»i bfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 9103
WOENSDAG 7 FEBRUARI 1934
74e Jaargang
Binneniand
Femlleton
NEUZENSCHE COURANT
Buiten Ter Neuzen
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekecd.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien iiefst een dag voor de uitgavc.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van TER NEUZEN,
brengt ter algemeene kennis dat eenige uit-
spraken op aanvragen om vrijstelling van den
Dienstplicht, ter Secretarie deizer gemeente,
voor een ieder ter inzage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraken kan binnen tien
dagen na den dag van deze bekendmaking in
beroep worden gekomen.
A. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettigen vertegen-
woordiger;
B. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingesohreven per-
sonen of door hunne wettige vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
dock worden ingediend bij den Burgemeester.
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending
Ter Neuzen, 6 Februari 1934.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
DIENSTPLICHT.
houden oniderzoek niet mocht kunnen plaats
hebben, wordt de ingescbrevene voor geschikt
gehouden.
Ter Neuzen, 6 Februari 1934.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
Zitting algemeene keuringsraad.
De Burgemeester van TER NEUZEN
brengt ter algemeene kennis, dat de alge
meene keuringsraad zitting zal houden te
's-Gravenhage, in het gebouw Hekkelaan
No. 4, op Donderdag 15, Vrijdag 16, Woens-
dag 21, Donderdag 22, Vrijdag 23, Woensdag
28 Februari 1934. De zitting zal aanvangen
om 9 uur v.m.
In deze zitting zal uitspraak worden gedaan
omtrent de gescihiktheid of de ongeschiktheid
voor den dienst, als dienstplichtige, in verband
met ziekten en gebreken, van de personen, die
in het jaar der zitting 19 jaar of ouder wor
den en als vrijiwilliger bij den landstorm on-
ges-chikt zijn verklaard.
De uitspraak van den algemeenen keurings
raad wordt op den dag, waarop zij geschiedt,
in het openibaar medegedeeld in de localiteit
waarin de zitting van den raad plaats heeft.
Herkeuring.
Een nieuw geneeskundig onderzoek van een
ingeschrevene, omtrent wien door den keu
ringsraad uitspraak is gedaan, kan uiterlijk
den tieniden dag na den dag, waarop de uit
spraak in het' openbaar is medegedeeld
worden aangevraagd door den ingeschrevene.
wien de uitspraak geldt, door elk der overige
voor de gemeente ingeschreven personen of
door den wettigen vertegenwoordiger.
De aanvraag moet op aannemelijke in het
verzoekschrift omschreven gronden foerusten.
De aanvrager dient het verzoekschrift in bij
den burgemeester der gemeente, waar de per-
soon, wien de uitspraak geldt, voor den
dienstplicht ingeschreven is. De Burgemees
ter zendt het verzoekschrift aan den herkeu-
ringsraad, die omtrent de aanvraag beslist.
Verschijnt de ingeschrevene nief voor den
herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag,
indien zij is gedaan door den ingeschrevene,
wien de uitspraak geldt, of door zijn wettigen
vertegenwoordiger, als vervallen beschouwd,
behoudens bij Koninklijk besluit vastgestelde
uitzonderingen.
Indien het vanwege den herkeuringsraad te
BEGROOTING VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag der Eerste Kamer geeft de
Minister van Buitenlandsche Zaken o.m. het
volgende te kennen:
Betrekklng tot Belgie.
De Nederlandsche regeering zou voor zich-
zelve geen bedenking hebben tegen openbaar-
making van de processen-verbaal, in het voor-
loopig verslag aangeduid als de verslagen om
trent het overleg, in 1919 en volgende jaren
tusschen Nederland en Belgie gepleegd, over-
leg waaraan, gelijk bekend, voor een belang-
rijk gedeelte ook andere staten deelnamen.
Aller toestemming zou echter verkregen die-
nen te worden alvorens tot die openbaarmaking
zou kunnen worden overgegaan. Tot het
nemeo van initiatief om die toestemming te
verkrijgen, ziet de regeering thans geen ge-
noegzame aanleiding, waarbij zij mede in aan-
merking neemt, dat een volledig beeld door
kennisneming van die stukken toch niet zou
worden verkregen.
