Ter Neuzensche Courant Tweede Blad BIHSKBLAKD. BUITEMLAHD Woensdag 18 Oct. 1933. No. 9056 GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. VAN DE INVOER VAN NEDSERLANDSCHE AARDAPPELEN IN BELGIe. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt: Op het departement van landbouw heeft de kabinetschel van minister Sap, de heer van Orshcxven, een onderhoud gehad met een Ne derlandsche delegatie welke met hem kwam praten over de contingenteering van den in- voer van Nederlandsche aardappelen. Aan het hoofd van de Nederlandsche delegatie stond de heer Bonthuis, van het departement te 's Gravenhage. Een vertegenwoordiger van het Belgische departement van buitenlandsche zaken, de heer Leurquin, woonde het onder- j houd even eens bij. De Nederlandsche delegatie betoogde dat de slechte regeling van de consentenverleening zeer nadeelige gevolgen heeft voor den invoer van Nederlandsche aardappelen in Belgie. Volgens de aangenomen basis mocht Neder- land, in October b.v., 44 millioen K.G. invoe- ren, dit totaal zal op verre na niet worden bereikt. Volgens de Nederlandsche meening is zulks te wijten aan onoordeelkundige ver- deeling van de consenten, terwijl van Belgi sche zijde wordt beweerd dat Nederland geen aardappelen uitvoert naar Belgie omdat het daarin geen baat ziet. De Nederlandsche be- langhebbenden zouden de consenten in Neder land zelf willen zien uitreiken, wat echter in strijd is met de Belgische traditie, volgens welke de consenten alleen togestaan worden aan Belgische handelaars, die ook in normale omstandigheden met den handel in aardappe len hun brood verdienen. Tot een conclusie blijkt men vooralsnog niet te zijn gekomen. NA HITLER'S VERKLARING. Het besluit van Berlijn om de ontwapenings- conferentie zoowel als den Volkenbond te ver- laten, heeft, 3Chrijft de N. R. Crt., groote op- schudding, ja, men mag wel zeggen ontstelte- nis gewekt in de wereld. Deze daad wordt, naar het schijnt, in alle landen vrijwel op de- zelfde wijze beoordeeld. Nergens had men haar op dit oogenblik verwacht. Nergens ook be- grijpt men daarom dat nu juist op dit oogen blik moest gebeuren. Duitschland scheen de laatste dagen te Geneve weer terrein te heb- ben gewonnen. Engeland, zoo meende men te Parijs, was weer aarzelend geworden en nam volstrekt niet tegenover de Duitsche eischen de besliste houding aan, waarover Frankrijk zich eenige dagen lang had verheugd. Norman Davis, zoo heette het verder, had zich niet on- toegankelijk getoond voor de waarschuwingen die Nadolny hem had overgebracht. Men be- gon zich te Parijs juist weer ongerust te ma- ken, vooral in de altijd zeer wantrouwige na- tionalistische pers. Dit was iwel duidelijk, dat te Gendve volstrekt niet meer de eenstemmig- heid bestond inzake de houding jegens Duitsch land, waarop men in Frankrijk had gehoopt. De houding van Italie was weer volstrekt onzeker geworden. Dit land had zich al eenige dagen lang in een geheimzinnigheid gehuld, die beide partijen onzeker maakte. In ieder geval, de strijd was volstrekt nog niet beslist en voor de Duitschers volstrekt ook niet bij voorbaat verloren. Ja, de Fransche nationa- listen waren zelfs van meening, dat Berlijn dien reeds half geiwonnen had. Op dat oogen blik, terwijl niemand aan zooiets denkt, ver- laat Hitler nu Geneve, daarbij de deur met een harden slag achter zich dichtslaand. Hij laat alien doodelijk verschrikt achter behalve de Fransche nationalisten en een aantal van hun vrienden, die nu meenen, dat een groot poli tick geluk him in den schoot is gevallen. Duitschland heeft alle kansen op winst af- gesneden en zich nog veel meer dan ooit te voren geisoleerd door deze daad. Zelfs Musso lini schijnt voor het oogenblik nu niet meer in te zien hoe hij hier pogingen tot herstel kan ondememen. Alle contact is verbroken. Het onderhandelen op breede internationale basis zal voorloopig niet meer kunnen plaats vinden, omdat daarover de gelegenheid bot afgesneden is. Het verdrag der vier mogend- heden, dat dezen zomer is geteekend en waar- bij Duitschland, Italie, Frankrijk