HI r-CMFFN KIEUWS- EN ADVERTENTIEBUD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Twee mensclieii op den we£
De Oxford-beweging.
No. 9116
VRIJDAG 9 MAART 1934
74e Jaargang
Feuiileton
Binnenland
fliet alleen
zeem en spons,
EERSTE BLAD
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post i 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekemd.
Handel sadvertentien bij regelabonnement tegen vermindeird tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DiT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Aanhoudena weer hoort men tegen-
woordig over deze beweging", die veel
beter een „opwekking" kan worden ge-
noemd. Het is merkwaardig: in zoo kor-
ten tijd als deze zaak tot ontplooi'ing is ge
komen, maar wij kunnen gerust voorzeg-
gen, dat het einde, d.w.z. de voile ont-
wikkeling nog niet is bereikt. Voor de
zaak zelve wordt weinig of geen reclame,
alfihans geen algemeene reclame, gemaakt.
Men kiest met eenige zorg de menschen
uit, bij wie men aanknooping en een goed
verstaan meent te zullen vinden, en men
dringt ook niet te veel aan of op; men
dwingt hier in geenen deele.
De man, die met deze beweging begon-
nen is, heet Frank Buchman, een Ameri-
kaan van Duitsch-Zwitsersche afkomst.
Na zijn opleiding in Amerika en Enge-
land, leerde hij de Duitsche Inwendige
Zending kennen, die vooral tot bloei was
gekomen onder de leiding van Von Bodel-
schwing. In zijn vaderland teruggekeerd,
arbeidde F. Buchman als predikant en
later als directeur van een Tehuis voor
jongemannen, waar hij met ijver en ook
met zegen werkte, tot hij moeilijkheden
kreeg met zijn bestuur. Buchman nam ont-
slag en reisde teleurgesteld, ja zelfs ver-
bitterd, naar Engeland terug.
Het is wel een wonderlijk en toch zoo
begrijpelijk samentreffen geweest, dat hij
daar te lande op een stillen Zondagmid-
dag in een klein dorpskerkje het evangelie
hoorde verkondigen, op ernstige, warme
en ontdekkende wijze, waardoor toen op-
eens zijn oogen open gingen, niet slechts
voor de fouten van anderen, maar aller-
eerst voor die van hemzelf. Buchman zag
nu in, dat hij zich geheel gewonnen moest
aeven, en dat hij vooral moest beginnen
met alles, ook met zijn naasten, zooveel
mogelijk in orde te brengen. Zoo was
het eerste gevolg van zijn verdiepte in-
zichten dit, dat hij het'besluit nam om zijn
fout te erkennen en weer goed te maken.
Hij begon zes brieven te schrijven aan de
bestuurders van dat Tehuis voor Jonge
mannen om hun te belijden, dat hij ver-
bitterd was geweest, en dat hij hun ver-
giffenis vroeg. Toen hij dat gedaan had,
vertelde hij het aan zijn gastheer, en een
zoon van die familie, die eigenlijk alle
vertrouwen in de realiteit van het Chris
tendom had verloren, kwam nu ook tot
verandering. Dit is gebeurd in 1908.
Buchman is daarna geroepen tot evange-
lisatiewerk in ccn univcrsitsitsstad in
Amerika: van 1915 tot 1919 was hij in
China, Japan, Korea en in Indie. Toen,
in 1918. is op een eenzame en vrijwel on-
bekende plek in midden-China de eerste
house-party gehouden.
Wat men daaronder verstaat, zullen wi|
nader verklaren. Buchman is heel beslist
tot de overtuiging gekomen, dat de wereld
tegenwoordig vooral behoefte heeft aan
persoonlijken evangelisatie-arbeid en aan
persoonlijke zielszorg. Hij meent, dat
deze in de godsdienstoefeningen en ook
in allerlei andere kringen en vergaderin-
aen niet voldoende tot haar recht komt.
Daarom voelde hij, dat het gewenscht zou
zijn de menschen in minder vormelijke
roman van
HULBERT FOOTNER.
