ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Majn Eiland Eerste Blad. No. 9045 VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1933. 73e Jaargang BINS EH LAND FEUILLETON r'rti t irrm^rfTTtitT - IT.. "i >1 _An-nln A Ofl Vn/VT oIlrOTl TPCPl aBONNEMENTSPRI.ISBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maandea Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. IJltgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Lnzendmg van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DIT BEAD VERSCHIJNT lEDEKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. DANKRETUIGING VAN DE KONIN'GIN. De burgemeester van 's-Gravenhage mocht van H.M. de Koningin het volgende telegram ontvangen „Geheel onder den indruk van de warme en geestdriftige betoogingen van Dinsdag, zoo- wel van de zijde der bevolking van de resi- dentiie als van de talrijke scharen uit alle deelen des lands hier samengekomen, gevoel Ik mij gedrongen uiting te geven aan Mijn warmen dank voor de Mij Dinsdag opnieuw beweizen aanhankelijkheid en trouw, zoowel als op Mijn tochten door de gemeente, als bij de treffende en spontane zang en hulde der kinderen en bij den welgeslaagden en van zoo- veel geestdrift getuigenden fakkeloptocht der jongeren. WILHELMINA". MAJESTEITS-SCHENNIS. Dinsdagavond werd door het Roode Dins- dag-comitd een vergadering gehouden te Delft. Op deze vergadering heeft een der sprekers, de communist Meijer, bij het be- spreken der troonrede zich beleedigd uitge- laten over de Koningin. Tegen hem is door de aanwezige politie proces-verbaal opge- maakt. DE BETEEKENIS DER MAATREGELEN. De waarde van onze inunteenheid moet worden gehandhaafd. Ten einde de beteekenis van al deze maat- regelen in het bijzonder wat de verhouding tusschen aan te brengen besparingen en ver- hooging van lasten betreft nader toe te liehten, merkt de Minister van financien in de millioenennota o.m. het volgende op: Het tekort, dat ongeveer gelijk is aan de beraamde dekking n.l. 190.689.974, moet eigenlijk nog verhoogd worden met 10 mil- lioen voor het automatisch accres, dat telkenjare optreedt, doch reeds wordt opge- vangen door in de begrooting aangebrachte besparingen. Bovendien zal aanmerkelijk op de crisisuitgaven worden bezuinigd. Tot dus- ver kwamen deze ten laste van het Leenings- fonds, dus zij kwamen niet in de gewone begrooting tot uiting. Op deze uitgaven zal 25 millioen worden bespaard. Het totale tekort was dus eigenlijk 225.7 millioen. Als gemeld zal dit gedeeltelijk onmiddellijk, gedeeltelijk door bezuinigingen op langeren duur worden gedekt. De op de hoofdstukken Onderwijs, Kun- sten en Wetenschappen en Defensie aan te brengen besparingen zullen in den loop van 1934 en enkele daarop volgende jaren wor den geeffectueerd. In afwachting daarvan zal de gewone dienst van het budget kunnen worden ccitlast door de aflossingen op de leeningen van het Leeningsfonds tijldelijk tot een bedrag, overeenkomende met de nog niet in het budget verwekte besparingen op de hoofdstukken Onderwijs en Defensie te brengen ten laste van den kapitaaldienst tot een maximum-ibedrag van 27.500.000 te zamen f 47.500.000, zijnde in totaal 110.150.000. De Minister acht in de tegenwoordige moei- lijke tijden eenige vertraging in de regelma- tige aflossing van de leeningen van het Leeningsfonds verantwoord nu op deze leenin gen in het achter ons liggende tijdvak van door VICTOR BRIDGES. (Nadruk verboden.) 