ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
M\jn Eiland
Onze levenshouding.
No. 9098
VRIJDAG 26 JANUARI 1934
74® Jaargang
KWATTA's SOLDAATJES
Binnenland
Feuilleton
EERSTE BLAD
Geen reden: tot ongerustheid
blijven hun waarde altijd houden
VOOR HET BEHOLD VAN DE
SUIKERBIETENTEELT.
TER NEUZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJS: B inn en Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Litgeefster: Firrmi P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KUEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
I)IT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
•'it'
ae nu Petrus neemt of Paulus, Jacobus of
Barnabas, Johannes of Silas, ja zel'fs de
Heiland zelve zocht nooit zijn kracht in
ontkenning of onthouding hun doe!
was: overwinning.
Zoo moet nu ook onze levenshouding
zijn. Godsdienst, die zich niet als triom-
feerende vitaliteit openbaart, is geen echte
godsdienst. Maar als onze religie zioh op
die wijze doet kennen, kan en zal zij zeker
niet op zijde worden geschoven. Want
alles, van de laagste eel tot den hoogst
ontwikkelden mensch, haakt naar vol-
ledige ontwikkeling, naar volmaking, naar
meer en nog rijker leven. Godsdienst, die
dit zou verwaarloozen, of nog erger: ont-
kennen, godsdienst, die voor dit verlangen
geen open oog zou hebben, godsdienst, die
teekenen van vermoeidheid zou geven, die
het leven geheel of ook maar gedeeltelijk
zou loslaten, en den menschen zou aan-
raden om zich van de moeiten en pijnen
van het leven te bevrijden door allerlei los
te laten en van alle soorten uitvluchten te
zoeken zoo'n godsdienst is op den duur
toch ten doode gedoemd.
Maar onze godsdienst moet levend
zijn. Stanley Jones heeft in zijn aller-
nieuwste boek Christus en het mensche-
lijk lijden") er op gewezen dat de commu-
nisten in Rusland niet ten onrechte be-
weren, dat godsdienst opium is voor het
volk. Want zij hebben de Russisch-
orthodoxe kerk op haar ongunstigst ge-
zien, en wie die ziet, moet wel toegeven,
dat er in dat geloof weinig of geen kracht
gelegen was. Het was opium, omdat den
menschen niet werd toegestaan zelf te
denken. en de godsdienstige leiders
schaarden zich, in plaats van te gaan staan
aan de zijde van het volk in zijn worste-
ling om recht, aan de zijde van de bevoor-
rechten en bezitters. Zoo'n godsdienst
heeft evenmin iets te maken met den gods
dienst van Jezus en is er evenzeer mede in
strijd, als die predikant in Engelsch-Indie.
die in een tijd van ernstige woelingen, met
zijn Europeesche gemeente het avondmaal
vierde, met een geladen revolver naast
zich op den avondmaalsdisch. Op een
avondmaalstafel mag niets aanwezig zijn
dan brood en beker.
Het moet eens zijn gebeurd, dat een
zekere Dr. Dewey op een college een
breede verticale streep trok op het bord.
en toen aan den eenen kant een lijst neer-
schreef van al de levensbeschouwingen,
die beheersching leeren, en aan den ande-
ren kant een lijst van de systemen, die tot
berusting aansporen. Hij schreef boven
die eerste lijst: ,,wetenschap en boven
de tweede godsdienst", maar hij was on-
billijk want het Christendom, althans het
ware, leert evenzeer beheersching als be
rusting, ja, het gaat eigenlijk nog verder,
want het spreekt van menschen, die ,,meer
dan overwinnaars" worden door Hem, die
hen heeft liefgehad. Het ware Christen
dom verdient den naam van „triomfeeren-
de vitaliteit", het geeft kracht, het geeft.
ons moed om de hand te leggen op het
zeer ruwe materiaal van het leven. Een
Christen wordt sterker door tegenslagen,
door ziekten, pijn en kruis, als een boom,
die groeit onder den druk (,,Palma sub
pondere crescit"), en die zich te vaster
wortelt naarmate de storm en met grooter
hevigheid om hem heen en tegen hem aan
slaan. Een waar Christen is tegelijk pes
simist en optimist, pessimistischer haast
dan alle andere menschen, omdat hij
steeds weer het leven ziet onder een kruis:
optimist, omdat hij weet, dat achter den
kruisberg ligt de opstandingsmorgen.
