DE MOEILIJKE TAAK DER VROUW. MiLRMi 1 'wvzm, blijven bestaan. De Winkeliersvereeniging beschouwt dit nu als een nadeel voor de toaren- markt. Verbiedt men de menschen in de Noordstraat te staan en zend men hen naar de groote markt, dan moeten ze een hooger tarief betalen. Daardoor is men nu in de impasse gekomen. Het komt spreker voor, dat de Winkeliers vereeniging zou te helpen zijn, door te beslui- ten, dat de plaats voor alle kraampjes enz. tijdens de weskmarkt zal zijn de groote markt, waardoor alles uit de Noordstraat moet ver- dwijnen. Om te voorkomen dat de daar staande kooplieden zouden gedupeerd worden, dat ze op de markt een hooger staangeld zou den moeten betalen behoort dan tevens te worden bepaald, dat dit besluit voor de 6 of zooveel meer kramers als er thans zyn, geen financieel.e gevolgen mag hebben en van hen geen hooger marktgeld mag worden gevorderd dan ze thans in de Noordstraat betalen. De menschen worden dan daardoor niet finantieel taenadeeld en de Winkeliersvereeniging zou met deze regeling ook accoord moeten gaan. In de tweede plaats zou de Winkeliersver eeniging na afloop van het proefjaar nimmer aanspraak mogen maken op eenige financieele tegemoetkoming vanwege de gemeente, snider aanvoering van het motief, dat zij nu op de exploitatie der markt nadeel had geleden als gevolg van dit raadsbesluit, en met de vraag komen of de gemeente dat tekort zou Willen bijpassen. Spreker meent, dat de Winkeliersvereeni ging dan op detze manier de laatste kans zou krijgen om te toonen dat de markt levensvat- toaarheid heeft. De raad is hen dan ter wille. De opmerking moet spreker eehter van het hart, dat, naar hij gelooft, de zinspreuk „een- dracht maakt maeht" bij de led en der winke liersvereeniging verre te zoeken is, en dat dit een der oorzaken is, dat het niet marcheert. De raad wil evenwel trachten hen te helpen. De VOORZITTER vraagt, wat de raad hiervan denkt; het komt hem voor dat dit een middel is om uit de impasse te geraken. De heer OGGEL wil er op wijzen, dat deze regeling dan toeh maar geldt tot 1 September aanstaande, aanigezien dan automatisch alles weer komt te vervallen. De heer 't GILDE kan, voor wat betreft de eendracht onder de leden der winkeliers vereeniging, den heer De Ruijter gerust stel- len, er heerscht onder hen niet het minste verschil. Wei zijn er grieven geuit, en dat is daaruit voortgekomen, dat enkele leden weer hun oude plaats in de Noordstraat heb ben opgezocht, hetgeen geen toestand van ge- lijkgerechtigdheid was. Dat is een gevolg van het indertijd genomen raadsbesluit. De VOORZITTER: Dat is toch op aan- drang van de Winkeliersvereeniging genomen en die heeft er zich bij neergelegd. De heer 't GILDE: Nu is druppelsgewijtze het bezwaar dier regeling aan het licht ge komen. De heer DE RUIJTER: De raad heeft zich op het standpunt gesteld, dat het staan in de Noordstraat voor de toenmalige markt- menschen een oud reeht was en die bestaande toestand zou blijven. De heer 't GILDE: We moeten thans van twee kwaden het minst kwade kiezen en dan kan ik met het voorstel van den heer De Ruijter wel meegaan. De heer HAMELINK merkt op, dat men deze zaak scherp moet bekijken. Hem stond de regeling niet meer zoo duddelijk voor den geest en hij wist niet eens, dat die heeren nog met een oud recht om in de Noordstraat te staan zaten. In den aanvang zijn ze ook naar de markt gegaan; dat was toen voor hen geen bezwaar, omdat het er druk liep. Maar toen het volk daar wegbleef zijn ze weer naar hun oude plaats verhuisd, want, waar het volk is, is nering. Die menschen gaan om den broode met hun waren naar de markt. Ze hebben, krachtens het genomen besluit recht om daar nog gedurende een jaar bij het volk, alzoo ter plaatse waar ze verdienen kunnen, te gaan staan, en nu zou men tegen hen gaan zeggen: je moeten daar weg, je moeten de groote markt bevolken! Het gaat bjj die menschen niet over dat verschil in marktgeld, maar de kwestie is, dat ze op de groote markt niets kunnen ver dienen. Spreker zelf zou voor een plaats op die markt nog geen duibbeltje voor