ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. PUROL S Een Houten ROEIBOQT, De bede om hetdagelijksch brood. gesprongen nanden MERCURIUS HAVERMOUT 25 cenf per pondspak No. 9075 Eerste Blad VRIJDAG 1 DECEMBER 1933 73= Jaargang Strandvonderij. BIBNENLAND BUITENLAND II. D005 30en60cf Bij Apothekers en Drogis+en TER NEUZENSCHE AJBONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1.25 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij voor Jitbetaling fr. per post 5,60 per Jaar Voor Belgie en Amerlka 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Aibcmnementen voor het buitenland alleen bri vooruitbetaling Ultgeefster: Firtna P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. VDVERTENTISNVan 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer 0,2© KLEEVE ADVERTENTI6N per 5 regels 50 cent bfl voorultbetallng. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvert.entien bij regelabonnement tegen verminderd t.arief, hetwelk op aanvraag verkrtjgbaar is. - Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAG A VONG HINDER WET. Burgemeester en Wetbouders van TER NBUZEN, maken bekend, dat bet verzoek van de N.V. AMERICAN PETROLEUM COMPANY te 's Gravenhage, om op bet per- oeel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen, fieotie C, no. 4599 een ondergrcadsche benzine- benraarplaats met aftap-inrichting te mogen oprkshten door hen is toegestaan. Iter Neuzen, den 28 November 1933. Jtargemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. HINDER WET. Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-secretarie ter Inzage ligt een verzoek met brjlagen van. de Firma JOSEF GEVAERT te Bever-Audenaerde (Belgie) om vergTmning tot het oprichten van een weverij, op bet peroeel kadastraal bakend in Sectle K no. 234. Op Dinsdag den 12 Dec. a.s. des nam. te drie uur, zal in het Gemeentehuis gelegenheid bestaan am bezwaren tegen de inwilliging van dlt verzoek in te brengen en deze mondeling en schrtftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren belbben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake inge- komen schrifturm. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris- prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeeakomstig artikel 7 der Hinder- wet op den boven oepaalden dag voor het G/e- meenteibestuur zijn verscbenen, teneinde btmne bezwaren mondeling toe te lichten. T*r Neuzeo, 28 November 1933. Burgemeester en Wetbouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. HINDERWET. Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een vwraoek met brjlagen van de N.V. BATAAF- SCHE IMPORT MU., gevestigd te 's Graven bage, Carel van Bylandtlaan No. 16, om ver- ytamning tot bet opricbten van een benzine- test allatie met ondergrondscb reservoir en twee bovengrondsche aftapinrichtingen in het perceei kadastraal bekend in Sectie L no. 2346 en gelegen aan de Burg. Geillstraat. Op Dinsdag den 12 Dec. a.s., des nam. te drie uur, zal in het Gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelifik toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake inge- komen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris prudence niet tot beroep gerechtigd zijn, zij die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den boven bepaalden dag voor het Ge- meentebestuur zijn verschenen teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Tier Neuzen, 28 November 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd. J. HUIZINGA, Burgemepster. B. I. ZONNEVIJLLE. Secretaris. De Burgemeester-Strandvonder van TER NEUZEN maakt bekend, dat in die gemeente ie aangebracht en opgeborgen: bruin geteeird; model Groninger sloep, be- boort bij een binnenscbip; 3 vaste dochten, welke groen geverfd zijn geweest; geen buik- delling; van acbter een gleuf om te wrikken; aan de binnenzijde van den acbtersteven een ring van