SLUISKIL. ZAAMSLAG. AXEL. SAS VAN GENT. Beroepsinbrekers gedood. TERHOLE. HONTENISSE. den anne, die gejaagd en wahhopig ds wereld door vlieigt,, omdat ftij zijn sehaduw heeft ver- loren? Beskl van den Vaderiandciocce. Het Vaderland: die grootere gemeensthap waarin de soKdari- teit zich uit, waarin men zich cpofferend voor Ijet grooter geheel, boven der intiemen kring, gestieht door vrieadschap of liefde, haven het individu en boven het gezin tot rijke ont- plooiing koirrt. Hot Vaderland, de kring waaruit wij zijn voortgekomen, waarin leefdon onze voorvaderen, waarin zullen leven oaze nakomelingen. Het Vaderland op weiks bodem gewnr-d is door worsteling en strijd, door faeven en bidden in angst en vreeze, in dieper denken en streven en begeeren naar hooger ideaal, in bange worsteling dikwerf, dat volk. die natie, 'die eea aparte beschaving i heeft, een apart karakter, een bijzoadere taak en roepinig op mate>rieel en geestelijk gebied voor de volken der wereld. Een Fransch schrij'ver Wagner sclrijft in een zijmer werken Justice: Het Vaderland zit ens in het blood, in het zenuwgestsl, in de gedachte, in da taal, ja tot in da stembuiging toe. Het is opgenomen in on3 gahaente en trilt ons op de lippen. Hat Vaderland, dat is de hemel, de bergen, de velden, die ons om- geven, de uitgestrekte zee die onze kusten bespoelt, dat alles is niet slechts buiten on3, 't is binnen in ons. In ons natuurlijk gestel, vememen wij een echo van den geboortegrond, en in onze harten dragen wij de onuitwisch- bare herinnering daarvan om. Het Vaderland, daartoe behooren ook onze voorvaderansluimerend in de graven, 't Is de fakkel des levens, die de eeuwen door van band tot hand is gegaan en dien wij op onze beurt vasthouden't is al wat men geleden, gedacht, geworsteld en gebeden heeft, heel het erfgoed van beproevingen, en van glorie, van deugden of gebrsken, van levende krachten of gapende wonden. Het Vaderland. dat zijn de voorouders, maar dat is ook bet-kind, 't Is het brooze en be- vallige kopje, dat op den schoot van Moeder rustend. in zijn slaap heel het verleden en de toekomst in zich draagt. Zeker het Vader land is meer dan het individu, meer dan het buisgezin. 't Is ben der trappen in dat ge- heimzinnig leven dat van het individu opklimt tot een voller en verhevener bestaan en dat allerlei offers oplegt en rechtvaardigt, zeifs dat van ons petsodhlijk leven". Ja, zoo is het Waarlijk. Gelijk een bloem haar geboortegrond toe- lachend, er in gburt en fleurt, gelijk een eik, de forsche, met vasten greep den geboorte grond omklesnt, er uit leeft, zoo is de recht- geaarde burger midden in zijn woeiigen strijd om het bestaan, midden in het vreugdevolle en vredige van zrjn gezin, in en voor zijn Vaderland, Zich gevend aan die groote cul- tuur-gemeenschap zijns volks in band met zijn voorgeslacht en verwanten stoffelijk en geestelijk. Bij de minder nadenkenden i3 het instinctmatig, gelijk de vogel naar zijn nest vliegt als gevaar dreigt om zich te verbergen. Hooger bij den peinzenden denker, of bij wien dieper nadenkt en zelfbewust leeft het natio- nale leven met naticiealen geest. In dat leven moet men worden ingeleid en geleid. Daartoe is noodig kennis van de historie, J vooral reeds bij te brengen in de jeugd. Onvergeefelijk is het dat in vele jaren het onderwijs in de geschiedenis op onze lagere scholen zoo uiterst sober, zoo slecht was. Dat zou de dood worden voor het nationaal vrij volksbestaan. Wat een geestelijke ellende, iwat een bekrompenheid met den schijn van breedheid is hiervan bij ons volk niet het ge- volg geweest. Zeker chauvinisme is een caracature van vaderlandsliefde. Wij strijden tegen partijtoelang en partijdigheid, tegen alle particularissische en clubgeest of coterie, als tegen de elgen gebreken en die der natie met open oog, tier en frank maar met ernstige, kalme diepe liefde voor ons geestelijk Vader- landsch bestaan. Een abstracte mensch? Die bestaat niet. Er bestaan Perzen en Meden, Grieken en Ro- meinen, Germanen en Romanen, ja zeifs Zeeu- wen, Friezen en Groningers. De menschheid wordt het meest gediend door burgers die hun land dienen, gelijk het land het best gediend