Jones heeft in zijn wondermooie boek
voorbeelden van een dergelijke vitaliteit
gegeven uit haast alle windstreken. Hij
meende een eereplaats te moeten geven
aan een klein, kreupel vrouwtje uit China.
Toen de zendeling op een dag over een
onderwerp stond te spreken, dat met ons
onderwerp na verband hield, zat dat wijfje
op een van de voorste banken. Zij was
zoo mismaakt, dat zij nauwelijks over de
leuning van de bank kon heenkijken. En
terwijl Jones al een beetje medelijden met
haar had, werd zij aan het einde van de
samenkomst aan hem voorgesteld als een
van de beste onderwijzeressen, terwijl over
haar getuigd werd, dat zij de groote stuw-
kracht was van de school, en dat zij meer
menschen tot God had gebracht dan
iemand anders in die stad.
Wil men een ander geval Het is er
ook een, dat Stanley Jones verhaalt. Van
een gezin van een zendeling werden de
vader, de moeder en drie kinderen ver-
moord bij een oproer in China. Vier an
dere kinderen ontkwamen, nadat zij oog-
getuigen waren geweest van die afslach-
ting. Toen ze weer bij elkaar waren, be-
sloten zij wat hun wraak zou zi;n: zij zou-
den probeeren elk de best mogelijke oplei-
ding te kriigen, en dan wilden zij naar
China teruglceeren en hun leven geven in
dienst van hen, die de andere leden van
het gezin hadden vermoord. Dit plan is
werkelijk volvoerd; alien zijn in China
teruggekomen, en jaren van vruchtbaren
en liefdevollen dienst hebben zij doorge-
bracht in dat land.
En nu nog maar een voorbeeld, een
laatste dan. Een dokter had in China na
jaren van zwoegen en zelfopoffering een
uitstekend ziekenhuis gebouwd. Door de
communistische afdeeling van het natio-
nalistische leger werd zijn hospitaal ge-
plunderd en men liet slechts de naakte
wanden staan. Maar zonder zich te laten
terneerslaan, volgde die dokter toch het
leger, en verzorgde zieken en gewonden.
Toen de generaal, die de leiding van dit
leger had, dit zag, vroeg hij: ,,wat brengt
dezen vreemden dokter er toe om de zie
ken en gewonden te verplegen, terwijl
deze zelfde menschen zijn hospitaal ver-
woest hebben?", maar de vrouw van dien
generaal, die zelf Christin was, gaf ten
antwoord: ,,Ja, man, dat is nu Christen
dom". En de aanvoerder gaf terug: ,.Dan
moet ik ook Christen worden".
Het Christendom gebruikt de tegen
slagen, ook zijn eigen tegenslagen, om zijn
programma te volbrengen. De bevoor-
rechten werden in de bekende gelijkenis
van het bruiloftsmaal het eerst genoodigd,
maar toen die weigerden, werden de die-
naren uitgezonden om te halen alien, die
zij vinden zouden. Na de weigering der
bevoorrechten werd de uitnoodiging er
eene van ,,democratische universaliteit".
Het Evangelie is overwinnende levens-
kracht. Wie zou hopen, dat hij in het
Evangelie een antwoord zou vinden op de
levensraadselen, die zal bedrogen uit-
komen, maar wie het met Christus en Zijn
navolging waagt, die zal merken, dat hij
een onuitputtelijke bron van levensmoed
en levensvreugde heeft aangeboord, en
het levende water, dat Jezus hem geeft,
wordt in hem een bron van water, sprin-
gende tot in het eeuwige leven.
Naar aanleiding van de geruchten over in
krimping van de suikerbietenteelt, is thans te
Roosendaal een vergadering gehouden van den
Ned. R. K. Boeren- en Tuindersbond. Wegens
ontstecitenis van den voorzitter, den beer J.
