ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
AKKER.CACHET5
No. 9090
Eerste Blad
MAANDAG 8 JANUARI|1934
74e JAARGANG
De verbreeding van hef Kanaal door
Zuid-Bevelend.
Binnenland
De regeering ontkent, dat de uitvoering van deze werken ook
maar eenigermate voet zou geven aan andere staten, die
zeggenschap over de Nederlandsche
tusschenwateren verlangen.
Niemand heeft een andere
Rijn-Scheldeverbinding te eischen.
TER NEUZEN, 8 JANUARI 1934
Wordl ge weer gekweld door die
nare pijnen, waardoor Ge Uw werk
niel meer kunl blijven verrichlen.
Neem nu loch eens een of Iwee
"AKKERTJES" die Uw pijnen zullen
verdrijven en U ook in deze dagen
fil en opgewekl zullen maken.
Nederlandsch Ongeevenaard tegen Hoofd-
pijn, Kiespijn, Rheumalische
pijnen, Zenuwpijn, Vrouwen-
pijnen. Per 12 st. slechts 50 ct.
OPHEFFING OPENBARE SCHOLEN.
TER
UZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor eliken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeNper 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VEItSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJD AG A V OND.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op bet Voorloopig Verslag van de Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot verklaring
van bet algemeen nut der onteigening voor
verbreeding van het kanaal door Zuid-Beve-
lnd en verhooging van de spoorbrug over dat
kanaal by Vlake met bijkomende werken.
Daaraan wordt aan de N. R. Crt. ontleend:
AWorens de In het Voorloopig Verslag ge-
mhakte opmerkingen te beantwoorden, acht
de regeering het niet overbodlg in korte woor-
den duideiyk aan te geven,
welke de bedpeling is van. de werken,
die het aahhangige wetsontwerp beoogt.
De bedoeling is aan het kanaal door Zuid-
Beveland zoodanige werken uit te voeren, dat
tegemoet wordt gekomen aan de betzwaren,
welke de scheepvaart op dat kanaal onder-
vindt van de te lange ligging en de te geringe
doorvaart van de spoorwegbrug te Vlake en
de brug voor gewoon verkeer te Schore en van
de te geringe dwarsafmetingen van het ka
naal. Daartoe zullen de bruggen te zamen
op 6t'n ondenbouw worden aangelegd nabij
Vlake, op een zoodanige hoogte, dat nage-
noeg de geheele vaart onder het vaste gedeel-
te van die bruggen zal kunnen passeeren en
dus zonder hinder voor het landsverkeer.
Boven een tweede doorvaartopening van die
brpggen zal een beweegbaar gedeelte worden
aiangehracht, hetwelk de weinige hooge sche-
pen, die het kanaal bevaren, zal kunnen door-
laten. De voorgenomen verbreeding van het
kanaal omvat niet meer dan de verwijding,
welke aan de bezwaren tegemoet komt, die
reeds geruimen tgid door de scheepvaart zyn
ondervonden. Het is voor het maken van die
verwyding noodig den kanaaldyk aan die zg'de
van het kanaal waar de verbreeding moet
worden gemaakt te verleggen. Deze wordt
dan zoover buitenwaarts verschoven, dat een
mogeiyke verdere verbreeding in de toekomst
uitvoerbaar is, zonder dat men dan opnieuw
zou moeten vervallen in de kosten van een
volgende dykverlegging. De noodzakelijkheid
van zoodanige verdere verbreeding bestaat
naar het oordeel van de regeering voor het
oogenblik nog niet.
De plannen zyn reeds van ouden datum.
Toen in 1913 het op- en afgaand scheepvaart-
verkeer ongeveer 17.000.000 ton bedroeg, ga-
ven klachtm over de spoorwegbrug by Vlake
en oyer de vaart in het kanaal reeds aanlei-
ding tot het opmaken van een voorontwerp
voor de verbetering van die brug en verbree
ding van het kanaal.
Dat dergeiyke plannen ter hand worden ge-
nomen zal weinig verwondering wekken, als
men uit byiage I ziet, dat de scheepvaart,
welke in het begin van het bestaan van het
kanaal slechts ongeveer 400.000 ton bedroeg
en na tien jaar nog slechts 1.500.000 ton be-
reikte in 1913 tot ruim het tienvoudige steeg.