een geheel jaar over hebben. Die menschen willen niet bepaald in de Noordstraat staan, maar ze.wil- len staan waar het volk is, en dat is in de Noordstraat terwijl op de groote markt geen volk komt. Er is besloten, dat de proef voor een jaar zou gelden, dat de warenmarkt in dien tijd moest bewijzen levensvatbaarheid te hebben. Er is nu gebleken, dat het volk niet naar de groote markt komt, dat het in de Noord straat blijft. Het voorstel van den heer De Ruijter schijnt wel aardig, het is er een om de kool en de geit beide te sparen ofschoon spreker niet weet wie van de betrokken par- tijen hij in deze de geit of de kool moet noemen. Een feit is het echter, dat de eene er door zal geholpen worden en de andere partij er door ten onder gaat. De VOORZITTER: Dat laatste weet u niet. Wisten we dat, dan zouden we zeker ander besluiten. Qverigens wordt zoo'n na- druk gelegd op het „recht" dat die menschen zouden hebben om in de Noordstraat te staan, doch er is hun geen „recht" toegekenid, er werd alleen een afspraak daaromtrent ge- maakt met de winkeliersvereeniging. De heer HAMELINK wijst er op, dat die afspraak dan gold deze menschen. Indien de voorzitter van den gemeenteraad in een open- bare vergadering te kennen geeft, dat na- drukkelijk wordt bedongen, dat zij die er staan, in de Noordstraat mogen blijven staan. vermeent hrj dat de betrokkenen dat kunnen beschouwen als een recht dat de raad hun bij zijn besluit toekent. Nu wordt er geredeneerd, dat de waren markt niet meer gaat, nu moeten we jullie hebben. Hij acht dat niet juist en vermeent dat de goederenmarkt op andere wijze zijn recht van bestaan moet aantoonen. En wan- neer nu opnieuw zou blijken dat de goederen markt mislukt, zijn die menschen gedupeerd, ter wille van een paar cent voor de winke liersvereeniging. De heer 't GILDE: Daar gaat het niet over. De VOORZITTER: De gemeenteraad zal toch een besluit moeten nemen, zij het ook, dat er enkelen door gedupeerd, anderen door geholpen zullen worden. De bedoeling is in dertijd geweest, om hier een goede waren markt te krijgen, in het algemeen belang der gemeente. Nu wordt ingezien, dat het inder tijd genomen besluit verkeerd is geweest en wordt wijziging gevraagd en voorgesteld. Die toestand duurt dan tot 1 September a.s., dan zijn we weer vrij. We kunnen dan inmiddels zien hoe het loopt. Ik geloof, dat hetgeen de heer De Ruijter ten deze voorstelt, een goede gedachte is. De heer OGGEL zet tegenover het bezWaar van den heer Hamelink nader uiteen, dat de Winkeliersvereeniging heeft gevraagd een proef te mogen nemen met het inrichten eener warenmarkt, en de gemeenteraad heeft ge- meemd in het algemeen belang der gemeente daaraam te moeten meewerken. Die poging blrjkt nu mislukt, doch er is een nieuw verzoek gekomen, men wil alsnog een poging aanwen- den om de markt nieuwe levenskracht te gevea, en te trachten de warenmarkt flink te ontwikkelen. Maar dat kunnen ze niet, wan- neer de zaak verdeeld blijft. Dan behoort al les gecentraliseerd te zijn op de groote markt. En om het daarheen te sturen, daar moet de raad aan meehelpen, opdat de markt zal kun nen blijven bestaan. Inmiddels kan daar eer September is aangebroken, het verloop der zaak worden nagegaan. iAIs dan iemand zaden noodig heeft moet hij ook naar ds groote markt komen om die te koopen, op die Iwijze komt er van zelf meer volk op de markt en wordt het daar leven- diger. Nu staan er misschien 4, 5 kramen, maar als er 12 staan krijgt het terstond een ander aanzicht. Een sigarenkraam kan ook best op de markt staan en zoo animeert het een het ander. Er behoort getracht te worden een flinke warenmarkt in stand te houden. De heer HAMELINK: Maar als er nu geen volk komt? Ze hebben toch geprobeerd hoe het op de markt ging. De heer OGGELMaar ze zijn er wegge- gaan, omdat nu eenmaal was toegestaan, dat ze ook in de Noordstraat mochten staan. De heer DE RUIJTER is het er ook niet rnede eens, dat aan die menschen voor een jaar dat recht zou zijn toegestaan. Tot hiertoe werd ook in de Noordstraat gelegenheid ge- gevep om met kraampjes