ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN M\jn Eiland Onze levenshouding. No. 9098 VRIJDAG 26 JANUARI 1934 74® Jaargang KWATTA's SOLDAATJES Binnenland Feuilleton EERSTE BLAD Geen reden: tot ongerustheid blijven hun waarde altijd houden VOOR HET BEHOLD VAN DE SUIKERBIETENTEELT. TER NEUZENSCHE CO U RANT ABONNEMENTSPRIJS: B inn en Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Litgeefster: Firrmi P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KUEINE ADVERTENTIeN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. I)IT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. •'it' ae nu Petrus neemt of Paulus, Jacobus of Barnabas, Johannes of Silas, ja zel'fs de Heiland zelve zocht nooit zijn kracht in ontkenning of onthouding hun doe! was: overwinning. Zoo moet nu ook onze levenshouding zijn. Godsdienst, die zich niet als triom- feerende vitaliteit openbaart, is geen echte godsdienst. Maar als onze religie zioh op die wijze doet kennen, kan en zal zij zeker niet op zijde worden geschoven. Want alles, van de laagste eel tot den hoogst ontwikkelden mensch, haakt naar vol- ledige ontwikkeling, naar volmaking, naar meer en nog rijker leven. Godsdienst, die dit zou verwaarloozen, of nog erger: ont- kennen, godsdienst, die voor dit verlangen geen open oog zou hebben, godsdienst, die teekenen van vermoeidheid zou geven, die het leven geheel of ook maar gedeeltelijk zou loslaten, en den menschen zou aan- raden om zich van de moeiten en pijnen van het leven te bevrijden door allerlei los te laten en van alle soorten uitvluchten te zoeken zoo'n godsdienst is op den duur toch ten doode gedoemd. Maar onze godsdienst moet levend zijn. Stanley Jones heeft in zijn aller- nieuwste boek Christus en het mensche- lijk lijden") er op gewezen dat de commu- nisten in Rusland niet ten onrechte be- weren, dat godsdienst opium is voor het volk. Want zij hebben de Russisch- orthodoxe kerk op haar ongunstigst ge- zien, en wie die ziet, moet wel toegeven, dat er in dat geloof weinig of geen kracht gelegen was. Het was opium, omdat den menschen niet werd toegestaan zelf te denken. en de godsdienstige leiders schaarden zich, in plaats van te gaan staan aan de zijde van het volk in zijn worste- ling om recht, aan de zijde van de bevoor- rechten en bezitters. Zoo'n godsdienst heeft evenmin iets te maken met den gods dienst van Jezus en is er evenzeer mede in strijd, als die predikant in Engelsch-Indie. die in een tijd van ernstige woelingen, met zijn Europeesche gemeente het avondmaal vierde, met een geladen revolver naast zich op den avondmaalsdisch. Op een avondmaalstafel mag niets aanwezig zijn dan brood en beker. Het moet eens zijn gebeurd, dat een zekere Dr. Dewey op een college een breede verticale streep trok op het bord. en toen aan den eenen kant een lijst neer- schreef van al de levensbeschouwingen, die beheersching leeren, en aan den ande- ren kant een lijst van de systemen, die tot berusting aansporen. Hij schreef boven die eerste lijst: ,,wetenschap en boven de tweede godsdienst", maar hij was on- billijk want het Christendom, althans het ware, leert evenzeer beheersching als be rusting, ja, het gaat eigenlijk nog verder, want het spreekt van menschen, die ,,meer dan overwinnaars" worden door Hem, die hen heeft liefgehad. Het ware Christen dom verdient den naam van „triomfeeren- de vitaliteit", het geeft kracht, het geeft. ons moed om de hand te leggen op het zeer ruwe materiaal van het leven. Een Christen wordt sterker door tegenslagen, door ziekten, pijn en kruis, als een boom, die groeit onder den druk (,,Palma sub pondere crescit"), en die zich te vaster wortelt naarmate de storm en met grooter hevigheid om hem heen en tegen hem aan slaan. Een waar Christen is tegelijk pes simist en optimist, pessimistischer haast dan alle andere menschen, omdat hij steeds weer het leven ziet onder een kruis: optimist, omdat hij weet, dat achter den kruisberg ligt de opstandingsmorgen. Jones heeft in zijn wondermooie boek