ALGEMEEN NIEUWS- C.N ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN Mijn Eiland Tweede Blad No. 9060 VRIJDAG 27 OCTOBER 1933 73e JAARGANG BINHEHLANB FEUILLETON *«awMninni imnmii inn—M—mm raW v--1' EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Aan de orde is het wetsontwerp tot heffing van een omzetbelasting. De heer Visser (r.k.) kan slechts noode voor stemmen. De belasting drukt het zwaarst op groote gezinnen en min- of onvermogenden. Spr. is voor zwaardere belastingheffing van grootere inkomens. De heer Blomjous (r.k.) zegt, dat de hoo- gere inkomens uit vermogen reeds zwaar he- last zijn. De voorgestelde belasting, hoe zwaar die ook zal drukken, is noodzakelijk. Spr. dringt aan op tariefherziening. De heer Slingenberg (v.d.) zegt, dat over de groote bezwaren tegen de voorgestelde be lasting moet worden heengestapt wegens den precairen toestand des lands. De heer Ter Haar (c.h.) wil tegenover de steeds steigende belastingheffingen nu ook eens bezuinigingscijfers vememen. De heer Droogleever Fortuyn (lib.) betoogt, dat wegens het groote tekort de omzetbelas ting wel moet worden aanvaard. Spr. dringt aan op spoedige, ingrijpende bezuinigingen. De heer Wibaut (s.d.) betoogt, dat de om zetbelasting wel voor de voile 100 pet. op de verbruikers komt te rusten. De heer Van Lanschot (r.k.) zegt, dat toe- passing van de wet naar de letter tot vreem- de censequenties zou kunnen leiden. Spr. zegt, dat het begrip fabrikant moeilijk te omschrij- ven is. Spr. dringt op spoedige tariefsverhoo- ging aan. De heer Fock (lib.) bepleit billijker houding van de regeering jegens het artikel thee en andere Indische artikelen. Daama wordt een half uur gepauzeerd. De minister van Financien, de heer Oud, betoogt nogmaals de noodizakelijkheid der om zetbelasting, welker bezwaren spreker volko- men voelt. Sprekers streven zal zijn, bij de toepassing van de wet zooveel mogelijk reke- ning te houden met de eischen van het be- drrjfsleven. Met de directe belastingen is het hoogste punt bereikt, zoo niet overschreden. Spr. hoopt methoden te vinden om ontduiking van directe belastingen meer dan tot nu toe tegen te gaan. Bij de tariefsherziening zal spreker over- wegen wat te doen is ten behoeve van thee en andere Indische producten door tariefsver- 1 aging. Het wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. EIWITHOUDEND VEEiVOEDER GECONTINGENTEERD. Naar de Telegraaf vemeemt, is de contin- genteering in voorbereiding van eiwithoudend veevoeder als veekoeken en dergelijke. De contingenteeringscommissie heeft de be- langhebbenden reeds gehoord. Naar verwacht wordt, zal deze contingenteering spoedig haar beslag krijgen. HET AANTAL LUISTERAARS IN NEDERLAND. Op 1 October j.l. bedroeg het aantal aange- geven radio-ontvanginrichtingen 316.956. Het aantal aangeslotenen aan radiodistribu- tie-centrales bedroeg 297.041, hetgeen in totaal neerkomt op 74 luisteraars per 1000 inwoners. ONTOELAATBARE ZEGEES OP DIENSTSTUKKEN. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft een circulaire aan de gemeentebesturen gezon- den betreffende zegels op dienststukken. Deze circulaire luidt als volgt: „'Het geval heeft zich voorgedaan, dat een door een gemeentebestuur verstrekte retour- door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 35) (Vervolg.) Hij zette zijn glas neer, knipte zijn sigaret- tenkoker open eci hield1 hem mij voor. Nadat ik mezelf bediend had, gingen we naar eein van de openstaande deuren, die aan stond. „Maar het land heeft zi'm compensable", zei ik, met een bewonderenden blik om me heen. ,,Een avond als deze maakt heel wat middel- matige cocktails goed". Hij nam den deurpost tot steun en bekeek critisoh het panorama, dat zich voor ons uitstrekte met de donkere bosschages aan onze voeten en daarboven de effen blauwe koepel, die in het Westen in saffraangeel en zaknrose diverging. ,,Ja", gaf hij toe, ,,'t is de laatste dagen schitterend weer geweest, maar daar zullen we voor moeten boeten, geloof dat maar. 