22) (Vervolg.) Een ding was tenminste goed; als me moei- lijkheden te wachten stonden, was ik er dub- bel en dwars op voorbereid. Na die mislukte mcordpartij op de werf, wisten ze, moesten ze weten, dat ik gewaarschuwd was, maar dat ik een extra waarschuwing van Chris tine had ontvangen daaromtrent verkeer- den ze in zalige onwetendheid. Als ik nu maar geweten had, waarom het ging, zou ik me niet 1 anger cngerust gemaakt hebben. Maar juist dat vechten in het donker was zoo enerveerend dat niet weten, waar en wan- neer de slag zou vallen en waarom de vijand de Roda of wie dan ook zoo verlangend was om mijn begrafenis een halve eeuw te vervroegen. Voor den honderdsten keer ging ik de paar feiten, die ik wist, na, maar steeds weer bleef ik in het moeras van vruchteloos gissen ste- ken. Al het nadenken en piekeren gaf niets, zoo lang ik geen stabielere basis voor mijn gevolgtrekkingen te maken had en hoe eerder ik die basis wist te verkrijgep, des te grooter werd de kans, dat ik nog wat langer op dit ondermaansche zou blijven rondwandelen. Ik schonk me een tweede glas port in. Op- eens kreeg ik een idee. Wat weerhield me om Bascomb te schellen en de zaak nu te be- spreken? Tot dusver had ik hem nog niets gevraagd. Vandaag of morgen moest het toch tot een uitspreken komen en dan was vandaag be ter dan morgen. Als onmiddellijke reactie op die impuls liep ik naar den haard en drukte op het schel- bijna 20 jaren in zeer sterke mate is afgelost. Na aftrek van bovengenoemd bedrag van 27.500.000 zal afgezien van de normale aflossing op de geconsolideerde Staatsschuld welke ten bedrage van 21.431.145 ongewij- zigd op hoofdstuk Nationale Schuld voor- komt, op de schuld van het Leeningsfonds nog worden afgelost ten laste van den ge- wonen dienst van het Rijksbudget een bedrag van f 7.135.000. Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat - in het bovenstaande de belangrijkste bezuini- gingsmaatregelen zijn vermeld, doch dat de Regeering daamaast bedacht blijft op verdere besparingen door doelmatiger organisatie en door besnoeiing van verschillende diemsten. Zware offers zullen worden gevorderd, De Minister is er volkomen van bewust, dat de hierboven uiteengezette maatregelen zware offers van ons volk zullen vorderen. De Regeering heeft er met den meesten emst naar gestreefd de lasten naar redeliijikheid over alle groepen te verdeelen. Wat de nieu- we verlaging der belooning van het personeel in Rijksdienst betreft, vertrouwt hij, dat dit personeel, wanneer het kennis zal hebben genomen van den uiterst moeilijken toestand, waarin 's Rijks financien verkeeren, tot de erkenning zal kunnen komen, dat het offer niet in onredelijke verhouding staat tot het- geen van de natie in haar geheel wordt ge vraagd en dat het ook niet uit het oog zal verliezen, hoeveel hij, die in Overheidsdienst is, in deze onzekere tijden voor heeft bij de velen, die als ondernemer of arbeider in het particuliere bedrijf werkzaam zijn. Handhaving van den gouden standaa rd dwingt tot installing op lager niveau. Het groote probleem, waarvoor wij ons zien gesteld is, dat de economische omstan- digheden ons dwingen tot aanpassing aan geheel gewiijzigde toestanden. De Regeering is er van overtuigd, dat het noodzakelijk is, dat de waarde van onze munteenheid wordt gehandhaafd. Experimenten mogen tijdelijk een schijn van succes opleveren, op den duur leiden zij er alleen toe, dat de moeilijkhedeo worden vergroot. Handhaving van den gou den standaard maakt het echter aan den anderen kant dwingend noodzakelijk, dat wij ons instellen op een lager niveau. Gemakke- lijk verloopt dit proces niet, doch het zou verkeerd zijn de oogen te sluiten voor het feit, dat, met name op het stuk tier loonen, reeds heel wat is geschied. Het particuUer bedrijf. Rechtstreekschen invloed op de loonen in het particuliere bedrijf kan en moet de over- heid niet oefenen. Zij mag aan den anderen kant echter