ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Eerste Blad.
No. 9044
WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1933,
73e Jaargang
BIN N E N L A N D
Onze abonne's in het
Buitenland
worden driiigend verzocht, het verschul-
digde abonnementsgeld voor 1 Oct. a.s.
in te zenden. Bij niet-ontvangst voor dien
datum wordt het abonnement gestaakt.
Abonnementen voor het buitenland
worden slechts aangenomen bij vooruit-
betalinq,
DE UITGEEFSTER.
H.H. Kantoorhouders
worden verzocht het abonnementsgeld
over het 3e kwartaal 1933 van de Ter
Neuzensche Courant voor 1 Oct. a.s. in
te zenden.
Wij vestigen er de aandacht van onze
abonne's op, dat wij bij terug-ontvangst
van eene onbetaalde kwitantie, onmiddel-
lijk de toezending van het blad zulien
st cik. 0ii
DE UITGEEFSTER.
De abonne's van het
Gefllustreerd Zondagsblad,
die het blad per post ontvangen, wor
den verzocht, hun abonnementsgeld voor
1 Oct. a.s., in te zenden daar er anders
over beschikt wordt met verhooging van
15 cert.
DE UITGEEFSTER.
Vereenigde Vergadering
van de beide Kamers der
Staten-Generaal.
MMmwMBMMMBBMMM——■lilllinw IIHW 1HI—
TER NEUZENSCHE CO U RANT
t FiONVE'MEVTSPRI.TSBinnen Ter Neuzen 1,28 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaiing.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEEVE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij voorultbetallng.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend r
Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst den dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
De heer Mr. W. L. baron de Vos van Steen-
wijk, die het voorzitterschap bekleedt, opent,
nadat de leden der Staten-Generaal zich in
de ridderzaal vereenigd hebben, des namid-
dags te half een uur de vergadering en doet
den griffier van de Eerste Kamer voorlezen
een Koninklijk besluit van 9 September 1933,
no. 18, houdende zijn benoeming tot voorzitter
van de Eerste Kamer gedurende de zitting,
welke heden aanvangt.
De Voorzitter benoemt een commissie, die
Hare Majesteit in het gebouw zal ontvangen
en uitleiden. De commissie bestaat uit de
heeren De Savomin Lohman, Kranenburg,
Droogleever Fortuyn, Schoemaker en Van
Asch van Wijok van de Eerste Kamer, Bon-
gaerts, Van Rappard, Van Dijk, Van Boetze-
laer van Dubbeldam, Bierema, mej. Katz, de
heeren Schaepman, Kampschoer, Van Hellen-
berg Hubar en Terpstra van de Tweede Kamer.
De ministers, hoofden van ministerieele
departementen, en de leden van den Raad van
State vereenigen zich des namiddags te een
uur mede in de ridderzaal.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van
Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, Hertog van Meckelenburg, en
van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses
Juliana, kort daarna in de ridderzaal aange-
komen, wordt door de commissie in de ver
gadering binnengeleid, neemt plaats op den
troon en houdt, terwijl ter rechterzijde van
Hare Majesteit Zijne Koninklijke Hoogheid de
Prins der Nederlanden en ter linkerzijde Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana plaats
namen, de volgende rede:
Troonrede.
Leden der Staten-Generaal.
Mij wederom in Uw midden bevindende, ge-
voel Ik Mij allereerst gedrongen uiting te
geven aan mijne gevoelens van medeleven in
de moeiljjke omstandigheden, .waarin ons volk
nog steeds verkeert.
Voortbrenging, handel en verkeer bieden
over de geheele wereld nog een beeld van
grondige verwarring, waaronder, 66k ten on-
zent, de volkswelvaart emstig lijdt. Bij de
productie zoowel als bij den ruil van goederen
openbaren zich voorts overal verschuivingen,
die in menig opzicht een blijvend karakter
schijnen te dragen.
Onze Landbouw en Nijverheid worden even-
zeer als onze Handel en Sdheepvaart door deze
wijzigingen in de oeconomische wereldstruc-
tuur, voor eischen van aanpassing gesteld,
waarbij leiding, hulp, zelfs drang van de zijde
der Regeering, in toenemende mate noodzake-
lijk zulien blijken.