Op de in het voorloopig verslag gestelde
concrete vraag, of de Nederlandsche regeering
bij de aanvankelijk gevoerde onderhandelingen
in 1919 geen bezwaar heeft gemaakt tegen
het vervallen van de bepalingeti nopens Bel-
houden bespreking, welke in de Tweede Kamer
over het ook voor Nederland belangrijke
vraagstuk van het statuut van Belgie heeft
plaats gehad, geen steun heeft gevonden bij
de regeering, het parlement en het grootste
deel der openbare meening in Belgie. Daarin
moge een bewrjs worden gezien, dat aan beide
zijden der grens de wensch levendig is tot het j
onderhouden van goede betrskkingen van na-
buurschap.
Met betrekking tot de totstandkoming van
een nieuw Nederlandsch-Belgisch verdrag
merkt de minister op, dat terwijl hij alles zal
doen, wat in zijn vermogen is om ertoe mede
te werken dat deze aangelegenheid geen twist-
appel worde binnen de natie, hij de wensche-
lijkheid voor Nederland en Belgie van de tot
standkoming van de zoolang nagestreefde her-
ziening van de verdragen van 1839 des te groo-
ter acht, naarmate in Europa betreurenswaar-
dige spanningen beide landen aanleiding geven
de toekomst niet zonder zorg tegemoet te zien.
Indien dan ook de Nederlandsche regeering
ten deze zonder overhaasting zal handelen,
zal zij er tevens op bedacht zijn, onnoodig uit-
stel te vermijden.
De Rijnvaartactie.
Tegenmaatregelen tegen kostelooze sleep-
diensten, surtaxes d'entrepct, premies op ver-
voer, loodstarieven op de Schelde, stuiten op
het oogenblik af op overwegingen van finan-
cieelen aard.
SAMENWERKING TUSSCHEN BEDRIJFS-
GENOOTEN.
,,De Nederlandsche werkgever", het orgaan
van het Verbond van Nederlandsche Werk-
gevers, betoogt de noodzakelijkheid van sa-
menwerking van bedrijfsgenooten.
Ook hier is crisisnoodzaak aanwezigook
hier is voor het verbond een dankbare taak
lie l vtri vctiieu vclii ue uepaiuigcu uupcua l>ci- mci ia vwi "ct wu
gie's neutraliteit, anliwoordt de Minister als weggelegd. De nood, waarin het bedrijfsleven
unl crt TnHprHanH io rl a a rl act at, pfppn hp?wflflr - vprkeert mftRkt. het. meer dan ooit noodzake-
volgt: Inderdaad is daartegen geen bezwaar
ingebracht. Ongetwijfeld heeft de toen even-
eens aanhangige oprichting van den Volken- j
bond daarbij een belangrijke rol gespeeld.
Nederland heeft sindsdien onderscheiden
nieuwe waarborgen voor zijn veiligheid zien
ontstaan, zodwel door intemationale regelingen,
waarbij het zelf partij was (arbitrage-verdra
gen met Duitschland en Frankrijk; statuut van
het Permanente Hof van Intemationale Justi-
tie en Protocol, houdende erkenning van des-
zelfs verplichte bevoegdheid), als door ver
dragen tusschen derden, waarbij Nederland
als verdragspartij niet had mede te werken,
maar die toch van belang zijn voor ons land,
omdat zij den vrede in dit deel van Europa
versterken (verdragen van Locarno). Met het
oog op de compensatie, welke daarin ten be-
hoeve van Nederland mag worden gezien voor
het praktisch wegvallen van den veiligheids-
waarborg, dien de verplichte onzijdigheid van
Belgie bood, is de Minister van oordeel, dat er
voor Nederland geen aanleiding bestaat, bij
de totstandkoming van nieuwe verdragen aan-
spraak te doen gelden op nog andere waar
borgen in stede van die, welke volgens de ver
dragen van 1839 ook voor de veiligheid van
Nederland werden gegeven. In het licht van
deze overwegingen is de Minister dan ook niet
voomemens om, mocht het tot nieuwe onder
handelingen komen, te trachten, datgene, wat
formeel van de Belgische onzijdigheid is over-
gebleven^ nog als ruilobject te gebruiken ter
verkrijging van nieuwe veiligheidswaarborgen
of ander voordeel.
