ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Eerste Blad. No. 9044 WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1933, 73e Jaargang BIN N E N L A N D Onze abonne's in het Buitenland worden driiigend verzocht, het verschul- digde abonnementsgeld voor 1 Oct. a.s. in te zenden. Bij niet-ontvangst voor dien datum wordt het abonnement gestaakt. Abonnementen voor het buitenland worden slechts aangenomen bij vooruit- betalinq, DE UITGEEFSTER. H.H. Kantoorhouders worden verzocht het abonnementsgeld over het 3e kwartaal 1933 van de Ter Neuzensche Courant voor 1 Oct. a.s. in te zenden. Wij vestigen er de aandacht van onze abonne's op, dat wij bij terug-ontvangst van eene onbetaalde kwitantie, onmiddel- lijk de toezending van het blad zulien st cik. 0ii DE UITGEEFSTER. De abonne's van het Gefllustreerd Zondagsblad, die het blad per post ontvangen, wor den verzocht, hun abonnementsgeld voor 1 Oct. a.s., in te zenden daar er anders over beschikt wordt met verhooging van 15 cert. DE UITGEEFSTER. Vereenigde Vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal. MMmwMBMMMBBMMM——■lilllinw IIHW 1HI— TER NEUZENSCHE CO U RANT t FiONVE'MEVTSPRI.TSBinnen Ter Neuzen 1,28 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaiing. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEEVE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij voorultbetallng. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend r Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst den dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. De heer Mr. W. L. baron de Vos van Steen- wijk, die het voorzitterschap bekleedt, opent, nadat de leden der Staten-Generaal zich in de ridderzaal vereenigd hebben, des namid- dags te half een uur de vergadering en doet den griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk besluit van 9 September 1933, no. 18, houdende zijn benoeming tot voorzitter van de Eerste Kamer gedurende de zitting, welke heden aanvangt. De Voorzitter benoemt een commissie, die Hare Majesteit in het gebouw zal ontvangen en uitleiden. De commissie bestaat uit de heeren De Savomin Lohman, Kranenburg, Droogleever Fortuyn, Schoemaker en Van Asch van Wijok van de Eerste Kamer, Bon- gaerts, Van Rappard, Van Dijk, Van Boetze- laer van Dubbeldam, Bierema, mej. Katz, de heeren Schaepman, Kampschoer, Van Hellen- berg Hubar en Terpstra van de Tweede Kamer. De ministers, hoofden van ministerieele departementen, en de leden van den Raad van State vereenigen zich des namiddags te een uur mede in de ridderzaal. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Hertog van Meckelenburg, en van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, kort daarna in de ridderzaal aange- komen, wordt door de commissie in de ver gadering binnengeleid, neemt plaats op den troon en houdt, terwijl ter rechterzijde van Hare Majesteit Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden en ter linkerzijde Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana plaats namen, de volgende rede: Troonrede. Leden der Staten-Generaal. Mij wederom in Uw midden bevindende, ge- voel Ik Mij allereerst gedrongen uiting te geven aan mijne gevoelens van medeleven in de moeiljjke omstandigheden, .waarin ons volk nog steeds verkeert. Voortbrenging, handel en verkeer bieden over de geheele wereld nog een beeld van grondige verwarring, waaronder, 66k ten on- zent, de volkswelvaart emstig lijdt. Bij de productie zoowel als bij den ruil van goederen openbaren zich voorts overal verschuivingen, die in menig opzicht een blijvend karakter schijnen te dragen. Onze Landbouw en Nijverheid worden even- zeer als onze Handel en Sdheepvaart door deze wijzigingen in de oeconomische wereldstruc- tuur, voor eischen van aanpassing gesteld, waarbij leiding, hulp, zelfs drang van de zijde der Regeering, in toenemende mate noodzake- lijk zulien blijken. Met vermijding van gewaagde proefnemin- gen op monetair en oeconomisch gebied, zul ien, nu ook de Londensche conferentie niets tot stand kon brengen tot het verkrijgen van redelijke verhoudingen in het goederenverkeer, verder gaande maatregelen moeten worden genomen in het belang van den afzet onzer producten binnen de eigen grenzen. Tevens zal aan de bevordering van onzen uitvoer naast andere in die richting werkende mid- delen onze invoer dienstbaar moeten wor den gemaakt. De reeds jaren aanhoudende afbrokkeling onzer welvaart doet ook in sterke mate haar invloed gelden op den toestand der publieke geldmiddelen en heeft het evenwicht tusschen uitgaven en inkomsten op verontrustende wijze verstoord. De Regeering zal daarom in het komende zittingsjaar in de allereerste plaats Uw aan dacht vragen voor een reeks van maatrege len, die onmisbaar zijn voor het financieel her- stel. Het streven is er v66r alles op gericht