en Engeland zich verbonden iedere moeilijkheid onderling te bespreken, is tegelijkertijd buiten werking gesteld, omdat men het stevig had vastge- maakt aan den Volkenbond. Heeft Hitler mis- schien hoop, dat Frankrijk nu op een andere, door hem aangewezen basis zal willen onder handelen? Men zou het gelooven na de vrien- delijke woorden, die hij in zijn radiorede tot Deladier heeft gerioht. Het zou echter een groote vergissing zijn als hij meende, dat het voor Deladier mogelijk zou zijn, zelfs als hij wilde, zich door Duitschland een nieuw ter rein van onderhandelingen buiten den Volken bond en buiten de ontwapeningsconferentie te laten opdringen. Het waarschijnlijkst blijven wij vinden, dat Hitler gezwicht is voor den druk van de on- stuimige elementen in zijn partij. Hij had zich te veel laten welgevallen in de oogen van deze overijverige aanhangers. Dat zij zoo dachten was begrijpelijk. Was zijn leiding niet een voortzetting geweest van de zoo fel gesmade politiek van Stresemann? Hij nam niet zooals hij altijd gepredikt had, maar hij trachtte door loven en bieden op minnelijke wijze te verkrij- gen en hij kreeg niet veel omdat de anderen hem, om zijn verleden en om de krachten, die door hem in Duitschland regeeren, niet veel meer durfden toevertrouwen. Dat de druk van onder buitensporig sterk was, had men reeds aan de golvingen van het oppervlak kunnen zien. Op het merkwaardig onzekere van de Duitsche diplomatie in de laatste weken hebben wij reeds gewezen. De toestand kan bedenkelijk worden. In de zooge- naamde werkkampen is de voeding heel slecht, er is veel ongeduld en ontevredenheid in de gelederen. De winter zou moeilijk worden on- danks de inderdaad aardige en vindingrijke agitatie voor ,,winterhulp". Afleiding is drin- gend noodig om de stemming op peil te hou- den. De laatste weken zijn inderdaad hard ge weest voor de nationale waardigheid. Dat moet men Hitler toegeven. Als hij betoogt, dat Duitschland als een derde rangsmogendheid te Geneve is behandeld, dan heeft hij nog niet gelijk, want dit zou een derde rangs-mogend- heid zich ook niet behoeven te laten welge vallen. De kwalificatie zou van anderen aard moeten zijn. Stresemann zou dit geen oogen blik hebben geduld, maar hij behoefde het ook niet te dulden. Doch Hitler en de zijnen hadden het er naar gemaakt. Wat te Geneve gebeurde in de zesde commissie, had met de rechten van den Volkenbond niets te maken; de com- missievergadering gaf er slechts gelegenheid toe. Daar kwam niet juridisch rechtmatige critiek tot uiting, want er is geen bepaling in het handvest van den Volkenbond en er be- staan geen verplichtingen van Duitschland die tot een dergelijke critiek op de binnenlandsche aangelegenheden van Duitschland het recht gaven. Daar kwam eenvoudig het al te zeer geprikkelde geweten van de wereld tot uiting. Menschelijk beschouwd is het gelukkig, dat dit nog een stem heeft om te spreken. Maar het verschijnsel was toch even weinig nor- maal als de gebeurtenissen het waren, die het hebben uitgelokt. Maar nieuw moet het voor Hitler in ieder geval niet zijn geweest. Het ergst van dien aard was al gebeurd toen het Engelsche La- gerhuis en zelfs Engelsche ministers een oor- deel veldeh over hetgeen in Duitschland ge beurde. Dit is het beslissende moment van de- gradatie geweest, niet de discussie te Geneve. Had Hitler echter toen gemeend, dat de dis cussie in de zesde commissie de maat deed overloopen, dan ware dat het oogenblik ge weest om te handelen. Nu echter is hij op een zonderling en slecht gekozen moment wegge- gaan. Het heele besluit moet afgepersd zijn door dringende politieke noodzakelijkheden van binnenlandschen aard. In de Rijksdagontbin- ding zal men het zwaartefmnt ervan moeten zoeken. Deze geeft de gelegenheid tot vier weken van agitatie, vier weken van opzwee- pen der openbare meening met dingen die van de binnenlandsche moeilijkheden afleiden. Zoo naief zal men te Berlijn niet zijn dat men hopen zou met den uitslag van die verkiezing ook indruk te maken op de buitenwereld. Men weet