8 15. Nijverheidsonderwijs. 229. Subsidie voor sobolen voor bet lager nijverheidsonderwij*. f 450. 230. Bijdragen aan gemeenten in de kos- ten van scbolen voor bet lager nijverheids- onderwijs. f 3000. 16. Onderwijs, kunsten en wetenschappen; (niet vallende onder de 1 t/m 15) 231. Subsidien aan schouwburgen of mu- ziekkorpsen. f 300. 232 Onderboud van muziektenten en speeltuinen. f 100. Hoofdstuk IX. Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen. 1. Ondersteuning aan behoeftigen. 235. Belooning van doctoren, heeimeesters, vroedmeesters, vroedvrouwen enz. f 1450. 236. Kosten van overbrenging, plaatsing en verpleging van arme krankzinnigen. 5585. 237. Subsidie aan hot Burgerlijk Arm- bestuur. 10500. 238. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. f 210. 239. Bijdrage aan bet Plaatselijk Crisis- Comity. 600. De beer ORTELEE verzoekt nadere inlich- ting omtrent de subsidie van bet Plaatselijk Crisiscomite. Vorig jaar is hiervoor geraamd f 600, tbans 500. Is dit de goede raming Hij vraagt zulks omdat van bet Rijk een dergelijke sub sidie wordt ontvangen, en vindt bet geraamde bedrag zeer aan den lagen kant. Hij zag dit liever op 600 bepaald, daar dan het Crisis- Comity ook f 600 van bet Rijk genoot. IDe VOORZITTER licht toe, dat de zaak niet is zooals de heer Ortelee doet uitkomen, Wat het plaatselijk Crisis-Comity krijgt van het Nationaal Crisis-Comity, krijgt het ook van de gemeente. Na behandeling van de begrooting voor 1933 is bet bedrag, door het Nationaal Crisis- Comity toegestaan, verminderd, en automa- tiscb ook het bedrag door de gemeente bij te passen, omdat zooveel minder van het Natio naal Crisis-Comite ontvangen werd. De beer VERSCHELLING vindt dit een dubbele tegenvaller. Er is groote behoefte. Naar bij vemeemt, is bet reeds van Juni ge- ieden dat bet Crisis-Comity samen is geweest. Komt dit omdat er geen geld aanwezig is? De VOORZITTER merkt op, dat men moet onderscheiden tusschen Crisis-Comity A en Comity B. De voorzitter is echter in ons mid den, misschien wil die ons inlicbten? De beer VAN DE BILT dealt mede, dat a.s. Vrijdag vergadering van het Crisis-Comity zal worden gehouden. Het algemeen gevoe- len was, dat men beter kan uitdeelen wanneer de winter voor de deur stond, daar de men- schen 't dan over 't algemeen beter konden gebruiken en de gift wat grooter kan zijn. In- dien men 't geheele jaar door aanvragen be- handelt, loopt men allicbt de kans dat er bru- tale menschen zijn, die er 't eerst bij zijn, en waar 't spreekwoord zegt: dat de brutalen de halve wereld hebben, er't meest van genieten. Er is gezegd, deel niets of bijna niets v66r Nieuwjaar. Dan hebben we alle opgaven bin- nen en kan er voor zooveel als er geld aan wezig is, gebolpen worden. De heer VERSCHELLING kan er mede ac- coord gaan, dat het voor sommige menschen altijd winter is. Hem zijn echter gevallen ter obre gekomen van menschen, die op bun klom- pen bieten moesten gaan steken, omdat ze geen geld hadden om schoenen te koopen. Hierin had het Comity tocb wat meer actief kunnen zijn. De heer VAN DE BILTDat is mij niet meegedeeld. De beer VAN BENDEGEM wenscbt nog bet woord over post 231 op bladzijde 44. De VOORZITTER deelt mede, dit niet te kunnen toestaan. Deze post is reeds aan de orde gesteld. De heer HA1MELINK: De fractie-Van Ben- degem is ook veel te klein! 2. Ondersteuning aan werkloozen. 246. Werkverschaffing aan werkloozen. 7000. 247. Steun aan werkloozen. 