Met vermijding van gewaagde proefnemin-
gen op monetair en oeconomisch gebied, zul
ien, nu ook de Londensche conferentie niets
tot stand kon brengen tot het verkrijgen van
redelijke verhoudingen in het goederenverkeer,
verder gaande maatregelen moeten worden
genomen in het belang van den afzet onzer
producten binnen de eigen grenzen. Tevens
zal aan de bevordering van onzen uitvoer
naast andere in die richting werkende mid-
delen onze invoer dienstbaar moeten wor
den gemaakt.
De reeds jaren aanhoudende afbrokkeling
onzer welvaart doet ook in sterke mate haar
invloed gelden op den toestand der publieke
geldmiddelen en heeft het evenwicht tusschen
uitgaven en inkomsten op verontrustende wijze
verstoord.
De Regeering zal daarom in het komende
zittingsjaar in de allereerste plaats Uw aan
dacht vragen voor een reeks van maatrege
len, die onmisbaar zijn voor het financieel her-
stel. Het streven is er v66r alles op gericht
dit herstel te bereiken door aanzienlijke be
perking der uitgaven. Die beperking zal ten
deele worden verkregen door eene redelijke
verlaging van de salarissen en loonen van het
Rij'kspersoneel. Een nieuwe salarisregeling,
die op 1 Januari 1935 in werking zal dienen te
treden, is in voorbereiding.
Verdere inkrimping der uitgaven zal vooral
moeten worden bereikt door doelmatiger or-
ganisatie en door besnoeiing van verschillende
diensten.
Ondanks de reeds aangebrachte en de op
korten termijn nog te verwachten verdere be-
sparingen op de uitgaven is een nadere ver-
sterking der middelen onmisbaar gebleken.
Daartoe strekkende voorstellen zulien onver-
wijld worden ingediend.
Aan het misbruik, dat in steeds toenemende
mate wordt gemaakt van den rechtsvorm der
naamlooze vennootschap, ten einde de betaling
van belasting te ontgaan, zal paal en perk
worden gesteld. Voorstellen te dier zake zijn
in voorbereiding.
Met het doel den overgang van de eerste
naar de tweede vijfjarige uitkeeringsperiode
meer geleidelijk te doen plaats hebben, zal
het vraagstuk der financieele verhouding tus
schen het Rijk en de gemeenten opnieuw in
onderzoek worden genomen. In afwachting
van de resultaten van dit onderzoek zal op
de uitkeeringen uit het gemeentefonds over
het jaar 1934/35 een korting moeten worden
toegepast, welke verband zal houden met de
gemeentelijke draagkracht. Een daartoe strek-
kend wetsontwerp zal U dezer dagen be
reiken.
jDe geldelijke toestand van verscheidene ge
meenten maakt voorts een verscherpt toezicht
op het financieel beleid der gemeenten nood-
zakelrjk. Dit brengt mede een versterking
van den invloed van het centraal gezag op de
locale bezoldigingsregelen van personeel in
publieken dienst, mede met het doel uitwas-
sen af te snijden en niet te rechtvaardigen
verschillen in de belooning van overheidsper-
soneel weg te nemen.
Voorstellen tot wettelijke regeling van de
afbetalingsovereenkomst, mitsgaders tot her-
ziening van het in het Wetboek van Koop-
handel vervatte binnenvaartrecht zulien U
worden aangeboden.
Op het gebied van het executierecht wor
den voorzieningen voorbereid, welke in de bij-
zondere tijdsomstandigheden geboden zijn.
Daarbij zal, voor zooveel noodig door bijzon-
dere middelen, er voor worden gewaakt, dat
schuldeischers niet onredelijk worden bena-
deeld.
Zoodra het evenwicht in de Rijksbegrooting
zal zijn verzekerd, zulien U voorstellen worden
aangeboden ten doel hebbende, door uitvoe-
ring op ruime schaal van productieve publieke
werken, werkverruiming in het leven te roe-
pen ten einde de ellende der werkloosheid te
lenigen. Bevordering van woningbouw tegen
verlaagde kosten zal van deze plannen een deel
uitmaken om voor arbeiders woningen te ver
krijgen, waarvan de huurprys meer in over-
eenstemming is met het loonpeil. Daarnevens
zulien maatregelen worden getroffen om voor
bestaande woningen geleidelijke huurverlaging
mogelijk te maken.