't Kan zijn dat er wind komt, maar anders krijgen we een zeemist, die minstens een week blijft hangen. Met zulk weer in April hebben we dat bier altijid". Voor ik kon antwoonden, maakte een stem achter ons aan onze meteorologisahe con- versa tie een einde. ,,'t Eten is opgedaan", kondigde Bascomb aan. We keerden cms bijna gelijktijdig om en zagen de stoere figuur van den ex-bokser vlak achter ons. „Ga mee", noodigde ik Manning uit. „Wat ons ook te wachten staat voor het oogenblik is het weer ideaal en kunnen we rustig eten en drinken". Ik ging hem voor naar de eetkamer, die er met haar zorgvuldig dichtgetrokkca gor- dijnen en de twee of drie schemerlampen buitengewocn gezellig uitzag. enveloppe ter inzending van de kennisgeving (door middel van de z.g. individueele kaarten) bedoeld bij art. 9 tweede lid van het werkloos- heidsbesluit 1917, werd terugontvangen, voor- zien van een zegel, uitgaande van de S.D.A.P. en het N.V.V. inzake de boycot van Duitsche waren. Het hoeft geen betoog, dat het opplakken van zegels als hier bedoeld op dienststukken niet is toegestaan. Ik verzoek u er op toe te zien, dat dit niet geschiedt en dienststukken, voorzien van zulk een zegel te weigeren. DE VUURTOREN „WESTERSCHOUWER". De bekende vuurtoren ,,Westerschouwer" nabii Haamstede (Schouwen-Duiveland) is thans voorzien van een electrische lichtinstal- latie tot een stenkte van 500.000 kaars, zulks ter vervanging van de tegenwoordige instal- latie welke een lichtsterkte had van slechts 170.000 kaars. EEN ONDERWIJZER IS OOK AMBTENAAR. De burgemeester van Bussum heeft de aan- dacht van het bestuur van de plaatselijke af- deeling van de Vereeniging voor Volksonder- wijis gevestigd op het besluit van den minis- terraad, dat de ambtenaar zich van elke open- bare actie tegen de overheid en haar beleid zal hebben te onthouden. Daar de afdeeling de volgende week een protestvergadering tegen „den aanval der regeering op de openbare school" heeft aangekondigd, brengt de burge meester in herinnering, dat onder ambtenaren ook onderwijzers zijn te verstaan. De afdeeling heeft zich onmiddellijk met het hoofdbestuur in verbinding gesteld. ONREDELIJKE PACHTOPZEGGING. De vereeniging „Het Grondbezit" heeft aan den Minister van Economische Zaken een adres gezonden, waarin wordt stalling genomen tegen het verzoek tot den Minister gericht door het Kon. Ned. Landbouwcomite tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van onredelijke huuropzegging door aan den pach- ter een recht op schadeloosstelling toe te ken- nen in geval van onredelijke pachtopzegging. Adressante zet uitvoerig uiteen, dat hier een onderwerp wordt aangeroerd, dat tot groote begripsverwarring kan aanleiding geven. Het ligt voor de hand, aldus adressante, dat indien tot het toekennen van een schadeloosstelling aan den pachter bij onredelijke opzegging wordt besloten, een overheidsorgaan zal die- nen uit te maken, wat onder onredelijk moet worden verstaan. Adressante vreest in zoo'n geval voor groote ambteljjke willekeur. Alvo- rens te overwegen of het toekenning van een schadeloosstelling aan den pachter moet wor den noodzakelijk geacht, zal eerst terdege dienen vast te staan of er normen zullen te vinden zijn, waaraan die onredelijkheid kan worden getoetst. HET VEKBOD VAN CRITIEK OP DE OVERHEID VOOR AMBTENAREN. Het Algemeen Bestuur van de Nederland- sche Vakcentrale heeft in een Maandag ge- houden vergadering de volgende motie aan genomen: Het Algemeen bestuur enz. uit de pers kennis genomen hebbende van het besluit van den Raad van Ministers, waar- bij de ambtenaar zich zal hebben te onthou den van elke openbare actie tegen de Over heid en haar beleid, spreekt er zijn verontwaardiging over uit, dat hierdoor den ambtenaar het recht van iederen staatsburger om in het