32000. De heer VAN KAMPEN deelt mede, zich moeilijk te kunnen vereenigen met de bedra- gen in totaal 40.000, uitgetrokken voor werk verschaffing en steunverleening. In 1932 is uitgetrokken 35.000, in 1933 is de werkloosheid iets of wat minder geweest, terwijl in den loop van dit jaar de steunnor- men zijn verlaagd, terwijl de gelijkstelling voor fabrieks- en landarbeiders is ingevoerd. Men is blijkbaar vergeten dat de Regeering de uitkeering van f 75 millioen tot 46 millioen heeft teruggebracht. In de vorige vergadering heeft de Voorzitter verklaard dat alleen dkkr zal worden gegeven waar het 't hardst noo- dig is. Indien in 1934 de werkloosheid dezelfde blijft als in 1933 heeft men een dergelijk be drag niet noodig. Hij kan ten voile beamen dat er gesteund moet worden, waar zulks noodig is, doch dan niet aan degenen die zichzelf kunnen redden of door familie of anderszicis geholpen kunnen worden. Bij handhaving der steunnormen kan in alle vorenstaande gevallen geholpen worden. H6t is toch wel opmerkelijk, dat op een budget van 100.000 een dikke 60.000 voor steun is uitgetrokken. Dit is niet in overeenstemming met hetgeen andere gemeenten doen, als men nagaat, dat de krant von gisteren een bericht bevatte dat Vlissingen het bedrag voor steun uitgetrokken, van 300.000 tot f 200.000 heeft verlaagd en Groningen dit beeft verminderd met f 60.000. Hier daarentegen gaat men dit bedrag opvoeren. De regeering keert de ge meente 6800 minder uit, welk bedrag door het college wordt opgevangen. De VOORZITTER wil beginnen het laatste te beantwoorden. Hij ontkent dat voor 1934 meer is geraamd dan voor 1933. Er is geraamd wat voor 1933 ongeveer noodig zal zijn. Hij heeft dit met den amibtenaar ter secretarie dezer dagen nagegaan en is toen gebleken, dat voor 1933 ongeveer f 40.000 noodig zal zijn. In 1932 was dit f 35.000. Voor 1933 was geraamd f 44.000. Burgemeester en Wethou- ders hebben nu een veilige raming gedaan en deze gesteld op rond f 40.000. Inderdaad is dus het steunbedrag voor 1934 lager, er is 4000 afgeknepen. Dit kon gedaan worden, omdat Burgemeester en Wethouders ervan verzekerd waren, dat in 1934 de traverse komen zou, zoo- dat ze voor 1934 niet zooveel zouden hebben uit te geven als voor 1933. Laat men bedenken, dat de Raad besloot, dat de steunnormen zullen verhoogd worden, welk besluit enkele maanden van kracht zal zijn, dan moeten vermoedelijk vrijwel dezelfde bedragen uitgegeven worden. Be heer Van Kampen zegt wel, dat de steun alleen daar moet gegeven worden, waar't noo dig is, zeer zeker moet dat, dat is een van de eerste stelregels van het reglement, doch er moet rekening gehouden worden met de be hoefte der gezimnen. Dit is echter niet de taak van Burgemeester en Wethouders, doch van de steuncommissie. Indien de voile steunnor men zouden worden uibbetaald, is er niet te veel geraamd, althans niet meer dan in 1933. Dat het rijk zooveel minder uitkeert aan subsidie geeft Burgemeester en Wethouders niet de vrijmoedigheid dit af te wentelen op de werkloozen, ze hebben dit gevonden op andere posten, zooals zal gebleken zyn uit de tweede begrooting, waarbij Burgemeester en Wethou ders door vermindering van andere uitgaven deze kloppend hebben gemaakt. Den heer VAN KAMPEN is dit niet vol- doende en bij bestrijdt, dat minder is uitge trokken voor 1934. In 1932 was noodig 35.000, terwijl de steunnorm hooger was, dan nu. Voor 1933 is noodig f 40.000, terwijl in het eerste halfjaar 1933 de steunnorm veel hooger was dan thans. Daar deze toen op het oorspron- kelijk peil stond en de gelijkstelling van fa- brieksarbeiders en landarbeiders nog niet in gevoerd was. Dan is het toch logisch dat voor 1934 minder noodig moet zijn. De heer HAMELINK: Dat zit nog. De heer VAN KAMPENRamen is altijd een slag in de luoht, ik kan echter op dien grond dit niet aanvaarden, er moeten hiervoor goede gronden aanwezig zijn. De VOORZITTER merkt op, dat toch 36.000 is geraamd bij tweede raming, reke ning ermede houdend, dat de traverse in 1934 uitgevoerd zou kunnen worden. De heer VAN KAMPENDat