daar precies wat er van te wachten is. Niemand van oppositioneele gezindheid zal den mond durven open doen. Hitler zelf heeft duidelijk gemaakt, dat het opstellen van oppo sitioneele candidaten materieel onmogelijk is; wat het ook moreel bij voorbaat ondenkbaar maakt, behoeft aan de buitenwereld niet te worden uitgelegd. De rede van Hitler zelf was, zoodra zij van agitatorischen aard werd, reeds niet meer op buitenlandsch gehoor berekend. Het schimpen op de slachtoffers van zijn vervolgingen zal daar geen sympathieen voor hem hebben her- overd en als hij sprak van den heroischen strijd der laatste 8 maanden tegen het com- munisme dan zal menigeen hebben geglim- lacht. Had hij zijn strijd in vroeger jaren zoo genoemd dan zou men het hebben kunnen aan- vaarden. Wat in de laatste maanden gebeurd is, heeft geen voorstelling gewekt van heldhaftigheid, noch aan den kant van de strijders, noch aan dien van de bestredenen. Nadat het bovenstaande geschreven was, hebben ons nieuwe inlichtingen bereikt. Het blijkt, dat men de dingen te Geneve naar om standigheden nog vrij kalm opneemt. Men wijst er op, dat Duitschland zijn uittreden uit den Volkenbond nog niet officieel heeft aange- kondigd. Zelfs in Duitsche kringen te Geneve is men op dit punt nog niet zeker. En wat het verlaten van de ontwapeningsconferentie be- treft, zelfs op dat punt acht men het laatste woord nog niet gesproken. Minder dramatisch heeft Duitschland v6or het vergelijk over de rechtsgelijkheid in De cember van het vorig jaar feitelijk reeds het- zelfde gedaan. Hitler heeft voorts vermeden te spreken van een hememing van de bewa- peningsvrijheid van Duitschland. Hij wilde blijkbaar een achterdeur wijd open laten. Op het oogenblik wordt er dan ook van Rome uit met vuur te Berlijn vertoogd. Ver der ziet men te Geneve het merkwaardige ver schijnsel dat juist de mogendheden die een bemiddelende rol wllden spelen, het staken van de conferentie bepleiten als Duitschland niet meer meedoet. Dat zijn Engeland en Italie. Andere daarentegen, daaronder in de eerste plaats Frankrijk, willen voortzetten om dan later Duitschland het resultaat a prendre ou a laisser voor te leggen. Men zoekt achter de houding van Italie en Engeland dit streven: komt het nu tot een breuk ter ontwapeningsconferentie, dan kan en moet zoolang Duitschland niet officieel uit den Volkenbond getreden is het verdrag van de vier mogendheden in werking treden dat een conferentie van deze vier voorschrijft. Wanneer Duitschland intusschen officieel zijn lidmaatschap opzegt dan zou er een dergelijke conferentie nog kunnen worden opgehangen aan het feit, dat Duitschland van zelf nog twee jaar lid blijft. Dit is echter slechts mo gelijk als Duitschland werkelijk weer terug wil, 't geen na alle ervaringen met de onze- kerheid der diplomatie te Berlijn van den laatsten tijd volstrekt niet onwaarschijnlijk behoeft te zijn, en waartoe Hitler's rede zeker nog alle ruimte laat. De ruimte voor bedenken bieden ook de vier weken die men wachten moet op het plebisciet. Er zijn zelfs lieden die de meening uitspreken dat dit plebisciet ten deele om dezen tijd te winnen is uitgeschreven. Maandag zou het bureau van de ontwapenings conferentie beraadslagen over een aanvrage aan Duitschland. Wordt deze aangenomen dan staan de zaken voor ten minste twee weken stil. Dat is ook weer bedenktijd voor alien. Missohien leest men te Berlijn de rede i van Simon van Zaterdag, die blijkbaar den doorslag heeft gegeven tot dit besluit, wat kalmer over en gaat men de verholen moge- lijkheden er in ontdekken, die er heel voor- zichtig in zijn aangebracht. Kortom, de breuk is technisch nog geen vol- dongen feit. Afdoende troost is dat echter niet, omdat de gebeurtenissen in ieder geval een richting in den loop der zaken aangeeft, die verre van geruststellend is. Vergadering van Maandag 16 October 1933 des namiddags 1 uur. Voorzitter de heer J. de Feijter, Rurge- meester. Tegenwoordig de heeren S. van Hoeve, A. de Feijter, D. Dees, C. H. H. Wisse, A. Dees, H. Bakker, D. G. Koopman, S. Buijze, G. Maas en K. Hamelink, benevens de Secretaris J. Stalk. 