openbaar maatregelen van de Overheid aan critiek te onderwerpen, wordt ontnomen en het hem onmogelijk gemaakt wordt, het publiek over de beteekenis dezer maatregelen in te lichten. Besluit daze uitspraak te doen toekomen aan den voorzitter van den Raad van Minis ters, aan beide Kamers der Staten-Generaal We gingen zitten en toen Bascomb de soep opgeschept had, ging hiji de kamer uit, en sloot de deur onhoorbaar achter zich dicht. ,,Hoe bevalt uw bediende u, nu u hem wat lange-r kant?" vroeg Manning na enkele oogenblikken zwijgen. „0, 't gaat wel", zei ik meteen schoof ik hem de sherry toe. ,,'t Is een eigenaardig exemplaar, nurksch en zuur, maar hij ver- zorgt me goed en tot dusver mis ik nog geen stuk van het familieziiver". Manming lachte geamuseerd en schonk zich een glas sherry in. „Ik heb misschien een vooroordeel tegen den vent", zei hij, „maar dat is niet zander reden. De quaestie is, dat hij zich niet be- paald uitgesloofd heeft, toen ik hier was om uw oom te verp^gen. Misschien was mijn beroep de schuld. Onz? minder met hersenen bedeelde medemensehen beschouwen iederen dokter als een giftmenger". ,,Ik geloof, dat hij principieel tegen vreem- den in huis is", zei i'k nadenkend. ,,Mijn oom leed aan dezelfde ziekte en misschien hebben ze elkaar aangestoken". I Agoraphobie'stelde Manning als diag- nose. „WeI, 't zou me niets verwonderen. als u gelijk had. 't Is een nogal algemeene kwaal en Mr. Jannaway was een typisch geval". Hij j zweeg en keek me aan. ,,Wat ik vragen wou", ging hij quasi onverschillig door, ,,is u al wat van hem te weten gekomen?" Ik sohudde 't hoofd. „Nee, niets alleen dat hjj een goeden smaak had, wat zijn alco- holhoudende dranken betreft". 'tKan verbeelding geweest zijn, maar mij leek het, of bij die laatste woorden iets van I verlichting over zijn gezicht gleed. ..Greensa is een eigenaardig oord voor een ouden man, om zich daar in zijn eentje te vestigen", ging hij voort. „Ik heb me dik- wijls afgevraagd, wat hem bewogen ken heb ben, om juist deze plek te kiezen". „Ik ook", getuigde ik, naar waarheid. „En hoe mser ik erover denk hoe minder ik het begrijp. De prettigste veronderstelling is, dat hij 't gedaan heeft, om zijn opvolger, in wien hij een dergelijken smaak veronderstelde, aan- genaam te zijn". aan de aangesloten organisaties en aan de pers. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Federatievsn Bond van Personeel in Open- baren Dienst. kennis genomen hebbende van het besluit van den Ministerraad dat de amb tenaar zich zal hebben te onthouden van elke openbare actie tegen de overheid en haar be leid, protesteert in een telegram aan den Mi nisterraad met klem tegen dezen nieuwen aan- slag op de persoonlijke vrijheid van den amb tenaar en zijn recht op vergaderingbezoek. Naar de meening van voomoemd bestuur beoogt deze maatregel van den Ministerraad een verder doortrekken van 't reeds ingevoer- de verbod van organisatie; het ambtenaren- korps wordt hiermede elke critiek op de in zijn positie van regeerngswege voorgestelde en aangebrachte verslechteringen ontnomen en aldus tot tweede-rangs staatsburgers bevor- derd. Het hoofdbestuur voomoemd dringt er der- halve bij den Ministerraad op aan, genoemd besluit te herroepen. SLAAT HET VERBOD VAN CRITIEK NIET OP DE PROVINCIE-AMBTENAREN? Naar aanleiding van het besluit van den ministerraad, dat ambtenaren zich hebben te onthouden van alle openbare actie tegen de Overheid, en haar beleid, heeft de ,,Tijd" den leider van den N.SjB., ir. A. A. Mussert, ge- vraagd, welke consequenties daaraan voor hem vastzaten. Zooals men weet, is ir. Mussert hoofdingenieur van den Frovincialen Water- staat in Utrecht. Ir. Mussert meende, dat dit besluit alleen gold voor rijksambtenaren en daarom zal het geen verandering brengen in zijn leiderschap van de nationaal-socialisten, noch ook invloed hebben op zijn ambtelijke functie. Op een