r dat ze niet meer zullen uitgeven dan noodig is. maar zou het jammer vinden aLs door een te laag beschikbaar gesteld bedrag de menschen gebrek zouden moeten lijden. Moest er tekort komen, dan meent hij, dat de geheele gemeen- teraad wel zal willen meewerken om opnieuw crediet beschikbaar te stellen. De heer BUUZE vindt dat heel mooi ge- zegd, maar als het Burgerlijk Armbestuur een hoogere begrooting indient, is het toch duide- lijk. dat ze meent het noodig te hebben en hij acht het een bewijs dat er nu op de uitkee ringen gekort zal moeten worden. De heer VAN HOEVE wil wel nader verkla- ren wat het denkbeeld van Burgemeester en Wethouders is. Het Burgerlijk Armbestulur doet zijn zaken zooals het moet. Het bedrag, dat ze vroegen, was hooger, maar Burgemeester en Wethouders meenden, dat ze met wat min der kon volstaan. Er is echter niet over ver- minriering van uitkeeringen gesproken. Er is geen sprake van korting. Burgemeester en Wethouders verkeeren echter ook in moeilijk- heden. Het Burgerlijk Armbestuur moet vaste posten uitkeeren waarop geen vermindering toelaatbaar is, maar er zijn ook tydelijke waarop misschien wel iets zou te vinden zijn. Er is ook misbruik gemaakt, er is hulp ge- vraagd door families voor wien later bleek, dat dit niet noodig was. Otider zulke omstan- digheden kwam een lagere subsidie gewettigd voor. Overigens verstrekt het Buiigerlijk Arm bestuur uitkeeringen zooals het moet. Of er zich veel buitengewone gevallen zullen voor- doen waarin hulp moet worden verleend, b.v by operaties, dat weten ook Burgemeester en Wethouders niet. De heer WISSE weet best, hoe dat gaat. Een raming is voor het Burgerlijk Armbe- stuiur erg moeilijk. In zijn tijd werd er ook steeds naar den vedligen kant geraamd, am- dat men beter vond iets over te hebben dan tekort te komen. Het zal nu nog wel zoo zijn. Er was wel eens over en er kwam ook wel eens iets tekort Dat is nooit precies te zeg gen, daarom moet de heer Buijze ook niet zoo krampachtig aan het cijfer der begrooting vasthouden. Als er tekort komt moet er bijge- pasrt worden. De heer BUUZE wil in geen geval twijfe- len aan de goede gezindheid in dezen, maar die lagere raming kwam hem verdacht voor. 160. Kosten verzekering, pensionneering enz. 127,52%. 2. Ondersteuning aan werkloozen. Inkomsten 161. Terugontvangst van de door de ge- meente verleende voorschotten aan emigran- ten. Memorie. 162. Bijdrage van het rijk in de kosten van steunverleening aan werkloozen. /3300. 2. Ondersteuning aan werkloozen. Uitgaven 163. Kosten emigratie en propaganda Memorie. 164. Steun aan uitgetrokken werkloozen f 10.000. De heer WISSE vraagt inlichtingen over deEen post; als het er met de landbouwbe- drijven anders voor stond, zou er niet zoo- veel werklooshedd zijn. De VOORZITTER merkt op, dat er dit jaar veel werkloosheid is geweest en dat Burge meester en Wethouders dit jaar met dat be drag zullen uitkomen. Zij hebben zich bera- den of het mogelijk is een werkabject te vin den en zich daarom tot den directeur der werkverschaffing gewend met het verzoek te willen bevorderen dat ook rijkssteun zal wor den verleend door brjslag op het loon voor het verleggen van draineerbuizen. Tot nu toe werd er bijslag verleend voor "het leggen van nieuwe buizen. Het Rijk geeft dan 25 toeslag, de gemeente ook, zoodat de belanghebbende maar 50 te betalen heeft. Het werk moet rian worden uitgevoerd onder toezicht van de Heidemaatschappy. De kosten daarvan zou den ook door Rijk en gemeente worden be taald. De werkgevers zouden vrij zijn de men- achen ai of niet over de arbeidsbeurs aan te nemen. Burgemeester en Wethouders hopen, dat er eventueel door velen van die gelegen- beid gebruik zal worden gemaakt. Als 4, 5 of 6 boeren het gelyktijdig deden, zou het toe zicht dan voordeeliger uitkomen. De heer WISSE ziet er weinig in, daar zal weinig gebruik