r
dat ze niet meer zullen uitgeven dan noodig is.
maar zou het jammer vinden aLs door een te
laag beschikbaar gesteld bedrag de menschen
gebrek zouden moeten lijden. Moest er tekort
komen, dan meent hij, dat de geheele gemeen-
teraad wel zal willen meewerken om opnieuw
crediet beschikbaar te stellen.
De heer BUUZE vindt dat heel mooi ge-
zegd, maar als het Burgerlijk Armbestuur een
hoogere begrooting indient, is het toch duide-
lijk. dat ze meent het noodig te hebben en hij
acht het een bewijs dat er nu op de uitkee
ringen gekort zal moeten worden.
De heer VAN HOEVE wil wel nader verkla-
ren wat het denkbeeld van Burgemeester en
Wethouders is. Het Burgerlijk Armbestulur
doet zijn zaken zooals het moet. Het bedrag,
dat ze vroegen, was hooger, maar Burgemeester
en Wethouders meenden, dat ze met wat min
der kon volstaan. Er is echter niet over ver-
minriering van uitkeeringen gesproken. Er is
geen sprake van korting. Burgemeester en
Wethouders verkeeren echter ook in moeilijk-
heden. Het Burgerlijk Armbestuur moet vaste
posten uitkeeren waarop geen vermindering
toelaatbaar is, maar er zijn ook tydelijke
waarop misschien wel iets zou te vinden zijn.
Er is ook misbruik gemaakt, er is hulp ge-
vraagd door families voor wien later bleek,
dat dit niet noodig was. Otider zulke omstan-
digheden kwam een lagere subsidie gewettigd
voor. Overigens verstrekt het Buiigerlijk Arm
bestuur uitkeeringen zooals het moet. Of er
zich veel buitengewone gevallen zullen voor-
doen waarin hulp moet worden verleend, b.v
by operaties, dat weten ook Burgemeester en
Wethouders niet.
De heer WISSE weet best, hoe dat gaat.
Een raming is voor het Burgerlijk Armbe-
stuiur erg moeilijk. In zijn tijd werd er ook
steeds naar den vedligen kant geraamd, am-
dat men beter vond iets over te hebben dan
tekort te komen. Het zal nu nog wel zoo zijn.
Er was wel eens over en er kwam ook wel
eens iets tekort Dat is nooit precies te zeg
gen, daarom moet de heer Buijze ook niet
zoo krampachtig aan het cijfer der begrooting
vasthouden. Als er tekort komt moet er bijge-
pasrt worden.
De heer BUUZE wil in geen geval twijfe-
len aan de goede gezindheid in dezen, maar
die lagere raming kwam hem verdacht voor.
160. Kosten verzekering, pensionneering
enz. 127,52%.
2. Ondersteuning aan werkloozen.
Inkomsten
161. Terugontvangst van de door de ge-
meente verleende voorschotten aan emigran-
ten. Memorie.
162. Bijdrage van het rijk in de kosten
van steunverleening aan werkloozen. /3300.
2. Ondersteuning aan werkloozen.
Uitgaven
163. Kosten emigratie en propaganda
Memorie.
164. Steun aan uitgetrokken werkloozen
f 10.000.
De heer WISSE vraagt inlichtingen over
deEen post; als het er met de landbouwbe-
drijven anders voor stond, zou er niet zoo-
veel werklooshedd zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat er dit jaar
veel werkloosheid is geweest en dat Burge
meester en Wethouders dit jaar met dat be
drag zullen uitkomen. Zij hebben zich bera-
den of het mogelijk is een werkabject te vin
den en zich daarom tot den directeur der
werkverschaffing gewend met het verzoek te
willen bevorderen dat ook rijkssteun zal wor
den verleend door brjslag op het loon voor het
verleggen van draineerbuizen. Tot nu toe werd
er bijslag verleend voor "het leggen van nieuwe
buizen. Het Rijk geeft dan 25 toeslag, de
gemeente ook, zoodat de belanghebbende maar
50 te betalen heeft. Het werk moet rian
worden uitgevoerd onder toezicht van de
Heidemaatschappy. De kosten daarvan zou
den ook door Rijk en gemeente worden be
taald. De werkgevers zouden vrij zijn de men-
achen ai of niet over de arbeidsbeurs aan te
nemen. Burgemeester en Wethouders hopen,
dat er eventueel door velen van die gelegen-
beid gebruik zal worden gemaakt. Als 4, 5
of 6 boeren het gelyktijdig deden, zou het toe
zicht dan voordeeliger uitkomen.
