ALGEMEEN NIEUWS- F.N ABVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN No. 9083 Tweede Blad. WOENSDAG 20 DECEMBER 1933 73e J A AR GANG GEMEENTERAAD VAN AXEL. NEUZENSCHE Vergadering van Woensdag 29 November 1933, des namiddags 2 uur. Voorzitter de beer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M, Gggel, C. Th. van de Bilt, A. Th. 't Gilde, A. Verschelling, L. P. Ortelee, I. de Fester, P. J. van Bende- gem, B. Seghers, C. Hamelink, C. van Kam- pen, A. P. de Rujjter, F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. (3. Slot.) 127. Onderhoud van huizen, torens, poor- ten en dergelijke gebouwen voor den open- baren dienst bestemd, niet in andere hoofd- stukken begrepen. 170. 128. Onderhoud van straten en pleinen. 2600. De heer 't GILDE noemt dit een zeer hoo- gen post en vindt, dat de straten hier veel geld kosten, de straatmaker is bijna nooit van de stnaat, en dat niettegenstaande we met splik- splintemieuwe straten zitten. De heer OGGEL: Maar met hoeveel oude zitten we niet? De heer 't GILDE: Er is in de laatste jaren f 50.000 tot 60.000 aan de straten uitgegeven. De VOORZITTERWe moeten zorgen, dat de bestrating in orde is en blijft. De Noord- straat ligt zeer ongelukkig en daanop is vrij- wel het geneele jaar door de straatmaker noodig. (De heer OGGEL: Ik woon in de Noord- straat, maar heb dden daar nog nooit aan het weTk gezien. De heer DIELEMAN: Er is voor de bestra- tingen binnen de kom f 1700 geraamd. Ik ben Sok van meening, dat die post zeer hoog is, naar hetgeen men er voor gedaan krijgt. Men ziet daar nooit iets van; hij bemerkt althans weinig van den straatmaker. De VOORZITTERIndien er verzoeken komen om putjes in de straten te lichten, moet dat geschieden. Nu moet ook het straatje aan Vlaander vemdeuwd worden. De heer DIELEMAN: Ik kan het niet hel- pen, dat ik het toch veel vindt; voor verschil- lende doeleinden is f 2400 geraamd en dan nog f 200 voor onvoorziene uitgaven. De VOORZITTERDe gemeente-opzichter heeft, voor het werk dat gebeuren moet deze begrooting overgelegd. Ik geloof niet dat de straten te veel kosten. De heer OGGEL: Beide sprekers over dit punt spreken elkaar juist tegen, de heer 't Gilde zegt. dat hij den straatmaker altijd bezig ziet, en de heer Dieleman beweert dat men maar een enkelen keer iemand aan de straten ziet werken. Ik geloof, dat we den middenweg bewandelen. Er wordt geklaagd over een hoog bedrag, maar welk belangrijk werk kan men aan de straten voor 2600 doen? Nieuwe straten kosten immers duizen- den. Ik geloof dat dit bedrag geen cent te veel is, om voortdurend de straten te her- stellen. De heer DIELEMAN: Die 1700 zrjn toch in hoofdzaak werkloon. Daar ziet men toch geen werk voor gedaan De VOORZITTERWe hebben dat bedrag noodig, om den straatmaker en zijn helpers te betalen. Gewone vaklieden verdienen toch ook 1200 Ook is daarin begrepen het koopen van zand voor het lichten van putten en wat dies meer zij. De post is niet te hoog, als we tenminste het onderhoud naar behooren zul- len verrichten. De heer DE RUUTER: Mij komt deze post hoog voor. Versch gelegde straten kosten niet minder aan onderhoud. De Prins Hendrik- straat heeft zeer veel onderhoud noodig, om- dat die pas is opgevoerd en er zwaar vervoer overheen gaat. De heer VER&CHELLING vindt den post ruim hoog, hij staat in deze aan den kant van den heer 't Gilde. Hij komt hier bijna dage- lijks, en het verwondert hem, dat er bijna iedere week een straatmaker met een werk- man op de Prins Hendrikstraat bezig is en ook in de Noordstraat. De VOORZITTER: Daar is het 't meeste noodig. De heer VERSCHELLING herinnert er ver- leden jaar op gewezen te hebben, dat aan de Prins Hendrikstraat slechte steenen gebruikt zijn. Het komt nu wel uit, er liggen al heele hoopen oude halve steenen. Voor een straat die zooveel geld gekost heeft zou dat niet moeten voorkomen. De VOORZITTER: Ik moet er tegen op