voorbeelden van een dergelijke vitaliteit gegeven uit haast alle windstreken. Hij meende een eereplaats te moeten geven aan een klein, kreupel vrouwtje uit China. Toen de zendeling op een dag over een onderwerp stond te spreken, dat met ons onderwerp na verband hield, zat dat wijfje op een van de voorste banken. Zij was zoo mismaakt, dat zij nauwelijks over de leuning van de bank kon heenkijken. En terwijl Jones al een beetje medelijden met haar had, werd zij aan het einde van de samenkomst aan hem voorgesteld als een van de beste onderwijzeressen, terwijl over haar getuigd werd, dat zij de groote stuw- kracht was van de school, en dat zij meer menschen tot God had gebracht dan iemand anders in die stad. Wil men een ander geval Het is er ook een, dat Stanley Jones verhaalt. Van een gezin van een zendeling werden de vader, de moeder en drie kinderen ver- moord bij een oproer in China. Vier an dere kinderen ontkwamen, nadat zij oog- getuigen waren geweest van die afslach- ting. Toen ze weer bij elkaar waren, be- sloten zij wat hun wraak zou zi;n: zij zou- den probeeren elk de best mogelijke oplei- ding te kriigen, en dan wilden zij naar China teruglceeren en hun leven geven in dienst van hen, die de andere leden van het gezin hadden vermoord. Dit plan is werkelijk volvoerd; alien zijn in China teruggekomen, en jaren van vruchtbaren en liefdevollen dienst hebben zij doorge- bracht in dat land. En nu nog maar een voorbeeld, een laatste dan. Een dokter had in China na jaren van zwoegen en zelfopoffering een uitstekend ziekenhuis gebouwd. Door de communistische afdeeling van het natio- nalistische leger werd zijn hospitaal ge- plunderd en men liet slechts de naakte wanden staan. Maar zonder zich te laten terneerslaan, volgde die dokter toch het leger, en verzorgde zieken en gewonden. Toen de generaal, die de leiding van dit leger had, dit zag, vroeg hij: ,,wat brengt dezen vreemden dokter er toe om de zie ken en gewonden te verplegen, terwijl deze zelfde menschen zijn hospitaal ver- woest hebben?", maar de vrouw van dien generaal, die zelf Christin was, gaf ten antwoord: ,,Ja, man, dat is nu Christen dom". En de aanvoerder gaf terug: ,.Dan moet ik ook Christen worden". Het Christendom gebruikt de tegen slagen, ook zijn eigen tegenslagen, om zijn programma te volbrengen. De bevoor- rechten werden in de bekende gelijkenis van het bruiloftsmaal het eerst genoodigd, maar toen die weigerden, werden de die- naren uitgezonden om te halen alien, die zij vinden zouden. Na de weigering der bevoorrechten werd de uitnoodiging er eene van ,,democratische universaliteit". Het Evangelie is overwinnende levens- kracht. Wie zou hopen, dat hij in het Evangelie een antwoord zou vinden op de levensraadselen, die zal bedrogen uit- komen, maar wie het met Christus en Zijn navolging waagt, die zal merken, dat hij een onuitputtelijke bron van levensmoed en levensvreugde heeft aangeboord, en het levende water, dat Jezus hem geeft, wordt in hem een bron van water, sprin- gende tot in het eeuwige leven. Naar aanleiding van de geruchten over in krimping van de suikerbietenteelt, is thans te Roosendaal een vergadering gehouden van den Ned. R. K. Boeren- en Tuindersbond. Wegens ontstecitenis van den voorzitter, den beer J. Verheggen, werd de bijeenkomst geleid door den vice-voorzitter, baron van Voorts tot Voorst. De bijeenkomst was zeer druk be- zocbt. Aanwezig waren om. de Kamerleden Kuyper en Kampschoer. iDe beer R. W. Jansen, directeur der R.K. Landibouiwwinterscbool te Roosendaal, bield een uitvoerige rede, waaraan wij het volgen.de ontleenen: „In normale jaren beizaaide Nederland am- trent 60.000 HA. met bieten dus omtrent 7 pet. van zijn oppervlakte naar verhouding veel meer dan de meeste andere landen. Voor de betrokken gebieden is de teelt van zoo enorm belang, dat verdwijning er van gerust een ramp zou mogen beeten. Spreker verklaarde, dat bet aan de bietencultuur te danken is, dat de akkerbouw in Zeeland en westelijk Noord- Brabant op zoo