ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Majn Eiland
Eerste Blad.
No. 9045
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1933.
73e Jaargang
BINS EH LAND
FEUILLETON
r'rti t irrm^rfTTtitT - IT.. "i >1 _An-nln A Ofl Vn/VT oIlrOTl TPCPl
aBONNEMENTSPRI.ISBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maandea Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
IJltgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Lnzendmg van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT lEDEKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DANKRETUIGING VAN DE KONIN'GIN.
De burgemeester van 's-Gravenhage mocht
van H.M. de Koningin het volgende telegram
ontvangen
„Geheel onder den indruk van de warme en
geestdriftige betoogingen van Dinsdag, zoo-
wel van de zijde der bevolking van de resi-
dentiie als van de talrijke scharen uit alle
deelen des lands hier samengekomen, gevoel
Ik mij gedrongen uiting te geven aan Mijn
warmen dank voor de Mij Dinsdag opnieuw
beweizen aanhankelijkheid en trouw, zoowel
als op Mijn tochten door de gemeente, als bij
de treffende en spontane zang en hulde der
kinderen en bij den welgeslaagden en van zoo-
veel geestdrift getuigenden fakkeloptocht der
jongeren.
WILHELMINA".
MAJESTEITS-SCHENNIS.
Dinsdagavond werd door het Roode Dins-
dag-comitd een vergadering gehouden te
Delft. Op deze vergadering heeft een der
sprekers, de communist Meijer, bij het be-
spreken der troonrede zich beleedigd uitge-
laten over de Koningin. Tegen hem is door
de aanwezige politie proces-verbaal opge-
maakt.
DE BETEEKENIS DER MAATREGELEN.
De waarde van onze inunteenheid
moet worden gehandhaafd.
Ten einde de beteekenis van al deze maat-
regelen in het bijzonder wat de verhouding
tusschen aan te brengen besparingen en ver-
hooging van lasten betreft nader toe te
liehten, merkt de Minister van financien in
de millioenennota o.m. het volgende op:
Het tekort, dat ongeveer gelijk is aan de
beraamde dekking n.l. 190.689.974, moet
eigenlijk nog verhoogd worden met 10 mil-
lioen voor het automatisch accres, dat
telkenjare optreedt, doch reeds wordt opge-
vangen door in de begrooting aangebrachte
besparingen. Bovendien zal aanmerkelijk op
de crisisuitgaven worden bezuinigd. Tot dus-
ver kwamen deze ten laste van het Leenings-
fonds, dus zij kwamen niet in de gewone
begrooting tot uiting. Op deze uitgaven zal
25 millioen worden bespaard. Het totale
tekort was dus eigenlijk 225.7 millioen.
Als gemeld zal dit gedeeltelijk onmiddellijk,
gedeeltelijk door bezuinigingen op langeren
duur worden gedekt.
De op de hoofdstukken Onderwijs, Kun-
sten en Wetenschappen en Defensie aan te
brengen besparingen zullen in den loop van
1934 en enkele daarop volgende jaren wor
den geeffectueerd. In afwachting daarvan
zal de gewone dienst van het budget kunnen
worden ccitlast door de aflossingen op de
leeningen van het Leeningsfonds tijldelijk
tot een bedrag, overeenkomende met de nog
niet in het budget verwekte besparingen op
de hoofdstukken Onderwijs en Defensie te
brengen ten laste van den kapitaaldienst tot
een maximum-ibedrag van 27.500.000 te
zamen f 47.500.000, zijnde in totaal
110.150.000.
De Minister acht in de tegenwoordige moei-
lijke tijden eenige vertraging in de regelma-
tige aflossing van de leeningen van het
Leeningsfonds verantwoord nu op deze leenin
gen in het achter ons liggende tijdvak van
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
22) (Vervolg.)
Een ding was tenminste goed; als me moei-
lijkheden te wachten stonden, was ik er dub-
bel en dwars op voorbereid. Na die mislukte
mcordpartij op de werf, wisten ze, moesten
ze weten, dat ik gewaarschuwd was, maar
dat ik een extra waarschuwing van Chris
tine had ontvangen daaromtrent verkeer-
den ze in zalige onwetendheid. Als ik nu
maar geweten had, waarom het ging, zou ik
me niet 1 anger cngerust gemaakt hebben.