ijzer, benevens de naam: ,,H. d? Winter", welke is ingesneden. De boot is opgevisoht op de Wester-Schelde. Vermeende gerechtigden worden opgeroe- pen om zicb, tot terugverkrjjging van bun eigendom, te vervoegen bij den Burgemeester- Strandvcnder voornoemd. Ter Neuzen, 30 November 1933. De Burgemeester-Strandvonder voornoemd, J. HUIZINGA. Het is pas enkele maanden geleden, dat men ens mooie grafische teekeningen heeft laten zien, waaruit, naar men be- weerde, kon worden opgemerkt, dat wij nu op den top waren gekomen, en dan kwam dus stellig (zei men) in dit jaar de verbetering van den economischen toe- stand. Toch is daar nog niets van te merken. Wij zitten nog met de dingen. Wij hadden God al zoo'n beetje ont- troond. Voor sommigen mocht God dan op geestelijk gebied nog iets zijn en iets doen, maar in het stoffelijke hadden de mensdhen alles al aardig zelf geregeld en opgeknapt. Juist echter toen wij dachten, dat wij heelemaal klaar waren, toen ging het mis. En nu rest ons niets anders meer dan weer te gaan vragen om ons dagelijksch brood, terwijl wij het haast beschamend vinden, want wij willen niet vragen en wij zijn het vragen haast heele maal verleerd. Ieder voelt wel: dat woordje brood om- vat meer, het omvat zelfs erg veel. Als men brood zegt, dan zegt men om te beginnen: werk. Werken voor het brood dat is een goede uitdrukking. En o, hoe drin- gend klinkt die bede op uit duizend harten: Onze Vader, geef ons brood, geef ons werk, help ons, zoodat wij zelf ons bestaan vinden. Telkens kan men (gelukkig) nog menschen vinden, die het zeggen met een zekere trots: zij willen niet naar de ,,steun", zij willen hun hand niet gaan ophouden, zij willen er honderd- maal liever voor werken. Zij vragen brood maar zij bedoelen daarmee en daar- achter: geef ons werk. En dat woordje brood wil natuurlijk nog meer zeggen. Wij hebben in ons eerste stuk die dingen al even genoemd, en toen al opgesomd: dekking en kleeding en schoeisel en vuur en Iicht. Dat zijn alles noodige dingen; er kan niets van worden gemist. Wij kun nen het niet helpen, dat onze voorvaderen den Rijn zijn afgezakt, en dat zij zich hebben gevestigd in deze natte, koude, vochtige en vaak zoo donkere streken. Het moge dan waar zijn wat nu door terzake-kundige menschen schijnt te zijn gecontroleerd, dat een koelie wel leven kan van 2\A cent daags bij ons gaat dat niet: wij hebben meer noodig. Maar nu komen wij adn een heel teer punt, waar wij dan ook niet dan met de meeste schroom iets over willen zeggen. Wij moeten ook op dit punt maar heel eerlijk zijn. Wij mogen van God alleen vragen. wat wij werkelijk noodig hebben. En wij mogen ons zeker niet aanschaffen, wat wij ons niet aanschaffen kunnen. Voora! in de laatste jaren zijn er in heel wat huizen dingen te vinden, die ons kunnen doen inzien wij zeggen het nu nog met opzet heel omzichtig! dat er niet steeds met beleid werd huisgehouden. Wij zul- len de mannen werkelijk niet vrijpleiten, maar veel vrouwen en meisjes stellen op het punt van kleeding en vermaak, van meubilair en genot veel en veel te hooge eischen. Het is heusch vaak, als of het niet op kan. en toch ging het wel op, en bij de meesten is het nu heelemaal op. Laten wij hier maar geen voorbeelden verder noemen; wij weten dit alien wel, en wij merken het dag-aan-dag. Ons dagelijksch brood beteekent: ons genoegzaam brood. Maar de soberheici is vaak heelemaal zoek. En als dat alles nu nog maar getuigde van smaak en van beleid Het misdadige afbetalingssysteem heeft honderden gezinnen verwoest, en vooral ontzaglijk veel karakters bedorven. Dan wist de man niets af van de verplich- tingen, die zijn vrouw te onzaliger ure op zich had genomen, en men behoeft niet eens te vragen: hoe de levenstoon daar- onder lijdt. Misschien of wel zeker had het omgekeerde ook niet zelden plaats, met even ellendig gevolg. De hooge eischen, die allerlei