te staan, doch de raad heeft het recht aan te wijzen de plaats waar markt zal worden gehouden. Dat kan die ten alien tijde doen. Er is dus geen sprake van recht. Alleen moet er voor worden ge- zorgd, dat de Winkeliersvereeniging die men schen niet onbeperkt laat betalen, want dan zouden ze er financieel nadeel van hebben. Uit het besluit van Februari van het vorig jaar mag geen recht worden afgeleid. De heer DIELEMANDat is theorie, maar de praktijk is anders! De heer 't GILDE verklaart, dat het betoog van den heer Oggel niets te wenschen over- laat en hij dit geheel kan onderschrijven. De markt is nu op een dood punt gekomen zegt men, maar de Winkeliersvereeniging ziet toch kans om die nog te ontwikkelen en tot bloei te brengen. Ook elders is het zoo gegaan. In Ter Neuzen was er ook eerst een inzinking, maar later is het be ter geworden. Waarom zou dat ook hier niet kunnen? De heer DIELEMAN acht het een moeilijke zaak, het is wel gemakkelijk om een besluit te nemen, maar met een besluit van den ge meenteraad verplaatst men nog geen markt. De markt is nu eenmaal in de Noordstraat ge- groeid. Men kan beproeven de markt daar weg te nemen, maar het overgroote deel van het volk zal toch d&dr blijven staan. Ze gaan niet naar de markt en komen zonder zaad thuis. De VOORZITTER: Wanneer nader zou blijken dat het besluit niet goed geweest is, kunnen we weer veranderen. 'Het geldt in elk geval maar tot 1 September a.s. De heer HAMELINK: Maar dan zijn de be trokken handelaars ondertusschen gedupeerd. Men moet er zich niet mede vleien, dat de boeren uit de straat naar de markt zullen komen om te koopen, dat doen ze niet. Dan wordt dus de handel van die menschen voor eenige maanden onderbroken. Mijn grootste grief is niet, dat men bij wijze van proef een warenmarkt heeft willen inrichten. Daaraan heb ik ook wel willen meewerken. Maar ik heb tegen het nu gedaan voorstel emstig bezwaar, omdat de betrokken menschen op de markt hebben gestaan maar er weg hebben moeten gaan omdat daar geen volk meer kwam. Moet men ze nu toch dwingen om op de markt te gaan staan? Niettegenstaande hier in den raad gezegd is, dat ze nog een jaar recht zou den hebben in de straat te gaan staan? Ik zou daarom toch zeker wenschen bepaald te zien, dat indien blijkt, dat het voor hen op de markt niet loopt, ze direct Weer naar de straat mogen verhuizen. Ik heb niets tegen de Win keliersvereeniging, al zijn de leden niet erg vriendelijk tegen mij, maar ik heb er wel be zwaar in ter wille van die vereeniging bepaal- de menschen te gaan dupeeren, die zijn weg- gegaan niet uit hekel aan de markt, maar om dat ze daar geen zaken konden doen, en in de rechten dier menschen in te grijpen. lets anders zou het zijn, dat ze er weer naar toe zouden moeten als het op de markt weer druk- ker wordt. Het gaat echter niet aan, ter wille van een financieel belang der Winkeliersver eeniging het recht van anderen te bekorten. De heer OGGEJL merkt op, dat men die ver eeniging ook niet moet tegenwerken, doch meehelpen. Het gevolg van het genomen be sluit is, dat ze Worden tegengewerkt. Laat den raad nu traohten eenheid te krijgen. Indien men zou zeggen, dat ze pas terug moeten komen als er beweging is, wordt het geen goede proef. Als men die wenscht, moet ineens alles op de markt geconcentreerd worden. Als er iemand is die een stuk ge- reedsohap noodig heeft, kan hij dat evengoed op de markt komen koopen, dan dat hij dit in de Noordstraat doet. Op die wijze krijgt men volk op de markt en wordt het goed voor degenen die er staan. De heer VAN KAMPEN veriklaart voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders te zullen stemmen. Hij beschouwt dat niet als een financieele handeling ten opzichte van de Winkeliersvereeniging, want dat wil hij er geheel ibuiten laten. Hij neemt in aanmerking dat de gemeenteraad het in het leven roepen dezer beweging heeft gewenscht, omdat men er een middel in zag am de gemeente tot grooteren bloei te brengen. Dat kan alleen wanneer men er drukte en levendigheid weet te krijgen. Door nu tevens in de Noordstraat