desbetreffende vraag antwoordde ir. Mussert ons, het niet waarschijnlijk te vinden dat een dergelijk besluit ook voor provincie- ambtenaren genomen wordt. DE BEGROOTING VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN. Verschenen is het voorloopig verslag over de begrooting van buitenlandsche zaken. |Andermaal klaagde men over de te groote soberheid van de toelichting. Zoo had men o.a. noode mededeelingen gemist over den stand van de voorgenomen reorganisatie van den persdienst en over de ervaringen, met de in- krimping der gezantschappen opgedaan, met name over de vraag of de werkzaamheden van den diplomatieken dienst op het gebied van vertegenwoordiging en voorlichting daardoor al dan niet heeft geleden. Enkele leden waren van meening dat Neder- land zich uit den Volkenbond behoort terug te trekken. Deze heeft slechts teleurstelling ge- wekt. Andere leden weerspraken deze mee ning. Juist in een tijd als nu, waarin het alom groeiend nationalisms dreigt de volken steeds meer van elkaar te vervreemden, en den oor- logsfakkel te ontsteken, is het noodig de teere plant van samenwerking en eenheid, te Ge neve bloeiend, te besohermen en tot ontwik- keling te brengen. In dit verband werd hulde gebracht aan het optreden van den minister in de jongste vol- kenbondisvergadering. Erkennend, dat een klein land slechts met groote voorzichtigheid kan trachten invloed ten goede uit te oefenen, gaven sommige der hier aan het woord zijnde leden uiting aan hun wensch, dat ook door Nederlandschen invloed een herziening van het Verdrag van Versail les zal worden bevorderd, dat door een onzer vooraanstaande staatslieden zoo terecht een monument van economisch onverstand Is ge noemd. Van andere zijde werd opgemerkt, dat het hier geen Vplkenbondsverdrag betreft en het dus niet op den weg der Ned. regeering ligt, zich met dit vraagstuk in te laten. Volledige inlichtingen werden gevraagd over het stadium, waarin de minister de zgn. Bel- gische kwestie bij zrjn optreden heeft aange- troffen en over het standpunt, dat hij in dit vraagstuk inneemt. In dit verband werd ter Aan enze vertrouwelijke mededeelingen kwam een eind door het binnenkomen van Bascomb, die de volgende ,,gang" kwam bren gen. Het duurde vrij lang, v6<5r hij alle bor- den weggenomen en de sehalen op tafel gezet had en toen hij kliaar was en wegging, liep het gesprek over andere onderwerpen. Manning bleek een gezellige prater te zijn. Hij was ontwikkeld en belezen en hij be- schikte over een rijke woordenkeus. Ondanks het vooroordeel dat ik tegen hem had, kon ik me best 's mans populariteit in Pen Mil! en omstreken waarover Bascomb het gehad had begrfipen. En daarbij bezat hij een bijna hypnotisch vermogen om zich in de gunst van z'n medemenschen in te dringen ofschoon zijn record-pogingen te dien op- zichte aan mij verspild waren. Ik hoefde me maar het incident op den weg voor ,,De Laurieren" weer te binesr. te roepen, om al mijn antipathie en mijn behoefte om hem een bloedneus te slaan, te doen herleven. Toen we klaar waren, stelde ik voor om onze koffie in de hal te gaan drinken. Man ning had geen sigaar willen hebben en rookte zijn eigen sigaretten. Gewapend met de whiskyflesch en onze glazen gingen we naar het vertrek bij de voordeur en nadat ik de houtblokken aangestoken had meer om het gezellig knapperen te hooren dan uit be hoefte aan warmte lieten we ons neer :n de zachte, veerende fauteuils aan weerszijden van een grooten open haard, voor het uiterlijk als twee goede vrien'den, die een killen lente- avond gezellig binnenskamers samen door- brengen. ..Eigenlijk is het hier buitengewoon genoeg- li'lk", zei mijn gast, terwijl hij lui-goedkeurend rondkeek. „De oude heer moet er heel wat aan gespendeerd hebben om het zoo als 't is, te krijgen". ..Ik geloof niet, dat hij er veel aan gedaan heeft", was mijn antwoord. „Hij heeft wat werklui er bij gehaald en