van gemaakt worden. Hij kan met een dergelijke werkverschaffing niet erg aocoord gaan. Er zijn zooveel bedrijven totaal ten gronde gegaan, hij kan die bij bosjes op- noemen, zonder dat ze gesteund worden. De landbouwtoedrijven worden al op aJlerhande manieren gesteund, en nu zou men het ook nog willen doen met buizen leggen. Ook kan hy er niet mee accoord gaan, dat dit zou moe ten geschieden onder toezicht van de Heide maatschappij, want dat valt overal tegen. De VOORZITTER meent, dat de heer Wisse zoo spreekt omdat hij den toestand der land- bouwbedrijven niet kent. Die is nog allerminst rooskleurig. Men moet niet vergeten dat het vorig jaar de oogst op niets is uitgeloopen, en men leeft nu nog tusschen hoop en vrees. Indien de boeren him belang inzden, zouden zij van deze gelegenhedd gebruik maken, want er zijn veel perceelen die verlegd moeten wor den. De 50 die zij in het loon te betalen hebben, zouden zij door de verbeterde ontwa- tering sin hun perceelen dubbel en dwars te- rug krijgen. De heer A. DEES sluit zich bij het betoog van den heer Wisse aan. Hij keurt die 50 toeslag niet goed. De boeren, die him men- schen aanhouden, krijgen niets. Als men zoo'n regeling gaat maken beloopt men de kans, dat ze eerst hun mensohen werkloos gaan maken, om ze daama met toeslag op het loon over de Arbeidsbeurs weer in dienst te nemen. Als de boeren veel water op him land houden, Is dat hun eigen schuld. Hij kan die hulp met 50 toeslag op het loon, niet goedkeuren; dat zal de werkloosheid niet verminderen. De VOORZITTER is het niet met den heer A. Dees eens; dat de boeren hebben nagelaten buizen te verleggen, vindt zijn oorzaak, dat ze op alle uitgaven moeten zien. Als men in een regenachtige periode zoo eens door de gemeente komt, ziet men stukken land ge- heel blank staan. De voorgestelde maatregel is noodig om werk te verschaffen; hij ziet de menschen lieiver buizen verleggen dan dat hij ze op straat ziet. Hij meent, dat het in elk gwa.1 is te probeeren. De heer HAAK geeft te kennen, dat hij geen lust heeft om een debat te beginnen over de steunmaatregeien aan den landtoouw. Het is voldoende bekend, dat deze nog met verlies werken. Wat de aardappelen betreft Men kan op 't oogenblik niet vooruitloopen op wat het worden zal. In verband met de gewelldig groote opbrengsten, zal er nu mis schien geen verlies zijn, om niet van winst te spreken. Het jaar is ook nog niet ten einde en de rekening kan eerst worden opgemaakt als met Mei alles is opgeruimd. Wat het door Burgemeester en Wethouders besproken draineerwerk betreft, hy gelooft, dat dit een goed werk is en dit goed dienen kan voor werkverschaffing met toeslag. Hij kan hienbij uitgesohakeld worden, want hij heeft op een oppervlaikte van 60 gemeten de buizen opgegraven en laten herleggen. Indien die 50 toeslag gegeven wordt, zul len er veel stukken land verfoeterd worden en avertollig water op het land is een nadeel voor den landbouw. Maar als men steeds met ver lies werkt, wordt men moedeloos om er nog iets aan te laten doen. Hy kan dus het denk beeld ten voile steunen en beschouwt de 25 toeslag, die de gemeente op het loon zal geven, niet als een belang voor den landbouwer, doch een algemeen belang. De werkloozen, die daaraan te werk gesteld worden, komen dan ook niet geheel ten laste der gemeente. De heer BUUZE kan hierin moeilijk een middel zien om de werkloosheid te bestryden; er zullen nog net zooveel werklooze menschen zijn als anders. Men zit met een vracht werk loozen en dat blyft zoo. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de landbouwers niets kunnen doen, bij gebrek aan bedrijfskapitaal. Dat kwartje toeslag, dat op de aardappels is toegeizegd, hebben ze van den vorigen oogst nog niet eens ontvangen. Daarom blijft bij de landbouwers al het werk liggen. Als het voor een koopje kan, zullen ze het doen. De heer BUUZE verwacht hiervan groote moeilykheden. Het is eigenaardig, dat van de steunregeling aan werkloozen geen uitkeering wordt gegeven als iemand nog eigendom bezit en dat hij er dan eerst hypotheek op moet nemen. Maar zooiets is bij den steun aan het boerenbedrijf nog nooit toegepast. Dat loopt ook weer naar eCn kant. De heer HAAK wrjst er op, dat hier een blaam is geworpen op de boeren door de vrees uit te spreken, dat ze hun werkvolik zouden bedanken als die steun voor buiizen herleggen werd ingevoerd. Hij gelooft niet, dat een enkele niet te na gesproken de Zaamslag- sche boeren zoo iets zullen doen. En wat de steunuitkeeringen aan het landbouwbedrijf be treft de heer Buijze dwingt hem zich daar- crver uit te spreken zou hij dezen wel eens willen vragen, hoe deze zich denkt dat het met de landbouwbedrijven en met de arbeiders zou staan als die steun aan de bedryven niet werd verleend? Dat is geen steun, die ge geven wordt ten voordeele van de boeren, doch voor het instandhouden der bedrijven, en daar hebben alzoo de arbeiders evenveel belang by als de boeren. Hij zal toch ook wel weten, dat een boer voor een opbrengst van een 80, f 90 per gemet geen volk in het werk kan houden. En meer zou men van een gemet bieten niet maken als er geen steun verleend werd. Er zijn er, die nu al hun menschen de straat op sturen en spreker betreurt dat, maar... hij kan niet bij die menschen in hun kas kyken! De VOORZITTER wijst er op, dat, wat van de suikerbieten boven een zeker maximum is geteeld, niet gesteund wordt. Dan zijn de bie ten misschien f 1,50 of f 2,- waard. De heer Buijze moet toch ook wel in zien dat er zonder steam geen biet gezaaid werd. De heer D. DEES: En dan de tarwe? Als daarvoor geen steun werd verleend, bleef het land braaik liggen. De heer VAN HOEVE noemt deze bespre- king breed maar niet diepgaand. De vraag, die Burgemeester en Wethouders zich gesteld hebben is: kunnen wrj de menschen aan het werk helpen. Reeds gedurende 2, 3 jaar schreeuwt de raad gedurig: zoek werk. Jam mer dat er geen werkobjecten zijn! Meerxna- len is het geprobeerd. Werken van grooten omvaog uitvoeren gaat ook niet wegens de uitgaven, die dan boven werkiobn noodig zijn, en nu is het zoo jammer, dat, nu Burgemees ter en Wethouders meecien een idee gevonden te hebben dat uitvoerbaar is, daartegen aan- stonds verschillende bazwaren worden inge- bracht. Spreker erkent zelf, dat het denk beeld niet zoo schitterend is, maar er zit werk in zonder te beewarende kosten en men kan het alleen doen indien het van hooger hand wordt goedgekeuid. Voor nieuwe buizen wordt de toeslag wel gegeven, doch nu loopt het er nag over of het ook voor hersteiling zal wor den gegeven. Het is een nieuwe poging, die door Burgemeester en Wethouders in het werk is gesteld en dan spreekt natuurlrjk het De- partement, dat ook 25 betaald, ook een woordje mee. Spreker zou gaarne zien, dat de heeren, die hiertegen bezwaar maken, een ander werkobject aanwijzen maar indien ze dat niet kunnen, mogen ze dit ook niet af- keuren. De heer BUUZE: Ik heb het object niet afgekeurd, doch alleen de bezwaren genoemd, die er voor mij aan kleven. De heer KOOPMANWe zoeken een werk object, maar er zitten onder de landbouwers ook groote deugnieten, en die zullen er weer het meeste van profiteeren. Zij, die geld in kas hebben en hun mensohen houden, zullen er niet van genieten. Wel, als ze hun men schen terstond op straat sturen. Hij gelooft, dat er bij de boeren werk genoeg is. Er staat genoeg land onder water. Dikwijls blijft het werk, om het land van water te ontlasten, liggen. Jammer is het, dat dit nu ook weer niet zonder die potkykers van de Heidemaat schappij kan gabeuren, maar er kan in ons land nu eenmaal niets zonder een ambtenaar! Het regent bij ens ambtenaren! De heer VAN HOEVE: Als je die uitscha- kelt, worden ze ook