gelegenheid te geven tot het plaatsen van kramen, wordt de warenmarkt benadeeld, men ontneemt daaraan levenssappen. Het is nu zaak goede voorwaanden te scheppen voor een ongestoorde ontwikkeling der markt. Mocht het dan weer verongelukken, dan kan dit toch eens afgezien worden. De heer I. DE FEIJTER is het er toch ook aver eens, dat de menschen reeds naar de markt zijn geweest, doch dat gebleken is, dat het niet gaat. Hij vindt het nogal ingrijpend, om die menschen daar nu weer te verwij- deren. De heer VERSCHELLING wijst er op, dat het uitkomt, zooals hij op 3 October heeft voor- sjpeld, dat de kramen in de straten terecht zouden komen. Toen had hij niet direct het oog op die er altijd gestaan hebben, doch op uitbreiding. Door den voorzitter is toen ge zegd, dat dit niet met- nieuwe kooplieden zou mogen worden uitgebreid. Maar daaraan wordt ook niet de hand gehouden. Spreker heeft Zaterdag opgemerkt, dat een bollen- koopman een standplaats wilde hebben, die naar de markt werd verwezen, doch er geen zin in had om daar te staan en toen ook een plaats in de Noordstraat heeft ingenomen. Men ziet overal elders toch dat het alles op een plaats is, in Ter Neuzen, Goes en Mid- delburg staat alles bijeen. En wat de bewering van den heer De Ruijter betreft, dat de han- delingen der winkeliers, vereenigd in „Een- dracht maakt Macht" niet in overeenstem- ming zou zijn met hun devies, daaromtrent is aan spreker niets gebleken, de heer De Ruijter heeft echter zeker de beschouwingen in de Axelsche Courant gelezen en daaruit zijn conclusie getrokken. De heer SEGHERS was van meening, dat, toen het marktplein disponibel werd gesteld voor het houden van warenmarkt elk daar naar toe zou moeten. Hij ziet daarin geen bezwaar. Als iemand die het thans bij de graanmarkt koopt iets noodig heeft van de thans staande kooplieden zal hij zich ook de moeite wel getroosten even naar de markt te komen. Het zal in de Noordstraat den toe stand verbeteren. Het is daar al zeer druk, er komen nog maar steeds meer kramen en ook komen er steeds auto's bij, die daar wor den neergezet. Ze stonden dezer dagen al tot aan het Schoolstraatje. Hij noemt dat een ombehoorlijke toestand en verbetering is uit dien hoofde reeds noodig. De heer ORTELEE vraagt, of het nu gaat over het voorstel van den heer De Ruijter. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer VAN DE BILT zou toch nog wel een voorbehoud willen maken, want hij vindt het bezwarend dat die menschen, als het niet opgaat, daar tot September zouden moeten blijven staan. Men zoekt het nu op die men schen, maar de leden der winkeliersvereeni ging zelf, of al thans een deel hunner, heeft aan het behoud van de markt niet meege- werkt, want die zijn thuisgebleven. Dan heb ben die andere kooplieden ook gelijk, dat ze er niet zijn blijven staan, doch naar de straat zijn teruggegaan. De VOORZITTER erkent, dat er wel enkele bezwaren zijn, doch adviseert nu te probeeren een behoorlijke markt te krijgen. Het voorstel van den heer De Ruijter, over- genomen door Burgemeester en Wethouders, wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren't Gilde, Van Kam- pen, Oggel, Ortelee, De Ruijter, Seghers, Ver- schelling en Van de Bilt; tegen stemmen de heeren I. de Feijter, J. de Feijter, Hamelink en Dieleman. 7. Huurverlaging van woningen der Wo- ningbouwvereeniging. De Minister van Sociale Zaken deelt in een schrijven, d.d. 29 December mede, dat bij hem tegen een verlaging der huren tot 3 per week geen bezwaar bestaat. Hij vestigt er evenwel de aandacht op, dat eventueele verschillen tusschen de minimumhuur en de verlaagde huur door de gemeente moeten worden bij- gepast. Zooals in de laatste vergadering van den raad is besloten, hebben wij ons schrijven Burgemeester en Wethouders in verbinding gesteld met den betrokken Minister om de huren van die woningen op een lagere huur- prijs te verkrijgen, aangezien de huurprijs voor de bewoners, in verband met de inkomsten van die gezinnen, te hoog is. De Minister heeft hierop geantwoord, dat zijnenzijds tegen een verlaging der huur tot 3 per week geen bezwaar bestaat en zooals reeds meerdere malen is medegedeeld, dat de eventueele verschillen tusschen de minimum huur en de verlaagde huur door de gemeente moeten worden bijibetaald. Aangezien het aantal bewoners boven 3 per week zeer gering is en de overige bewo ners door een algeheele'huurverlaging tot 3 een belangrijk voordeel hebben in den aanslag van de Personeele belasting, stellen wij U voor de huur van alle woningen der Vereeni ging tot Verbetering van de Volkshuisvesting te bepalen op 3 per week, zulks met terug- werkende kracht tot 1 Januari 1934. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 8. Verzoek tot het verstrekken van bijslag voor kastrekkende fabrieksarbeiders. De Axelsche bestuurdersibond geeft in een adres te kennen, dat door de verminderde rijkssubsidie voor 1934, de reglementen op de werkloozenkas der diverse arbeidersbonden dusdanig zijn gewijzigd, dat de verminderde uitkeering aan groote gezinnen, beneden het bedrag blijft, dat deze aan gemeentelijke steun zouden genieten. Waar voor de kastrekkende landarbeiders door den raad in deze een billijke regeling is getroffen, verzoekt adressante ook voor de fabrieksarbeiders tot een zelfde regeling te willen besluiten. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat alle fabrieksarbeiders, die gezinshoafd zijn of kostwinner 12 kasuitkeering trekken. Dezer dagen wordt dit bedrag verlaagd tot 10,80. Daar echter de meeste fabrieksarbeiders eerstdaags uitgetrokken zijn, is het verzoek op het oogeniblik niet van groote praktische beteekenis. In de toekomst, bij een uitkeering van f 10,80, zou eerst een toeslag verleend worden, wanneer 4 of meer kinderen in het gezin zijn. De maximale steunnorm bedraagt 11,85 en is bij 4 kinderen f 11. In verband met ibovenstaande uiteenzetting en gezien het maximum als steunnormen van de overige landarbeiders, kunnen zij geen vrijheid vinden voor te stellen voor deze cate- gorie arbeiders eenzelfde bijslagberekening toe te passen. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat het verzoek hem billijk voorkomt. Burgemees ter en Wethouders berekenen zelf, dat het maar enkele personen zou betreffen, aange zien er niet veel gezinnen boven de 4 kinde ren zijn, doch dan is er naar zijn meening des te minder bezwaar om het verzoek in te willi- gen, daar het dan aan de gemeente niet veel geld kan kosten. Het is echter voor de groote gezinnen van groote beteekenis. En als men dat voor die der landarbeiders geeft, waarom dan ook niet aan de fabrieksarbeiders De VOORZITTER merkt op, dat het princi- pe waarvan Burgemeester en Wethouders ten deze uitgaan, bekend is. Zij hebben zich op het standpunt gesteld, dat de uitkeering voor de landarbeiders gelijk behoorde te zijn aan die der fabrieksarbeiders. De minister heeft dat niet goedgekeurd. Het voorstel van Burge meester en Wethouders gaat in die lijn. iHet voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren I. de Feijter, J. de Feijter, 't Gilde, Van Kampen, Oggel, Ortelee, De Ruijter, Seghers, Verschelling, Van de Bilt en Dieleman; tegen stemt de heer Hamelink. 9. Aangaan eener geldleening groot f 10.000. Vorig jaar is schrijven Burgemeester en Wethouders besloten tot aankoop van di verse perceelen en aanleg van de traverse in de gemeente. De gelden voor dit doel zijn in de begnooting 1934 reeds verwerkt. Thans rest nog te besluiten tot het aangaan van een geldleening voor dat doel, zijnde het bedrag dat voor de gemeente als aandeel komt, groot ten hoogste f 10.000, tegen een rente van ten hoogste 5 met een jaarlijksche af- los van ten minste 500. Wij stellen U voor daartoe be besluiten. De heer VAN KAMPEN vraagt, of die lee- ning niet tegen een lagere rente kan geplaatst worden. De VOORZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders daamaar zullen stre- ven. Er staat in het voorstel ook alleen ten hoogste 5 hetgeen niet zeggen wil dat het 5 zal moeten zijn. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 10. Vaststelling kostende prijs per leerling der openbare school en verrekening met bijzondere scholen over 1931. Dezer dagen is schrijven Burgemeester en Wethouders de rekening van de gemeente definitief vastgesteld voor het jaar 1931. De kostprijs per leerling kan thans Worden vast gesteld. Wij stellen U voor dit te bepalen op 10,16 volgens het hienbrj overgelegd ontwerp-raads- besluit. Op grond van deze vaststelling kan de ver rekening plaats hebben met de bijzondere scholen over 1931. Wij stellen ook in dezen voor de bedragen voor die besturen vast te stellen overeenkom- komstig het ontwerp-raadsbesluit met dien verstande dat het bedrag voor de Vereen. voor C.N.S. wordt bepaald op 4348,48, ontvangen voorschot 3200; Hulpvereen. voor Geref. onderwijs Spui op 1488,44, ontvangen voor schot f 1082R.K. Kerkbestuur op 1805,94, ontvangen voorschot 1300, zoodat voor die besturen respectievelijk over blijft te ontvan gen 1148,48, 406,44 en f 505,94. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 11. Verleenen voorschot aan bijzondere scholen voor 1934. Ingekomen is de jaarlijksche aanvrage van de diverse bijzondere schoolbesturen om een voorschot voor het jaar 1934. Aan de hand van de vergoeding per leerling aan de openbare lagere school over 1931 kun nen schrijven Burgemeester en Wethouders de verzoeken worden ingewilligd, overeen- komstig de ontwerpraadsbesluiten t.w.: aan de Ver. voor Ghr. schoolonderwijs een bedrag van f 3600; idem Hulpvereeniging voor Geref. school onderwijs Spui 1170, en idem R. K. Kerkbestuur f 1400. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 12. Vaststelling kohier hondenbelasting voor 1934. Burgemeester en Wethouders stellen voor, het kohier der belasting op de honden voor 1934 vast te stellen op een bedrag van /205. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 13. Reclames schoolgeld 1933/34. Naar aanleiding van ingekomen reclames tegen den aanslag wegens schoolgeld voor 1933/34 stellen Burgemeester en Wethouders voor afschrijving te verleenen aan A. J. Dop- pegieter 4,55 en te handhaven den aanslag van C. van Wijck. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 14. Progressievfe heffing van opcenten op Personeele- en Gemeentefondsbelasting. De VOORZITTER deelt mede, dat hem door den heer Hamelink is ter hand gesteld het volgande, mede door de heeren Seghers en Ortelee onderteekend voorstel: Ondergeteekenden, alien leden van Uwen Raad, stellen U voor te besluiten: a. de opcenten op de Gemeentefondsbelas ting, te heffen waartoe Uwen Raad besloot bij vaststelling der gemeentebegrooting 1934. worden over de inkomens verdeeld als volgt: bij een inkomen van hoogstens800,- 60 opcenten; bij een inkomen van hoogstens f 900, 70 opcenten; bij een inkomen van hoogstens f 1000, 80 opcenten; ibij een inkomen van hoogstens f 1500, 90 opcenten; bij een inkomen van hooger dan 1500, =100 opcenten; b. eveneens de opcenten op de personeele belasting als volgt; bij een huurwaarde van hoogstens 100, 70 opcenten; bij een huurwaarde van hoogstens 150, 80 opcenten; bij een huurwaarde van hoogstens 200, 90 opcenten; bij een huurwaarde van hoogstens f 250, 100 opcenten; bij een huurwaarde van hoogstens 300, 110 opcenten; ibij een huurwaarde van hoogstens f 350, 120 opcenten; bij een huurwaarde vein hoogstens 400, 130 opcenten; bij een huurwaarde van hoogstens f 450, 140 opcenten; bij een huurwaarde van hooger dan 450, 150 opcenten. Hij stelt voor, dit voorstel te stellen in han- den van Burgemeester en Wethouders om be- rioht en raad. De heer 't GILDE; Alzoo belastingver- hooging? De heer HAMELINK: Voor de rijken! 