den boel wat laten opkaappen. Maar het huis was buitengewoon goed onderhouden, toen hij het kocht. Als ik het wel heb, is die haard het eenige wat hij heeft laten verbouwen". Manning bekeek de verbetering critisch. sprake gebracht hetgeen in de laatste jaren in de Centrale Rijnvaartcommissie is geschied. Daaruit toch bleek, dat de Belgische regeering haar doel niet meer uitsluitend door onderhan- delingen met de Nederiandsche regeering trachtte te verwezenlijken. Deze leden vroegen overlegging van alle documenten, welke be- trekking hebben op de pogingen, in de Rijn vaartcommissie gedaan om haar bevoegdheid met betrekking tot Nederland's watergebied verder uit te breiden. Daarbij zouden zij tevens gaarne worden ingelicht over de houding, door de regeering tegenover die pogingen aange nomen. Het oordeel der regeering werd gevraagd over het feit, dat Belgie, hoewel het verdrag van 1839 niet is gewijzigd, zich gedraagt alsof de neutraliteit van dat land is opgeheven. Te dien opzichte is voor Nederland van bijzonder belang, dat Belgie met Frankrijk een militaire overeenkomst heeft getroffen, ten gevolge waarvan de fortenlinie langs de Fransche oost- grens wordt doorgetrokken door Belgie tot aan de Nederiandsche grens. Immers, daaruit ont- staat het gevaar, dat een gewapend conflict tusschen genoemde landen en Duitschland op Nederlandsoh territoir zal worden uitgevoch- ten. Andere leden zagen in den bouw van forten in de nabijheid der Nederiandsche grens eer een beveiliging dan een bedreiging van ons land en waren in elk geval van oordeel, dat Belgie's recht, zulke versterkingen aan te leg- gen, buiten elk verband staat met het verdrag van 1839. RECHT OVEREIND IN BED. Nachtenlang niet anders dan hoesten. I,Meer dan 4 jaar lijdende te zijn is iets dat met geen pen te beschrijven is. Geen lucht, kortademigheid en bijna geen nacht slapen, zoo bracht ik mijn leven door, 's Nachts zat ik dikwijls recht overeind in bed van benauiwd- heid, was rillerig, had last van koude handen en voeten. Door mijn vrienden werd ik op- merkzaam gemaakt op Abdijsiroop. Nadat ik een flesch van deze bijzondere siroop had ge- bruikt, kwam het slijm los en na 4 flesschen gebruikt te hebben, voel ik mij weer beter dan ooit, terwijl ik thans nog steeds Abdijsiroop in huis heb en regelmatig gebruik en mij er best bij vind". Zoo schreef ons de Heer Joh. de L. te Sch., wiens origineele brief voor elk ter inzage ligt. De op bijzondere wijze samengestelde Akker's Abdijsiroop werkt heerlrjk slijmoplos- send, verzachtend, hoeststillendverruimt Uw ademhaling en tast Uw hoest in de grondoor- zaak aan, vermijdt etterige slijmvorming en ontsteking. Door Abdijsiroop te nemen hebt Gij iets bijzonders voor borst en keel en op iederen leeftijd kunt Ge Abdijsiroop gebruiken. Thans per flesch 1.f 1.50 en 2.75. Alom verkrijgbaar. 29 (Reel.) BELASTING OP INSTELLINGEN VAN DE DOODE HAND. Opbrengst op drie millioen geraamd. Ingediend is een wetsontwerp tot heffing van een belasting naar het vermogen van in- stellingen van de doode hand. Instellingen van de doode hand in den zin van deze wet zijn stichtingen, cooperatieve en andere, al dan niet rechtspersoonlijkheid heb bende vereenigingen, zedelijke lichamen en alle hier v66r niet afzonderlijk genoemde rechts- personen met uitzondering van vennootschap- pen en vereenigingen welker kapitaal geheel of ten deele in aandeelen is verdeeld. Als in stellingen van de doode hand worden niet be- schouwd: a. Publiekrechterlijke lichamen; b. Rechts- personen ingesteld of opgericht bij of krach- tens de wet of eenig ander wettelijk voor- schrift; c. instellingen van weldadigheid be doeld in art. 2, lid 1, lett. a, der Armenwet, welke niet reeds vallen onder lett. b.; d. de Camegie-stichting. Of een instelling van de doode hand binnen het Rijk is gevestigd, wordt naar de omstan- digheden beoordeeld. ,,Dat zijn Hollandsche