Zoolang werkverschaffing nog niet kan wor
den gemdst, moet er naar worden gestreefd
het particulier bedrjjf daarbij zooveel mogelijk
in te schakelen.
De oeconomische omstandigheden en, in ver
band daarmede, de financieele toestand in
Nederlandsch-Indie blijven groote zorg eischen
Het budgetair evenwicibt is er vooralsnog niet
verzekerd. In verband met den reeds zoo uit-
puttenden belastingdruk, zal, na de laatstelijk
aanhangig gemaakte vodrstellen tot nieuwe
heffingen, van belastingverhooging nauwelijks
meer eenig resultaat te verwachten zijn en zal
het financieel evenwicht in Indie dus slechts
door voortgaande beperking der uitgaven zijn
te herstellen.
De ontwikkeling der politieke verhoudingen
aldaar vereischt voortdurende aandacht en
waakzaamheid. In het algemeen belang der
bevolking zijn nadere maatregelen getroffen
ter beteugeling van het misbruik, dat door
sommige volksleiders wordt gemaakt van de
vrijheid van vereeniging en vergadering.
Suriname heeft nog bij voortduring met
oeconomische moeilijkheden te kampen. Zoo
wel van Overheidswege als van particuliere
zijde wordt het mogelijke gedaan om de ge-
volgen van de crisis te verzachten.
Het stemt tot dankbaarheid, dat de oecono
mische toestand in Curasao, althans tot dus-
ver en de tijdsomstandigheden in aanmerking
genomen, vrij bevredigend te noemen is.
De moeilijkheden in, het begin dezes jaars
ondervonden met een deel van het personeel
der zeemacht, hebben ingrijpende maatregelen
noodig gemaakt om te verkrijgen, dat onder
alle omstandigheden zal kunnen worden gere-
kend op trouw aan de Overheid en gehoor-
zaamheid aan het wettig gezag.
Mochten zich ook elders teekenen voordoen
die wijzen op verzwakjting of ondergraving
van juiste gezagsverhoudingen, dan zal de
Regeering het Overheidsgezag met gelijke
klem handhaven.
Hoewel het huidige tjjdsgewricht niet be-
vorderlijk is aan de ontplpoiing der intematio-
nale samenwerking en het uitgroeien van den
Volkenbond, blijf Ik hopen, dat de ontwikke
ling van de organisgtie der Staten-gemeen-
schap zich eerlang weer in opgaande lijn zal
gaan bewegen. Het stemt tot voldoening, dat
de diepgaande veranderingen, welke op het
gebied van het internationaal handelsverkeer
zijn ingetreden, geen wijziging hebben ge-
bracht in de vriendschappelijke verhouding
van Nederland tot de andere mogendheden.
Met de bede, dat God Mijn Volk in deze
moeilijke tijden moge sterken en levend in het
vertrouwen, dat het in staat zal blijken onder
verhoogde krachtsinspanning moedig en waar-
dig te dragen hetgeen onvermijdelijk is, ver-
klaar Ik de gewone zitting der Staten-Gene
raal geopend.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van
Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Ne
derlanden en van Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Juliana, en voorafgegaan door de com
missie, verlaat de vergaderzaal.
De Voorzitter sluit, nadat de commissie in
de zaal is teruggekeerd, de vereenigde ver
gadering.
De openjngsplee.htigheid,
De N. R. Crt. meldt daaromtrent:
Opnieuw heeft de Koningin zich Dinsdag
vergezeld van den Prins en van Prinses
Juliana, met de door de traditie geijkte praal
en luister naar het Binnenhof begeven ter
plechtige opening van de zitting der Staten-
Generaal.
Heerschte er op dezen dag steeds in den
vroegen morgen reeds een buitengewone
levendigheid in de binnenstad, ditmaal was
het drukker dan ooit, in verband met de voor-
genomen huldiging van de Koningin in de
Residentie ter gelegenheid van haar 35-jarig
regeeringsjubileum. Extra-treinen voerden de
leden van Oranje-vereenigingen en organisa-
ties tot handhaving van orde en gezag van
heinde en ver aan. Velen kwamen met de ge
wone treinen, met bussen, trams en auto's,
heele drommen van buiten, die, getooid met
Oranje, in opgewekte stemming de straten
vulden. Van de departementsgebouwen en tal
van andere openbare en particuliere gebouwen
en woonhuizen, niet alleen van die,
gelegen aan den weg, welken de stoet zou
volgen, maar in de geheele stad en vooral in
de winkelstraten vap de oude stad, was de
vlag uitgestoken.