meisjes uit allerlei stand durven stellen op het punt van woning, inrichting, kleeding en genot heb ben het tal van jongenmannen eenvoudig onmogelij'k gemaakt om met zoo-een het leven in te gaan. En nu komt dan de noodzakelijkheid tot versobering, en dat is verschrikkelijk hard en soms heel moei- lijk. Toch zal het moeten, wil er nog iets van veler leven terecht komen. Maar alles heette ..eisch". Men moest en zou dit en dat hebben ..iedereen" had het immers, en als een ander het heeft en geniet, waarom zouden wij dat dan niet mogen Allen leven haast boven hun .stand en dan haalt men den neus op voor die of die, die er maar zoo sjofeltjes uitziet, en die 's zomers geen reis maakt, liefst nog wel naar het buitenland, die geen radio'' heeft en geen divan en geen vast kleed en geen stofzuiger, enz. enz. En dit alles heeft stuk-voor-stuk de ellende gebracht in de huizen, en het velen onmogelijk ge maakt om te bidden om het dagelijksch brood. Wij zullen heusch een stap-of-wat ach- teruit moeten. dat kan niet anders. Als wij het niet doen, dan gaan wij met elkaar te gronde. Eigenlijk hebben wij alleen nog maar de keus tusschen deze twee dingen: ondergaan of inbinden. Een an- dere weg is er niet. Maar dan komen wij nu ook tot een woordje, dat tweemaal in deze vierde bede voorkomt. Wij vragen immers: Geef ons heden ons dagelijksch byood. Er is niets wat in het Onze Vader zoo kenmerkend is als deze voortgezette, volgehouden solida- riteit. Dat begint al met: Onze Vader. Een groot gezin dus. Niets van belangen- strijd, niets van klassenstrijd. Dat zijn dingen, die heel een samenleving kunnen bederven en die dit gebed onmogelijk maken. Neen, wij zeggen: onze. Wij zijn samen, wij zijn binnen met menschen. die ook God Vader noemen. Op een Zen- dingstentoonstelling, die wij laatst bezoch- ten, hoorden wij een Zendeling vertellen van de 99 namen, die een goed Moham- medaan geeft aan Allah, zijn God. Hi) kent die alle 99 uit zijn hoofd, en hij noemt en herhaalt ze telkens. Hij noemt God de Almachtige en de Zelfgenoegzame en Alwetende en Albestierder, enz. enz 99 namen in totaal. Maar er ontbreekt een naam, zei die zendeling. en dat is de naam ,,Onze Vader". Die naam ver- eenigt, die naam brengt te samen. Wij willen' niet uitsluiten, maar integendeel gaarne vereenigen: alien, die God aan- spraken met ,,Onze Vader, die in de hemelen zijt." Dat „onze" vereenigt. Wij vragen dus samen, wij vragen met elkaar en voor elkaar. Alleen: nu komt dan de kwestie: Waar is nu deze echte, ware, reine solidariteit Laten wij een voorbeeld mogen geven. Enkele weken geleden is aan het perso- neel van de tram in een; onz-fcr groote ste- den deze mededeeling gedaan: het kon niet langer zoo voortgaan, en nu waren er twee mogelijkheden: of zij moesten alien tevreden zijn met vermindering van sala- ris, of er zouden een groot aantal men schen moeten worden ontslagen. Het per- soneel moest het nu zelf maar weten En zij hebben het r.-weten: zij hebben tenminste beslist: dan maar zooveel man de straat op, want de loonen zouden en moesten niet naar beneden. Doch met menschen, die zoo redeneeren of voelen is eenvoudig niets te doen. MM men zoo volhouden en doorzetten, dan gaat onze maatschappij te gronde. Er is geen ver- hooring van het Onze Vader denkbaar en zelfs mogelijk, wanneer wij het woordje ,,onze" daaruit zouden willen wegnemen. En bij en in onze vierde bede zeggen wij bet zelfs tweemaal: ,,Geef ons heden ons dagelijksch brood". Deze crisis moet ons brengen tot de ware solidariteit. Wii moeten het veelal nog leeren om heen te kijken over allerlei verschil van inzicht en opvatting. Wij moeten gaan voelen en in praktijk brengen, dat wij zijn ..kinderen van een Vader". Dan staat er tenslotte nog een woordje in deze vierde bede, dat wij tot nu toe vrijwel lieten rusten. Wij vragen immers: Geef ons heden ons dagelijksch