Ortelee, Seghers en Verschelling; tegen stem-
men de heeren Dieleman, I. de Feijter, J. de
Feijter, Van Kampesn, Oggel, De Ruijter, Van
Bendegem en Van de Bilt.
Het voorstel van den heer Van Bendegem
tot vermindering der subsidie met 75 wordt
verworpen met 7 tegen 6 stemmen.
Voor stemmen de heeren 't Gilde, Hamelink,
Ortelee, Seghers, Verschelling en Van Bende
gem; tegen stemmen de heeren Dieleman, I.
de Feijter, J, de Feijter, Van Kampen, Oggel,
De Ruijter en Van de Bilt.
De heer 't GILDE deelt mede tijdelijk de
vengadering te moeten verlaten.
93. Suhsidie aan ijsvereenigingen en ver-
dere kosten van maatregelen in verband met
de veiligheid op het ijs. Memorie.
94. Kosten van de schietbaan. 150.
De heer VERSCHELLING stelt voor dezen
post met 75 te verminderen.
De VOORZITTERIk weet niet, of u de
toestand der schietbaan kent. Volgens opgaaf
van den gemeente-opzichter is het uitgetrok-
ken bedrag noodig, om de schietbaan in goede
conditie te houden. Deze behoort tocfi vol-
doende veiligheid te bieden.
Over het voorstel van den heer Verschelling
staken de stemmen met 6 tegen 6.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Van
Kampen, Ortelee, Seghers, Verschelling en
Van Bendegem; tegen stemmen de heeren
Dieleman, I. de Feijter, J. de Feijter, Oggel,
De Ruijter en Van de Bilt.
95. Toeslag op pensioenen. 283,20.
Hoofdstuik IV.
Volksgezondheid
100. Toelage aan de Gezondheidscommis-
sie. 156,37.
De VOORZITTER merkt op, dat dit bedrag
ingevolge het schrijiven der Gezondheidscom-
missie moet teruggebracht worden tot 62,55.
Intusschen is by de Staten-Generaal aanhan-
gig een wetsontwerp tot opheffing der Ge-
zondheidscommissies, zoodat de post later ge-
heel zal kunnen vervallen.
101. Kosten van den gemeentelijiken ont-
smettingsdienst. 150.
102. Bijdrage aan de centrale gemeente
in de kosten van den keurinigsdienst inge
volge de warenwet. 850.
De heer VAN BENDEGEM stelt voor, deze
post te verminderen met 50 Er komen
op de begrooting van dien dienst jaarwedden
voor van 7000 en 5000, hetgeen dus gemak-
keljjk heel wat minder kan.
De VOORZITTER: Dit voorstel is niets
anders dan een slag in de lucht. Indien men
met voorstellen tot bezuiniging komt moeten
dit goede voorstellen zijn. Om bij een post
van 850 maar direct voor te stellen daar de
helft af te doen is onzinnig. Als er nu nog
werd voorgesteld om te verminderen met 10,
20 of 25 procent, maar een voorstel tot de
helft is niets anders dan een sprong in het
duister.
De heer VAN BENDEGEMIk vind de uit-
gaven van dien dienst veel te hoog en wan-
neer we beginnen met tot het gemeente-
bestuur van Goes en Gedeputeerde Staten het
verzoek te richten het te verminderen weten
we wel dat ze daarmede niet acoooid gaan.
Ik wensch daarorn onze meening in de be
grooting uit te drukken.
De heer OGGEL: Indien men een voorstel
doet behoort dat aarmemelijk doch niet al te
gek te zijn. Om voor te stellen den post met
de helft te verminderen is zdd onzinnig, dat
daarover eigenlijk niet zou behoeven te wor
den gesproken. Hoe kan nu een zakenman
zijn bedrijfskosten ineens tot de helft vermin
deren? Men heeft op de exploitatie toch ver-
schiilende vaste posten, to.v. afschrijving e.d.,
die niet voor vermindering vatbaar zijn. Men
heeft toch ook de aflossing voor het gebouw,
het onderhoud, en hoe kan men b.v. de uit-
gaven voor assurantie tot de helft verminde
ren? Dat is zonder meer onzin. lets anders
is het, wanneer men zou voorstellen om te
verzoeken de salarisschaal met 10 of 20
te verminderen.
De he6r VAN BENDEGEM ziet nog niet in,
dat zijn voorstel onzinnig is. Wie denkt er nu
tegenwoordig nog aan afschrijving op gebou
wen? De kosten van den dienst gaan in
hoofdzaak weg aan salarissen. Op een begroo
ting van 60.000 gaat 40.000 aan salarissen
weg. Het is volstrakt geen bezwaar dat een
jaarwedde van 7000 wordt verminderd tot
4000 en die van 5000 en f 4000 naar even-
redigheid.
