ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Mijn Eiland
No. 9071
WOENSDAG 22 NOVEMBER 1933,
73e Jaargang
BINNENLAN D.
F E UILLETQN
BUITENLAND
TER NEUZEN, 22 NOVEMBER 1933
IWEMENI'SPR j,»s: Binnen Ter Neuzer 1,25 per 3 maandea Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Brj vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor BelgiS en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firms P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 26.
\DVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20
KLE1WE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichS's worden naar plaatsruimte berekend r
Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzendlng van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave
DIT BLAD VEKSCHIJNT EEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND
EEN GOUDEN JUBILEUM.
De Nederlandsche Bond van koffiehuis-,
restauranthouders en slaters bestaat 50 jaren
em heeft bij die gelegenheid door den secreta-
ris, den heer Abr. Staalman, een keurig ver-
aorgd en zeer uitvoerig herdenkingsboek doen
samenstellen.
Nadat in 1881 de Drankwet door de Kamers
was aangenomen, duurde het tot October 1883
voordat op initiatief van den heer F. H.
Arentds in Rotterdam een vereeniging van
vergunninghouders werd opgericht. Een maand
daarna volgde de opriChting in de hoofdstad
en in Mei 1884 is te Utrecht, op initiatief van
den heer Luydjens, een landelijke bond ge-
sticht. De wederwaardigheden van dezen bond
en de wijzigingen van de Drankwet verhaalt
de heer Staalman nu in al him finesses in dit
voor geinteresseerden leerrijke boekje.
A. ROODHUIJZEN. f
Na een langdurige ongesteldheid is op 74-
j&rigen leeftijd te 's Gravenhage overleden het
oud-lid van de Tweede Kamer, A. Roodhuijzen,
politiek-hoafdredacteur van ,,Het Vaderland".
De thans overledene werd 27 Januari 1859
te Amsterdam geboren. Hij studeerde aldaar
aan de universateit en werd daar doctorandus
in de klassieke letteren. Daarna was hij aan
de H.B.S. te Enkhuizen werkzaam als leeraar
in de oude talen en geschdedenis. Van 1905
1918 is de heer Roodhuijzen lid der Tweede
Kamer geweest.
Hij stomd bekend als een van de beste strij-
ders voor de liberale partij. De heer Rood
huijzen heeft o.a. zitting gehad in de staats-
oommissie voor het onderwijs (bevredigings-
ootnmissie) en sedert 1914 was hy politiek
baafdredacteur van „Het Vaderland".
DE NOOD VAN DEZEN TIJD.
Het is verklaarbaar, dat de goedkoope on-
vermengde margarine grooten aftrek vindt
ander de daarvoor in aanmerking komende
gesteunden. Bedroeg de aflevering in de pe-
riode van 1 November tot 14 November 40.000
K.G., in het tijdvak van 29 October tot 12 No
vember 1933 was het kwantum opgeloopen tot
138.000 K.G., aldus bericht de Volkskrant.
Het laatste cijfer demonstreert den nood
van dezen tijd, als men weet, dat alleen zij in
aanmerking komen die drie maanden en lan-
ger gesteund worden en vier of meer kinde-
ren hebben.
IK. MUSSERT BLIJFT LEIDER VAN
DE N.S-B.
In verband met de jongste debatten in de
Tweede Kamer over de N.S.B. is van verschil
lende kanten de vraag gerezen, wat de heer
Mussert zal doen wanneer men het lidmaat-
schap van zijn organisatie voor ambtenaren
zou verbieden. Deze vraag is te meer oppor-
tuun, nu Ged. Staten van Utrecht hebben
verklaard zich in dit opzicht volkomen achter
de rijksregeering te zullen scharen.
Toen het Handelsblad ir. Mussert vroeg,
welk standpunt hij in genoemd geval zal in-
nem>en, antwoordde hij, dat hij dan zijn ambt
van hoofdingenieur bij den provincialen wa-
terstaat zou neerleggen, want dat hij het lei-
derschap van de Nationaal Social is tische be-
weging primair acht.
Uit een andere uitlating van den heer Mus
sert is nog gebleken, dat een eventueel ontslag
niet door Ged. Staten kan worden verleend,
maar uitsluitend door de Prov. Staten van
Utrecht; dit ter verduidelijking van talryke
mfevattingen, die ten deze nog bestaan.
44)
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.
(Vervolg.)