wordt, door h?n die zich geven aan hun gezin. Ieder voak heeft een elgen taak, en roeping overeenkomstjg het land waarin het leeft, naar de geografische en klimatologisch situa- tie van dat land. Ieder volk heeft zijn eigen ideaal, gelijk het onze in 't bij zonder dat van vrijheid, vrijheid van geweten. De vlam van dat volksideaal moet gevoed worden door de organisatie van het volksleyen, Deze kan al dan niet belem- merd werkefi, al dan niet de vrijheid, de recht- vaardigheid, het recht handhaven. Niet in uitwendige schittejijig moet het gezocht, maar in het innerlijk leven. Gats zal zooljlng gelezen worden als het hagelwit cntzef niarmeren gang in reinheid zal wedjjiveren met onze Vaderlandsche zeden zegt Dr. Kuyiper. Wat doen wij daarvoor? Ons tegeiraoordig' gaslacht is veel en veel te veel verbrokikeld. Ik ga thans de oorzaken daarvan niet pa, maar noodzakelijk is dat daaraan een eirid kame, willen wij op den duur niet ons volksbestaan inboeten en zal Neer- lands naam op de wereldmarkt ook op vak- gebied niet verdwijnen, waartegen zoo terecht door een van onze groote mannen verguisd door vele kieine, is gewaarschuiwd. Het nationaal karakter moet gevoegd, gesterkt. Ook door en in national® vereenigingen die menschen binnen zijn kring opneemt, onver- schillig van welke kcrk of politiek. Zoo kan er weer komen die heerlijke esprit de corps. Zoo wordt gekweekt burgerzin en volksvrij- heid. Zoo ook geme ens chapszin in hoogere beteekenis. Ook bij hen die moeten besturen zal dan niet gevraagd worden naar een toelang voor een partij of richting maar gerekend ook met andere geesten en andere rechten en vrijheden als op Nederlandsche wijze wor den geregeerd en meegeleefd. Staan wij slechts schouder aan schouder met wie gelijk gezind zijn, dan ontstaat immers het groote gevaar voor clubgeest, voor bekrompenheid. Treden wij buiten den engen kring, wij krijgen een bont gaheei, maar omsloten door den ge- heiligden band van het Vaderland. Ook posl- tieve Christenen. Zij oefenen juist dan in nationalen, dat is Christelijken zin invloed uit op breedere kringen onzes volks. Men lulstere ook naar andere stemmen dan die van ons zelf. Vooral in de jeugd zoo noodig. Ik las eens: de jeugd is zoo slecht niet, evenals een jong wild dier in den regel zachtaardig is. Het wordt eerst gevaarlijk en wreed als het gevaar beseft en vreest en uit zelfverdediging meent vijanddg te moeten optreden, als het vreest. Daarom niet te vroeg gedresseerd tot een strijd voor een partij, voor een bepaald politiek inzioht of een bepaalde richting. Saint Beuve schreef eens: Vindt men niet in drie vierden van de men schen: Een dichter, die jong stierf, terwijl de mensch nog voortleeft? Zeker is dit waar in sommig opzicht, maar sterft niet veeleer bij drie vierden van de men schen in de jeugd reeds de mensch, terwijl dan overblijft als overlevende de advocaat, die koopman, de haadwerkman, de staatsman, de man van de kerk, de professor en wie al. En als men tot die droeve o/erbiijfselen komt te spreken over eenvouidige menscheiijkaE-d en piichten en belang:n, wordt dan niet met een non liquet: het behaagt, hot ruakt mij nlct levitisch voorbggegaan? Voorbijgegaan w.i aan de wonden, de schrijnenae wonden, van wie zwoegen en sla- ven en slooten in het leven? Voorbijgegaan aan die hoogere, heerlijke beginselen die de grondvcSte van den Necerlandsche natie heb- ben gevormd. De beginselen van het Gods- wcord, waarvan onze vaderen zeiden: Dat beschermen wij, daarop bouwen wjj. Sterft zoo ook niet te vroeg d'e vaderlander in onze borst? en blijft daa niet over tot schade van het Gemeentebest: de A. R„ de liberaal, de radicaal, de socialist, de anar chist? O.i. zeker, ieder roept, schreeuwt zeifs dat alleen ZIJN inzicht het land kan redden, maar hoe verdeelt men vaak wat 6ea moet zqn, hce verwart men dikwerf het vadar- landsch belang met dat der part.j en ver- dringt het algemeen juiste inzicht voor dat particularisme van zich self om te eindigen met coascientieverdrukking van anderen, met geen recht te laten wedervaren aan anderer meaning en gevoelsleven. Ligt ten dezen nog niet versch in 't geheugen de schoolstrijd noodig