argument van de traverse gaat niet op. Er is gevoteerd f 40.000. We moeten deze twee zaken schei- den. Dat bedrag moet f 4000 minder zijn. De VOORZITTER: Zeer zeker niet. Dit is erin vervat. In de kosten van de traverse moeten wij betalen. Dit gaat van de steun verleening af, en wordt dus aan steun minder uitbetaald. Dit moet dan gevonden worden uit den post a 10.000 die daarvoor is uitgetrok ken, Het werk voor de traverse moet toch ge- beuren. Het ligt toch voor de hand dat Burgemees ter en dan f 4000 uitnemen uit den post werkloozenzorg, daar de menschen dan hun brood verdienen aan de traverse. De heer VAN KAMPEN is van meening, dat hier geld is gevoteerd in de vaste weten- schap, dat dit niet noodig zal zijn. Er wordt gerekend, dat de traverse er komen zal. Men moet echter deze twee zaken scheiden, en dan heeft het geen zin dat een dergelijk bedrag gevoteerd wordt. De VOORZITTER merkt op, dat men al jaren bezig is aan de traverse. Hij zegt: die berekening komt toch uit, we trekken toen van het totale steunbedrag 3 a 4 duizend gulden af. Dat is toeh ad rem? De heer VAN KAMPEN kan zich hiermede niet vereenigen. We moeten onderscheld maken tusschen deze twee zaken. Het totale steunbedrag moet f 4000 minder zijn, dus f 36.000, gezien hetgeen voor de traverse noo dig is. Nu is het bedrag niet minder. En dan dient de steunregeling zoo toege- past, dat alleen gegeven wordt daar waar het noodig is. De VOORZITTER: Dit is de eerste stel- regel die de steuncommissie moet volgen. Burgemeester en Wethouders hebben zich voor oogen gesteld, dat de onderhandelingen voor de traverse konden mislukken en dat men niet precies kan zeggen wat noodig zal zijn. Het kan best, dat blijkt, dat de raming een f 2 k f 3000 te hoog is geweest, doch aan de hand van de cftfers voor 1933 kunnen Burge meester en Wethouders niet lager ramen. De heer VAN KAMPEN: U kunt aanne- men, dat het bedrag noodig zal zijn, maar ik heb reden om aan te nemen, dat het bedrag niet zoo groot behoeft te zijn. De factor dat de steunnormen zijn verlaagd, zegt toch ook iets. U zegt, U weet dat het wel noodig zal zijn, maar dat weten wij niet. De VOORZITTER: Mijnheer Van Kampen, U schuift mij dingen in de schoenen die ik niet gezegd heb. De heer VAN KAMPEN: Dat doe ik niet. De VOORZITTER: We hebben als basis aangenomen de uitkeeringen in 1933, en ge- meend aan den veiligen kant te zijn, door te zeggen, neemt voor 1934 ook 40.000, welk bedrag dan rekening houdend met den aanleg der traverse met een gelijk gedeelte is ver minderd. Dit is de raming zooals die door Burge meester en Wethouders is gedaan. De heer VAN KAMPEN meent dat hij mis schien wel erg vervelend is, doch hij kan met deze redeneering niet accoord gaan. Indien in 1934 de werkloosheid dezelfde blijft als in 1933, heeft men dit bedrag niet noodig. De heer HAMELINK is van meening, dat het wel mogelijk is, dat dit juist is. De raad kan echter thans niet zien welken omvang de werkloosheid in 1934 zal aan nemen, en daarom is hij van meening, dat het juist ge zien is, dit bedrag naar den veiligen kant te ramen. De steunnormen zijn lager dan vorig jaar. Toen had men zulks niet gedaan. Had de rand toen w51 aan den veiligen kant ge raamd, dan was het niet noodig geweest, midden in het belastingjaar naar andere be- lastingen om te zien. Indien men minder raamt dan de grens, is het mogelijk dat men toekomt, doch men kan dit niet riskeeren. Hij kan ook accoord gaan met de voorstelling van zaken zooals die door Burgemeester en Wet houders is gegeven. Men moet voteeren de bedragen welke men denkt noodig te hebben, er is geen andere keus. De heer ORTELEE spijt het, dat de heer Van Kampen, toen de benoeming van leden der steuncommissie plaats had, deze benoe ming niet heeft