De heer WISSE ziet er weinig in, daar zal
weinig gebruik van gemaakt worden. Hij kan
met een dergelijke werkverschaffing niet erg
aocoord gaan. Er zijn zooveel bedrijven totaal
ten gronde gegaan, hij kan die bij bosjes op-
noemen, zonder dat ze gesteund worden. De
landbouwtoedrijven worden al op aJlerhande
manieren gesteund, en nu zou men het ook
nog willen doen met buizen leggen. Ook kan
hy er niet mee accoord gaan, dat dit zou moe
ten geschieden onder toezicht van de Heide
maatschappij, want dat valt overal tegen.
De VOORZITTER meent, dat de heer Wisse
zoo spreekt omdat hij den toestand der land-
bouwbedrijven niet kent. Die is nog allerminst
rooskleurig. Men moet niet vergeten dat het
vorig jaar de oogst op niets is uitgeloopen,
en men leeft nu nog tusschen hoop en vrees.
Indien de boeren him belang inzden, zouden
zij van deze gelegenhedd gebruik maken, want
er zijn veel perceelen die verlegd moeten wor
den. De 50 die zij in het loon te betalen
hebben, zouden zij door de verbeterde ontwa-
tering sin hun perceelen dubbel en dwars te-
rug krijgen.
De heer A. DEES sluit zich bij het betoog
van den heer Wisse aan. Hij keurt die 50
toeslag niet goed. De boeren, die him men-
schen aanhouden, krijgen niets. Als men zoo'n
regeling gaat maken beloopt men de kans, dat
ze eerst hun mensohen werkloos gaan maken,
om ze daama met toeslag op het loon over de
Arbeidsbeurs weer in dienst te nemen. Als de
boeren veel water op him land houden, Is dat
hun eigen schuld. Hij kan die hulp met 50
toeslag op het loon, niet goedkeuren; dat zal
de werkloosheid niet verminderen.
De VOORZITTER is het niet met den heer
A. Dees eens; dat de boeren hebben nagelaten
buizen te verleggen, vindt zijn oorzaak, dat
ze op alle uitgaven moeten zien. Als men in
een regenachtige periode zoo eens door de
gemeente komt, ziet men stukken land ge-
heel blank staan. De voorgestelde maatregel
is noodig om werk te verschaffen; hij ziet de
menschen lieiver buizen verleggen dan dat hij
ze op straat ziet. Hij meent, dat het in elk
gwa.1 is te probeeren.
De heer HAAK geeft te kennen, dat hij geen
lust heeft om een debat te beginnen over de
steunmaatregeien aan den landtoouw. Het is
voldoende bekend, dat deze nog met verlies
werken. Wat de aardappelen betreft
Men kan op 't oogenblik niet vooruitloopen
op wat het worden zal. In verband met de
gewelldig groote opbrengsten, zal er nu mis
schien geen verlies zijn, om niet van winst te
spreken. Het jaar is ook nog niet ten einde
en de rekening kan eerst worden opgemaakt
als met Mei alles is opgeruimd.
Wat het door Burgemeester en Wethouders
besproken draineerwerk betreft, hy gelooft,
dat dit een goed werk is en dit goed dienen
kan voor werkverschaffing met toeslag. Hij
kan hienbij uitgesohakeld worden, want hij
heeft op een oppervlaikte van 60 gemeten de
buizen opgegraven en laten herleggen.
Indien die 50 toeslag gegeven wordt, zul
len er veel stukken land verfoeterd worden en
avertollig water op het land is een nadeel voor
den landbouw. Maar als men steeds met ver
lies werkt, wordt men moedeloos om er nog
iets aan te laten doen. Hy kan dus het denk
beeld ten voile steunen en beschouwt de 25
toeslag, die de gemeente op het loon zal geven,
niet als een belang voor den landbouwer, doch
een algemeen belang. De werkloozen, die
daaraan te werk gesteld worden, komen dan
ook niet geheel ten laste der gemeente.
De heer BUUZE kan hierin moeilijk een
middel zien om de werkloosheid te bestryden;
er zullen nog net zooveel werklooze menschen
zijn als anders. Men zit met een vracht werk
loozen en dat blyft zoo.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
landbouwers niets kunnen doen, bij gebrek
aan bedrijfskapitaal. Dat kwartje toeslag, dat
op de aardappels is toegeizegd, hebben ze van
den vorigen oogst nog niet eens ontvangen.
Daarom blijft bij de landbouwers al het werk
liggen. Als het voor een koopje kan, zullen ze
het doen.
