ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Miin Eiland w ATA f Eerste Blad. alleen qemak geeft^v^ Geeft ook een gerust gevoel Krijgt U onverwacht visite, NooitzitU met vuile boel. No. 9048 VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933. 73e Jaargang BIHNEMLAMP FEUILLETON BtHTIHLAKD ATAschuurt en reinigt alles! onto 38150 TELEFOON No. 25. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMFNTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maandea Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Cltseefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f tD.20 KLEINE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling. Grootere letters en clichS's worden naar plaatsruimte berekend Handel3advertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. DR. COLIJN TE PARIJS. De voorzitter van den Raad van Ministers, Dr. H. Colijn, is Woensdagmorgen tegen half twaalf uit Londen op het Parijsche vliegveld De Bourget aangekomen. DE AGENT BAAS. Dinsdag was het 6<5n jaar geleden dat de agent van politie H. Baas, die tengevolge van een moordaanslag op den dag van de opening van de Staten-Generaal, terwijl hij op Heeren- gracht op post stond, zwaar gewond werd, aan de gevolgen van die verwondingen over- leed. Een inspecteur van politie alsmede en- kele agenten dienstdoende aan de afdeeling Verkeerswezen hebben Dinsdagmorgen op zijn graf op de algemeene begraafplaats een krans gelegd. CONTINGENTEERING ROGGEBLOEM EN ROGGEMEEL. In een nota naar aanleiding van het ver- slag zegt de minister o.m.: De overschrijding van het toegestane in- voercontingent roggemeel en roggebloem, welke in den aanvang dezer contingenteering plaats vond, heeft de minister gemeend te moeten toelaten, teneinde bij dezen invoer be- trokken importeurs voor aanzienlijke nadee- len te behoeden. Op het oogenblik, waarop deze contingenteering in werking trad, waren nog belangrijke zendingen ten uitvoer naar Nederland onderweg; indien invoer dezer par- tijen meel niet zou zijn toegestaan zouden deze voorraden aan bederf zijn prijsgegeven, zoodat er te meer aanleiding was om in den aanvang van deze contingenteering met be- trekking tot overgangsmoeiiykheden een cou- lante houding aan te nemen. Thans echter doet de werking van den onderhavigen maat- regel zich ten voile gevoelen en wordt vrijwel geen roggemeel meer ingevoerd. Wat betreft het gebruik van roggebloem in het brood, merkt de Minister op, dat vooral in de eerste maanden van het jaar 1933 dit gebruik sterk was toegenomen. Sommige bak- kers voegden aan het tarwebloem A 20 pet. roggebloem toe. Door den steeds toenemenden invoer van roggebloem zou op den duur aan de werking van de tarwewet belangrijk af- breuk worden gedaan, indien niet tot contin genteering ware overgegaan. De vrees, dat het gebruik van roggebloem bij de broodbereiding de werking van de tarwewet in gevaar zal brengen, behoeft thans niet meer te bestaan Overigens zal, ook indien de jaarlijksche invoer van roggebloem overeenkomstig het vastgesteld percentage zal blijven plaats heb ben, de werking van de tarwewet eventueel de afzet van tarwebloem, niet noemenswaard worden beinvloed. In het contingent toch is begrepen rogge bloem, bestemd voor de koekbereiding, en neemt men in aanmerking, dat de jaarlijksche behoefte aan tarwebloem in ons land plm. 550.000 ton bedraagt, dan behoeft het geen nader betoog, dat de invoer van nog geen 800 ton roggebloem op die behoefte van zoo goed als geen invloed is. Het is onjuist, dat nog groote hoeveelheden tarwe van den oogst 1932 voorradig zijn. De leverbare hoeveelheid van dien oogst bedraagt ongeveer 340.000 ton. Daarvan is thans reeds geleverd een hoeveelheid van 330.000 ton. Indien de omstandigheden ten aanzien van het broodverbruik geen wijziging ondergaan, kan met voldoende zekerheid worden gezegd, door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 24) (Vervolg.) ZEVENDE HOOFDSTUK. „Ik zal vaamorgen maar eens naar Pen Mill