werkloos! De heer KOOPMANDan gaan ze ook maar om steam? De VOORZITTER: Het toezicht van de Heidemaatschappy wordt betaald door de ge meente en het Rijk. Als er meerdere boeren tegelijk dat werk laten doen, komt het goed- koop. De heer KOOPMAN dacht, dat er by elken boer een moest komen zitten! De heer VAN HOEVE vraagt of Burge meester en Wethouders hierop kunnen door- werken. De heer HA MELINK verwacht van dit jaar toch nog wel een. raadszdtting, dan kan er toch nog beslist worden De VOORZITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders in onderhandeling zijn. Hij ziet niet in, waarom nu nog uitstel nood- zakelijk is. Als de raad er echter niet voor gevoelt, behoeven we niet door te gaan. De heer Buijze gevoelt er naar ik meen niet voor? De heer BUUZE: Neen? Dat zult u merken. Hij gelooft, dat de bonden er ook niet voor zullen zijn en de Heidemaatschappij gaat met de centen heen. De heer HAAK wrjst er op, dat men niet vallen moet over het toezicht van de Heide- maatsohappij. Het spreekt toch wel van zelf, daf, wanneer iemand 25 in de'uitvoering van een werk betaalt, hij toch ook controle op de uitvoering wensoht. Hij gelooft ook niet, dat ze bij het aanbrengen komen vertellen zoo en zoo moet het, maar dat ze alleen con trole houden of het niet verkeerd gedaan wordt, opdat het bestede geld niet weggegooid is. Wanneer 6 landbouwers gelijktijdig zoo'n werk uitvoeren kan best 1 man de controle uitoefenen. Hij adrviseert den raad het voor- stel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. De VOORZOTER: Ze willen ook zien, dat er voor gewerkt wordt, of het werk goed mar- cheert. Ik kan niet inzien, dat het toezicht zooveel zal kosten. Het is gewertscht, dat er thans kan beslist worden want als het zal doorgaan, moet de regeiling met half Januari vereenigingeti of Februari aan den kant zyn, omdat dan de tjjd voor dat werk nadert. De heer DE FEIJTER: Hoe meer de men schen zullen wenken, hoe minder ondersteu ning moet gegeven worden. De heer WISSE herhaalt, dat het werken met de Heidemaatschappy nog nergens is mee- gevallen, en dan heeft noch de gemeente noch de betrokken landlbouwer er iets aan. Men za] hem, als men er op ingaat, later wel gelyk moeten geven. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 9 tegen 2 stem- men. Voor stemmen de heeren Koopman, Bakker, Buijze, D. Dees, Haak, Van Hoeve, Maas, De Feyter en Hamelink; tegen stemmen de heeren Wisse en A. Dees. Hoofdstuk X. Landlbouw. Inkomsten 165. Rente voorschotten landarbeiderswet. f 172,46. Uitgaven 166. Rente voorschotten landarbeiderswet. f 172,46. 167. Subsidien ten behoeve van de vee- teelt. 25. De VOORZITTER deelt mede, dat 12,50 is bestemd voor de Geitenvereeniging en f 12,50 voor het houden van een rundveefok- dag. De heer HAAK wilde nog iets vragen om- trent post 42, welke ook aanmerkelijk lager is geraamd. De SEGRETARIS deelt mede, dat dit be drag lager is geraamd omdat thans de voor- stukken, die vroeger gedrukt werden, ter se- cretarie zelf worden vervaardigd. De VOORZITTER: Daar is een nieuwe ma chine aangeschaft. Hoofdstuk XI. Handel en Nrjverheid. Inkomsten 168. Rijkstoijdrage leider orgaan anbeidsbe- middeling. f 24. 169. Verhaal pensioensbijdragen. 17. Uitgaven 170. IJk en herijk maten en gewichten. 15. 171. Subsidien opembare middelen van ver- voer. f 625. 172. Subsidie werkloozenkassen. f 5800. 173. Arbeidsbeurs. f 250. 174. Kosten verzekering, pensionneering enz. j 31. Hoofdstuk XII. Belastingen. Inkomsten 175. Uitkeering hoofdsom grandbelastlng gebouwd. 2300. 176. Uitkeering hoofdsom grondlbelasting ongebouwd. 8500. 177. 80 opcenten grondbelasting gebouwd. 2453,33. 178. 20 opcenten grondbelasting ongebouwd. 2266,66. 179. Hoofdsom personeele belasting. 19.000. 179a. 20 opcenten personeele belasting. 3800. 180. Uitkeering dividend- en tantidmebe- lasting. Memorie. 181. 