De heer BUUZE verwacht hiervan groote
moeilykheden. Het is eigenaardig, dat van de
steunregeling aan werkloozen geen uitkeering
wordt gegeven als iemand nog eigendom bezit
en dat hij er dan eerst hypotheek op moet
nemen. Maar zooiets is bij den steun aan het
boerenbedrijf nog nooit toegepast. Dat loopt
ook weer naar eCn kant.
De heer HAAK wrjst er op, dat hier een
blaam is geworpen op de boeren door de vrees
uit te spreken, dat ze hun werkvolik zouden
bedanken als die steun voor buiizen herleggen
werd ingevoerd. Hij gelooft niet, dat een
enkele niet te na gesproken de Zaamslag-
sche boeren zoo iets zullen doen. En wat de
steunuitkeeringen aan het landbouwbedrijf be
treft de heer Buijze dwingt hem zich daar-
crver uit te spreken zou hij dezen wel eens
willen vragen, hoe deze zich denkt dat het
met de landbouwbedrijven en met de arbeiders
zou staan als die steun aan de bedryven niet
werd verleend? Dat is geen steun, die ge
geven wordt ten voordeele van de boeren, doch
voor het instandhouden der bedrijven, en daar
hebben alzoo de arbeiders evenveel belang by
als de boeren. Hij zal toch ook wel weten, dat
een boer voor een opbrengst van een 80,
f 90 per gemet geen volk in het werk kan
houden. En meer zou men van een gemet
bieten niet maken als er geen steun verleend
werd. Er zijn er, die nu al hun menschen de
straat op sturen en spreker betreurt dat,
maar... hij kan niet bij die menschen in hun
kas kyken!
De VOORZITTER wijst er op, dat, wat van
de suikerbieten boven een zeker maximum is
geteeld, niet gesteund wordt. Dan zijn de bie
ten misschien f 1,50 of f 2,- waard. De heer
Buijze moet toch ook wel in zien dat er zonder
steam geen biet gezaaid werd.
De heer D. DEES: En dan de tarwe? Als
daarvoor geen steun werd verleend, bleef het
land braaik liggen.
De heer VAN HOEVE noemt deze bespre-
king breed maar niet diepgaand. De vraag,
die Burgemeester en Wethouders zich gesteld
hebben is: kunnen wrj de menschen aan het
werk helpen. Reeds gedurende 2, 3 jaar
schreeuwt de raad gedurig: zoek werk. Jam
mer dat er geen werkobjecten zijn! Meerxna-
len is het geprobeerd. Werken van grooten
omvaog uitvoeren gaat ook niet wegens de
uitgaven, die dan boven werkiobn noodig zijn,
en nu is het zoo jammer, dat, nu Burgemees
ter en Wethouders meecien een idee gevonden
te hebben dat uitvoerbaar is, daartegen aan-
stonds verschillende bazwaren worden inge-
bracht. Spreker erkent zelf, dat het denk
beeld niet zoo schitterend is, maar er zit werk
in zonder te beewarende kosten en men kan
het alleen doen indien het van hooger hand
wordt goedgekeuid. Voor nieuwe buizen wordt
de toeslag wel gegeven, doch nu loopt het er
nag over of het ook voor hersteiling zal wor
den gegeven. Het is een nieuwe poging, die
door Burgemeester en Wethouders in het werk
is gesteld en dan spreekt natuurlrjk het De-
partement, dat ook 25 betaald, ook een
woordje mee. Spreker zou gaarne zien, dat
de heeren, die hiertegen bezwaar maken, een
ander werkobject aanwijzen maar indien ze
dat niet kunnen, mogen ze dit ook niet af-
keuren.
De heer BUUZE: Ik heb het object niet
afgekeurd, doch alleen de bezwaren genoemd,
die er voor mij aan kleven.
De heer KOOPMANWe zoeken een werk
object, maar er zitten onder de landbouwers
ook groote deugnieten, en die zullen er weer
het meeste van profiteeren. Zij, die geld in
kas hebben en hun mensohen houden, zullen
er niet van genieten. Wel, als ze hun men
schen terstond op straat sturen. Hij gelooft,
dat er bij de boeren werk genoeg is. Er staat
genoeg land onder water. Dikwijls blijft het
werk, om het land van water te ontlasten,
liggen. Jammer is het, dat dit nu ook weer
niet zonder die potkykers van de Heidemaat
schappij kan gabeuren, maar er kan in ons
land nu eenmaal niets zonder een ambtenaar!
Het regent bij ens ambtenaren!
De heer VAN HOEVE: Als je die uitscha-
kelt, worden ze ook werkloos!
De heer KOOPMANDan gaan ze ook maar
om steam?
De VOORZITTER: Het toezicht van de
Heidemaatschappy wordt betaald door de ge
meente en het Rijk. Als er meerdere boeren
tegelijk dat werk laten doen, komt het goed-
koop.