boog peil staat en wat deze oultuur overigens beteekent voor alle lagen der bevolking, is nauwelijks in cijfers uit te drukken. Meer nog dan in normaler tijden zou de in- krimping van de bietenteelt thans noodlottige gevolgen hebben. Reeds is deze eultuur inge- krompen met ongeveer 12000 H.A. De tarwe- teelt is gecontingenteerd tot het derde ge- deelte van bet bouwland. Thans worden we verrast door bet bericbt, dat een beperking van de aardappelteelt in overweging is tot twee-derde van het oppervlak van 1933; dat zou voor Zeeland, de Zuid-Hollandsche eilan- den en Westeljjk Noord-Brabant beteekenen, dat men voor ongeveer 10.000 H.A. naar an dere gewassen moet omzien. De Minister sprak wel van uitbreiding van de vlasteelt, maar spr. acbtte be-t volmaakt uitgesloten, dat bet vlas ook slechts een klein deel zou kunnen opvangen van den schok, dien ons land zou ondervinden als er opnieuw 12.000 of 15.000 H.A. bietenland onbezaaid moest blij ven liggen. Spreker ziet de toekomst zeer donker in als tot inkrimping van de bieten teelt zou worden overgogaan, De beer Van Bommel van Vloten berekende te Goes, dat er 3V2 millioen minder op het land aan loon ver- diemd zou worden wanneer de suikerbieten moesten vervangen worden door voedergra- nen; dat aan vrachten bijna 3 millioen gulden minder zou worden uitbetaald, aan de fabrie- ken eveneens bijna 3V2 millioen minder. Dat maakt aan loonen alleen al een verlies van 10 millioen gulden. Aan verliezen voor bet still eggen van fabrieken valt daar nog bij te rekenen 5 millioen gulden per jaar. De hoogst bekwame landbouwdeskundige Dr. J. Oortwijn Botjes heeft bovendien nog gewezen op een ander gevaar, dat van inkrimping van de bie tenteelt het gevolg kan zijn, n.l. ontwrichting van de begrooting van bet Landbouwcrisis- fonds. De inleider besloot met te erkennen, dat de taak der regeering uitermate moeilijk is. Ook de boeren zien dat in. Deze vergadering be- scbcuwde hij daarom niet als een protestver- gadering, maar als een noodkreet van eenige deelen van ons land, die zich in den grondslag van hun bestaan bedreigd voelen. Hij is er van overtuigd, dat de bietencultuur waard is door de moeilijkheden van den tijd te worden beengebolpen. Er ontwikkelde zich na deze inleiding een geanimeerde gedacbtenwisseling, waama on der applaus werd besloten een motie te rich- ten tot de regeering, waarin met aandrang wordt verzocbt de suikerbietenteelt- en sui- kerproductie in ons vaderland te laten voort- bestaan en de geldende steunregeling voor deze eultuur onverzwakt te handhaven. (Ingez. Med.) MINISTER DE WILDE ALS DICTATOR. De eigenlijke sterke man, de krachtfiguur in bet tegenwoordige kabinet, is zoo zegt „Ons Noorden" niet minister Colijn, maar minister de Wilde, die de portefeuille van Bin- nenlandsche Zaken beheert. Meer en meer ontpopt deze excellentie zich als een dictator, of beter gezegd misschien, als de krachtige bewindsman, die niet alleen in zijn eigen departement maar ook op alle pro- vincie- en gemeentehuizen zonder pardon en zonder consideratie zegt boe bij het hebben wil en ook voor geen enkel verzet op zij gaat. Minister de Wilde heeft nu maar even voor het geheele overheidspersoneel, dus ook voor dat van de provincien en gemeenten, een regle- ment uitgevaardigd, waarin duidelijk omschre- ven staat, waaraan dit personeel zich te hou den heeft en de Staten en Gemeenteraden krijgen een imperatieve opdracht om binnen drie maanden te zorgen dat de geheele zaak voor elkaar is, zooals de minister bet wenscht. Er wordt geen meening gevraagd, er wordt geen advies verzorgd, er wordt geen wensch kenbaar gemaakt; neen, de minister decre- teert. En de stok staat achter de deur. Is bin nen drie maanden aan deze bevelen van den minister niet tegemoet gekomen, dan zal de minister, gebruik maken van de bevoegdheden hem door de nieuwe wijziging in de Ambte- narenwet geschonken, aan de Kroon voor- stellen, in die provincie of in die gemeente, deze bepalingen buiten de Staten of buiten de Raden