In de tweede plaats zou hij er zijn voldoe-
ning over te kennen willen geven, dat het
prikkelende geschrijf, waartoe enkele organen
van de Belgische openbare meening aanleiding
zochten in de toch in zoo rustigen toon ge-
roman van
HULBERT FOOTNER.
(Nadruk verboden.)
3) (Vervolg.)
Zou mr. Garth Pevensey, aidus het ibrief-
je, zoo goed willen zijn om een oude dame het
genoegen te doen haar hedenavond in het
Bristol Hotel te betzoeken? Mrs. Mabyn zal
op hem wachten in de spreekkamer; en daar
het een voor haar uiterst belangrijke zaak be-
treft, vertrouwt zij, dat hij haar niet zal te-
leurstellen, en hoe laat het ook worden zai,
hij zal worden verwacht.
Garth stuurde den jongen weg met de
boodschap, dat hij den brief persoonlijk zou
beantwoorden. Terwijl hij zijn kleeren in orde
bracht, dacht hij: Waarlijk, iemand's avontu-
ren beginnen zoodra hij van huis vertrekt.
Natuurlijk was zijn nieuwsgierigheid groot,
maar het bijvoeglijk naamwoordje in het be
gin vein het briefje, ontnam hem alle hoop op
een interessante gebeurtenis.
De spreekkamer van hotel Bristol bevond
zich op de eerste verdieping. Garth bleef
even bij de deur staan en keek de kamer rond.
Zij leek hem leeg totdat hij heel achterm
twee figuren ontwaarde. De eene, die hij ge-
heel zien kon, was een oude dame in een ge-
makkelijke stoel gezeten. Zij was in het zwart.
gekleed en was een zwakke kleine vrouw.
Garth veronderstelide, dat zij de schrijfster van
het briefje was. De andere figuur, eveneens
een vrouw, was gedeeltelijlk in de nis van het
raam verscholen. Zij stood bij het raam, hield
met een hand het gordijn opzij en keek de
straat op. Zij keerde haar hoofd om, om tot
de oude dame te spreken, waarop Garth's
hart bonsde in zijn boezem.
De kamer geurde en de kandelaars begon-
nen te zingen; dat heldere profiel, dat slanke
figuur kon niemand in Prince George 'toebe-
hooren dan hddr! Hrj vloeide over van geluk
en kon zijn oogen nauwelijks gelooven. Op
hetzelfde oogenblik wenschte hij, dat hij wat
meer zorg had bestead aan zijn uiterlijk en
dat hij de dames niet zoo lang had laten
wachten.
De jonige dame zag hem in de schaduw van
de deur staan en trad op hem toe.
Mr. Prevensey? begon zij op koel-vra-
genden toon. Toen hield zij plotseling op en
het bloed schoot haar naar het hoofd.
U! riep zij uit met een stem, die te zacht
was om door de oude dame gehoord te wor
den. O! ik wist niet, ik had nooit kunnen ver-
onderstellen, dat u het was!
Garth ergerde zich lichtelijk en een soort
naijver op zichzelf kwam bij hem op.
Waarom liet zij me roepen, als zij niet
wist dat ik het was? dacht hij.
Wat moet u van me denken? vroeg ze
met bedroefde stem.
Ik begrijp het niet, zei Garth hulpeloos
Het is mijn gewoonte niet om alleen
restaurants te beizoeken, zei ze. Maar het hotel
hier is zoo slecht. U moet wel denken, dat ik
een lichtzinnig persoontje ben.
Dat denk ik niet, zei Garth lomp.
Zij glimlaehte.
Goed, zei ze. Dan hoef ik geen vrees te
hebben.
Natalie! riep de oude dame met een
lichte ergenis in haar stem.
Kom, ik zal u aan mrs. Mabyn voorstel-
len zei ze en ging hem voor.
Dit is mr. Pevensey... Mrs. Mabyn,
zei ze.
De oude dame keek Garth onderzoekend aan
en Garth nam haar belangstellend op. Zij stak
haar smalle gerimpelde hand uit en zei:
Hoe gaat het u? Gaat u zitten.
Ik heet Natalie Bland, legde het meisje
verder uit, terwijl hij zich weder in de venster-
nis terugtrok, Mrs. Mabyn en ik reizen samen.
Die lieve Natalie is een dochter voor me,
fluisterde mrs. Mabyn.
