ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Miin Eiland
w ATA f
Eerste Blad.
alleen qemak geeft^v^
Geeft ook een gerust gevoel
Krijgt U onverwacht visite,
NooitzitU met vuile boel.
No. 9048
VRIJDAG 29 SEPTEMBER 1933.
73e Jaargang
BIHNEMLAMP
FEUILLETON
BtHTIHLAKD
ATAschuurt en reinigt alles!
onto 38150 TELEFOON No. 25.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMFNTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maandea Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Cltseefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80
Voor elken regel meer f tD.20
KLEINE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en clichS's worden naar plaatsruimte berekend
Handel3advertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DR. COLIJN TE PARIJS.
De voorzitter van den Raad van Ministers,
Dr. H. Colijn, is Woensdagmorgen tegen half
twaalf uit Londen op het Parijsche vliegveld
De Bourget aangekomen.
DE AGENT BAAS.
Dinsdag was het 6<5n jaar geleden dat de
agent van politie H. Baas, die tengevolge van
een moordaanslag op den dag van de opening
van de Staten-Generaal, terwijl hij op Heeren-
gracht op post stond, zwaar gewond werd,
aan de gevolgen van die verwondingen over-
leed. Een inspecteur van politie alsmede en-
kele agenten dienstdoende aan de afdeeling
Verkeerswezen hebben Dinsdagmorgen op zijn
graf op de algemeene begraafplaats een krans
gelegd.
CONTINGENTEERING ROGGEBLOEM EN
ROGGEMEEL.
In een nota naar aanleiding van het ver-
slag zegt de minister o.m.:
De overschrijding van het toegestane in-
voercontingent roggemeel en roggebloem,
welke in den aanvang dezer contingenteering
plaats vond, heeft de minister gemeend te
moeten toelaten, teneinde bij dezen invoer be-
trokken importeurs voor aanzienlijke nadee-
len te behoeden. Op het oogenblik, waarop
deze contingenteering in werking trad, waren
nog belangrijke zendingen ten uitvoer naar
Nederland onderweg; indien invoer dezer par-
tijen meel niet zou zijn toegestaan zouden
deze voorraden aan bederf zijn prijsgegeven,
zoodat er te meer aanleiding was om in den
aanvang van deze contingenteering met be-
trekking tot overgangsmoeiiykheden een cou-
lante houding aan te nemen. Thans echter
doet de werking van den onderhavigen maat-
regel zich ten voile gevoelen en wordt vrijwel
geen roggemeel meer ingevoerd.
Wat betreft het gebruik van roggebloem in
het brood, merkt de Minister op, dat vooral
in de eerste maanden van het jaar 1933 dit
gebruik sterk was toegenomen. Sommige bak-
kers voegden aan het tarwebloem A 20 pet.
roggebloem toe. Door den steeds toenemenden
invoer van roggebloem zou op den duur aan
de werking van de tarwewet belangrijk af-
breuk worden gedaan, indien niet tot contin
genteering ware overgegaan. De vrees, dat het
gebruik van roggebloem bij de broodbereiding
de werking van de tarwewet in gevaar zal
brengen, behoeft thans niet meer te bestaan
Overigens zal, ook indien de jaarlijksche
invoer van roggebloem overeenkomstig het
vastgesteld percentage zal blijven plaats heb
ben, de werking van de tarwewet eventueel
de afzet van tarwebloem, niet noemenswaard
worden beinvloed.
In het contingent toch is begrepen rogge
bloem, bestemd voor de koekbereiding, en
neemt men in aanmerking, dat de jaarlijksche
behoefte aan tarwebloem in ons land plm.
550.000 ton bedraagt, dan behoeft het geen
nader betoog, dat de invoer van nog geen 800
ton roggebloem op die behoefte van zoo goed
als geen invloed is.
Het is onjuist, dat nog groote hoeveelheden
tarwe van den oogst 1932 voorradig zijn. De
leverbare hoeveelheid van dien oogst bedraagt
ongeveer 340.000 ton. Daarvan is thans reeds
geleverd een hoeveelheid van 330.000 ton.
