»i bfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 9103 WOENSDAG 7 FEBRUARI 1934 74e Jaargang Binneniand Femlleton NEUZENSCHE COURANT Buiten Ter Neuzen ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekecd. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien iiefst een dag voor de uitgavc. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DIENSTPLICHT. Uitspraak inzake vrijstelling. De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt ter algemeene kennis dat eenige uit- spraken op aanvragen om vrijstelling van den Dienstplicht, ter Secretarie deizer gemeente, voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Tegen deze uitspraken kan binnen tien dagen na den dag van deze bekendmaking in beroep worden gekomen. A. door den ingeschrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettigen vertegen- woordiger; B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingesohreven per- sonen of door hunne wettige vertegen- woordigers. Het verzoekschrift moet met redenen om- kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, dock worden ingediend bij den Burgemeester. ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending Ter Neuzen, 6 Februari 1934. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. DIENSTPLICHT. houden oniderzoek niet mocht kunnen plaats hebben, wordt de ingescbrevene voor geschikt gehouden. Ter Neuzen, 6 Februari 1934. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. Zitting algemeene keuringsraad. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter algemeene kennis, dat de alge meene keuringsraad zitting zal houden te 's-Gravenhage, in het gebouw Hekkelaan No. 4, op Donderdag 15, Vrijdag 16, Woens- dag 21, Donderdag 22, Vrijdag 23, Woensdag 28 Februari 1934. De zitting zal aanvangen om 9 uur v.m. In deze zitting zal uitspraak worden gedaan omtrent de gescihiktheid of de ongeschiktheid voor den dienst, als dienstplichtige, in verband met ziekten en gebreken, van de personen, die in het jaar der zitting 19 jaar of ouder wor den en als vrijiwilliger bij den landstorm on- ges-chikt zijn verklaard. De uitspraak van den algemeenen keurings raad wordt op den dag, waarop zij geschiedt, in het openibaar medegedeeld in de localiteit waarin de zitting van den raad plaats heeft. Herkeuring. Een nieuw geneeskundig onderzoek van een ingeschrevene, omtrent wien door den keu ringsraad uitspraak is gedaan, kan uiterlijk den tieniden dag na den dag, waarop de uit spraak in het' openbaar is medegedeeld worden aangevraagd door den ingeschrevene. wien de uitspraak geldt, door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of door den wettigen vertegenwoordiger. De aanvraag moet op aannemelijke in het verzoekschrift omschreven gronden foerusten. De aanvrager dient het verzoekschrift in bij den burgemeester der gemeente, waar de per- soon, wien de uitspraak geldt, voor den dienstplicht ingeschreven is. De Burgemees ter zendt het verzoekschrift aan den herkeu- ringsraad, die omtrent de aanvraag beslist. Verschijnt de ingeschrevene nief voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door zijn wettigen vertegenwoordiger, als vervallen beschouwd, behoudens bij Koninklijk besluit vastgestelde uitzonderingen. Indien het vanwege den herkeuringsraad te BEGROOTING VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN. In de memorie van antwoord op het voor- loopig verslag der Eerste Kamer geeft de Minister van Buitenlandsche Zaken o.m. het volgende te kennen: Betrekklng tot Belgie. De Nederlandsche regeering zou voor zich- zelve geen bedenking hebben tegen openbaar- making van de processen-verbaal, in het voor- loopig verslag aangeduid als de verslagen om trent