De twee vrouwen wisselden een blik, die
Garth niet begreep. Hij keek naar Natalie en
meende in haar te zien: geduld, genegenheid
en misschien een weinig vermaak maar er
zat iets achter, iets grimmigs en beslists en
een zweem van opstandigheid.
Mijn echtgenoot was Canon Mabyn, be-
verkeert, maakt het meer dun ooit noodzake-
lijk, dat alle belanghebbenden die gelijk ge-
richte belangen hebben, de handen ineenslaan.
Te lang reeds is samenwerking tusschen be
drijfsgenooten uitgebleven. Men zoekt nog
maar al te veel heil in ongebreidelde concur
rentie, waardoor de nadeelen, welke de crisis
voor het bedrijfsleven heeft medegebracht, nog
verscherpt worden. Het is ook onlogisch, dat
men wel klaagt over moorjende concurrentie
van het buitenland, maar eigen vakgenooten
in het binneniand een niet minder moordende
concurrentie aandoet. In een tijd, waarin de
toestand voor vele bedrijven reeds zoo uiterst
ongunstig is, dient toch alles te Worden nage-
laten, wat dien toestand nog ongunstiger
maakt. Reeds gaan er stemmen op om ook
hier de overheid te doen ingrijpen. Dit nu ware
voor onze industrieelen, wier trots het tot
dusver was, dat zij zelfstandig, zonder inmen-
ging van derden, ja zelfs tegen den druk van
het buitenland in hun zaken beheerden, niet
slechts vemederend, maar ook zeer bedenke
lijk; het zou het begin beteekenen van het
Overheidsbeheer der particuliere ccidememin-
gen, de eerste stap naar de socialisatie.
Wil men voorkomen, dat te eeniger tijd van
overheidswege ongewenschte invloed op het
particuliere bedrijfsleven wordt uitgeoefend,
dan zal ook het proces van her-orienteering
en hergroepeering, noodig geworden door de
enorme crisis, welke wij doormaken, door de
nijverheid zelf moeten worden verricht. Het
gaat immers niet alleen om overmatige con
currentie, die de eene vakgenoot den anderen
aandoet. Het gaat ook hierom, dat bepaalde
ondememingen haar productie hebben te wij-
zigen, dat de ondememingen wellicht het ter-
rein van haar afzet onderling zullen hebben
te verde,elen, dat sommige ondememingen
misschien zelfs zullen moeten samensmelten,
andere geheel of gedeeltelijk zullen moeten
worden opgeheven. In een woord: evenals in
andere landen in de crisisjaren na den oorlog
de kartellen zich in talrijke getale vormden
als „kinderen van den nood" zoo zal er ook
hier te lande, onder den druk van de crisis
een nauwere economische samenwerking moe
ten tot stand komen tusschen ondememers in
een zelfde bedrijf, teneinde in het bedrijf als
geheel groote efficiency te ber.eiken en te
waarborgen, dat alle bedrijfsgenooten daarvan
de vruchten plukken, ook voor zoover enkelen,
in het belang van het geheel hun onderneming
zullen moeten inkrimpen of stopzetten.
Dat alles is echter gemakkelijker gezegd
dan gedaan. De groote vraag is, wie zal in elk
bedrijf, dat voor een dergelijke economische
organisatie in aanmerking komt, de kat de bel
aanbinden
Zoolang onderling wantrouwen tusschen de
bedrijfsgenooten het niet mogelijk maakt, dat
§6n hunner in deze de leiding heeft, moet naar
een onpartijdigen buitenstaander worden uit-
gezien.
DE OMZETBELASTING.
De minister van Financien, gezien art. 19
der omzetbelastingwet 1933 (St.bl. no. 546) en
de uitvoeringsresolutie omzetbelastingwet heeft
in par. 7 der uitvoeringsresolutie omzetbelas
tingwet onder E na het laatste lid een nieuw
lid opgenomen, luidende als volgt.
Bij invoer moet een bestelorder in duplo bij
de aangifte ten invoer worden overgelegd. De
inzending door belanghebbende van nog een
exemplaar van de bestelorder aan den inspec-
teur kan dan achtertvege blijven.
De ontvanger zendt een der exemplaren van
de bestelorder rechtstreeks aan den inspecteur,
in wiens dienstkring de fabrikant gevestigd is.
