Rustig en kalm, Mijnhardt's Zenuwtabletten GEMEENTERAAD VAN AXEL. BRANDENDE AUTO IN DE HAVEN GESTORT. Bij het veer over de Havel bij Rathenow is een ernstig ongeluk gebeurd. Van Sen der auto's die voor bat veer stonden te wacbten, hrak de benzineleiding, tengevolge waarvan de wagen in brand vloog. De bramdende auto need de veerpont op, doch de bestuurder kon niet meer remmen, zoodat de auto aan den anderen kant van de pont in de rivier stortte. Pas na een uur kon zij geborgen worden. Een medisch onderzoek wees uit, dat de bestuur der, die dood achter het stuur zat, niet den ▼erdrinkingsdood was gestorven, doch op het moment dat de auto te water reed, aan hart- Terlamming was overleden. beheerscht in Uw denken, handelen en spreken suit ook gij z.jn en blijven na het gebruik van Bu.isje 75 cent. By Apothekers en Drogisten. (Ingez. Med.) Vergadering van Dinsdag 14 November 1933, des namiddags 2 uur. Voorzibter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegehwoordig de leden: C. Th. van de Bilt, A_ Th. 't Gilde, A. Verschelling, L. P. Ortelee, I. de Feijter, P. J. van Bendegem, B. Seghers, C. Hamelink, C. van Kampen, A. P. de Ruij- ter, F. Dieleman en J. de Feijter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. Afwezig de heer J. M. Oggel. (2 Slot). 5. Benoemen leden der Commissie tot Wering van Schoolverzuim. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van leden der commissie tot wering van schoolverzuim, wegens aftre- ding der geheele commissie. Met 11 stemmen worden herbenoemd de beeren A. E. C. Kruijsse, A. Esselbrugge, J. L. J. Maris, A. van 't Hoff, P. P. M. de Kort, C. F. Kesbeke en J. J. de Ridder en met 10 •temmen de heer A. J. Hoi. Op den heer A. J. Schieman zijn 2 stemmen uitgebracht en 1 op de heeren R. C. Boeye, C. Dykwel, P. A. van Hoeve, C. L. de Smidt J. X Breepoel, C. B. Antheomis en J. R. de Jonge. Benoemen lantaamopsteker voor de Rondeputten. Waar de raad schryven Burgemeester en Wethouders onlangs by eene wyziging in het Ambtenaren-Reglement het benoemings- recht tot zich heeft genomen, moet door uwen raad voor de vacature van lantaamopsteker op Rondeputten een benoeming plaats hebben uit de 3 sollieitanten, welke zich daarvoor hebben aangemeld. Aangezien de verlichting in de buitenwijken van 1 November des avonds wordt ontstoken, hebben wq; een der sollieitanten, n.l. M. Witte h 59 tijdelijk met de verzorging van de ver lichting belast. Wij stellen U voor een lantaamopsteker voor dat gedeelte der gemeente te benoemen. Sollieitanten zijn: M. Witte, P. Schuitvlot en J. de Visser. De beizoldiging is 2 per week, waarvoor behalve de wenkzaamheden van schoonimaken en aansteken ook moet bij- geleverd worden de petroleum. De heer VAN BENDEGEM wenscht, alvo- rens tot benoeming wordt overgegaan, deze zaak in besloten vergadering te bespreken. Het gaat over personen en daarom is het beter dat niet in het openbaar te doen. De heer 't GILDE merkt op, dat de benoe ming toch by gesloten brief jes geschiedt. De heer VAN BENDEGEMHet gaat niet over de benoeming, maar over de bespreking van personen. De heer VERSCHELLING verklaart zich tegen het houden van besloten vergaderingen voor het bespreken van personen, want hem is gebleken, dat het dan toch aan de ooren der besiproken menschen komt door wie en wat over hen gezegd is. Dat is hem gebleken bij een bespreking betreffende de gasfabriek en de tweede maal bij een bespreking over de mareohauss^ekazeme. Hij heeft daarom be- ■loten er geen meer mee te maken. Als men dan iets wil zeggen, moet men het maar in het openbaar doen. De VOORZITTER merkt op, dat dit een ■tandpunt in het algemeen is, maar thans heeft de heer Van Bendegem den wensch tot het houden van een besloten vergadering uit- gesproken. Ihdien de heer Verschelling