Opeens dook, geen meter meer voor me
udt, de vorrn van een ankerkettang uit den
most op. Ik was er zco dioht baj, dat ik er
het volgende oogeuiblik tegen op gevaren zou
zijn. Maar door snel met mijn linikerriem
te remmen wist ik die ramp te voorkomen.
Gelyktijidig daarmee doemde de sehaduiw van
d® bark, ails een machtig-hooge dohkere plek,
voor me op. Voorzichtig schoof ik onder den
plaitten voorstevem door en gleed voort tot de
plek, waar een sloep, aan de vanglijn, brj de
ladder zacht lag te dobberen.
Een paar oogeolblikken bleef ik daar liggen
met mijn hand am het boord van de sloep en
mijn oogen naar de verschamsing boven me.
Ik verwachtte niet aniders, dan de ongunstige
physdouiomie van Craill erover ,te zien ver-
schynen, want als hij aan dek was en waar
kon de vent anders zijnmoest hy den
plomp van mijn riem, toen ik bijna tegen den
ankerketting opbotste, gehoord hebben. Maar
die tegenslag bleef me besipaard en dioor even
aan de vanglijn te trekken, kwam ik langszij
en maakite vlug mijn sloep vast. Hat volgende
oogenblik klauterde ik tegen de ladder op en
zette me over de verschansing heen.
Op het eerste gezioht leek het of ik de bark
voor me alleen had. Hat dek zag er anders
uit dan bij een gewone schuit; zoowel vddr
ale achter had Manning of de vorige eigenaar
©en vrij hooge ,,lantaren" laten aambrengen
om de kajuiten meer lichit en vooral grootere
hoogte .te geven. En diaartussclhen in, vlak
voor de pick waar ik stand, liep een ruime
kajudtstrap de donkere benedenruimte in.
Met mijn oogen op het vooronder want
©Ik oogenblik kon ik Craill nog aan dek ver-
DE STRIJD TEGEN BELASTING-
ONTDUIKING.
Verschenen is het Voorloopig Verslag van
de Tweede Kamer over het wetscntwerp tot
vaststelling van Hoofdstuk VII B (Financien)
der Rijksbegrooting 1934.
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Verscheidene leden wenschen te vememen,
gezien den noodtoestand van 's Rijks finan
cien, of de Regeering van oordeel is, voldoen-
de miiddelen ter beschikking te hebben tegen
belastingontduiking.
Sommige leden stelden de vraag, of de
strijid tegen de belastingontduiking kan wor
den gevoerd zonder het opleggen van de ver-
pliohting, dat personen en instellingen kennis
geven van de cnder hen berustende deposito's.
Slechts op deze wijze zou een behoorlijke
controle mogelijk zijn, welke controle zich
dan ook zou moeten uitstrekken tot de effec-
tenportefeuille, de transacties met het bui
tenland, het bezit in goud en den contanten-
handel. De leden waren er van overtuigd,
dat de toepassing van deze middelen tegen
belasting ontduiking zal .kunnen leiden tot
verlaging der heffingen. Eenige leden acht-
ten het nemea van maatregelen tegen kapi-
taalvlucht eveneens noodzakel^k.
Andere leden, die in beginsel de opheffing
van het bankgeheim ten behoeve van den Ne-
derlandschen fiscus wensohelijk achtten, we-
zen er echter op, dat van zoodanigen maat-
regel, indien deze althans in ons land zou
worden genomen en niet tevens in andere
landen, het gevolg zou kimnen zijn, dat tal
van bankzaken naar het buitenland zouden
worden overgebracht. Emstige bedenkingen
opperden deze leden tegen de verplichting tot
het opgeven van deposito's, Het gevolg zou
kunnen .zijn, dat doze dan bij notarissen en
particiulieren zullen worden ondergebracht,
hetgeen een verminderde zekerheid met zich
kan brengen voor hen, die ze uitzetten, ter-
wijl bovendien het gevaar bestaat, dat de
deposito's naar het buitenland gaan en dus
worden onttrokken aan de binnenlandsche
markt.
Verscheidene leden zouden gaame zien, dat
het tarief der Inkomstenbelasting gewijzigd
werd in dien zin, dat de aftrek voor noodzake-
lijk levensonderhoud en de kinderaftrek, in
het bijzonder waar bet groote gezinnen be-
treft, zouden worden verhoogd.
Eenige leden bepleitten de wenschelijikheid,
dat gelijke tarieven zullen gelden voor de In-
komsten- en de Gemeentefondsbelasting.