gaan", bedacht ik onder het ontbijt. Bascomb, die juist het een en ander aan het wegruimen was, hield midden in zijn werk op en keek me aan. „Is u dan met de lunch terug, m'neer?' informeerde hy. ,,Ik wou juist een lekkeren eendvogel braden". ,,Dan kom ik zeker terug", verklaarde ik. ,,Maar reken dan op half twee anders heb je kans, dat je 't warm moet houden". „Goed meneer", zei hij, terwijl hdji een blad met schaaltjes opnam. „Dan zal ik zorgen, dat ik 't om half twee klaar heb en dan zal 't wel naar uw zin zijn ook. Ik heb heel wat eendvogels voor Mr. Jannaway gebraden 't Was een tractatie voor 'm". ,,Dat is dan een familie-zwak", zei ik lachend. Bascomb verdwecn naar de keuken en ik gooide de .Daily Mail", die dien morgen but tengewoon vervelend was, ongeduldig neer en ging naar het raam. Twee dagen waren er verloopen sedert ons gesprek en tot dusver was er niets gebeurd, dat het tafreel van landelijke rust en tevredenheid, door Ross ge- schetst, verstoord had. Mijn omgeving was nog nieuw voor me en ik had meer dan ge no eg te doen. Ik had de papieren van mijn oom nagekeken, wat in den tuin gewerkt en een paar buitengewoon gezellige tochtjes ge dat ook de levering van den tarweoogst van 1933 zal plaats hebben, zooals het met de tarwe van den oogst van 1932 het geval was, ook omdat de kwaliteit van den tarweoogst van 1933 voor die van den oogst van 1932 waarschijnlijk niet zal onderdoen. Wat aangaat de vraag van enkele leden, of de contingenteering van den invoer van rogge bloem of roggemeel nog wel reden heeft nu een graanmonopolie is ingesteld, merkt de Minister op, dat inderdaad krachtens de Land- bouwerisiswet 1933 en het Crisismonopolie- besluit 1933 invoerbeperking zou kunnen plaats vinden. Voorhands geeft hij er de voorkeur aan den bestaanden maatregel krachtens de Crisisinvoerwet te handhaven; intusschen wordt overwogen of er redenen van practi- schen aard zijn om de regeling te veranderen. OVERZICHT VAN DE WERKLOOSHEID IN NEDERLAND. Bij 153 organen der openbare arbeidsbe- middeling stonden op 9 September 1933 in totaal 305.106 werkzoekenden ingeschreven, w.o. 289.753 mannen. In totaal waren werk- loos 278.780 personen, waaronder 268.843 mannen. Op 26 Augustus 1933 bedroeg het aantal ingeschrevenen bij een ongeveer gelijk aantal organen der openbare arbeidsbemidde- ling 306.507 personen. Hiervan waren werk- loos 279.909 personen, waaronder 270.528 mannen. Het totaal aantal werkzoekenden is derhalve sedert 26 Augustus 1933 verminderd met 1129, het aantal werkloozen met 870. DE POLITIEKE RELLETJES TE GENT. La verband met de mobilisatie van de Dinaso-militie, welke binnenkort te Gent, ter gelegenheid van de officieele opening van het Dinasohuis aldaar, zal plaats hebben, worden nieuwe en ditmaal zeer emstige relletjes ge- vreesd, daar de sociaal-democratische ver- weer-afdeelingen van zieis blijken te zijn zich dienzelfden dag, in massa naar Gent te be- geven. Door den burgemeester is dan ook besloten tot de afkondiging van den staat van beleg over te gaan. DUITSCHLAND HEEFT ENGELANDS SYMPATHIE VERSPEELD. De bisschop van Winchester heeft Dinsdag zijn stem laten hooren in de ontwapenings- kwestie en aan de regeering aangeraden de strijdmachten van het land niet verder te ver- minderen tenziji andere naties kunnen wor den aangespoord in dezelfde richting te gaan. De bisschop sprak in een keirkvergadering van zijn bisdom. Hij verklaarde ook nog, dat de sympathieen van de meeste Engelschen een jaar geleden bij de Duitschers waren, maar dat de wederopleving van oorlogs- zuchtig nationalisme in Duitschland hevige reactie in Engeland had veroorzaakt wan- men nu weer geheel op de hand van de Fran schen was. De bisschop kon sympathiseeren met en bewcodering hebben voor de jeugd van een land, die zich oprichtte in krachtige verdediging van het vaderland, maar de sym pathieen, die hadden kunnen worden bewon- derd door het jeugdig patriotisme van de Nazi-beweging waren geheel verloren