Verheggen, werd de bijeenkomst geleid door
den vice-voorzitter, baron van Voorts tot
Voorst. De bijeenkomst was zeer druk be-
zocbt. Aanwezig waren om. de Kamerleden
Kuyper en Kampschoer.
iDe beer R. W. Jansen, directeur der R.K.
Landibouiwwinterscbool te Roosendaal, bield
een uitvoerige rede, waaraan wij het volgen.de
ontleenen:
„In normale jaren beizaaide Nederland am-
trent 60.000 HA. met bieten dus omtrent 7
pet. van zijn oppervlakte naar verhouding veel
meer dan de meeste andere landen. Voor de
betrokken gebieden is de teelt van zoo enorm
belang, dat verdwijning er van gerust een
ramp zou mogen beeten. Spreker verklaarde,
dat bet aan de bietencultuur te danken is, dat
de akkerbouw in Zeeland en westelijk Noord-
Brabant op zoo boog peil staat en wat deze
oultuur overigens beteekent voor alle lagen
der bevolking, is nauwelijks in cijfers uit te
drukken.
Meer nog dan in normaler tijden zou de in-
krimping van de bietenteelt thans noodlottige
gevolgen hebben. Reeds is deze eultuur inge-
krompen met ongeveer 12000 H.A. De tarwe-
teelt is gecontingenteerd tot het derde ge-
deelte van bet bouwland. Thans worden we
verrast door bet bericbt, dat een beperking
van de aardappelteelt in overweging is tot
twee-derde van het oppervlak van 1933; dat
zou voor Zeeland, de Zuid-Hollandsche eilan-
den en Westeljjk Noord-Brabant beteekenen,
dat men voor ongeveer 10.000 H.A. naar an
dere gewassen moet omzien. De Minister
sprak wel van uitbreiding van de vlasteelt,
maar spr. acbtte be-t volmaakt uitgesloten,
dat bet vlas ook slechts een klein deel zou
kunnen opvangen van den schok, dien ons land
zou ondervinden als er opnieuw 12.000 of
15.000 H.A. bietenland onbezaaid moest blij
ven liggen. Spreker ziet de toekomst zeer
donker in als tot inkrimping van de bieten
teelt zou worden overgogaan, De beer Van
Bommel van Vloten berekende te Goes, dat er
3V2 millioen minder op het land aan loon ver-
diemd zou worden wanneer de suikerbieten
moesten vervangen worden door voedergra-
nen; dat aan vrachten bijna 3 millioen gulden
minder zou worden uitbetaald, aan de fabrie-
ken eveneens bijna 3V2 millioen minder. Dat
maakt aan loonen alleen al een verlies van
10 millioen gulden. Aan verliezen voor bet
still eggen van fabrieken valt daar nog bij te
rekenen 5 millioen gulden per jaar. De hoogst
bekwame landbouwdeskundige Dr. J. Oortwijn
Botjes heeft bovendien nog gewezen op een
ander gevaar, dat van inkrimping van de bie
tenteelt het gevolg kan zijn, n.l. ontwrichting
van de begrooting van bet Landbouwcrisis-
fonds.
De inleider besloot met te erkennen, dat de
taak der regeering uitermate moeilijk is. Ook
de boeren zien dat in. Deze vergadering be-
scbcuwde hij daarom niet als een protestver-
gadering, maar als een noodkreet van eenige
deelen van ons land, die zich in den grondslag
van hun bestaan bedreigd voelen. Hij is er
van overtuigd, dat de bietencultuur waard is
door de moeilijkheden van den tijd te worden
beengebolpen.
Er ontwikkelde zich na deze inleiding een
geanimeerde gedacbtenwisseling, waama on
der applaus werd besloten een motie te rich-
ten tot de regeering, waarin met aandrang
wordt verzocbt de suikerbietenteelt- en sui-
kerproductie in ons vaderland te laten voort-
bestaan en de geldende steunregeling voor
deze eultuur onverzwakt te handhaven.