15. Omvraag. a. De heer I. DE FEIJTER merkt op, dat het fietspad langs den Zaamslagschenweg nog niet is voltooid. Hoe lang moet dat toch duren De VOORZITTER: Ik weet niet beter of de straatmaker is er aan bezig het klaar te ma ken; in een onderhoud dat ik met den ge- meenteopzichter had, deelde deze mij althans mede, dat de man er mee bezig is. Dat zal dan ook dezer dagen klaar komen. b. De heer HAMELINK deelt mede klach- ten te hebben vemomen, dat de uitkeeringen volgens de ontworpen nieuwe steunnormen niet goed werken, dat n.l. bij de berekening (wat iemand om voor steun in aanmerking te komen het vorig jaar mag hebben verdiend, geen voldoende rekening wordt gehouden met de samenstelling van het gezin en niet gevraagd wordt of dit veel of weinig eischt. Gezinnen met groote jongens of meisjes eischen meer dan gezinnen met jonge kinderen. Hij verzoekt daarom Burgemeester en Wethouders dit nog eens te willen nagaan en daarmede emstig rekening te houden. De VOORZITTER deelt mede, dat door Bur gemeester en Wethouders na overleg met de steimcommissie een bepaalde regeling is ont worpen en dat daaraan de hand wordt ge houden. Er wordt bij die regeling wel degelijk rekening gehouden met de gezinsomstandig- heden, of het getroffen is door ziekte als an- derszins. Mogelijk is het, dat er nog leemten bestaan, doch wanneer er klachten zijn, dienen die aan Burgemeester en Wethouders te wor den meegedeeld, die er dan met de commissie over kunnen spreken en daarna beslissen. c. De heer SEGHERS heeft in den na- zomer gezien, dat het Spuipadje, dat met sin- tels zou (worden taestrooid, onafgewerkt was blijven liggen. Er lagen putten in, waar met een fiets niet door te komen is. De VOORZITTER: Dat is weer eens het Spuipadje! Ik zal den gemeenteopzichter op- dragen er eens heen be gaan. Ik wist niet beter of het was in orde. De heer VERSCHELLING raadt den heer Seghers aan er nu eens te gaan kijken; er be staat geen asphaltweg die mooier ligt d. De heer SEGHERS herinnert, dat, hij weet niet in welke vergadering, Burgemeester en Wethouders zijn gemaehtigd tot het ver- pachten van den tuingrond. Hoe komt het, dat dit nog niet is geschied? De VOORZITTER: Het zal dezer dagen ge- schieden, misschien nog deze, of zeker de vol- In het algemeen is de taak der vrouw reeds uiteraard zeer zwaar. De moeilijkheden aan haar sekse eigen: vorming, perioden, zwan- gerschap, opvoeding der kinderen, haar huise- lijke werkzaamheden, keeren der jarem, enz., zijn oorzaak dat menige vrouw v66r haar tijd zich oiud voeit. Geen wonder dan ook, dat zoo veel vrouwen lijden aan rugpijn, hoofdpijn, slapeloosheid, slechte bloedsomloop, duizelig- heid, rheumatische pijnen enz. Haar organen raakten te vroeg verzwakt en zij gunde zich geen tijd om in te grijpen, toen zich de eerste verschijnselen daarvan vertoonden. Menige vrouw denkt bovendien, dat zulke kenteekenen niets anders dan natuurlijk zijn, niets is min der waar. Gij kunt uw gezondheid herkrijgen, wanneer gij gebruik maakt van het daartoe speciaal vervaardigde middel: Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Deze voeren de onzuiverheden af, welke zich in uw gestel hebben opgehoopt door trage werking der organen, die het bloed rein, zuiver en gezond houden, en wekken deze organen op tot gezonde werking. Begin nog heden met het gebruik en gij zult ondervinden welk een ommekeer zij ook bij u zullen teweegbrengen. Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten a f 1 f 1,75 en f 3 per doos. Let vooral op den juisten naam. Te Ter Neuzen bij Firma A. van Overbeeke Leunis, Axelsehestr. en Westkolkstr. 39 Ingez. Med. gende week. De stukken liggen gereed. De heer SEG'HERS merkt op, dat het al meer dan tijd wordt. De VOORZITTER spreekt dat niet tegen, maar er is hier meer te doen, dan het verpach- ten van tuingrond. e. De heer ORTELEE informeert, hoever het staat met de plannen tot verbetering van de Oosterstraat. Hij heeft onlangs gezien dat de gemeenteopzichter daar opmetingen deed, doch daarna heeft hij er niets meer van be- merkt. Toch nadert de tijd, dat er aan gelwerkt kan worden. Hij acht de toestand dier straat onhoudbaar, zoowel voor het vervoer, als voor voetgangers en wielrijders. De VOORZITTER merkt op, dat niet alles tegelijk kan gedaan worden. Men is nu bezig in de Oude Wijk en als dat gereed is, zal over- wogen worden of ook iets kan gedaan worden aan verbetering van de Oosterstraat. f. De heer ORTELEE vraagt om in over- leg met het polderbestuur verbetering aan te brengen aan het rijwielpad over den Sasdijk, dat bij slecht weer niet is te berijden. Hij zou gaame