Maar juist dat vechten in het donker was zoo
enerveerend dat niet weten, waar en wan-
neer de slag zou vallen en waarom de vijand
de Roda of wie dan ook zoo verlangend
was om mijn begrafenis een halve eeuw te
vervroegen.
Voor den honderdsten keer ging ik de paar
feiten, die ik wist, na, maar steeds weer bleef
ik in het moeras van vruchteloos gissen ste-
ken. Al het nadenken en piekeren gaf niets,
zoo lang ik geen stabielere basis voor mijn
gevolgtrekkingen te maken had en hoe eerder
ik die basis wist te verkrijgep, des te grooter
werd de kans, dat ik nog wat langer op dit
ondermaansche zou blijven rondwandelen.
Ik schonk me een tweede glas port in. Op-
eens kreeg ik een idee. Wat weerhield me
om Bascomb te schellen en de zaak nu te be-
spreken? Tot dusver had ik hem nog niets
gevraagd. Vandaag of morgen moest het toch
tot een uitspreken komen en dan was vandaag
be ter dan morgen.
Als onmiddellijke reactie op die impuls liep
ik naar den haard en drukte op het schel-
bijna 20 jaren in zeer sterke mate is afgelost.
Na aftrek van bovengenoemd bedrag van
27.500.000 zal afgezien van de normale
aflossing op de geconsolideerde Staatsschuld
welke ten bedrage van 21.431.145 ongewij-
zigd op hoofdstuk Nationale Schuld voor-
komt, op de schuld van het Leeningsfonds
nog worden afgelost ten laste van den ge-
wonen dienst van het Rijksbudget een bedrag
van f 7.135.000.
Ten overvloede wordt nog opgemerkt, dat -
in het bovenstaande de belangrijkste bezuini-
gingsmaatregelen zijn vermeld, doch dat de
Regeering daamaast bedacht blijft op verdere
besparingen door doelmatiger organisatie en
door besnoeiing van verschillende diemsten.
Zware offers zullen worden
gevorderd,
De Minister is er volkomen van bewust,
dat de hierboven uiteengezette maatregelen
zware offers van ons volk zullen vorderen.
De Regeering heeft er met den meesten emst
naar gestreefd de lasten naar redeliijikheid
over alle groepen te verdeelen. Wat de nieu-
we verlaging der belooning van het personeel
in Rijksdienst betreft, vertrouwt hij, dat dit
personeel, wanneer het kennis zal hebben
genomen van den uiterst moeilijken toestand,
waarin 's Rijks financien verkeeren, tot de
erkenning zal kunnen komen, dat het offer
niet in onredelijke verhouding staat tot het-
geen van de natie in haar geheel wordt ge
vraagd en dat het ook niet uit het oog zal
verliezen, hoeveel hij, die in Overheidsdienst
is, in deze onzekere tijden voor heeft bij de
velen, die als ondernemer of arbeider in het
particuliere bedrijf werkzaam zijn.
Handhaving van den gouden standaa rd
dwingt tot installing op lager niveau.
Het groote probleem, waarvoor wij ons
zien gesteld is, dat de economische omstan-
digheden ons dwingen tot aanpassing aan
geheel gewiijzigde toestanden. De Regeering
is er van overtuigd, dat het noodzakelijk is,
dat de waarde van onze munteenheid wordt
gehandhaafd. Experimenten mogen tijdelijk
een schijn van succes opleveren, op den duur
leiden zij er alleen toe, dat de moeilijkhedeo
worden vergroot. Handhaving van den gou
den standaard maakt het echter aan den
anderen kant dwingend noodzakelijk, dat wij
ons instellen op een lager niveau. Gemakke-
lijk verloopt dit proces niet, doch het zou
verkeerd zijn de oogen te sluiten voor het feit,
dat, met name op het stuk tier loonen, reeds
heel wat is geschied.
Het particuUer bedrijf.
Rechtstreekschen invloed op de loonen in
het particuliere bedrijf kan en moet de over-
heid niet oefenen. Zij mag aan den anderen
kant echter evenmin een politiek voeren, die
de economische noodzakelijke loondaling
tegenhoudt. Het zou geheel onjuist zijn,
hieruit af te leiden, dat de Regeering zou
gedreven worden door den wensch de wel-
vaart voor breede groepen van het volk naar
beneden te drukken. Zij aanvaardt slechts de
onvermijdelijke consequentie van de alge-
meene daling der waarden van die goederen
en diensten in het maatschappelijk verkeer.