aanvaard, dan had hij' in het werk der commissie allicht een beter inzicht gehad. Hij verklaart, dat de uitkeering steeds naar behoefte, is geschied, geen enkele heeft teveel gehad, wel te weinig. Alle leden van de steuncommissie zijn daarvan overtuigd. Zij hadden al lang te kampen met te weinig geld, doordat er te weinig was gevoteerd. Dit zou toch in den loop van 1934 niet moeten kunnen. Als misschien de traverse volgend jaar niet a.an de beurt zou kunnen, dan zouden we de kans loopen, dat er te weinig geld was gevo teerd en dan zou men in gebreke komen, zoo als dit jaar is gebleken. De heer VAN BENDEGEM wenscht het woord voor een kleine opmerking. Hij wil juist als de heer Ortelee de zachte critiek op de steuncommissie weerleggen. Iedere aangifte wordt op zichzelf bekeken. Het bedrag komt hem niet te hoog voor. De handel is ook niets meer. Door al die wetten worden steeds meer werkloozen gemaakt. De heer DIELEMAN brengt in 't midden dat het haast vanzelf spreekt, dat het bedrag niet anders kan worden geraamd. Naar zijn meening ziet de heer Van Kampen de zaak eenzijdig, het bedrag is wel degelijk noodig. Het verschil tusschen de landarbeiders en fabrieksarbeiders is weg en dat is een factor die zeer heeft gedaan. De uitkeering is nu gedaald van 8 op 7 per gezin. Hij wenscht er in 't vervolg voor bewaard te blijven, dat 't geld op is. De uit keering kan niet lager worden gesteld, daar van is hij overtuigd. Waar, al meer betoogd, de moeilijkheden zoo groot zijn, mag de raad niet eenzijdig zijn en te schriel ramen. Heeft men bij het begin van het begroo- tingsjaar f 5000 over dan zijn deze niet te grabbel gegooid, en heeft men althans kun nen houden wat men had. De heer SEGHERS kan zich ten voile aan- sluiten bij de 3 laatste sprekers, en zal ten voile zijn medewerking verleenen den post te handhaven. De heer VERSOHELDING sluit zich bij de laatste sprekers aan. Op 5yn ding wil hij tevens wijzen. Het komt herhaaldelijk voor dat werkloozen voor straf van steunuitkee- ring worden uitgesloten en verwezen naar het Burgerlijk Armbestuur. De VOORZITTER gelooft niet, dat zulks ooit gebeurt. De heer VERSCHELLING: Dat doet de gemeente zelf. Aan het Burgerlijk Armbe stuur moet de gemeente geheel bijdragen dus komt dit in 't nadeel der gemeente. Hij geeft in overweging dergelijke strafmaatregelen zoo weinig mogelijk toe te passen. De VOORZITTER: Dit laatste geschiedt door de steuncommissie. De heer HAMELINK is van meening, dat deze zaak buiten de orde is. De VOORZITTER merkt op, dat dit tot de behandeling van het onderhavige onderwerp in venband staat. De heer HAMELINK: Dan toch in zeer verwijderd verband. De heer OGGEL is van meening, dat de heer Van Kampen verkeerd begrepen wordt. De heer Van Kampen bedoelt, erap te wijzen, dat, als ingevolge raadsbesluit de steunnorm ver laagd wordt, en alleen tijdens de wintermaan- den een hooger bedrag wordt uitgekeerd en dit dan voor het verdere van 1934 weer wordt verlaagd, ook een lager bedrag moet geraamd worden. Het is den heer Van Kampen er niet om te doen die f 4000 per se weg te hebben, doch hij wil onder de aandacht brengen, dat het totale steunbedrag verminderd moet wor den. De heer HAMELINK: En dat willen wij niet! De heer OGGEL: Zijn bedoeling is, dat bij lager steunnormen ook een lager bedrag noodig is, rekening houdend met het raads besluit. De heer DIELEMAN: De heer Oggel zegt, dat de steunnormen verlaagd zijn. Misschien kan hij zeggen wanneer dit gebeurd is. De heer OGGEL zegt, zich niet precies te kunnen herinneren in welke vergadering dat geweest is, doch dat kunnen de stukken uit- wijzen. De heer DIELEMANDat was ten tijde, dat de heeren in Den Haag het bedrag ver laagd hebben en we vreesden geld tekort te komen. Toen is het steunbedrag