Bij het Koninklijk paleis in het Noordeinde
stond al vroeg een dichte menigte opgesteld,
die daar reeds vo6r een uur het oogenblik,
waarop de stoet van het paleis afreed in
de gelegenheid was de Koningin hartelijk toe
te juichen, toen Ziiji per auto van den Ruigen-
hoek kwam aanrijden. Ook werd daar de be-
langstelling levendig gehouden door de aan-
komst van de eerewacht voor het paleis,
welke ditmaal bestond uit een compagnie van
het regiment grenadiers van 100 man, onder
bevel van een kapitein met het regiments-
vaandel. Deze eerewacht, waarvan de Konink
lijke Militaire Kapel met de tamboers van het
regiment deel uitmaakte, stelde zich op ter
weerszijden van het paleis om daar bij het
vertrek van den stoet der Koninklijke familie
de militaire eerbewijzen te brengen. Bij deze
eerewacht bevond zich de commandant van
het regiment grenadiers, luitenant-kolonel
Jhr. D. de Brauw, met zijn adjudant.
Ongeveer een half uur voor het vertrek
van den stoet kwamen de detachementen
cavalerie aan, die als eere-escorte den stoet
zouden openen en sluiten en vervolgens de
officieren der landmacht van het Militaire
Huis der Koningin, alien te paard, wien on-
middellijk achter het Koninklijke staatsie-
rijtuig een plaats in den stoet was aange-
wezec.
De stoet.
Ter opening van den stoet, die onder alge-
meene leiding stond van R. F. C. baron Ben-
tinck, eerste-stalmeester van de Koningin,
was een detachement aangewezen van het 2e
regiment huzaren, sterk 50 ruiters, onder be
vel van een ritmeester, met den regiments-
standaard en het muziekcorps der huzaren.
dat gedurende den tocht marschmuziek speel-
de. De regimentscommandant, kolonel A.
Diemont en zt'c adjudant, reden met dit
detachement mede.
Onmiddellijk daarop volgden, in gala-livrei,
een rijknecht-majoor en twee rijknechts te
paard.
Daarachter kwam de eerste der met twee
paarden bespannen gala-koetsen, waarin de
kamerheer-ceremoniemeester der Koningin,
R. A. baron van Hardenbroek Van Harden-
broek, gezeten was. Naast elk portier ging
66n lakei.
Volgden twee gala-koetsen, waarin acht
kamerheeren volgens hun rang gezeten waren.
Naast elke portier ging weer een lakei.
In de eerste dezer koetsen, de tweede in
den stoet, waren gezeten de kamerheeren
i.b.d. Mr. E. L. M. H. baron Speyart van
Woerden, Mr. J. C. baron Baud, dienstdoende
ter beschikking van;'Prinses Juliana, Mr. W.
J. baron van Lynden en Mr. G. W. H. baron
van Imhoff.
In de volgende, derde gala-koets, hadden
plaats genomen de kamerheer in gewonen
dienst Jhr. A. G. Sickinghe, de kamerheeren
i.b.d. Mr. J. P. graaf van Limburg Stirum en
Jhr. H. J. Repelaer van Driel, thesaurier van
de Koningin, en de kamerheer 'in gewonen
dienst F. M. L. baron van Geen, particulier
secretaris van de Koningin.
Hierop volgden twee galakoetsen, waarin
de groot-officieren volgens rang van benoe
ming gezeten waren.
De eerste dezer galakoetsen, de vierde in
den stoet, bood plaats aan den opperhofmaar-
schalk Jhr. V. E. A. Boreel van Oldenaller en
gep. luitenant-geiieraal Jhr. C. L. van Such-
telen van de Haare.
In de volgende, vrjfde gala-koets, was ge
zeten G. Ch. baron Snouckaert van Schau-
burg.
De zesde galakoets verleende plaats aan de
wn. grootmeesteres, mevrouw A. van Reigers-
berg Versluys, geboren barones Schimmelpen-
ninck van der Oye en de dienstdoende dame
du palais mevrouw H. Snouck Hurgrcnje geb.