De heer VERSCHELLING merkt op, dat,
indien de vermindering der rijkssalarissen
wordt aangenomen, de kosten van dezen
dienst ook zulleo verminderen. Het vorig
jaar is hierop al bezuiniging toegepast. Ei
zal zeker wel 10 afgaan.
De heer DE RUIJTER vindt dezen dienst
ook ontzettend duur. Hebben Burgemeester
en Wethouders de te verwachten verminde
ring der uitgaven al in de begrooting ver-
werkt
De VOORZITTER deelt mede, dat dit nog
niet heeft gekunnen De begrooting wordt op-
gemaakt door het gemeentebestuur van Goes
en m.oet worden goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten. De begrooting voor 1934 is nog
niet bekend. Burgemeester en Wethouders
hebben zich dus moeten houden aan de over-
eenkomstige cijfers van vorige juren,
De heer DE RUIJTER: Dan vermeen ik,
dat, met het oog op de lagere kosten van den
dienst deze post toch wel op /800 kan ge-
raamd worden.
De VOORZITTER: Dat is best mogelijk,
maar het maakt voor ons niets uit hoe we
den post ramen, want we moeten betalen ons
deel in de rekening die ons wordt thuis ge-
stmurd.
De heer DE RUIJTER: Er is van regee-
ringswege aangedrongen op het betrachten
der zuinigheid, dan moeten ze daartoe het
voonbeeld geven in hunne eigen huishouding.
Ik geloof, dat we in deze bezuiniging moeten
toepassen.
De VOORZITTER: Het is niet aan den
raad van Axei om op dezen dienst te bezui-
nigen. We kunnen aan Gedeputeerde Staten
vragen daartoe invioed uit te oefenen.
De heer DE RUUTER: Een begrooting
moet toch zoovee! mogelijk zijn gebaseerd op
de werkelijkheid. En wanneer nu de verwach-
ting bestaat, dat de dienst goedkooper zal
worden, mag dat toch in de begrooting in cij
fers worden uitgedrukt?
De VOORZITTER: Ik maak er heelemaal
geen bezwaar tegen dat de post met 50
wordt verminderd, ofschoon we niet weten
hoeveel het bedrag naar beneden zal kunnen.
Voor 1933 was /900 geraamd, wij hebben er
dtus al f 50 afgedaan. Wil de raad het op
800 stellen, mij ook goed. Het is mogelijk
dat u gelijk hebt.
De heer OGGEL: Er moet ook rekening
mee gehouden worden, dat door toecieming
van het bevolkingscijfer de bijdrage der ge
meente procentsgewijze hooger wordt.
De VOORZITTER: We weten in elk geva!
niet of het 850 of 800 moet zijn.
De heer OGGEL: Er wordt niet meer be-
taald dan we wettelijk verplicht zijn.
De heer DE RUIJTER: In aanmerking
nemende dat over 1932 866 betaald is en het
nu lager zal zijn, meen ik dat we den post
veilig op /800 kunnen stellen. Ik doe daartoe
het voorstel.
De heer VAN BENDEGEM wil zijn voorstel
om den post tot de helft te verminderen laten
vervallen, indien aan Gedeputeerde Staten een
brief wordt geschreven met verzoek op dien
dienst zooveel mogelijk te bezuinigen.
De VOORZITTER heeft geen bezwaar dat
aan het voorstel van den heer De Ruijter te
verbinden.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
103. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb-
ten. 10.
104. Kosten van verzekering tegen brand-
schade en stormschade. 10.
105. Rente van een kapitaal groot 4500
ten boeve van den bouw voor noodslaehtingen.
213,75.
106. Aflossing van bovengenoemde geid-
leening. 2(25.
107. Subsidie aan de bad- en ziweminrich-
ting. Memorie.
108. Subsidie aan de vereenigingen „Het
Groene en Wit-Gele Kruis". f 1250.
(In dezen post is begrepen een subsidie van
1000 voor het Groene Kruis en 250 voor het
Wit Gele Kruis.)
De heer VERSCHELLING stelt voor dezen
post te verminderen tot 1000, aangezien hem
gebleken is dat het Groene Kruis nog een
saldo had van ruim 900. Die vermindering
zal dus aan de menschen die door die ver
eeniging geholpen worden geen schade doen.
De VOORZITTER: Hoe stelt u zich die ver-
deeling dan voor?
De heer VERSCHELLING: Ik zou aan het
Wit Gale Kruis dezelfde subsidie willen geven,
doch die van het Groene Kruis met 25 wil
len verminderen.