(Ingez. Med.)
MINISTER DE WILDE ALS DICTATOR.
De eigenlijke sterke man, de krachtfiguur
in bet tegenwoordige kabinet, is zoo zegt
„Ons Noorden" niet minister Colijn, maar
minister de Wilde, die de portefeuille van Bin-
nenlandsche Zaken beheert.
Meer en meer ontpopt deze excellentie zich
als een dictator, of beter gezegd misschien,
als de krachtige bewindsman, die niet alleen in
zijn eigen departement maar ook op alle pro-
vincie- en gemeentehuizen zonder pardon en
zonder consideratie zegt boe bij het hebben
wil en ook voor geen enkel verzet op zij gaat.
Minister de Wilde heeft nu maar even voor
het geheele overheidspersoneel, dus ook voor
dat van de provincien en gemeenten, een regle-
ment uitgevaardigd, waarin duidelijk omschre-
ven staat, waaraan dit personeel zich te hou
den heeft en de Staten en Gemeenteraden
krijgen een imperatieve opdracht om binnen
drie maanden te zorgen dat de geheele zaak
voor elkaar is, zooals de minister bet wenscht.
Er wordt geen meening gevraagd, er wordt
geen advies verzorgd, er wordt geen wensch
kenbaar gemaakt; neen, de minister decre-
teert.
En de stok staat achter de deur. Is bin
nen drie maanden aan deze bevelen van den
minister niet tegemoet gekomen, dan zal de
minister, gebruik maken van de bevoegdheden
hem door de nieuwe wijziging in de Ambte-
narenwet geschonken, aan de Kroon voor-
stellen, in die provincie of in die gemeente,
deze bepalingen buiten de Staten of buiten
de Raden om, in te voeren.
Men ziet, minister de Wilde is niet voor een
kleintje vervaard. Trouwens, dat is nu reeds
herhaaldelijk gebleken. We noemen slechts
de zenderkwestie. Zoowel de ministers v. d.
Vegte als Reymer hebben jaren met dit vraag-
stuk getobt. Minister de Wilde maakt direct
korte metten er mee. Hij riep de heeren alle-
maal bij zich, deelde hun mede, dat bij dit en
dat had besioten m aiscijtp eenyoudig, dat
binnen drie maanden de zaak zoo *geregeld
was. En de heeren konden gaan.
Een kras staaltje was ook bet optreden
tegen Ged. Staten van Zuid-Holland. De
minister stelde als eiscb, een directe salaris-
verlaging. Ged. Staten en de Prov. Staten
wezen den eiscb van den minister af. Direct
kwam er een brief, wanneer niet binnen kor-
ten tijd aan de wenschen van den minister
werd voldaan, greep de minister zelf in en
zou zelf de salarieering regelen, zooals bij het
wensch te. Het college van Ged. Staten van
Zuid-Holland, waarin verschiilende invloed-
rijke kopstukken zitting hebben, werd dus
zonder meer onder rijks-curataele geplaatst.
Het gevolg is, dat dit college zich met de
grootst mogelijke spoed thans haast om aan
de wenschen van den minister tegemoet te
komen en de Staten thans in een bui-tenge-
wone spoedeischende vergadering zijn bijeen
geroepen, waarin ze hun besluit om voorloo-
pig geen salarisverlaging in te voeren, weer
kunnen intrekken en doen, wat de minister
van hen wil.
Minister De Wilde heeft alle eigeuschappen
voor een dictator.
Een buitengewoon imponeerend en mee-
sleepend spreker, een man van groote be-
kwaamheid, maar ook van een ernstigen en
kracbtigen wil, die ook voor niemand en niets
uit de weg gaat. Ben figuur die de strijd he-
mint en die zijn haan kening wil laten kraaien
tegenover iedereen.
In de enkele maanden van zijn optreden
heeft hij de provinciate en gemesntebesturen
HINDER WET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat
ter Gemeente-Secretarie teT inzage ligt een
verz»ek met bijlagea van G. H. KOOMAN te
Ter Neuzen (Sluiskil), om vergunning tot bet
plaatsen van een betonmolen met aangebouw-
de benzinemotor, in het perceel kadastraal be-
kead in Sectie G no. 2184.