be- ■waren maakt, moet hy niet in het algemeen apreken, doch met feiten voor den dag komen. De heer VERSCHELLING: Dat kan ik, mynheer de Voorzltter! De VOORZITTER merkt op, dat hij volgens de Gemeentewet in deize gemeente, besloten vergadering moet beleggen indien dit door 3 leden veraocht wordt. De heer ORTET .EE ondersteunt het verzoek van den heer Van Bendegem. De heer HAMELINK sluit er zich ook bij aan; hjj wil wel eens hooren, wat de heer Van Bendegem hierover meent te moeten zeggen. De VOORZITTER sohorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge- ■loten deuren. Na het weder openbaar worden der verga dering wordt met 8 stemmen benoemd tot lantaamopsteker aan de Rondeputten de heer Witter* op den heer De Visser zijn 3 en op den heer Schuitvlot is 1 stem uitgebracht. 7. Verkoop van grond. Door A. Pieterse wordt een perceel bouw- grond te koop gevraagd, gelegen aan de Prins Hendrikstraat, ongeveer naast de ma- reehaussee-kazeme. De oppervlakte, die ver- ■oeker wenscht te koopen, bedraagt 190 M2., de prijs 3,50 per M2. Burgemeester en Wethouders stellen voor aan adressant de gevraagde grond te verkoo pen onder de gebruikelyke voorwaarden. Met algemeene stemmen wordt aldus be- aloten. 8. Afwijking van art. 12 der Bouwverorde- ning. Door P. Gelderland wordt een verzoek ge- daan om in de Zeestraat een woning met ga rage te bouwen. Aangezien de garage ge- bouwd wordt tusscben den weg en de ge- bouwde toijlbouw van den heer De Hullu, is daar geen voldoande open ruimte. Voor dit perceel is ontheffing noodig van art. 12 der Bouwverordening. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat het advies van de Gezondheidscommissie Is gevraagd. Zij stellen voor, de gevraagde ontheffing te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 9. Vasts telling verordening op het ge bruik van het slachthuis en de tarieven voor het gebruik. Het nieuw gebouiwde slachthuis in de Prins Mauritsstraat is thans schrijven Burge meester en Wethouders geheel gereed. Alvorens het in gebmik genomen wordt is het wenschelijk, dat bepalingen worden vast- gesteld op het gebruik van het slachthuis. Evenzoo eischt de nieuw gebouwde inrich- ting een ander tarief dan het bestaande. Met het oog daarop wordt voorgesteld de volgende verordenmgen aan te nemen waarop de goedkeuring der Gezondheidscommissie is gevraagd. De Raad der gemeente Axel; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; gelet op het advies van de Gezondheidscom missie gezeteld te Ter Neuzen, d.d. 3 Novem ber 1933, no. 213; be slu it vast te stellen een a. VERORDENING regelende het ge bruik van het Gemeentelijk Slacht huis in de gemeente Axel. Artikel 1. Het slachten of doen slachten van slacht- dieren waarvan het vleesch bestemd is om ten verkoop voorhanden of ter aflevering voor- radig te hebben is verboden, anders dan in lokaien en ruimten, welke voldoen aan de be palingen krachtens art. 19 der Vleeschkeu- ringswet 1919 (St.bl. 524) gesteld. Artikel 2. Eveneens is het verboden vleesch ten ver koop voorhanden of ter aflevering voorradig te hebben, anders dan in lokaien en ruimten, welke voldoen aan de bepalingen krachtens art. 19 der Vleeschkeuringswet. Artikel 3. Het toezicht op het slachthuis met bijbe- hoorend terrein en de zorg voor het onderhoud daarvan is opgedragen onder Burgemeester en Wethouders, aan den gemeente-opzichter. Artikel 4. Behalve de gebruiker en diens personeel heeft tot het slachthuis en terrein niemand toegang dan de personen, belast met het uit- oefenen van toezicht of van werkzaamheden aan gebouw of terrein en de politie-ambte- naren. Tijdens de verkooping van vleesch heeft het publiek toegang tot het verkooplokaal. Artikel 5. Personen, die in strijd met het bepaalde bij artikel 4 in het slachthuis of haar