het overleg, in 1919 en volgende jaren tusschen Nederland en Belgie gepleegd, over- leg waaraan, gelijk bekend, voor een belang- rijk gedeelte ook andere staten deelnamen. Aller toestemming zou echter verkregen die- nen te worden alvorens tot die openbaarmaking zou kunnen worden overgegaan. Tot het nemeo van initiatief om die toestemming te verkrijgen, ziet de regeering thans geen ge- noegzame aanleiding, waarbij zij mede in aan- merking neemt, dat een volledig beeld door kennisneming van die stukken toch niet zou worden verkregen. Op de in het voorloopig verslag gestelde concrete vraag, of de Nederlandsche regeering bij de aanvankelijk gevoerde onderhandelingen in 1919 geen bezwaar heeft gemaakt tegen het vervallen van de bepalingeti nopens Bel- houden bespreking, welke in de Tweede Kamer over het ook voor Nederland belangrijke vraagstuk van het statuut van Belgie heeft plaats gehad, geen steun heeft gevonden bij de regeering, het parlement en het grootste deel der openbare meening in Belgie. Daarin moge een bewrjs worden gezien, dat aan beide zijden der grens de wensch levendig is tot het j onderhouden van goede betrskkingen van na- buurschap. Met betrekking tot de totstandkoming van een nieuw Nederlandsch-Belgisch verdrag merkt de minister op, dat terwijl hij alles zal doen, wat in zijn vermogen is om ertoe mede te werken dat deze aangelegenheid geen twist- appel worde binnen de natie, hij de wensche- lijkheid voor Nederland en Belgie van de tot standkoming van de zoolang nagestreefde her- ziening van de verdragen van 1839 des te groo- ter acht, naarmate in Europa betreurenswaar- dige spanningen beide landen aanleiding geven de toekomst niet zonder zorg tegemoet te zien. Indien dan ook de Nederlandsche regeering ten deze zonder overhaasting zal handelen, zal zij er tevens op bedacht zijn, onnoodig uit- stel te vermijden. De Rijnvaartactie. Tegenmaatregelen tegen kostelooze sleep- diensten, surtaxes d'entrepct, premies op ver- voer, loodstarieven op de Schelde, stuiten op het oogenblik af op overwegingen van finan- cieelen aard. SAMENWERKING TUSSCHEN BEDRIJFS- GENOOTEN. ,,De Nederlandsche werkgever", het orgaan van het Verbond van Nederlandsche Werk- gevers, betoogt de noodzakelijkheid van sa- menwerking van bedrijfsgenooten. Ook hier is crisisnoodzaak aanwezigook hier is voor het verbond een dankbare taak lie l vtri vctiieu vclii ue uepaiuigcu uupcua l>ci- mci ia vwi "ct wu gie's neutraliteit, anliwoordt de Minister als weggelegd. De nood, waarin het bedrijfsleven unl crt TnHprHanH io rl a a rl act at, pfppn hp?wflflr - vprkeert mftRkt. het. meer dan ooit noodzake- volgt: Inderdaad is daartegen geen bezwaar ingebracht. Ongetwijfeld heeft de toen even- eens aanhangige oprichting van den Volken- j bond daarbij een belangrijke rol gespeeld. Nederland heeft sindsdien onderscheiden nieuwe waarborgen voor zijn veiligheid zien ontstaan, zodwel door intemationale regelingen, waarbij het zelf partij was (arbitrage-verdra gen met Duitschland en Frankrijk; statuut van het Permanente Hof van Intemationale Justi- tie en Protocol, houdende erkenning van des- zelfs verplichte bevoegdheid), als door ver dragen tusschen derden, waarbij Nederland als verdragspartij niet had mede te werken, maar die toch van belang zijn voor ons land, omdat zij den vrede in dit deel van Europa versterken (verdragen van Locarno). Met het oog op de compensatie, welke daarin ten be- hoeve van Nederland mag worden gezien voor het praktisch wegvallen van den veiligheids- waarborg, dien de verplichte onzijdigheid van Belgie bood, is de Minister van oordeel, dat er voor Nederland geen aanleiding bestaat, bij de totstandkoming van nieuwe verdragen