om, in te voeren. Men ziet, minister de Wilde is niet voor een kleintje vervaard. Trouwens, dat is nu reeds herhaaldelijk gebleken. We noemen slechts de zenderkwestie. Zoowel de ministers v. d. Vegte als Reymer hebben jaren met dit vraag- stuk getobt. Minister de Wilde maakt direct korte metten er mee. Hij riep de heeren alle- maal bij zich, deelde hun mede, dat bij dit en dat had besioten m aiscijtp eenyoudig, dat binnen drie maanden de zaak zoo *geregeld was. En de heeren konden gaan. Een kras staaltje was ook bet optreden tegen Ged. Staten van Zuid-Holland. De minister stelde als eiscb, een directe salaris- verlaging. Ged. Staten en de Prov. Staten wezen den eiscb van den minister af. Direct kwam er een brief, wanneer niet binnen kor- ten tijd aan de wenschen van den minister werd voldaan, greep de minister zelf in en zou zelf de salarieering regelen, zooals bij het wensch te. Het college van Ged. Staten van Zuid-Holland, waarin verschiilende invloed- rijke kopstukken zitting hebben, werd dus zonder meer onder rijks-curataele geplaatst. Het gevolg is, dat dit college zich met de grootst mogelijke spoed thans haast om aan de wenschen van den minister tegemoet te komen en de Staten thans in een bui-tenge- wone spoedeischende vergadering zijn bijeen geroepen, waarin ze hun besluit om voorloo- pig geen salarisverlaging in te voeren, weer kunnen intrekken en doen, wat de minister van hen wil. Minister De Wilde heeft alle eigeuschappen voor een dictator. Een buitengewoon imponeerend en mee- sleepend spreker, een man van groote be- kwaamheid, maar ook van een ernstigen en kracbtigen wil, die ook voor niemand en niets uit de weg gaat. Ben figuur die de strijd he- mint en die zijn haan kening wil laten kraaien tegenover iedereen. In de enkele maanden van zijn optreden heeft hij de provinciate en gemesntebesturen HINDER WET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie teT inzage ligt een verz»ek met bijlagea van G. H. KOOMAN te Ter Neuzen (Sluiskil), om vergunning tot bet plaatsen van een betonmolen met aangebouw- de benzinemotor, in het perceel kadastraal be- kead in Sectie G no. 2184. Op Dinsdag den 6 Februari a.s. des namid- dage te drie uur, zal in bet Gemeenteliuis ge- legenheid bestaan am bezwaren tegen de in- willlging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en scbriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bavengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake in- gekomen schrifturen. De aandacht van belangbebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris- prudentie niet tot toeroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den bovenbepaalden dag voor het ge- meenebestuur zijn verscbenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, 23 Januari 1934. Burgemeester en Wethouders voomoemd. J. HUiziNGA, Burgemeester. J. L. DREGMANS, Lo. Secretaris. Het is zeker heel merkwaardig om op te merken, hoe er vooral in den laatsten tijd ontzaglijk veel nadruk gelegd wordt op otnze eigen levenshouding. Het schijnt, dat, naarmate de omstandigheden in alle landen en aan alle kanten moeilijker en dreigender worden, en naarmate steeds duidelijker wordt ingezien, dat van allerlei machten geen uitkomst of redding is te wachten, de mensdien gaan gevoelen, dat zij zelf de hand aan den ploeg moeten slaan, en niet onwerkzaam meer mogen blijven toezien, als er nog iets zal gebeu- ren om deze ontwriohte wereld te helpen en te redden. Wij zouden er toch wel eens gaarne den vollen nadruk op willen leggen, dat in de daqen, waarin Jezus Christus rond- wandelende in Palestina, de toestanden in de wereld heusch niet rooskleuriger waren dan tegenwoordig. En toch: hoeveel nieuws en verfrisschends was er bij den Meester en Zijn jongeren niet aan het werk. Alles, wat wij „geestelijke trucjes" zouden kunnen noemen, was van hen verre. Zij verdoezelden of verdonkere maanden de dingen niet. Zij deden niet, alsof het niet erg was. Zij beweerden ook niet, dat het nog wel erger kon. Het