Wat betreft de vermogensbelasting achtten
sommige leden het noodzakeliijk bij herbaling
aan te dringen, de aanslagen naar de verkoop-
waarde van onbebouwde eigendommen te her-
zien. Vooral nu de waardevermindering een
blijvende zal worden, leek het dezen alleszlns
gewenscht en redeLijk, een heffing te bepalen
naar de werkelijke waarde.
Door verscheidene leden werd gewezen op
de moeilijke positie, waarin vele houders van
plaatsjes, toegewezen volgens de Landarbei-
derswet, verkeeren. Tengevolge van de groote
werkioosheid ten plattelande zijn velen hun-
ner niet in staat aan him verplichtingen te
voldoen. Deze leden vroegen of de Minister
niet bereid is hieromtrent voorzietiingen te
treffen.
Verschillende leden zouden gaame ver-
nemen, wat er waar is van de geruehten, dat
de inspectie van de registratie en domeinen te
Bergen op Zoom zal worden opgeheven of ver-
plaatst naar Roosendaal. Indien deze gemoh-
ten juist zijin, meencien deze leden om ver
scheidene reden tegen vooraemens van dezen
aard beawaar te moeten maken, vooral om-
wachten sloop ik op de trap af. Maar ik
had nog geen drie passen gedaan, toen een on-
verwacht geluid me stokstijf deed stiistaan
Het was een niet te definieeren geluid, maar
het leek erop, of een kleine, maair zwaar be-
Xaden tafel omgevadlen was. Ik bleef met in-
gehouden adem staan luiateren.en toen op
eens, flauwtjes, maar toch duidelijk genoeg om
het bloed naar mija hoofd te doen vliiegen,
hoorde ik den halfgesmoorden kreet om hulp
van een vrouw.
Met een stap stand ik bij de trap de vijf
of zes treden sprang ik af en rukte de dour,
die ik voor me zag, open. Daarachter lag een
smalle gang en aan het einde van de gang be-
vonid zich de deur, waarach.ter een geluid van-
daan kwam alsof er gevochten werd. met
daartusschen door de sussende stem van
Manning.
Als er een kampioenschap voor sprinten
iangis nauwe gangen besitcnd, zou ik het in
de volgende paar secomden behaald hebben. Ik
schoot de gang af in minder tijd dan ik noodig
heb om deze woorden neer te sehrijven,
draaide den koperen knop met een verwoeden
nuk om en .zette mijn schouder tegen het
bovenste paneel. In plaats van afgesloten te
zijn, wat ik venwacht had, vloog de deur open
en tuimelde ik naar bdnnen. Hoe ik me sitaan-
de hield, weet ik niet; ik denk dait het tooneel,
dat ik te zien kreeg, elke zenuw en spier in
mijn liehaam deed verstyven.
Tusschen het overschot van wat eens een
theetafel met het noodige toebehooren ge
weest was, worstelden Christine en Manning.
Hij had haar in zijn armen getrokken en on-
damks a lie pogingen, die ze deed, om zijn voor-
nemen te verhinderen, kuste hy haar wild op
gezicht en hals. Naast hen, op het vloerkleed,
lag de theetafel omgekeerd, met een gebroken
poot grotesk in de hoogte.
Ik ving niets mieer dan een glimp op van
wat er geibeurde, want met mijn onceramo-
nieed binnenkomen kwam er onverwacht een
eind aan de vertooning. Manning hief zijn
hoofd met een viugge, geergerde boweging
op; Bij het zien van mij verslapte de spanning
in zijn airnen. Christine rukte zich las en deed
een stap achteruit. E6n oogenblik leek het of
ze zou vallen. Maar met inspanning van haar
dat het geheele eiland Tholen op dit kantoor
is aangewezen en opheffing of verplaatsing
naar Roosendaal een ernstig nadeed voor deze
plattelandsbevolking zou hetee'kenen.
Op het betreffende hoofdstuk van de Rijks
begrooting worden in de afdeeling gelden aan-
gervraagd voor de uitbreicimg van het aantal
commiezen. Uit de toelichting blijkt, dat het
in het voomemen ligt om de hierbedoelde
commiezen te belasten met controle op de na-
leving van de wettelijke bepalingen betreffen
de de omzetbelasting. De recruteering van
deie commiezen zal plaats hebben uit het
bureau-personeel. De bedasting-administratie
beschikt echter over een uitgebreid en over
het geheele land verspreid korps oontroleeren-
de ambtenaren, die uit den aard hunner func-
tie in staat geaoht kunnen Worden, om zon
der extra personeels-uitgaven ook de controle
op de naleving van de bepalingen van de om
zetbelasting te verrichten.