aan- spraak te doen gelden op nog andere waar borgen in stede van die, welke volgens de ver dragen van 1839 ook voor de veiligheid van Nederland werden gegeven. In het licht van deze overwegingen is de Minister dan ook niet voomemens om, mocht het tot nieuwe onder handelingen komen, te trachten, datgene, wat formeel van de Belgische onzijdigheid is over- gebleven^ nog als ruilobject te gebruiken ter verkrijging van nieuwe veiligheidswaarborgen of ander voordeel. In de tweede plaats zou hij er zijn voldoe- ning over te kennen willen geven, dat het prikkelende geschrijf, waartoe enkele organen van de Belgische openbare meening aanleiding zochten in de toch in zoo rustigen toon ge- roman van HULBERT FOOTNER. (Nadruk verboden.) 3) (Vervolg.) Zou mr. Garth Pevensey, aidus het ibrief- je, zoo goed willen zijn om een oude dame het genoegen te doen haar hedenavond in het Bristol Hotel te betzoeken? Mrs. Mabyn zal op hem wachten in de spreekkamer; en daar het een voor haar uiterst belangrijke zaak be- treft, vertrouwt zij, dat hij haar niet zal te- leurstellen, en hoe laat het ook worden zai, hij zal worden verwacht. Garth stuurde den jongen weg met de boodschap, dat hij den brief persoonlijk zou beantwoorden. Terwijl hij zijn kleeren in orde bracht, dacht hij: Waarlijk, iemand's avontu- ren beginnen zoodra hij van huis vertrekt. Natuurlijk was zijn nieuwsgierigheid groot, maar het bijvoeglijk naamwoordje in het be gin vein het briefje, ontnam hem alle hoop op een interessante gebeurtenis. De spreekkamer van hotel Bristol bevond zich op de eerste verdieping. Garth bleef even bij de deur staan en keek de kamer rond. Zij leek hem leeg totdat hij heel achterm twee figuren ontwaarde. De eene, die hij ge- heel zien kon, was een oude dame in een ge- makkelijke stoel gezeten. Zij was in het zwart. gekleed en was een zwakke kleine vrouw. Garth veronderstelide, dat zij de schrijfster van het briefje was. De andere figuur, eveneens een vrouw, was gedeeltelijlk in de nis van het raam verscholen. Zij stood bij het raam, hield met een hand het gordijn opzij en keek de straat op. Zij keerde haar hoofd om, om tot de oude dame te spreken, waarop Garth's hart bonsde in zijn boezem. De kamer geurde en de kandelaars begon- nen te zingen; dat heldere profiel, dat slanke figuur kon niemand in Prince George 'toebe- hooren dan hddr! Hrj vloeide over van geluk en kon zijn oogen nauwelijks gelooven. Op hetzelfde oogenblik wenschte hij, dat hij wat meer zorg had bestead aan zijn uiterlijk en dat hij de dames niet zoo lang had laten wachten. De jonige dame zag hem in de schaduw van de deur staan en trad op hem toe. Mr. Prevensey? begon zij op koel-vra- genden toon. Toen hield zij plotseling op en het bloed schoot haar naar het hoofd. U! riep zij uit met een stem, die te zacht was om door de oude dame gehoord te wor den. O! ik wist niet, ik had nooit kunnen ver- onderstellen, dat u het was! Garth ergerde zich lichtelijk en een soort naijver op zichzelf kwam bij hem op. Waarom liet zij me roepen, als zij niet wist dat ik het was? dacht hij. Wat moet u van me denken? vroeg ze met bedroefde stem. Ik begrijp het niet, zei Garth hulpeloos Het is mijn gewoonte niet om alleen restaurants te beizoeken, zei ze. Maar het hotel hier is zoo slecht. U moet wel denken, dat ik een lichtzinnig persoontje ben. Dat denk ik niet, zei Garth lomp. Zij glimlaehte. Goed, zei ze. Dan hoef ik geen vrees te hebben. Natalie! riep de oude dame met een lichte ergenis in haar stem. Kom, ik zal u aan mrs. Mabyn voorstel- len zei ze en ging hem voor. Dit is mr. Pevensey... Mrs. Mabyn, zei ze. De oude dame keek Garth onderzoekend aan en Garth nam haar belangstellend op. Zij