komen, dat aan die straat gesn steenen van goede kwaliteit zouden zijn gebruikt. Burge meester en Wethouders hebben dat onderzocht en zijn in dat opzicht volkomen gerustgesteld. U moet echter wel in aanmerking nemen, dat die straat nog niet volgebouwd is. Men zit er nog heele dagen in te graven en te wroeten. De heer DE RUUTER: Ik zou eerder het standpunt moeten innemen, dat de som te laag is. De heer ORTELEEIk vermeen ook, dat 2600 voor een behoorlijk onderhoud der stra ten aan den lagen kant is. Er wordt gespro- ken over de Lange Noordstraat, maar het komt mij voor dat de Oosterstraat er nog veel beroerder bij ligt. Ik zou er voor zijn dat het bedrag verhoogd werd, om die eens op te knap- pen. Ik heb daarover al bij herhaling gespro- ken, maar daar ziet men niemand om er wat te verbeteren. Het was dringend noodig, dat het hooge trottoir werd opgeruimd, want het is er bepaald een benauwenden toestand als men zich op de straat bevindt en er komt een auto door, aangezien de straat nu maar 4 M. breed is. Men weet dan niet waarheen men moet uitwijken. Het is dringend noodig die straat eens flink onderhanden te nemen. De VOORZITTER: Daarvoor zouden we dan een geldleening moeten aangaan, maar ik zie niet in, dat het z6b broodnoodig is, daar een nieuwe bestrating aan te leggen, te meer om- dat het rijden daar niet meer zoo druk is, nu die straat aan (ten zijde voor het rijverkeer is afgesloten. De heer ORTELEE: Kunnen dan de zgn. trottoirs, daar waar ik woon en aan den an deren kant niet worden weggenamen en ver- vangen door een tegeltrottodr van 3 tegels? Dan wordt de rijweg ook breeder voor het rij verkeer en wielrijders, om elkaar te kunnen passeeren. Dan krijgt men een rijweg van 5 a 6 M. breedte. De VOORZITTER: We hebben daarvoor geen gelden. De heer ORTELEE: Voor het verbeteren van den groot4ten nood ook niet? De heer DIELEMAN'Het is daar bij de oude marechausseekazerne werkelijk een ge- vaarlijke toestand. De VOORZITTER: Kan het daar wel ver- anderd worden in verband met den toestand der woningen? De heer DIELEMAN: Het heeft in de Kerk- dreef ook wel gekunnen, vroeger meende men ook dat het niet gaan zou. De VOORZITTER: Als de raad daartoe zou willen overgaan zou de post moeten worden verhoogd voor het koopen van tegels en het betalen van het werkloon. De heer ORTELEE: Ik wil dat dan voor- stellen, want ik vindt het een gevaarlijke toe- stand. r De heer OGGEL: Maar dan was het toch beter eerst een ontwerp en begrooting te laten maken. Het kan op deze begrooting toch niet gevonden worden, want het zal een duizend of vier gulden kosten. Als er dan een ont werp is, kunnen Burgemeester en Wethouders een voorstel bij den raad indienen. De heer DIELEMAN: Ik bedoel niet ver- nieuwing van de geheele straat, maar het betreft een lengte over 4 tot 6 woningen. Laten Burgemeester en Wethouders dat eens op de beste manier oplossen. Ik bedoel daar aan Swets en dat kan geen f 4000 kosten. Als men z66 hoog gaat, zou het op de kosten af- stuiten en dan wordt er niets gedaan. Er pas- seert daar heel wat publiek. De VOORZITTER: Dan zullen we zien wat we er aan doen kunnen, binnen het raam der begrooting. 120. Onderhoud van wegen en voetpaden. 750. Op dezen post is f 300 geraamd voor aan- koop en vervoer van macadam, ten behoeve van den Graaf Jansdijk. De heer DIELEMAN wijst er op, dat de weg over dien dijk in gunstige omstandigheden verkeert; zij ligt zeer hoog en blijft droog. Wanneer de kanten er behoorlijk worden af- gestoken, zal men wel met de helft van het geraamd bedrag kunnen volstaan. De VOORZITTER: Thans is de toestand gunstig, maar we kunnen niet voorzien hoe het 't volgend jaar zal zijn. Het is ook geen bezwaar, dat er eens een post op de begroo ting staat, die kan meevallen. Wat er noodig zal zijn, weten Burgemeester en Wethouders pas in het volgend najaar. Er is in de 2e afdeeling gevraagd naar het maken van een begrooting om het Spuipadje te verbreeden tot 1 M. Voor dit oogenblik kunnen Burgemeester en Wethouders de kos ten daarvan nog niet opgeven. 