In dit verband schijnt het bevreemdend, dat
gelden worden aangevraagd voor het aanstel-
len van speciale ambtenaren voor de hierboven
bedoelde controle. Zal, zoo vroeg men, het
eigenlijke korps controleerende ambtenaren
niet uiterst onaangenaam getroffen worden
door het feit, diat men de voor deze speciale
controle bestemde ambtenaren rccruteert uit
het personeel van den bureaudienst en hen
een beduidend hooger salaris waardig keurt
dan eerstgenoemde groep geniet? Op deze
wijze wordt voor de bureau-ambtenaren een
promotiekans gecreeerd met voorbijgaan van
het eigenlijke korps controleerende ambte
naren. En con de kosten en om de hierin
schuilende bevoorrechting werd hiertegen
door verscheidene leden beZwaar gemaakt.
Verscheidene leden meenden dq aandaoht te
moeten vestigen op de positie der grenskom-
miezen in den strijd tegan de smokkelarij.
Speciaal den laatsten tijd wordt door de smok
kelarij gebruik gemaakt van auto's waarmede
zij in wilde vaart over de grens rijden. Zi'.j
ontzien zich niet de kommiezen, die hen wil-
den tegenhouden, desnoods te overrijden, iets
wat helaas reeds is voorgekomen. Daarbij
komt nog, dat de smokkelaars met de modem-
ste wapens zijn uitgerust, terwijl de kommie
zen slechts beschikken over oude revolvers,
die ook vaak nog ondeugdelijk gebleken zijn.
Deze leden steiden de vraag of de Minister
niet moet toestemmen, dat deze toestanden
onhoudibaar zijn. Zij zouden er dan ook op
willen aandringen, dat de kommiezen beter
worden bewapend en dat z'j: de beschikking
krijgen over motorrijwielen en auto's.
Tevens meenden zij zich te moeten bekla-
gen over de slappe houding van de Justitie
in deze. Indien deze houding voorkomt uit
gebrekkige strafbepalingen, dan moeten deze
worden herzien. Dat smokkelaars, die, zooals
gebeurd is, het leven van ambtenaren niet
ontzien, er met een boete van 25 afkomen
is, naar het oordeel dezer leden, ergerlijk.
HET DOOLHOF
VAN CRISISBEPALINGEN.
Naar ons ter oore komt, wordt aan het
Landbouw-Crisis-Bureau van het Departement
van Economische Zaken een nieuwe afdeeling
gevormd, welke tot taak heeft de politie en
justitie voor te lichten omtrent den juisten
inhoud en beteekenis der verschillende crisis-
bepalingen en crisismaatregelen. Deze voor-
lichtingsdienist zal ook zorg dragen, dat de
justitieele autoriteiten tijdig op de hoogte zijn
van verschillende nieuwe maatregelen, zoo
noodig voorzien van een toelichting. De werk-
zaamheden zullen door eenige juristen worden
verricht.
laatste kraohten, wankeJde ze naar de arm-
leundng van de bank. Daar bleef ze staan,
hijgend, totaal uitgepiut, met haar oogen,
groot en angstig, verwonderd op mij gericht.
,,'t Spijit me als ik stoor, Manning," begon
ik. „Maar je hebt me gevraagd te komen en
ik daeht dat je 't meende en heb je aan je
woord gehouden."
Zelfs op dat oogenblik liet zijn gewone
sang froid hem niet in den stee»k. Niets ver-
ried wat er achter dat giadide voorhoofd am-
ging. Na den eersten vervwonderden blik ac-
cepteerde hy de situatie voor wat ze was.
,,Je hebt alleen een zeer ongelegen oogen
blik uiitgekozen" zei hij kalm. ,,Misschien wil
je over een half uurtje terugkomen. Ik heb
op 't oogenblik bezoak."
„Dat zde ik," was mijn antwoord. „En eer-
lijk gezegd, is dat juist de redan, waarom
ik niet wegga, maar hier blijf."
De eigenaardige staalblauwe oogen vaa mijn
tegenstander keken me strak aan.