Indien de omstandigheden ten aanzien van
het broodverbruik geen wijziging ondergaan,
kan met voldoende zekerheid worden gezegd,
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
24)
(Vervolg.)
ZEVENDE HOOFDSTUK.
„Ik zal vaamorgen maar eens naar Pen
Mill gaan", bedacht ik onder het ontbijt.
Bascomb, die juist het een en ander aan
het wegruimen was, hield midden in zijn werk
op en keek me aan.
„Is u dan met de lunch terug, m'neer?'
informeerde hy. ,,Ik wou juist een lekkeren
eendvogel braden".
,,Dan kom ik zeker terug", verklaarde ik.
,,Maar reken dan op half twee anders heb
je kans, dat je 't warm moet houden".
„Goed meneer", zei hij, terwijl hdji een blad
met schaaltjes opnam. „Dan zal ik zorgen,
dat ik 't om half twee klaar heb en dan zal
't wel naar uw zin zijn ook. Ik heb heel wat
eendvogels voor Mr. Jannaway gebraden
't Was een tractatie voor 'm".
,,Dat is dan een familie-zwak", zei ik
lachend.
Bascomb verdwecn naar de keuken en ik
gooide de .Daily Mail", die dien morgen but
tengewoon vervelend was, ongeduldig neer en
ging naar het raam. Twee dagen waren er
verloopen sedert ons gesprek en tot dusver
was er niets gebeurd, dat het tafreel van
landelijke rust en tevredenheid, door Ross ge-
schetst, verstoord had. Mijn omgeving was
nog nieuw voor me en ik had meer dan ge
no eg te doen. Ik had de papieren van mijn
oom nagekeken, wat in den tuin gewerkt en
een paar buitengewoon gezellige tochtjes ge
dat ook de levering van den tarweoogst van
1933 zal plaats hebben, zooals het met de
tarwe van den oogst van 1932 het geval was,
ook omdat de kwaliteit van den tarweoogst
van 1933 voor die van den oogst van 1932
waarschijnlijk niet zal onderdoen.
Wat aangaat de vraag van enkele leden, of
de contingenteering van den invoer van rogge
bloem of roggemeel nog wel reden heeft nu
een graanmonopolie is ingesteld, merkt de
Minister op, dat inderdaad krachtens de Land-
bouwerisiswet 1933 en het Crisismonopolie-
besluit 1933 invoerbeperking zou kunnen plaats
vinden. Voorhands geeft hij er de voorkeur
aan den bestaanden maatregel krachtens de
Crisisinvoerwet te handhaven; intusschen
wordt overwogen of er redenen van practi-
schen aard zijn om de regeling te veranderen.
OVERZICHT VAN DE WERKLOOSHEID IN
NEDERLAND.
Bij 153 organen der openbare arbeidsbe-
middeling stonden op 9 September 1933 in
totaal 305.106 werkzoekenden ingeschreven,
w.o. 289.753 mannen. In totaal waren werk-
loos 278.780 personen, waaronder 268.843
mannen. Op 26 Augustus 1933 bedroeg het
aantal ingeschrevenen bij een ongeveer gelijk
aantal organen der openbare arbeidsbemidde-
ling 306.507 personen. Hiervan waren werk-
loos 279.909 personen, waaronder 270.528
mannen. Het totaal aantal werkzoekenden is
derhalve sedert 26 Augustus 1933 verminderd
met 1129, het aantal werkloozen met 870.
DE POLITIEKE RELLETJES TE GENT.
La verband met de mobilisatie van de
Dinaso-militie, welke binnenkort te Gent, ter
gelegenheid van de officieele opening van het
Dinasohuis aldaar, zal plaats hebben, worden
nieuwe en ditmaal zeer emstige relletjes ge-
vreesd, daar de sociaal-democratische ver-
weer-afdeelingen van zieis blijken te zijn zich
dienzelfden dag, in massa naar Gent te be-
geven. Door den burgemeester is dan ook
besloten tot de afkondiging van den staat van
beleg over te gaan.