geworden omdat men met veronacht kracht vindt gij bij Koningin Wilhebnina. Zij kan van harte zingen: Als govaren mij omringen Wil ik zingen Van genade, trouw en cnacht, Zelis in onbowoonde ctreken Vloeien beken, Lichten starren naoht op nacht, omdat Haar vertrouwen en trouw geworteid is in Gcds trouw. Trou.v aan het Vaderland! Want dit is God3 en der vaad'rcn hand en de bewaring daarvan is Haar tcevertrouw. Trouw: handelen in oprechtheid, waarheid met vertrouwen, gehechtheid, opoffering, liefde. Op 6 September 1898 kionk uit jeugdigen mond het woord: „Oranje kan noodt, neen, nooit genoeg voor Nederiand doen". Ik acht het een vcotrecht, dat het Mijn levenataak er. Mijn plicht zal zijn, al mijn krachten te wijden aan het welzijn en den bioei van het dierDare Vaderland! Dat was de belofy van trouw en deze is vervuid, 35 jaren lang. Oianje was altijd aan Nederiand trouw, en drukte de voetsporen van den grondlegger onzer nationale vrijheid, van Willern I van Oran,e. Hij had zich gegeven aan onze zaak en bieef trouiw aan het Vader- noodig geworden omdat men met veronach.- laaa en daartoe sioot Hij een verbond met den zaming der diepste gevoelens van een grom p0tentaaf der Potentaien. Hij had het devies deel der natie een opvoeding wenschte to geven in een Christendom zonder Christus? En is niet, nu nauwelijks de kruitdamp is op- getrokken van de veiden en de paridicatie geteekend, politiek er een groot gevaar ont- staan dat de onderliggende partijen van vroe- ger, meerderheid geworden, het voetspoor gaan volgen met hun eischen voor het maat- schappelijk leven van hun tegenstanders van weleer? Publieken zin en geest, kweeke men daarom meer en meer aan. Treedt in het voile volksleven, leidend en waardeerend, leer Potentaat der Potentaien. Hij had het devies „Je maintiendrai" niet tevergeefs aangeno- men. Het was de uitdrukking van zijn bewust handelen. Volhouden, stanavastig, voor het Vaderland, voor de vrijheid van geweten, waarop de vrijheid des vaderlands i3 geba- seerd, hetwelk het karakteristieke van onze natie uitmaakt. Maurits, Fredcrik Hendrik bevestigden het. Willem II, de fiere zoon van den Vorsteiijken Frederik Hendrik, den stedendwinger, niet minder. Tocn de vrijheid en onafhankelijkhedd voile volksleven, leidend en waardeerend, leer algeme€n, van den Nederlander, door het kennen. Het volk is zoo rijk aan ge- deelen, het overmoedige Holland, be- moedsleven. Het volk met zoo grootsch een verleden, ons eigen volk heeft zoo'n diepen zin voor recht en gerechtigheid. Zoo'n diep gevoel van trouw aan God en aan het landsheerlijk gezag, zoo'n diep gemoedelijk gevoelsleven, dat het schandc- zou zijn dat te willen overheerschen door on- Nederlandsche gedachte en denkbeelden het te dwingen in een uitheemsch keursiijf. Groote zedelijke en sociale waarheid vinden weer- klank bij ons dierbaar volk, gevormd in ban- gen worstelstrjjd, geleid door onze zegenaan- brengende Maccabeers, de Godvreezende hel- den en heldinnen uit het huis van Oranje, van Oranje-Nassau. Het is alsof in onze geeer- biedigde Koninginne nog telkens en telkens spreekt de geest van de moeder. de vrome moeder van ons Vorstenhuis, van Juliana van Stolberg, de moeder van den Zwijger en van Jan van Nassau, uit wier, beider nazaten onze- Koninginne is gesproten. Eenmaal schreef deze vrome Moeder aan de voor onze vrijheid worstelenden Willem van Oranje, haar zoon: ,.Onze Heere Jesus Christus, wien alle macht in den Hemel en op de aarde gegeven is, kan alien, die Hem aanroepen en van harte vertrouwen, uit alle gevaren helpen. Hem bid ik mijnen Heer met zijn Goddelijke Genade en Heiiigen geest nabij te blijven, opdat Gij in niets treedt, dat tegen God en Uwer ziele zaligheid is. Het is beter het tjdelijke te ver- liezen dan het Eeuvvige. Voor zij de eeuwige rust inging schreef de onvermoeide Prins: Alle middelen die men ons aan de hand doet om tot vrede te gerakca, houden steeds in dat wij Gods Woord moeten aflaten en God lof, dat willen wij niet. Liever het uiterste gewaagd dan dien schat te ver- liezen. Zoo begon de worstelstrijd voor Neerland's onafhankelijk volksbestaan. En nog klinkt het van de Vorstelijke lippen