verlaagd, niet de norm. De norm is nog dezelfde als in Fetoruari-Maart van dit jaar, maar in Augus tus is het bedrag verlaagd. De VOORZ1TTE1R: Mijne heeren, ik ben van meening, dat we verder kunnen gaan. De heer VAN KAMPEN (oprijzend): Mijn heer de Voorzitter, ik geloof wel dat ik alleen sta, maar dat is niet zoo erg. (Hilariteit op de publieke tribune.) Indien de heeren door willen gaan met dit budget van 100.000 met f 63.000 steun De VOORZITTER: Mijnheer Van Kampen, U schuift me nu weer dingen in de schoenen die ik niet beweerd heb. De heer VAN KAMPENPardon, dat staat zwart op wit: Belastingen 1 ton, steun f 63.000. De VOORZITTER: Ik heb gezegd, dat genoemd bedrag aan steun wordt uitgekeerd, doch dat komt niet alles uit de gemeenteljke beurs. Dat er f 60.000 aan de werkloozen gegeven wordt, daarmede ga ilk accoord, doch dat komt niet alles uit de gemeentekas. De heer VAN KAMPEN: Dit staat vast, dat het bedrag zeer hoog is. Hij bedankt ervoor hieraan mede te werken. Met de finan- cieele politiek, zooals die hier gevoerd wordt, kan hij niet accoord gaan. Indien de raad dit goed acht, moet hij erop wijzen, dat toch in de toekomst andere wegen bewandeld zullen moeten worden. Hij wijst nogmaals op het voorbeeld der regeering, die het steunbedrag van f 75 millioen tot f 46 mil lioen terugbracht, en acht het niet billijk, dat de raad het geheele verschil dat dit maakt opvangt. Dat de gemeente een goede steuncommissie heeft, wil hij niet betwijfelen, doch er zijn toch ook dingen gebeurd die het daglicht niet kon den verdragen, er is nog wel te ruim, te veel gegeven. Dat er in sommige gevallen by de steun normen zooals die zijn vastgesteld, gebrek ge- leden wordt, wil hij niet betwisten. Hier moet geval voor geval beoordeeld worden. Dit staat voor hem vast, dat men bij een lagere steun norm met een lager bedrag toe moet kunnen komen. Men kan hier niet ontzenuwen, dat dit niet lager moet zijn, temeer niet, waar het onderscheid tusschen fabrieks- en landarbei ders is weggenomen. De heer Hamelink heeft gelijk voor wat betreft de vooruitzichten voor 1934, dit heeft spreker ook niet tegengesproken en hij gelooft ook, dat men deze richting uit moet, dat de norm gehandhaafd blijft en overeenkomstig de gedane belofte het meerdere dat in den winter gegeven wordt, in den zomer geredu- ceerd wordt. Dit komt spreker zeer juist voor. Hij is van meening dat, waar mogelijk, meer en meer zal moeten gezocht worden in de rich- ting van steun van familie of anderszins, en de uitkeering van steun alleen daar gehand haafd moet worden waar 't noodig is. De VOORZITTER: Achter dezen grond kan ik me niet verschuiien. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is niet maar meer te vragen, ze hebben enkel gevraagd, wat voor 1933 noodig zal zijn. De normen voor winter en zomer zullen waarschijnlijk worden gehandhaafd. Het is de bedoeling deze niet te verhoogen. De heer HAMELINK is verwondert, dat de heer Oggel meent, dat we den heer Van Kampen niet begrijpen. De heer Van Kampen wil wel aftrekken van het steunbedrag en dat kan hij respecteeren. Hij zegt, dat men niet met zekerheid kan ramen en daar schuilt een grofid van waarheid in. Het is mogelijk, dat men met iets minder toe zal kunnen komen, en daar schuilt een mogelijkheid in, belastingverhooging tegen te gaan. Er is niets wat den heer Van Kampen be- let, daamaar te streven, dat is zijn recht, doch dat is zegt spreker onzen zin niet. Het betreft hier twee breede standpunten die we consequent kunnen aanvaarden. Ik voor mij meen, dat we de noodige middelen moeten voteeren, en is daarvoor belastingverhooging noodig, het zij zoo, ik durf niet op 't kantje af ramen. De heer VAN BENDEGEMDe heer Ha melink wil niet verminderen, maar gaat liever