130. Jaarwedden der marktmeesters. 15. 131. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen. 150. i De heer ORTELEE wijst er op, dat er in Axel tegenwoordig ook leveranciers van bloe- men en planten gevestigd zijn. Hij zou wen- schen dat die in aanmerking komen voor het leveren van bloemen en planten voor de plant soenen en rond de muziektent. Hij zou voor die leveringen dus een oproeping willen doen. j De VOORZITTER: Die kwestie is reeds in de afdeelingsvergadering besproken en Burge meester en Wethouders hebben, van hetgeen ze daar hebben toegezegd, niets teruggeno- mec, zoodat dienovereeukomstig zal gehandeld worden. 131a. Aandeel in de kosten van onderhoud van Provinciate en van andere wegen. 1000. Is geraamd voor den weg naar Overslag. De heer DIELEMANAls die weg nog niet tot stand komt, moeten we dan dat bedrag ook niet betalen .G .30 De VOORZITTERNeen, bij he.t eerste -pp- maken der conceptbegrooting is die post er.op gebracht, maar die kan nu vervallen, omdat j we nog niet weten of die weg tot stand.korpt. 132. Onderhoud van pompen en riolpn. j i 550. i Het onderhoud der pompen is geraamd voor onderhoud der rioleering 300. Het objderhopd van pompen is op f 250 geraamd. Burgemees ter en Wethouders stellen voor, geen porpp^n der gemeente meer te vemieuwen, dpch de aanwezige te laten functioneerep zoo lang mogelijk, en de bewoners voor hun eigen voor- ziening te laten zorgen. De heer VERSCHELLING merkt op, dat, indien de raad op het denkbeeld van Burge meester en Wethouders ingaat, alleen zullen worden besteed /300 voor onderhoud van de rioleering en het instandhouden der pompen zal vervallen. Hij hoopt, dat de raad dit ech ter niet doen zal. Hij acht het een emstig be zwaar, om althans verschillende in de kom bestaande pompen op te ruimen, omdat een groot aantal bewoners der kom niet in staat zijn zelf een pomp of welput te plaatsen, aan gezien het minste dat men neemt op, een f 30 komt en de arbeidersbevolking dat niet kan betalen. De VOORZITTER: Het voorstel eischt nog eenige toelichting; onze bedoeling is om de pompen, zoodra ze versleten zijn op te rui men, behalve die in de Julianastraat, de Oude Stad en die aan de marechausseekazerne. j De heer ORTELEE wijst er op, dat de pomp bij Sientje Swets nog altijd stuk is. Er komen tegenwoordig nogal veel woonwagens en in de Oude Stad is er geen drinkwater. Die pomp bij Sientje Swets heeft altijd goed drinkwater gegeven, die aan de marechaussdekazeme niet. Zou het niet mogelijk zijn genoemde pomp te herstellen, ter voorziening in de behoefte aan drinkwater? Nu krijgen de bewoners in de omgeving er den last van, als die meiisehen om drinkwater komen vragen. Hij zou lievfer zien dat er een pomp was, waarover die men- schen konden beschikken. Hij heeft ook al in vele gevallen water gegeven, doch dit kan toch ook maar zoo lang als de voorraad B&tekt. Hij zou graag zien, dat die pomp hersteld werd. Nu staat zij daar tot overlast van yeel menschen, het is allemaal kapot.1' o.oc De VOORZITTERU hebt gehodrd, d&t'het in 't voomemen van Burgemeester en:'Wet houders ligt, de niet genoemde pompen op te ruimen. De heer ORTELEE: Ik zou u hierover mor- gen nog eens nader willen spreken en iets zeg- gen onder 4 oogen. De VOORZITTER zal hem gaarne ontvan- gen. (De heer VERSCHELLING is er tegen dat de niet genoemde pompen worden opgeruimd; er zijn veel menschen die niet in staat zijn zelf voor water te zorgen omdat ze geen plaats of geen geld hebben voor het aanbrengen van een wel of pomp. Hij wijst op de pompen van Van Houte, Van Cruijningen en bij Pieterse, die zouden misschien opgeruimd kunnen wor den. De heer 't GILDE kan er zich mede ver- eenigen dat in disn geest gehandeld wordt; als de pompen in de volksbuurten maar gehand- haafd blijven. De heer VERSOHELLING verzoekt aan- teekening in de notulen, dat hij tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders is. 133. Onderhoud en bediening van klokken, uurwerken, speelwerken en dergelijike. 