1 Afwezig de heer A. Haak. 1. Opening. 1 9 De VOORZITTER opent de vergadering door het uitsprekea van het gebedsformulier. Hij deelt mede, dat ds heer Haak bericht heeft gezonden dat hij wegens een andere ver gadering niet kan tegenwoordig zijn. 2. Notulen. Het vaststellen van de notulen der verga dering van 31 Juli 1.1. wordt aangehoud-en, aangezien deze nog niet in druk zijn ver- schenen. 3. Mededeelingen. a. dat op 18 September 1933 zijn opge- nomen boeken en ka3 van dfu gemeeiue- ontvanger, waarbij bleek dat de totaal omt- vanigsten bedroegen f 66.171,90% en de uit- gaven 63.776,51, zoodat in kas moest zijn 2395,39%, welk bedrag aanwezig is be- vonden. Aangenomen voor kennisgeving. b. dat op dienzelfden datum zijn opge- nomen boeken en kas van den administrateur van het gemeentelijk electrisch bedrijf, waar bij! bleek dat de totaal ontvangsten bedroegen 10.151,49 en de uitgaven f 10.133,61, zoodat in kas moest> zijn f 17,88, welk bedrag aan wezig is bevonden. Aangenomen voor kennisgeving. 4. Ingekomen stukken. a. Een schrijven Van den Commissaris der Koningin in Zeeland houdende toezending voorzien van een van het bewijs der Konink- lijke geedkeaning vocrzien besluit van den raad der gemesnte did. 2 Maart26 Juni 1933 betreffehde de heffing van secretarie- leges. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit stuk aan te nemen voor kennisgeving. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. b. Een schrijven dd. 2 Augustus 1933 no. 18581, aid. W en S van het Ministerie van Sociale Zaken houdende bericht dat Zijne Ex- cellentie zich thans met de samenstelling van het orgaan, belast met de uitvoering der steunregeling in deze gemeente kan vereeni- gen. Naar aanleiding daarvan is door ons aan de uit uw midden gekozen leden gevraagd of zij zich de benoeming laten welgevallen en deed het ons genoegen van deze heeren be richt te hebben mogen ontvangen dat zij de benoeming aannemen. Evenwel bereikte ons bij ciroulaire dd. 15 Sept. 1933 van het Ministerie van Sociale Zaken de mededeeling dat als orgaan voor steunverleening slechts kan optreden het col lege van Burgemeester en Wethouders, dan wel op aanwijzing van dat college de Arbeids- beurs (agentschap der Arbeidsbemiddeling) of het Bureau voor Maatschappelijk Hulpbetoon (Burgerlijk Armhestuur). In gemeenten met een belangrijk aantal ondersteunden kan het Orgaan voor steun verleening worden bijgestaan door een com missie van advies. Zulk een commissie van advies wordt samengesteld door het college van Burge meester en Wethouders, uit welks midden de voorzitter der commissie wordt aangewezen. Naast den vertegenwoordiger van het ge- meentebestuur zouden in de commissie ver- tegenwoordigers van de werkgevers en van de arbeidersorganisaties zitting kunnen ver- krijgen. Wij deelen U naar aanleiding daarvan mede, dat de uitvoering van de steunregeling even- als voorheen door ons plaats heeft en dat wij de vraag of al dan niet tot het instellen eener commissie van advies zal dienen te worden overgegaan door ons nog niet is beantwoord en nader in overweging is genomen. De heer BUIJZE verklaart de houding van den Minister niet te hegrijpen; eerst moest er een Orgaan ingesteld worden, overeenkomstig de door hem vastgestelde regeling, waarbij werd te kennen gegeven dat, aangezien het betrof het besteden van gelden uit de open- bare kassen, in plaats van particuliere werk gevers een aantal raadsleden daarin moesten zitting hebben en nu na langdurige pogingen het Orgaan voor elkaar was en daarop de goedkeuring van den Minister was verworven koant dadelijk daarop weer een ander schrij ven waardoor die regeling geheel overboord wordt geworpen. Nu moeten Burgemeester en Wethouders er weer voor zorgen en zal hier de zaak dus op den ouden voet moeten worden voortgezet. Hij acht het een eigenaardige beweging. Burgemeester en Wethouders geven te kennen, dat ze hun praeadvies nog niet tebben vastgesteld, maar het komt hem voor, dat het, aangezien het een ibelangrijke onder- steuning betreft, waarbij velen betrokken zijn, toch wel gewenscht zal zijn, dat Burgemees ter en Wethouders zich laten bijstaan door een commissie van advies. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders ook verslagen ston- den te kijken. Ze hebben de grootste moeite gedaan om een Orgaan voor elkaar te krijigen en toen het eenmaal zoover was en ze de daar- voor benoem.de heeren hadden aangeschreven dat de regeling was goedgekeurd en zij zit ting konden nemen, moesten ze ingevolge de circulaire van den Minister weer schrijven dat die regeling niet door ging. Dat was noch voor Burgemeester en Wethouders, noch voor de benoeanden aangenaam. Burgemeester en Wethouders hebben zich daarop over de circulaire van den Minister beraden en aangezien hun college de zaken der steunregeling tot hiertoe behandeld heeft, zijn zij tot de conclusie gekomen, dat het 't beste zal zijn, voorloopig er mede te blijven doorgaan. Burgemeester en Wethouders zijn er thans van op de hoogte en als zij er ande ren in betrekken zullen die zich weer eerst moeten inwerken. Uit het verder verloop zal dan kunnen worden nagegaan of er aanleiding is om een commissie te benoemen om Burge- i meester en Wethouders van advies te dienen. Er hebben zich echter omtrent de steunver- leening geen klachten voorgedaan, was dit j wel het geval, dan zou er te eerder aanleiding j zijn, om tot het benoemen van een commissie j over te gaon. De heer HAMELINK merkt op, dat er wel i klachten zijn, maar die klachten betreffen het uitgekeerde bedrag, en daaraan zal een com- 1 missie van advies ook niets kunnen verande- ren. De klachten gaan buiitenom het Orgaan zelf. De VOORZITTER: Ja, de regeling der uit- keeringen is door den Minister vastgesteld. Het schrijven wordt aangenomen voor ken- 1 nisgeving. j c. Een adres van de Afdeeling Ter Neuzen en Qmstreken van den Nederlandschen Bond van Koffiehuis, Restauranthouders en Slij- ters gevestigd te Amsterdam houdeiide ver- zoek te bepalen dat de peroeelen of gedeel- ten van perceelen, uitsluitend dienende tot uitoefening van het bedrijf van houd-er van een koffiehuis, restaurant of andere inriclh- ting tot het gebruiken van spijzen en dranken tegen ibetaling, worden gelijkgesteld hetzij met perceelen of gedeelten van perceelen. val- lende onder art. 11 2 letter a (huurwaarde voor een derde belastbaar) hetzij met die, vallende onder art. 11 3 eerste lid, letter a (huurwaarde voor twee derden belastbaar). Naar aanleiding van dit adres stellen wij U voor hierop niet in te gaan. De enonme uit gaven ten laste der gemeente komende be- treffende de kosten van steunregeling en werklocsheidsverzekering maken hot nood- zakelijk dat thans genietende inkomsten niet kunnen warden gemist. De heer D. DEES verklaart aanvankelijk het voomemen te hebben gehad het voorstel van Burgemeester en Wethouders te steunen, doch hij is hrj nadere overweging tot de con clusie gekomen, dat er in het adres toch een grond van billijkheid zit. De kwestie waar over het gaat is: dat het eene deel nering- doenden belasting moet betalen en het andere niet. Nu zeggen Burgemeester en Wethouders wel, dat ze de inkomsten hiervan niet kunnen missen, maar spreker vraagt, of een beslis- sing hieromtrent niet zou kunnen worden aangehouden en bij! de begrooting voor 1934 dit nog eens nader bekijken. Gaarne zou hij dan ook vememen welke schade de gemeente er van hebben zou, indien op het verzoek werd ingegaan. Hoe hoog is dat bedrag? De VOORZITTER: Dat is moeilijk te zeggen. De SECRETARIS: Het loopt in deze ge meente over 5 zaken. De VOORZITTER: Hieruit blijkt, dat het z66 geen vaart zal loopen. De heer D. DEES: Als er weinig zijn, is het des te gemakkelijker om er op in te gaan. Het gaat om het beiang van menschen die ook hun zaak drijven voor him bestaan. Ds VOORZITTER: Het is ook de vraag, of die menschen nu waarlijk zoo gedupeerd zijn, dat ze die belasting niet kunnen betalen. De heer D. DEES: Dat doet hier volgens mij weinig ter zake,' voor de een zal de zaak beter gaan dan voor de ander, maar