over tot belastingverhooging. Hiervoor is de raad verantwoordelijk. De heer I. DE PEIJTER constateert, dat er in de steuncommissie fouten gemaakt zijn, dit is jammer. De heer 't GILDE staat op 't zelfde stand- punt als de heer Van Bendegem. Er is hier een minderheid die wel en een meerderheid die niet verminderen wil. Noch raad, noch Burgemeester en Wethouders wen- schen aan de voorstellen hun medewerking te verleenen. Voor blastingverhooging zal hij niet stemmen. De heer VAN KAMPEN: Ik zie hier men schen, valide arbeiders, die een inkomen heb ben, lager dan de uitkeering aan werkloozen. Laat de steunnorm gehandhaafd worden, op- dat men meer ga in de richting van hulp van familie of op andere wijze. Er zullen er on- getwijfeld ook zijn, die van een steunnorm niet rond kunnen komen, en het is gerecht- vaardigd dat zij een beroep doen op het steun- comity, dat hen dan verder helpt. De heer DIELEMAN wil in 't midden laten wat de heer Hamelink heeft gezegd. Dat be treft de twee groote problemen van dezen tijd. De heer Van Kampen vergist zich echter. De ddaconie heeft hier geen zaken. Wat de steun van de familie betreft, of deze hooger of lager is. is niet van invloed op het werk van de steuncommissie. De heer ORTELEE: De heer Van Kampen brengt naar voren dat er valide arbeiders zijn die minder iokomen hebben dan een steuntrek- kende. Dit komt omdat zij geen recht op steun hebben. Zelf is hij ook valide arbeider, hij kan alle werken, althans zeer vele, en heeft het ook zeer hard noodig, hij komt ook tekort en niet weinig. (Hilariteit op de publieke tribune.) De VOORZITTER: Stilte, daar is de zaak te emstig voor. De heer ORTELEE: Het is zeer zeker, dat er zoo velen zijn die lijden. Hij, valide arbei der heeft geen recht op steun. Het ligt niet op zijn weg te trachten de steun te vermin deren. Veronderstel, er wordt 7 steun uitgekeerd, daarvan moet f 3 huur af, dan schiet er niet teveel over. Van dien steun kan toch niets meer af. Daar kan toch niet meer aan ge- snoeid worden, die steun moet integendeei hooger zijn, wanneer 't kan. De arbeiders die geen recht op steun hebben, kunnen ook niets vragen, men moet hierin consequent zijn. De VOORZITTER: Dat heeft de heer Van Kampen ook niet beweerd. De heer VAN KAMPEN stelt voor, net totale bedrag te verlagen tot f 35.000. De VOORZITTER: Dus 1000 er af. Den heer VAN KAMPEN: Dan f 31.000. Het voorstel wordt niet gesteund en kan dus geen onderwerp van beraadslaging uit- maken. De heer OGGEL acht den door den heer Van Kampen voorgestelden sprong te groot. 248. Kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. 1000. 248a. Subsidie in de arbeidsloonen van te- werkgestelde werkloozen in de vlasbeiwerking. Memorie. 249. Subsidie aan de polderbesturen in de kosten van delven van slooten als werkver schaffing. Memorie. 250. Kosten van den ontwikkelingscursus voor werkloozen. Memorie. Hoofdstuk X. Landbouw. 251. Kosten van toezicht van het op mark- ten aangevoerd vee. 10. 252. Subsidien ten behoeve van de vee- teelt. 50. De heer VAN BENDEGEM wil dezen post zien verminderd tot 25. De heer DIELEMAN vraagt of de heer Van Bendegem wel in emst is. De heer VAN BENDEGEM deelt mede, dat het hem zeker ernst is. Hij wenscht, zooveel mogelijk te verminderen, in tegenstelling tot den heer Dieleman, die van geen bezuiniging weten wil. De heer DIELEMAN meent, dat de heer Van Bendegem hem dat niet naar 't hoofd behoeft te slingeren. Hij wil wel degelrjk be- zuinigen, doch zijn manier is niet die van den heer Van Bendegem. Het voorstel wordt niet gesteund en kan mitsdien geen punt van beraadslaging uit- maken. 