(Nadruk verboden.
16) (Vervolg.)
Smijt dit kreng aan wal! commandeerde
Gartb.
De inboorlingen, bet bevel begrijpend, ge-
hoorzaamden instinctmatig en Hooliam werd
over de verschansing geheschen en smakte
op bet strand neer.
We moeten voor onze redding zorgen,
zei Gartb tot Charley. Vertaal mijn orders.
De storm begon weer harder te razen en
de wind joeg uit het zuiden.
Stoot de boot van den wal! comman
deerde Garth.
De kieurlingen gaven zich in dezen gevaar-
lijken storm gaarne aan de bevelen.de stem
over en haastten zich om te gehoorzamen.
Garth en Charley gaven het voorbeeld en voet
voor voet sohoof de Loseis terug het meer. in,
tot zij eindelijk vlot lag.
Natalie had sinds lang haar schuilplaats
verlaten en volgde met verlangende oogen
Garth en Charley. Garth was overal tegelijk.
Hij vond zoo nu en dan een oogeniblik tijd om
haar een bemoedigend woord toe te roepen en
zij hunkerde er naar te kunnen meehelpen.
Nauwelijks had de boot haar weg gevonden.
of de storm ging liggen, even plotseling als hij
gekomen was, en de maan gluurde weer door
de wolken. Denkend aan Nick en Hooliam
die op het strand lagen, overlegde Garth met
Charley wat hij beter had kunnen doen. Het
kostte hun slechts drie seconden om tot een
besluit te komen.
Het is ongeveer tusschen acht en tien
mijl naar den kop van het meer, zei Charley.
samenkomsten bijeen te brengen, en dat
dan ook niet maar voor zoo n korten tijd,
doch voor enkele dagen aaneen, b.v. in
een week-end". Deze samenkomsten
heeten dan house-parties, en zij worden
niet gegeven in kerken of zalen, maar in
salons of zoo, bijvoorbeeld ook wel in
hotels.
Deze lieden, Buchman en de zijnen,
zijn er zeer sterk van doordrongen, dat
niemand anderen voor Christus zal kun
nen winnen, die niet zelf door Hem ge
wonnen en gegrepen is. Zij zijn er van
overtuigd, dat God voor het winnen van
menschen andere menschen gebruiken wil,
en dat dit heusch niet altijd geestelijken,
predikanten of andere „ambtsdragers"
behoeven te zijn. Zij zeggen het met
kracht en klem, dat wie slechts een deel
van zijn leven heeft geofferd, maar tege
lijk een deel van dat leven voor zichzelf
behoudt, ook al is het nog maar zoo n
schijnlbare kleinigheid toch maar heel
weinig voor anderen zal kunnen zijn en
doen. Wie zich daarentegen geheel heeft
overgegeven en zich blijft overgeven en
toewijden, die zal door Gods Geest wor
den geleid. Dit staat ook heel duidelijk
alom in den bijbel te lezen. Daar immers
spreken en handelen menschen, die zich
hebben overgegeven, en die zich bij en
onder alles laten leiden. Dit alles is
vroeger, in de eerste eeuwen der Chris-
tenheid, alom bespeurd en ervaren. maar
het gaat niet aan (zoo meenen Buchman
c. s.om deze dingen te beperken tot die
eerste tijden en eeuwen, neen, wat toen
gesdhiedde, moet nog geschieden; en wat
toen kon, moet ook nu nog kunnen.
Maar om deze leiding van God ec'ht
te kunnen ontvangen, moet men rustig
zijn, en zich stellen onder die leiding.
Men moet daartoe zeer opzettelijk stil zijn
en stilte maken, en daarom spreekt de
Oxford-groep van een ,,stille(n) tijd", en
in die stille oogenblikken wordt er dan
gebeden, wordt er bij'bel-gelezen, wordt er
kortom geluisterd naar Gods stem,
die op allerlei manieren tot ons komen
kan.