brood. Dat wil toch vooral dit zeggen, dat wij nu eens niet verder willen gaan voor yan- daag. Dit is heel moeilijk, tegenwoordig vooral. Want wij moeten toch ook voor- uit zien. Wij moeten toch ook onze maat- regelen nemen en vooral onze voorzorgs- maatregelen. Wij zullen dat zeker niet ontkennen of afkeuren. Maar toch> er moest meer onbezorgdheid zijn in ons leven op dit punt, dat wij eens niet altijd dachten aan en piekerden over den dag van morgen. Deze dag is een dag van Gods gunst. Deze dag moet dus goed zijn. Wij willen ons niet bezorgd maken voor den dag van morgen. Dat is heel moeilijk. Dat is misschien wel het moei- lijkste, wat wii van u wargen, Maar Jezus zegt het. En Zijn gebod, Zijn wenk, mogen wij niet veronachtzamen. Het Onze Vader is een gebed voor en van de kinderen van God. Wij moeten nu eens alien nadruk leggen op dat woordje kinderen". Groote en sterke woorden gebruikte de Heiland zoo goed als nooit. Al die gewichtigheden, waar- mede z.g.n. vrome menschen hun betui- gingen voornaam maken, waren aan jezus vreemd. Hij gaf een gebod voor kinderen van God. En wat is dit gebed nu ont zaglijk rustig gehouden en eenvoudig Er wordt hier niet te ver vooruit-geloopen. Wij gaan heden niet verder dan vandaag. Wij bidden alleen voor nu en voor wat er nu dreigt en ontbreekt. Morgen daar praten wij niet over en daar den ken wij ook niet over. Morgen, dan is God er immers ook weer, en "ian zal God wel weer zorgen op Zijn wijze. En jezus, die zoo heel veel meer wist dan wij, ging maar rustig het leven door en wandelde door het land, en werd pooit gehaast en nooit verontrusf, en nooit zenuwaehtig en nooit bevieesd. En dan sprak Hij woorden vol rust, bij voorbeeld dat prachtige: ..Daar- cm zeg ik LI: Zijt niet bezorgd voor uw levin, wat gij eten zult, noch voo.- h^t hchaam, waarmede gij u kleeden zult, het leven is meer dan het voedsel. en het 'ichacin dan de kleeding". >1 En daarom bidt aldus: ,,Geef hedtn ons dagelijksch broodd" VLEESCH IN BLIK. In 36 conservenfabrieken wordt op het oogenhllk in ons land het yleesch verwerkt, dat afkomstig is van de koeien, die door, de Crisis-Rundveecentrale yoor de slacht wor den aangekocht tot inknmping van den vee- stapel. Het vleesch wordt in deze fabrieken geconserveerd geheel volgens de door de Centrale aangegeven methode. De directie van de N.V. Baverwijksche Conservenfabriek heeft een demonstrable ge- geven met betrekking tot de bereiding van dit crisis-product, lezen wij in de ,,Msb." Bij aaakomst wordt het vee te Beverwijk in ruime frissche stallen ondergebracht. Na gedrenkt en gemolken te zijn, worden de koeien naar het weliswaar bescheiden, maar toch zeer goed inigerichte abattoir te Bever wijk overgebracht. Onder voortdurende con- trole van de Centrale wordt het rundvee daar geslacht. Het vleesch wordt vervoerd naar de fabriek, waar tientallen slagers zich bezighouden met het uitsnijden. Nadat een machine het vleesch in blokjes heeft ver- deeld, worden na toevoeging van zout de blikken gevuld. Elk blik bevat een K.G. vleesch. De verdeeling is zoodanig, dat zoo wel de fijne als de grove vleaschsoorten in 6en biik aanwezig zijn. Na het sluiten der -bussen volgt de conserveering in de ketels, waarvoor tijdsduur en tempersftuur door de Centrale zijn voorgeschreven. Het einde van dit proces beteekent tevens, dat het vleesch voor de consumptie geschikt is. Het berei- dingsproces is vrij eenvoudig en in de 36 fa- brieKen, welke zich met de bereiding bezig houden, wordt dan ook vrijwel dez-slfde methode gevolgd. Dat daarbij aan de eischen her hygiene voldaan wordt, spreekt bij een behoorlijk geoutilleerde fabriek vamzelf. De bereiding en het product zelf staan onder voortdurende controle, o.a. van den inspec- teur der Volksgezondhsid. De fabrieken hebben bovendien een eigen merk, zoodat bij eventueele klachten onmiddelhjk kan wor den