253. Premien en andere kosten van mark- ten. f 40, De heer VAN BENDEGEM wenscht deze post te laten vervallen. De VOORZITTER vraagt of de heer Van Bendegem gisteren ook op de jaarmarkt ge weest is, dan had hij kunnen zien hoe die kleine bijdrage besteed is. Het is hem wel meegevallen, en het spijt Burgemeester en Wethouders niet, hieraan hun medewerking te i hebben verleend. De heer Oggel heeft bij de 5 bespreking van de subsidie voor de Land- j bouwschool vooropgesteld het belang dat de plaats daarbij had, en hij is van meening, dat 1 ook de jaarmarkt voor Axel een belang is. De heer VAN BENDEGEM is niet tegen een jaarmarkt, maar dan moeten de belang- hebbenden de kosten betalen. Hij is er ook geweest, en heeft kunnen constateeren, dat ze met kunst- en vliegwerk aan elkaar gehou den moest worden. Naar zijn meening zal ze weer spoedig verloopen. Het voorstel wordt niet gesteund en kan mitsdien geen punt van beraadslaging uit- maken. Hoofdstuk XI. Handel en nijverheid. 257. Subsidien voor openbare middelen van vervoer. 990. Daaronder is begrepen 50 voor de auto- busdienst AxelHulst. De heer VAN BENDEGEM stelt voor, dezen post te schrappen. Er zit 1, of vele malen zelfs geen enkele passagier in die bus. Men kan dezen post evengoed schrappen. Het voorstel wordt ondersteund door den heer 't Gilde en Verschelling. De heer OGGEL wenscht het woord ten gunste van deze subsidie. Het is voor de ge meente toch van belang, dat ze over voldoende communicatiemiddelen kan beschikken, om des te meer gelegenheid te hebben, dat men schen van elders, ook hier kunnen komen. Om deze reden wenscht hij de subsidie ge handhaafd te zien. Bij stemming wordt het voorstel verworpen met 5 tegen 7 stemmen. Voor stemmen de heeren Dieleman, I. de Feijter, 't Gilde, Verschelling en Van Bende gem; tegen de heeren J. de Feijter, Van Kam pen, Oggel, Ortelee, De Ruijter, Seghers en Van de Bilt. Bij deze stemming was de heer Hamelink afwezig. 258. Subsidie aan werkloozenkassen. 12000. 259. Kosten van de districtsarbeidsbeurs en van de intercommunale arbeidsbemiddeling. 500. 260. Bijdrage aan andere gemeenten in deze kosten. 50. 261. Kosten ter zake van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en be- ambten. 92. 262. Bureaubehoeften voor den agent der arbeidsbemiddeling. 50. Hoofdstuk XII. Belastingen. 269. Kosten van toezicht op en invordering van plaatselijke belastingen. 25. 270. Teruggave van belasting. 50. 271. Uitkeering aan het rijk van het a^n- deel in de kwade posten, wegens de directe belastingen. f 2500. De heer DE RUIJTER vraagt hieromtrent een inlichting, waaruit blijkt, dat deze post bij tweede begrooting met 1000 is verlaagd. 272. fielooning der schatters en herschat- ters van de huurwaarden der localiteiten, waarvoor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend. 10. 273. Aandeel van het rijk in het verlofs- recht. 250. 274. Wegens te veel genoten hoofdsom en opcenten op directe belastingen. Memorie. Hoofdstuk XIII. 3. Gasbedrijf. 286. Kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. f 2521,05. 287. Rente van geldleeningen. f 16910,62. 288. Aflossing van geldleeningen. 15100. 289. Uitkeering aan het bedrijf wegens andere grondslagen. Memorie. 290. Rente wegens door het bedrijf tijde- lijk gestorte gelden. 320. 4. Vleeschkeuringsbedrijf. 292. Kosten ter zake van verzekering, pen sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. 600. 293. Uitkeering aan de tot den kring be- hoorende gemeenten wegens winst. f 500. Hoofdstuk XIV. K|jSvoorzieningen. 296. Voorschotten ten behoeve van het rijk. /100. 297. Voorschotten aan ambtenaren der ge meente, ten einde daaruit voorloopig kleine betalingen ten behoeve der gemeente te doen. 805. Hoofdstuk XV. Overige inkomsten en uitgaven. 300. Overige uitgaven niet nader te speci- ficeeren. f 50. Hoofdstuk XVI. 301. Onvoorziene uitgaven. 3312,61%. KAPITAALDIENST. Hoofdstuk IV. Volksgezondheid. 