DUITSCHLAND HEEFT ENGELANDS
SYMPATHIE VERSPEELD.
De bisschop van Winchester heeft Dinsdag
zijn stem laten hooren in de ontwapenings-
kwestie en aan de regeering aangeraden de
strijdmachten van het land niet verder te ver-
minderen tenziji andere naties kunnen wor
den aangespoord in dezelfde richting te gaan.
De bisschop sprak in een keirkvergadering
van zijn bisdom. Hij verklaarde ook nog, dat
de sympathieen van de meeste Engelschen
een jaar geleden bij de Duitschers waren,
maar dat de wederopleving van oorlogs-
zuchtig nationalisme in Duitschland hevige
reactie in Engeland had veroorzaakt wan-
men nu weer geheel op de hand van de Fran
schen was. De bisschop kon sympathiseeren
met en bewcodering hebben voor de jeugd
van een land, die zich oprichtte in krachtige
verdediging van het vaderland, maar de sym
pathieen, die hadden kunnen worden bewon-
derd door het jeugdig patriotisme van de
Nazi-beweging waren geheel verloren ge-
gaan door de Jodenvervolging en de wreed-
heden, die tegen politieke tegenstanders wer-
den tentoongespreid, onderdrukking van indi-
vidueele vrijheid en de pogingen de onafhan-
kelijkheid van Oostenrijk te vemietigen.
Europa bevond zich plotseling in het aan
gezicht van het oude vechtlustige Pruisen-
dom, dat naar men dacht door den oorlog was
maakt in een kleine zeilboot, die ik in het
bootenhuis gevonden had.
Maar door de een of andere onbekende oor-
zaak was ik dien morgen in een avontuurlijke
stemming wakker geworden. Dit rustige be-
staantje was goed en wel, maar er zijn van
die pretjes, die een mensch te duur te staan
kunnen komen. Ik ben een vurig aanhanger
van de leer: ,,help uzelf, zoo helpt u God," en
ik was wis en zeker niet van plan om kalm
te gaan zitten en niets te doen, terwijl mijn
vijanden een plan de campagne beraamden
voor een tweede poging, om me van het aard-
njk te verdelgen.
Onder het aankleeden had ik besloten, dat
een onderzoekingstocht naar het ,,vasteland"
dien morgen aan de orde was. Natuurlijk zou
ik voorzichtig te werk moeten gaan, want als
ik het geval goed zag, kon ik bij elk van mijn
bewegingen op groote belangstelling van den
vijand rekenen. Maar dat maakte den tocht
des te aantrekkelijker en toen ik voor het
raam de beste ,,methode" stond te overden
ken voelde ik me, voor het eerst na dagen,
werkelijk opgewonden.
Eerst moest ik zien te weten te komen, of
de Roda zich ergens in de buurt ophield. Dat
zou me niet moeilijk vallen, want de aanwe-
zigheid van een ,,vreemde" in een schaars
bevolkte streek als Pen Mill is een opwindend
evenement, iets, dat besproken en beeritiseerd
wordt tot in het oneindige en dat den klan-
ten van het ,,Wapen van Danewell" het
verzamelpunt van het bemoeizieke contingent
van de bevolking een onuitputtelijke stof
voor verhalen en gevolgtrekkingen geeft. Je
hoefde daar maar iets te gaan zitten drinken,
en je kon er zeker van zijn, dat de actueelste
nieuwtjes ter sprake zouden komen.
Een half uur later zat ik in de sloep en
roeide op mijn gemak naar den overkaat.
Met uitzondering van een paar barken met
roestbruine zeilen, die van den vloed gebruik
maakten om Pen Mill uit te komen, had ik
de geheele baai voor mezelf. Ik scharrelde
tusschen hen door en stuurde op den steenen
steiger af, waar een groep jengens met ge-
bruinde gezichten en gebleekte haren myn
gekalmeerd en enderdrukt. Onder deze om
standigheden aarzelden de naties uiteraard
de belofte te geven voor onmiddellijke wapen-
vermindering. Tenzij de Ontwapeningsconfe-
rentie overeenstemming bereikt over de be-
perking van de bewapening zou niet de naties
weerhouden den bewapeningswedijver te her-
vatten.