Deze opzending geschiedt eenmaal per week en
wel iederen Zaterdag. In deze opzending wor
den opgenomen alle bestelorders, die bij docu-
menten behooren, die in het afgeloopen tijdvak
aan de Handelsstatistiek zijn opgezonden.
Het andere exemplaar van de bestelorder
blijf.t aan het ten ontvangkantore terugkomend
document gehecht.
Deze resolutie treedt in werking met ingang
van haar dagteekening.
Slagers, banketbakkers en restaura
teurs hoeven de aangiftebiljetten nog
niet in te vullen.
De 's Gravenhaagsche Winkeliersvereeni-
ging vestigt de aandacht van belanghebbenden
op het volgende:
Aan het departement van Financien wordt
thans gewerkt aan een special e regeling voor
de heffing van de omzetbelasting voor slagers,
banketbakkers en restaurateurs. Deze is nog
niet vastgesteld. Het departement heeft den
inspecteurs medegedeeld, dat aangifte-biljet-
ten niet dienen uitgezonden te worden, in af-
wachting van de op komst zijnde nieuwe rege
ling.
iHet bestuur der 's Gravenhaagsche Winke-
liersvereeniging ontving na informatie ten de-
partemente de mededeeling, dat zij, die een
desbetreffend bedrijf uitoefenen en een aan-
gifte-biljet ontvingen, dit niet behoeven in te
vullen, doch rustig de bekendmaking van de
nieuwe regeling kunnen afwachten.
WIJZIGING PENSIOENWET.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in
gediend, waarbij wordt voorgesteld met in
gang van 1 Juli 1934 het verhaal voor bijdra-
gen voor eigen pensioen te verhoogen van 3 op
4% pet. Deze verruiming van het verhaal zal
niet worden toegepast over het verschil van
den pensioensgrondslag ex art. 150 en dien ex
art. 33 der pensioenwet.
stuurder van de Christ's Church Kathedraal
te Millerton, Ontario, tot aan zijn dood, zeide
mrs. Mabyn zacht.
Garth mompelde iets om aan te toonen, dat
hQ passend onder den indruk was.
U komt uit New York, naar ik meen,
zeide mrs. Mabyn.
Garth knikte bevestigend.
Dat zegt de courant althans, merikte zij
op. Natuurlijk ken ik weinig Amerikanen,
maar misschien hebben wij gemeenschappe-
lijke vrieniden. Zij hield even op bij wijze van
uitnoodiging.
Zullen wij mr. Pevensey liever uitleggen,
waarom wij hem gevraagd hebben hier te
komen? onderbrak Natalie rustig.
Lieve Natalie, mr. Pevensey wilde mij
juist vertellen over zijn vrienden, antwoordde
mrs. Mabyn op een toon van vriendelijke
tegenspraak.
Garth begreep, wat de oude dame bedoelde.
Mijn vader, zei hij, luitenant Raymond
Pevensey, was in dienst op de vloot; hij werd
gedood bij 'n kruitontploffing op de ammu-
nitieboot Arkadelphia, twaalf jaar geleden.
Hemel, hoe verschrikkelijk, fluisterde de
oude dame op sympathieken toon.
Ik ben nog van verre verwant aan de
Buhannons te Richmond en de Mainwairings
uit Philadelphia, ging Garth verder in de hoop
haar te believen.
Er was destijids een Mainwairing in Chel
sea bij mijn man, merikte mrs. Mabyn op.
Vermoedelijk mijn oud-oom, zeide hij. In
dit deel van de wereld is er verder niemand,
die mij kent, behalve de bisschop van Mi-
wasa
Ik verzoek u, ga niet verder, mr. Peven
sey, zeide mrs. Mabyn. Het enkele feit, dat
de bisschop u heeft uitgenoodigd hem te ver-
gezellen, is tenslotte voldoende. Zij' wendde
zich tot het meisje. Je kunt verder gaan,
Natalie.
We hebben in dit avondblad gelezen, be
gon het meisje, dat u morgen vroeg vertrekt
naar Mdwasa Landing, am den bisschop op
zijn jaarlijkschen tocht te vergezellen. Wij heb
ben er prijs op gesteld u te spreken v<56r uw
vertrek en daarom heb ik... heeft mrs. Mabyn
u geschreven.