terrein worden aangetroffen zijn verplicht zich op de eerste vordering van den keuringsveearts, ge meente-opzichter, politie-ambtenaren of dun persoon, belast met het uitoefenen van toe zicht, te verwijd^ren, onverminderd de straf op de overtreding gesteld. Artikel 6. De gebruiker is degene, die een slachtlokaal of het verkooplokaal heeft gehuurd. Artikel 7. Onder „slachtdieren" en „vleesch" wordt verstaan, datgene wat volgens de Vleesch keuringswet daaronder verstaan wordt. Artikel 8. Het slachtlokaal wordt in bruikleen gegeven voor bet slachten van slachtdieren en het verkooplokaal voor den verkoop van het vleesch daarvan. Gedurende den daarvoor besphikbaar gestel- den tijd kan eveneens gebruik gemaakt wor den van de aanwezige pomp, alsmede van de licbt- en kookinstailatie, mits het noodige geld daarvoor in de muntmeters geworpen wordt. Het gebruik moet op een oordeelkundige wijze geschieden, een en ander ter beoordee- ling van dengene, die met het toezicht is be last. Artikel 9. Er wordt een recht geheven voor het ge bruik van het slachtlokaal dat bepaald is op gedurende twaalf aehtereenvolgende uren. Het recht voor het gebruik van het verkoop lokaal wordt per dag berekend. Gedeelte van een dag voor een geheel gerekend. In gevallen van noodslachtingen als bedoeld in de Vleeschkeuringswet zijn deze rechten niet van toepassing. Artikel 10. Voor het van gemeentewege vervaeren en vemietigen binnen de gemeente van de afge- keurde heele, halve of kwart cadavers wordt eveneens een recht geheven, met dien ver- stande echter, dat, indien de gebruiker dit op eigen kosten verricht, daarvoor geen recht verschuldigd is. In dit geval moeten de ge noemde deelen binnen vier uren na het tijd- stip van afkeuring verwyderd zyn uit het slachthuis. Artikel 11. Het reinigen van het slachtlokaal, en dat van het verkooplokaal geschied van ge meentewege. HiervooT is een recht verschul digd, hetgeen bepaald wordt in de Verordening op het heffen van rechten voor het gebruik van het slachtlokaal. Artikel 12. De gebruiker en diens personeel is verplicht zich te gedragen naar de aanwijzingen van dengene, die het toezicht uitoefent. Artikel 13. Overtreding van art. 1 en 2 wordt gestraft met ten hoogste vijf en twintig gulden of hechtenis van ten hoogste zes dagen. Overtre ding van de art. 4, 5, 9 2e al., 10 en 12 wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste vyftien gulden of hechtenis van ten hoogste vier dagen. b. VERORDENING op de heffing van reciht voor het gebruik van slacht en verkooplokaal in het gemeente- slachthiuis te Axel. Art. 1. De rechten als bedoeld in art. 9 der verordening' op het gebruik van het slachthuis worden aangeduid met de namen, slachtlokaalhuur en verkooplokaalhuur. Art. 2. Als slachtlokaalhuur worden voor het slachten der navolgende dieren de volgen de bedragen geheven: voor een rund van 2 jaar en ouder met min- stens 2 breede tanden) f 4,50; voor een jong rund ouder dan jaar en jonger dan 2 jaar met ten hoogste 1 breede tand 3, voor een kalf jonger dan jaar /1,50; voor een paand (met 1 of meer breede tan den /4,50; voor een jong paard (zonder breede tanden) 3, voor een veulen 0,75; voor een varken 1,50; voor een geit of schaap /0,75; voor een ezel f 1,50; Art. 3. Als verkooplokaalhuur wordt f 4,50 per dag of een gedeelte daarvan geheven. Art. 4. Voor het van gemeente-wege ver- nietigen van cadavers van de navolgende die ren zyn de navolgende bedragen verschuldigd, voor een heel cadaver van rund, paard of ezel ouder dan jaar 6, voor een heel cadaver van een kalf, varken, schaap of geit f 4, voor halve of kwart cadavers dezer dieren is respectievelijk het drievierde of de helft dezer bedragen verschuldigd. Art. 5. Voor het reinigen is per lokaal 1,25 verschuldigd, welk bedrag gelijktijdig