DE STRIJD TEGEN DE TIENDEN.
De strijd tegen de betaling der tienden in
Engeland gaat nog altijd door. Dinsdag is
weer eens een nieuwe plageriji toegepast op
een deurwaarder, die kwam trachten vijf-en-
dertig pond voor achterstallige tienden te
innen door een beslaglegging op een taoer-
derij te Berkshire, ten bate van Queen's
College te Oxford. Het slachtoffer was
de voorzitter van de vereeniging van tiend-
betalers. De auto van den deurwaarder
werd onder de teer gezet en daama werden
er veeren over uitgeschud. De papieren die
hij in de auto had aehtergelaten, waren in
het rond gestrooid en met teer begoten. De
voorzitter van de vereeniging zeide, dat hij
hiervan niets geweten had en dat hij zulke
middelen afkeurt. De politie tracht thans de
daders in handen te krygen.
VLIEGTUIGONGELUKKEN BIJ DE
ENGELSCHE VLOOTMANOEUYRES.
De Engelsche luchteskaders, die van de ge-
meenschappeiyk vlootmanoeuvres uit Schot-
land terugkeerden, hebben Dinsdag eenige
zware verliezen geleden. Nabij Northumber
land raakten de vliegtuigen in een dichten
mist. Een bombardementsvliegtuig stortte
neer en vloog in brand. De beide inzittenden
kwamen in de vlammen om. Een ander vlieg-
tuig stortte eveneens neer en werd ernstig
beschadigd. .Een derde vliegtuig werd bij een
noodlanding zoo goed als geheel vemield, ter
wijl een vierde vliegtuig vermist wordt. In
totaal moesten 11 vliegtuigen noodlandingen
maken.
EGYITE EN ENGELAND.
De jongste kabinetscrisis in Egypte vestigt
schrijft de N. R. Crt. weer eens de aan-
dacht op de betrekkingen die er nog altyd tus
schen dat land en Engeland bestaan. Wel is
het protectoraat, dat in December 1914 was
afgekondigd, in 1922 opgeheven en is Egypte
dus al elf jaar lang eef. onafhankelijke sou-
vereine staat, maar daarmee zijn de bemoei-
ingen van Engeland nog niet ten einde. Biij
de onafhankelijkheidsverklaring behield Enge
land zich de maatregelen tot beveiliging van
de communicatiewegen van het Britsche Ryk
in Egypte voor, evenals de verdediging van
het land tegen buitenlandsche aamvallen of
inmenging, de bescherming van buitenlanders
in Egypte en nationale minderheden en het
opzicht over den Soedan; alles tot tyd en
wijle een vrije bespreking en vriendschappe-
lijke regeling tusschen beiderzijdsche regee-
ringen mogelijk zou zijn. We hebben onlangs
nog herinnerd aan de pogingen van Zagloel
pasja en latere ministers om tot een verge-
lijk te komen dat de souvereiniteit van Egypte
ook practisch zou verwezenlijken. Tot dus
ver is men er nog niet in geslaagd een for-
mule te vinden, waarbiji zoowel die Engelsche
belangen verzekerd blijven als Egypte de
langbegeerde bevrijding wordt geschcnken
van de Engelsche troepen. Dat blijft toch
wel het groote struikelblok zoowel voor een
definitief vergelijk met Engeland als voor een
oplossing van de binnenlandsche moeilijk-
heden. Welke wijzigingen de grondwetsher-
ziening van 1930 ook gebracht moge hebben,
het is aan geen twijfel onderhevig of waar-
lijk vrije verkiezingen zouden een groote
meerderheid geven aan de beide partijen, die
de constitutioneeie methoden voorstaan, te
manoeuvres met belangstelling stonden gade
te slaan.