75. 134. Kosten van de algemeene begraaf- plaats en kosten van begraving. f 800. De heer DE RUIJTER: Ik heb gezien dat deze post hooger is uitgetrokken en dat juich ik toe. Toch vraagt hij, of dit voldoende zal zijn, om de begraafplaats goed in orde te maken. Als men die beziet, ziet ze er niet zoo schitterend uit. Ik wil daarvan niemand de schuld geven, er zijn misschien bijzondere oor- zaken voor, maar de begraafplaats voldoet op het oogenblik niet aan redelijk te stellen eischen. Kan het nu voor 800 afdoend in orde worden gebracht? De VOORZOTER: Wanneer we de eischen bepaald hoog zouden stellen, zou het niet gaan, maar de tijd is ook nog niet gekomen om de begraafplaats geheel in orde te maken. Het is voor een deel opgevoerde grond en daar kan niet direct op geplant worden. Het is thans nog geen afgewerkt geheel. Wanneer er weer menschen voor werkverschaffing te werk ge- steld kunnen worden met behulp van het rjjk, zal er met de afwerking worden voortgegaan, om een flink geheel te verkrijgen. Het ter- rein ligt nu nog geheel horizontaal. De heer DE RUIJTER heeft niet het oog op het aanbrengen van beplanting, doch zag graag dat op tijd verschillende planten opgeruimd werden. De VOORZITTER: U bedoelt de kleine, die opschieten? Er is opdracht gegeven die op te ruimen. 135. Kosten. van de gemeeotereimiging, voor zoover niet vallende onder hoofdstuk Xin. 1420. De heer VAN BENDEGEM maakt aanmer king op de 500 die op dezens post worden uit getrokken voor onderhoud van het paard. De VOORZITTER: We l^mnen genoegen nemen dat op f 400 te stellen en die 100 te plaatsen bij den post onvoorziene werken op dezen post. Die 500 waren niet geraamd voor onderhoud van het aan de gemeente behoo- rende paard, doch daaruit wordt ook betaald de huur van een paard, als er een bijgehuurd moet worden. Het komt voor, dat we er aan een niet genoeg hebben. De heer OGGELEn dan moeten we ook een los werkman hebben, d.e ook niet afzonderlijk is genoemd. De heer DIELEMAN ziet ook nog geraamd 300 voor een los werkman voor verlofdagen der werklieden. De VOORZITTER: Die omschrijving is niet juist, dat moet zijn los werkman voor verlof dagen „en" werklieden. Verlofdagen zijn er zooveel niet. 136. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beaamb- ten. 1230. 143. Kosten van verzekering tegen brand- schade en stormschade. f 25. 144. Rente van geklleeningen ten laste van hoof dstuk VI komende. f 3768,50. 145. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VI komende. 5500. 146. Verstrating enz. ten behoeve van de bedrijven en van derden. 500. 147. Kosten van de leggers en van de scfaouw van wegen, voetpaden en waterleidin- gen. 100. 148. Kosten van zegels. 10. 149. Plaatsing en onderhoud van urinoirs. 35. De heer DIELEMANBetreffende het onderhoud van het urinoir aan de Axelsche- Sassing op te merken, dat het urinoir daar er enbarmelijk uitziet. De afwatering deugt niet, enfin: de zaak is in 't geheel niet in orde. De VOORZITTER zegt toe, dat getraoht zal worden hierin voorziening te krijgen. De heer VERSOHELLING wil in dit Ver band wijzen op het ongeTief dat het publiek ondervindt door het ontbreken van urinoirs in de kom. Vooral de marktmenschen ondervinden hiervan den hinder, 's Zaterdags moeten deze naar de openbare school, daar het meermalen voorkomt, dat de gelegenheid hier achter 't gemeentehuis ontbreekt. De heer OGGEL merkt op, dat deze gelegen heid achter 't gemeentehuis er toch is. De heer VERSOHELLING heeft geconsta- teerd, dat het poortje. imeermalMi op slot is. De VOORZITTER deelt mede, dat dit toch zeer zelden zal voorkomen, daar het poortje des Zaterdags gewoonlijk open is. Hij wil echter deze aangelegenheid bij Burgemeester en Wethouders bespreken, dan zal zulks wel- licht veranderen. De heer VERSOHELLING wenscht dat een bordje zal gepiaatst worden, om aan te geven waar deze inrichting zich bevindt. De VOORZITTER vindt dit geen gelegen heid om er reclame voor te maken. De heer OGGEL merkt op, dat wellicht de marktcommissie voor zoo'n bordje zou kunnen zorgen. 