Die daling veroorzaakt,' dat wij alien ons leven
moeten inrichten op een meer bescheiden
voet. Wanneer dit tijdig wordt ingezien, zal
de inkrimping binnen enger grenzen beperkt
kunnen blijven, dan wanneer men, de oogen
sluitend voor de werkelijkheid, blijft voort-
leven, als dreigde hier geen enkel gevaar,
om dan te laat te ontwaren, dat een toestand
is ingetreden, die niet in de eerste plaats voor
knopje. Een paar oogenblikken bleef het stil.
Dan ging de deur open en stak mijn zwt.jg-
zame bediende zijn hoofd om den hoek.
,,Heb je 't druk, Bascomb?" vroeg ik bij
wijze van inleiding.
De man schudde het hoofd.
„Kom dan binnen", zei ik. „Ik moet het
over een paar dingen met je hebben."
Bascomb deed de deur zacht achter zich
dicht en kwam de kamer in.
„Ga zitten en schenk je een glas port in",
ging ik voort. „Ik weet niet, waar oom
Richard die vandaan gehaald heeft, maar hij
is uitmuntend."
De man aarzelde even dan ging hij on-
handig, of hij verlegen was, op de punt van
een stoel zitten en nam de karaf op, die ik
hem toeschoof.
,,Als ik mag, graag m'neer", zei hij met
zijn diepe stem. „De wijn moet goed zijn.
ailes in den kelder is goed. Mr. Jannaway
was, wat zjijn whisky en wijn en zoo betreft,
niet makkelijk."
„Over het geheel genomen heeft hij van
een goeden smaak blijk gegeven," zei ik, ter-
wijl ik mijn glas tegen het licht hield. „Ik
heb 'm niet gekend zooals je waarschijnlijk
weet. Hij is naar Amerika gegaan, toen ik
nog een kind was en Mr. Drayton en jij zijn
de eenigen, die me wat van hem kunnen ver-
tellen."
Bascomb bleef onbeweeglijk zitten en
staarde naar het tafelkleed.
,,Ik weet niet wat Mr. Drayton u verteld
heeft," begon hjji dan met een uitdagenden
klank in zijn stemmaar als ze kwaad wil-
len spreken van den patroon, moeten ze 't
doen als ik niet in de buurt ben. Ik zeg niet
dat-ie een heilige was, dat ben ik ook niet
en u evenmin. Maar hg was een man, die wist
wat een mensch toekwam... hij heeft me al-
tijd netjes behandeld en ik ga 'm niet be-
kladden nou-ie dood is..."
De verontwaardiging van den man was zoo
echt, dat zelfs Ross zou hebben moeten toe-
geven wat ook Bascomb's andere fouten
mochten zijn dat zijn trouw boven alleu
twijfel verheven was.
„Ik ben blij dat je er zoo over dienkt," zei
ik, gemeend hartelijk. ,,Ik houd van men-
hen, die het minst te verliezen hebben, de
emstigste gevolgen met zich brengt.
De bestrijding van de werkloosheid.
Dit is mede noodzakelijk om met succes
den strijd te kunnen aaitbinden tegen de
werkloosheid. De plicht van de overheid om
het hare te doeei ten bate van hen, die gebukt
gaan onder den stoffelijken en moreelen druk,
dien de werkloosheid veroorzaakt, wordt door
de Regeering ten voile erkend. Zij geeft er
zich daarbij rekenschap van, dat de beste op-
lossimg, die aan dit vraagstuk kan worden
gegeven, is het verschaffen van werkgelegen-
heid in het normale bedrijfsleven. Haar poli
tiek zal er daarom vooral op gericht zijn, dat
normale bedrijfsleven weder in beweging te
brengen. Daamaast zal zij zelf door het on-
dernemen van openbare werken, de werk-
gelegenheid moeten trachten te vergrooten.
Om dit doel te kunnen bereiken, zal een be-
roep op de kapitaalmarkt moeten worden
gedaan. Dit beroep zal alleen kans van
slagen hebben, indien een volkomen vertrou-
wen bestaat van Regeering, en volksvertegen-
woordiging om een gezonden financieelen
toestand te herstellen en te handhaven. Daar
om is het volstrekt noodzakelijk, dat het even-
wicht in onze Staatsfinanclen in den kortst
mogelijken tijd wordt bereikt.