Het in 1914 en 1915 opgemaakte vooront
werp werd tengevolge van de oorlogsomstan-
dtgheden niet vender uitgewerkt, hoofdzakelijk
omdat de scheepvaart toen afnam.
Naarmate de scheepvaart zich ontwikkelde,
heeft verbetering van bet kanaal van Zuid-
Beveland plaats gehad op denzelfden voet als
dit met de overige waterwegen in Nederland
het geval is geweest. De bedoeling der re
geering is, dat hiermede wordt voortgegaan.
Van die bedoeling wenscht zij zich niet te
laten afbrengen wegens strevingen, die zich
in de Centrale commissie voor de Rijnvaart
hebben geopenbaard, om den aldaar vertegen-
woordigden regeeringen door middel van die
commissie meer zeggenschap over onze tus
schenwateren te verschaffen. Als de ver-
keerstoestand verbetering vereischt (en dat
is thans het geval), dan gaat de Nederland
sche regeering daartoe over, onafhankeiyk
vein de vraag of derden welllcht den rechts-
toestand gaame gewijzigd zouden zien.
De regeering is steeds van oordeel geweest,
dat de Nederlandsche scheepvaartwegen en
dus ook het kanaal door Zuid-Beveland ge-
schikt moeten zyn voor de scheepvaart, welke
daarvan gebruik maakt. Van Nederlandsche
zijde zijn in de Centrale commissie voor de
Rynvaart felteiyke inlichtingen verstrekt aan-
gdande de voomemens, die de Nederlandsche
regeering had, ten aanzien, van de door haar
wenscheiyk geachte verbetering der tusschen
wateren waaronder het kanaal van Zuid-
Beveland. Het zou een verdraailng der feiten
zyn aan het verstrekken van die inliehtin-
g>en het karakter te willen toeschryven van
een door Nederland gegeven en door der
den aanvaarde belofte.
Goon vreemde inmengtng in de Neder
landsche Tusschenwateren.
In het licht van het voorgaande zal het dui-
deiyk zyn, dat het onjuist Is te veronderstel-
len, dat de vaste wil der regeering, zich tegen
iedere uibbreiding van het Rynregime te ver-
zetten, zou kunnen worden geinfluenceerd
door mededeelingen omtrent hetgeen zij uit
vryen wil zal gaan doen. Een stellige verkla-
rlng, dat zy vreemde medezeggenschap over
de Nederlandsche Tusschenwateren energatek
en categorisch van de hand heeft gewezen en
zal blijven wijzen, kan dh regeering zonder
bezwaar afleggen.
De meening van de leden, dat tusschen de
uit te voeren werken voor de brugverhooging
eenerzijds en die voor de kanaalverbreeding
anderzyds technisch geen noodjzakeiyk ver
band bestiaat, acht de regeering niet juist,
hetgeen zy op technische gronden nader ult-
eenzet.
Dat in de memorie van toelichting niet ge-
sproken werd over een verband dat zou be
staan tusschen het wetsontwerp en de kwestie
van de herziening der tractaten van 1839,
noch over een verband met de bevoorrechting
door Belgie van de scheepvaart tusschen Bel-
gische havens en den Rijn, mag geen verwon
dering wekken, omdat, zoodanig verband niet
bestaat en ook nimmer' bestaan heeft.
De Rijn-Scheldeverbinding.
Zooals reeds werd uiteengezet, acbt de re
geering de verbetering van het kanaal nood-
zakelijk in verband met de toeneming van het
scheepvaartverkeer. Zij beoogt daarmede
geenszins een afweermiddel te scheppen tegen
den eisch van een andere verbinding te water
tusschen Ryu en Schelde. Immers naar haar
oordeel heeft niemand een anderea weg te
eischen, daar Nederland voldaan heeft en blijft
voldoen aan de verplichtingen, welke bet in
1839 op zicb heeft genomen om, als een der
tusschenwateren in casu het Kreekrak
door natuurlijke gebeurtenissen of werken van
kunst onbruikbaar zou worden, een anderea
weg aan te wijzen, welke even veilig en even
goed en gemakkelijk zou zijn, als de afgesloten
weg. Daaraan heeft Nederland voldaan, want
het kanaal door Zuid-Beveland biedt een weg,
die niet alleen even veilig, even goed en ge
makkelijk is, maar een weg, die veiliger, beter
en gemakkelijker is, dan de in 1867 afgeslo-
tene.