De heer KOOPMAN dacht, dat er by elken
boer een moest komen zitten!
De heer VAN HOEVE vraagt of Burge
meester en Wethouders hierop kunnen door-
werken.
De heer HA MELINK verwacht van dit jaar
toch nog wel een. raadszdtting, dan kan er
toch nog beslist worden
De VOORZITTER wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders in onderhandeling zijn.
Hij ziet niet in, waarom nu nog uitstel nood-
zakelijk is. Als de raad er echter niet voor
gevoelt, behoeven we niet door te gaan.
De heer Buijze gevoelt er naar ik meen niet
voor?
De heer BUUZE: Neen? Dat zult u merken.
Hij gelooft, dat de bonden er ook niet voor
zullen zijn en de Heidemaatschappij gaat met
de centen heen.
De heer HAAK wrjst er op, dat men niet
vallen moet over het toezicht van de Heide-
maatsohappij. Het spreekt toch wel van zelf,
daf, wanneer iemand 25 in de'uitvoering
van een werk betaalt, hij toch ook controle
op de uitvoering wensoht. Hij gelooft ook niet,
dat ze bij het aanbrengen komen vertellen
zoo en zoo moet het, maar dat ze alleen con
trole houden of het niet verkeerd gedaan
wordt, opdat het bestede geld niet weggegooid
is. Wanneer 6 landbouwers gelijktijdig zoo'n
werk uitvoeren kan best 1 man de controle
uitoefenen. Hij adrviseert den raad het voor-
stel van Burgemeester en Wethouders aan te
nemen.
De VOORZOTER: Ze willen ook zien, dat
er voor gewerkt wordt, of het werk goed mar-
cheert. Ik kan niet inzien, dat het toezicht
zooveel zal kosten. Het is gewertscht, dat er
thans kan beslist worden want als het zal
doorgaan, moet de regeiling met half Januari
vereenigingeti
of Februari aan den kant zyn, omdat dan de
tjjd voor dat werk nadert.
De heer DE FEIJTER: Hoe meer de men
schen zullen wenken, hoe minder ondersteu
ning moet gegeven worden.
De heer WISSE herhaalt, dat het werken
met de Heidemaatschappy nog nergens is mee-
gevallen, en dan heeft noch de gemeente noch
de betrokken landlbouwer er iets aan. Men
za] hem, als men er op ingaat, later wel gelyk
moeten geven.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt aangenomen met 9 tegen 2 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Koopman, Bakker,
Buijze, D. Dees, Haak, Van Hoeve, Maas, De
Feyter en Hamelink; tegen stemmen de
heeren Wisse en A. Dees.
Hoofdstuk X.
Landlbouw.
Inkomsten
165. Rente voorschotten
landarbeiderswet. f 172,46.
Uitgaven
166. Rente voorschotten landarbeiderswet.
f 172,46.
167. Subsidien ten behoeve van de vee-
teelt. 25.
De VOORZITTER deelt mede, dat 12,50
is bestemd voor de Geitenvereeniging en
f 12,50 voor het houden van een rundveefok-
dag.
De heer HAAK wilde nog iets vragen om-
trent post 42, welke ook aanmerkelijk lager
is geraamd.
De SEGRETARIS deelt mede, dat dit be
drag lager is geraamd omdat thans de voor-
stukken, die vroeger gedrukt werden, ter se-
cretarie zelf worden vervaardigd.
De VOORZITTER: Daar is een nieuwe ma
chine aangeschaft.
Hoofdstuk XI.
Handel en Nrjverheid.
Inkomsten
168. Rijkstoijdrage leider orgaan anbeidsbe-
middeling. f 24.
169. Verhaal pensioensbijdragen. 17.
Uitgaven
170. IJk en herijk maten en gewichten. 15.
171. Subsidien opembare middelen van ver-
voer. f 625.
172. Subsidie werkloozenkassen. f 5800.
173. Arbeidsbeurs. f 250.
174. Kosten verzekering, pensionneering
enz. j 31.
Hoofdstuk XII.
Belastingen.
Inkomsten
175. Uitkeering hoofdsom grandbelastlng
gebouwd. 2300.
176. Uitkeering hoofdsom grondlbelasting
ongebouwd. 8500.
177. 80 opcenten grondbelasting gebouwd.
2453,33.
178. 20 opcenten grondbelasting ongebouwd.
2266,66.
179. Hoofdsom personeele belasting.
19.000.
179a. 20 opcenten personeele belasting.
3800.
180. Uitkeering dividend- en tantidmebe-
lasting. Memorie.