evenmin een politiek voeren, die de economische noodzakelijke loondaling tegenhoudt. Het zou geheel onjuist zijn, hieruit af te leiden, dat de Regeering zou gedreven worden door den wensch de wel- vaart voor breede groepen van het volk naar beneden te drukken. Zij aanvaardt slechts de onvermijdelijke consequentie van de alge- meene daling der waarden van die goederen en diensten in het maatschappelijk verkeer. Die daling veroorzaakt,' dat wij alien ons leven moeten inrichten op een meer bescheiden voet. Wanneer dit tijdig wordt ingezien, zal de inkrimping binnen enger grenzen beperkt kunnen blijven, dan wanneer men, de oogen sluitend voor de werkelijkheid, blijft voort- leven, als dreigde hier geen enkel gevaar, om dan te laat te ontwaren, dat een toestand is ingetreden, die niet in de eerste plaats voor knopje. Een paar oogenblikken bleef het stil. Dan ging de deur open en stak mijn zwt.jg- zame bediende zijn hoofd om den hoek. ,,Heb je 't druk, Bascomb?" vroeg ik bij wijze van inleiding. De man schudde het hoofd. „Kom dan binnen", zei ik. „Ik moet het over een paar dingen met je hebben." Bascomb deed de deur zacht achter zich dicht en kwam de kamer in. „Ga zitten en schenk je een glas port in", ging ik voort. „Ik weet niet, waar oom Richard die vandaan gehaald heeft, maar hij is uitmuntend." De man aarzelde even dan ging hij on- handig, of hij verlegen was, op de punt van een stoel zitten en nam de karaf op, die ik hem toeschoof. ,,Als ik mag, graag m'neer", zei hij met zijn diepe stem. „De wijn moet goed zijn. ailes in den kelder is goed. Mr. Jannaway was, wat zjijn whisky en wijn en zoo betreft, niet makkelijk." „Over het geheel genomen heeft hij van een goeden smaak blijk gegeven," zei ik, ter- wijl ik mijn glas tegen het licht hield. „Ik heb 'm niet gekend zooals je waarschijnlijk weet. Hij is naar Amerika gegaan, toen ik nog een kind was en Mr. Drayton en jij zijn de eenigen, die me wat van hem kunnen ver- tellen." Bascomb bleef onbeweeglijk zitten en staarde naar het tafelkleed. ,,Ik weet niet wat Mr. Drayton u verteld heeft," begon hjji dan met een uitdagenden klank in zijn stemmaar als ze kwaad wil- len spreken van den patroon, moeten ze 't doen als ik niet in de buurt ben. Ik zeg niet dat-ie een heilige was, dat ben ik ook niet en u evenmin. Maar hg was een man, die wist wat een mensch toekwam... hij heeft me al- tijd netjes behandeld en ik ga 'm niet be- kladden nou-ie dood is..." De verontwaardiging van den man was zoo echt, dat zelfs Ross zou hebben moeten toe- geven wat ook Bascomb's andere fouten mochten zijn dat zijn trouw boven alleu twijfel verheven was. „Ik ben blij dat je er zoo over dienkt," zei ik, gemeend hartelijk. ,,Ik houd van men- hen, die het minst te verliezen hebben, de emstigste gevolgen met zich brengt. De bestrijding van de werkloosheid. Dit is mede noodzakelijk om met succes den strijd te kunnen aaitbinden tegen de werkloosheid. De plicht van de overheid om het hare te doeei ten bate van hen, die gebukt gaan onder den stoffelijken en moreelen druk, dien de werkloosheid veroorzaakt, wordt door de Regeering ten voile erkend. Zij geeft er zich daarbij rekenschap van, dat de beste op- lossimg, die aan dit vraagstuk kan worden gegeven, is het verschaffen van werkgelegen- heid in het normale bedrijfsleven. Haar poli tiek zal er daarom vooral op gericht zijn, dat normale bedrijfsleven weder in beweging te brengen. Daamaast zal zij zelf door het on- dernemen van openbare werken, de werk- gelegenheid moeten trachten te vergrooten. Om dit doel te kunnen bereiken, zal een be- roep op de kapitaalmarkt moeten worden gedaan. Dit beroep zal alleen kans van slagen hebben, indien