tegels, niet?" vroeg hij opeetis. Tegelijk boog hij1 zich voorover om ze beter te kunnen bekijken. i,Dat is heel goed mogelijk", zei ik. .Bas comb heeft me verteld, dat 't door een Hol landsche firma gedaan is". Door die bewering gewaagd, dat be- greep ik wel hoopte ik meer en onvoor- zichtiger vragen uit te lokken, maar Man ning stelde blijkbaar niet zoo veel belang in het onderwerp, als ik gedaeht had. Hij zat zwijgend voor zich uit te kijken, met een eigenaardige afwezige uitdrukking in zijn oogen, of zijn gedachten ineens op een ander onderwerp overgeschakeld waren, een onder werp, dat ze volkomen in beslag nam. Ik stoorde hem niet en na een paar minu- ten kwam hi; met iets als een schok, tot de werkelijkheid terug. ,,'t Is keurig gedaan", zei hij, „en net iets wat je, 's winters hier noodig hebt. Ik beo heel tevreden met mijn schuit, maar 't leven aan d!en wal heeft toch zijn voordeelen". Ik schonk hem een glas van den fijnsten en zachtsten cognac in, dien ik zelf ooit had geproefd het neusje van den zalm uit de alcoholhoudende dranken-collectie van mijn oom. „Wonen op een .boot lijikt me heel ge- noeglijk", zei ik. ,,Hoe bent u op het idee gekomen Hij nam op de manier van een echten ken- ner een teugje van den cognac en stak de zooveelste van zijn sigaretten op. ,,Door een toeval", vertelde hi). ,,Ik hoorde van een vriend, dat ze te koop was en omdat ik hier een scort van pied a terre wou hebben, ben ik er naar toe gawandeld en heb 'r ge- kocht. De eigenaar vroeg maar vier honderd pend id'ioot weinig, maar dat was zijn zaak". ,,Ik zou Drayton's opinie over uw manier van wonen wel eens willen hooren", overdacht ik hardop. „Hij sloeg bijna aehterover, toer ik hem vertelde, dat ik me hier op het eiland ging vestigen". Manning lachte. „0, hij vindt dat ik sta- pelgek ben. Hij begrijpt niet, hoe iemand het uit kan houden, als hij niet in de nabijheid Indien de belastbare som minder bedraagt dan 11.000 is geen belasting verschuldigd. Bedraagt zij f 11.000 of meer doch minder dan 30.000 dan is verschuldigd 3 van elke ge- heele som van 1000 waarmede de belastbare som f 10.000 te boven gaat. Is de belastbare som 30.000 of meer, dan is de belasting 2 van elke geheele som van 1000. Aan de Memorie van Toelichting wordt ont- leend, dat bij instellingen van de doode hand geheel of nagenoeg geheel een rechtsband ont- breekt tusschen haar en de personen door of voor wie zij bestaan, hetgeen zich uit in het feit, dat aanspraken op het vermogen van die lichamen nagenoeg in geen enkelen vorm vererven. Bezrwaanlijk gaat het aan, natuurlijke per sonen nog verder met belastingen te bezwaren alvorens ook de sfeer der instellingen tot haar bijdrage in de algemeene lasten is geroepen. Deze instellingen zijn in de laatste halve eeuw in beteekenis en in verscheidenheid toe- genomen. Deze laatste omstandigheid ont- neemt elken grond aan de gedachte, dat de voorgestelde belasting beoogen zal, inzonder- heid bepaalde uitingen van geestelijk leven te treffen. De Minister van Financien meent, dat, mits het tarief der thans voorgestelde belasting blijft, in elk geval bij den huidigen toestand van 's Rijks financien de invoering van die heffing gerechtvaardigd, en zelfs noodig is. Waarom zou niet de opgetaste draagkracht, bestemd tot het nut van enkelen of van velen, thans in geringe mate bijdragen tot het nut van alien? De voorgestelde belasting moet worden be- schouwd als een equivalent voor de vermo- gensbelasting. Alleen dus de draagkracht welke steekt in het bezit van vermogen, af- gezien van zijn opbrengst, zal door de belas ting worden getroffen. Daarom en ook omdat een heffing naar het vermogen eenvoudiger geregeld kan wor den dan een naar de vermogensopbrengst, is de vermogenswaarde tot maatstaf van de hef fing gekozen. De belasting zal worden geheven naar het zuivere vermogen der instellingen, d.w.z. dat aftrek van schulden