181. 50 opcenten vermogensbelasting. 30,50.
Uitgaven
182. Toezicht en invondering belastingen
200.
183. Teruggave belasting. 50.
184. Uitkeering kwade posten. 500.
185. Kosten verzekering, pensionneering
enz. 0,51.
186. Aandeel rijk in hotelvergunnings- en
verlofsrecht. 25.
Inkomsten
187. 80 opcenten
f 6800.
188 Belasting classificatie gemeentefonds-
belasting. 5540.
189. Inkomstenbelasting vorige jaren. Me
morie.
190. Gewtensgelden. Memorie.
191. Belasting op de honden. f 500.
192. Vergunningsrecht. f 310.
193. Opbrengst aanmaningen. f 10.
plaats hebben.
De heer KOOPMAN, zijn teleurstelling uit-
sprekend, dat het nieuwe tarief nog niet door
Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, vraagt
of het niet mogelijk is, daaromtrent in kort
geding een beslissing te krijgen. Uit de over-
gelegde berekening blijkt duidelijk, dat de ex-
ploitatie van het bedryf volgens het nieuwe
tarief zakelrjk geheel in orde is. Waarom hou
den Gedeputeerde Staten de invoering daarvan
op? Is het er hun om te doen dat het bedryf
een groot overschot zou krijgen?
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders zijn daarover nog steeds met Gedepu
teerde Staten in correspondent.
De heer KOOPMANIk zou er zelf naar toe
gaan. Dat is toch geen werk
De heer BUUZE: Er zitten veel menschen
op afslag van den stroomprijs te wachten.
De VOORZITTER: Het ligt niet aan ons'
De heer KOOPMAN: U moet er naar toe
gaan. Grieven, daar geven ze in Middelburg
toch niets om.
De heer BUUZE vraagt, of de post voor on-
derhoud, geraamd op /300, niet wat hooger
zou behooren te worden uitgetrokken. Hy ge
looft, dat er veel palen slecht zyn. Dat kan
men goed zien als het waait
De SEORETARISEr is ook meer geraamd
dan het vorig jaar, toen maar 150 was uit
getrokken.
De heer BUUZE merkt vervolgens op, dat
de menschen klagen dat de stroomprijs zoo
duur blyft. Er zou meer stroom gebruikt wor
den, als de prijs niet zoo duur was. In andere
gemeenten is de prys toch verlaagd. Als Ge
deputeerde Staten aan de gemeente niet willen
toestaan den stroomprijs te veriagen, was het
dan maar beter het bedrijf aan de P.Z.E.M.
over te doen. Nu geven ze geen antwoord.
Zouden ze er de gemeente niet in willen laten
loopen? Ze rekken het zoolang mogelijk op
dat de gemeente maar zooveel mogelyk zou
aflossen, hetgeen, als ze eenmaal het bedryf
ovemamen, voor hen een voordeeltje zou zijn.
Laat het ons dan maar aan hen overdoen, zegt
spreker.
De VOORZITTERZoudt u dan 2000 voor
1000 uit uw handen willen gooien Dat ze
geen goedkeuring verleenen aan de verlaging,
behoeft nog geen aanleiding te zijn om het
bedryf uit onze handen te geven.
De begrooting wordt hiema met algemeene
stemmen vastgesteld.
12. Om vraag.
a. De heer HAAK had bij de behandeling
der begrooting nog iets over het hoofd ge-
zien, nl. den post bij-dragen voor den keurings-
dienst voor waren. Hij acht die kosten veel te
hoog. De daar betaalde salarissen zyn veel te
hoog.
De VOORZITTER vermeent, dat van regee-
ringswege zelf op bezuiniging dier uitgaven
wordt aangestuurd en acht het 't best, dat
maar eens af te zien.
gemeentefondsbelasting.
verzekering, pensionneering
Hoofdstuk XIII.
1. Electricitedtsbedrijf.
Inkomsten
195. Uitkeering van het bedryf. f 7203,32.
Uitgaven
196. Kosten,
enz. f 255,75.
197. Rente geldleeningen. 2906.
198. Aflossing geldleeningen. 3700.
Hoofdstuk XIV.
Kasvoorzieningen
Inkomsten
199. Teruggave van het rijk: Memorie.
200. Teruggave voorschotten aan ambte
naren. 100.
Uitgaven
201. Voorschotten ten behoeve van het rijk.
Memorie.
202. Voorschotten aan ambtenaren. 100.
Hoofdstuk XVI.
Uitgaven
203. Gnvoorziene uitgaven. 998,50.
KAPITAADDIENST.
Hoofdstuk. VIII.