een volkomen vertrou- wen bestaat van Regeering, en volksvertegen- woordiging om een gezonden financieelen toestand te herstellen en te handhaven. Daar om is het volstrekt noodzakelijk, dat het even- wicht in onze Staatsfinanclen in den kortst mogelijken tijd wordt bereikt. Een keerpunt in het internationaal economisch leven. Daarbij komt nog iets anders. Op het ge- bied van het internationaal eccnomisch leven voltrekken zich veranderingen van een om- vang en een beteekenis als slechts het geval is, wanneer men zich op een keerpunt in de wereldgeschiedenis bevindt. Niemand onzer weet hoe deze verhoudingen zich in de toe- komst zullen ontwikkelen, doch ook niemand onzer gelooft, dat de oude toestanden zullen terugkeeren. Groote veranderingen zullen daarom moeten worden gebracht in de econo mische structuur van ons land, om van de veranderingen in onze Overzeesche gebieden met haar groote gevolgen voor de welvaart, ook in Nederland, nog geheel te zwijgen. Het overgangstijdperk, dat wij daartoe zullen moeten doormaken, zal ongetwijfeld nog zware eischen stellen. Aan die eischen zal alleen dan kunnen worden voldaan, indien te voren het evenwicht in de begrooting is her- steld. Bij de ibeperking der uitkeeringen aan de gemeente is de Regeering bereid te zoeken naar de wegen, waardoor de lasten zooveel mogelijk worden verdeeld in verhouding tot de draagkracht. Bij geheel dat vraagstuk houde men steeds voor oogen, dat hier van een tegenstelling tusschen het Rijk en de ge- meenten geen sprake zal mogen zijn. Beide behartigen tezamen- het algemeen belang. Een beroep op de medewerking der Staten-Generaal en op de eenheid van ons volk. De Regeering spreekt tenslotte als haar vaste vertrouwen uit, dat de Staten-Generaal bereid zullen zijn hun medewerking te ver- leenen, opdat de in deze nota aangekondigde plannen zoo spoedig mogelijk tot uitvoering zullen kunnen geraken. Boven het belang der afzonderlijke groepen staat het belang van ons geheele volk. Dat belang kan in dezen zwaren tijd alleen dan op de juiste wijze worden behartigd, wanneer voor alles de zoo noodzakelijke eenheid wordt betracht. Het is de oprechte wensch der Regeering, dat haar roep om die eenheid ook buiten de Volksvertegenwoordiging alom weerklank zal vinden. schen die iemand die goed voor hen geweest is, door dik en dun heen verdedigen vooral als ze 't zichzelf niet meer kunnen doen." De opgewonden glinstering in Bascomb's oogen doofde even vlug als ze aangegloeid was. „Ik wou u niet onaangenaam zijn, meneer," zei hij op bijna vercntschuldigenden toon. „U bent iemand die een mensch behoorlijk behandelt, tot-ie u reden voor het tegenover- gestelde geeft. Ik was alleen bang, dat u din gen over den patroon gehoord had, die u een verkeerden indruk gegeven hebben." „Wat ik hier en daar hoor kan me weinig schelen", zei ik, met mijn oogen recht in de zijne. ,,Maar zijn manier van handelen die vraagt wel om uitleg. Warom heeft hij zich zelf opeens hier opgesloten en waarom heeft hg gedaan of het eiland een soort fort was? Tenminste, dien indruk heb ik gekregen van de verhalen zoowel van Dr. Manning als die van uzelf." Bascomb hield mijn blik rustig uit. ,,Wat dat alles betreft, m'neer," zei hij, ,,weet ik net zooveel als u en dat is niets. De patroon zal d'r natuurlijk wel zijn redenen voor gehad hebben, maar hjji was er de man niet naar om over zijn zaken te praten, zelfs niet met mijn!" ,,Denk jij, dat hij'ergens bang voor was?" vroeg ik. ,,Dat denkt Mr. Drayton." Bascomb aarzelde. ,,Ja, m'neer", zei hij dan langzaam, ,,daar leek het heel erg op. 