van Neerlands Koningin, de eenvoudige doch- ter van Juliana van Stolberg, de nakomelinge des Zwijgers: Le Christ avant tout. Christus voor alles en Neerlands volk weet dat. Het was Nederlandsch, het was Vaderlandsch, toen bij den zwaren ramp die de Arnemuidsche bevolking eenige jaren geleden trof en onze geeerbiedigde Vorstinne deelende in de rampe des volks, Arnemuiden op het onverwachts bezocht om de weenenden te troosten. Het was Nederlandsch, Vaderland en Oranje waar- dig dat toen met diep door tranen geschokte en schier verstikte stem eenvoudig en niet melodieus uit die visschers kelen een „Dat 's Heeren zegen op U daal" bij het eenvoudig Arnemuidseh stationnetje werd aangeheven. Dat roert ons Vaderlandsch hart. Dat doet ons zweren: ook onze liefde, ons hart, onze zin, ons streven, ons kennen en kunnen voor het Godidelijke gezag, voor H. M. onze Vorstin ne, voor ons dierbaar Nederiand, voor God Nederiand en Oranje. Nog is dat de Vaderlandsche geest. Toen de Koningin op het verre Urk eenmaal kwam, moest zij de oudste inwoneres, een door alien natuurlijk gekende vrome, oude vrouw op- zoeken in haar schamele woning en waar zij uit den aard der zaak niet handengevend door Urk kon gaan, drukte zij die oude met een God zegen U de hand ferm en vast, het was Nederlandsch, ja Vaderlandsch toen de oude daarop zeide: Mogen wij zoo samen hand in hand eenmaal staan voor Gods troon hier- boven! De vreemdeling of de met uitheemsche denkbeelden behelpte, on-Nederlandsche Ne derlander begrijpt hiervan niets, verstaat niets van die diep in de historie gewortelde en door godsvrucht geheiligden band tusschen Vorstin (Vorstenhuis) en Vaderland. Dat is 't geheim van alien zegen. Oranje en Neerland hoor 't Gods dienst, Gods gunst, Gods woordt. Met daden in-de gespierde vuist vertrouwend op God tegen alle tyrannie welke ook, ook de geestelijke, zeifs die van overigens in vele op- zichten engere geestverwanten. Helpt U zelf, zoo helpt U God. Uyt der tyrannen bandt en slot Benaude Nederlanden. Dient den tyran van Spangeen Den Prince van Orangeen. „Het Vaderland getrouwe! In het 35-jarig koningschap van Koningin Wilhelmina bleek, dat Zij het Vaderland getrouw was, en kan zij met een Maarten Harpertszoon Tramp zegsren Mijn hart en hand Zijn voor het land. Trouw in een der beste vrouwelijke eigen- schappen, een maatschappelijke hoofddeugd. Het hoog besef van plicht en nauwgezet die nen, is bij Haar het levendigst en meest spon- taan, zonder dat dit eerst in de logica de rede rechtvaardiging behoeft te vinden. De vrouiw draagt in haar boezem den sleutel der ziel. Zij is wel genoemd de ziel der menschheid, gelijk de man het verstand. De ziel is het ieven. Zoo culmineert ook het leven, de pols- slag van het Nederlandsche leven in onze Koningin, die door en door in haar cuituur, haar godsdienstig- en gevoelsleven Neder- landsdh is: het ideeele van den Nederlander is in haar. Trouw aan het Vaderland. Met en over alles op deze aarde het Vaderland. Dit is gelukkig voor ons Nederiand. Er is in de wereid verstand genoeg haar te redden, maar er is geen zedelijke kracht genoeg. Zoo ook in Nederiand: het summum van zedelijke een der deelen, het overmoedige Holland, be- dreigd werd. En dan Willem III de groote strijder voor recht en vrijheid en het evenwicht in Europa, toen dit van tijd tot tijd werd belaagd, de grondlegger van de Engelsche restauratie, den bevrijder van Europa en van ons land, tegen het Fransch absolutisme. Hij zeide, dat God dit land niet zoo ver had doen bouwen, om het nu verloren te laten gaan. Het was ook weer een Oranje, die ons Vaderland redde uit de macht der Fransche ovcrheersching, die streed tegen Napoleon, op 18 Juni 1815 te Quatre Bras, die daar zijn bloed gaf voor het vaderland, voor de vrijheid, voor het zelfstandig volksbestaan. Dat ging door alle revoluties heen. Waar Oranje bloeit, moet rood verbleeken. Altijd was Oranje trouw, altijd op de bres, wanneor het volk in nood was. Hoe snood het volk ook Oranje verliet. Dat was ook bij maatschappelijke nooden. "evengoed als tegen den buitenlandschen vijand. Steeds waren de Vorsten uit het Huis van Oranje met Nederiand, met onzen