7. Bijzonder gewoon lager onderwys.
Inkomsten
204. Bydrage van Hoofdstuk VIH par. 7
van den gewonen dienst. 398,32.
Uitgaven
205. Belegging van waarborgsommen ge-
stort door besturen van bijzondere soholen.
398,32.
Voor zoover daaromtrent niets anders is
venmeld, zijn de verschiUende posten aange
nomen met algemeene stemmen.
De begrooting wordt alsnu met algemeene
stemmen vastgesteld op een eindcijfer van
f 104.207,84%, met een post voor ooxvoorziene
uitgaven ad f 998,50, voor wat den gewonen
dienst betreft, en voor wat den fkapitaaldienst
■betreft op een einidcijfer van 398,32.
11, Vaststelling begrooting gemeentelyk
electrisch bedryf voor 1934.
In behandeling komt de vaststelling der be
grooting van het gemeentelyk electrisch be
drijf. Het eindcijfer van afdeelimg I bedraagt
f 19.445,53, van afdeeling II 3700.
De opbrengst der stroomlevering is geraamd
ca f 13.300. In het jaar 1932 was de ontvangst
14.163,60 en was voor 1933 op 13.500 ge
raamd. De ontvangst over 1932 was gebaseerd
op het tarief zooals dat is vastgesteld bij
raadsbesluit van 27 Maart 1931. Aangezien
de inkomsten van het bedrijf dit toelieten,
werd door den gemeenteraad op voorstel van
Burgemeester en Wethouders by besluit van
12 Mei 1933 een verlaagd tarief vastgesteld.
Daarop is echter nog geen goedkeuring van
Gedeputeerde Staten verkregen, zoodat de in
ning nog steeds volgens het oude tarief moet
b. De heer HAAK klaagt over den onvol-
doenden toestand van het pad naast de kei-
baan in den Groenenweg naar Zaamslag. De
kanten van den weg zijn veel te hoog, die
worden niet voldoende afgestoken. Er ontstaat
nu een greppel en by regenval blyft er water
in staan en kan men er niet door.
De VOORZITTER meent, dat de zykanten
door de werkloozen toch altijd worden afge
stoken.
De heer VAN HOEVE merkt op, dat het
i I)ad eens met een pioche zou moeten worden
bewerkt. Als er macadam gestrooid is wordt
dit Meeds naar den kant gewerkt en wordt
het in het midden een gleuf. De kanten zou
den moeten worden verlaagd.
De heer WISSE vraagt of het niet beter
zou zyn er een betonpad te maken, ter breedte
van ongeveer 90 c.M., dan is men er van af.
Nu moet men het geregeld onderhouden.
De heer DE FEIJTER acht het ook een be
zwaar, dat de macadam steeds naar den kant
werkt.
De VOORZITTER acht verbetering noodig,
maar op 't oogenblik kan men er toch geen
menschen opzetten ft was tijdens den har
den vorst).
c. De heer WISSE vestigt de aandacht op
de boomen in 't plantsoen. De boomen lijdeo
door het ijzerdraad en de latten die er ter be-
scherming om heen geplaatst zijn, want die
groeien nu in de stammen.
De VOORZITTER merkt op, dat een boom
per jaar 34 c.M. groeit. De eerste maal wa
ren de er omheen geplaatste beschermingen
te smal en hy heeft die laten veranderen. Maar
men kan dat toch niet iedere maand doen. Hij
kan niet aannemen dat er eep boom van Iijdt.
De heer WISSE verondersteit, dat de voor-
zitter toch niet zal aannemen dat hij hier zit
te liegen. De leden moeten er dan morgen
maar eens langs loopen, dan zullen ze hem
gelijk moeten geven.
De VOORZITTER merkt op, in deze toch
ook eenigsizins vakkundig te zijn.
De heer WISSE wil dat niet tegenspreken,
maar verondersteit dat er van de boomen te
weinig notitie genomen wordt. Dat er zooveel
vuil rond opschiet en het gras, is toch ook niet
bevorderlyk voor den groei der boompjes.
De VOORZITTER zal er met de wethouders
nader over spreken.
d. De heer BAKKER wijst er op dat het
gistermorgen vreeselijk glad was op straat en
vraagt, of er in de toekomst niet wat vroeger
zand of koolasch kan gestrooid worden, het
was nu al 9 uur of half tien eer daar mede
begonnen is.
De VOORZITTER antwoordt dat dit zoo
laat is geworden omdat de gemeentewerkman
met sintels naar het Poontje was. Het was
hem niet bekend dat het glad was, anders had
hij den werkman niet naar buiten de kom der
gemeente laten gaan, alvorens zand gestrooid
was.