Maar tegelijk is men overtuigd, dat al
deze dingen pas voile werkelijkheid voor
ons zullen worden, als de zonde door ons
wordt erkend en uitgebannen. Daarbij
wordt dan niet alleen aedacht aan zeer
grove zonden, maar ook aan ,,kleinere
Een voorbeeld gaf en was Buchman zelf:
hij voelde immers, hoe er bitterheid was
in zijn hart tegen de menschen, die het
bestuur vormden van de stichting, waarbij
hij werkzaam was geweest, en hij merkte,
dat dit allereerst in orde gebracht moest
worden. Dit belijden van zonden noemt
men in deze kringen ,,deelen".
Wij hebben verschillende personen ge-
sproken in den laatsten tijd. die juist
tegen dit punt hun bezwaren hebben.
Niet, dat men niet wil erkennen, dat in
zekere gevallen een dergelij'k ,,deelen",
waarmede dus openlijk mededeelen en be
lijden gepaard gaat, geen recht en betee-
kenis zoude hebben, maar toch kunnen
velen niet verstaan, dat een dergelijk
openbaar belijden in grooter of kleiner
kring ten alien tijde noodig zou zijn. Er
kunnen gevallen zijn, waarin iets derge-
lijks zeker groote uitwerking zal hebben,
maar laat men voorzichtig zijn en hier'bij
vooral geen algemeene regels stellen.
Een andere kant van deze beweging.
waarin zij voorzeker gelijk zal hebben, is
deze, dat hier nu eens de voile nadruk
wordt gelegd op persoonlijke overgave,
en dat er sterk wordt aangedrongen op
gehoorzaamheid. Dat door overigens
nuchtere menschen, die verder met beide
beenen in het voile icven staan, deze din
gen worden erkend en beleden, is wel
zeker een hoogst belangrij'k teeken des
tijds, en er mag worden verwacht en ge-
hoopt, dat de geesteliike leidslieden der
christelijke gemeente alom zullen verstaan
hoe hun hierin een les gegeven en een
taak gewezen wordt.
In een mooi boek, dat over deze
Oxford-beweging handelt, wijst de schrij-
ver, een predikant Schoemaker, er op, dat
er in de kerken dikwijls zoo weinig te-
recht komt van samenwerking en van
geestelijk leven in het algemeen. Bij deze
menschen is dat anders, en gelukkig is
daar van overheersching door een of meer
bepaalde personen tot nu toe geen sprake.
Er wordt door allerlei menschen, die van
nabij, ook in Engeland, deze samen
komsten hebben bijgewoond, verteld, dat
ook de leider zich nimmer op den voor-
grond stelt, en dat de aanwezigheid van
Buchman vaak nauwelijks wordt opge-
merkt. Het mag worden verwacht, dat
het doorwerken van zoo n gezond ge-
meenschapsleven ook aan de verschillen
de kerken ten goede zal komen.
Eigenaardig is, dat ook in ons land van
allerlei kanten waardeering wordt betuigd
voor het streven van deze beweging.
Niemand minder dan de Amsterdamsche
predikant Dr. P. J. Kromsigt. heeft ver-
klaard, dat de indruk, dien hij reeds ge-
ruimen tijd geleden uit eenige „getuige-
nissen" van deze beweging in Zuid-
Afrika had gekregen, en datgene, wat hij
er later over las, van bizonderen aard
waren. Maar nu had deze predikant
zelf te Oosterbeek een samenkomst van
enkele dagen bijgewoond, en erkent hij,
dat zijn eerste indruk er een was „van
blijde ontroering", zooals hem trouwens
wel vaker overkomt, als hij bij zijn ge-
meentewerk opeens levende Christenen
mag ontmoeten, wier woord zoo recht uit
hun hart komt. Dr. Kromsigt erkent:
men moet hem nu eens niet vragen, of hij
het met alles „eens" is; hij weigert elke
kritiek; hij wil alleen weten en hooren van
zelf-kritiek.