ge- gaan door de Jodenvervolging en de wreed- heden, die tegen politieke tegenstanders wer- den tentoongespreid, onderdrukking van indi- vidueele vrijheid en de pogingen de onafhan- kelijkheid van Oostenrijk te vemietigen. Europa bevond zich plotseling in het aan gezicht van het oude vechtlustige Pruisen- dom, dat naar men dacht door den oorlog was maakt in een kleine zeilboot, die ik in het bootenhuis gevonden had. Maar door de een of andere onbekende oor- zaak was ik dien morgen in een avontuurlijke stemming wakker geworden. Dit rustige be- staantje was goed en wel, maar er zijn van die pretjes, die een mensch te duur te staan kunnen komen. Ik ben een vurig aanhanger van de leer: ,,help uzelf, zoo helpt u God," en ik was wis en zeker niet van plan om kalm te gaan zitten en niets te doen, terwijl mijn vijanden een plan de campagne beraamden voor een tweede poging, om me van het aard- njk te verdelgen. Onder het aankleeden had ik besloten, dat een onderzoekingstocht naar het ,,vasteland" dien morgen aan de orde was. Natuurlijk zou ik voorzichtig te werk moeten gaan, want als ik het geval goed zag, kon ik bij elk van mijn bewegingen op groote belangstelling van den vijand rekenen. Maar dat maakte den tocht des te aantrekkelijker en toen ik voor het raam de beste ,,methode" stond te overden ken voelde ik me, voor het eerst na dagen, werkelijk opgewonden. Eerst moest ik zien te weten te komen, of de Roda zich ergens in de buurt ophield. Dat zou me niet moeilijk vallen, want de aanwe- zigheid van een ,,vreemde" in een schaars bevolkte streek als Pen Mill is een opwindend evenement, iets, dat besproken en beeritiseerd wordt tot in het oneindige en dat den klan- ten van het ,,Wapen van Danewell" het verzamelpunt van het bemoeizieke contingent van de bevolking een onuitputtelijke stof voor verhalen en gevolgtrekkingen geeft. Je hoefde daar maar iets te gaan zitten drinken, en je kon er zeker van zijn, dat de actueelste nieuwtjes ter sprake zouden komen. Een half uur later zat ik in de sloep en roeide op mijn gemak naar den overkaat. Met uitzondering van een paar barken met roestbruine zeilen, die van den vloed gebruik maakten om Pen Mill uit te komen, had ik de geheele baai voor mezelf. Ik scharrelde tusschen hen door en stuurde op den steenen steiger af, waar een groep jengens met ge- bruinde gezichten en gebleekte haren myn gekalmeerd en enderdrukt. Onder deze om standigheden aarzelden de naties uiteraard de belofte te geven voor onmiddellijke wapen- vermindering. Tenzij de Ontwapeningsconfe- rentie overeenstemming bereikt over de be- perking van de bewapening zou niet de naties weerhouden den bewapeningswedijver te her- vatten. DE STRIJD TEGEN DE TIENDEN. De strijd tegen de betaling der tienden in Engeland gaat nog altijd door. Dinsdag is weer eens een nieuwe plageriji toegepast op een deurwaarder, die kwam trachten vijf-en- dertig pond voor achterstallige tienden te innen door een beslaglegging op een taoer- derij te Berkshire, ten bate van Queen's College te Oxford. Het slachtoffer was de voorzitter van de vereeniging van tiend- betalers. De auto van den deurwaarder werd onder de teer gezet en daama werden er veeren over uitgeschud. De papieren die hij in de auto had aehtergelaten, waren in het rond gestrooid en met teer begoten. De voorzitter van de vereeniging zeide, dat hij hiervan niets geweten had en dat hij zulke middelen afkeurt. De politie tracht thans de daders in handen te krygen. VLIEGTUIGONGELUKKEN BIJ DE ENGELSCHE VLOOTMANOEUYRES. De Engelsche luchteskaders, die van de ge- meenschappeiyk vlootmanoeuvres uit Schot- land terugkeerden, hebben Dinsdag eenige zware verliezen geleden. Nabij Northumber land raakten de vliegtuigen in een dichten mist. Een bombardementsvliegtuig stortte neer en vloog in brand. De beide inzittenden kwamen in de vlammen om. Een ander vlieg- tuig stortte eveneens neer en werd ernstig beschadigd. .Een derde vliegtuig werd bij een noodlanding zoo