Wij danken u, dat u zoo spoedig ge-
Voorts wordt vastgesteld het verhaal voor
eigen- en gezinspensioen imperatief te stellen.
Verder is bepaald, dat voor een ambtenaar,
in dienst op 31 December 1933, die op dezen
datum den 58jarigen leeftijd heeft bereikt, het
hem als oud-ambtenaar toekomende totale
pensioen, voor zoover het recht daarop is ver
kregen na 1 Januari 1934, niet minder be-
draagt dan het uitgestelde pensioen zou be-
dragen, indien hij uit alle op 31 December 1933
bekleede betrekkingen met ingang van 1 Ja
nuari 1934 eervol, niet op eigen verzoek, ware
ontslagen en geen herplaatsing ware gevolgd.
De NEDERLANDSOH-BELGISCHE
HANDELSBETREKKINGEN.
De sedert enkele weken tusschen een Neder
landsche en een Belgische delegatie afwisse-
lend te Brussel en te 's Gravenhage gevoerde
besprekingen hebben volgens de N. R. Crt.
Maandag geleid tot een overeenkomst ter
regeling van de handelsbetrekkingen tusschen
beide landen. De parafeering geschiedde op
het ministerie van Economische Zaken te
's Gravenhage door de voorzitters van de beide
delegaties, te weten van Nederlandsche zrjde
door den heer A. Th. Lamping, directeur van
den economischen voorlichtingsdienst, van
Belgische zijde door den heer Suetens, direc
teur van de handelsverdragen aan het minis
terie van buitenlandsche zaken te Brussel.
In afwachting van de definitieve regeling
van enkele punten, welke, mede om redenen
van technischen aard, nog niet definitief kon-
den worden vastgelegd, draagt het arrange
ment een voorloopig karakter. Wanneer ook
deze kwesties definitief zullen zijn geregeld,
zal het arrangement een algemeene regeling
vastleggen voor de wijze, waarop beide landen
elkander gedurende het jaar 1934 op het ge-
bied der contingenteering zullen behandelen
en zullen tevens verschillende, den laatsten tijd
door den handel in elk van beide landen in het
andere ondervonden moeilijkheden tot .een op-
lossing zijn gebracht. De tekst Wordt aan de
betrokken regeeringen ter definitieve goedkeu-
ring voorgelegd; de onderteekening mag bin
nen korten tijd worden tegemoet gezien.
R.K. MIDDENSTANDSBOND.
In de zalen van den Dierentuin te's Graven
hage is Dinsdag het buitengewone congres van
den Nederlandschen R.K. Middenstandsbond
gehouden gewijd aan het program van dezen
bond tot ordening, saneering en bescherming
van het middenstandsbedrijf.
Ongeveer 2500 belangstellenden waren in de
zalen van den Dierentuin aanwezig, terwijl
voor de velen voor wie in deze zalen geen
plaatsruimte was een nevenvergadering was
georganisaerd in Scala, welke onder leiding
stond van den heer A. Koops uit Venlo, secre-
taris van den bond. De ondervoorzitter, die
deze nevenvergadering zou hebben geleid was
n.l. verhinderd.
De vergadering in den Dierentuin werd ge-
presideerd door den heer Jos. E. A. M. Meye-
ring, voorzitter van den Ned. R.K. Midden
standsbond, die een welkomstwoord sprak in
het bijzonder tot de vertegenlwoordigers van
den minister van Economische Zaken en jus-
titie tot mr. baron van Wijnbergen, voorzitter
van den middenstandsraad, en tot de deputa-
ties van verschillende zustervereenigingen, op
het podium prijkten de vaandels en emblemen
van den bond en van onderscheidene daarbij
aangesloten organisaties.
Als program van crisispolitiek noemde de
voorzitter in verband hiermede in zijn ope-
ningsrede
Een terstond ingaand vestigings- en uitbrei-
dingsverbod van den detailhandel en die am-
komen is, kwam mrs. Mabyn vriendelijk tus
schen beiden.
Garth mompelde naar waarheid, dat het ge
noegen geheel aan hem was. De intuitie
waarschuwde hem voor wat komen ging, maar
hij durfde het nog niet gelooven.
Mr. Pevensey, hemam de jonge dame
als het ware met eenige in-spanning zij had
de houding van een verlegen ziel, die een gunst
moet vragen wij zullen u een zeer vreemd-
soortig verzoek doen.