„Ik begrijip diie .redeneering niet", zei hij
met zijn besdhaafde stem.
,,'t Is tooh heel eenvoudig", verzekerde ik
hem. ,,Deze dame hier wie het dan ook is
heeft je vergdssing, voor een ,,heer" aan-
gazien."
Ik keerde me naar Christine.
„Op gevaar af van indringerig te zijn", zei
ik kortaf, „bied ik u mijn diensten aan. Als
u ze noodig heeft
Ik werd niet teJeurgesteld; met een bewon-
derenswaardige tegenwoordigiheid van geest
ging ze op mijn suggestie in.
„Graag", zei ze mstlg. „Missdhien wilt u
me even naar den wal roeieo."
Manning deed een stap naar haar toe en
richtte speciaal tot hdhr het woord. In zijn
houding wias hij de beieefdheid zelve, maar de
bedreiginig onder zijn quasi-ihoffelijke woorden
was comiskenbaar.
„Om verschillende redenen" zei hij, ,,doet u
verstandiger als u mij dat voprrecht gumt."
Ik zag dat Christine aanzelde en dus zorgie
ik, dat ze geen kans kreeg om te antwoorden.
,,Waarschijnlijk weet u den weg naar boven
wel", zei ik. ,,Wacht u. even bij die trap ilk
kom u zoo dadelijik achterna."
Nog aarzelde ze. Maar dan iliep ze, opeens
WAAROM DE VREDESPRIJS NIET
TOEGEKEND WERD.
Blijkens uitlatingen in de Noorsche pers zou
het niet-toekennen van een vredesprijs dit jaar
moeten beschouwd worden als een demonstra-
tie van het Nobelcomito uit het Storting, dat
den prijs toekent, althans van de meerderheid
er van, tegen de onnust welke thans in de
wereld heerscht.
Bladen van verschillende richting keuren
dit standpunt af en achten het niet in over-
eenstemming met de bedoeiingen van den
stichter van den prijs. Juist in tijden als deze,
aldus ,,Dagbladet", een liberaal blad, moet een
dergelijke instelling iets doen voor de zaak
van den vrede, zoowel demonstratief als bij
wijze van practischen sfceun aan den vredes-
arbeid.
DE VESTINGWERKEN TEN ZUIDEN
VAN GENT.
De burgemeester van het kanton Oosterzeele
ten Zuiden van Gent, waar het departement
van landsverdediging het inzicht heeft, ver
scheidene vestingwerken te bouweti, hebben
in eene vergadering, voorgezeten door het ka-
tholieke Kamerlid Maenhout, eenstemmig ge-
protesteerd tegen dit regeeringsplan. Een ver-
dedigingslinie, ten Zuiden van Gent, zou, naar
hun oordeel, geen miiitair voordeel kunnen
opleveren en alleen maar tot gevolg kimnen
hebben dat bij een eventueelen oorlog, deze
zoo rustige streek, het lot van het IJzergebied
in 19141918, zou ondergaan.
VERKEERSONGELUK.
Hedenvoormiddag reed de petroleumtank-
auto van de A.P.C., komende van den kant
van het station te Sluiskil den Benedenweg
op, toen een ongeveer lOjarig kind, dochtertje
van F. Dekker, plotseling uit het Molengat
kwam geloopen en onder het voertuig terecht
kwam. Het kind is ernstig verwond naar het
R.K. ziekenhuis aldaar overgebracht. Door
Dr. Van Loy werd de eerste geneeskundige
hulp verleend.
Naar we vernemen treft den chauffeur geen
schuld."
INSTAlAiATIE KANTONRECHTER TE
TER NEUZEN.
Voor dat Dinsdagmorgep een aanvang
werd gemaakt met de strafzitting van het
kantongerecht alhier, werd de heer Mr. A.
J. M. Ooninxk, benoemd kantonrechter alhier,
met een kort woord welkom geheeten.
De oudste plv. kantonrechter, de heer Hui-
zinga, mocht het zeker namens de aanwezigen
uitspreken, dat men zich kon verblijden, na
een ruim zeven maanden lange vacature, deze
thans was vervuld en Mr. Ooninxk in deze
plaats was benoemd. 'Hij wees op de belang-
rijkheid van het kanton en de toename van
den arbeid door de bijzondere tijdsomstandier-
heden.