Jkvr. van Tets.
In een zevende gala-koets volgde de opper-
ceremoniemeester gep. geaeraal-majoor J. H.
F. Graaf du Monceau.
Naast ieder portier van elk dezer vier gala
koetsen gingen twee lakeien.
De gouden koets.
Nadat de zeven gala-koetsen waren weg-
gereden, kwam het groote moment van het
voorrijden van de gouden koets,- met acht
paarden bespannen.
Op dat oogenblik werd door het uitsteken
van vaantjes het sein gegeven voor het los-
sen van het eerste der tijdens den duur der
plechtigheid van het verlaten van het
paleis tot den terugkeer aldaar afgegeven
minuutschoten uit de op het Malieveld opge-
stelde batterij van de le artillerie-brigade, be
staande uit vier vuurmonden.
Onder het daveren van het eerste schot
presenteerde de eerewacht het geweer en ter
wijl het Oude Wilhelmus weerklonk, ingezet
door de Kon. Militaire Kapel, stapten de
Koningin, de Prins en Prinses Juliana in de
gouden koets. Naast elk der acht paarden,
waarmede de koets bespannen was, ging een
koetsier; aan elke zijde van de koets liepen
vier lakeien.
Alle vorstelijke personen waren getooid
met het breede lint van het Grootkruis van
de Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Ter rechterzjrjde van de statiekoets reed te
paard de chef van het militaire huis van de
Koningin, gep. vice-admiraal F. Bauduin, ter
linkerzijde de gouvemeur der Koninklijke
Residentie, luitenant-generaal, Jhr. W. Roell,
commandant van het veldleger. Beiden reden
een weinig achter het portier.
Achter de gouden koets reden te paard,
twee aan twee de officieren der landmacht,
van het militaire huis der Koningin.
Een detachement van het 2e regiment
huzaren van 50 manschappen, onder bevel van
een ritmeester, sloot den stoet.
Onder hartelijke toejuichingen van de aan
weerszijden van den door militairen afgezetten
weg opgehoopte menschenmenigte op het
Lange Voorhout was aan de overzijde van de
Kloosterkerk een plaats aangewezen voor -be-
sturen en deputaties met vaandels van de
vereenigingen die H. M. bij deze gelegenheid
wenschten te huldigen reed de stoet langs
den gebruikelijken weg, door de Heulstraat,
over het Schelppad van het Lange Voorhout
en langs den Korten Vijverberg naar het
Binnenhof.
Op het Binnenhof.
Bij de Ridderzaal vond de Koninklijke
familie een eerewacht opgesteld, bestaande
uit een afdeeling van het corps mariniers ter
sterkte van 70 man, met vaandel, en het
muziekkorps der Koninkljijike Marine, onder
bevel van een kapitein. Bij deze eerewacht
bevond zich de chef van het korps mariniers
kolonel J. Oele.
Onder de tonen van het Oude Wilhelmus,
door de Marinekapel gespeeld, besteeg de
Koningin, gevolgd door den Prins en de Prin
ses, de treden, leidende naar den ingang van
de Ridderzaal, welker peristyle overhuifd was
met het breede rood-fluweelen baldakijn met
gouden franjes, terwijl de eerewacht de mili
taire honneurs bracht en de vaandeldrager
zijn vaandel deed buigen.
De Koningin werd op het bordes begroet
door de officieren der zeemacht van haar
militaire huis, alsinede den adjudant in ge
wonen dienst.
In de Ridderzaal.
Vervolgens betraden de vorstelijke perso
nen de Ridderzaal, aan den ingang waarvan
zij ontvangen werden door de gemengde com
missie van in- en uitgeleide uit de beide
Kamers der Staten-Generaal, welke, vooraf
gegaan door den kamerheer-ceremoniemees
ter, de acht kamerheeren, de groot-officieren
en den opperceremoniemeester, de Koningin,
den Prins en d'e Prinses naar de voor hen be-
stemde troonzetels geleidde, onmiddellijk ge
volgd door de grootmeesteres en de dienst
doende dame du palais, den chef van het mili
taire huis, den gouvemeur der Koninklijke
residentie, den eersten stalmeester en de of
ficieren van het militaire huis der Koningin,
die in den stoet hadden meegereden, alsmede
die, welke ziqh onder de peristyle ter be-
groeting bevonden.