Is het niet eigenaardig en verblijdend,
dat in dezen tijd. waarin zoo openhartig
aan allerlei kanten de ..ontkerkelij'king"
ook van Nederland wordt toegegeven, nu
op het onverwadhtst een opleving en op-
wekking van geestelijk en zelfs beslist
Christelijk leven te voorschijn komt.
waardoor bemoedigd kunnen worden zij,
die reeds dreigden moedeloos te worden,
en waardoor vooral een ernstig beroep
wordt gedaan op de geestelijke leidslie
den van ons volk, (in den breedsten zin
verstaan), om, met terzijdestelling van
allerlei geschillen en verschillen, te trach-
ten in breeder kring terug te winnen voor
het Christendom, wat thans en door al
lerlei redenen, die buiten ons liggen, maar
niet minder door eigen schuld en zwakheid
en zonde voorgoed verloren dreigt te
gaan
Laat de heeren dan maar wamidelen, zei
Garth.
De Indianen-jongens stelden geen enkele
vraag en na het zeil geheschen te heibben,
vielen zij in slaap.
Garth en Natalie omtmoetten elkaar pas
toen het dag geworden was en beiden uitten
een kreet, toen zij elkaar zagen. Natalie keek
hem aan met een blik waarin sympathie en
een gevoel van berouw schuilden, en Garth
zag met beiwondering naar haar stralende
frischheid.
Toen zij zaten te ontbijten op de kust, kwam
een deplorabele, beschaamde figuur uit een
boschje gesloopen. Het was Hooilam. Hij droeg
in zijn hand een klein fleschje en een bank-
biljet en keek voldaan naar de kleine boot
toen hij zag, dat zij veilig uit den strijd was
gekomen.
Hij trad op Garth toe.
Nick Grylls in het bosch, zei hij. Hij ziek
en misschien dood gaan. Hij geven vijf dollar
voor drinken whisky.
Garth vulde de flesch uit de zijne.
Hou je geld! zei hij kort.
HOOFDSTUK XII.
De weg van negentig mijl.
De Settlement ligt drie mijl boven Grier's
Point, de noordelijkste punt van het meer.
Garth vermeed de huizen voor het oogenblik
en sloeg het kamp op op eenigen afstand van
weg.
Het beste zal zijn, dat jij hier waoht,
terwijl ik er op uit ga, zei hij tot Natalie.
Maar zij keek, als altijd wanneer deze kwes-
tie wend aangeroerd, zeer bedroefd.
Ik vrees, dat we hem anders weer zullen
missen aan den Kruisweg. En ik hefo gehoord
dat ginds maar een paar hutten staan en dat
er geen blanke vrouwen zijn. Het zou daar
moeilijk voor je zijn.
Natalie's zwijgen bemoedigde hem nu juist
niet om verder te gaan.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Voortgezet wordt de behandeling der be-
grooting van het departement voor sociale
zaken.
De heer Knottenbelt noemt de werklooaheid
de kanker van dezen tijd. Er moet meer
voeling zijn tusschen de regeering en haar
afgevaandigden naar de Arbeidsconferentie te
Geneve.
Spreker stemt in met het standpunt van den
minister ten aanzien van de collectieve ar-
beidscontracten. Voor verlaging van woning-
huren moet de minister meer doen, dan tot nu
toe. Spr. dringt er op aan dat de regeering
alle werklooze gelijkelijk behandeld.
De heer Wibaut wenscht een olbjectieve
houding van de regeering bij de toelating
van woningbouwvereenigingen. Verslechte-
ring van het woningtype zou onberekenbare
schade beteekenen voor wat in een reeks
van jaren werd bereikt.
Mevr. PothuisSmit komt op tegen het
streven om meisjes uit fabrieken en werk-
plaatsen te doen venvangen door jongens en
vraagt waar die meisjes dan naar toe moeten.
De heer Van dtters vraagt een interpel-
latie aan over het z.i. weinig bevredigend
antwoord van den minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen, op sprekers vra
gen inizake den oproep van het comite van
professoren en studenten. Hierover zal mor-
gen worden beslist.
Voortgezet wordt de behandeling van het
departement van sociale zaken 1934.