landaard. Bij de herdenking van de inneming van den Briel klonk het op 1 April 1872, toen het eeuwfeest gevierd werd, uit de breede borst van Koning Willem III: „Ik ben er grootsch op, zeer grootsch op, Nederlander te zijn. In 1922 heeft onze Koningin dit hsrhaald met groote instemming. Hoe heeft onze Koningin de beloofde trouw aan het Vader land gehandhaafd, met diepe, echt vrouwelijke trouw en liefdevoile gehechtheid en zelfopoffe- ring. „Je maintiendrai" heette het, toen Zij in 1913 op den 17 December ter herinnering aan het herwinnen onzer onafhankelijkheid in 1813 van den Fran3«hen overheerscher, vaan- dels uitreikte aan de Grenadiers, en opwekte om desnoods het leven te geven voor de ver- dediging van ons zelfstandig volksbestaan, van den vaderlandschen bedem. Ik beboef niet te herinneren aan Haar wel- bewezen trouw gedurende den oorlog, toen Zij op de bres stond voor de belangen van het Nederlandsche Volk, vc de bewaring onzer neutraliteit, vcor die biijken, van liefde en zelfverloochening, welke alleen voortkomen uit de bron van liefde zelf, uit bet leven Gods, die de liefde is. In het diepste wezen onzer Koningin is het „Christus vcor alles!" Zoo is zij, de edele dochter uit den ouden he'.denstam der Naussauers en Oranje-Nassauers, de kruis- vaarster der 20ste eeuiw. In 1918, toen revolutie dreigde en de voor- teekenen van een orkaan, die bloed en traner in zijn gevolg zou meesleepsn, zich aan het luchtruim vertoonde, klonk het in de konink- lijke proclamatie „God zegene en behoede ons dierbaar Vaderland Getrouw aan de traditie mijner voorvaderen, heb ik nooit anders ge- wild dan mijn volk dienen, door handhavmg van het recht en bevestiging zijner vrijheden, door verzekering van ieders rechtmatige aan- spraken op geestelijk en stoffelijk gebied". Zij was overtutgd, dat wederkeerige trouw van Vorstin en Volk het Vaderland zou be- sohermen. I Is het woord van het uit het aloude lied, uit het Wilhelmus van Nassouwe „Het vaderland getrouwe, blijf ik tot in den dood", niet het woord van Koningin Wilhelmina? Onder Haar regeering en onder Haar troon is het goed an veilig! Daar leeft een Vorstin die bidt, j die Haar kracht zoekt en vindt bij het barnen ti ripr tiirien lot bii God! Dat greeft rust en van der tijden lot bij God! Dat geeft rust en vrede! Voor het Kruie! Voor Christus! Waken wij cok voor het kwaad, dat ons be- drelgt en vreet aan onze volkszelfstandigheid. Uaat ook bij oni3 een bede voor Haar op- wellen. U zegene God! Hij stel u tot een zegen! Gezegend zij Uw hoofd, uw hart, uw wegen, uw aardsch, uw eeuwig lot. VEREENIGIN GSGEBO UW „HET CENTRUM" TE AXEL. Versohillende malen is in den loop van het vorig jaar melding gemaakt van de stichting van een grootsch vereenigingsgeibouw, door den heer H. Dieleman—Koole te Axel, die daarmede zou voldoen aan een ter plaatse reeds lang gevoelde behoefte. Thans wordt daaraan de laatste hand gelegd, en zooals uit de advertentie in dit nummer blijikt, zal de exploitatie a.s. Zaterdagavond aanvangen met een filmvertooning, waarin nevens een prach- tige film als hoofdnummer, gekozen uit de beste werken van de City Films, een zeer in- teressant bijprogramma zal worden gegeven, een programma alzoo, dat nevens de attractie om met ideze nieuwe inrichting kennis te maken, naar we vertrouwen zeer velen tot een bezoek zal uitlokken. Uit een door ons ontvangen uitnocdiging bleek, dat de offieieele opening van deze m> derne amusementsgelegeniheid, die vcor ver- schillende doeleinden ten bate van het piaat- selrjik vereenigingsleven zal kunnen worden kangewend, op a.s. Vrijdagavond zal worden gcopend, en dat daaraan door vers chill ende plaatselijke vereenigingen medewenking zal worden verleend. Den ondernemer zij volledig succes met zijn nieuwe stichting toegeiwenscht. OPSLUITEN OF HOIiKEN VAN KOOIEENDEN. De Oomimssaris der Koningin in Zee land maakt bekend, dat in het jaar 1934 de kooi- eenden door den kooiman moeten worden or- gesloten of gehokt van 1 tot en met 30 April en van 16 Juni tot en met 31 Augustus. Uitvo. ring Polyhymnia. We woorJden 13 Fetor, j.l. de cpveering bij van het in West-Vlaar.deren speler.de stuk van de jolijt