Mr. J. C. Sikkel, de ambtenaar van het
O.M. kon zich bij deze woorden van welkom
aansluiten, waama hij meer in den breede
toelichte, wat kon leiden tot een goede samen1
werking en een vruchtbare rechtspraak. Hij
hoopte dat de nieuwe kantonrechter spoedig
bekend moge word'sn met de volksaard van
deze streek, waardoor het mogelijk werd dat
men ook als rechter de bevolking kon op-
voeden.
beslotea, de kajuit dioor en ging de gang in.
Ik deed de deur achter haar dicht.
Maar 6dns in mijn leven en dat was toen
Bobby en ik onzen eersten Duitschen onder-
zeeer zagen heb ik hetzelfde eigenaardige
gevoel gehad, waarmee ik me nu naar Man
ning keerde. Hij stand nog steeds op dezelfde
plaats en keek me met een half-vermaakten,
half spottenden glimlach aan.
,,Laat ik u niet ophouden, Mr. Dryden,"
zei hij. „Ik begryp uw nobele gevoelens vol
komen, maar het zou bepaaid onheusdh zijn,
om de dame in quaestie iboven in den mist te
laten wachten."
Als het in zijn bedoeling lag, om me driftig
te maken, dan misluikte zijn opzet volkomen!
t Is maar het werk van een paar minu-
ten, zei ik luchtig. ,,Een goede aframmeling,
anders niet..."
Ik keek ham onder het spreken strak aar
en ik zag den vluggen, scherpen blik, waar
mede hij den afstand mat van de plaats waa
hij stond tot een klein efken buffetje naast
de deur.
„Dat is zoo ongelukkig met jullie primitieve
kerels," ibegon hij quasi-verontwaardigd, „je
denkt. dat jeZijn oogen gingeo van mij
naar de deur en een luide kreet van trioonf
ontsnapte hem.
„Vooruit maar, Craill!" schreeuwde hij.
,,geef hem er van langs
Met een minder geroutineerd ieimand zou
de list iwajarschijnlijk gelukt zijn, maar ik was
te doorgewinterd, am me door zoo iets te
laten beetnemen. Op hetzelfde oogenblik, dat
Manning op het buffet afsprong, schoot ik op
hem toe en geen seconde nadat zijn hand den
knop van de la raakte, kwam mijn vuist met
kracht tegen zijn slaap. Hij strompelde ach
teruit, vied over een hoek van de mat en kiwam
met een slag, die de kajuit deed schudden, in
een hoek tegen den wand terecht.
Van de volgende paar mimuten heb ik pret-
tige, maar Lichtelijk verwarde herinneringen.
Al de woede, die ik bij vroegere gelegenheden
cpgekropt had, brak met dien eersten slag
los en met een rossigen mist voor mijn oogen
sprang ik op den man toe, om hem knock- out
te slaan.
Wat Manning ook in andere opzichten was.
Inmiddels bracht hy een woord van dank
aan de beide waamemers, met wien men zoo
goed had kunnen samenwerken.
De heer Ooninxk bedankt den waarn.
kantonrechter voor zijn welkomstwoord en
den heer ambtenaar van het O.M. en zal
trachten zich in te werken, waar hij deze
werkkring beschouwd als zijn levenstaak en
roeping, om zich door een goede verstand-
houding tot vruchtbare arbeid op te werken.
Bij deze plechtigheid waren aanwezig de
beeren notarissen uit het kanton, de heeren
advocaten en politie-autoriteiten.
RUN JE NOG ZINGEN?
ZING DAN MEE!
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op
de in dit nummer voorkomende advertentie
betreffende een te houden oprichtingvergade-
ring op Vrijdagavond a.s., 8 uur.
Het secretariaat is niet gevestigd Zand-
straat 10, maar Zandstraat 9.
EXAMEN GESCHIEDENIS M.O.
Aan de universiteit te Amsterdam slaagde
voor het examen Geschiedenis M.O., de heer
A. van Uxum te Groede.
DE VERBINDING OOST ZEEUWSCH-
VLiAANDISREN EN OVERIG NEDERLAND.
In de vergadering van den gemeenteraad
te Hulst stelde de heer Lockefeer voor er by
Ged. Staten op aan te dringen te willen be-
vorderen dat aan beide zijden van de Wester-
schelde inloophavens tot stand komen voor
de verbinding vanuit Oost Zeeuwsch-Vlaande-
ren, zonder aan te geven waar de inloophavens
moeten komen. Het schrijven van Ged. Staten
over inloophavens was hem geheel uit 't hart
gegrepen.