Wanneer Nederland daa ook te eeniger tyd
I uit vryen wil een anderen vaarweg mocbt wil
len toestaan, zou dit zijn gebeel los van de
verplichtingen, welke bet scheidingsverdrag
van 1839 oplegt en zou zulks al naar Neder
land verkoos, kunnen geschieden binnen het
kader, dan wel los van de z.g. historisch-
geografische grenzen der scheidxigslijnen.
De verslagen van
de besprekingen in de Rijnvaart-
commissie zijn gelieim;
in die omstandigbeden heeft de Regeering niet
de vrijheid, de Staten-Generaal over die be
sprekingen in te licbten.
Met de meening, dat de verbreeding van het
kanaal door Zuid-Beveland als een herziening
van de Tractaten van 1839 tot stand zou ko-
men, waarbij een nieuwe scheepvaartverbin-
ding tusschen Schelde en Hollandsch Diep aan
de reeds bestaande zou worden toegevoegd,
niet noodig zou zijn, kan de Minister zich niet
vereendgen. In de eerste plaats niet, omdat
al zou bij een zoodanige herziening de bouw
van een nieuw kanaal tusschen de Schelde en
het Hollandsch Diep worden toegestaan, geen
enkele zekerheid zal bestaan, dat dit kanaal
binnen afzienbaren tij.d gereed zal komen, ter-
wijl ook, al werd de aanleg dadelijk met de
grootste kracht ter hand genomen, de vol-
tooi'ing niet voor ongeveer 10 jaar daama te
verwachten zou zijn.
Maar ook al biyft na indienststellLng van
een tweede verbinding de scheepvaart tus
schen het Hollandsch Diep en de Schelde ge-
iyk aan die van 1931, dan nog zal het deel,
dat het kanaal door Zuid-Beveland zal biyven
volgen, zoo groot zijn, dat aan een verruiming
van dat kanaal niet zal zijn te ontkomen.
De opmerking van verschillende zyden ge
maakt, dat het samenstel van
subsidle en premies van Belgische
zijde verleend
aan het verkeer tusschen Belgische havens en
den Ryn schadelijk is voor het Rynverkeer der
Nederlandsche havens, moet als juist worden
erkend. Zulke maatregelen van een mede-
dinger op transportgebied mogen echter niet
ertoe leiden om een werk van algemeen nut
achterwege te laten, noch de Nederlandsche
Regeering ertoe te brengen, na te laten, wat
zij tegenover eigen schippers een plicht acht.
De verbreeding niet alleen een
Belgiseh belang.
Te veel wordt de indruk gewekt, alsof de
vaart door het kanaal door Zuid-Beveland een
uitsluitend Belgiseh belang is. Dit is een on-
juiste voorstelling van zaken, die rechtzetting
behoeft. In de eerste plaats is een dergeiyke
voorstelling onjuist, omdat de schepen voor
ongeveer 71 pet. naar het aantal en 47 pet.
naar de tonnenmaat Nederlandsch zyn. Neder
land is voor nog grooter percentage bouwer
van deze schepen en onze goed uitgeruste In
dustrie aan de Noord en de Merwede heeft
steeds haar groot aandeel gehad, niet alleen
in den bouw der schepen en sleepbooten, maar
ook in de jaariyksche onderhouds- en herstel-
lingswerken. Reeds uit dien hoofde heeft
Nederland een niet te verwaarloozen belang
by de ontwikkeling der vaart op de tusschen
wateren.
Rotterdam en Antwerpen.