dat is bij de winkeliers evenzoo het geval. Het is meer een kwestie van recht en billljkheid. De VOORZITTER: Ze leven natuurlijk allemaal onder dezelfde Irjn, en ze vragen het ook over de geheele lijn. Daarom stelde ik de vraag of. die verlaging voor hem nu z66 noodig is, dat er voor ons aanleiding is om daaraan adhaesie te kunnen schenken. De heer D. DEES: Ik zou het graag eens afzien tot bij de begrooting. De VOORZITTER: Ik wil er op wijzen, dat deze zaak toch hij de rijkswet is vastge- legd en dat men het daar toch wel van alle kanten heeft bekeken, want als er een be- zwaar in zat had men het daar wel anders vastgesteld. De heer D. DEES: Maar het is nu pas volgens een wet van 1933 dat er verandering in kan aangebracht worden; men heeft dat dus wel degelijk noodig geacht. De VOORZITTER: Men moet de wet be kijken, zooals die het altijd geregeld heeft en dan zijn de omstandigheden voor de betrok ken zaken in deze gemeente toch veel ver- beterd, omdat er zoo weinig zijn overgeble- ven. Hoe minder zaken er zijn, hoe beter het toch voor de anderen wordt. De heer BUIJZE: Ik had het eerst niet zoo bekeken, maar nu ik het betoog van den heer D. Dees hoor, ben ik ook tot de overtui- ging gekomen, dat het een kwestie van recht. en billijkheid betreft. Ik wist ook niet, dat deze gelegenheid pas tot stand gekomen was. Als de gemeenteraad deze zaak beoordeelt, moet hij niet van het standpunt uitgaan, dat dit aan de gemeente wat geld kan kosten, doch moeten wij ons wat hooger plaatsen en ons afvragen: is dat recht? En dan meen ik, dat het niet door den foeugel kan, en dat we om die enkele centen meer die regeling niet moeten handhaven. Ik zou het daarom nog eens willen aanhouden en dan de heeren verzoeken tegen de volgende vergadering met cijfers te komen, waaruit blijkt wat het voor de gemeente wegens lagere opbrengst der belasting kan kosten. Een winkel is een bedrijf, doch dat van een cafehouider ook. Men moet het uit een bil- hjkheidsoogpunt bezien. De laatstgenoemde zaken gaan, voor wat betreft hun inkomsten ook naar den lagen kant. .s we het er over eens zijn dat het onbill is, moeten we niet op een kleintje zien c het onreoht te herstellen. De heer WISSE verkla t, dat hetgeen hij hierover had willen naar oren brengen reeds ongeveer door de vorige sprekers is gezegd. Hetgeen Burgemeester en Wethouders naar aanleiding van het verzoek zeggen mag geen praeadvies genoemd worden. Ze zeggen niets anders, dan dat ze de inkomsten niet kunnen missen. Indien het zoo zou zijn, is het daar- mede uit. Maar het gaat toch over het bil- lijkheidsoogpunt en dan valt er over te pra ten. Hij zou ook gaarne zien, dat een beslis- sing werd uitgesteld en het adres door Bur gemeester en Wethouders nog eens in over weging werd genomen, opdat er bij de be grooting over zal kunnen beslist worden. De heer MAAS sluit zich aan bij de vorige sprekers en verlangt ook aanhouding. De heer A. DEES doet dit eveneens. De heer DE FEIJTER: Dan zouden we ook met cijfers voor den dag kunnen komen. De heer D. DEES wijst er op, dat het be- zwaar van adressanten gaat tegen de onbil- lijkheid, dat voor andere zaken niet moet wor den betaald en voor de hunne wel. Hij stelt voor, het adres nog eens naar Burgemeester cn Wethouders terug te sturen om nader ad vies en er dan in de volgende vergadering over te beslissen. De SECRETARIS ligt met verlof van den Voorzitter de vergadering in, dat hij de Wet van 1933 is bepaald, dat door den gemeente raad kan besloten worden de gedeelten van de perceelen dienende voor het uitoefenen van het bedrijf van cafd- en restauranthouders evenals de winkels lager kan worden aangeslagen voor den grondslag huurwaarde. Indien die loka- liteiten worden gerangschikt volgens art. 11, 2, letter a, worden ze slechts voor een derde belast, en indimi ze worden gerangschikt on der art. 11, 3, eerste lid letter a, zijn ze voor twee derden belastbaar. De gemeente zou dus, naar gelang van de rangschikking, een derde of twee derden van den aanslag wegens huurwaarde missen. Er is echter haast bij