Een keerpunt in het internationaal
economisch leven.
Daarbij komt nog iets anders. Op het ge-
bied van het internationaal eccnomisch leven
voltrekken zich veranderingen van een om-
vang en een beteekenis als slechts het geval
is, wanneer men zich op een keerpunt in de
wereldgeschiedenis bevindt. Niemand onzer
weet hoe deze verhoudingen zich in de toe-
komst zullen ontwikkelen, doch ook niemand
onzer gelooft, dat de oude toestanden zullen
terugkeeren. Groote veranderingen zullen
daarom moeten worden gebracht in de econo
mische structuur van ons land, om van de
veranderingen in onze Overzeesche gebieden
met haar groote gevolgen voor de welvaart,
ook in Nederland, nog geheel te zwijgen. Het
overgangstijdperk, dat wij daartoe zullen
moeten doormaken, zal ongetwijfeld nog
zware eischen stellen. Aan die eischen zal
alleen dan kunnen worden voldaan, indien te
voren het evenwicht in de begrooting is her-
steld.
Bij de ibeperking der uitkeeringen aan de
gemeente is de Regeering bereid te zoeken
naar de wegen, waardoor de lasten zooveel
mogelijk worden verdeeld in verhouding tot
de draagkracht. Bij geheel dat vraagstuk
houde men steeds voor oogen, dat hier van
een tegenstelling tusschen het Rijk en de ge-
meenten geen sprake zal mogen zijn. Beide
behartigen tezamen- het algemeen belang.
Een beroep op de medewerking der
Staten-Generaal en op de eenheid
van ons volk.
De Regeering spreekt tenslotte als haar
vaste vertrouwen uit, dat de Staten-Generaal
bereid zullen zijn hun medewerking te ver-
leenen, opdat de in deze nota aangekondigde
plannen zoo spoedig mogelijk tot uitvoering
zullen kunnen geraken.
Boven het belang der afzonderlijke groepen
staat het belang van ons geheele volk. Dat
belang kan in dezen zwaren tijd alleen dan op
de juiste wijze worden behartigd, wanneer
voor alles de zoo noodzakelijke eenheid wordt
betracht. Het is de oprechte wensch der
Regeering, dat haar roep om die eenheid ook
buiten de Volksvertegenwoordiging alom
weerklank zal vinden.
schen die iemand die goed voor hen geweest
is, door dik en dun heen verdedigen vooral
als ze 't zichzelf niet meer kunnen doen."
De opgewonden glinstering in Bascomb's
oogen doofde even vlug als ze aangegloeid
was.
„Ik wou u niet onaangenaam zijn, meneer,"
zei hij op bijna vercntschuldigenden toon.
„U bent iemand die een mensch behoorlijk
behandelt, tot-ie u reden voor het tegenover-
gestelde geeft. Ik was alleen bang, dat u din
gen over den patroon gehoord had, die u een
verkeerden indruk gegeven hebben."
„Wat ik hier en daar hoor kan me weinig
schelen", zei ik, met mijn oogen recht in de
zijne. ,,Maar zijn manier van handelen die
vraagt wel om uitleg. Warom heeft hij zich
zelf opeens hier opgesloten en waarom heeft
hg gedaan of het eiland een soort fort was?
Tenminste, dien indruk heb ik gekregen van
de verhalen zoowel van Dr. Manning als
die van uzelf."
Bascomb hield mijn blik rustig uit.
,,Wat dat alles betreft, m'neer," zei hij,
,,weet ik net zooveel als u en dat is niets. De
patroon zal d'r natuurlijk wel zijn redenen
voor gehad hebben, maar hjji was er de man
niet naar om over zijn zaken te praten, zelfs
niet met mijn!"
,,Denk jij, dat hij'ergens bang voor was?"
vroeg ik. ,,Dat denkt Mr. Drayton."
Bascomb aarzelde. ,,Ja, m'neer", zei hij dan
langzaam, ,,daar leek het heel erg op. 't Zat
'm in zijn hoofd, dat iemand 't op hem ge-
munt had en daarom heeft-ie toen dit eiland
gekocht, om ze te kunnen ontloopen."
„Wanneer is dat begonnen ?i" vjroeg ik.
Wanneer merkte je, dat er iets niet in den
haak was
„Tja, m'neer, da's niet gemakkelijk te zeg-
gen. 't Idee heeft-ie, geloof ik, altoos gehad.