De heer Van der Hoeven vermaant tot
voorzichtigheid bij de steunverleening aan
beeldende kunstenaars.
De heer Janssen dringt aan op goede toe-
passing van art. 23 bis W. v. S. ten aanzien
van de arbeidswetgeving.
De heer De Bruijn constateert dat de Mi
nister van afbraak der sociale wetgeving ge
lukkig niet wil weten. Spr. wijst op de sociale
en economische beteekenis der bedrijfsraden.
Vergadering van Donderdag.
Aan de orde is de begrooting van onder
wijs, kunsten en wetensohappen voor 1934.
De heer Heerkens Thijssen (r.-k.) hoopt,
dat de Minister niet te spoedig een beslis-
sing neemt omtrent het vraagstuk van de
spelling der Nederlandsche taal.
Wat betreft de nieuwe regeling van het
middelbaar en voorbereidend hooger onder
wijs, waarschuwt spr. tegen voortgaan op
den ingeslagen weg. Spr. schetst de waarde
van de gymnasiale opleiding voor heel het
verdere leven.
De heer Van Sasse van Ysselt (r.-k.) zegt,
dat soms te laat wordt ingegrepen met het
restaureeren van monumenten. De regeering
trede meer preventief op.
De heer De Zeeuw (s.-d.) acht niets ver-
derfelijker voor het onderwijs dan te groote
invloed van den Minister van Financien. Spr.
critiseert de houding van de beide vrijz.-dem.
Ministers ten opzichte van het onderwijs. De
Minister van Onderwijs bezuinigt uitsluitend
op het openbaar onderwijs. Spr. noemt den
acht-jarigen leerplicht een economisch belang.
Den heer Van Citters (a.-r.) wordt verlof
verleend den Minister van Onderwijs te inter-
pelleeren inzake diens antwoord betreffende
het anti-oorlogsmanifest van het comite van
hoogleeraren en studenten. De interpellatie
zal worden gehouden op een nader te bepalen
dag.
De heer Nivard (r.-k.) wil, dat het af-
vloeien van gehuwde onderwijzeressen ook
bij het bijzonder onderwijs wordt bevorderd.
De heer Smeenge (lib.) wenscht door
samenwerking reorganisatie van ons onder-
maar ook PUROL is bij schoonmaak onmis-
baar. En wel om roode, ruWe, of stukke
schoonmaakhanden weer snel zacht en gaaf
te maken. Vooral 's avonds inwrijven.
(Ingez. Med.)
- Maar hier, zoo ging hij toch voort, kun
je blijveo bij de vrouw van den inspecteur der
bergpolitie, terwijl ik Maabyn ga opzoeken om
hem bij je te brengen. Ik veronderstel niet
dat je jezelf aan hem zult toevertrouwen.
Hij zou zeker niet met je meegaan, zei
ze ontwijkend.
Ik beloof je, dat ik hem zal meabrengen,
zei Garth beslist. Als hij leeft tenminste.
Neen, zei ze; er is een andere reden.
Welke reden?
Ikik wil niet ongerust over je zijn,
zei ze zacht.
Maar ik beloof je, dat ik hem veilig bij
je zal brengen.
Zij maakte een afwerende beweging met
haar hand.
Ik wil je niet laten gaan, zei ze, terwijl
zij het hoofd afwendde. Waarom ben je boos
vroeg zij. We zijn duizendmaal veiliger dan
gisteren, want je habt onze vijanden verslagen.
Waarom mag ik niet bij je blijven. Ik kan
niemand meer vertrouwen dan jou!
Hoe kon Garth zulk een iberoep weerstaan?
Bovendien had hij geen andere taak meer te
vervullen.
Hij gaf zijn tegenstand op en Natalie ging
mee.