150. Teruggaaf van rechten of belasting enz. j 15. 151. Onderhoud en schoonhouden, benevens verlichting en verwarming der kantoren en werkplaatsen van den dienst van openibare werken. 50. 152. Vergoeding van onderhoud van een hond. 100. 153. Kosten van de beerrulming. f 900. 154. Toeslag op pensioen. 39,20. 155. Vergoeding voor. het rijwiel van den gemeente-opzichter. f 25. De heer VAN BENDEJGEM wenscht de vergoeding pan den gemeente-opzichter voor het gebruik van eigen rijwiei te doen ver vallen. Een weriknemer tin, het parti cutter bedrijf moet zelf ook voor rtmderhoud en vemieuwing van zijn rijwiel zorgen. De VOORZITTER deelt mede) dat Burge meester en Wethonders van oordeel zijn, dat de opzichter een -rijwiel hard noodig heeft. Waar deze zijn rjjwiel in dienst der gemeente gebruiit, is het naar zijne meening billijk, dat de gemeente hiervoor een vergoeding ge'eft. Deze zaak kan in het Georganiseerd Over- leg nhar voren gebracht worden. De heer VAN BENDEGEM: Andere werk- nemers moeten ook zelf voor het onderhoud van hun rijwiel zorgen. De heer VERSOHELLING deelt mede, dat hij aan het voorstel van den heer Van Ben- degem steun verleenen zal. Hij beaamt, dat een andere werkman ook zelf voor het onder houd van zijn rijwiel dient te zorgen. Daarbrj komt, dat de gemeente-opzichter toch een be- hoorljjk salaris geniet, en dus best zelf het onderhoud van zijn fiets ibekostigen kan. De VOGRZITTBR is van meening, dat, als we dan deze vergoeding intrekken we conse quent moeten zijn, en andere die vergoeding voor rijwiel genieten, deze ook moeten ont- nemen. De heer VAN BEINDEGEM is daar niet tegen, hij stelt voor ook aan anderen geen vergoeding voor gabruiik van rijwiel uit te keeren. De heer VERSCHELLING is ook van mee ning, dat deze vergoeding afgevoerd kan worden. De VOORZITTER stelt in 't licht, dat hij met die anderen dan niet alleen de gemeente- ambtenaren, doch ook het personeel van de gasfabriek, dat deze vergoeding krijgt, be doelt. De heer VERSCHELLING merkt op, dat deze kwestie in het Georganiseerd Overleg aan de orde komt. De VOORZITTER heeft alleen maar willen waarschuwen, geen overijlde besluiten te nemen. De heer VAN KAMPEN is van meening, dat deze kwestie onder 't oog gezien moet worden. De heer Van Bendegem moet dan voorstellen doen. De heer DE RUUTER is er voor, deze voor stellen dan in 't Georganiseerd Overleg te bespreken. Hij is van meening, dat men dient te werken in de richting, zooals die is aan- gegeven door de commissie-Schouten, dit lijkt hem zuiverder. De heer VAN BEINDEGEM kan zich ver- eenigen met een bespreking dezer kwestie in 't Georganiseerd Overleg. De heer DIELEMAN acht eveneens een ver goeding voor gebruik van rijwiel niet noodig. De heer OGGEL merkt op, dat de gemeente- opzichter zijn fiets gebruikt in dienst der gemente. Wanneer er den is die veel gebruik van de fiets moet maken, is het toch wel de opzichter. Waar hij zijn rijwiel verslijt in dienst der gemeente, is het z.i. billijk, dat de gemeente hem dit vergoedt. De VOORZITTER zegt toe, deze aangele genheid in' het Georganiseerd Overleg ter sprake te zullen brengen, opdat men dan in de volgende raadsvergadering met concrete voorstellen ter tafel kan komen. Hdema wordt te 6 ure de vergadering tot 6% uur geschorst. Na heropening wordt voortgegaan met de behandeling der begrooting. 156. Stortiag van verhaalde bijdrage voor inkoop van pensioen van D. van den Berg, namens het Departement van Waterstaat, Afd. Comptabiliteit, postrek. 