50 opcenten vermogensbelasting. 30,50. Uitgaven 182. Toezicht en invondering belastingen 200. 183. Teruggave belasting. 50. 184. Uitkeering kwade posten. 500. 185. Kosten verzekering, pensionneering enz. 0,51. 186. Aandeel rijk in hotelvergunnings- en verlofsrecht. 25. Inkomsten 187. 80 opcenten f 6800. 188 Belasting classificatie gemeentefonds- belasting. 5540. 189. Inkomstenbelasting vorige jaren. Me morie. 190. Gewtensgelden. Memorie. 191. Belasting op de honden. f 500. 192. Vergunningsrecht. f 310. 193. Opbrengst aanmaningen. f 10. plaats hebben. De heer KOOPMAN, zijn teleurstelling uit- sprekend, dat het nieuwe tarief nog niet door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, vraagt of het niet mogelijk is, daaromtrent in kort geding een beslissing te krijgen. Uit de over- gelegde berekening blijkt duidelijk, dat de ex- ploitatie van het bedryf volgens het nieuwe tarief zakelrjk geheel in orde is. Waarom hou den Gedeputeerde Staten de invoering daarvan op? Is het er hun om te doen dat het bedryf een groot overschot zou krijgen? De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders zijn daarover nog steeds met Gedepu teerde Staten in correspondent. De heer KOOPMANIk zou er zelf naar toe gaan. Dat is toch geen werk De heer BUUZE: Er zitten veel menschen op afslag van den stroomprijs te wachten. De VOORZITTER: Het ligt niet aan ons' De heer KOOPMAN: U moet er naar toe gaan. Grieven, daar geven ze in Middelburg toch niets om. De heer BUUZE vraagt, of de post voor on- derhoud, geraamd op /300, niet wat hooger zou behooren te worden uitgetrokken. Hy ge looft, dat er veel palen slecht zyn. Dat kan men goed zien als het waait De SEORETARISEr is ook meer geraamd dan het vorig jaar, toen maar 150 was uit getrokken. De heer BUUZE merkt vervolgens op, dat de menschen klagen dat de stroomprijs zoo duur blyft. Er zou meer stroom gebruikt wor den, als de prijs niet zoo duur was. In andere gemeenten is de prys toch verlaagd. Als Ge deputeerde Staten aan de gemeente niet willen toestaan den stroomprijs te veriagen, was het dan maar beter het bedrijf aan de P.Z.E.M. over te doen. Nu geven ze geen antwoord. Zouden ze er de gemeente niet in willen laten loopen? Ze rekken het zoolang mogelijk op dat de gemeente maar zooveel mogelyk zou aflossen, hetgeen, als ze eenmaal het bedryf ovemamen, voor hen een voordeeltje zou zijn. Laat het ons dan maar aan hen overdoen, zegt spreker. De VOORZITTERZoudt u dan 2000 voor 1000 uit uw handen willen gooien Dat ze geen goedkeuring verleenen aan de verlaging, behoeft nog geen aanleiding te zijn om het bedryf uit onze handen te geven. De begrooting wordt hiema met algemeene stemmen vastgesteld. 12. Om vraag. a. De heer HAAK had bij de behandeling der begrooting nog iets over het hoofd ge- zien, nl. den post bij-dragen voor den keurings- dienst voor waren. Hij acht die kosten veel te hoog. De daar betaalde salarissen zyn veel te hoog. De VOORZITTER vermeent, dat van regee- ringswege zelf op bezuiniging dier uitgaven wordt aangestuurd en acht het 't best, dat maar eens af te zien. gemeentefondsbelasting. verzekering, pensionneering Hoofdstuk XIII. 1. Electricitedtsbedrijf. Inkomsten 195. Uitkeering van het bedryf. f 7203,32. Uitgaven 196. Kosten, enz. f 255,75. 197. Rente geldleeningen. 2906. 198. Aflossing geldleeningen. 3700. Hoofdstuk XIV. Kasvoorzieningen Inkomsten 199. Teruggave van het rijk: Memorie. 200. Teruggave voorschotten aan ambte naren. 100. Uitgaven 201. Voorschotten ten behoeve van het rijk. Memorie. 202. Voorschotten aan ambtenaren. 100. Hoofdstuk XVI. Uitgaven 203. Gnvoorziene uitgaven. 998,50. KAPITAADDIENST. Hoofdstuk. VIII. 7. Bijzonder gewoon lager onderwys. Inkomsten 204. Bydrage van Hoofdstuk VIH par. 7 van den gewonen dienst. 398,32. Uitgaven 205. Belegging van waarborgsommen ge- stort door besturen van bijzondere soholen. 