eerste wat men in het Evangelie en in zijn dragers prijzen moet, is dit, dat deze men schen eerlijk waren en volkomen oprecht; er werd weinig geredeneerd, en er werd niets weggepraat. Men sloot niet de oogen voor de harde werkelijkheid, ook werd er niet geexalteerd en dweperig ge- sproken over ,,onze eenheid met de god- heid of het goddelijke"; er was in hun heele gedrag en doen ook niets geen ver- lammende onderworpenheid of laffe be rusting, en ook zeker geen naargeestig pessimisme, zooals het Boeddhisme ons dat wil aanpraten door zijn ontkenning (althans theoretische ontkenning) van de waarde van het leven. Neen, dat waren alien practische menschen, die met beide beenen en voeten bleven op den grond, of door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 65) (SAot.) Een poos lang leek bet me, of ik droomde. Toen werd het stemmengemurmel z66 duide lijk, dat ik met een uiterste inspanning van mrjn wil mijn oogen opendeed. ,Wat is dat?" vnoeg ik. Ik boorde bet scbrapend verscbuiven van een stoel en meteea zag ik Bobby en Christine voor mijn bed staan. .A-llea is puik in orde, ouwe jongen," suste Babby me. „We zijn allebei bier." Ik staarde suffig naar de twee bekende ge eicbten. In mijn iidee was ik terug in mijn hut op de „Neptune" maar dan moest Bobby Ross zijn en Christine ,yDe een of andere kaffer heeft me in 't water geduwd", zei ik prikkelbaar. Maar op betzelfde oogeniblik stroomde een golf van herinneringem mijn moede, pijnlijke hersens binnen. „Groote God!" riep i'k uit meteen zat ik rechtop in bed. ,,Waar ben ik? Wat is er gebeurd?" Chris tine ging op den rand van het bed zit- ten en nam zacht mijn hand in de bare. „Je bent weer op het eiland John in je eigen slaapkamer. Je hoeft je over niets be- zorgd te maken. Alles is achter den rug en we zijn nu bier met ons drietjes jij en ik en Bobby." Ik zakte tevreden in mijn kussens terug. ,,Nu herinner ik me alles weer," zei ik. „Ze hebben me geraakt, niet? Ik weet nog, dat ik 'n hoop sterren zag en daama werd alles op- eens donker." Bobby liet zich aan den anderen kant op mijn bed neer. ,,'t Gaat schitterend met je," zei bij tevre den. „Als we zoo doorgaan, vraag je zoo dade- ljjk om een whisky-soda." Cbrisitine boog zich over me been en legde de kussens wat gemakkelijker. „Vertel me eens" fluisterde ze, ,jboe is 't met je hoofd? Doet het erg pijn?" Ik bracbt mijn linkerhand naar mijn voor- hoofd en voelde een vochtig verband. „'n Beetje wel," gaf ik toe. ,,Wat manikeert er aan? lets ems tigs?" „Nee maar 't is op 't kantje af geweest", verteide Bobby droogjes. ,,De kogel van Man ning heeft 'n voor in je schedel geploegd en je 'n keurige knock-out gegeven. Een knap schot gezien de omstandigheden." Enkele oogenblikken bleef het stil. ,,Vertel door Robert," vroeg ik dan. ,,'t Be- gint juist interessant te worden." Christine schudde van neen. ,,De dokter kan elk oogenblik komen. Doen we niet beter te wachten?" „Nee," protesteerde ik. ,,Ik moet weten, wat er gebeurd is." Ze keek Bobby vragend aan. „Goed dan," ibeslliste ze rustig. „Bobby, vertel jij 't 'm dan." „Ik weet niet, of Manning je heeft zien val- len," ging Dean voort, „maar als hij 't geizien heeft is het 't laatste geweest, wat zijn oogen hier op aarde hebben opgenomen. Op 't zelfde oogenblik, dat hij zijn hand ophief, schoten we alle drie tegelijk. Van ons ieder heeft hij een kogel gekregen dto van Christine, 6dn van Campbell en 6dn van mij. 