De heer DIELEMAN: Ik vermoed, dat de
heer Verschelling verkeerd gelazen heeft. Het
Groene Kruis had wel een saldo van 941,22,
doch dit kwam omdat men van het vorig jaar
nog een saldo had van 825,31. Er volgt dus
uit, dat de vereeniging voor het dekken harer
uitgaven wed degelgk de voile subsidie noodig
heeft. Indien men daarvan 250 zou aftrek-
ken, is haar goed slot terstond weg. Boven
dien is het Groene Kruis nota bene eene ver
eeniging die de lijdende menschheid ter zijde
staat. Daar mogen we niet aan tomen. In
dien er ddn vereeniging is, die we niet met
subsidievermindering mogen treffen is het wel
het Groene Kruis. Laat dat staan. Wanneer
de heer Verschelling de eene vereeniging met
25 wil korten, is het wel vreemd, dat hij
de andere de voile subsidie wil laten behouden.
De VOORZITTER: Het is inderdaad juist,
dat het goed slot een gevolg is van een over-
schot van vroegere diensten. De subsidie ad
1000 is indertijd door den gemeenteraad
verleend onder voorwaarde dat de vereeniging
dan een wijkverpleegster zou aanstellen. Het
zou toch te betreuren zyn, indien de vereeni
ging door inkrimping der subsidie dat niet
meer zou kunnen doen. Dan zouden meer dan
nu patienten ter verpleging naar een zieken-
huis moeten gestuurd worden en dat zou dan
voor de gemeente op hooge kosten komen.
De heer HAMELINK: Hier komt nog bij,
dat, indien we het der vereeniging onmogelijk
maken een wijkverpleegster aan te houden,
haar dan ook de provinciale subsidie voor
t.b.c. bestrijding ontvalt. Aanneming van het
voorstel van den heer Verschelling zou eer.
bezuiniging zijn in den meest slechten zin,
indien het dan hier niet meer mogelijk zou
zijn t.b.c.-lijders te helpen. Ik sluit me dus
geheel aan bij het betoog van den heer Diele
man.
De heer DE RUIJTER: Er moet ook in het
oog gehouden worden, dat de afdeeling t.b.c.
aan het Groene Kruis verlies oplevert. Nie-
mand behoort aan de subsidie van het Groene
Kruis te tomen, aangezien die van haar sub
sidie voor de t.b.c.-bestrijding moet af staan,
de subsidie daardoor reeds terugvalt tot 900.
De heer VAN BENDEGEM: Ik kan hier-
omtrent instemmen met het standpunt van de
heeren Dieleman, De Ruijter en Hamelink.
Wanneer we zien het salaris van de verpleeg-
ster en het bedrag der contributies ben ik
tegen verlaging van dezen post.
De heer VAN KAMPEN: Ik geloof niet,
dat we de kwestie zdd moeten stellen, dat ver
mindering der subsidie zou geschieden ten
koste der lijidende menschheid. De vraag is
n.l. of, zonder aan het werk zelf tekort te
doen, geen vermindering van exploitatiekosten
met 25 mogelijk is. Van het Wit-Gele
Kruis is dit zoo uit de begrooting na te gaan,
maar wanneer ik de begrooting van 't Groene
Kruis inzie, vermeen ik, dat daar voor wat
betreft vermindering der exploitatiekosten
nog wel wat te doen is, wanneer daar voor
salaris der verpleegster 1800 is uitgetrok-
ken. Dat bedrag voor de zuster vind ik nogal
hoog! In dit opzicht is de begrooting van het
Groene Kruis helderder dan die van het Wit-
Gele Kruis waar voor de zuster een bedrag is
uitgetrokken dat niet als een bestaansfactor
is aan te merken. Men zal mij echter moeten
toestemmen, dat aan zoo'n post toch wel wat
te doen is.
De heer DE RUUTER merkt op, dat de
heer Van Kampen in het salaris der wijkver
pleegster van het Groene Kruis geen vergalij-
king mag maken met die van het Wit-Gele
Kruis, welke zusters het werk bijna voor niets
doen.
De heer I. DE FEUTER: Zou het niet met
10 kunnen verminderen; m.i. kan dit toch
ook wel in het teeken der bezuiniging ge-
bracht worden.
De heer VAN DE BILT: Ik ben voorzitter
van het Wit-Gele Kruis en kan mededeelen,
dat we reeds begonnen zijn met verhooging
der contributie, doch ondanks dit, zeker weten
dat we tekort zullen komen, of wel niet de
noodige venplegingsartikeleci zullen kunnen
aanschaffen. Men moet ook niet uit het oog
verliezen, dat zeker 75 onzer leden be-
hooren tot menschen van den minderen stand,
die geen hooge contributies kunnen betaler..
Het is met het Groene Kruis hetzelfde, als ze
daar geen goede zuster meer konden aan-
houden, zou dat voor de menschen een ramp
zijn. Dan zou het bovendien veel meer geld
gaan kosten, want dan zouden meerderen die
nu thuis verpleegd worden in een ziekenhuis
moeten worden opgenomen en d&t kost bon-
ken geld!