stak haar smalle gerimpelde hand uit en zei: Hoe gaat het u? Gaat u zitten. Ik heet Natalie Bland, legde het meisje verder uit, terwijl hij zich weder in de venster- nis terugtrok, Mrs. Mabyn en ik reizen samen. Die lieve Natalie is een dochter voor me, fluisterde mrs. Mabyn. De twee vrouwen wisselden een blik, die Garth niet begreep. Hij keek naar Natalie en meende in haar te zien: geduld, genegenheid en misschien een weinig vermaak maar er zat iets achter, iets grimmigs en beslists en een zweem van opstandigheid. Mijn echtgenoot was Canon Mabyn, be- verkeert, maakt het meer dun ooit noodzake- lijk, dat alle belanghebbenden die gelijk ge- richte belangen hebben, de handen ineenslaan. Te lang reeds is samenwerking tusschen be drijfsgenooten uitgebleven. Men zoekt nog maar al te veel heil in ongebreidelde concur rentie, waardoor de nadeelen, welke de crisis voor het bedrijfsleven heeft medegebracht, nog verscherpt worden. Het is ook onlogisch, dat men wel klaagt over moorjende concurrentie van het buitenland, maar eigen vakgenooten in het binneniand een niet minder moordende concurrentie aandoet. In een tijd, waarin de toestand voor vele bedrijven reeds zoo uiterst ongunstig is, dient toch alles te Worden nage- laten, wat dien toestand nog ongunstiger maakt. Reeds gaan er stemmen op om ook hier de overheid te doen ingrijpen. Dit nu ware voor onze industrieelen, wier trots het tot dusver was, dat zij zelfstandig, zonder inmen- ging van derden, ja zelfs tegen den druk van het buitenland in hun zaken beheerden, niet slechts vemederend, maar ook zeer bedenke lijk; het zou het begin beteekenen van het Overheidsbeheer der particuliere ccidememin- gen, de eerste stap naar de socialisatie. Wil men voorkomen, dat te eeniger tijd van overheidswege ongewenschte invloed op het particuliere bedrijfsleven wordt uitgeoefend, dan zal ook het proces van her-orienteering en hergroepeering, noodig geworden door de enorme crisis, welke wij doormaken, door de nijverheid zelf moeten worden verricht. Het gaat immers niet alleen om overmatige con currentie, die de eene vakgenoot den anderen aandoet. Het gaat ook hierom, dat bepaalde ondememingen haar productie hebben te wij- zigen, dat de ondememingen wellicht het ter- rein van haar afzet onderling zullen hebben te verde,elen, dat sommige ondememingen misschien zelfs zullen moeten samensmelten, andere geheel of gedeeltelijk zullen moeten worden opgeheven. In een woord: evenals in andere landen in de crisisjaren na den oorlog de kartellen zich in talrijke getale vormden als „kinderen van den nood" zoo zal er ook hier te lande, onder den druk van de crisis een nauwere economische samenwerking moe ten tot stand komen tusschen ondememers in een zelfde bedrijf, teneinde in het bedrijf als geheel groote efficiency te ber.eiken en te waarborgen, dat alle bedrijfsgenooten daarvan de vruchten plukken, ook voor zoover enkelen, in het belang van het geheel hun onderneming zullen moeten inkrimpen of stopzetten. Dat alles is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. De groote vraag is, wie zal in elk bedrijf, dat voor een dergelijke economische organisatie in aanmerking komt, de kat de bel aanbinden Zoolang onderling wantrouwen tusschen de bedrijfsgenooten het niet mogelijk maakt, dat §6n hunner in deze de leiding heeft, moet naar een onpartijdigen buitenstaander worden uit- gezien. DE OMZETBELASTING. De minister van Financien, gezien art. 19 der omzetbelastingwet 1933 (St.bl. no. 546) en de uitvoeringsresolutie omzetbelastingwet heeft in par. 7 der uitvoeringsresolutie omzetbelas tingwet onder E na het laatste lid een nieuw lid opgenomen, luidende als volgt. Bij invoer moet een