Rechts van de Kcningin nam de Prins, links
van haar Prinses Juliana plaats, terwijl de
leden van het gevolg de plaatsen achter en
terzijde van den troon innamen, welke hun
in het officieele programma waren aange
wezen.
Onmiddeiyjik daarop ving de Koningin, op
den Troon gezeten, de voorlezing van de
Troonrede aan, welke dit jaar voor de eerste
maal per radio werd uitgezonden.
Terug naar het Paleis.
Nadat de plechtigheid in de zaal was ge-
eindigd, werd ruim half twee met hetzelfde
eerbetocn door de eerewacht de terugtocht
naar het Koninklijk paleis langs denzelfden
weg ondemomen.
Toen de stoet van de Ridderzaal vertrok,
hadden zich oudergewoonte de leden van het
diplomatieke corps en hun dames, die de ope-
ningsplechtigheid in de zaal hadden bijge-
woond, nabij de middelste poort van het Bin
nenhof opgesteld, teneinde de Vorstelijke per
sonen bij het voorbijrijden een groet te
brengen.
Aan het paleis werden der Koninklijke
familie dezelfde militaire eerbewijzen als bij
het vertrek betbohd'.
Na haar terugkeer in het Paleis vertoonde
de Vorstelgke famiiie zich eenige oogenblik-
ken op het voorbalcon, onder daverend gejubel
van de menigte.
DE PRINSJESDAG.
(De Prinsjesdag, de opening van de zitting
der Staten-Generaal was gister in verschil
lende opzicht bijzonder. Niet alleen door de bij-
zondere geestdrift waartoe zij de Nederland-
sche bevolking, die in ruimen getale naar Den
Haag gestroomd was aanleiding gaf, doch ook
door de wijze waarop aan dat gebeuren niet
alleen in ons land, maar ook in de overzge-
sche bezittingen door den heer A. Hans voor
de microfoon bekendheid werd gegeven en het
getuigt wel van de bijzondere vooruitgang der
techniek dat de heer Vogt reeds 10 minuten
nadat de uitzending was aangevangen kon
mededeelen uit Indie bericht te hebben ont
vangen dat deze ook daar goed doorkwam.
Het vertrek uit de Ridderzaal.
Eenige minuten na half twee verlieten de
vorstelijke personen de Ridderzaal.
Toen de gouden koets het Binnenhof rond-
reed steeg wederom een hartelijk en langdurig
gejuich, uit de menigte op.
Weer werd het Wilhelmus gespeeld en mee-
gezongen. Overal zwaaide men met hoeden en
zakdoeken naar de Koninklijke familie, die
vriendelijk voor de haar gebrachte hulde
dankte.
De terugkeer naar het Paleis.
Langs den geheelen terugweg werden de
vorstelijke personen spontaan toegejuicht en
overal klonken nationale liederen.
Teruggekeerd ten paleize vertoonden Konin
gin, Prins en Prinses zich nog een oogenblik
voor e6n der zijramen. Het publiek zong de
Koninklijke familie het Wilhelmus toe. Het
Kon. gezin trok zich daarna terug, waama het
publiek zich verspreidde.
De kinderhulde in den paleistuin.
Ongeveer 20.000 kinderen, leerlingen van de
hoogste klassen van openbare en bijzondere
scholen, hebben nadat de Koningin van de
plechtige opening der Staten-Generaal was
teruggekeerd, onder de auspicien van het
Haagsch comitd voor volksfeesten te zamen
met vertegenwoordigers van vereenigingen
met jeugd-afdeelingen een massale hulde ge-
bracht aan de Koningin, Prinses Juliana en
den Prins, die op het terras aan de achter-
zijde van het paleis hadden plaats genomen.
Ook in September 1898 bij de kroningsfees-
ten van H.M. had de Haagsche jeugd haar te
dezer plaatse een ovatie gebracht. Ter her-
innering daaraan werd thans door de kinderen
gezongen het koraal uit de cantate ,,Gebea
voor de Koningin".
Zoodra de Koninklijke familie op het bordes
verscheen, begroetten alle kinderen haar met
de oranje programma's.