met de overige rechten betaald moet worden. Art. 6. Deze verordening treedt in wer- king met ingang van c. VERORDENING op de invordering van recht voor het gebruik van siacht- lokalen en verkooplokaal in het gemeenteslachthuis. Art. 1. De invordering van rechten als bedoeld in de aft. 9 en 10 van de verordening regelende het gebruik van het slachthuis ge schiedt ten kantore van den gemeente-ont- vanger, tegen overgave van een kwitantie. Art. 2. Bij de foetaling van deize rechten wordt tevens opgegeveu op welk uur geslacht wenscht te worden en op weiken dag of dagen het vleesch verkocht zal worden. Art. 3. Het betaalde recht sluit in zich het gebruik gedurende den tijd en voor het doel als is aangegeven in de artt. 8 en 9 der Ver ordening op het gebruik van het gemeentelijk slachthuis. Art. 4. De rechten zyn bij vooruitbetaling verschuldigd; voor noodslachtingen zyn deze verschuldigd gedurende het gebruik. Art. 5. Op vertoon van de kwitantie der betaalde rechten zal de persoon, die met het toezicht op het slachthuis is belast zorgen dat de lokaien voor het gebruik open zijn. Art. 6. De controle of de verschiuldigde huur is betaald voor het dier dat geslacht zal worden is opgedragen aan de daarmede be- laste ambtenaren alsmede aan de gemeente- politie. Art. 7. Deze invorderingsverordening treedt in werking met ingang van De heer J. DE FEIJTER vraagt, of het geen aanbeveling verdient, nu het voorstel betreffende het verbod van uitponden wegens staking der stemmen nog niet tot beslissing kwam, ook de behandeling van deze voorstel- len aan te houden. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar, als de raad dit wenscht. De heer VAN KAMPEN wil er naar aan- leiding dier vraag op wijzen, dat er toch geen uitzicht bestaat, dat een afwijzend besluit van den raad betreffende het verbod van uitpon den zal worden aanvaard. De wet verplicht den raad zonder meer tot het nemen van dat be sluit. Overigens meent hy, dat deze verorde nmgen kunnen behandedd worden geheel on- afhankelijk van het-te nemen besluit, aange zien er nu eenmaai een gemeentelyk slacht huis bestaat en met toch wel zal willen dat het gebruikt wordt. De VOORZITTER merkt op, dat, als het voorstel om het uitponden buiten het slacht huis te verbieden wordt verworpen, ook deze verordenmgen vervallen. De heer VAN KAMPEN ziet dat niet in, want al wordt het slachten buiten het slacht huis niet verboden, zoo blyft de mogelijkheid toch bestaan dat er menschen zijn die daar zelf willen slachten en het lokaal voor het verkoopen van het vleesch willen gebruiken. De VOORZITTER moet bij nadere overwe- ging met den heer Van Kampen instemmen. Of het uitponden daar al of niet verplicht wordt gesteld, heeft de gemeente toch een verordening op het gebruik van het slachthuis en een tarief met invorderingsverordening vast te stellen. Het is dan ook maar beter dat hoe eerder hoe beter te doen. Het bestaande tarief is niet in overeenstemming met de om- standigheden. De heer DIELEMAN merkt op, dat, indien de menschen gedwongen worden om naar hier te komen, de raad toch op de voorgestelde loonen beknibbelen kan. De VOORZITTER merkt op dat de tarie ven z66 laag zijn gesteld, dat daaraan wel •niet meer te beknibbelen valt. De heer DIELEMANDie tarieven zijn nog zoo laag niet, als men dan de kosten nog rekent die de menschen die van buiten komen moeten maken. De VOORZITTER: Maar bet spreekt wel van zelf, dat wij die kosten aan de men schen niet kunnen vergoeden. We moeten een vast bedrag stellen dat voor ieder inwoner geldt. De verordening op het gebruik van het slachtlokaal wordt met algemeene stemmen vastgesteld. De heer VAN BENDEGEM merkt met be- trekking tot de verordening onder letter b be doeld op, dat iemand die daar een varken wil uitponden te zamen