Toen ik bij 'm in dienst kwam, dat was al in
Londen, was 't eerste wat-ie zei, dat ik geen
vreemden mocht toelatenonder geen be-
ding, zei-die. Maar toen maakte-die z'n eigen
toch niet z66 ongerust. Hij ging gewoon naar
de wedrennen en naar de variety's en dikwijls
kwam-ie pas 's nachts tegen een uur of twee,
drie, thuis."
,,Maar dan moet er iets gebeurd zijn",
HET „UNIFORMVERBOD".
Een interpretatie d,er wetsbepalingen.
Door den Minister van Justitie is een aan-
schrijving betreffende het z.g. „Uniform-
verbod" gericht tot de procureurs-generaal
bij de Gerechtshoven, waaraan het navolgende
is ontleend:
,,Nu de wet tot aanvulling van het Wet-
boek van Strafrecht met het oog op kleeding-
stukken en onderscheidingsteekenen, welke
uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig
streven, met ingang van 19 September in
werking is getreden, meen ik goed te doen,
voor wat de eerste toepassing van deze wet
betreft, het volgende onder uw aandacht te
brengen.
De wet verbiedt het ,,in het openbaar dra-
gen of voeren van kleedingstukken of opzich-
tige onderscheidingsteekenen, welke uitdruk
king zijn van een bepaald staatkundig
streven.
Voor wat de afzonderlijke elementen van
deze omschrijving betreft, zij, aan de hand
mede van de parlementaire behandeling van
de wet, het volgende aangeteekend:
„In het openbaar" heeft, als ook elders in
het Wetboek van Strafrecht, de beteekenis
van: „ten aanschouwe (of ten aanhoore) van
het publiek". Onder het artikel valt dus ook
het ten aanschouwe van het publiek op den
openbaren weg op eigen erf of in eigen huis
dragen van kleedingstukken of opzichtige on
derscheidingsteekenen, welke uitdrukking zijn
van een bepaald staatkundig streven.
„Dragen" schijnt een op zichzelf duidelijk
begrip.. Het omvat de handeling van hem,
die te midden van een groep personen een vlag
of vaandel „draagt", hetwelk onderscheidings-
teeken is voor de geheele groep.
„Voeren" ziet bijv. op vlaggetjes op fietsen
en mascottes op auto's. Voorts op vlaggen
en andere onderscheidingsteekenen, welke
door een groep personen worden ,,gevoerd", zij
het, dat zij door enkele personen voor die
groep worden „gedragen".
Kleedingstukken" omvat alles wat men
ter bekleeding draagt, dus ook b.v. een das,
een sjaal of handschoen; niet echter horloges,
ringen, insignes, enz.
„Opzichtig" wil zeggen door vorm, kleur
afmetingen of bijv. door de wijze van dragen
bijzcnder in het oog vallend.
„Onderscheidingsteekenen" zijn alle teeke-
nen, welke hetzij bevestigd aan de kleeding,
hetzij daarvan afgescheiden ter onderschei-
ding worden gedragen of gevoerd.
..Uitdrukking zijn van" duidt tweeerlei aan.
Ten eerste, dat het hier gaat om de objec-
tieve beteekenis, welke de kleedingstukken en
onderscheidingsteekenen in het verkeer als
blijk van bepaald staatkundig streven bezit-
ten, dus niet om de wellicht afwijkende sub-
jectieve bedoeling van hem, die de kleeding
stukken of onderscheidingsteekenen draagt
of voert. Dan, dat het gaat om de algemeene
de in het verkeer vaststaande beteekenis van
die kleedingstukken en onderscheidingsteeke
nen, welke tot embleem, tot symbool van een
bepaald staatkundig streven moeten zijn ge-
worden.
..Uitdrukking zijn van" duidt tweeerlei aan,
bijv. tegenover ..uitdrukking geven aan" of
„uiting zijn van". Het praedicaat „uitdruk-
king" wijst op het symbolisch karakter van
de kleedingstukken en onderscheidingsteeke
nen.
..Staatkundig" sluit o.a. de uniformen en
onderscheidingsteekenen van organisaties uit,
welke niet werkzaam zijn op staatkundig ge-
bied. Als voorbeelden kunnen genoemd wor
den de Graal, het Leger des Heils en soort-
gelij'ke organisaties.
hield ik vol. „Herinner je je niet wanneer je
't eerst een verandering gemerkt hebt?"