't Zat 'm in zijn hoofd, dat iemand 't op hem ge- munt had en daarom heeft-ie toen dit eiland gekocht, om ze te kunnen ontloopen." „Wanneer is dat begonnen ?i" vjroeg ik. Wanneer merkte je, dat er iets niet in den haak was „Tja, m'neer, da's niet gemakkelijk te zeg- gen. 't Idee heeft-ie, geloof ik, altoos gehad. Toen ik bij 'm in dienst kwam, dat was al in Londen, was 't eerste wat-ie zei, dat ik geen vreemden mocht toelatenonder geen be- ding, zei-die. Maar toen maakte-die z'n eigen toch niet z66 ongerust. Hij ging gewoon naar de wedrennen en naar de variety's en dikwijls kwam-ie pas 's nachts tegen een uur of twee, drie, thuis." ,,Maar dan moet er iets gebeurd zijn", HET „UNIFORMVERBOD". Een interpretatie d,er wetsbepalingen. Door den Minister van Justitie is een aan- schrijving betreffende het z.g. „Uniform- verbod" gericht tot de procureurs-generaal bij de Gerechtshoven, waaraan het navolgende is ontleend: ,,Nu de wet tot aanvulling van het Wet- boek van Strafrecht met het oog op kleeding- stukken en onderscheidingsteekenen, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, met ingang van 19 September in werking is getreden, meen ik goed te doen, voor wat de eerste toepassing van deze wet betreft, het volgende onder uw aandacht te brengen. De wet verbiedt het ,,in het openbaar dra- gen of voeren van kleedingstukken of opzich- tige onderscheidingsteekenen, welke uitdruk king zijn van een bepaald staatkundig streven. Voor wat de afzonderlijke elementen van deze omschrijving betreft, zij, aan de hand mede van de parlementaire behandeling van de wet, het volgende aangeteekend: „In het openbaar" heeft, als ook elders in het Wetboek van Strafrecht, de beteekenis van: „ten aanschouwe (of ten aanhoore) van het publiek". Onder het artikel valt dus ook het ten aanschouwe van het publiek op den openbaren weg op eigen erf of in eigen huis dragen van kleedingstukken of opzichtige on derscheidingsteekenen, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven. „Dragen" schijnt een op zichzelf duidelijk begrip.. Het omvat de handeling van hem, die te midden van een groep personen een vlag of vaandel „draagt", hetwelk onderscheidings- teeken is voor de geheele groep. „Voeren" ziet bijv. op vlaggetjes op fietsen en mascottes op auto's. Voorts op vlaggen en andere onderscheidingsteekenen, welke door een groep personen worden ,,gevoerd", zij het, dat zij door enkele personen voor die groep worden „gedragen". Kleedingstukken" omvat alles wat men ter bekleeding draagt, dus ook b.v. een das, een sjaal of handschoen; niet echter horloges, ringen, insignes, enz. „Opzichtig" wil zeggen door vorm, kleur afmetingen of bijv. door de wijze van dragen bijzcnder in het oog vallend. „Onderscheidingsteekenen" zijn alle teeke- nen, welke hetzij bevestigd aan de kleeding, hetzij daarvan afgescheiden ter onderschei- ding worden gedragen of gevoerd. ..Uitdrukking zijn van" duidt tweeerlei aan. Ten eerste, dat het hier gaat om de objec- tieve beteekenis, welke de kleedingstukken en onderscheidingsteekenen in het verkeer als blijk van bepaald staatkundig streven bezit- ten, dus niet om de wellicht afwijkende sub- jectieve bedoeling van hem, die de kleeding stukken of onderscheidingsteekenen draagt of voert. Dan, dat het gaat om de algemeene de in het verkeer vaststaande beteekenis van die kleedingstukken en onderscheidingsteeke nen, welke tot embleem, tot symbool van een bepaald staatkundig streven moeten zijn ge- worden. ..Uitdrukking zijn van" duidt tweeerlei aan, bijv. tegenover ..uitdrukking geven aan" of „uiting zijn van". Het praedicaat „uitdruk- king" wijst op het symbolisch karakter van de kleedingstukken en onderscheidingsteeke nen. ..Staatkundig" sluit o.a. de uniformen en onderscheidingsteekenen van organisaties