Hun weg ging nu over 'n lengte van negen
tig mijl naar de Spirit River Crossing. Er
waren geen zijwagen, zoodat de reizigers ge
makkelijk hun route konden vitiden. Den vol-
genden dag bij zonsopgang vertrokken zij op
de paarden, die Charley den vorigen avond
gehaald had. Garth drong er weder bij den
jongen op aan dat hij terug zou keeren om
naar zijn werk te gaan en onder heete tranen
nam de goede jongen afscheid. Garth en Na
talie trokken alleen verder met him gezadelde
en gepakte ponnies. Het was een prachtige
dag en, jcing als ze waren, vergaten zij hun
wedenwaardigheden en praatten vergenoegd
en opgewekt. Hun lastpaarden luisterden naar
de namen van Caspar en Emmy.
Plotseling hoorden zij opzij van den weg
achter de boomen het geluid van een stem.
wijs te bereiken. De Minister zij voorzich
tig ten aanzien van de schrijftafel. Ook spr.
schetst het nut eener klassieke opvoeding.
Hij waarschuwt tegen bezuiniging op het vak-
onderwijs voor meisjes. Spr. verklaart. dat
velen zich zullen verheugen als de Heeren-
poort te Groningen en de Bergpoort te De-
venter weer op hun plaats staan.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Besloten wordt tegen Dinsdag 20 Maart
aan de orde te stellen de wetsontwerpen tot
wijziging van de woningwet en tijdelijke af-
wijking van de bepalingen der winkelslui-
tingswet.
Aan de orde is de voortzetting van de be
grooting van het Zuiderzeefonds.
De heer Zandt (St. Geref.) sluit zich aan
bij de klachten over de toepassing van de
Zuidenzeesteunwet. Zijn fractie is tegen
voortzetting van de Zuiderzeewerken om fi-
nancieele redenen.
De heer Bongaerts (r.-k.) ziet in de voort
zetting van de Zuiderzeewerken het schep-
pen van een blijvende werk- en woongelegen-
heid voor onze steeds toenemende bevolking.
Spr. dringt aan op het instellen van een drie-
hoofdige leiding van de nieuwe organisatie en
wijst er verder op, dat de Zuiderzeevisschers
geen recht hebben op vergoeding van schade.
Daarnaast moet door een goede toepassing
van de Zuiderzeesteunwet er voor gezorgd
worden, dat zoo weinig mogelijk bitterheid
achter blijft.
De heer Bakker (c.-h.) gelooft, dat er over
vrjftig jaren zeker behoefte zal zijn aan meer
cultuurgrond.
VLA GG ENKWESTIE TE GROUW.
Bij gelegenheid van de inhuldiging van den
burgemeester der gemeente Idaarderadeel
word de Nederlandsche vlag, nadat deze eerst
van het gemeentehuis te Grouiw was uitge-
stoken, weder ingehaald, orndat de gemeente-
raad, welke in meerderheid socialistisch. is,
besloten zou hebben het vertoonen van de
Nederlandsche vlag van de openbare ge-
meentegebouwen bij feestelijke gelegenheden
achterwege te laten.
In verband daarmede heeft de heer Kor-
tenhorst aan den Minister van Binnenland-
sche Zaken gevraagd of Z.Exc. indien dat
bericht waarheid ibevat, zou willen mede
deelen, welk standpunt de regeering tegen-
over gemeentebesturen, die dergelijke, voor
het natiomaal gevoel grievende besluiten
nemen en deze tot uitvoering brengen. in-
neemt, en wat de regeering tegen herhaling
ervan denlkt te doen.
NIEUWE BANKBILJETTEN.
De directie der Nederlandsche Bank maakt
bekend, dat er binnenkort een nieuw model
bankbiljet van f 25 en een idem van 10 in
omloop zal worden gebracht.
ER KOMT MEER VET BIJ.
Het rundvleesoh in blik, hetwelk zeer naar
genoegert is van degenen, die voor verstrek-
king in aanmerking komen, bevat naar het
oordeel van velen te weinig vet.
Het ,,Nieuwsblad v. h. N." verneemt thans
dat de Crisis-Rundvee-Centrale besloten heeft
meer vet in de blikken te verwerken.