305. Kosten van opricfating van openbare slachthuizen en centrale slachtplaatsen. 892,83. Hoofdstuk VI. Openbare werken. 311. Buitengewone aflossing van geld leeningen ten laste van hoofdstuk VI komende. 3651. 312. Bijdrage aan hoofdstuk XVI van den kapitaaldienst. 58,75. 313. Kosten van den aanleg van traverse in de kom der gemeente. 33950. 314. Kosten van aanleg van rioleering. Memorie. Hoofdstuk VH. Eigendommen, niet voor den openbaren dienst bestemd. 318. Bijdrage aan hoofdstuk VI van den kapitaaldienst. f 1561,47. 319. Terugbetaling van te veel betaalde grond na kadastrale opmeting. /500. Hoofdstuk XIH. 3. Gasbedrijf. 321. Buitengewone aflossingen van geld leeningen ten laste van hoofdstuk XIII 3 komende. 6875. Hoofdstuk XVT. Geldleening. 323. Nadeelig slot overgebracht van hoofdstuk I. f 58,75. 324. Kosten van het sluiten van geldleenin gen. f 50. De behandeling der uitgaafposten is t.hans beeindigd en wordt overgegaan tot behande ling der INKOMSTEN. Hoofdstuk I. Vroegere diensten. 1. Batig slot van den gewonen dienst vol- gens de laatst-vastgestelde rekening, voor zoo- ver daaraan niet reeds eene bestemming is gegeven. 10365.29%. 2. Acbterstallige inkomsten van vorige dienstjaren. Memorie. Hoofdstuk H. Algemeen beheer. 4. Uitkeering uit het gemeentefonds inge volge artikel 3 onder a der wet van 15 Juli 1929. 3000. 5. Uitkeering uit het gemeentefonds inge volge artikel 3 onder b der wet van 15 Juli 1929. 30713,22. 6. Secretarie-lages en rechten van den bungerlijken stand. /800. 7. Rechten ingevoLge het vuurwapenregle- ment. Memorie. 8. Vrijwillige terugstorting van 10 der jaarwedde door de wethouders over 1932. Memorie. 36. Verhaal van premien ingevolge de Ziektewet. Memorie. 38. Uitkeering van ziektegelden door de verzekering van de in dienst zrjnde personen. Memorie. 43. Verhaal van bijdragen voor eigen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der peu- sioenwet. 975. De heer VAN KAMPEN deelt mede, dat het in de bedoeling van het door hem aangekon- digde voorstel ligt, op de salarissen der ge- meente-ambtenaren niet te korten, alleen wenschte hij de pensioenbijdragen tot het maximum op te voeren. Betreffende de salarieering van Burgemees ter, Secretaris en Ontvanger is hij voomemens voor te stellen, de werkelijke korting te doen zijn 10 dus niet zooals Gedeputeerde Sta- ten voorstelt, 12% met aftrek Van de vorige korting (verhooging van pemsioen- verhaal). Tenslotte wenscht hij dat een commissie zal benoemd worden, welke zal werken in de richting door de commissie-Schouten aange- geven, en die de salarissen zal hebben te her- zien en tot de juiste verhouding zal hebben terug te brengen. Dit behoeft echter niet noodzakelijk verlaging te beteekeneti. De VOORZITTER verzoekt hem, indien hij een voorstel wenscht in te dienen, dit schrif- telijk te doen. De heer De Ruijter heeft toe- gezegd te komen met een voorstel betreffende de premiestorting van veldwachters. 45. Vergoeding van de bedrijven in de kos ten van verzekering, pensionneering enz. van ambtenaren en beambten. Memorie. 46. Restitutie van te veel betaalde kosten van verzekering tegen ongevallen. Memorie. Hoofdstuk in. Openbare veiligheid. oV. Verhaal van premien, ingevolge de Ziektewet. f 10. 58. Uitkeering van ziektegelden door de verzekering van" de in dienst zijnde personen. Memorie. 59. Verhaal van pensioensbijdragen. f 222. 60. Rechten ingevolge art. 8 der Bioscoop- wet. Memorie. 61. Inkomsten ter zake van huisvesting van personeel der rijkspolitie. f 1500. 62. Opbrengst grasland der schdetbaan. Memorie. 63. Opbrengst gebruik der schdetbaan. Memorie. 64. Verstrekking van hulp bij brand in een andere gemeente. Memorie.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 7