Rotterdam en Antwerpen beiden staan
tegenover concurreerende invloeden van Duit-
sohe en Franscbe, zelfs van Italiaansehe ha
vens, tengevolge van de wijze, waarop in de
laatste jaren de spoorwegtarieven worden
gebezigd om verkeer kunstmatig naar bepaal-
de havens te leiden. Het is daarom volstrekt
niet zeker, dat, als men de ontwikkeling der
scheepvaart op het kanaal door Zuid-Beveland
tegenwerkte, bereikt zou worden, dat de daar-
door aan de Belgische havens onttrokken
goederen naar de Nederlandsche havens zou-
gaan.
Of Belgie zal overgaan to,, verzachting der
voor enze Rynvaart minder gunstige maat
regelen, als Nederland zyn tot dusver gevolg-
df politiek biyft volgen, valt niet te voor-
spellen. Nederland kan zeker ook denken aan
tegemmaatregelen.
MINISTER DECKERS OP RE IS MET DE
HERTOG HENDRIK.
Hr. Ms. Hertog Hendrik, onder bevel van
kapitein ter zee C. ter Poorten, zal van 8 Jan.
tot 28 Maart een oefeningsreis in de Middel-
landsche zee maken. Daarbij zullen achtereen-
volgens worden aangedaan Valencia, Palermo,
Venetie, Tripoli en Malaga.
De Minister van Defensie, Mr. Dr. L. N.
Deckers, zal het eerste traject van deze oefe-
niagsreis van Den Helder tot Valencia mee-
maken. De aankomst te Valencia is gesteld
op 17 Januari. Van Valencia zal de Minister
zich naar Madrid begeven om daar eenige be-
zoeken te brengen en daama zal de Minister
rechtstreeks over land naar Nederland terug-
keeren.
De Minister zal ongeveer 14 dagen weg-
blijven; hij zal op den geheelen tocht verge-
zeld zijn van zijn adjudant luitenant ter zee
Iste kl. J. E. A. Post Uiterweerd.
DE „POSTJAGER" OP DE TERUGREIS.
Vrijdagavond om 8 uur Amsterdamsche tijd
(p.m. 3 uur Indische tijd) is de „Postjager"
van het vliegveld Tjililitan bij Batavia ver-
trokken. Na korten tijd moest het vliegtuig
echter terugkeeren wegens een defect aan de
bezine-leiding. Men slaagde er gelukkig
in, bet euvel spoedig te verhelpen en startte
toen voor de tweede maal, te ruim 10 u.
(Amsterdamsche tijd).
Er bestond voor deze gebeurtenis ginds in
Indie niet zooveel belangstelling als voor het
vertrek van de „Pelikaan". Het late uur zal
daarop ook invloed habbea uitgeoefend.
De „Postjager" heeft in totaal 240 K.G. post
aan boord.
By het vertrek werd achtereenvolgens het
woord gevoerd door den resident D. G. C. A.
van der Hoek, den heer Nauta Lemke, afdee-
lingschef van de P.T.T., en den heer De Boer
namens het studie-comite-Snelpost Neder-
land-Indie. Alle drie sprekers spraken de
noodige dankwoorden en wenschten de beman-
ning van de ,,Postjager" een voorspoedige reis.
Tenslotte kwamen de beide bestuurders luit.
Asjes en de beer Geijssendorffer nog even
voor de microfoon. Eerstgenoemde zeide het
volgende:
„Wij zullen trachten van deze reis te maken
wat er van te maken valt. Wij habben het
voorbeeld voor ons van 'n schitterend ge-
slaagde reis, die dank zy een bestaande orga-
nisatie zoo prachtig is afgeloopen. Wij ver
wachten van deze organisatie ook op dezen
tocht het aller mogelijke en wij weten ook,
dat degenen, die onderweg aanwezig zijn zul
len helpen, waar zij kunnen. Ik dank hen voor
hetgeen zij gedaan hebben en by voorbaat
reeds voor hetgeen zij zullen doen. Wy gaan
nu zoo meteen vertrekken, wij zullen trachten
alles zonder ongelukken te volbrengen".
De heer Geysendorffer sprak in denzelfden
geest
Het Studiecomitd Snelpost Nederland
Indie, deelt aan An eta Vas Dias mede, van de
bemarming van de Postjager bericht te heb
ben ontvangen, dat de starter van den motor
gedeeltelijk vernieuwd is en zij te 3 uur 18
G. N. T., van Calcutta is vertrokken.
De Postjager is te 5 uur G. N. T. te Ala-
habad aangekomen en aldaar weer vertrok
ken om 6 uur 45 G. N. T.