nagegaan, waar de fout schuilt. RVfl (Ingez. Med.) ons DIE SATYRE DER FEITEN. Niets is, schrijft 'de N. R. Crt., geestiger dan de werkelijkheid. Haar humor heeft ech ter het foezwaar dat zij soms wat grimmig van aard is, een beetje ruig voor overgevoe- lige zielen. Aangezien echter de intematio- nale politiek in haar geheel voor dergalijke zielen tegenwoordig geen geschikte lectuur vormt, zullen wij maar aannemen, dat de le'zers een wat harde satyre der feiten heel goed kunnen verdragen. Wij vertellen hun tr-cuwens geen schokkend nieuws; slechts be- ricihten die zij reeds in ons blad gevonden hebben. Eerst dit bericht: ,,In verband met het feit dat de vrede en orde in Manesjoekwo zijn geconsolideerd, zullen de Japansche troepen, aan welke de handhaving van de orde en den vrede was toevertrouwd, het volgend jaar Maart worden teruggetrokken De Mant3joerijsche politic zal de taak der Japanners overnemen". Ons hart huppelde een oogenblik in onze boezem van pure vreugde, toen we dit goede nieuws vernamen. De Japanners, die im mers zeidan, hun veldtocht in Mantsjoerije begonnen te zijn tot herstel Wan orde en vrede in hun spoorwegzone, zouden dan ten slotte in die belangrijke taak zijn geslaagdr Thans kon den zij hun boloften aan den Vol- kenbonid dus vervullen. Teleurstellend was nu echter het bericht, dat „op ongeveer 40 mijl oostelijk van Tsitsi- har in Mantsjoerije, een groote bende Chi- neesche bandieton een aanslag gepleegd heeft op den Siberischen exprestrein naar Wladiwostok, die ongeveer 600 passagiers vervoerde. Volgens de eerste berichten waren er 40 dooden en meer dan 100 gewonden". Dit eerste bericht was gelukkig overdreven, maar later bleek toch dat het geval tal van menscbenlevens had gekost. Wij hebben toen medegevoel voor de Ja panners over gehad. Zij waren siachtofferS geworden van sen bekende onhebbelijkheid van het lot, dat ervan houdt onze conclusies als wij die te vroeg trekken, op wreede wijze te logenstraffen. Zoo scheen het tenminste. De berichtgeving staat echter nooit stil; daarvoor hebben wij kranten. En ziet nu, wat wij verder nog vonden, ook al weer in ons eigen blad. „Reuter meldt uit Moekdsn: Hoezeer het bandietisme nog voortwoedt in Mantsjoerije, in weerwil van 'straf-sxpediiies der Japansche en Mantsjoerijsche troepen, blijkt uit de getallen welke door de autori- teiten voor de provincie Fenigtien zijn gepu- bliceerd. Van Januari tot Juli waren er 4874 ovarvallen door bandieten, 719 personen wer- dsn door bandieten gedood, 663 gewond, 3441 ontvoerd. Daarentsgen had ook de militaire actie tot resultant, dat 2963 bandieten gedood werden, 749 gewond en 685 gevangen ge nomen". NEDERLANDSCH FABRIKAAT I Ingez. Med. Toen wij dat lazen zrjn wij tooh geschrok- ken. Deze getallen betreffen het laatst af- geloopsn halve kalenderjaar, en alleen de centrale provincie Fengtien die Moekden tot middelpunt heeft en heel goed met de spoor wegzone te vergelijken is. Fengtien is de provincie, die het best in toom gehouden kan worden. Met schrik dachten wij eraan, hoe de cijfers voor het uitgestrekte, noordelijke Heiloengkiang, waarin juist de aanslag op den trein had plaats gevonden, er zouden uit- zien -in het onwaarschijnlijke geval dat men ze kon verzamelen! Nadat wij van deze lugubere statistfek kennis hadden genomen moesten wij er toch aan gaan twijfelen of de Japanners hun taak wel z66 in de perfectie hadden verricht. Wij herinnerden ons statistieken, van officieelen Japanschen kant in April 1931, nog geen half jaar voor het begin der Japansche actie dus, gepubliceerd. De laatste gegevens liepen over het jaar 1929. Ook daarin werd reeds over toeneming van bandietisme geklaagd. In 1927 had men 282, in 1928 315, in 1929 356, raids" in de spoorwegzone geteld. In 1928 was het bandietisme blijkbaar het ergst geweest. Toen had men in 11 gevallen met benden van 10 tot 30 man, in 14 