De heer VAN KAMPEN: Ik ben volstrekt
niet tegen de verpleging, maar meen toch, dat
er op de begrooting zonder aan het werk
tekort te doen wel bezuinigd kan worden.
De heer VAN DE BILT: We hebben van
alles al af moeten doen.
De heer VAN KAMPENIndien men zich
op het standpunt stelt dat de loonen niet ver-
laagd mogen worden zullen we nooit kunnen
komen waar we zijn moeten. Door vermin
dering der subsidies zouden we het bestuur
kunnen noodzaken in die richting te gaan.
De heer I. DE FEIJTER: Ik heb ook nog
100 zien staan voor aflossing. Wie denkt
daar tegenwoordig nog aan?
De heer VAN DE BILT: Dus als je schuld
hebt, moet je die maar niet betalen?
De heer VERSCHELLING trekt zijn voor
stel in.
De heer ORTELEE: Is er ook nog niet
eens gedacht over samenwerking tusschen de
2 vereenigingen
De VOORZITTER: Dat is nu niet aan de
orde, het gaat over het voteeren van gelden.
De heer I. DE FEIJTER: Ik stel voor de
subsidie met 10 te verminderen.
De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat
het Wit-Gele Kruis maar een derde der leden
van het Groene Kruis telt, maar dat zich
dat niet uitdrukt in het bedrag der contribu
ties. Bij laatstgenoemde vereeniging is de op-
brengst veel hooger.
De heer VAN KAMPEN meent, dat men
daarop niet alleen de aandacht moet vestigen;
bij het Wit-Gele Kruis drukt de offervaardig-
heid zich weer uit in de geringe vergoeding
voor de verplegende zuster.
Het voorstel van den heer I. de Fey ter wordt
verworpen met 3 tegen 9 stemmen.
Voor stemmen de heeren I. de Feijter, Van
Kampen en Verschelling; tegen stemmen de
heeren Dieleman, J. de Feijter, Hamelink,
Oggel, Ortelee, De Ruijter, Seghers, Van Ben
degem en Van de Bilt.
109. Uitgaven in zake de voorziening van
drinkwater. f 200.
110. Belooning van den ambtenaar belast
met het toezicht op de noodslaehtingen. /15.
111. Jaarwedde van den afslager van
visch. 20.
112. Subsidie aan de Algemeene Ned. Ver
„Het Groene Kruisj'. 5.
113. Onderhoud van het gemeentelijk
slachtlokaal. f 50.
Hoodstuk V.
Volikshuisvesting.
116. Annuiteiten aan het rijk verschuldigd
ter zake van ontvangen voorschotten in het
belang van de verbetering der volkshuis-
vesting. 12.765.
De VOORZITTER: Deze post betreft de
woningen in de Julianastraat, waaromtrent
een adres is ingekomen. Eigenlijk moet dit
besproken worden bij de inkomsten.
De heer OGGELHet gaat er toch over
wat betaald moet worden? Daar kan een be-
slissing over het adres op van invioed zijn.
De heer DIELEMAN vraagt over dezen
post inlichtingen. Er staan 48 woningen,
waarvan 7 onverhuurd zijn. Naar hij vernam
is er onder de 41 huurders slechts 6en die geen
toeslag ontvangt.
De VOORZITTER: Dat zal wel meer zijn,
dat zijn er zeker 2, die me zoo ineens voor
den geest staan.
De heer DIELEMANVolgens mijne in
lichtingen zouden er 33 zjjn die f 1 krijgen, en
7 50 cent, zoodat dit aan de gemeente per week
36,50 kost. Indien er 40 woningen verhuurd
waren voor de voile 4 per week, zouden die
opbrengen f 160, terwijl er nu ontvangen wordt
123,50. Wanneer nu die 40 woningen eens
gewoon werden verhuurd voor 3 per week
en de huurprijs alzoo werd verlaagd met f 1
per week zou men daarvan ontvangen
120, hetgeen dus voor de gemeente een nadeel
zou zijn van /3,50 per week. Maar voor de
bewoners zou dat een groot voordeel worden,
door verlaging van hun aanslag in de Perso-
neele Belasting. Nu blijven die woningen we-
gens den formeelen huurprijs ad 4 per week
voor die huurwaarde in de Personeele belas
ting aangeslagen. Werd de huurprijs 3 en de
huurwaarde voor de Personeele belasting dien-
tengevolge daarop ook gebaseerd, dan zou dat
voor die menschen een. verschil van f 7 of 8
wegens hun aanslag in die belasting beteeke-
nen. In plaats van 24, hetgeen voor die
menschen een zeer hooge aanslag is, werd het
dan 15 tot f 16, alzoo voor hen een groot
voordeel.