De kinderen waren opgesteld zoowel op het
achterplein als op de daarachter gelegen ga-
zons; nagenoeg alien waren voorzien van
rood-wit-blauw-, oranje- of princevlaggen.
Voor deze kindersehaar waren meisjes opge
steld met bloemgiurlandes, terwijl ter weers
zijden de vlaggen van de provincies woeien,
hetgeen alles bijeen een bijzonder feestelijken
indruk gaf.
(Behalve het reeds genoemde koraal werden
coupletten van ,,Mijn Nederland" gezongen
van Richard Hoi, het ,,Marschlied" van
Brandts Buys en „Wij willen Holland houwen"
van Arnold Spoel, welke laatste ook den zang
leidde.
Het Haagsch Harmonie Orkest, onder lei
ding van den heer Zeldenrust, zorgde voor de
begeleiding, terwijl padvinders van de Haag
sche afdeelingen der Ned. Padvinders Vereeni
ging, van de Katholieke Verkenners en de
Ohr. Padvinders Vereeniging voor de ver
schillende afzettingen zorg droegen.
Het defile.
Te ruim twee uur nam het defile een aan-
vang. De Koninklijke familie nam, staande op
het terras te midden van de vele bloemstuk-
ken, de huldebetuiging op de meest hartelijke
wijze in ontvangst; af en toe traden enkele
kinderen naar voren om H.M. een bloemruiker
aan te bieden.
De burgemeester woonde met den gemeente-
secretaris mr. dr. ter Pelkwijk en enkele leden
van het college van B. en W. het defile bij.
Bij het verlaten van den tuin werden de kin
deren onthaald op wafels en chocolade, welke
werden uitgereikt door padvindsters van het.
Nederlandsche Meisjes-Gilde.
Tot bijna kwart voor 4 duurde het defile
voort. Na afloop werden guirlandes van hloe-
men door jonge meisjes op de trappen van
het terras neergelegd, voor welke aardige hul
diging H.M. speciaal bedankte. Tenslotte on-
derhield' de Koningin zich achtereenvolgens
met den burgemeester, met wethouder v. d.
Bilt, met den voorzitter en secretaris van het
Haagsche comite, de heeren Ter Pelkwijk en
v. d. Heyden en de heeren Spoel en Zeldenrust,
wien zij alien haar dank bracht voor de be-
tuigingen van sympathie.
Alle bloemstukken en guirlandes worden
overgebracht naar den Ruigenhoek.
De plechtigheid werd besloten met het Wil-.
helmus.
Rijtoer door de stad.
De rijtoer, die des namiddags door H.M. de
Koningin, vergezeld door Prins Hendrik en
Prinses Juliana, door de stad is gehouden, is
een ware zegetocht geworden. De menigte
stond in dichte rijen langs den weg geschaar d,
overal met groot enthousiasme de Koninklijke
familie in het voorbijrijden begroetende en toe-
wuivende. Op vele punten nam het huldebe-
toon het karakter aan van een grootsche
ovatie. Teneinde de vele duizenden gelegen
heid te geven hunne hulde te betuigen, was de
route van den rit zeer ruim genomen, hetgeen
medewerkte dat alles een ordelijk en geregeld
verloop kon hebben. Bij beschouwing van de
langs den weg geschaarde menigte bleek, dat
duizenden uit alle oorden des lands naar de
residentie waren getrokken en op de vaandels
langs den weg las men de namen van groote
en kleine, van bekende en onbekende plaatsen
uit alle provincies van Nederland. Bijzonder
aardige indruk maakten de vele groepen welke
in hun uniform of vereenigingscostuum aan de
huldiging deelnamen. Daar waren tallooze
padvinders, ouderen en jongeren, met trom-
melslagers en hoomblazers, vele sportvereeni-
gingen, de Graalmeisjes in hun kleurige klee-
dij, burgerwaehten uit tallooze plaatsen met
hun vaandels, een groote groep van het Natio-
naal Jongeren Verbond, fanfarecorpsen, mu-
ziek- en zangvereenigingen, enz.
Overal langs den weg stonden muziekkorp-
sen, die het Wilhelmus en verdere populaire
volkswijsjes ten gehoore brachten. Ook de
militairen ontbraken niet bij de huldiging.
Zoowel van de officieren als van de minderen