gevallen van van 30 tot 50, in 11 gevallen van 50 tot 100 en in een geval met een troep van over de honderd man te doen gehad. In 1929 was dit weer veel beter geworden; in 356 van de 368 gevallen hadden van 1 tot 9 man de daad gepleegd. Het optreden van groote benden was in dat jaar sporadisch geworden. Nu vergelijke men de 4874 overvallen van de eerste 6 maanden van dit jaar, stellig voor een belangrijk gedeelte door groote benden uitgevoerd, met de 368 aanrandingen uit het geheele jaar 1929 en men zal het zijne van de consolidatie van orde en vrede denken. Hat jaar 1929 was ongewoon bloedig ge weest; 24 menschen waren gedood, 44 ge wond, hij de reeks van wamdaden, waar dan ncg 4 dooden van de politie bijkwamen. Over de eerste helft van 1933 worden er echter 719 dooden gem aid en 663 gewomden; boven dien 3441 ontvoerden, waarvan de statistiek uit het jaar 1931 nog niet spreekt. Hoe zal het lot van velen dazer ontvoerden geweest zijn Het zou goade litteraire vorm zijn hier nog eens het bericht te herhalen: „In verband met het feit, dat de vrede en orde in Mants- joelcwo zijn geconsolideerd", enz. Maar wij scbrijven hier nu eenmaal geen U'tteratuur. De oosterling, en niet alleen de Javaan, kent geen feller bijtend verdriet, ja zelfs geen geldiger reden tot zalfmoord, dan te- worden beschaamd gemaakt. Wij hopen voor de Japanners dat zij reedis zoo verwes- tejscht zijn, dat zij deze kleine bespotting door de werkelijkheid kunnen vardragen Men zou naturlijk kunnen twisten over de juistheid van de naam bandieten voor alien, die in de jongste statistiek daarmede be- stempeld worden. Voor het effect-van vrede en orde, die de Japanners in Mantsjoerije zouden hebben gesticnt, maakt dit echter niet veel verschil uit. Bovendien zullen de Chineesche troapen in Mantsjoerije, geheel afgesneden en door den vrede van Tangkoe in den steek gelaten als zij zijn, moeilijk nog met an der en naam kunnen word en bastem- peid. Soldaat "6n bandiet waren reeds jaren lang namen, die door damzeifden man in China, afwisselend, met gelQk recht werden gedragen. Als het bericht over het terugtrekken dei Japansche troepen juist is, dan valt nu deze merkwaardige symmetiie te oonstateeren Onder valsch voorgeven de orde in het land te moeten hersitellen, hejbbe.n de Japanners Mantsjoerije bezet; onder valsch voorgeven dat de orde is hersteld, trekken zij zich nu terug, het terrein overlatend aan de regee- ring van Mantsjoekwo, die geen aangename taak wacht. Er moet echter een juiste reden zjjn voor deze aankondiging van Japanschen kant. Het is zeker, dat men de wrijving met Rus'land wat bedenkelijk is gaan vinden sedert de Russen, na zich militair geducht te hebben versterkt, van uiterst meegaande haast ag- gressief zijn geworden, en zij bovendien: vriendschap hebben gesloten met Amerika. Het blijft echter de vraag: Is deze aankon diging ook waar. Dat hangt nu weer van don uitslag van den eeuwigdurenden strijd tusschen vrfltea en oorlogspartij te Tokio af. Zooals men wenschfirocmen heeft, zoo heeft men ook wenschberichten. De vredes- paitij kan voor dlt "bericht verantwoordelijk zijn. Denken echter minister Araki en zijn vrienden er eveneens zoo over? Voorloopig vinden wij het bericht nog jaeer dan twijfelachtig, omdat het ons niet waar- schijnlijk lijkt. dat zij, die ervoor verantwoor delijk zijn, werkelijk zoovosl macht hsibbea te Toldo om dit door te zettcn. Trouiwens, het is nog lang tot Maart. Misschien vinden Araki en de zijnen het zelfs niet kwaad dat er, voor het begin van den harden Mants- joerijschen winter die de Japanners machte- loos maakt tegenover de Russen, zulke veel- b:lovend'3 berichten de wareld in gaan. Men heeft de Russen te Tokio er wel eens van ver- dacht, als zij een oorlog onvermijdeltjk ach- ten, dien voor den winter te willen forceeien.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1