien
nacht. Alieen Gene sliep den slaap van den
wilde.
In alle vroegte waren zij present en na het
ontbijt vertrokken zij, Gene naar het Zuiden
en Garth en Natalie naar het meer. Wat
hun te wachten stond wisiten zij niet, maar
intuitief voelden zij dat de ontmoeting zfwaar
zou zijn.
Toen zij den top van den laatsten heuvel
bereikten en het meer zich onder hen uit-
streikte, konden zij hun oogen niet geloover
wegens de lieflijkheid van het landschap.
Ik zal de lastdieren bij den inham van
het meer vastbinden, zei Garth, dan gaan we
zonder lastdieren naar hem toe.
Natalie hoorde hem nauweiijks. Haar oogen
waren strak gericht op de kleine hut in de
verte.
Wat zal ons te wachten staan: dood,
ellende of schanide
Garth kon nauweiijks zijn gevoelens ver-
bergen, zooeeer leed hij onder zijn bezorgdheid
voor haar.
O! Natalie, zei hij, hoe heb ik je aan dit
alles kunnen blootstellen
Ik heb het jou aangedlaan, antwoordde
zy. We hebben gedaan wat we konden.
Laat mij dan wat vooruit rijden
Zij schudde haar hoofd.
Dat kan ik niet, zei ze. Maak je niet
bezorgd om mij. Kom, laten wij gaan.
Toen kserde zij haar pony om en richtte
haar glanzenide oogen op hem.
Garth, lispelde zij. Ik zou je willen
dankenmaar ik khn niet.
Stil, weerde Garth af.
Wat wij ginds ook aantreffen, zei zy, zal
geen verwijdering tusschen ons brengen. Wij
zullen dezelfde kameraden blijven op onzen
tocht, niet waar?
Garth werd bleek om zijn mondmeiar
hij prcheerde te glimlachen. Hij nam haar
hand en keek haar recht in de oogen.
Tot den dood, zei hij rustig.
Zij trok haar hand terug met een diepe
zucht.
Kom, zei zij. We moeten gaan
HOOFDSTUK XV.
De ontmoeting.
De plaats aan de kust, waar Garth de twee
paarden vastbond, was ongeveer twee mijl van
Mabyn's hut. De weg daarheen liep onder
de boomen die daar ter plaatse het dal be-
dekten; een oud spoor was nog zichtbaar in
het gras. Toen zij bij de hut kwamen, bons-
den hun harten. Wanhoop lag over de arm-
zalige hut; het dak was grijs van ouderdom,
de sehoorsteen was omgevallen en de raamp-
jes hadden hun ruiten verloren. Op de bank
bij de deur zat de eenige bewoner van dit
krot, een man met de beenen gestrekt en het
hoofd tegen den wand van de hut. Hij maakte
geen beweging toen zij naderbij kwamen en
toen zij v66r hem stonden zagen zij, dat hrj
sliep. Het was een ellendig schouwspel, dat
zelfs den meest onverschilligen vreemdeling
zou hebben getroffenen deze figuur was
de man die Natalie in haar meisjeshart een-
maal had verheerlijkt. Zijn mond hing open
en hij snorkte onverdraaglijk. De vliegen,
die de deur in en uit vlogen, kropen over zrjn
gazicht. Het gaheel was afzichtelijk om te
zien. Boven zijn hoofd hingen enkele pelzen
te drogen. Een pijp, die half uit zijn vingers
was gevallen, stortte asch op de bank. Een
ouderwetsch geweer leunde tegen de deurstijl.
Natalie wendde haar koud gelaat naar
Garth.
Hij is het, fluisterde zij.
Garth dacht aan een portret, dat Natalie
hem eens ge.toond had van een jongeman,
fier van gelaatstrekken en gebaar en nu zag
hij daar v66r zich een halfvergaan wrak.
Je hebt het nu gezien, fluisterde hij tot
Natalie. Laten we terug rijden.
Zij weerde af.
Ik moet hem zeggen, wat ik te zeggen
heb, zei zij.
Wil je afstijgen? vroeg hij.
Natalie ontkende.
Hier nooit! fluisterde zij.
In een oogenblik beheerschte zij zich weer.
Wil jij tot hem spreken? vroeg zij.
Mabyn! riep Garth.
(Wordt venvolgd.)