goed als geheel vemield, ter wijl een vierde vliegtuig vermist wordt. In totaal moesten 11 vliegtuigen noodlandingen maken. EGYITE EN ENGELAND. De jongste kabinetscrisis in Egypte vestigt schrijft de N. R. Crt. weer eens de aan- dacht op de betrekkingen die er nog altyd tus schen dat land en Engeland bestaan. Wel is het protectoraat, dat in December 1914 was afgekondigd, in 1922 opgeheven en is Egypte dus al elf jaar lang eef. onafhankelijke sou- vereine staat, maar daarmee zijn de bemoei- ingen van Engeland nog niet ten einde. Biij de onafhankelijkheidsverklaring behield Enge land zich de maatregelen tot beveiliging van de communicatiewegen van het Britsche Ryk in Egypte voor, evenals de verdediging van het land tegen buitenlandsche aamvallen of inmenging, de bescherming van buitenlanders in Egypte en nationale minderheden en het opzicht over den Soedan; alles tot tyd en wijle een vrije bespreking en vriendschappe- lijke regeling tusschen beiderzijdsche regee- ringen mogelijk zou zijn. We hebben onlangs nog herinnerd aan de pogingen van Zagloel pasja en latere ministers om tot een verge- lijk te komen dat de souvereiniteit van Egypte ook practisch zou verwezenlijken. Tot dus ver is men er nog niet in geslaagd een for- mule te vinden, waarbiji zoowel die Engelsche belangen verzekerd blijven als Egypte de langbegeerde bevrijding wordt geschcnken van de Engelsche troepen. Dat blijft toch wel het groote struikelblok zoowel voor een definitief vergelijk met Engeland als voor een oplossing van de binnenlandsche moeilijk- heden. Welke wijzigingen de grondwetsher- ziening van 1930 ook gebracht moge hebben, het is aan geen twijfel onderhevig of waar- lijk vrije verkiezingen zouden een groote meerderheid geven aan de beide partijen, die de constitutioneeie methoden voorstaan, te manoeuvres met belangstelling stonden gade te slaan. Toen ik aanlegde ontdekte ik in die groep het lichtelijk besmeurde gezicht van mijn vriend Jimmy. „Hallj James," zei ik, terwyi ik hem de vanglijn toegooide. ,,Ik kom om een uur terug. Laat de riemen niet wegpakken." ,,Ik zal d'r wel op passen, m'neer," ver- zekerde hij mij met zijn hooge jongensstem. Meteen stompte hij zijn vriendjes onceremo- nieel op zij, trok de boot een eind voort en maakte haar op een veilig plaatsje vast. Op de bovenste tree van de steigfptrap bleef ik staan en verkend'e onder het aan- steken van mijn pijp, het bewuste grasveld langs de baai. Het zag er ongevaarlijk uit; de eenige „bewoners" waren een kind van een jaar of drie en een oude suffige ezel en in het rustige weten, dat van dien kant geen gevaar dreigde, ging ik de trap naar de henberg op. In de gelagkamer zaten al twee vroege klanten. De een was een kleine man in 't zwart met een smal, cngezond gezicht. Hij had een piekerige roode snor en hij droeg zijn dophoed achter op zijn hoofd. De tweede was een gezellige, dikke baas in een blauwe trui, met een klein, zwartgerookt steenen pijpje tusschen zijn tanden, waaruit hij groote, witte wolken te voorschijn tooverde. Allebei zaten ze bij het raam en ze waren blijkbaar druk in gesprek geweest met den waard, die voor de toonbank de nikkelen bierkranen stond op te wrijven. „Morgen!" zei ik, met een knikje voor alle drie de aanwezigen tegelljk. Ik voelde dat ik nieuwsgierig opgenomen werd. Maar tegelijk kreeg ik van alle drie een beleefden groet terug. „Een fleschje stout" bestelde ik. ,,Dat is voor 's morgens de beste drank." De kleine man in het zwart snoot luid- ruchtig zijn neus. „Ik benijd u, meneer," verklaarde hij def- tig. „Ik zou zelf 's morgens ook graag bier drinken maar dat slaat meteen op m'n lever Daar heb u zeker geen last van?" V. E.Ostcrmann ACo's Handal Mij-N-V.