Mrs. Mabyn hief geagiteerd haar hand op.
Wacht een oogenblikje, lieve Natalie,
wierp zij tegen, ik geloof, dat het misschien
beter is niet verder te gaan en het plan op te
geven, zeide zij met diepe droefheid.
Het meisje trok ongeduldig haar schouder
op en keek weder de straat op, terwijl zij on-
nadenkenid met het raamkoord speelde.
Het is werkelijk te veel van u gevraagd,
zei mrs. Mabyn, en ik ben zoo bang voor
Natalie! Natalie is mij zoo lief en de toestand
is z66 ongewoon zuchtte zij.
De arme Garth was hevig verbaasd en wan-
hopig bij dit alles. De ontdekking, waar hij
op gehoopt had, bleef nu uit.
- In ieder geval deed het ens genoegen
met u kennis te hebben gemaakt, zeide mrs.
Mabyn als om een einde te maken aan het
gesprek.
Plotseling kwam het in Garth's geest op,
deels door het ongeduld van het meisje, deels
door de teleurgesteld-e houding van de oude
dame, dat het slechts een zekere norschheid
van haar was. Haar fanatieke oogen zeiden
hem, dat zij maar steeds over haar geval na-
dacht. Hij begreep, dat de kortste weg om te
onderzoeken of hij het bij het rechte eind had,
was, te doen alsof hij het met haar wensch
eens was. En zoo stond hij plotseling op alsof
hij vertrekken wilde. Dit hielp.
Mrs. Maibyn knipperde met haar oogen. Zij
vond het niet prettig, dat zij zoo spoedig
doonzien werd.
Een oogenblik, als het u belieft, mr.
Pevensey, zei ze haastig met klagelijke stem.
Vergeef die verstrooidheid van een oude dame;
ik ging twee verschillende kanten uit.
Garth begreep hieruit, dat de kwestie op-
nieuw aan de orde was en ging weer zitten.
Er was een kleine pauze, waarin de oude dame
met de uitdrukking van een martelares met
zichzelf worstelde om haar houding terug te
vindeu. Het meisje bleef straik het raam uit
kijken en Garth wachtte eenvoudig op de din-
gen die komen zouden.
Je mag wel doorgaan, Natalie, zeide mrs.
Mabyn ten laatste met matte stem.
Het meisje zette haar uitleg verder voort.
daar waar zij had opgehouden.
Wij hadden verwacht... gehoopt, dat u
een ouidere man zou zijn.
Garth keek zoo teleurgesteld, dat zij zich
haastte er aan toe te voegen:
Want dat zou ons verzoek minder vreemd
gemaakt hebben, aarizelde zij.
Wat is dat verzoek? vroeg Garth.
Maar zij weerde even af.
Wat voor een man is de bisschop? vroeg
zrj.
Garth beschreef de bescheidenheid en de
goede manlijke eigenschappen van den geeste-
lijke.
Een zeer geschikte man om bisschop te
zijn in een wilde streek, sprak mrs. Mabyn
besehermend.
En zijn vrouw? vroeg Natalie.
Garth vertelde, dat zij een eerlijke onbaat-
zuchtige vrouw was met een groot hart.
Natuurlijk, zei mrs. Mabyn. En een ge
heel hoofdstuk zou men kunnen wijden aan de
beschrijving van den toon, waarop zij dit zeide.
Wij hadden vemomen, dat zij haar echt
genoot vergezelt, zei Natalie.
Ja, antwoordde Garth.
Dat maakt de zaak eenvoudiger! riep
mrs. Mabyn uit.
Him weg laopt over Spirit River C" os-
sing, geloof ik, ging Natalie voort.
Garth bevestigde zulks met verbazing.
Nalatie wachtte even voor zij verder ging.
Wat u ook denken mag van hetgeen ik
u zeggen ga, mr. Pevensey, zeide zij met de
zelfde verlegen klank in haar stem, wij mogen
er op rekenen, verwacht ik, dat u voorloopig
met niemand hierover spreken zult.
Daar kunt u inderdaad op rekenen! zei
de hij met warme stem.
Ik ben genoodzaakt zoo spoedig moge
lijk Spirit River Crossing te bereiken, zeide
zij eenvoudig.
(Wordt vervolgd.)