het nemen eener beslissing, aangezien de nieuwe heffing met 1 Januari a.s. in werking moet treden. Volgens de wet moeten wijzi- gingen vier maanden te voren worden vast gesteld, dat zou (jus geweest zijn 1 September 1.1. Voor deze kwestie is echter afwijking toegestaan, maar te lang kan het niet meer duren om voor 1 Januari a.s. gereed te zijn. De VOORZITTER acht het geen bezwaar de beslissing nog eens aan te houden, de be grooting zal wel z66 vroeg kunnen behandeld worden, dat het nog tijdig voor elkaar komt. De heer VAN HOEVE merkt op, dat het voorstel tot uitstel van het nemen eener beslissing van verdere strekking is dan dat van Burgemeester en Wethouders, en dus voorrang zou verdienen. Hij acht het thans echter zakelijker om tot uitstel van behan deling te hesluiten. De raad is met 10 leden tegenwoordig; indien over het voorstel van Burgemeester en Wethouders de stemmen zouden staken moet de beslissing toch tot de volgende vergadering worden aan gehouden. Met algemeene stemmen wordt thans tot aanhouding besloten. 4. Een adres van de Internationale schip- pers-vereeniging te Rotterdam houdende ver zoek om verlaging van het havengeld. Burgemeester en Wethouders stellen voor ook op dit verzoek niet in te gaan. iDe VOORZITTER: Dit is ook weer zoo, we kunnen niet verlagen omdat we de centen hard noodig hebben. iDe heer MAAS: We moeten als leden van den raad zeker voor de inkomsten zorgen, maar we mogen ook wel eens bedenken, d&fc er arme schippers zijn, die ook hard voor hun bestaan moeten werken. Ik zal me echter niet tegen het voorstel vexzetten. De heer HAMELINK zou met de strekking van het adres kunnen instemmen, indien de verlaging ook aanleiding kon geven tot een drukker gebruik van de haven, maar dat ver wacht hij er niet van. De scheepsvrachten worden thans door een commissie vastgesteld; het eenige gevolg van verlaging van het havengeld zou zijn, dat de schippers iets meer geld in hun zak houden. De heer D. DEES: Het havengeld is hier toch ook niet zoo danig zwaar? En de haven kost aan de gemeente geld voor onderhoud. Daar kun je niet op ingaan. De heer HAMELINKHet tarief van haven geld verhoudt zich voor onze gemeente zoo wat in het midden, er zijn hoogere, maar ook lagere. De VOORZITTER: Vroeger was de haven een bron van inkomsten, doch die zijn steeds verminderd, terwijl de lasten dezelfde zijn en de haven dus al gauw verlies zou gaan brengen. Het afwijzend voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. e. Een schrijven van de Provinciale Com missie voor werkloozenzorg van het N.V.V. en de S.D.A.P. te Vlissingen, houdende verzoek om een steunregeling en/of werkversehaffing vast te stellen of gereed te hebben en voorts het verzoek om te willen hesluiten: a. landarbeiders, die werkloos worden met iwerkverschaffing te helpen, waarin een loon kan worden verdiend van ten minste if 12 per week van 48 werkuren; b. wanneer geen werkverschaffingsobjecten voorhanden zijn, voor de werklooze land arbeiders een steunregeling vast te stel- ilen met een norm van: il. Voor hen, die tegen de gevolgen van werkloosheid verzekerd zijn: a. gehuwden en kostwinners f 8,per week plus 0,75 per gezinslid boven de twee personen; b. kostgangers S 6,per week. 2. Voor de overigen: a. gehuwden en kostwinners f 7,per week plus 0,50 per gezinslid boven de twee personen; b. kostgangers 5,per week; c. Aan de gehuwden en kostwinners, die in werkverschaffing werken, uitkeering ont vangen uit de werkloozenkas of een crisis- steunregeiing, een brandstoffenbijslag uit )te betalen van f 1,per week; d. voor vak- en industrie-arbeiders dezelfde maatregelen te nemen, doch de steunnorm en/of het loon in de werkverschaffing voor deze arbeiders vast te stellen na gepleegd overleg met hun resp. vakorganisaties. Burgemeester en Wethouders stellen voor dit adres aan te nemen voor kennisgeving, ver- mits de Minister van Sociale Zaken de steun- normen voor deze gemeente heeft vastgesteld en in deze gemeente geen werkverschaffings objecten voorhanden zijn. De heer BUIJZE zal over werkverschaffing