De heer VAN HOEVE: De voorzitter zou
ook een beroep kunnen doen op de inwoners,
want volgens de politieverordening zijn alien
verplicht bij gladheid der straten voor hunne
woning zand of koolasch te strooien! Als hij
die oproep doet, misschien dat Zaamslag dan
ontwaakt.
De heer WISSE: Als de menschen daar zelf
voor moeten zorgen, zal het op straat een
grooten troep worden.
De VOORZITTER: Het was hard noodig.
De heer BAKKER: Vooral in de Noordstraat,
want die helt ook af.
De heer VAN HOEVEHoe vaak gebeurt
het niet, dat de dooi er al is, eer men met
zandstrooien kan beginnen.
De heer BAKKER: Dat was gisteren ook
zoo.
De heer VAN HOEVE: Bij vast vriezend
weer, kan dat dikwijls voorkomen.
De VOORZITTER zal er den werkrnan op
attent maken, niet buiten de kom te gaan als
des morgens de straten glad zijn, doch eerst
voor zandstrooien te zorgen.
De heer VAN HOEVE merkt op, dat het
buiten de kom der gemeente toch ook wel
glad is.
De heer KOOPMANDat komt er minder op
aan, wrj moeten maar oppassen onze sokken
aan te doen!
e. De heer HAMELINK vraagt, hoe het nu
staat met de boomen die aan de Val in het
electrisch net groeien.
De VOORZITTER deelt mede, dat daarover
rapport is ingekomen. De palen zullen niet
worden verplant. De kruinen der boompjes
zullen worden gesnoeid. De draden blyven
daar nog 3 M. boven de kruin van den dyk
De SECRETARIS merkt op, dat de dyk ook
geen publieke weg is. Er behoeft dus niemand
by te komen.
f. De heer MAAS vraagt, hoe het staat
met het verstrekken van een Kerstgave aan
de werkloozen. Hij heeft er pas op gewezen,
hoe de toestand van de menschen is. AHe
menschen weten, dat het elk jaar Kerstdag is.
maar men moet altijd zoo lang wachten met
maatregels te nemen
De VOORZITTER merkt op, dat, zoolang
de menschen werken, ze niet durven vragen
De heer MAAS: Ja, het was beter, dat er
wat vroeger naar gevraagd werd.
Deze vraagt ook, hoe het hier staat met de
verstrekking van goedkoope margarine.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders ook wel hebben ge-
tracht, die hier verkrijgbaar te stellen, maar
er waren er te weinig, die er zich voor aan'
nseldden en de gemeente moet, om daarvoor
in aammerking te komen, een zeker kwantum
afnemen.
De SECRETARIS deelt mede, dat weer is
aangeplakt, dat men er zich voor kan aan-
melden. Als er genoeg aanvragen komen.
wordt er besteld.
De heer WISSE vraagt, of in zake een
Kerstgave een verzoek is Ingekomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog bij
het dagelijksch bestuur is, doch dat dit het
nog niet heeft kunnen behandelen en dus ook
nog geen voorstel kan gedaan worden.
De heer WISSE merkt op, dat er dan ook
van een Kerstgave wel niets meer za! kunnen
komen, daar het niet te verwachten is, dat de
raad nog v66r Kerstdag zal samen komen. Hij
vraagt of het niet mogelijk is aan Burgemees
ter en Wethouders machtiging te verleenen
om op het verzoek te beschikken.
De heer BUUZE kan met dat denkbeeld In-
stemmen.
De heer VAN HOEVE merkt op, dat dit
voor den raad wel gemakkelijk zou zyn, dan
wordt de verantwoording op het college van
Burgemeester en Wethouders gelegd. Hij acht
die kwestie niet zoo gemakkelrjk. De menschen
die aangesloten zijn bij de werkloozenverzeke-
ring der landarbeiders geraken nu buiten werk
en beginnen uit hunne kassen te trekken. Die
vallen dan echter eventueel buiten die Kerst
gave, omdat die maar alleen mag gegeven
worden aan hen die als werklooze steunuit-
keering krygen. Dit heeft tot gevolg, dat de
een een Kerstgave zou krijigen, doch een an
der, die het evenzeer gebruiken kan, niet
De VOORZITTER wyst er op, dat het ook
financieel van groot belang is voor de ge
meente. Men heeft het van middag kunnen
hooren, dat er van den rijkssteun ook weer
f 4000 afgegaan is, en als men dan weer uit
gaven zou gaan doen voor een Kerstgave, weet
hij niet waar het alles vandaan moet komen.
De gemeente moet het toch kunnen dragen.