uit, welke niet werkzaam zijn op staatkundig ge- bied. Als voorbeelden kunnen genoemd wor den de Graal, het Leger des Heils en soort- gelij'ke organisaties. hield ik vol. „Herinner je je niet wanneer je 't eerst een verandering gemerkt hebt?" Bascomb knikte. „Ja op een morgen", zei h|iji langzaam, „de laatste week van October zal 't geweest zijn. Na 't ontbijt schelde-die me en toen ik binnenkwam zat-ie te kijken, of hij plotseling doodziek was. Hij had de krant zitten inkijken en misschien had-ie daar iets in gelezen, dat 'm van de wijs ge bracht had. „Bascomb" zei-die tegen me, ,,weet jij ook een winkel of zoo iets, waar je een hond kan koopen?" „Wat voor een hond, meneer?" vroeg ikEn toen begon-die te lachen op zoo rare manier om d'r kippevel van te krijgen. ,,Een valsche hond, Bascomb", zei-die, „zoo eentje die op jou en mijn kan passen en die iedereen die zijn neus laat zien op een plaats, waar-ie niks te maken heeft, in stukken scheurt." De patroon had zoo'n manier van praten net oftie niet meende wattie zei en maar een grapje verkocht, maar dezen keer was 't meenens. En dus vertelde ik 'm, dat ik een vent in Whitechapel kende, die van dat soort honden verkocht en dien- zelfden middag ben ik toen Satan gaan koo pen." Hiji wachtte en keek me opeens onge rust aan. ,,Niet dat Satan valsch is, m'neer", haastte hij zich eraan toe te voegen. „Hij is zoo mak as as een lam als hij je kent, maar, net as de vent die 'm verkocht, zee... van vreemden houd-ie niet, en dat was juist wat Mr. Jannaway wou. Vindt u niet?" „In elk geval is 't een uitstekende eigen- schap," zei ik. ,,Ik ben blij, dat we hem hier hebben'.. Bascomb dronk z"n glas leeg en veegde z'n mond met den rug van zijn hand af. ,,Na dienochtend," ging hij voort, ,,was de patroon gewoonweg een ander mensch. Hij ging niet meer uit, behalve midden op den dag en al zee-die tegen mij niks, ik kon toch wel zien, dat-ie een of ander plan liep uit te broeien. En 't duurde niet lang, of hij kwam d'rmee voor den dag. Bascomb," zee-die tegen me op een goeien morgen. „Bascomb ik heb genoeg van Londen. 't Stadsleven bevalt me niet 't is niet goed voor een mensch z'n gezondheid ook en daarom heb ik een mooi eilandje gekocht, waar we 't rustig en plezierig kunnen hebben wij met ons drieen, „Bepaald" duidt aan, dat de uniformen en onderscheidingsteekenen kenmerkend moeten zijn voor een bepaalde richting, in tegenstel ling met andere. Daarmede vallen dus buiten het artikel de uniformen van de Overheids- organen en van de, met de Overheid in ver- band staande, aan deze dienstige organisaties (officieel er kende weerbaarheidsvereenigin- gen, vrijwillige burgerwachten, enz.). Ook het dragen van de vaderlandsche kleuren voor zoover niet onder bepaalde omstandig- heden tot uitdrukking gemaakt van bepaald staatkundig streven. Ook streven wijst in deze richting". DE OPBRENGST DER WELDADIGHEIDS- POSTZEGELS. Na verkregen goedkeuring van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken heeft de Cen- trale Propaganda-commissie de uitkeeringen uit de opbrengst der weldadigheidspostzegels en prentbriefkaarten ,,Voor het kind 1932 1933" gezonden aan de vereenigingen, welke daarvoor in aanmerking komen. Uitgedeeld werd: aan 21 instellingen voor achterlijke kinderen tezamen 11.121,55; aan 83 instellingen voor zieke en zwakke kinde ren tezamen 28.241,21; aan 239 instellin gen voor verwaarloosde kinderen tezamen 88.900,55; aan 11 instellingen voor doof- stomme en gebrekkige kinderen tezamen /6796,37totaal 135.059,68. Verleden jaar bedroeg het totaal der uit keeringen f 146.939,07. DE NACHTTREINEN. Voortgegaan zal worden, zoo lezen wij in de Waterstaatsbegrooting, met het opvoeren van het nuttig effect der nachttreinen, door ook die plaatsen waar thans de post van de nacht treinen nog niet in de eerste bestelling kan worden opgenomen, door middel van auto- diensten dan wel op andere wijze met de nachtposttreinen in verbinddng te brengen. OPHEFFJJNG VAN DE GEZONDHEIDS- COMMISSIES. Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging van de Gezondheidswet. De hoogst zorgelijke toestand van de finan cien van het Rijk en de gemeenten dwingt er toe, zooveel mogelijk versoberingen in de open- bare huishouding aan te brengen. De Minis ter heeft na rijp beraad gemeend, hiertoe wat den dienst der Volksgezondheid betreft, te kunnen medewerken, door opheffing van de gezondheidscommissies. Hij doet dit voorstel met groot leedwezen, omdat hij waardeering heeft voor het vele, goede werk, dat Staats- burgers in die commissie voor het algemeen belang hebben verricht. Maar terwijl versobering dringend geboden is, heeft hij er naar gestreefd, zooveej mogelijk vitale voorzieningen inzake de volksgezondheid te sparen. Opheffing van de gezondheidscommissie be- hoort tot de minst schadelijke maatregelen. De Rijksbegrooting kan daardoor met f 53.200 verminderd worden. Ook de gemeentebegroo- tingen zullen door de opheffing verlichting van lasten ondervinden. V ERHOOGING TABAKSACCIJNS. Voor 1934 op (i l) millioen gerekendr Ingediend is een wetsontwerp tot verhoo- ging van den accijns op tabak. In de memorie van toelichting deelt de Minister van Financien mede, dat ten einde voor het dienstjaar 1934 tot een sluitende be grooting te komen, en mede om uit den tabaksaccijas ook voor de volgende vier jaren anders niet. Meubelen hoeven we nietdnee te nemen," zee-die, „maar al 't andere kan je inpakken. Doe 't vandaag nog, want morgen gaan we d'r naartoe." „Dat was kort dag," zei ik ernstig. „Och, dat kon mijn niet schelen," was het antwoord. ,,Mv,in plaats was bij ,,de patroon" en ik hield veel van buiten wonen „Oom Richard had 't gekocht met meubels en al erin? Zooals 't nu nog is?" „Niet heelemaal, m'neer. Wel met de meu bels, maar de patroon wou toch 't een en ander gedaan hebben extra grendels op de deuren maken, bijvoorbeeld en dan den groo- ten open haard in de hal." ,,Waar was die nieuwe haard voor noodig?" vroeg ik. „Was de oude defect?" „Ze was niet groot genoeg", legde Bas comb me uit. ,,De patroon was nog al kouwe- lijk z'n heele leven had-ie ook in de warm- te gezeten en dan voel je de kou. Hij mop- perde altijd op het weer. Volgens hem was 't samengesteld uit de stukjes en beetjes, die de andere landen niet konden gebruiken." „Dan zat hij zeker meestal in de hal?" vroeg ik. ,,Ja, bijna altijd. Uit ging-die bijna nooit. Vooral niet als het donker was. Dan brandde d'r een groot vuur in den haard en daar zat-ie dan vodr, met Satan naast zich." ,,Niet bepaald een amusant bestaan", zei ik. ,,En wat deed hij bij wijze van tijdpasseering?" Lezen of had hij een andere liefhebberij Lezen? Nee. Ik geloof niet dattie veel om lezen gaf. De „Daily Mail" kwam elken dag, maar dikwijls bleef hij zoo opgevouwen liggen." Hij aarzelde even dan, of hij be- sloten had me in vertrouwen te nemen, ging hij voort: „De quaestie was, meneer, mis schien heeft u d'r al van gehoord dat de patroon hoe langer hoe meer begon te drin- ken. Dronken was-ie nooit, tenminste niet, wat je dronken noemt, maar zoo 's avonds tegen negenen werd-ie een beetje doezelig en zat-ie in zichzelf en tegen Satan te mompelen. Ik denk, dat-ie in zijn hoofd gehaald had, dat tie vermoord zou worden, en als een man zoo'n soort van idee heeft, is alcohol 't eenige, wat 'm troosten kan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1