Bascomb knikte. „Ja op een morgen", zei
h|iji langzaam, „de laatste week van October
zal 't geweest zijn. Na 't ontbijt schelde-die
me en toen ik binnenkwam zat-ie te kijken,
of hij plotseling doodziek was. Hij had de
krant zitten inkijken en misschien had-ie
daar iets in gelezen, dat 'm van de wijs ge
bracht had. „Bascomb" zei-die tegen me,
,,weet jij ook een winkel of zoo iets, waar je
een hond kan koopen?" „Wat voor een hond,
meneer?" vroeg ikEn toen begon-die te
lachen op zoo rare manier om d'r kippevel
van te krijgen. ,,Een valsche hond, Bascomb",
zei-die, „zoo eentje die op jou en mijn kan
passen en die iedereen die zijn neus laat zien
op een plaats, waar-ie niks te maken heeft,
in stukken scheurt." De patroon had zoo'n
manier van praten net oftie niet meende
wattie zei en maar een grapje verkocht, maar
dezen keer was 't meenens. En dus vertelde
ik 'm, dat ik een vent in Whitechapel kende,
die van dat soort honden verkocht en dien-
zelfden middag ben ik toen Satan gaan koo
pen." Hiji wachtte en keek me opeens onge
rust aan. ,,Niet dat Satan valsch is, m'neer",
haastte hij zich eraan toe te voegen. „Hij is
zoo mak as as een lam als hij je kent,
maar, net as de vent die 'm verkocht, zee...
van vreemden houd-ie niet, en dat was juist
wat Mr. Jannaway wou. Vindt u niet?"
„In elk geval is 't een uitstekende eigen-
schap," zei ik. ,,Ik ben blij, dat we hem hier
hebben'..
Bascomb dronk z"n glas leeg en veegde z'n
mond met den rug van zijn hand af.
,,Na dienochtend," ging hij voort, ,,was de
patroon gewoonweg een ander mensch. Hij
ging niet meer uit, behalve midden op den
dag en al zee-die tegen mij niks, ik kon toch
wel zien, dat-ie een of ander plan liep uit te
broeien. En 't duurde niet lang, of hij kwam
d'rmee voor den dag. Bascomb," zee-die
tegen me op een goeien morgen. „Bascomb ik
heb genoeg van Londen. 't Stadsleven bevalt
me niet 't is niet goed voor een mensch
z'n gezondheid ook en daarom heb ik een
mooi eilandje gekocht, waar we 't rustig en
plezierig kunnen hebben wij met ons drieen,
„Bepaald" duidt aan, dat de uniformen en
onderscheidingsteekenen kenmerkend moeten
zijn voor een bepaalde richting, in tegenstel
ling met andere. Daarmede vallen dus buiten
het artikel de uniformen van de Overheids-
organen en van de, met de Overheid in ver-
band staande, aan deze dienstige organisaties
(officieel er kende weerbaarheidsvereenigin-
gen, vrijwillige burgerwachten, enz.). Ook
het dragen van de vaderlandsche kleuren
voor zoover niet onder bepaalde omstandig-
heden tot uitdrukking gemaakt van bepaald
staatkundig streven. Ook streven wijst in
deze richting".
DE OPBRENGST DER WELDADIGHEIDS-
POSTZEGELS.
Na verkregen goedkeuring van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken heeft de Cen-
trale Propaganda-commissie de uitkeeringen
uit de opbrengst der weldadigheidspostzegels
en prentbriefkaarten ,,Voor het kind 1932
1933" gezonden aan de vereenigingen, welke
daarvoor in aanmerking komen.
Uitgedeeld werd: aan 21 instellingen voor
achterlijke kinderen tezamen 11.121,55; aan
83 instellingen voor zieke en zwakke kinde
ren tezamen 28.241,21; aan 239 instellin
gen voor verwaarloosde kinderen tezamen
88.900,55; aan 11 instellingen voor doof-
stomme en gebrekkige kinderen tezamen
/6796,37totaal 135.059,68.
Verleden jaar bedroeg het totaal der uit
keeringen f 146.939,07.
DE NACHTTREINEN.