De heer HAMELINK acht voor het ver
strekken van een Kerstgave wel aanleiding.
daar het leven zooveel duurder wordt.
De VOORZITTER: Maar als de kas steeds
lager daalt, wordt het noodig een oogje in het
zeil te houden. Als het rijk zich daarvan niets
aantrekt, komen de kosten geheel ten laste
der gemeente.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
de toestand voor de meeste menschen bezwa-
rend wordt en wanneer ze niet georganiseerd
waren, zouden ze beter af zyn.
De heer BUIJZE merkt op, als men zoo een
en ander nagaat, er voor de arbeiders geen
voordeel in zit om georganiseerd te zijn. Hij
zou het niemand willen aanraden zijn organi-
satie te verlaten, men behoort georganiseerd
te zijn, maar niettamin zijn de feiten toch
zooals hij ze schetst. De ongeorganiseerden
komen overal voor in aanmerkmg, voor steun-
uitkeering, voor huurtoeslag, voor kolenbons,
voor kindertoeslag, doch de kastrekkers, die
trachten in de eerste plaats voor zichzelf te
zorgen en een contributie van /26 per jaar
betalen, blyven daar overal van buiten. Zij
moeten ook nog eerst 6 wachtdagen door-
maken, eer ze uitkeering kunnen krygen en
genieten dan voor gehuwden een uitkeering
van f 8,40, ongehuwden 7,20, doch daar blijft
het bij. Geen wonder dat de menschen wel eens
zeggen, dat de niet-georganiseerden op hen
v66r zijn. Dat is geen juiste toestand.
De VOORZITTER noemt die voorstelling
niet geheel juist; de ongeorganiseerden krygen
slechts een uitkeering van 6 per week.
De heer BUIJZE wijst er op, dat er voor
de georganiseerden ook het prindpe in vast
ligt, dat ze zooveel weken van de gemeente af
zijn.
De VOORZITTER merkt op, dat men wel
zou kunnen meenen, zich maar beter niet te
organiseeren, om van betaling van contribu
tie te zijn ontslagen, maar dat zou toch niet
kloppen.
De heer BUUZE: Dan was het geen prtn-
cipe meer ook.
De VOORZITTER: Men moet niet zeggen,
dat de georganiseerden nadeeliger uit zijn. dat
tegen elkaar uit te spelen.
De heer HAAK verklaart het omtrent het
verstrekken van een Kerstgave eens te zyn
met een vorigen spreker, dat het niet billrjk
is dat de werkloozen, die nog uit hun eigen
kas ondersteuning genieten, er niets van krij
gen. Wel alle leden zullen overtuigd zyn, dat
menschen die een uitkeering krijgen van 8,40
per week best nog eens een Kerstgave van
2 tot 2,50 zouden kunnen gebruiken. Ge-
zien de omstandigheid dat het al een heele
toer geweest is, om de gemeente-begrooting
sluitend te maken, is het sterk te betwijfelen
of het we] kan, en vindt hij het bezwarend
om Burgemeester en Wethouders voor de ver
antwoording over een besluit deswege te
plaatsen.
De heer HAMELINK deelt mede, dat vele
kastrekkers in de veronderstelling leven, dat
zij niet voor het koopen van bussenvleesch
ki aanmerking kunnen komen Hij meent, dat
het niet misplaatst zou zijn, indien dien men
schen een geruststelling kon worden gege
ven, dat ze wel in aanmerking kunnen komen.
De VOORZITTER vermeent, dat het op den
weg der bonden ligt, die mededeeling aan
hunne leden te doen.
Die heer VAN HOEVE geeft te kennen, 'dat
naar het oordeel van Burgemeester en Wet-
houders alien, die op eenigerlei wyze steun
J genieten of uit hun kassen trekken, voor het
koopen van het bussenvleesch in aanmerking
kunnen komen. Zij zullen dienaangaande een
ruim standpunt innemen. Naar hij meent
moeten alle werkloozen er gebruik van kun
nen maken, natuurlijk een grooter gezin meer
dan een klein gezin.
De heer BAKKER dacht, dat ze dat alien
al konden bekomen.
De heer HAM hi LINK wijst nog op het nadeei
van de kastrekkers tegenover de steuntrek-
kers, dat zy ook nog wachtdagen moeten
doonmaken
De heer HAAK zou nog wel verder willen
gaan en zou het toejuichen, als alle arbeiders
er gebruik van konden maken.
De VOORZITTER zegt toe, dat Burgemees-
ter en Wethouders zullen trachten het soepel
te behandelen. Hij sluit de vergadering, door
het uitspreken van het dankgebed.