Op Dinsdag den 6 Februari a.s. des namid-
dage te drie uur, zal in bet Gemeenteliuis ge-
legenheid bestaan am bezwaren tegen de in-
willlging van dit verzoek in te brengen en
deze mondeling en scbriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor
het bavengemelde tijdstip, ter Secretarie der
gemeente kennis nemen van de ter zake in-
gekomen schrifturen.
De aandacht van belangbebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris-
prudentie niet tot toeroep gerechtigd zijn, zij,
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den bovenbepaalden dag voor het ge-
meenebestuur zijn verscbenen, teneinde hunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 23 Januari 1934.
Burgemeester en Wethouders voomoemd.
J. HUiziNGA, Burgemeester.
J. L. DREGMANS, Lo. Secretaris.
Het is zeker heel merkwaardig om op
te merken, hoe er vooral in den laatsten
tijd ontzaglijk veel nadruk gelegd wordt
op otnze eigen levenshouding. Het schijnt,
dat, naarmate de omstandigheden in alle
landen en aan alle kanten moeilijker en
dreigender worden, en naarmate steeds
duidelijker wordt ingezien, dat van allerlei
machten geen uitkomst of redding is te
wachten, de mensdien gaan gevoelen, dat
zij zelf de hand aan den ploeg moeten
slaan, en niet onwerkzaam meer mogen
blijven toezien, als er nog iets zal gebeu-
ren om deze ontwriohte wereld te helpen
en te redden.
Wij zouden er toch wel eens gaarne
den vollen nadruk op willen leggen, dat in
de daqen, waarin Jezus Christus rond-
wandelende in Palestina, de toestanden in
de wereld heusch niet rooskleuriger waren
dan tegenwoordig. En toch: hoeveel
nieuws en verfrisschends was er bij den
Meester en Zijn jongeren niet aan het
werk. Alles, wat wij „geestelijke trucjes"
zouden kunnen noemen, was van hen
verre. Zij verdoezelden of verdonkere
maanden de dingen niet. Zij deden niet,
alsof het niet erg was. Zij beweerden ook
niet, dat het nog wel erger kon. Het
eerste wat men in het Evangelie en in zijn
dragers prijzen moet, is dit, dat deze men
schen eerlijk waren en volkomen oprecht;
er werd weinig geredeneerd, en er werd
niets weggepraat. Men sloot niet de
oogen voor de harde werkelijkheid, ook
werd er niet geexalteerd en dweperig ge-
sproken over ,,onze eenheid met de god-
heid of het goddelijke"; er was in hun
heele gedrag en doen ook niets geen ver-
lammende onderworpenheid of laffe be
rusting, en ook zeker geen naargeestig
pessimisme, zooals het Boeddhisme ons
dat wil aanpraten door zijn ontkenning
(althans theoretische ontkenning) van de
waarde van het leven. Neen, dat waren
alien practische menschen, die met beide
beenen en voeten bleven op den grond, of
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
65) (SAot.)
Een poos lang leek bet me, of ik droomde.
Toen werd het stemmengemurmel z66 duide
lijk, dat ik met een uiterste inspanning van
mrjn wil mijn oogen opendeed.
,Wat is dat?" vnoeg ik.
Ik boorde bet scbrapend verscbuiven van
een stoel en meteea zag ik Bobby en Christine
voor mijn bed staan.
.A-llea is puik in orde, ouwe jongen," suste
Babby me. „We zijn allebei bier."
Ik staarde suffig naar de twee bekende ge
eicbten. In mijn iidee was ik terug in mijn
hut op de „Neptune" maar dan moest
Bobby Ross zijn en Christine
,yDe een of andere kaffer heeft me in 't
water geduwd", zei ik prikkelbaar.
Maar op betzelfde oogeniblik stroomde een
golf van herinneringem mijn moede, pijnlijke
hersens binnen.