398,32. Voor zoover daaromtrent niets anders is venmeld, zijn de verschiUende posten aange nomen met algemeene stemmen. De begrooting wordt alsnu met algemeene stemmen vastgesteld op een eindcijfer van f 104.207,84%, met een post voor ooxvoorziene uitgaven ad f 998,50, voor wat den gewonen dienst betreft, en voor wat den fkapitaaldienst ■betreft op een einidcijfer van 398,32. 11, Vaststelling begrooting gemeentelyk electrisch bedryf voor 1934. In behandeling komt de vaststelling der be grooting van het gemeentelyk electrisch be drijf. Het eindcijfer van afdeelimg I bedraagt f 19.445,53, van afdeeling II 3700. De opbrengst der stroomlevering is geraamd ca f 13.300. In het jaar 1932 was de ontvangst 14.163,60 en was voor 1933 op 13.500 ge raamd. De ontvangst over 1932 was gebaseerd op het tarief zooals dat is vastgesteld bij raadsbesluit van 27 Maart 1931. Aangezien de inkomsten van het bedrijf dit toelieten, werd door den gemeenteraad op voorstel van Burgemeester en Wethouders by besluit van 12 Mei 1933 een verlaagd tarief vastgesteld. Daarop is echter nog geen goedkeuring van Gedeputeerde Staten verkregen, zoodat de in ning nog steeds volgens het oude tarief moet b. De heer HAAK klaagt over den onvol- doenden toestand van het pad naast de kei- baan in den Groenenweg naar Zaamslag. De kanten van den weg zijn veel te hoog, die worden niet voldoende afgestoken. Er ontstaat nu een greppel en by regenval blyft er water in staan en kan men er niet door. De VOORZITTER meent, dat de zykanten door de werkloozen toch altijd worden afge stoken. De heer VAN HOEVE merkt op, dat het i I)ad eens met een pioche zou moeten worden bewerkt. Als er macadam gestrooid is wordt dit Meeds naar den kant gewerkt en wordt het in het midden een gleuf. De kanten zou den moeten worden verlaagd. De heer WISSE vraagt of het niet beter zou zyn er een betonpad te maken, ter breedte van ongeveer 90 c.M., dan is men er van af. Nu moet men het geregeld onderhouden. De heer DE FEIJTER acht het ook een be zwaar, dat de macadam steeds naar den kant werkt. De VOORZITTER acht verbetering noodig, maar op 't oogenblik kan men er toch geen menschen opzetten ft was tijdens den har den vorst). c. De heer WISSE vestigt de aandacht op de boomen in 't plantsoen. De boomen lijdeo door het ijzerdraad en de latten die er ter be- scherming om heen geplaatst zijn, want die groeien nu in de stammen. De VOORZITTER merkt op, dat een boom per jaar 34 c.M. groeit. De eerste maal wa ren de er omheen geplaatste beschermingen te smal en hy heeft die laten veranderen. Maar men kan dat toch niet iedere maand doen. Hij kan niet aannemen dat er eep boom van Iijdt. De heer WISSE verondersteit, dat de voor- zitter toch niet zal aannemen dat hij hier zit te liegen. De leden moeten er dan morgen maar eens langs loopen, dan zullen ze hem gelijk moeten geven. De VOORZITTER merkt op, in deze toch ook eenigsizins vakkundig te zijn. De heer WISSE wil dat niet tegenspreken, maar verondersteit dat er van de boomen te weinig notitie genomen wordt. Dat er zooveel vuil rond opschiet en het gras, is toch ook niet bevorderlyk voor den groei der boompjes. De VOORZITTER zal er met de wethouders nader over spreken. d. De heer BAKKER wijst er op dat het gistermorgen vreeselijk glad was op straat en vraagt, of er in de toekomst niet wat vroeger zand of koolasch kan gestrooid worden, het was nu al 9 uur of half tien eer daar mede begonnen is. De VOORZITTER antwoordt dat dit zoo laat is geworden omdat de gemeentewerkman met sintels naar het Poontje was. Het was hem niet bekend dat het glad was, anders had hij den werkman niet naar buiten de kom der gemeente laten gaan, alvorens zand gestrooid was. De heer VAN HOEVE: De voorzitter zou ook een beroep kunnen doen op de inwoners, want volgens de politieverordening zijn alien verplicht bij gladheid der