'n Aardige quaestie voor den coroner wie van ons drieen hem doodgeschoten heeft." „En CraiU?" vroeg ik. „Die heb jij keurig voor je rekening ge- nomen. Op het oogenblik zit hij in het politie- posthuis in Pen Mill met een gedeeltelijk ver- monzialde rechterhand." Een oogeniblik aarzelde ik. Ein Christine begreep dadelijk wat ik wilde vragen, want toen ik haar aankeek, zag ik, dat haar oogen vol tranen stenden. „Oom Philip lag dood op het dek," verteide ze me fluisterend. „Dr. Ross had me gewaar- schuwtd, dat 'a schrik of te groote opwin- ding Haar stem begon te trillen. Met een half gesmoorden snik verborg ze haar gezichtje in haar handen. ,,Arme lieveling," zei ik schor. ,,Ik zou er alles voor gegeven hebben Ze hief moedig baar hoofdje op en veegde de tranen weg, die over haar wangen biggel- den. „Dat weet ik," zei ze. ,,Ik begrijp wat je op 't oogenblik voelt. En ik kan niet helpen, dat ik telkens weer am huilen moet 't was alles zoo droevig en verschrikkelijk maar toch, maar toch zou ik hem niet weer levend wenschen. Zooals hij de laatste dagen was... dat was in edn woord verschrikkelijk. Nu heeft hij tenminste rust." Ze keerde zich naar Bobby. „Let maar niet op mij," verzocht ze. „Ver- tel hem de rest v66r de dokter komt." ,,Er is niet veel meer te vertellen," ging Bobby rustig voort. „We hebben de motor- boot naar Pen Mall gesleept en Campbell is daar aan wal gegaan en heeft de politie in Torrington opgebeld. De inspecteur was er binnen het kwartier met den dokter. 'n Speotakel dat de goede man maakte dat kun je je wel voarstedlen. Maar gelukkig kende-ie Campbell en na 'n hoop geklets mochten we je einidelijk naar het eiland trans- porteeren en je hier in je eigen bed stoppen. 't Was toen even v66r tiwaalven en daama hebben we om beurten bij je gawaakt." ,Hoe laat is 't nu?" vroeg ik. Bobby keek op zijn horloge. „Brj elven." ,,En waar zit Campbell?" vroeg ik verder. ,,In Pen Mill, bij de politie. Vanmiddag is de lijkschouwing al en Een luid geklingel van de voordeur-bei deed hem midden in zijn zin ophouden. Christine stond vlug op. ,,Dat zal de dokter zijn," zei zij. ,,Hij zou komen zoo gauw hij een oogenblik tijd had." Zij liep de kamer door en ging de gang in. Toen ze weg was, boog Bobby zich over me heen. „Zeg, de diamantem hebben we," verteide hij geestdriftig. ..Campbell heeft ze bekeken en hij beweert, dat er niet meer dan een derde weg is. Volgens hem kun je je netjes twintig- duizend pond door de Braiziliaansche regeering laten uitbetalen." „Ik heb mijn portie al beet", zei ik. ,,Die twintigduizend moeten jij en Campbell en Christine dan maar onder jullie drieen ver- deelen." ,,Denk ik niet aan," verontwaardigde Bobby zich. „Als je Oampibell wat wilt geven Bij het hooren van Christine's viugge voet- stappen, die de trap opkwamen, zweeg hij. Het volgende oogeniblik kwam ze de kamer weer binnen. ,,Een boodschap van Mr. Campbell," ver teide ze. „Of Bobby zoo goed wil zijn, om even in „Het Wapen" te komen." Dean stond lui op. ,,'t Een of ander getzeur met die lijkschou wing natuurlijk," zei hij. Hij nam zijn pet van het tafeltje bij het raam, klopte Christine vaderlijk op haar schoiuder en wondelde naar de deur. Op den drempel keerde hij zich om en bekeek ons beiden. „Tot straks, kinderen," zei hij. „De datum kan me niet schelen, maar ik ben getuige ver- geet dat niet!" De eerste paar oogenblikken nadat hij weg- gegaan was, zeiden we beiden geen woord. „We moesten hem zijn zin maar geven", begon ik dan, niet een stem, die niet volkomen vast klonk. „Na alles, wat hij voor ons ge- daan heeft, kunnen we zoo'n verzoek niet goed weigeren." Christine stond op me neer te kijken met een wereld van liefde en overgave in ViaaT oogen. „Ik weet niet hoe het komt," zei ze hulpe- loos. „Maar ik zou kunnen schreien en lachen tegelijk." Ik stak mijn hand naar haar uit en trok haar naast me op het bed neer. „Dat komt door dit huis, liefste," zei ik zacht. „Dadelijk als alles achter den rug is. gaan we voor een poos op reis Ze legde met een allerliefst gebaar haar hand op mijn mond. ,(Maar ik wil niet weg", fluisterde ze. ,,Dit eiland is de eenige plek op de geheele wereld, waar ik ooit werkelijk gelukkig geweest ben". Ik ging rechtop zitten, sloeg mijn armen om haar heen, trok haar hoofdje tegen mijn borst en kuste haar. ,,0, je schouder!" schrok ze. „Je arme schouder! De dokter heeft gezegd ,De dokter kan opvliegen!" zei ik. En na die schandelijke uiting van endankbaarheid kuste ik haar nog eens Sn nog eens.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1934 | | pagina 1