Het tweede verzoek, in het adres omschre-
ven, betreft de waarborgsom ad 25, die van
hen gevorderd wordt, alvorens ze een woning
der Vereeniging kunnen betrekken. Ik acht
het ook een nadeel voor het verhuren der wo
ningen, dat eerst 25 moet worden betaald,
dat bedrag komt me zeer hoog voor, en ik
sta op het standpunt dat verscheidene dier
woningen niet verhuurd worden, omdat gega-
digden geen kans zien die f 25 bijeen te schar-
reien. Wanneer dat bedrag werd verlaagd tot
f 12,50 was het m.i. meer dan genoeg.
Ik wil het wel verklappen, dat ik hierover
ruggespraak heb gehouden met collega Ha
melink, die deswege ook een voorstel wilde
doen, dat er eenigszins anders uit ziet. Over
de waarborgsom zijn we het echter eens en
ik geloof, dat dit voor de gemeente op het
zelfde neerkomt en het geen bezwaar kan
zijn om de huurprijs terug te brengen tot
3, hetgeen voor de huurders dan langs an-
deren kant een voordeel beteekent. Ook zal ik
aan dat bedrag niet vasthouden, als het voor
stel van den heer Hamelink misschien practi-
scher is.
De VOORZITTER: De huurprijs is door den
Minister op 4 bepaald. Hij staat echter toe,
dat we tot een bedrag van f 1 toeslag op de
huur geven. Den huurprijs op 3 stellen zal
kunnen, indien de Minister daarmede instemt.
Wat de waarborgsom betreft, zooals uit het
advies van het bestuur der vereeniging voor
de Volkshuisvesting blijkt, acht dit het noodig
die waarborgsom te handhaven. Soms hebben
huurders die de woningen verlaten wegens
achterstand in de huur en schade aan de wo
ning maar 4 en centen terug te ontvangen
Daaruit blijkt, dat het stellen van die waar
borgsom goed gezien is.
De heer VAN DE BILT: Maar dat komt
toch maar sporadisch voor.
De heer DIELEMANDat zal dan toch ook
wel zijn in verband met een ongelukkige keuze
van huurders. Het zal ook een groot verschil
zijn, of het menschen zrjn met 2, 3 of 5 kin-
deren.
De VOORZITTER: Ja, dat komt niet zooveel
voor, er zijn er ook, die de voile f 25 terug-
krijgen.
De heer DIELEMANToen de woningen
gebouwd zijn, was het een geheel andere tijd,
toen kon een werkman, die zoo'n bedrag niet
bezat, het ook nog wel leenen, maar dat gaat
nu niet zoo gemakkelijk meer.
De VOORZITTERWat de huurprijs betreft,
daarvoor zouden we van den minister machti-
ging behoeven, om die tot 3 terug te breei-
gen, daar kunen we zelfstandig geen beslis-
sing in nemen, we moeten dat aan den Mi
nister voorleggen.
De heer DIELEMANAls de huurprijs zon
der meer op 3 werd bepaald, was men ook
van den rompslomp af van 4 te betalen en
later een gulden terug te geven.
De VOORZITTER: Dat is er nu toch ook al
af, dat gebeurd zoo niet meer.
De heer HAMELINK: Ik zou een regeling
willen voorstellen, waarbij de huur meer in
overeenstemming zou komen met de mogelijk-
heden van dezen tijd. Er is al eens een rege
ling getroffen, waarmede de menschen toen
geholpen waren, maar we zijn nu dat tjjdperk
ook weer gepasseerd, en er is door de daling
der inkomens een klasse van huurders ont-
staat die ook die f 3 niet meer kan betalen,
naast 2 kwartjes voor belasting. Ik zou daar
orn nog verder willen gaan. Ik zou ook geen
rekening willen houden met de week-inkom-
sten, maar met de jaar-inkomsten van den
betrokken huurder. En dan zou ik de huur
wenschen te bepalen voor menschen met min
der dan 700 bp f 2,50 per week, meer dan
f 700—/ 900 3, meer dan 900—/ 1200 3,50
en daarboven de voile huurprijs van 4, ter
wijl ik de waarborg wenschte te stellen op
10. Een bedrag van 25 als waarborgsom
gaat boven het begrip arbeider, dat heeft geen
enkele arbeider meer, die van een ander huis
er in moet komen. En er is ook niemand die
dat nog aan een arbeider ter leen geeft, om
dat men wel weet dat er van teruggeven in
dezen tijd niets meer komen kan. Ik heb me
daaromtrent een compromis getroffen met den
heer Dieleman en stel voor, dat bedrag terug
te brengen tot 12,50. Indien de menschen ge-
makkelijker in de woningen konden komen,
zouden er vermoedelyk meer verhuurd zijn.
En de raadsleden kunnen er van verzekerd
zijn, dat, indien werd besloten het bedrag tot
12,50 te verminderen en de tegenwoordige
huurders alzoo 12,50 zouden kunnen terug-
halen, velen hunner in dezen tijd een goeaen
dag zouden maken.