„Groote God!" riep i'k uit meteen zat ik
rechtop in bed. ,,Waar ben ik? Wat is er
gebeurd?"
Chris tine ging op den rand van het bed zit-
ten en nam zacht mijn hand in de bare.
„Je bent weer op het eiland John in je
eigen slaapkamer. Je hoeft je over niets be-
zorgd te maken. Alles is achter den rug en
we zijn nu bier met ons drietjes jij en ik
en Bobby."
Ik zakte tevreden in mijn kussens terug.
,,Nu herinner ik me alles weer," zei ik. „Ze
hebben me geraakt, niet? Ik weet nog, dat ik
'n hoop sterren zag en daama werd alles op-
eens donker."
Bobby liet zich aan den anderen kant op
mijn bed neer.
,,'t Gaat schitterend met je," zei bij tevre
den. „Als we zoo doorgaan, vraag je zoo dade-
ljjk om een whisky-soda."
Cbrisitine boog zich over me been en legde
de kussens wat gemakkelijker.
„Vertel me eens" fluisterde ze, ,jboe is 't
met je hoofd? Doet het erg pijn?"
Ik bracbt mijn linkerhand naar mijn voor-
hoofd en voelde een vochtig verband.
„'n Beetje wel," gaf ik toe. ,,Wat manikeert
er aan? lets ems tigs?"
„Nee maar 't is op 't kantje af geweest",
verteide Bobby droogjes. ,,De kogel van Man
ning heeft 'n voor in je schedel geploegd en
je 'n keurige knock-out gegeven. Een knap
schot gezien de omstandigheden."
Enkele oogenblikken bleef het stil.
,,Vertel door Robert," vroeg ik dan. ,,'t Be-
gint juist interessant te worden."
Christine schudde van neen.
,,De dokter kan elk oogenblik komen. Doen
we niet beter te wachten?"
„Nee," protesteerde ik. ,,Ik moet weten,
wat er gebeurd is."
Ze keek Bobby vragend aan.
„Goed dan," ibeslliste ze rustig. „Bobby,
vertel jij 't 'm dan."
„Ik weet niet, of Manning je heeft zien val-
len," ging Dean voort, „maar als hij 't geizien
heeft is het 't laatste geweest, wat zijn oogen
hier op aarde hebben opgenomen. Op 't zelfde
oogenblik, dat hij zijn hand ophief, schoten we
alle drie tegelijk. Van ons ieder heeft hij een
kogel gekregen dto van Christine, 6dn van
Campbell en 6dn van mij. 'n Aardige quaestie
voor den coroner wie van ons drieen hem
doodgeschoten heeft."
„En CraiU?" vroeg ik.
„Die heb jij keurig voor je rekening ge-
nomen. Op het oogenblik zit hij in het politie-
posthuis in Pen Mill met een gedeeltelijk ver-
monzialde rechterhand."
Een oogeniblik aarzelde ik. Ein Christine
begreep dadelijk wat ik wilde vragen, want
toen ik haar aankeek, zag ik, dat haar oogen
vol tranen stenden.
„Oom Philip lag dood op het dek," verteide
ze me fluisterend. „Dr. Ross had me gewaar-
schuwtd, dat 'a schrik of te groote opwin-
ding
Haar stem begon te trillen. Met een half
gesmoorden snik verborg ze haar gezichtje in
haar handen.
,,Arme lieveling," zei ik schor. ,,Ik zou er
alles voor gegeven hebben
Ze hief moedig baar hoofdje op en veegde
de tranen weg, die over haar wangen biggel-
den.
„Dat weet ik," zei ze. ,,Ik begrijp wat je
op 't oogenblik voelt. En ik kan niet helpen,
dat ik telkens weer am huilen moet 't was
alles zoo droevig en verschrikkelijk maar
toch, maar toch zou ik hem niet weer levend
wenschen. Zooals hij de laatste dagen was...
dat was in edn woord verschrikkelijk. Nu
heeft hij tenminste rust."
Ze keerde zich naar Bobby.
„Let maar niet op mij," verzocht ze. „Ver-
tel hem de rest v66r de dokter komt."