Toen ik aanlegde ontdekte ik in die groep
het lichtelijk besmeurde gezicht van mijn
vriend Jimmy.
„Hallj James," zei ik, terwyi ik hem de
vanglijn toegooide. ,,Ik kom om een uur
terug. Laat de riemen niet wegpakken."
,,Ik zal d'r wel op passen, m'neer," ver-
zekerde hij mij met zijn hooge jongensstem.
Meteen stompte hij zijn vriendjes onceremo-
nieel op zij, trok de boot een eind voort en
maakte haar op een veilig plaatsje vast.
Op de bovenste tree van de steigfptrap
bleef ik staan en verkend'e onder het aan-
steken van mijn pijp, het bewuste grasveld
langs de baai. Het zag er ongevaarlijk uit;
de eenige „bewoners" waren een kind van
een jaar of drie en een oude suffige ezel
en in het rustige weten, dat van dien kant
geen gevaar dreigde, ging ik de trap naar de
henberg op.
In de gelagkamer zaten al twee vroege
klanten. De een was een kleine man in
't zwart met een smal, cngezond gezicht. Hij
had een piekerige roode snor en hij droeg
zijn dophoed achter op zijn hoofd. De tweede
was een gezellige, dikke baas in een blauwe
trui, met een klein, zwartgerookt steenen
pijpje tusschen zijn tanden, waaruit hij groote,
witte wolken te voorschijn tooverde. Allebei
zaten ze bij het raam en ze waren blijkbaar
druk in gesprek geweest met den waard, die
voor de toonbank de nikkelen bierkranen
stond op te wrijven.
„Morgen!" zei ik, met een knikje voor alle
drie de aanwezigen tegelljk.
Ik voelde dat ik nieuwsgierig opgenomen
werd. Maar tegelijk kreeg ik van alle drie
een beleefden groet terug.
„Een fleschje stout" bestelde ik. ,,Dat is
voor 's morgens de beste drank."
De kleine man in het zwart snoot luid-
ruchtig zijn neus.
„Ik benijd u, meneer," verklaarde hij def-
tig. „Ik zou zelf 's morgens ook graag bier
drinken maar dat slaat meteen op m'n lever
Daar heb u zeker geen last van?"
V.
E.Ostcrmann ACo's Handal Mij-N-V.^Amstcrdam.
FabrieKan ie Juiphaas bij Uirecht
Ingez. Med.
weten de nationalisten, anders gezegd de
Wafd, en de liberalen, die evenals de Wafd
streven naar het verkrijgen van de onafhan-
keljikheid zoowel van Egypte als den Soedan
zy het langs den weg van een gematigde
politiek en door een reeks van opeenvolgende
verdragen met Engeland, en welke party in
1931 met de Wafd besloten heeft niet aan de
verkiezingen deel te nemen. Zoolang echter
de Koninklijke kabinetten van dezen tijd En
gelsche troepen achter zich hebben, die zij
dadelijk te hulp kunnen roepen om wanorde-
lijkheden te voorkomen, is er weinig kans op,
dat de Koning en zijn raadslieden zullen be-
sluiten van koers te veranderen.
Wie premier is, hetzij hij Sidky heet of
Yehia, de onnatuurlijke toestand blijift be
staan, dat de regeering in handen is van een
minderheid, die zich alleen weet te handhaven
doordat zij verzekerd is van gewapende hulp
van een vreemde mogendheid. Sinds de onaf
hankelijkheidsverklaring bemoeit Engeland
zich in naam niet meer met de Egyptische
politiek, de facto echter blijft het door zijn
positie daar een machtige factor. Het be-
richt 'over de samensteliling van het nieuwe
kabinet heeft ons nog niet bereikt. Wat
daarvan evenwel verluidde tot dusver, wijst
er op, dat het in karakter weinig van dat van
Sidky pasja zal verschillen, maar dat het
door zijn samensteliling over meer innerlijke
kracht zal bescbikken. Yehia, die van Juni
1930 tot Januari van dit jaar minister van
buitenlandsche zaken is geweest, heeft onder
de politici van zijn land ook buiten de regee-
ringskringen een goeden naam. Dat is in deze
omstandigheden veel waard, want de oeccno-
mische crisis is ook Egypte niet voorbijge-
gaan. Bezuinigingen zijn er evenzeer noodig
als elders en op dit gebied is de vorige re
geering niet doortastend genoeg geweest. Van
Yehia verwacht men een krachtiger optreden
met name ook tegnover de ambtenaren, van
wier steun Sidky pasja zoozeer afhankeliijlk
was dat hij hen te veel naar de oogen moest
zien.