^Amstcrdam. FabrieKan ie Juiphaas bij Uirecht Ingez. Med. weten de nationalisten, anders gezegd de Wafd, en de liberalen, die evenals de Wafd streven naar het verkrijgen van de onafhan- keljikheid zoowel van Egypte als den Soedan zy het langs den weg van een gematigde politiek en door een reeks van opeenvolgende verdragen met Engeland, en welke party in 1931 met de Wafd besloten heeft niet aan de verkiezingen deel te nemen. Zoolang echter de Koninklijke kabinetten van dezen tijd En gelsche troepen achter zich hebben, die zij dadelijk te hulp kunnen roepen om wanorde- lijkheden te voorkomen, is er weinig kans op, dat de Koning en zijn raadslieden zullen be- sluiten van koers te veranderen. Wie premier is, hetzij hij Sidky heet of Yehia, de onnatuurlijke toestand blijift be staan, dat de regeering in handen is van een minderheid, die zich alleen weet te handhaven doordat zij verzekerd is van gewapende hulp van een vreemde mogendheid. Sinds de onaf hankelijkheidsverklaring bemoeit Engeland zich in naam niet meer met de Egyptische politiek, de facto echter blijft het door zijn positie daar een machtige factor. Het be- richt 'over de samensteliling van het nieuwe kabinet heeft ons nog niet bereikt. Wat daarvan evenwel verluidde tot dusver, wijst er op, dat het in karakter weinig van dat van Sidky pasja zal verschillen, maar dat het door zijn samensteliling over meer innerlijke kracht zal bescbikken. Yehia, die van Juni 1930 tot Januari van dit jaar minister van buitenlandsche zaken is geweest, heeft onder de politici van zijn land ook buiten de regee- ringskringen een goeden naam. Dat is in deze omstandigheden veel waard, want de oeccno- mische crisis is ook Egypte niet voorbijge- gaan. Bezuinigingen zijn er evenzeer noodig als elders en op dit gebied is de vorige re geering niet doortastend genoeg geweest. Van Yehia verwacht men een krachtiger optreden met name ook tegnover de ambtenaren, van wier steun Sidky pasja zoozeer afhankeliijlk was dat hij hen te veel naar de oogen moest zien. In de Wafd is men langzamerhand wel gaan inzien, dat de onthouding aan het par- lement de positie der partij niet versterkt, en in den strijd tegen de van boven opgelegde grondwet geen doeltreffend middel is. Men wil daar langs constitutioneelen weg wel weer ,,Ik weet niet waar het bij mij op slaat", zei ik lachend, ,,maar het resultaat laat niets te wenschen over." De waard schroefde een fleschje los en schonk den inhoud langzaam in een tumbler. „U neemt niet genoeg lichaamsbeweging, Mr. Watson," zei hij. ,,,Niemand kan bier drinken, die den heelen dag op een kantoor zit. U moet meer beweging in de buiten- lucht nemen, zooals George hier." De oude zeerob knikte instemmend. ,,Zoo is 't", zei hij. „Bier bekomt mij altoos best. En ik heb in me leven heel wat gedronken heel wat asjeblieft!" Met een spijtig hoofdschudden hief de kleine man zijn glas whisky-soda op. ,,Hoe kom je aan lichaamsbelweging, als je makelaar in huizen bent," zei hij. „Nee dan moeten we 't maar doen met whisky en een heeleboel water. Ik betaalde en ging met mijn glas naar een van de leege tafeltjes in den uitbouw. In het voorbijgaan nam ik een krant uit den houder een voddig weekblad -de „Shalston Gazette" genaamd en toen ik op mijn ge mak zat verdiepte ik me met ware doods- verachting in de advertenties. Nog een paar minuten bleef het stil. Mijn binnetikomen had te storend gewerkt. Maar toen opeens begon de waard, of hij een even te voren afgebroken gesprek voortzette, tegen Mr. Watson: „Wat ik niet begrijp is, waarom ze juist „De Laurieren" genomen hebben. Dat heb nou niets van 't soort buiten dat je zou den- ken, dat een heer mooi zou vinden." „Die menschen van mij vonden 't juist bui tengewoon mooi," grinnikte de kleine man, „of eigenlijk mooi, of niet mooi, dat ken hun niet schelen. Ze moesten een huis met uit- zicht op de baai hebben. De rest kwam er niet op aan." Mijn hart began te bonzen, want ik begreep onmiddellijk, dat ze het over de Roda hadden. En de volgende opmerking van den waard maakte aan alien twijfel een eind. „Misschien heb-ie als vreemde geen gemak- ken en zoo noodig. Maar van de vocht zal-ie den strijd voortzetten, Ook op dit gebied is voor het nieuwe kabinet een taak