f 7,25 zal moeten betalen, n.l. f 1,50 als lokaalhuur voor het slachten, 4,50 per dag voor het verkooplokaal en voor het reinigen van het lokaal f 1,25. De kosten komen dan voor het slachten van een var- kentje nog al hoog. Een bedrag van 7,25 tus- schen slachten en verkoopen, is veel. De VOORZITTER wijst er op, dat de be dragen afzonderlyk moeten bezien worden. Voor het slachten wordt slechts f 1,50 betaald, als men echter een geheelen dag over het winkellokaal wenscht te beschikken om te verkoopen is 4,50 niet onbillyk, terwyl de f 1,25 zijn berekend voor kosten van het schoonmaken van het lokaal enz. De heer VAN BENDEGEM: Ik heb op het oog de menschen die zelf een varkentje willen slachten en uitponden en vindt 7,25 die ze van de opbrengst moeten missen wegens onkosten nogal veel. Ik geloof, dat zeer goed een billyker tarief kan gesteld worden. Volgens dat tarief zou het voor de gemeente een geldwin.ning worden. Ik heb berekend 50 weken en dan slechts 2 varkens per week, dat dit op f 725 opbrengst per jaar zou komen. De VOORZITTER; De verwachting dat het een winstgevend bedryf zou kunnen worden is absoluut ongegrond. Hebt u al eens berekend hoeveel varkens ear zouden kunnen komen De heer VAN BENDEGEM: Ja, 2 per week, die komen er toch allicht. En dan zal er toch ook nog ander vee komen? Pe VOORZITTER: Twee varkens per week komen er in geenen deele, er wordt wel veel over dat uitponden gesproken, maar het be- teekent inderdaad zeer weinig. De heer VAN BENDEGEM: Ik denk toch, dat verlaging van dat tarief geen schade zal zyn, dat er dan integendeel meer gebruik van zal gemaakt worden. De heer DE RUIJTER: Als iemand van buiten komt om zijn varken daar te slachten en hy heeft vooraf reeds verschillende stukken verkocht, die hij dan van uit het slachthuis wegbrengt, behoeft hij toch geen gebruik te maken van het winkellokaal. Dan verkoopt hij het niet daar en behoeft dan ook de f 4,50 niet te betalen. Althans zoo bezie ik het. De heer DIELEMANMaar hoe staat het dan met de hygiene De heer VAN BENDEGEM gelooft, dat de voorgestelde bedragen best gehalveerd kun nen worden en dat het slachthuis dan nog wel rendeeren zal. De heer VERSCHELLING: Ook my komt het tarief hoog voor. Als iemand van buiten moet komen, moet hij ook nog kosten maken van vervoer naar en van het slachthuis en dat komt dan ook licht op 2,50 en 1,50. Dat wordt dan f 11,25. Dat komt me nog al hoog voor. lie VOORZITTER: Ik wil er op wyzen, dat het hier uitsluatend betreft een tarief voor ge bruik van bet slachthuis eniz. Veivoerkosten staan daar buiten en die moeten ook door anderen worden betaald, die bedragen kunt u er dus af laten.- De heer VERSCHELLING: Maar ze moeten toch vervoerkosten betalen. De VOORZITTER: Anderen ook. De heer VERSCHELLING: Dan moeten de menschen die uitponden en het vleesch in den buiten met 1 en 2 K.G. verkoopen het zelf thuisbrengen, terwyl de menschen in de kom het komen koopen en zelf meenemen. Hy meent dat een bedrag van 3,50 voor het georuik van het lokaal by het slachten van een varken hoog genoeg is, en dat dat voor het reinigen. De heer VAN KAMPEN noemt het jam mer, dat men in dezen gemeenteraad de dmgen zoo weinig breed wil bezien. Men staart zich blind op een categoric van inge- zetenen, maar ziet over het hoofd, dat het siagersbedrijf door de overheid nu eenmaai op groote kosten is gebracht, om te voldoen aan de easchen voor siageryen gesteld. Die slagers hebben bovendien ook nog te voldoen aan ver schillende eischen, door de sociaie wetgeving een hen gesteld, en die ae exploitatiexosten hunner zaak sterk verhoogen. Zij kunnen die eischen niet ontkomen, ze zijn door de wet opgeiegd en het ligt niet op den weg van den raad om het anderen mogeiijk te maken die te onitvluchten. Het heett spreker