bestelorder in duplo bij de aangifte ten invoer worden overgelegd. De inzending door belanghebbende van nog een exemplaar van de bestelorder aan den inspec- teur kan dan achtertvege blijven. De ontvanger zendt een der exemplaren van de bestelorder rechtstreeks aan den inspecteur, in wiens dienstkring de fabrikant gevestigd is. Deze opzending geschiedt eenmaal per week en wel iederen Zaterdag. In deze opzending wor den opgenomen alle bestelorders, die bij docu- menten behooren, die in het afgeloopen tijdvak aan de Handelsstatistiek zijn opgezonden. Het andere exemplaar van de bestelorder blijf.t aan het ten ontvangkantore terugkomend document gehecht. Deze resolutie treedt in werking met ingang van haar dagteekening. Slagers, banketbakkers en restaura teurs hoeven de aangiftebiljetten nog niet in te vullen. De 's Gravenhaagsche Winkeliersvereeni- ging vestigt de aandacht van belanghebbenden op het volgende: Aan het departement van Financien wordt thans gewerkt aan een special e regeling voor de heffing van de omzetbelasting voor slagers, banketbakkers en restaurateurs. Deze is nog niet vastgesteld. Het departement heeft den inspecteurs medegedeeld, dat aangifte-biljet- ten niet dienen uitgezonden te worden, in af- wachting van de op komst zijnde nieuwe rege ling. iHet bestuur der 's Gravenhaagsche Winke- liersvereeniging ontving na informatie ten de- partemente de mededeeling, dat zij, die een desbetreffend bedrijf uitoefenen en een aan- gifte-biljet ontvingen, dit niet behoeven in te vullen, doch rustig de bekendmaking van de nieuwe regeling kunnen afwachten. WIJZIGING PENSIOENWET. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in gediend, waarbij wordt voorgesteld met in gang van 1 Juli 1934 het verhaal voor bijdra- gen voor eigen pensioen te verhoogen van 3 op 4% pet. Deze verruiming van het verhaal zal niet worden toegepast over het verschil van den pensioensgrondslag ex art. 150 en dien ex art. 33 der pensioenwet. stuurder van de Christ's Church Kathedraal te Millerton, Ontario, tot aan zijn dood, zeide mrs. Mabyn zacht. Garth mompelde iets om aan te toonen, dat hQ passend onder den indruk was. U komt uit New York, naar ik meen, zeide mrs. Mabyn. Garth knikte bevestigend. Dat zegt de courant althans, merikte zij op. Natuurlijk ken ik weinig Amerikanen, maar misschien hebben wij gemeenschappe- lijke vrieniden. Zij hield even op bij wijze van uitnoodiging. Zullen wij mr. Pevensey liever uitleggen, waarom wij hem gevraagd hebben hier te komen? onderbrak Natalie rustig. Lieve Natalie, mr. Pevensey wilde mij juist vertellen over zijn vrienden, antwoordde mrs. Mabyn op een toon van vriendelijke tegenspraak. Garth begreep, wat de oude dame bedoelde. Mijn vader, zei hij, luitenant Raymond Pevensey, was in dienst op de vloot; hij werd gedood bij 'n kruitontploffing op de ammu- nitieboot Arkadelphia, twaalf jaar geleden. Hemel, hoe verschrikkelijk, fluisterde de oude dame op sympathieken toon. Ik ben nog van verre verwant aan de Buhannons te Richmond en de Mainwairings uit Philadelphia, ging Garth verder in de hoop haar te believen. Er was destijids een Mainwairing in Chel sea bij mijn man, merikte mrs. Mabyn op. Vermoedelijk mijn oud-oom, zeide hij. In dit deel van de wereld is er verder niemand, die mij kent, behalve de bisschop van Mi- wasa Ik verzoek u, ga niet verder, mr. Peven sey, zeide mrs. Mabyn. Het enkele feit, dat de bisschop u heeft uitgenoodigd hem te ver- gezellen, is tenslotte voldoende. Zij' wendde zich tot het meisje. Je kunt verder gaan, Natalie. We hebben in dit avondblad gelezen, be gon het meisje, dat u morgen vroeg vertrekt naar Mdwasa Landing, am den bisschop op zijn jaarlijkschen tocht