De heer OGGEL: Ik moet toegeven, dat het
voorstel zeer mooi gelijkt en ik geloof, dat er
geen bezwaar tegen kan zyn en het bestuur
der Vereeniging dat ook wel zal kunnen toe
geven. Nu lijkt dit voorstel mij echter alleen
mooi voor de huur, maar zullen de huurders
er voor wat de toepassing der Personeele be
lasting betreft, geen profit van hebben, die
zullen ze dan moeten blijven betalen tot het
huidige bedrag. Door den heer Dieleman is
overigens het nadeel van zijn voorstel voor
de gemeente berekend op /3,50 per week,
maar indien verlaging van den aanslag wegens
Personeele belasting volgde, zou dat voor de
gemeente ook een nadeel worden van 9 per
perceel en per jaar. Daar moet ook rekening
mee worden gehouden.
De VOORZITTER: Meerdere heeren heb
ben gesproken over gemeente-woningen, maar
ik wil opmerken, dat het vereenigings-wonin-
gen zijn. Wat de waarborgsom betreft, kan de
raad zich uitspreken, dat het hem gewenscht
voorkomt, die met de helft te verminderen,
en dan aan het bestuur verzoeken daarmede
rekening te willen houden.
Wat het voorstel van den heer Hamelink
omtrent de huurprijs betreft, dat zou ik nog
niet willen aanvaarden, om eerst eens met den
Minister te onderhandelen, of deze niet bereid
is toe te stemmen dat de huurwaarde wordt
vastgesteld op 3 per week. Het is toch de
bedoeling, dat de regeling eerst met 1 Januari
a.s. zou ingaan, en voor dien tijd kunnen we
dan misschien een beslissing van den Minister
hebben. Dat is dan wellicht ook van invioed
op de Personeele belasting. De menschen die
6, 7 of 8 steungeld krijgen, hebben, als
ze daarvan zoo'n huishuur en hooge Perso
neele belasting moeten betalen, niet genoeg
over om er van te leven. Kan de Minister er
zijn goedkeuring niet aan hechten, dan is
nader te overwegen wat we kunnen doen.
De heer HAMELINK: Het verschil van
mijn voorstel met het andere is, dat dan ook
nog huurprijzen van 4 en 3,50 kunnen voor-
komen, terwijl ik ook help de eategorie voor
wie 3 te veel is. Iemand die een hooger in-
komen heeft en daar wenscht te wonen, kan
er dan ook meer voor betalen. De zaak is
niet zoo simp el. Indien de Minister er niet in
toestemt een deel van het voorschot af te
schrijven, komt men niet tot een lager stellen
van den huurprijs en blijft ook de Personeele
belasting onveranderd gehandhaafd. Ik wensch
bovendien ook te komen tot een huurprijs van
2,50 voor daarvoor in aanmerking komende
menschen, door het verleenen van een toeslag
op den huurprijs en dan verlaging der waar
borgsom met de helft.
De VOORZITTER: Dus niet streven naar
verlaging der huurwaarde?
De heer HAMELINK: Dat wil ik ook wel
maar ik staar mij daar niet blind op. Het is
mij er om te doen ook een lagere huursom te
krijgen. Misschien hebben we dan ook min
der huurderving wegens leeg staande wonin
gen, misschien worden er dan wed meer ver
huurd. Volgens mijn berekening zou het offer
dat de gemeente bij invoering van mijn voor
stel te brengen heeft, ongeveer 350 bedra-
gen. Het is nu maar de vraag, of we voor
die menschen dat offer brengen willen. Men
is vroeger altijd tot de uitspraak gekomen,
dat een dagloon gelijk stond aan een week
huur. Als men zich daar thans nog aan zou
houden, kan men tot de slotsom komen, dat
er zijn die dat nog kunnen betalen. Wij kun
nen niet den nadruk leggen op het voorstel
van den heer Dieleman, dat een langen weg
noodig heeft om er een beslissing op te ver-
krijgen en zeer vermoedelijk toch aan den
kapstok gaat. Met mijn voorstel kunnen de
menschen direct geholpen zijn.
De VOORZITTER: Ik zou eerst met den
Minister willen onderhandelen.
De heer HAMELINK: Dan is inmiddels
de winter ook weer voorbij.
De VOORZITTER: Neen, nee, we hebben
in December ook nog een vergadering en des-
noods gaan we den Minister persoonlijk be-
zoeken om er over te spreken, en te trachten
hem te bewegen den huurprijs van 4 tot 3
per week terug te brengen.
De heer OGGEL: Daar kan toch geen be
zwaar tegen zijn, aangezien de huurders, die
thans toeslag krijgen, door het uitstel niet ge-
dupeerd worden.
De heer HAMELINK: De lagere klasse,
die het 't ergste noodig heeft, wel.