In de Wafd is men langzamerhand wel
gaan inzien, dat de onthouding aan het par-
lement de positie der partij niet versterkt, en
in den strijd tegen de van boven opgelegde
grondwet geen doeltreffend middel is. Men
wil daar langs constitutioneelen weg wel weer
,,Ik weet niet waar het bij mij op slaat",
zei ik lachend, ,,maar het resultaat laat niets
te wenschen over."
De waard schroefde een fleschje los en
schonk den inhoud langzaam in een tumbler.
„U neemt niet genoeg lichaamsbeweging,
Mr. Watson," zei hij. ,,,Niemand kan bier
drinken, die den heelen dag op een kantoor
zit. U moet meer beweging in de buiten-
lucht nemen, zooals George hier."
De oude zeerob knikte instemmend. ,,Zoo
is 't", zei hij. „Bier bekomt mij altoos best.
En ik heb in me leven heel wat gedronken
heel wat asjeblieft!"
Met een spijtig hoofdschudden hief de kleine
man zijn glas whisky-soda op. ,,Hoe kom je
aan lichaamsbelweging, als je makelaar in
huizen bent," zei hij. „Nee dan moeten we
't maar doen met whisky en een heeleboel
water.
Ik betaalde en ging met mijn glas naar een
van de leege tafeltjes in den uitbouw. In het
voorbijgaan nam ik een krant uit den houder
een voddig weekblad -de „Shalston
Gazette" genaamd en toen ik op mijn ge
mak zat verdiepte ik me met ware doods-
verachting in de advertenties.
Nog een paar minuten bleef het stil. Mijn
binnetikomen had te storend gewerkt. Maar
toen opeens begon de waard, of hij een even
te voren afgebroken gesprek voortzette, tegen
Mr. Watson:
„Wat ik niet begrijp is, waarom ze juist
„De Laurieren" genomen hebben. Dat heb
nou niets van 't soort buiten dat je zou den-
ken, dat een heer mooi zou vinden."
„Die menschen van mij vonden 't juist bui
tengewoon mooi," grinnikte de kleine man,
„of eigenlijk mooi, of niet mooi, dat ken hun
niet schelen. Ze moesten een huis met uit-
zicht op de baai hebben. De rest kwam er
niet op aan."
Mijn hart began te bonzen, want ik begreep
onmiddellijk, dat ze het over de Roda hadden.
En de volgende opmerking van den waard
maakte aan alien twijfel een eind.
„Misschien heb-ie als vreemde geen gemak-
ken en zoo noodig. Maar van de vocht zal-ie
den strijd voortzetten, Ook op dit gebied is
voor het nieuwe kabinet een taak weggelegd.
Door een verstandige regeeringspolitiek kan.
het streven naar terugkeer van wat men zou
kunnen noemen normale parlementaire be
trekkingen, die den weg zullen moeten banen
voor een vergelijk tusschen den Koning en
zijn ministers met de vertegenwoordigers van
den volkswil. Zoolang men steunen kan op de
Engelsche bajonetten, is men wel verzekerd
van het handhaven van zijn macht, maar
schept men op den duur een toestand van be-
dwongen verzet, die te eeniger tijd gevaarlijk
moet worden.
Het is onvermijdelijk dat te zijmer tijd de
betrekkingen tusschen Engeland en Egypte
aan een herziening worden onderworpen en
de kans is groot, dat hoe de regeling ook uit-
valt, de hoop op steun van Engelsche troe
pen in zuiver binnenlandsche kwesties daarbij
voorgoed voor de regeering zal verdwtjnen.