,,Er is niet veel meer te vertellen," ging
Bobby rustig voort. „We hebben de motor-
boot naar Pen Mall gesleept en Campbell is
daar aan wal gegaan en heeft de politie in
Torrington opgebeld. De inspecteur was er
binnen het kwartier met den dokter.
'n Speotakel dat de goede man maakte dat
kun je je wel voarstedlen. Maar gelukkig
kende-ie Campbell en na 'n hoop geklets
mochten we je einidelijk naar het eiland trans-
porteeren en je hier in je eigen bed stoppen.
't Was toen even v66r tiwaalven en daama
hebben we om beurten bij je gawaakt."
,Hoe laat is 't nu?" vroeg ik.
Bobby keek op zijn horloge.
„Brj elven."
,,En waar zit Campbell?" vroeg ik verder.
,,In Pen Mill, bij de politie. Vanmiddag is
de lijkschouwing al en
Een luid geklingel van de voordeur-bei deed
hem midden in zijn zin ophouden.
Christine stond vlug op.
,,Dat zal de dokter zijn," zei zij. ,,Hij zou
komen zoo gauw hij een oogenblik tijd had."
Zij liep de kamer door en ging de gang in.
Toen ze weg was, boog Bobby zich over me
heen.
„Zeg, de diamantem hebben we," verteide hij
geestdriftig. ..Campbell heeft ze bekeken en
hij beweert, dat er niet meer dan een derde
weg is. Volgens hem kun je je netjes twintig-
duizend pond door de Braiziliaansche regeering
laten uitbetalen."
„Ik heb mijn portie al beet", zei ik. ,,Die
twintigduizend moeten jij en Campbell en
Christine dan maar onder jullie drieen ver-
deelen."
,,Denk ik niet aan," verontwaardigde Bobby
zich. „Als je Oampibell wat wilt geven
Bij het hooren van Christine's viugge voet-
stappen, die de trap opkwamen, zweeg hij.
Het volgende oogeniblik kwam ze de kamer
weer binnen.
,,Een boodschap van Mr. Campbell," ver
teide ze. „Of Bobby zoo goed wil zijn, om even
in „Het Wapen" te komen."
Dean stond lui op.
,,'t Een of ander getzeur met die lijkschou
wing natuurlijk," zei hij.
Hij nam zijn pet van het tafeltje bij het
raam, klopte Christine vaderlijk op haar
schoiuder en wondelde naar de deur. Op den
drempel keerde hij zich om en bekeek ons
beiden.
„Tot straks, kinderen," zei hij. „De datum
kan me niet schelen, maar ik ben getuige ver-
geet dat niet!"
De eerste paar oogenblikken nadat hij weg-
gegaan was, zeiden we beiden geen woord.
„We moesten hem zijn zin maar geven",
begon ik dan, niet een stem, die niet volkomen
vast klonk. „Na alles, wat hij voor ons ge-
daan heeft, kunnen we zoo'n verzoek niet
goed weigeren."
Christine stond op me neer te kijken met
een wereld van liefde en overgave in ViaaT
oogen.
„Ik weet niet hoe het komt," zei ze hulpe-
loos. „Maar ik zou kunnen schreien en lachen
tegelijk."
Ik stak mijn hand naar haar uit en trok
haar naast me op het bed neer.
„Dat komt door dit huis, liefste," zei ik
zacht. „Dadelijk als alles achter den rug is.
gaan we voor een poos op reis
Ze legde met een allerliefst gebaar haar
hand op mijn mond.
,(Maar ik wil niet weg", fluisterde ze. ,,Dit
eiland is de eenige plek op de geheele wereld,
waar ik ooit werkelijk gelukkig geweest ben".
Ik ging rechtop zitten, sloeg mijn armen
om haar heen, trok haar hoofdje tegen mijn
borst en kuste haar.
,,0, je schouder!" schrok ze. „Je arme
schouder! De dokter heeft gezegd
,De dokter kan opvliegen!" zei ik. En na
die schandelijke uiting van endankbaarheid
kuste ik haar nog eens Sn nog eens.