De heer OGGEL: Ze krijgen dan toch 1
toeslag
De heer HAMELINK: Dat is niet genoeg.
De heer OGGEL: Ik acht het toch ook
beter om eerst met den Minister te spreken.
dat kan toch maar een week of vier duren?
De VOORZITTER: We gaan er naar toe.
De heer OGGEL: Er kan gewezen worden
op den toestand der arbeidende klasse; het
was billijk, dat de Staat ook de helft van den
toeslag bijpaste.
De heer HAMELINK: Ik verwacht van die
poging niet veel; de commissie-Vliegen heeft
over de woninghuren en wat daarmede in ver
band staat een lijvig rapport uitgebracht,
maar resultaat is er nog niet van te bemerken.
De VOORZITTER: Wanneer de aan te
wenden poging eventueel zou gelukken, zijn
de menschen toch geholpen, door een ver-
laagde Personeele belasting?
De heer HAMELINK: Maar dan is inmid
dels de gemeentebegrooting vastgesteld en
wordt er later gezegd, dat men niet met tus-
schentjjdsche voorstellen die geld kosten moet
afkomen. Men moet zich dan eerst met den
Minister in verbinding stellen en ik wil de
menschen terstond practisch helpen. Dat wil
toen ook de heer Dielemam. Wanneer we de
mindere klasse willen helpen, dan moet een
lager huurbedrag worden bepaald voor men
schen met minder dan 700 jaar-inkomen. Ik
ben er van overtuigd, dat die niet wachten
kunnen, tot hierop antwoord terug is van den
Minister. U kunt toch, al wordt mijn voorstel
aangenomen, evenzeer naar den Minister
gaan
De VOORZITTER: Dan missen we de be-
voegdheid, om te onderzoeken of de Minister
bereid is de huur terug te brengen tot 3 per
week en of dit van invioed kan zijn op den
aanslag in de Perseneele belasting.
De heer HAMELINK: Ik kan daar geen
genoegen mee nemen, aangezien ik voorname-
lijk de laa.gste klasse wil helpen, en die dan
buiten de hulp valt.
De VOORZITTER: U gevoelt dus niet voor
verlaging der belasting?
De heer 't GILDE komt ter vergadering.
De heer HAMELINK: Dat kan ook, maar
ik hecht er toch meer waarde aan, dat voor
de laagste klasse met nieuwjaar een regeling
der huur zou kunnen worden getroffen die
deze niet geheel boven hun krachten houdt.
De heer DIELEMAN: De laagste eatego
rie kan dan toch ook niet profiteeren van een
verlaging der Personeele belasting?
De heer HAMELINK: Maar wel van een
toeslag van /1,50 per week!
De heer VAN KAMPENHet voorstel van
den heer Hamelink heeft wel mijn sympathie,
maar ik zou toch eerst trachten bij den Mi
nister gedaan te krijgen dat hij de huurprijs
tot 3 per week wilde terugbrengen, dan zijn
de kosten voor de gemeente ook niet zoo
groot. Nu moet de gemeente het verschil
tusschen de vastgestelde en de ontvangen
huur geheel bijpassen; we moeten trachten
daarin van rijkswege steun te krijgen.
De heer DE RUIJTER: Wanneer het rijk
Ingaat op ons verzoek om de huur van 4 tot
3 terug te brengen, welk voordeel heeft dat
voor de gemeente?
De heer OGGEL: Dat het rijk dan ook
50 cent van den thans betaalden toeslag voor
zijn rekening neemt.
De VOORZITTER: Wanneer de Minister
den huurprijs of /3 bepaalt .betaalt het rijk
ook in het daardoor ontstaande-grooter tekort
naar de venhouding van drie vierde, terwijl
dan een vierde door de gemeente moet bijge-
past worden. Nu is het zoo, dat de Minister
toestaat, dat we 1 bijslag geven, maar, zegt
hij, in dat verschil pas ik niets bij. Daar zou
dus een voordeel in zitten, maar aan den
anderen kant zal de gemeente dan ook minder
Personeele belasting ontvangen.
De heer DE RUIJTER vraagt, hoe de toe
stand wordt, indien de Minister zou goedvin-
den dat de huurprijs tot 3 wordt terugge
bracht, doch weigert in het verschil bij te
betalen en de gemeente dus de voile 2400
voor zijn rekening moet nemen. Welk nadeel
zal de gemeente daardoor dan in totaal on-
dervinden
De VOORZITTER moet hierop het ant
woord schuldig blflven. Het schijnt dat het
nog slechts in 6<5n gemeente is voorgekanien,
dat de huurprijs werd verlaagd en het rijk in
het verschil bijpaste. Dat schijnt alleen te
Heerlen te zijn voorgekomen.