te vergezellen. Wij heb ben er prijs op gesteld u te spreken v<56r uw vertrek en daarom heb ik... heeft mrs. Mabyn u geschreven. Wij danken u, dat u zoo spoedig ge- Voorts wordt vastgesteld het verhaal voor eigen- en gezinspensioen imperatief te stellen. Verder is bepaald, dat voor een ambtenaar, in dienst op 31 December 1933, die op dezen datum den 58jarigen leeftijd heeft bereikt, het hem als oud-ambtenaar toekomende totale pensioen, voor zoover het recht daarop is ver kregen na 1 Januari 1934, niet minder be- draagt dan het uitgestelde pensioen zou be- dragen, indien hij uit alle op 31 December 1933 bekleede betrekkingen met ingang van 1 Ja nuari 1934 eervol, niet op eigen verzoek, ware ontslagen en geen herplaatsing ware gevolgd. De NEDERLANDSOH-BELGISCHE HANDELSBETREKKINGEN. De sedert enkele weken tusschen een Neder landsche en een Belgische delegatie afwisse- lend te Brussel en te 's Gravenhage gevoerde besprekingen hebben volgens de N. R. Crt. Maandag geleid tot een overeenkomst ter regeling van de handelsbetrekkingen tusschen beide landen. De parafeering geschiedde op het ministerie van Economische Zaken te 's Gravenhage door de voorzitters van de beide delegaties, te weten van Nederlandsche zrjde door den heer A. Th. Lamping, directeur van den economischen voorlichtingsdienst, van Belgische zijde door den heer Suetens, direc teur van de handelsverdragen aan het minis terie van buitenlandsche zaken te Brussel. In afwachting van de definitieve regeling van enkele punten, welke, mede om redenen van technischen aard, nog niet definitief kon- den worden vastgelegd, draagt het arrange ment een voorloopig karakter. Wanneer ook deze kwesties definitief zullen zijn geregeld, zal het arrangement een algemeene regeling vastleggen voor de wijze, waarop beide landen elkander gedurende het jaar 1934 op het ge- bied der contingenteering zullen behandelen en zullen tevens verschillende, den laatsten tijd door den handel in elk van beide landen in het andere ondervonden moeilijkheden tot .een op- lossing zijn gebracht. De tekst Wordt aan de betrokken regeeringen ter definitieve goedkeu- ring voorgelegd; de onderteekening mag bin nen korten tijd worden tegemoet gezien. R.K. MIDDENSTANDSBOND. In de zalen van den Dierentuin te's Graven hage is Dinsdag het buitengewone congres van den Nederlandschen R.K. Middenstandsbond gehouden gewijd aan het program van dezen bond tot ordening, saneering en bescherming van het middenstandsbedrijf. Ongeveer 2500 belangstellenden waren in de zalen van den Dierentuin aanwezig, terwijl voor de velen voor wie in deze zalen geen plaatsruimte was een nevenvergadering was georganisaerd in Scala, welke onder leiding stond van den heer A. Koops uit Venlo, secre- taris van den bond. De ondervoorzitter, die deze nevenvergadering zou hebben geleid was n.l. verhinderd. De vergadering in den Dierentuin werd ge- presideerd door den heer Jos. E. A. M. Meye- ring, voorzitter van den Ned. R.K. Midden standsbond, die een welkomstwoord sprak in het bijzonder tot de vertegenlwoordigers van den minister van Economische Zaken en jus- titie tot mr. baron van Wijnbergen, voorzitter van den middenstandsraad, en tot de deputa- ties van verschillende zustervereenigingen, op het podium prijkten de vaandels en emblemen van den bond en van onderscheidene daarbij aangesloten organisaties. Als program van crisispolitiek noemde de voorzitter in verband hiermede in zijn ope- ningsrede Een terstond ingaand vestigings- en uitbrei- dingsverbod van den detailhandel en die am- komen is, kwam mrs. Mabyn vriendelijk tus schen beiden. Garth mompelde naar waarheid, dat het ge noegen geheel aan hem was. De intuitie waarschuwde