DE TOCHT VAN DEN PELIKAAN.
Het benauwde oogenblik boven
den Balkan.
Het bericht in de Bossche Crt. over het on-
geval dat de Pelikaan op zijn uitreis tydens de
tweede etappe tusschen Rome en Saloniki bijna
overkomen was, heeft de Maasbode aanleiding
gegeven eens by de vliegers te informeeren.
Soer las het bericht en lachte harteiyk.
Geen woord van waar, zei hy tenslotte. Hoe
komen ze er aan? Als het al zoo ver is dat
we de toppen van de boomen raken, dan zijn
we verloren. Het was bar slecht weer in dien
nacht, maar zooiets hebben we toch heusch
niet meegemaakt. Rovendien, dan zouden we
toch zeker onze antenne verloren hebben die,
zoo lang we vliegen, uithangt en een heel eind
onder hiet vliegtuig uitsteekt.
En dan een mecanicien die aan het hoogte-
roer komt. Ik moet den eersten mecanicien nog
zien die dat doet.
Maar hoe komt iemand aan zoo'n belache-
10k verzinsel Enfin, zeker om den eindindruk
nog mooier te maken, dan hy is.
GEREF. KERK.
Cand. C. van Nes, zal thans gaame een
evenitueel beroep van een der Geref. Kerken
in overweging nemen. Zijn adres is Scheide-
kade 24, Ter Neuzen.
STOOMSCHIP OMHOOG EN VLOT-
GESLEEPT.
Zaterdag is onder Everingen ter hoogte van
Ter Neuzen omhoog gevaren het Nederland-
Product
Volgens recent van Apotheker Dvmonf
(Ingez. Med.)
sche motorschip ,,Zuidland". Zaterdagnamid-
dag is met 4 sleepbooten van de Ter Neuzen-
Tugboatcompany berpoefd het schip vlot
te trekken, doch kon dit niet gelukken. Zon-
dagmorgen is de proef met 4 sleepbooten dier
company herhaald en kwam de ,,Zuidland"
vlot, en heeft de reis naar Antwerpen voort-
gezet.
CENTRALE VERWARMING.
By onderhandsche aaabesteding is de Cen
trale Verwarmings- en Warmwater Voorzie-
nings Installatie voor het nieuw te bouwen
Rusthuis van de Ned. Herv. Diaconie, onder
architectuur van den heer L. de Bruijne te
Ter Neuzen, gegund aan de Firma G. Ver-
poorten en Zocn te Nijmegen.
LOUIS DAVLNDS VROOLIJK TOONEEL.
Ofschoon we in het verleden wel vollere
zalen hebben gezien, kan, voor dezen tyd ge-
rskend, gezegd worden, dat het gezelschap
van Louis Davids j.l. Vrijdagavond in het
Luxor-Theater" meer dan gewone belang
stelling heeft getrokken, de zaal was vrij goed
bezet; er waren vele belangstellenden opge-
komen om van dit voor Zeeuwsch-Vlaanderen
zeldzame optreden van een gezelschap eerste-
rangskunstenaars te genieten.
Terstond kwam de zeldzame gave van Louis
Davinds, om contact te krijgen met zijn pu-
bliek, tot uiting, in de manier waarop hij zich-
zelf en zyn gezelschap inleidde. Hij stipte
daarbij aan, weer eens in Ter Neuzen te komen
na verloop van meer dan een kwarteeuw. Er
ligt inderdaad een ruim tijdsverloop tusschen
dat vroeger optreden en thans. Hy stond toen
aan het begin van zyn loopbaan, trad hier op
met zgn zuster Heariette. Beiden waren toen
nog niet beroemd, hoewel de directeur van het
gezelschap waarbij ze toen werkzaam waren
hen een groote toekomst voorspelde. De tyd
heeft dien directeur (wijlen de heer H. D.
Nieuwenhuis, de bekende revue-komiek) in het
gelgk gesteld.