20689. f 7,50. Hoofdstuk VII. Eigendommen niet voor den openbaren dienst bestemd. 165. Grondlasten. 50. 166. Dijk- en polderlasten. f 5. 1<J7.9/ Kd&ten van verzekering (Molest- risicojf 2(1. 168: Onderhoud van administratie van be- zittiiVgftn,' nidt voor den publieken dienst ge bruikt of vdn werken en inrichtingen geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gele'gen. /TOO; 169. Irfcnen van renten enz. f 5. 170. Moisten van verzekering tegen branu- schatde eti stormschade. f 5. 171. Rente van geldleening ten laste van hoofdstuk VII komende. 225. 172. Aflossihg van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VII komende. f 1000. 173. Vergoeding of teruggave van betaal- bare pacht van uit de huur genomen per- ceelen tuingrond. f 25. Hoofdstuk VIH. Onderwijs, kunst«n en wetenschappen. 2. Openbaar gewoon lager onderwijs. 177. Jaarwedden en wedden der onder- wijzers. 12.577. 178. Belooning van vakonderwijzeres. 300. 179. Hinir eh kosten van het instandhou den van onderwijzerswoningen. 130. 180. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in iichamelijke oefening. f 300. 181. Aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoef- ten. f 600. 182. Verlichting, verwarming en schoon houden van schoolgebouwen. 1200. 187. kostep van de oudercommissies. 5. 188. Betaling wegens over een vorigen dienst te veel genoten vergoeding van het rijk krachtens artikel 56 der lageronderwiiswet 1920. "Memorie. 189. Kosten ter zake van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamb- ten. |lio4 190.Kosten van verzekering tegen brand- schade ,^n stormschade. 55. 191. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdsfj^.'.yiH J 2 komende. 270. 192. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VIII 2 komende. f 750. 193. ,(Adjv»erten4iekosten. 25. 194. Kosten van onderzoek van sollicitau ten en vergoeding van reiskosten. f 30. 195. Kosten van imvordering vsm school- gelden. 26. 196. Teruggaaf van schoolgelden. 25. 197. Teruggaaf van portokosten aan school- hoofden, 10. 3. Openbaar vervolgonderwijs. 198. Kosten ter zaike van verzekering, pen- sionneering enz. van ambtenaren en beamib- ten. 4,28. 7. Bijzonder gewoon lager onderwijs. 204. Uitkeering aan gemeenten ingevoige art. 86 der lageronderwijswet 1920. 175. 205. Vergoeding van de kosten van in- standhouding van bijzondere scholen, bedoeld in art. 101 der lager-onderwijiswet 1920. 7900. 206. Uitkeering aan gemeenten ingevoige art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet 1920. 350. 207. Vergoeding voor terreinen en gebou wen van bijzondere scholen aan besturen dier scholen, bedoeld in art. 205 der lager-onder wijswet 1920. j 2955. 208. Uitkeering aan andere gemeenten: in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding bedloeld in art. 205 der lager-onderwijswet 1920. 500. 209. Rente van waarborgsommen, gestort door besturen van bijzondere scholen. 306. 210. Rente van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VIII 7 komende. f 1835. 211. Aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk VHI 7 komende. f 1500. 212. Teruggaaf van schoolgelden. 50. 213. Kosten van invordering van school gelden. f 40. 9. Bijzonder uitgebreid lager onderwijs. 214. Uitkeering aan gemeenten ingevoige art. 86 der lager-onderwijswet 1920. 450. 215. Uitkeering aan gemeenten ingevoige art. 104, eerste lid, der lager-onderwijswet 1920. 100. 216. Uitkeering aan andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding bedoeld in art. 205 der lager-onderwijswet 1920. 200. 11. Bijzonder voorbereidend lager onderwijs. 