en de franke liefde: „In den Hommelpluk". Het lard van de schcone Vlaamsohe taal, de gomoedeiij'kheid en de groote patten bier. De moeilijikheid om in het Vlaamsohe dialect te declameeren hotoben de drie hcofdrolvertol- kers niet aangegaan, wat veel tot hun succes bijdroeg, en geen afbreuk deed aan de scho'on- heid. De burgemeester die het Vlaamseh niet onder de knie had beging deze fout wel, waaruit blijikt, dat het niet alien burgonaees- ters zijn, die buikjes hebben en daarop gouden kettingen dragen. Het werkelijke succes culmineert in Clara- Pol-Garde. Een woord van lof aan dsn boer Steigers, die een sublieme Vlaamsche typee- ring gaf van een Vlaandersche brouwer. Zijn onnoozele zoon lag de onnoozeliield cr te dik op, tegen welke overdrijving de auteur wel waarsohuwt. Om het heele varloop te beschrijven zou ons te brecdvoerig doen zijn. Het eind is, dat de twee geliefden na veel hinderpalen te hetben overwonnen in het bruidsjaar een eigen ne3tje gaan bouwen en hun oude vader (kropper) cok nog gezelschap zoekt en dit vindt in zijn nabije buurvrouw. De waarzegster, die doordringt in de ziele- gehedmen der geliefden had hun immers al een schoone toekomst voorspeld. Wat zou ook een waarzegster er plezier in hebben een toekomst van jonge menschen, die elkaar minnen, te verwoesten? Deze rol was sterk getypeerd. Een open doekje was hier beslist op zijn plaats ge weest. De decors waren goed verzorgd. De Hom- melplukkers droegen het hunne aan de frisch- heid van het landschap bij. We leefden in West-Vlaanderenland. En wel bet meest met den echten boer en niet het minst in de ge- makkelijke omkooperij van de Garde, door Clara en Pol, wier liefde list zocht. Een genotvolle avond, die voor Zaterdag a.s. een bezoek ten voile waard is. Bij den gemeente-veldvaohter J. van Wes- tenbrugge is als gevonden gedeponeerd: een Autokrik. Rechthebbende vervoege zich aldaar. CONCERTGEBOUW. Ich will nicht wissen xver Da bist. Ten huize van den ,,Kommerzienrat" Blume verkeeren de vrouwen in de grootste opw.n- ding. Allen treuren over het heengaan van den chauffeur Bobby Lindt, die zijn ontslag gekregen heeft. Hij kan het toch niet helpen, dat de dames hem eea ideaal vinden en hij kan toch evenmin helpen, dat zjjn bazen er minder van gediend waren? Bobby LindL wordt bij zich thuis ontvangen door een kc- misch uitzienden man, die hem als „Herr Graf" aanspreekt. Bobby is inderdaad eer waschechte graaf, von Lerchenaa is zijn ade- lijke naam. Dooi <ien nocd der t.jden was hy gedsvongen onder een burgerlqken naam als chauffeur zijn brood te verdienen. Zijn huis- knecht Ottokar, was hem sinds de goede dagen van weleer trouw gebleven. Ottokar kan zich er maar weinig mee ver- eenigen, dat zijn meester thans chauffeur is. Hij heeft immers maar een vinger uit te steken om de een of andere rijke erfdochter te kunnen trouwen en voorgoed van alle geld- zorgen verlost te zijn? Ottokar heeft zeifs a een pretendente gevonden. Carmen, de doch ter van den rijken Braziliaansche koffieplan- ter Zambesi. Bobby begint iets vcor het plan te gevoelen en beiooft dien avond nog naar een restaurant te gaan, waar Ottoikar een ontmoeting met Carmen zal arrangeeren. Bobby gaat, maar bij den ingang van het restaurant loopt hij tegen een dame op, wier paariencollier het slachtoffer worden. Als Bobby probsert de paarlen bij elkaar te zoe- ken, raakt hij met de dame in gasprek. Hij verneemt dat zij Alice Bamberg beet, dat zij naar het restaurant gekomen is om een zekeren heer von Schroder te ontimoeten, ■n»ir Bobby bemerkt ook, dat het haar niet onverschillig zou zijn om de kennismakinig met hem voort te zettcn. Hij heeft zijn laatste salaris nog in zijn zaik. Voor een souper is het nog toereikend en zoo worden Cn von Schro der en Zambesi en zijn dochter bij een good souper totaal vergeten. Bobby krijgt door een advertentie een nieu we betrekking bij president Fuhring. Als referentie heeft hij opgegeven Graaf Lerche- nau, zijn eigen naam. Ottoikar wordt daaroan opgepoetst en moet zich als Graaf Lerchenau voordoen. De president beiaeft zooveel ple- zier van dezen grappigen kerel, dat hij hem uitnoodigt mee te gaan naar Italic. Den