Na de inleiding kreeg men de Russische
schets ,,Truba", met Joh. Kaart Jr., Fientje
de la Mar en Jan van Ees, gespeeld In zeer
dramatisch karakter met een onvenwacht ko-
mische oplossing. Door Han Beuker werden
eenige jazz-improvisaties op de piano ten
beste gegeven, waama Fientje de la Mar
eenige der mooiste nummers van haar reper
toire, waarby ook emstige niet vergeten wer
den, ten beste gaf. En daama kwam Louis
Davids zelf verschillende zyner liederen kwee-
len, zooals hy zou zeggen. Uit den bijval die
hem ten deel viel en het aanhoudend applaus
viel af te leiden, dat de hoorders daarvan
maar niet genoeg konden krygen. Hij gaf als
toegift het liedje van de koopman die een
Fordje had gekocht, om de opgekomenen in de
gelegenheid te stellen tot opluistering een
refreintje mee te zingen.
„De eeuwige driehoek" en „Zoo zie je me,
eoo zie je me niet" hadden door de wijze
waarop ze werden gespeeld groot succes, ter-
wtjl dit in stygende mate het geval was met
het tweede optreden van den heer Davids,
waarbij hij zyn in het cabaret te Schevenin-
gen beroemd geworden lied in telegramstijl
niet vergat, en dat bijzonaer actueel was door
de hulde aan „De Pelikaan" tot slot.
„Naar buiten, naar buiten", waarin het ge
heele gezelschap optrad, stond naar enze mee
ning niet op hetzelfde peil als het overig deel'
van het programma en geleek, door gemis aan
een climax ook minder op een slot van het
programma, z6<5 zelfs dat de opgekomeaen.
hoewel het gedmkte programma het hun toch
duidelijk maakte, maar moeilijk konden geloo-
ven dat het „uit" was. Toen het tocneel in
het duister viel, moest men het echter wel
gelooven.
GEVONDEN VOORWERPEN.
De Inspecteur van Politie alhier maakt be-
kend, dat omtrent onderstaande gevonden
voorwerpen inlichtingen te bekomen zgn aan
de daaracbter vermelde adressen:
Kinderportemonnaie met inhoud, J. de
Doelder, Lange Kerkstraat 31.
Een paar bruine handschoenen, A. Herre-
bout, Lange Kerkstraat 14.
Belastingmerk, J. v. d. Velde, Van Steen-
bergenlaan 31.
Portemonnaie, A. Verpoorte, Veldstraat 5,
Sluiskil.
Een paar glacd dameshandschoenen, J,
't Gilde, Knol 32, Hoek.
Glacd handschoen, C. v. d. Velde, School-
laan 17.
School-dtui, J. Bedet, Smidswal 17.
Duimstok, J. Riemens, Kazemestr. 13.
Een sjaal, D. de Kramer, Tholensstr. 58-
Sleutel, Bureau van Politie.
Belastingmerk, F. Goedhardt, Nieuwesluis
P 10.
Handtasch met inhoud. Gebr. de Zeeuw,
Tholensstraat 5.
Wit bontje, P. Moes, Pelmolengang 2.
2 schippershaken, Personeel Oostsluis.
BEZOLDIGDE EN ONBEZOLDIGDE
GEMEENTE-VELDWACHTERS.
Door den Commissaris der Koningin is een
nieuwe instructie vastgesteld voor de bezoldig-
de gemeente-veldwachtrs, alsmede voor de
onbezoldigde veldwachters in Zeeland.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In de week van 24 tot en met 30 December
kwamen in de provincie Zeeland voor 13 ge-
vallen van roodvonk, waarvan 8 te Arnemui-
den (w.o. 2 in gezin), 4 te Vlissingen en
1 te Nieuw- en St. Joosland en 3 gevallen van
diphtherie, nl. 1 in ieder der gemeenten
Boschkapelle, Clinge en Graauw en Langen-
dam (het tweede geval in e<5n gezin).
Ged. Staten van Zeeland hebben tegen het
einde van het thans loopende cursusjaar de
sluiting gelast van de openbare scholen te
Duivendijke en Noordwelle.
AFSTAMME1XNGEN VAN ALVA.
In Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen verkeeren
velen, voortgesproten uit het in 1775 gesloten
huwelijk van Pieter Dees en Catharina Cor
nelia Alvarez, dochter van den Ter Neuzen-
sche burgemeester Pieter Alvarez, in de mee
ning, dat zij afstammea van Don Fernando
Alvarez de Toledo grande van Spanje, hertog
van Alva en Huesco, enz. enz., cazen vader-
landschen ,,ijzeren hertog". De Zeeuwsch-
Vlaamsche Alvarez'sen zouden aan hem ver-
want zijn over een bastaard van Don Frederik
de Toledo, Alva's zoon, ook niet onbekend in
de Nederlanden. De later door zijn vader ge-
wettigde bastaard zou dan drie zoons gehad
hebben: Pieter, Bartholemeus en Guilliaem Al
varez, van welken de beide eersten officieren
in het leger der Republiek geweest zouden
zijn. In een boekje: „De afstamming vaa
eenige Axeische landlieden uit den hertog van
Alva" bewijst de oud-rijksarchivaris dr. J. de
Hullu te Cadizand dat deze familietraditie to
taal ongegrond is. Wel meent hij, dat de Al
varez'sen als bakermat het Pyreneesche Schier-
eiland zullen gehad hebben; Alvarez is niet
anders dan een patrcnymicum en beteekent:
zoon van Alvaro. En veel Spanjaarden en
Portugeezen hadden zich al vroeg in de Neder
landsche koopsteden gevestigd; tusschen 1400
en 1500 waren er al Amedo's; Hiniosd's;
Lopez'; De la Palma's; De Valladolid's, poor-
ters van Middelburg en kregen er in de zes-
tiende eeuw zitting in de regeering, de De la
Palma's zelfs tot ver in de zeventiende eeuw.
De nakomelingen van het in 1775 gehuwde
echtpaar Dees-Alvarez behooren hun preten-
tie op afstamming van Alva te laten varen,
zegt dr. J. de Hullu. ,,Zlj zullen dit geen
schade achten maar gewin."
GROOTE CRISISVERGADERING TE J
GOES.
In verband met de alarmeerende bench ten.
welke worden vemomen over een beperking
van den suikerbietensteun zal de Crisiscom-
missie uit de Zeeuwsche Landbouworganisatias
onder leiding van Mr. P. Dieleman een groote
crisisvergadering houden op Dinsdag 16 Jan
1934 in het Schuttershof te Goes.
De Crisiscommissie is van meening dat de
instandhouding van de suikerbietencultuur
voor Zeeland een Ievensbelang - moet worden
geacht. Een beperking van den bietensteun
zal voor ons gewest groote nadeellge gevolgen
hebben, niet alleen voor de landbouwers, doch
eveneens voor de landarbeiders en andere
groepen der samenleving op het platteland.
Een beperking van den bietensteun zou een
noodzakelijke inkrimping van de suikerbieten-
teelt tot gevolg hebben, waardoor minder
werkgelegenheid in de landbouwhedrgven en
suikerfabrieken en aanverwante bedrijven zal
ontstaan, met als gevolg grooter werkloos-
held.
De spoor- en tramwegen en binnen schip-
perij zullen de nadeelige gevolgen ervan on-
dervinden door eene vermlndering van het
vrachtvervoer en uiteindelijk zullen de belan-
gen van de ambachtslieden en neringdoenden
erdoor worden geschaad.
Vele groepen der samenleving op het plat
teland zijn gebaat by de instandhouding van
de bietencultuur in ons gewest. De commissie
meent dat zeer groote belangen voor het
platteland op het spel staan en wil derhalve
met klem stelling nemen tegen een inkrim
ping van den bietensteun.
In de vergadering zal het vraagstuk der
bletensteunverleening door een aantal spre
kers worden ingeleid, waarby in het bijzonder
de beteekenis van de suikerbietencultuur voor
de provincie Zeeland in het licht zal worden
gesteld. ten aanzien van de arbelders, schip-
perij en middenstaadsbelangen. Eveneens zal
het bestaansrecht der Nederlandsche suiker-
productie een onderwerp van bespreking uit-
maken.
Daarom als edn man op naar de Crisis-