218. Subsidie aan of ten behoeve van bij zondere bewaarscholen. f 1720. De heer VAN BEINDEGEM stelt voor de bijdrage aan de bewaarscholen k f 10 per kind met 4 te verminderen en vast te stelleo- op 6. De heer OGGEL stelt in't licht, dat het feit, dat de bijdrage op 10 is gehouden zijn oor- zaak daarin vindt, dat toen tot den bouw der bewaarschool overgegaan werd, de bijdrage op f 17,50 was vastgesteld. Hierop had de vereeniging zich gebaseerd. Nu de bijdrage tot f 10 is verminderd, moet door de vereeni ging f 1400 worden ibijgepast. Het is tegen- over de vereeniging onbillijk, deze bijdrage te verminderen. Hij acht het zijn zedelijken plicht, dezen post onveranderd op de begroo ting te handhaven. De heer DIELEMAN is van meening, dat de heer Van Bendegem wel wat erg diep wil ingrijpen. Hij stelt voor een vermlndering van niet minder dan 40 De school zal daardoor moeilijk komen te staan, en het komt toch niet te pas, deze onmogelrjk te maken, na eerst de stiahting ervan in de hand te hebben gewerkt. De exploitatie is nog hoog, en nog 40 bezuinigen zal te ver gaan. Hij kan dan ook zijn stem aan het voorstel van den heer Van Bendegem niet geven. Hoe- wel hij persoonlijk niet met deze scholen dweept, voelt hij er toch niet voor ze den nek om te draaien. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat hij zich voor een groot deel bij het door den heer Oggel gesprokenen kan aansluiten. Hij persoonlijk is niet de vooretander van be waarscholen, en heeft destijds ook een waar- schuwende stem laten hooren, toen er een raming voor een gemeentelrjke bewaarschool van /30 was. Waar nu echter van de verschillende be waarscholen de subsidie gehalveerd is, zou hij het niet over zich kunnen verkrijgen, deze nog verder te verminderen. Het is hem bekend, dat de Katholieke be waarschool het zeer kwaad heeft, en ook moet: onder de oogen worden gezien, dat 75 der kinderen uit arbeidersgezinnen of nog minder afkomstig is, en men dus door vermmdermg der subsidie de minder gegoeden treft. De salarissen daar zijn absoluut aan den lagen kant. Hij acht het den zedelijken plicht van den Raad de subsidie te handhaven. Deze zijn hiervan zelf de schuld, en het zou nog mooter' worden, indien de raad nu de scholen onmo- geijk ging maken. Wat de Roomsch-Katho- lieke school betreft, deze kan de subiside niet missen, er moet nog alle jaren bij. De heer VAN BENDEGEIM staat niet op het standpunt der andere heeren. Zooals de zaak nu is, worden de buitenmenschen ge- troffen, daar deze soholen voor dezen niet zijn. Indien men de scholen Iuxieus wil, moet men daar zelf voor betalen; hij handhaaft zijn voorstel. De heer HAMELINK kan zich bij verschf?- lende der voorlaatste sprekers aansluiten. Door vermindering der subsidie worden de organisaties ontwricht. Hij is het met den heer Van de Bilt eens, dat den plicht van den raad is, de organisaties niet onmogelijk te maken. Indien men den gedachtengang is toegedaan, dat de schooltjes dan maar door de gegoeden moeten worden betaald, konden alle subsidies wel worden afgeschaft, maar dan liep men de kans, dat men uitkwam als de ezel van den heer 't Gilde, tusschen twee hooibergen. De heer VAN BENDEGEM bremgt onder de aandacht, dat het niet zrjn bedoeling is, de gegoeden er voor te laten opdraaien, doch hrj wenscht een andere regeling, b.v. betaling van schoolgeld naar het inkomen. De VOORZITTER: Dit gebeurt al. De heer 't GILDE is van meening dat op deze post bezuinigd moet worden. De argu- mentatie van den heer Van Bendegem vindt. hij echter eenzijdig. Er zijn heeren, die de' schuld hiervoor op den raad leggen, doch naar zijn meening kan men de eene raad geen ver- antwoordelijkiheid opleggen voor wat de andere- deed. De tijden veranderen en de raad met hen. en men heeft zich aan de veranderde ty den aan te passen. Men ziet toch ook, dat de geest en het streven der regeering erop ge- richt is, op onderwijs te bezuinigen, en waar nu uit deze begrooting zoo weinig te halen is, dient men er toch eruit te halen wat maar immer mogelijk is. Hrj kan van harte meegaan met het gedane voorstel, boewel het in 't geheel niet zijn be doeling is de scholen om zeep te helpen. De

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5