zal plaats hebben, maar de aftrek dient hier beperkter te zijn dan bij particulieren. De vermogensbelasting bedraagt thans, naar het normale tarief der hoofdsom, een per dui- zend. Afgezien van de provinciate en ge- meentelijke opcenten (welke tot 90 kunnen oploopen) bedraagt het aantal opcenten thans 55 plus 80 is gelijk aan 135. Tezamen met de hoofdsom vormt dit 2.35 per mille. Een normale heffingsvoet van twee pro mille voor de instellingen van de doode hand, zooals thans wordt voorgesteld, moet dus rela- tief zeer gematigd worden genoemd. Opcen ten zullen niet worden geheven. Gegevens welke de opbrengst van de belasting zouden kunnen doen kennen, ontbreken nagenoeg. De Minister raamt de opbrengst echter op 3 millioen. Naamlooze vennootschappen en daarmee verwante associatiervormen, waarbij het zijn van vennoot enkel voortvloeit uit de gerech- tigheid tot het vennootschappelijk vermogen en niet omgekeerde aanspraken op het kapi taal voortiviloeien uit het zijn van vennoot, kunnen bezwaarlijk worden beschouwd als in stellingen van de doode hand. Met coopera tieve vereenigingen is het anders gesteld. Practisch gesproken is elke cooperatieve ver eeniging er een, waarbij "het persoonlijk lid- maatschap op den voorgrond staat en het recht op een evenredig deel van het zuiver vermogen der vereeniging bjj overlijden van een lid voor een deel vervalt. Dikwijls ver- erft wel het inleggeld maar niet het evenredig aandeel in het bedrag, waarmee het vermogen der vereeniging dat der inleggelden te boven gaat. Zoo is de cooperatie veelal ten deele een instelling van de doode hand. Voor zooveel zij het is, zal haar vermogen door de belas ting worden getroffen. Ook overigens komt de doode hand voor in allerlei vorm, die men oudtijds niet kende. Voorzieningsfondsen, vakcentrales, vereenigin- van Bedford Row woont". Hiji wachtte even „Maar volgens mij hebben menschen als wij, die doen als wij en leven als wij, het beste deel gekozen. Ik geef alle genoegens die Leaden of New-York een man te bieden heb ben, voor een avend na een .dag achter water- wild of een tocht om de Bridwell-boei bij on- stuimig weer". Het enthousiasme in zijn stem was zoo echt, dat het me trof, en met hemieuwide be- langstelling keek ik hem cpmerkzaam aan. Ik had in mijn leven vddl schurken catmoet, maar de man tegenover me had iets, dat hem in een klasse op zichzelf plaatste. Zijn char- mante manieren nog daargelaten hoe kon een man, die wat zijn genoegens betrof, een gezonden smaak had, die van dingen als jagen op waterwild en races van zeiljachten hield, een zoo doortrapte schurk zijn als ik dacht? Maar feiten waren feiten en de sohfnbare ongerijmdheid- in zijn karakter maakte de situatie des te belangwekkeader. ,,U moet een boot koopen en aan wed- strijidzeilen gaan doen", ging hij voort, nadat hij zijn glaasje leeggedrcnken had. „Volgens mij is er geen sport, die daaraan tippen kan en de zes-meter-klasse, waar wij in uitkomen, is niet al te duur ook". Hij beschreef enthousiast het type boot dat volgens hem het snelste iiep en daarna kreeg ik interessante en geestig vertelde verhalen over verschilleade plaatselijke wedstrijd'en te hooren. Wat mij betrof, had hiji geen prettiger onderwerp kunnen aaaroeren. Het wedstr^d- zeilen met kleine jachten was altijd een lief- hebberij van me geweest, ook al had ik er tot dusver niet veel aan kunnen doen, en een paar minuten luisteren gaf me de overtuiging, dat hij een expert op dat gebied was. Lui aehter over in zijn stoel, met een van zijn eeuwige sigaretten tusschen zijn vingers, praatte en redeneerde hij op zoo'n onderhoudende manier, dat ik den tijd vergat, Ik keek vreemd op, toen ik op een ge geven oogenblik Bascomb de achterdeur hoorde sluiten en de ontdek- king deed dat het bi;i half elf was. Manning kwam overeind en rekte zich on- gegeneerd uit. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5