Voortgegaan zal worden, zoo lezen wij in de
Waterstaatsbegrooting, met het opvoeren van
het nuttig effect der nachttreinen, door ook
die plaatsen waar thans de post van de nacht
treinen nog niet in de eerste bestelling kan
worden opgenomen, door middel van auto-
diensten dan wel op andere wijze met de
nachtposttreinen in verbinddng te brengen.
OPHEFFJJNG VAN DE GEZONDHEIDS-
COMMISSIES.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging
van de Gezondheidswet.
De hoogst zorgelijke toestand van de finan
cien van het Rijk en de gemeenten dwingt er
toe, zooveel mogelijk versoberingen in de open-
bare huishouding aan te brengen. De Minis
ter heeft na rijp beraad gemeend, hiertoe wat
den dienst der Volksgezondheid betreft, te
kunnen medewerken, door opheffing van de
gezondheidscommissies. Hij doet dit voorstel
met groot leedwezen, omdat hij waardeering
heeft voor het vele, goede werk, dat Staats-
burgers in die commissie voor het algemeen
belang hebben verricht.
Maar terwijl versobering dringend geboden
is, heeft hij er naar gestreefd, zooveej mogelijk
vitale voorzieningen inzake de volksgezondheid
te sparen.
Opheffing van de gezondheidscommissie be-
hoort tot de minst schadelijke maatregelen.
De Rijksbegrooting kan daardoor met f 53.200
verminderd worden. Ook de gemeentebegroo-
tingen zullen door de opheffing verlichting
van lasten ondervinden.
V ERHOOGING TABAKSACCIJNS.
Voor 1934 op (i l) millioen
gerekendr
Ingediend is een wetsontwerp tot verhoo-
ging van den accijns op tabak.
In de memorie van toelichting deelt de
Minister van Financien mede, dat ten einde
voor het dienstjaar 1934 tot een sluitende be
grooting te komen, en mede om uit den
tabaksaccijas ook voor de volgende vier jaren
anders niet. Meubelen hoeven we nietdnee te
nemen," zee-die, „maar al 't andere kan je
inpakken. Doe 't vandaag nog, want morgen
gaan we d'r naartoe."
„Dat was kort dag," zei ik ernstig.
„Och, dat kon mijn niet schelen," was het
antwoord. ,,Mv,in plaats was bij ,,de patroon"
en ik hield veel van buiten wonen
„Oom Richard had 't gekocht met meubels
en al erin? Zooals 't nu nog is?"
„Niet heelemaal, m'neer. Wel met de meu
bels, maar de patroon wou toch 't een en
ander gedaan hebben extra grendels op de
deuren maken, bijvoorbeeld en dan den groo-
ten open haard in de hal."
,,Waar was die nieuwe haard voor noodig?"
vroeg ik. „Was de oude defect?"
„Ze was niet groot genoeg", legde Bas
comb me uit. ,,De patroon was nog al kouwe-
lijk z'n heele leven had-ie ook in de warm-
te gezeten en dan voel je de kou. Hij mop-
perde altijd op het weer. Volgens hem was
't samengesteld uit de stukjes en beetjes, die
de andere landen niet konden gebruiken."
„Dan zat hij zeker meestal in de hal?"
vroeg ik.
,,Ja, bijna altijd. Uit ging-die bijna nooit.
Vooral niet als het donker was. Dan brandde
d'r een groot vuur in den haard en daar zat-ie
dan vodr, met Satan naast zich."
,,Niet bepaald een amusant bestaan", zei ik.
,,En wat deed hij bij wijze van tijdpasseering?"
Lezen of had hij een andere liefhebberij
Lezen? Nee. Ik geloof niet dattie veel
om lezen gaf. De „Daily Mail" kwam elken
dag, maar dikwijls bleef hij zoo opgevouwen
liggen." Hij aarzelde even dan, of hij be-
sloten had me in vertrouwen te nemen, ging
hij voort: „De quaestie was, meneer, mis
schien heeft u d'r al van gehoord dat de
patroon hoe langer hoe meer begon te drin-
ken. Dronken was-ie nooit, tenminste niet,
wat je dronken noemt, maar zoo 's avonds
tegen negenen werd-ie een beetje doezelig en
zat-ie in zichzelf en tegen Satan te mompelen.
Ik denk, dat-ie in zijn hoofd gehaald had, dat
tie vermoord zou worden, en als een man zoo'n
soort van idee heeft, is alcohol 't eenige, wat
'm troosten kan."
(Wordt vervolgd.)