Zij keken verbaasd op. Het was de zwakke,
vrfendelijke stem van een ouden man.
Ik zou zeggen half twaalf, hoorden zij
en zij glimlachten tegen elkaar. Er was niets
in die stem, dat gevaarlijk voor hen kon zijn.
En zij luisterden verder naar de vriendelijke
samenspraak die zich ontspon. Maar toen de
lastdieren achter de andere paarden waren
aangekomen, stokte het gesprek.
Daar komt iemand aan, zei de stem.
Garth en Natalie bevonden zich nu op een
open plek in het bosch. Een uitgespannen
wagen stond midden in en twee paarden
graasden in de nabijheid. Een oude man zat
op den grand. Ze keken onwillekeurig rand
naar de andere personen, die zij vermoed
hadden, maar zagen niets dan den ouden man.
Toen hij hen zag klaarde zijn gezicht op met
de naiviteit van een kind.
Kalm aan maar, zei hij. Mijn paarden
zijn rustig en zullen de uwe niets doen.
Hij verzoende zich onmiddellijk met den
toestand en sprak alsof hij het gesprek weer
opnam. Hij keek oplettend naar Natalie met.
haar glanzende oogen en toen Garth het vuur
wat opgestookt had en ging zitten, vroeg hij:
Waarheen?
-Spirit River Crossing, zei Garth.
Voor zaken?
Garth weerde af.
U doet ook niet als zakenmannen.
Politie misschien?
Persoonlijke aangelegenheden, zei Garth.
De oiide man keek verbaasd. Hij zweeg
even en begreep er niet veel van.
U bent een zwerver uit deze streek, zde
ik, zei Garth.
Juist, sir, Tom Lillywithe kent iedere
koopman in dit land. Ben vijf-en-dertig jaar
hier en altijd in actie.
Dus u kent iedereen hier?
Natuurlijk. zei Tom.
Zijn er veel menschen op Spirit River
Crossing
Acht of negem man, zei Tom en hij noem-
de meteen alle namen op.
Anders niemand? vroeg Garth.
O! ja, daar is er nog een, die eens of
twee maal op Crossing komt. Die vergeet ik
nog. Iedereen vergeet hem. 't Is Bert Mabyn.
Garth en Natalie spitsten hun ooren en hun
hart klopte sneller.
Ik heb wel aanleiding om Bert Mabyn te
kennen. ging Tom voort. Maar dat is lang
geleden. Ik draag hem nu geen kwaad hart
meer toe. Wilt u iets van hem weten?
Garth keek Natalie aan.
Ja, zei ze.
Nou, het is drie jaar geleden, begon Tom
Lillywithe. De regeering zond vier verken-
ningstroepen naar hier en ik had meer te doen
dan ik af kon met met reizen van de Settle
ment naar het kamp. Maar de regeering be-
taalde goed en dusIk had een nieuw span
nooidig en koeht er een op crediet. Maar ik
had ook een paar man noodig, liefst blanken,
want de Inidianen vermoorden je paarden in
het gareel! Op een goeien dag komt een
vreemdeling naar me vragen. Wat een vent'
Hij droeg zwarte kleeren, en dat op een werk-
dag. Hij hield zijn jas met een veiligheidispeld
in den nek bij elkaar. Hij droeg ook een Zon-
dagschen hoed. Een schoonheid was het niet.
Natalie rilde.
Garth, die haar leed meevoelde, drufde haar
niet aan te zien.
Misschien hoor je liever een ander ver-
haal? vroeg hij.
Zij herstelde zich en zei:
Neen, ga door!
Zoodra ik hem zag, wist ik, wie hij was,
ging oude Tom verder. Want ik had al van
de jongens gehoord, dat een blanke man pas
sage had genomen op Philiippe's boot van de
Landing af. Toen hij op Grier's Point aan-
kwam, had hij geen geld meer.
Heb je nog een man noodig? werd mij
vraagd.
Hm, zei ik, een man kan ik wel ge
bruiken.
U had de lui moeten hooren lachen.
(Wordt vervolgd.)