De voorzitter zeide, dat hij het schrijven
van Ged. Staten aan de Prov. Staten over
de verbinding van Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
met overig Nederland niet erg gelukkig vond.
Wat Ged. Staten zeggen over de verbinding
Graauw—Ossendrecht heeft niets te maken
met de kwestie der inloophavens. Tegen
aandringen op inloophavens is op zich zelf
geen bezwaar. Maar de zaak van het
Zeeuiwsch-Vlaamsche kanalen-comite moeten
wij er buiten laten. Laten we aandringen op
het tot stand komen van inloophavens, maar
in het midden laten waar deze moeten komen.
Aldus werd zonder hoofdeiyke stemming
besloten, nadat de heer Lockefeer nog gezegd
had het schrijven van Ged. Staten wel ge
lukkig te achten, maar er niet verder over te
willen discussdeeren.
AUTO GESLIPT.
Toen de heer Mr. J. Adriaanse, lid der Pro-
vinciale Staten gisterenmiddag na de verga
dering van een der afdeelingen te hebben bij-
gewoond, mtt zijn auto van Middelburg naar
zijn buiten te Oostkapelle reed, slipte b'j den
ingang van Serooskerke de auto op den door
mist en gevallen blaren gladden weg. De
automobilist trachtte een boom te ontwijken,
doch kon niet voorkomen, dat de auto in een
drooge sloot reed en toCh den boom nog
raakte, waardoor de zware iwagen ernstig be-
schadigd is. De carrosserie is geheel scheef.
der echter treeplank is versplinterd en aan die
zij.de is een groote ruit in honderden stukken
gevlogen.
De heer Adriaanse, die alleen in den auto
zat, bekwam een vleesichwond aan het gelaat
en verschillende buiten, waarschijnlijk is hij
op het stuur gevallen. Aanvankelijk was hij
erg geschrokken en is met een anderen auto
naar zijn woning geibracht. De toestand was
Dinsdagavond zoo, dat men kon aannemen,
een lafaard was hy niet. In den hoek ge-
cireven, moet bloed druppelend langs mond en
kin, vocht hiji door, voobt hij als een rat in
de val. En met de geraffineerde handigheid
van een getraimid bokser. Maar wat gaf hem
zijn geoefendheid tegen de tolinde, krankzin-
nige woede, die mij beheerschte
Ik drukte hem tegen den wand en timmer-
de er met mijn vuiisten op los, zonder me <de
moeite te geven, zijn slagen af ,te weren. Een
afstraffdng in zoo'n tempo was niet uit te
houden en ook al lukte het hem mij twee keer
te raken, de kracht achter de slagen was to
gering om mij eenig letsel te kunnen iberok-
keneci. En op een gegeven oogenblik nam ik
mijn kans waar met een geiweldige recht-
sche precies onder het hart sloeg ik hem
machteloos hij zakte zijwaarts weg. Wel
deed hij nog een wanhopige poging om zich
te herstellen, maar daar liet ik hem den tijd
niet toe. Een kraehtige uppercu.t schuin
tegen zijn kin maakte een einde aan het ge- -
vecht. Hij zakte achterover op den grand
Ziwaar ademend bleef ik staan; mijn bart
zong een lied van woesten triomf in me. Met
een doodsbleek, bebloed gezicht zag Mannw
er afschuiwelijk uit, maar terwijl ik op hem
stond neer te kijken, kwam geen aasje mede-
lijiden in me op. Christine's hulpgeroep, het
stille liehaam van Satan, die zich in de duis-
temds naar huis gesleept had, om daar te
sterven, lagen me daarvoor nog te versich in
het geheugen. Met een rulk wendde ik me
af en ging naar de open la van het kleine
biuffet.
Ik zag, wat ik verwacht had te zien: een
revolver! Een Smith Wesson van het
ziwaarste kaliber, geladen, klaar om te ge-
bruiken! Met een grimmigen glimlach ste.Jj
ik bij mezelf vast, wat mijn lot geweest zou
zijn als Manning cen seconde eerder die la be-
reikit had. Misischien ook zou hij het wapen
alleen getoruikt hebben om zich te verdedigen,
maar ik elk geval was het veiliger bij mij rl.an
bij hem. Vlug besloten liet ik het iq, mijn y.ak
glijd'en en ging terug naar de plek, waar hij
lag.
(Wordt vervolgd. v