De heer OGGEL: Er is nu ook een tekort
en als de Minister genoegen neemt met een
huurprijs van 3 zal ook op denzelfden norm
van nu een rijksbijdrage in het exploitatie-
tekort worden verleend.
De VOORZITTER: Ja, dan betaalt het rijk
drie vierden. Lukt het niet, dan kan het voor
stel van den heer Hamelink aan de orde wor
den gesteld.
De heer 't GILDE heeft toch gelezen. dat
er van regeeringswege naar verlaging van
woninghuur gestreefd wordt.
De VOORZITTERHet voorstel van den heer
Hamelink kost volgens hem aan de gemeente
360.
De heer DE RUIJTERMaar nu is er ook
kans op voordeel?
De heer HAMELINKMaar wat staat, bij
aanneming van mijn voorstel, het aanknoopen
van onderhandelingen met den Minister voor
het bepalen van een lageren huurprijs in den
weg? Naar het voor komt zou dat juist een
sterk argument zijn, om voor noodzakelijkheid
dto* verlaging aan te voeren. Overigens moet
rr»h zich van die poging maar niets voorstel
len! De betrokkenen zullen daardoor niet wor
den geholpen. Men kan dan echter een bewijs
voor het verzoek aanvoeren.
De heer OGGEL, die tijdens een afwezigheld
van den burgemeester het voorzitterschap der
vergadering waarneemt, merkt op, dat er nu
betreffende de huurbepaling 2 voorstellen zijn,
nl. van de heeren Dieleman en Hamelink. De
zaak is nu voldoende besproken en er kan tot
stemming worden overgegaan. Hij zou het
echter ook beter achten een beslissing hier
over uit te stellen, tot na onderhandelingen
met den Minister.
De heeren ORTELEE en SEGHERS steu-
nen het voorstel van den heer Hamelink.
De VOORZITTER, die inmiddels weer ter
vergadering is gekomen, brengt alsnu in stem
ming het voorstel der heeren Dieleman en
'Hamelink om aan de Vereeniging voor Volks
huisvesting te verzoeken het waarborgbedrag
van 25 terug te brengen tot 12,50.
De heer VAN DE BILT kan daar, als be-
stuurslid der vereeniging, niet voor stemmen,
de statuten schrijven dat bedrag voor.
De VOORZITTER: We kunnen het toch aan
de vereeniging verzoeken, die dan desnoods
maatregelen kan nemen.
In stemming gebracht wordt dit voorstel
met algemeene stemmen aangenomen (de heer
Van de Bilt onthoudt zich van stemmen
De heer I. DE FEIJTER acht een beslissing
omtrent het voorstel van den heer Hamelink
op het oogenblik moeilijk, zoolang men niets
weet van een beslissing van den Minister.
Overigens gevoelt hij er wel voor, er mee in
te stemmen.
De heer HAMELINK verklaart zich bereid
zijn voorstel voor deze vergadering terug te
nemen, indien Burgemeester en Wethouders
zich bereid verklaren daarover in de volgende
vergadering advies uit te brengen en het in
behandeling te brengen.
De VOORZITTER zegt dat toe.
117. Bijdragen ter tegemoetkoming in de
betaling van rente en aflossing van een door
de gemeente verleend voorschot in het belang
van de verbetering der volkshuisvesting.
5600.
118. Verdere kosten van maatregelen in
het belang van de verbetering der volkshuis
vesting. 2000.
Hoofdstuk VI.
Openbare werken.
125. Jaarwedden van het personeel ten
dienste van het beheer der openbare werken
voor zoover niet onder de volgende artikelen
begrepen. 5820.
126. Schrrjf- en bureaubehoeften. 90.
De heer VERSCHELLING stelt voor, dit
bedrag terug te brengen tot 50. Ook een
ambtenaar moet in dezen tijd zuinig wezen.
Gezien dat er voor '32 slechts 41 werd uitge-
geven, is 50 voldoende.
De VOORZITTER stemt toe, dat ook amb
tenaren zuinig moeten zijn, maar zij hebben
om te werken ook materieel noodig. Tot nu
toe gebruikte de gemeenteopzichter in den
regel verschillende benoodigdheden van de ge-
meentesecretarie. Burgemeester en Wethou
ders vinden het echter beter, dat iedere dienst
in zijn uitgaven tot de juiste verhoudingen tot
uitdrukkdng komt. Daarorn is de post hooger
geraamd. Bovendien, als de traverse in uitvoe-
ring komt, zullen daarvoor teekeningen te
maken zijn.
De heer VERSCHELLING: Dat duurt blij-
kens uw mededeelingen nog wel twee jaar.
De VOORZITTER: Dat is niet juist, ik heb
gezegd, dat die in 1934 wel tot uitvoering zou
kunnen komen en dan zijn daarvoor teekenin
gen noodig, die hoogere uitgaven vergen.
(Wordt vervolgd.