volgenden dag rijdt Bobby de luxe-auto voor. Behalve president Fuhring en de pseudo-graaf van Lerchenau stapt ook Alice Bamberg in. Zij is een niohtje van den pre sident. Woedend is zij, als zij bemerkt, dat zij met een chauffeur gesoupeerd heeft. Het doel van de reis is Como, en Alice telegrafeert aan Schroder, dat hij onmiddellijk daarheen moet komen. Maar ook Ottokar heeft een telegram verzonden. Hij voorvoelt dat Bobby in een recordtijd zijn baantje zal verliezen en beschouwt het daarom beter Carmen achter de hand te hebben. Inderdaad Bobby neemt zijn ontslag. Voor hij echter vertrekt zal hij Alice nog naar het vliegveld brengen. Als hij onderweg verneemt, dat zij von Schro der af gaat halen, wil hij haar met haar wagen in de steek laten. Dan moet Alice wel laten biijken, dat zij van hem houdt Als Ottokar Zambesi van het station wil gaan halen, ziet hij dat Bobby en Alice het met elkaar eens zijn geworden en blijft hem niets anders over dan zijn huwelijksmakelarii op te geven. Evangelisatiewerk. In het geboirw der Hervormde Zondag- sehool alhier had een zeer druk bezochte evangelisatie-samenkomst plaats, waarin als spreker optrad de bakende heer Sevensma uit Amsterdam, die handelde over Joh. 7 vers 37. „Zoo iemand dorst heeft, die kome tot Mij en drinke". Het zeer talrijk gehoor werd door het boeiende woord van dezen eminenten en veel- ibereisden evangelist, die in zijn rede op zee' eenvotudige maar pakkende wijze de ceremo- nieen en de folklore van het Joodsche geloof schild'ende, geheel in beslag genomen, zoodat het einde daar was eer iemamd er aan dacbt Voor velen was het een goede avond en zal er ook hedenavomd te Ter Neuizen vanuit Axel naar wij bamerkten levendige beiangstelling worden betoond voor den arbeiid van dezen evangelist die binnenkort naar Zuid-Amerika hoopt te vertrekkem. Tragische dood. Een onzer .plaatsgencoten, in de nabijheid wonende van de plaats, waar bet ongeluk, waarvan wij in ons vorig nuimmer melding maakten, zich heeft afgespeeld, vertelt ons de vermoedelijke toedracht daarvan als volgt: Opsl.igplaatsen van levensmidJelen zijnonweers aanbaar voor ratten en ten duidelijkste bUjk'hieroij de on nacht van fox-teri iers, ka ten, vallen en vele bestrijdings- middel.n. Dit ondetvond o.a. de Heer Jellesma te St. Nicolaatga, die ten slo te Rodent t epaste en met ffn doosje IkO ratten wist te dooden. Rr dent faalt nimmer. het heeft eer, bijz ndere aantrekkingskrachL Koop een doos van 50 ct. of een dubbele doos a 90 ct. en morgen zal Rodent ook U van ra ten en muizen verlost hebben. Itnp.: Fa. B. Meindersma - Den Haag. C53 Ingez. Med. Ds verongelukte moet met zijn auto uit de richting Groote Markt gekomen zijn en is door den mist misleid in plaats van aan het Cafd du Commerce links den weg lang3 de Kade naar Ter Neuzen te nemen, raohtdoor over de Kanaalbrug gereden, waar hij eerst links heaft ingeslagen en zoo langs de Veemarkt over het smalle brugje over het Moleawater verier is doorgereden, tot hij op de hoogte nabij de sluis gokomen, bemerkt schijnt te hebben, dat hij den verkeerden weg had ingeslagen. Na gestopt te hebben is hfj uit zrjn auto gestapt en heeft zeker getracht te verkennen, hoe hij izich uit de impasse kon redden. Daarbij moet hij, op den hoogen muur staande, een verkeerden stap gezet hebben en naar beneden gevallen zijn. Boven water gekomen zijnde, heeft de drenkeling om hulp geroepen. De rijksambtenaar Bijl, die om dezen tijd van nachtdienst kwam, heeft dat hulpgeroep dul- delijik vernomen, doch kon wegens den dikken mist niet onderseheiden, waar de in nood verkeerende drenkeling zich bevond. Mee- nande, dat hij zich dicht bij den wal 'aan den dijkkant bevond wierp hij zijn cape te water, roepenide, dat hij die moest grijpfin. Op een hemieuwd hqlpgeroep werd de heer B. echter gewaar, dat de kreten van den anderen kant kwamen, waarop hij vliegensvlug terugreed om behulpzaam te kunnen zijn., De afstand is echter nog al groot, zoodat geruimen tijd voorbijging, v66r hij ter plaatse aankwam, waar de auto stond. Daar trof de heer B. reeds een vrouw aan, die een touw ts water had geworpen en steeds riep, dat de drenkeling zich daaraan