Als het zoover komen zal, is een toestand als
de huidige op den duur ondenkbaar. De
minister, die het wel met zijn land meent, zal
dus moeten aansturen op een terugkeer tot
normale toestanden. Hij die dat bewerkt, zai
zich niet alleen verdiecistelijk hebben gemaakt
voor zijn land maar zal bij volgende onder-
handelingen ook tegenover Engeland veel
sterker staan.
SOBERHEIDSDAG IN DUITSCHLAND.
Zondag a.s., den dankdag voor den oogst
zal overal in het rtjk voor de eerste maal het
„Einitopfgericht" op tafel komen. De maaltijd
zal dus slechts uit dfen spijs bestaan, en het
doel is, dat het daardoor uitgespaarde bedrag
zal worden geschcnken ten bate van het win-
terhulpwerk, voor den strijd tegen honger en
koude. Verwacht wordt, dat niemand dien
dag meer dan 50 pfennig voor zijn middagr
maal zal uitgeven. Ook met de restaurants-
is een regeling getroffen, waartoe zij in drie-
klassen zijn verdeeld. In die der eerste klasse
moet 60 pf., in die der tweede een mark voor
een maaltijd worden betaald. Wat meer dan
50 pf. wordt betaald komt aan het bulpfonds.
In de restaurants der derde klasse moet de
gewone menuprijis worden berekend. Is deze
b.v. 3 mark, dan wordt 2.50 mark gestort in
de kas van het fonds, enz.
toch wel last hebben vooral als we zoo'n
zomer als verlejen jaar krijgen."
„Dat moet hij weten" zei de ander. ,,Hij
heeft 't huis gezien, voor-ie het contract tee-
kende. En 't kan mijn niks meer schelen,
want hij heeft zes maanden huur vooruit be
taald."
„Waar denkt u dat-ie vandaan komt, Mr.
Watson?" vroeg de man met de blauwe trui.
,,iSommigen zeggen, dat 't een Fransoos is,
maar daarvoor is-ie veels te geel in zijn ge
zicht.. Eerder een Italiaander zou ik denken."
„Hij is geen van tweeen," zei Mr. Watson
beslist. „Hij is een Spanjaard dezelfde
landaard als die kerels, die de uien rond-
brengen."
,,Wat u zegt een Spanjaard!" verwon-
derde de waard zich. „Een Spanjaard! En
kon u 'm verstaan?"
Mr. Watson zoog zijn onderlip naar binnen.
,,'n Beetje," zei hij voorzichtig. ,,Den eers-
ten keer was 't een toer, maar den tweeden
keer bracht-ie zijn nichtje mee, en toen ging
het beter. Met haar had ik heelemaal geen
moeite o, nee. Ze sprak Engelsch, net
als u en ik."
„Dat is zoo", beaamde de zeeman, ijverig
knikkende. „Eergisteren nog is ze bij: me ge
weest zocht een boot om mee te zeilen.
Een knappe meid... en zeilen kan ze
asjeblieft!"
,,Ik hou d'r niet van dat vrouwen zulke din-
gen doen", zei Mr. Watson afkeurend. Zeilen!
Vandaag of morgen verdrinken ze. Let op
mijn woorden."
,,Zij niet", zei de ander .beslist. ,,Zij niet.
Ze zwemt als een otter. Elken morgen voor
't ontbijt gaat ze zwemmen. En vanmorgen
zoo waar 'k hier zit ik stead beduusd
te kijken was ze heelemaal in het kanaal."
Ik sloeg mijn eene been over het andere en
probeerde, met de krant voor mijn gezicht,
onverschillig te doen. Dat was boffen! Ik kon
bijna niet gelooven, dat het waar was. Zonder
dat ik een vraag had behoeven te doen, was
ik, knal, boem! tegen alle inlichtingen opge-
loopen. En ik had moeite, om mijn opwinding
voor het uiterlgk de baas te blijven.
(Wordt vervolgd. j