weggelegd. Door een verstandige regeeringspolitiek kan. het streven naar terugkeer van wat men zou kunnen noemen normale parlementaire be trekkingen, die den weg zullen moeten banen voor een vergelijk tusschen den Koning en zijn ministers met de vertegenwoordigers van den volkswil. Zoolang men steunen kan op de Engelsche bajonetten, is men wel verzekerd van het handhaven van zijn macht, maar schept men op den duur een toestand van be- dwongen verzet, die te eeniger tijd gevaarlijk moet worden. Het is onvermijdelijk dat te zijmer tijd de betrekkingen tusschen Engeland en Egypte aan een herziening worden onderworpen en de kans is groot, dat hoe de regeling ook uit- valt, de hoop op steun van Engelsche troe pen in zuiver binnenlandsche kwesties daarbij voorgoed voor de regeering zal verdwtjnen. Als het zoover komen zal, is een toestand als de huidige op den duur ondenkbaar. De minister, die het wel met zijn land meent, zal dus moeten aansturen op een terugkeer tot normale toestanden. Hij die dat bewerkt, zai zich niet alleen verdiecistelijk hebben gemaakt voor zijn land maar zal bij volgende onder- handelingen ook tegenover Engeland veel sterker staan. SOBERHEIDSDAG IN DUITSCHLAND. Zondag a.s., den dankdag voor den oogst zal overal in het rtjk voor de eerste maal het „Einitopfgericht" op tafel komen. De maaltijd zal dus slechts uit dfen spijs bestaan, en het doel is, dat het daardoor uitgespaarde bedrag zal worden geschcnken ten bate van het win- terhulpwerk, voor den strijd tegen honger en koude. Verwacht wordt, dat niemand dien dag meer dan 50 pfennig voor zijn middagr maal zal uitgeven. Ook met de restaurants- is een regeling getroffen, waartoe zij in drie- klassen zijn verdeeld. In die der eerste klasse moet 60 pf., in die der tweede een mark voor een maaltijd worden betaald. Wat meer dan 50 pf. wordt betaald komt aan het bulpfonds. In de restaurants der derde klasse moet de gewone menuprijis worden berekend. Is deze b.v. 3 mark, dan wordt 2.50 mark gestort in de kas van het fonds, enz. toch wel last hebben vooral als we zoo'n zomer als verlejen jaar krijgen." „Dat moet hij weten" zei de ander. ,,Hij heeft 't huis gezien, voor-ie het contract tee- kende. En 't kan mijn niks meer schelen, want hij heeft zes maanden huur vooruit be taald." „Waar denkt u dat-ie vandaan komt, Mr. Watson?" vroeg de man met de blauwe trui. ,,iSommigen zeggen, dat 't een Fransoos is, maar daarvoor is-ie veels te geel in zijn ge zicht.. Eerder een Italiaander zou ik denken." „Hij is geen van tweeen," zei Mr. Watson beslist. „Hij is een Spanjaard dezelfde landaard als die kerels, die de uien rond- brengen." ,,Wat u zegt een Spanjaard!" verwon- derde de waard zich. „Een Spanjaard! En kon u 'm verstaan?" Mr. Watson zoog zijn onderlip naar binnen. ,,'n Beetje," zei hij voorzichtig. ,,Den eers- ten keer was 't een toer, maar den tweeden keer bracht-ie zijn nichtje mee, en toen ging het beter. Met haar had ik heelemaal geen moeite o, nee. Ze sprak Engelsch, net als u en ik." „Dat is zoo", beaamde de zeeman, ijverig knikkende. „Eergisteren nog is ze bij: me ge weest zocht een boot om mee te zeilen. Een knappe meid... en zeilen kan ze asjeblieft!" ,,Ik hou d'r niet van dat vrouwen zulke din- gen doen", zei Mr. Watson afkeurend. Zeilen! Vandaag of morgen verdrinken ze. Let op mijn woorden." ,,Zij niet", zei de ander .beslist. ,,Zij niet. Ze zwemt als een otter. Elken morgen voor 't ontbijt gaat ze zwemmen. En vanmorgen zoo waar 'k hier zit ik stead beduusd te kijken was ze heelemaal in het kanaal." Ik sloeg mijn eene been over het andere en probeerde, met de krant voor mijn gezicht, onverschillig te doen. Dat was boffen! Ik kon bijna niet gelooven, dat het waar was. Zonder dat ik een vraag had behoeven te doen, was ik, knal, boem! tegen alle inlichtingen opge- loopen. En ik had moeite, om mijn opwinding voor het uiterlgk de baas te blijven. (Wordt vervolgd. j

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1