vast moest grijpen. De kreten waren echter ver- stomd. Het noodlot had zich voltrolfken. Later werd de ongelukkige opgehaald. B'j onderzoek van het lijk, bevond de politic, dat zich een groote geldsom in de portefeuille bevond. Carnaval. Dinsdagavond, omstreeks 12 uur, is het Carnavalsfeest, dat op dezen aVond steeds, als de omstandigheden gunstig zijn, zijn hoogte- punt bereikt, in orde en regelmaat verloopen. In verband met de genomen politiemaat- regelen is zulks trouwens niet te verwonderen. Doch ook zonder deze maatregelen zou zulks het geval zijn geweest. Immers het Sassche publiek is bij dergelijke gelegenheden wel vroolijk en luidruchtig, maar geenszins lastig of moeilijk onder controle te houden. Gebeuren er soms ongeregeldheden, dan zijn het in den regel vreemde elementen, die zich daaraan schuldig maken, ja soms gelegen heden als deze aangrijpen om hun hart eens te luchten. Maar zeiden komt het voor, dat de orde op erge wijze verstoord wordt. Amu- seeren is het parool en daarvoor moet al het andere wijken. Wat dan ook bij dergelijke gelegenheden de beste opvatting is. Wie op de een of andere wijze in nesten of in het ongeluk gsraakt, heeft zulks aan zich zelf te wijten. Wie echter handelt naar de wijze les in het spreekiwoord: ,,Een wijs en voorzlchtig Man Hem naar velerlei zeden schikken kan", behoeft, ook al is hij een volslagen vreem deling in deze contreien, volstrekt niet onge- rust te zijn. Het Carnaval Is eigenlijk een feest voor jonge menschen. Voor hen geldt het: Gebruikt jolijt, terwijl gij zijt In uwe jonge jaren: Want d'ouderdom ziet, komt met verdriet, Snellijk voortvaren. Intusschen zijn het niet altijd en alleen de jongeren, die zich bij deze gelegenheid een pretje gunnen. Ook zij, die reeds den middel- baren leeftijd bereikt hebben, ja soms reeds ver op de helling staan, laten zich in den regel niet onbetulgd. In hen steekt nog w§l lets van die oude herinneringen uit vroeger, gelukkige jaren. Zij zijn als de zeeman, van wie het heet: Schoon hij den angst der-zee ontkwam, Hij ziet nog graag haar tuimling in de [haven. Dagen na het verstrijken van dit feest der zothedd, kunnen zij zich nog smakelijk ver- heugen in de meegemaakte avomturen. En waarom ook niet. Plezier is een van de beste voorbehoedmididelen om de gemoeds- rust en den vrede te bevorderen. En rust en vrede hebben wij in dezen tjfd vooral noodig. Wel is de tijd er niet naar, om zich onnoodige uitgaven te veroorloven, maar zeifs bij Carnaval gaat de practische kant van het leven niet verloren. Menig zottenpakje, waarin de drager zich enkele avonden een ander ,,ik" gevoeld heeft, wordt na afloop tot een bruikbaar kleeding- stuk vervormd, zoodat de geringe kosten daaraan besteed, nog niet altijd als verlies ge- boekt behoeven te worden. Intusschen behoeven onze zakenmenschen niet te klagen. Gezien de drukke deelnsime aan bals en danspartijen, wil het ons voor- komen, dat de meesten ook ditmaal weer tevreden mogen zqn. En daarmede: ludi vale, spelen vaarwel tot een volgende gelegenheid. Aanrgdlng. Jud. van Huffel alhier reed Maandagvoor- middag per fiets naar de markt te Hulst. Toen de tram hem passeerde tusschen het Hoog- huis en Tivoli geraakt hij van het rijweilpad op den steenweg en werd door een van Hulst ko- mende auto aangereden. Met een gebrokeo been en een ernstige hoofdwonde werd hij door dezelfde auto naar het ziekenhuis te Hulst vervoerd. Zijn toestand is zorgwekkend. Op wachtgeld. Naar we vememen zal met ingang van 1 Mei a.s. ten gevolge van de gewijzigde leerlin- genschaal een onderwijzer overcompleet wor den aan de R.K. bijizondere school alhier. Met ingang van dienzelfden datum zal wachtgeld worden verleend aan den heer H. van de Pas. Nalatigheid. Het is zeker wel een unicum, dat een per- soon, die daartoe verplicht is, zich niet aan- meldt voor de inschrijving voor den dienst- plicht. Zekere D. uit deze gemeente heeft den termijn, waarbinnen de aangifte ter inschrij ving moest geschieden, voorbij laten gaan. Hij zal nu moeten ervaren, dat dit niet de juiste weg Is, want van een en ander is proces-ver- baal opgemaakt.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 2