verwonderd, dat de Slagersbond zich heeit neergelegd by het feit van het mogelyk maken van het uit ponden. De bond hoopt vermoedelyk, dat dit niet zoo'n vaart zal loopen. Toch acht hy het van den Slagersbond verkeert, dat deze zich daarby heeft neergelegd. Spreker is daar tegen, doch hy overweegt hoe hjj stemmen zal over het voorstel van Burgemeester en Wet houders, daar hy, indien hy daartegen stemde, misschien in zyn bedoeling alieen zou staan, em aan iets meewerken, dat hij allerminst wenscht. Dan zou het onrecht tegenover de slagers, ais buiten het gemeenteslachthuis mag geslacht worden, nog grooter worden. Het komt aan spreker niet meer dan billyk voor, dat anderen, die feitelijk ook in het sla- gersbedryf komen, aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen, en ook iets betalen voor het gebruik vai het slachthuis. Hy acht het ta rief niet bezwarend. Als ze er niet verkoopen behoeven ze de huur voor het winkellokaal niet te betalen en als ze bet zelf reinigen ook niet het daarvoor gestelde tarief, dan is het voor de menschen nog voordeeliger dam wan- neer ze thuis slachten. We moeten ons, zegt spreker, neerleggen by de wet en dan ook goede tarieven houden voor het gebruik van het slachtlokaal, opdat ook aan de andere hierbij betrokken eategorie ingezetenen recht zal worden gedaan. De heer I. DE FEUTER wijst er op, dat voor noodslachtingen diets gevraagd wordt. Het gebouw heeft toch door dat gebruik ook te ijden. De VOORZITTER we zijn daarby uitgegaan van het beginsel dat de betrokken eigenaar wegens de gedwongen slachting toch al veel nadeel ondervindt en dat men die menschen moet ter wille zijn. De heer HAMELINK merkt op, dat de heer Dieleman hier nog een element in het debat heeft gebracht, dat hier niet thuis behoort, door nl. te sipotten met de hygienie als het vleesch moet vervoerd worden. De heer DIELEMAN ontkent daarmede ge- spot te hebben; hij heeft slechts een vraag gesteld. De heer HAMELINK: Jawel, maar de vraag werd op ironischen toon gesteld en meent dat dit uit de notulen wel zal blijken. De vraag is in verband met het streven van den heer Dieleman niet juist. De slagers ver- voeren juist groote hoeveelheden vleesch naar elders en indien het behoorlijk verpakt is, bestaat daartegen ook geen bezwaar. Dat be- hooren ook de uitponders te doen die vleesch naar buiten vervoeren, anders komen ze met de hygienische voorschriften in strijd, die ge geven worden in de vast te stellen verorde ning. Het vervoer van het vleesch zal op een goede manier moeten geschieden, op straf van geheele mislukking. Het uitponden buiten het slachthuis zal wel moeten verdiwynen, op grond van de voorschriften waaraan de loka ien moeten voldoen waarin vleesch ten ver koop voorhanden is. De heer DIET IF)MAN verklaart zijn vraag geplaatst te hebben wegens den inhoud van het stuk van den Slagersbond, over het gemis aan hygienie bij buisslachtingen. De VOORZITTERHet gaat nu niet meer over hygienie, doch over de oijfers van het tarief. De heer DIELE3MANDaar houd mijn vraag verband mede, aangezien de slagers be- weren dat de huisslaehtingen niet op hygienisohe wijze geschieden. Ik ben daar- omtrent van een ander oordeel, en geef de voorkeur aan huisslachting, wanneer het vleesch moet uitgeleurd worden aan de Sas- sing of Sluiskil, boven slachten in het slacht huis in de kom. De heer ORTELEE is van meening, dat wegens de belemmerende bepalingen van de Crisisvarkenswet het voor de werkmenschen steeds moeilijiker is een varken te mesten, en zeker niet nog een varken met het doel dit uit te ponden. Zy, die er nog een willen uit ponden, mogen daarvoor wel een paar cent over hebben. Hy verwacht, dat de prijzen het volgend jaar verbazend naar boven zullen loopen doch aangezien het verboden is om zonder meer varkens te houden, denkt hy, dat er van de gelegenheid tot uitponden wel niet veel gebruik zal worden gemaakt. Over het voorstel tot het vaststellen der voorgestelde tarief-verordening en die op de invordering der gelden staken de steonmen met 6 tegen 6. Voor stemmen de heeren Van de Bilt, I. de Feyter, Hamelink, Van Kampen, Ortelee en De Rudjter; tegen stemmen de heeren Diele man, J. de Feijter, 't Gilde, Seghers, Verschel ling en Van Bendegem. 