straten voor hunne woning zand of koolasch te strooien! Als hij die oproep doet, misschien dat Zaamslag dan ontwaakt. De heer WISSE: Als de menschen daar zelf voor moeten zorgen, zal het op straat een grooten troep worden. De VOORZITTER: Het was hard noodig. De heer BAKKER: Vooral in de Noordstraat, want die helt ook af. De heer VAN HOEVEHoe vaak gebeurt het niet, dat de dooi er al is, eer men met zandstrooien kan beginnen. De heer BAKKER: Dat was gisteren ook zoo. De heer VAN HOEVE: Bij vast vriezend weer, kan dat dikwijls voorkomen. De VOORZITTER zal er den werkrnan op attent maken, niet buiten de kom te gaan als des morgens de straten glad zijn, doch eerst voor zandstrooien te zorgen. De heer VAN HOEVE merkt op, dat het buiten de kom der gemeente toch ook wel glad is. De heer KOOPMANDat komt er minder op aan, wrj moeten maar oppassen onze sokken aan te doen! e. De heer HAMELINK vraagt, hoe het nu staat met de boomen die aan de Val in het electrisch net groeien. De VOORZITTER deelt mede, dat daarover rapport is ingekomen. De palen zullen niet worden verplant. De kruinen der boompjes zullen worden gesnoeid. De draden blyven daar nog 3 M. boven de kruin van den dyk De SECRETARIS merkt op, dat de dyk ook geen publieke weg is. Er behoeft dus niemand by te komen. f. De heer MAAS vraagt, hoe het staat met het verstrekken van een Kerstgave aan de werkloozen. Hij heeft er pas op gewezen, hoe de toestand van de menschen is. AHe menschen weten, dat het elk jaar Kerstdag is. maar men moet altijd zoo lang wachten met maatregels te nemen De VOORZITTER merkt op, dat, zoolang de menschen werken, ze niet durven vragen De heer MAAS: Ja, het was beter, dat er wat vroeger naar gevraagd werd. Deze vraagt ook, hoe het hier staat met de verstrekking van goedkoope margarine. De VOORZITTER antwoordt, dat Burge meester en Wethouders ook wel hebben ge- tracht, die hier verkrijgbaar te stellen, maar er waren er te weinig, die er zich voor aan' nseldden en de gemeente moet, om daarvoor in aammerking te komen, een zeker kwantum afnemen. De SECRETARIS deelt mede, dat weer is aangeplakt, dat men er zich voor kan aan- melden. Als er genoeg aanvragen komen. wordt er besteld. De heer WISSE vraagt, of in zake een Kerstgave een verzoek is Ingekomen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog bij het dagelijksch bestuur is, doch dat dit het nog niet heeft kunnen behandelen en dus ook nog geen voorstel kan gedaan worden. De heer WISSE merkt op, dat er dan ook van een Kerstgave wel niets meer za! kunnen komen, daar het niet te verwachten is, dat de raad nog v66r Kerstdag zal samen komen. Hij vraagt of het niet mogelijk is aan Burgemees ter en Wethouders machtiging te verleenen om op het verzoek te beschikken. De heer BUUZE kan met dat denkbeeld In- stemmen. De heer VAN HOEVE merkt op, dat dit voor den raad wel gemakkelijk zou zyn, dan wordt de verantwoording op het college van Burgemeester en Wethouders gelegd. Hij acht die kwestie niet zoo gemakkelrjk. De menschen die aangesloten zijn bij de werkloozenverzeke- ring der landarbeiders geraken nu buiten werk en beginnen uit hunne kassen te trekken. Die vallen dan echter eventueel buiten die Kerst gave, omdat die maar alleen mag gegeven worden aan hen die als werklooze steunuit- keering krygen. Dit heeft tot gevolg, dat de een een Kerstgave zou krijigen, doch een an der, die het evenzeer gebruiken kan, niet De VOORZITTER wyst er op, dat het ook financieel van groot belang is voor de ge meente. Men heeft het van middag kunnen hooren, dat er van den rijkssteun ook weer f 4000 afgegaan is, en als men dan weer uit gaven zou gaan doen voor een Kerstgave, weet hij niet waar het alles vandaan moet komen. De gemeente moet het toch kunnen dragen. De heer HAMELINK acht voor het ver strekken van een Kerstgave wel aanleiding. daar het leven zooveel duurder wordt. De VOORZITTER: Maar als de kas steeds lager daalt, wordt het noodig een oogje in het zeil te houden. Als het rijk zich daarvan niets aantrekt, komen de kosten geheel ten laste der gemeente. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat de toestand voor de meeste menschen bezwa- rend wordt en wanneer ze niet georganiseerd waren, zouden ze beter af zyn. De heer BUIJZE merkt op, als men zoo een en ander nagaat, er voor de arbeiders geen voordeel in zit om georganiseerd te zijn. Hij zou het niemand willen aanraden zijn organi- satie te verlaten, men behoort georganiseerd te zijn, maar niettamin zijn de feiten toch zooals hij ze schetst. De ongeorganiseerden komen overal voor in aanmerkmg, voor steun- uitkeering, voor huurtoeslag, voor kolenbons, voor kindertoeslag, doch de kastrekkers, die trachten in de eerste plaats voor zichzelf te zorgen en een contributie van /26 per jaar betalen, blyven daar overal van buiten. Zij moeten ook nog eerst 6 wachtdagen door- maken, eer ze uitkeering kunnen krygen en genieten dan voor gehuwden een uitkeering van f 8,40, ongehuwden 7,20, doch daar blijft het bij. Geen wonder dat de menschen wel eens zeggen, dat de niet-georganiseerden op hen v66r zijn. Dat is geen juiste toestand. De VOORZITTER noemt die voorstelling niet geheel juist; de ongeorganiseerden krygen slechts een uitkeering van 6 per week. De heer BUIJZE wijst er op, dat er voor de georganiseerden ook het prindpe in vast ligt, dat ze zooveel weken van de gemeente af zijn. De VOORZITTER merkt op, dat men wel zou kunnen meenen, zich maar beter niet te organiseeren, om van betaling van contribu tie te zijn ontslagen, maar dat zou toch niet kloppen. De heer BUUZE: Dan was het geen prtn- cipe meer ook. De VOORZITTER: Men moet niet zeggen, dat de georganiseerden nadeeliger uit zijn. dat tegen elkaar uit te spelen. De heer HAAK verklaart het omtrent het verstrekken van een Kerstgave eens te zyn met een vorigen spreker, dat het niet billrjk is dat de werkloozen, die nog uit hun eigen kas ondersteuning genieten, er niets van krij gen. Wel alle leden zullen overtuigd zyn, dat menschen die een uitkeering krijgen van 8,40 per week best nog eens een Kerstgave van 2 tot 2,50 zouden kunnen gebruiken. Ge- zien de omstandigheid dat het al een heele toer geweest is, om de gemeente-begrooting sluitend te maken, is het sterk te betwijfelen of het we] kan, en vindt hij het bezwarend om Burgemeester en Wethouders voor de ver antwoording over een besluit deswege te plaatsen. De heer HAMELINK deelt mede, dat vele kastrekkers in de veronderstelling leven, dat zij niet voor het koopen van bussenvleesch ki aanmerking kunnen komen Hij meent, dat het niet misplaatst zou zijn, indien dien men schen een geruststelling kon worden gege ven, dat ze wel in aanmerking kunnen komen. De VOORZITTER vermeent, dat het op den weg der bonden ligt, die mededeeling aan hunne leden te doen. Die heer VAN HOEVE geeft te kennen, 'dat naar het oordeel van Burgemeester en Wet- houders alien, die op eenigerlei wyze steun J genieten of uit hun kassen trekken, voor het koopen van het bussenvleesch in aanmerking kunnen komen. Zij zullen dienaangaande een ruim standpunt innemen. Naar hij meent moeten alle werkloozen er gebruik van kun nen maken, natuurlijk een grooter gezin meer dan een klein gezin. De heer BAKKER dacht, dat ze dat alien al konden bekomen. De heer HAM hi LINK wijst nog op het nadeei van de kastrekkers tegenover de steuntrek- kers, dat zy ook nog wachtdagen moeten doonmaken De heer HAAK zou nog wel verder willen gaan en zou het toejuichen, als alle arbeiders er gebruik van konden maken. De VOORZITTER zegt toe, dat Burgemees- ter en Wethouders zullen trachten het soepel te behandelen. Hij sluit de vergadering, door het uitspreken van het dankgebed.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 8