zien, dat daar van gemeentelwege met den polder te samen een fatsoenlijk rijwielpad werd gemaakt. De VOORZITTER wil dat wel eens in Bur gemeester en Wethouders ter sprake brengen, maar gelooft niet, dat dit zal kunnen uibge- vOerd worden. Het is al meermalen gebleken dat werken die in werkverschaffing zouden kunnen worden uitgevoerd, moeten afstuiten op te hooge kosten wegens materialen enz. Bovendien heeft het polderbestuur daar geen geld voor, zoodat de kosten uitsluitend voor rekening der gemeente zouden komen. Toch zal het nader bekeken worden. g. De heer ORTELEE wil ook nog de aan dacht vestigen, op hetgeen de heer Hamelink met betrekiking tot de steunregeling in het midden bracht. Er zou werkelijk rekening moeten worden gehouden met de omstandig- heden der gezinnen. De Voorzitter weet ook wel, dat er in de vergadering der commissie oppositie is gevoerd over de verschillende per sonen, doch die zijn er, aangezien de beslissing van Burgemeester en Wethouders, niet mee gebaat geweest. Er komen menschen voor, die volgens de aangenomen regeling te hoog zoutien verdiend hebben, maar in verband met hun omstandigheden toch steun noodig heb ben. De menschen komen niet ovenbodig om steun. Hij zou willen dat Burgemeester en Wethouders dat nog eens emstig onder't oog namen. De VOORZITTER merkt op, dat de commis sie j.l. Donderdag die zaken besproken heeft en dat Burgemeester en Wethouders onder tusschen nog niet vergaderd hebben. In hun eerstvolgende vergadering wordt een beslis sing genomen. h. De heer VERSCHELLING vraagt, hoe het nu toch staat met de kleeren van de men schen op de gasfabriek. Anders wordt er in December al de maat voor genomen en nu is het al Februari en hebben ze nog niets ver- nomen. Houdt de directeur die nu reeds eigen- machtig in of is hem daaromtrent opdracht verstrekt door Burgemeester en Wethouders? De VOORZITTER: Neen, dat is niet uit- gegaan van Burgemeester en Wethouders, docih de directeur is, in verband met de aan- hangige voorstellen, voorzichtig geweest. De heer VERSCHELLINGJa, maar dat kan nog lang duren, eer daarover een beslis sing is gevallen. Ik had in verband met de mij door u gedane mededeelingen verwacht, dat den directeur opdracht zou zijn gegeven de kleeren te verstrekken, opdat die in tijds aanwezig konden zijn. Ik wil nu verzoeken de kleeren zoo spoedig mogelijk te verstrek ken. De VOORZITTER: Ik zal dit met den directeur regelen. i. De heer VERSCHELLING vraagt of er toch geen schutting kan geplaatst worden bij het terrein van Hamelink in het Nieuwediep. De VOORZITTER: Die schutting komt er, voor een deel staat zij er al. j. De heer VERSCHELLING vraagt wan neer het er eens van komen zal om de pomp in de Oosterstraat, bij Swets, te maken. Hij zou ook graag zien, dat er een pomp was, waarvan de menschen die met hun wagens in het Nvoonwagenkamp plaats nemen gebruik kunnen maken. De VOORZITTER deelt mede, dat het woon- wagenkamp met een muur van beton van het overig terrein zal worden afgescheiden. Nu ligt het in de bedoeling daar aan de pomp, te plaatsen juist op de grens, 2 afvoerpijpen te maken, zoodat die zou kunnen dienen 6n voor de op hot terrein staande woonwagen- bewoners en voor d© in de omgeving wonende menschen van Axel. Hij zal over die pomp in de Oosterstraat nog eens spreken. k. De heer 't GILDE heeft gehoord, dat er op de secretarie een hypermodeme tele- foonimstallatie is aangebracht. Hij wenschte daaromtrent graag ingelicht. De VOORZITTER deelt mede, dat het in den laatsten tijd veelvuldig voorkwam dat de bur gemeester of de secretaris moest telefoneeren en de secretarie werd opgeroepen, hetgeen moeilijkheden verwekte. Op advies van de rijkstelefoon is toen de installatie veranderd zooals die nu is. De middelen daarvoor zijn op de begrooting uitgetrokken. (Het zal een 30 meer kosten, doch Burgemeester en Wethou ders achten dit noodzakelijk. De heer't GILDE heeft, het bedrag der kos ten gehoord, er dan geen bezwaar tegen. De VOORZITTER sluit de vergadering door het uitspreken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 3