10. Wyziging verordening regelende de eischen van benoembaarheid en bezol- diging van de veldwachters. Blijkens een schnyyen van den Commis- saris der Koningin in Zeeland, dd. 26 Septem ber 1933, heeft de Minister van Binnenland- sche Zaken bezwaar tegen de woorden ,,ten minste" die, met be trekking tot toegekende vergoedingen, in verschillende artikels der verordening regelende de eischen van benoem baarheid enz. van de veldwachters voorkomen. Ten onrechte zyn derhalve die woorden, die aanduiden dat men niet beneden de genoemde bedragen mag gaan, in de verordeningen op- genomen. De raad zal het juiste bedrag die- nen te bepalen, zonder dat ruimte tot twijfel wordt open gelaten. Het is mitsdien gewenscht, dat in de des- betreffende artikelen overal waar de woorden „ten minste" voor een bedrag worden ge- noemd, deze komen te vervallen. Hij noodigt Burgemeester en Wethouders uit een voorstel tot wyziging def verordening aan den raad te widen dioen en dit daama nader aan de koninklijke goedkeuring te on- derwerpen. Burgemeester en Wethouders stellen op grond hiervan voor de in artt. 6, 7 en 8 te schrappen het woord ,,tenmlnste". De heer VAN BENDEGEM zou ,,ten minste" willen vervangen door ,,ten hoogste". ZooaJs het er nu staat, moeten de genoemde bedra- gen minstens worden uitbetaald. Ais men i zegt „ten hoogste" kan er ook wat af. De heer DE RUIJTER meent, dat de raad ide bedragen juist verlagen kan, wanneer de bedragen zonder meer in de verordening wor den omschreven. Dan kunnen zy bij de be- grooting gewijzigd worden. De heer VAN KAMPEN sluit zich hierby aan; door de voorgestelde wij-ziging staat de weg om er op te bezuinigen open. De heer VAN BENDEGEM ziet dat nog niet z66 in, doch legt zich by het voorstel neer. Het wordt met algemeene stemmen aange- nomen. 11. Voorstel om Burgemeester en Wethou ders te machtigen tot verkoop van bouwgrond. Burgemeester en Wethouders richten zich tot den gemeenteraad als volgt: Het komt herhaaldelijk voor, dat aanvragen om bouwgrond te koopen slechts enkele dagen voor of na de vergadering van den Raad binnenkomen. Van onze zijde wordt alles in het werk ge steld om dergelijke verzoeken zoo vlug mo geiijk af te werken, doch dit is niet altijd mogeiijk, zeker niet, wanneer kort geleden een vergadering is geweest. In het laatste geval belemmert dit den koopex ten zeerste in de uitvoering van zijne plannen, hetgeen erg onaangenaam is en ook voor ons, daar men niet voor elk verzoek een afzonderlyke ver gadering van den Raad kan bijeenroepen. Waar Uwen Raad de prijzen en het bebou- wingsplan heeft vastgesteld en de Gemeente wet de bevoegdheid aan den Raad geeft om deze over te dragen aan Burgemeester en Wethouders, stellen wjj U voor ons college op te dragen, wanneer verzoeken binnenkomen voor grondaankoop en deze geen afwijkin- gen van prijzen als anderszins inhouden deze af te handelen. Het ligt in ons voor- nemen oan van elken verkoop in de eerst- volgende vergadering van den Raad mededee- ling te doen. Wij laten hier thans volgen een ontwerp- Raadsbesluit waarbij de door ons gewenschte overdracht van bevoegdheid wordt uitgespro- ken en waarin tevens is opgenomen de regelen, volgens welke de over te dragen macht moet worden uitgeoefend: De Raad der gemeente Axel; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; besluit: te bepalen, dat door Burgemeester en Wet houders zal worden beslist omtrent verzoeken voor verkoop van grond, behoorende tot het voormalig Grondbedrijf, onder voorwaarde: dat by de uitoefening van dit recht, behoo- ren in acht genomen te worden de volgende regels: Burgemeester en Wethouders houden zich aan de te voren door den Raad vastgestelde prijzen van den bouwgrond. In elke vergadering van den raad nadat een oppervlakte grond is verkocht zal hiervan mededeeling worden gedaan, met vermelding van de namen der koopers, van de ligging der perceelen en van de betaalde koopsom. De heer VAN KAMPEN kan zich wel met het voorstel vereenigen, omdat dit een vlug- gere afdoening van zaken waarborgt, maar heeft er het bezwaar tegen, dat het dan aan den raad ontgaat, wanneer eens bouwgrond gevraagd wordt iets anders dan voor woon- of winkelhuizen. In afwijkende gevallen acht hy het wel gewenscht, dat de raad de beslis sing aan zich houdt, om dan zeer wel verschil van inzicht mogelijjk is. De VOORZITTE1R deelt mede, dat het ook alieen de bedoeling is, dat de norxnale ver zoeken door Burgemeester en Wethouders zullen worden afgehandeld. Het is er alieen om te doyn dan wat vlugger te kunnen han delen. Misschien is de heer Van Kampen met die toezegingg wel tevreden. De heer DE RUIJTER merkt op, dat, in dien het toch zoo de bedoeling is, het dan beter ware het in het besluit aan de regels toe te voegen: „wanneer de grond bestemd is voor het daarop bouwen van woon- of winkelhuizen". De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar. De heer SEGHERS vraagt, hoe Burge meester en Wethouders denken over stukken bouwgrond op hoeken, die minder voor be- bouwlng geschikt zijn en die men alieen kwijt kan by afwijking van den prijs. De VOORZITTERDan is het een afwy- king van den vastgestelden prys en moet de zaak vanzelf bij den gemeenteraad ter be slissing worden aanhangig gemaakt. Wij handelen alieen de gevallen af voor woon- en winkelhuizen en wanneer kan wor den verkocht op de vastgestelde voorwaarden en pryzen. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomem. 12. Verzoek betreffende verlaging der Per- soneele belasting voor koffiehuizen e.d. Naar aanleiding van het in onze handen om bericht en raad gestelde adres van de afdee- iing Ter Neuzen en omstreken van den Ned. Bond van Koffiehuishouders enz. te Ter Neu zen om nader advies, deelen Burgemeester en Wethouders het navolgende mede: Bij de wet van 28 Juli 1933 S 388 is voor de gemeentebesturen de mogelijkheid geopend om de koffiehuizen enz. in meerdere of min- dere mate te ontlasten door op die inrichtin- gen van toepassing te verklaren hetzy de by- zondere regeling, welke voor winkels en loge- menten geldt, hetzy die welke de wet bevat voor gemeubeld-verhuurde kamers. In het eerste geval zal de huurwaarde slechts voor een derde, in het tweede geval slechts voor twee-derde als belastbare huur waarde worden aangemerkt. Aangezien die Personeele belasting een ver- teringsbelastmg is, kunnen wy aannemen dat de huurwaarde van de koffiehuizen enz. ge- schat is .aar den omvang van het bedrijf, dat wii zeggen dus naar de verteringen die er worden gemaakt. Op die verteringen wordt de Personeele belasting als behoorende tot de bedrijfsonkosten, verhaald. Dat is geheel in overeenstemming met aard en doel dezer hef fing en in zulk een geval kunnen de caf6hou- ders ons inziens door de werking der Perso neele belasting niet in moeilykheden komen. De houders van koffiehuizen enz. ondervin- den den druk der tijden, doch dat geldt voor bijna alle andere bedrijven, waarvan het mee- rendeel de buitengewone lasten minder ge- makkelijk op de klanten kan afwentelen. EJen vergelrjldng van het economlsch en maat-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 7