hem voor wat komen ging, maar hij durfde het nog niet gelooven. Mr. Pevensey, hemam de jonge dame als het ware met eenige in-spanning zij had de houding van een verlegen ziel, die een gunst moet vragen wij zullen u een zeer vreemd- soortig verzoek doen. Mrs. Mabyn hief geagiteerd haar hand op. Wacht een oogenblikje, lieve Natalie, wierp zij tegen, ik geloof, dat het misschien beter is niet verder te gaan en het plan op te geven, zeide zij met diepe droefheid. Het meisje trok ongeduldig haar schouder op en keek weder de straat op, terwijl zij on- nadenkenid met het raamkoord speelde. Het is werkelijk te veel van u gevraagd, zei mrs. Mabyn, en ik ben zoo bang voor Natalie! Natalie is mij zoo lief en de toestand is z66 ongewoon zuchtte zij. De arme Garth was hevig verbaasd en wan- hopig bij dit alles. De ontdekking, waar hij op gehoopt had, bleef nu uit. - In ieder geval deed het ens genoegen met u kennis te hebben gemaakt, zeide mrs. Mabyn als om een einde te maken aan het gesprek. Plotseling kwam het in Garth's geest op, deels door het ongeduld van het meisje, deels door de teleurgesteld-e houding van de oude dame, dat het slechts een zekere norschheid van haar was. Haar fanatieke oogen zeiden hem, dat zij maar steeds over haar geval na- dacht. Hij begreep, dat de kortste weg om te onderzoeken of hij het bij het rechte eind had, was, te doen alsof hij het met haar wensch eens was. En zoo stond hij plotseling op alsof hij vertrekken wilde. Dit hielp. Mrs. Maibyn knipperde met haar oogen. Zij vond het niet prettig, dat zij zoo spoedig doonzien werd. Een oogenblik, als het u belieft, mr. Pevensey, zei ze haastig met klagelijke stem. Vergeef die verstrooidheid van een oude dame; ik ging twee verschillende kanten uit. Garth begreep hieruit, dat de kwestie op- nieuw aan de orde was en ging weer zitten. Er was een kleine pauze, waarin de oude dame met de uitdrukking van een martelares met zichzelf worstelde om haar houding terug te vindeu. Het meisje bleef straik het raam uit kijken en Garth wachtte eenvoudig op de din- gen die komen zouden. Je mag wel doorgaan, Natalie, zeide mrs. Mabyn ten laatste met matte stem. Het meisje zette haar uitleg verder voort. daar waar zij had opgehouden. Wij hadden verwacht... gehoopt, dat u een ouidere man zou zijn. Garth keek zoo teleurgesteld, dat zij zich haastte er aan toe te voegen: Want dat zou ons verzoek minder vreemd gemaakt hebben, aarizelde zij. Wat is dat verzoek? vroeg Garth. Maar zij weerde even af. Wat voor een man is de bisschop? vroeg zrj. Garth beschreef de bescheidenheid en de goede manlijke eigenschappen van den geeste- lijke. Een zeer geschikte man om bisschop te zijn in een wilde streek, sprak mrs. Mabyn besehermend. En zijn vrouw? vroeg Natalie. Garth vertelde, dat zij een eerlijke onbaat- zuchtige vrouw was met een groot hart. Natuurlijk, zei mrs. Mabyn. En een ge heel hoofdstuk zou men kunnen wijden aan de beschrijving van den toon, waarop zij dit zeide. Wij hadden vemomen, dat zij haar echt genoot vergezelt, zei Natalie. Ja, antwoordde Garth. Dat maakt de zaak eenvoudiger! riep mrs. Mabyn uit. Him weg laopt over Spirit River C" os- sing, geloof ik, ging Natalie voort. Garth bevestigde zulks met verbazing. Nalatie wachtte even voor zij verder ging. Wat u ook denken mag van hetgeen ik u zeggen ga, mr. Pevensey, zeide zij met de zelfde verlegen klank in haar stem, wij mogen er op rekenen, verwacht ik, dat u voorloopig met niemand hierover spreken zult. Daar kunt u inderdaad op rekenen! zei de hij met warme stem. Ik ben genoodzaakt zoo spoedig moge lijk Spirit River Crossing te bereiken, zeide zij eenvoudig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1