of steunnormen maar niets meer zeggen, dat is hier al uit den treure behandeld. Maar toch zou hij gansch dit schrijven niet voor kennisgeving willen aannemen. Hij wil de aandacht vestigen op letter c, betreffende het uitreiken van een brandstoffentoeslag, zooals dat in het adres staat omschreven. Hij zou willen dat aan alien, die op eenigerlei wijze werkloos zijn, en die trekken van de steun regeling of de werkloozenkas of die bij de werkverschaffing werken wekelijks een kolen- bon van f 1,zal worden verstrekt, en pro- beeren of de gemeente daarvoor van den Minister subsidie kan krijgen. Als men dit nu weer laat zakken tot de volgende vergadering, dan wordt het te laat en is daaraan niets meer te doen. De steunnormen zijn zoo laag moge lijk. Er zijn menschen die reeds een half jaar zonder werk loopen en nog geen uitzicht heb ben op werk, terwijl anderen die thans wel werk hebben, weten dat dit maar voor enkele dagen is. Die menschen zijn niet in de gele genheid om voor den winter kolen te koopen en als de koude intreedt kan men ze toch. niet zonder verwarming in de kou laten zit- ten, dan moet de gemeente toch ingrijpen, doch dan voor de voile 100 de kosten dragen, terwijl, als het mogelijk zou blrjken een door den minister goedgekeurde regeling te krijgen, een deel der kosten door het rijk wordt gedragen. Hij zou dus wenschen dat aan den Minister goedkeuring werd gevraagd op een regeling voor het verstrekken van een kolenbon ad /I per week aan de steuntrek- kers en alien die het verder noodig hebben. De heer MAAS sluit zich bij het betoog van den heer Buijze aan. H(j zou echter nog verder willen gaan en ook nog eens over werkverschaffing spreken. Hij weet daarvoor een mooi object, n.l. het rioleeren van hut-, gehucht Othene. Wanneer dat dezen winter werd uitgevoerd, hadden de werkloozen een mooi object om te werken. Hij zou gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders daar voor eens een begrooting van kosten maakten en dat dan voor dat werk het loon zou worden uibbetaald dat in deze gemeente vaststaat, opdat de menschen 12 zouden kunnen ver dienen, ze kunnen die goed gebruiken^ en zullen er dan over tevreden zijn. Ook kan hij er zich goed mede vereenigen, dat aan werklooze kostwinners f 8 zou wor den uitgekeerd, benevens 75 cent per gezins lid boven de 2 personen. De menschen kun nen dat best gebruikeci. Er zijn er die wel al 9 maanden werkloos zijn. Alles wordt duurder. Het brood is, naar hij vemam, cok weer 2 cent opgeslagen. Bionenkort volgt de suiker, terwijil vleesch, vet en boter allemaal zijn gestegen en hoe langer iemand werklooa is, hoe kwader het voor zoc'n gezin wordt. De Minister heeft de regeling vastgesteld, maar hij gaat thans nog verder, door minder steun te geven aan de menschen die een eigen woning hebben. Dat doet een mensch zeer. Die menschen hebben, -om een woning eigen te krijgen hard gewerkt, in den zomer scms we: al vanaf 3 uur in den morgen in het vlas en in het najaar in de peeen, spreker heeft dat ook meegemaakt en dat is met geen pennen te beschrijiven. Men zou het in die menschen moeten prijzen dat ze op die manier voor zich- zelf hebben gezorgd en nu worden ze afge- scheept met een lagere uitkeering als beloo- ning voor hun spaarzaamheid. Het is voor spreker zoo wonderlijk, dat er mensGhelijker wijs altijd zoo'n groot verschil wordt gemaakt tusschen de werkmenschen en de hooge heeren. Hij wijst tegenover de behacideling dier werkloozen op den heer Idenburg, die pensioen geniet als gourernaur- generaal van Nederlandsch-Indie, als gouver- neur van Suriname, als kapitein van het Nederlandsch-Indisch leger, als oud-minister als lid der Eerste Kamer en op die wijze een salaris geniet van zoo wat 3000 tot 4000 per maand. En de burgemeester van Zaun- dam, die als zoo danig 6000 krijgt, benevens 4600 als Kamerlid en die te Rotterdam 50 eigen woningen heeft staan, die ieder 5 per week opbrengen, hetgeen alleen f 250 per week is. Die inkomens en pensioenen moeten allemaal

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5