dit herstel te bereiken door aanzienlijke be perking der uitgaven. Die beperking zal ten deele worden verkregen door eene redelijke verlaging van de salarissen en loonen van het Rij'kspersoneel. Een nieuwe salarisregeling, die op 1 Januari 1935 in werking zal dienen te treden, is in voorbereiding. Verdere inkrimping der uitgaven zal vooral moeten worden bereikt door doelmatiger or- ganisatie en door besnoeiing van verschillende diensten. Ondanks de reeds aangebrachte en de op korten termijn nog te verwachten verdere be- sparingen op de uitgaven is een nadere ver- sterking der middelen onmisbaar gebleken. Daartoe strekkende voorstellen zulien onver- wijld worden ingediend. Aan het misbruik, dat in steeds toenemende mate wordt gemaakt van den rechtsvorm der naamlooze vennootschap, ten einde de betaling van belasting te ontgaan, zal paal en perk worden gesteld. Voorstellen te dier zake zijn in voorbereiding. Met het doel den overgang van de eerste naar de tweede vijfjarige uitkeeringsperiode meer geleidelijk te doen plaats hebben, zal het vraagstuk der financieele verhouding tus schen het Rijk en de gemeenten opnieuw in onderzoek worden genomen. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek zal op de uitkeeringen uit het gemeentefonds over het jaar 1934/35 een korting moeten worden toegepast, welke verband zal houden met de gemeentelijke draagkracht. Een daartoe strek- kend wetsontwerp zal U dezer dagen be reiken. jDe geldelijke toestand van verscheidene ge meenten maakt voorts een verscherpt toezicht op het financieel beleid der gemeenten nood- zakelrjk. Dit brengt mede een versterking van den invloed van het centraal gezag op de locale bezoldigingsregelen van personeel in publieken dienst, mede met het doel uitwas- sen af te snijden en niet te rechtvaardigen verschillen in de belooning van overheidsper- soneel weg te nemen. Voorstellen tot wettelijke regeling van de afbetalingsovereenkomst, mitsgaders tot her- ziening van het in het Wetboek van Koop- handel vervatte binnenvaartrecht zulien U worden aangeboden. Op het gebied van het executierecht wor den voorzieningen voorbereid, welke in de bij- zondere tijdsomstandigheden geboden zijn. Daarbij zal, voor zooveel noodig door bijzon- dere middelen, er voor worden gewaakt, dat schuldeischers niet onredelijk worden bena- deeld. Zoodra het evenwicht in de Rijksbegrooting zal zijn verzekerd, zulien U voorstellen worden aangeboden ten doel hebbende, door uitvoe- ring op ruime schaal van productieve publieke werken, werkverruiming in het leven te roe- pen ten einde de ellende der werkloosheid te lenigen. Bevordering van woningbouw tegen verlaagde kosten zal van deze plannen een deel uitmaken om voor arbeiders woningen te ver krijgen, waarvan de huurprys meer in over- eenstemming is met het loonpeil. Daarnevens zulien maatregelen worden getroffen om voor bestaande woningen geleidelijke huurverlaging mogelijk te maken. Zoolang werkverschaffing nog niet kan wor den gemdst, moet er naar worden gestreefd het particulier bedrjjf daarbij zooveel mogelijk in te schakelen. De oeconomische omstandigheden en, in ver band daarmede, de financieele toestand in Nederlandsch-Indie blijven groote zorg eischen Het budgetair evenwicibt is er vooralsnog niet verzekerd. In verband met den reeds zoo uit- puttenden belastingdruk, zal, na de laatstelijk aanhangig gemaakte vodrstellen tot nieuwe heffingen, van belastingverhooging nauwelijks meer eenig resultaat te verwachten zijn en zal het financieel evenwicht in Indie dus slechts door voortgaande beperking der uitgaven zijn te herstellen. De ontwikkeling der politieke verhoudingen aldaar vereischt voortdurende aandacht en waakzaamheid. In het algemeen belang der bevolking zijn nadere maatregelen getroffen ter beteugeling van het misbruik, dat door sommige volksleiders wordt gemaakt van de vrijheid van vereeniging en vergadering. Suriname heeft nog bij voortduring met oeconomische moeilijkheden te kampen. Zoo wel van Overheidswege als van particuliere zijde wordt het mogelijke gedaan om de ge- volgen van de crisis te verzachten. Het stemt tot dankbaarheid, dat de oecono mische toestand in Curasao, althans tot dus- ver en de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen, vrij bevredigend te noemen is. De moeilijkheden in, het begin dezes jaars ondervonden met een deel van het personeel der zeemacht, hebben ingrijpende maatregelen noodig gemaakt om te verkrijgen, dat onder alle omstandigheden zal kunnen worden gere- kend op trouw aan de Overheid en gehoor- zaamheid aan het wettig gezag. Mochten zich ook elders teekenen voordoen die wijzen op verzwakjting of ondergraving van juiste gezagsverhoudingen, dan zal de Regeering het Overheidsgezag met gelijke klem handhaven. Hoewel het huidige tjjdsgewricht niet be- vorderlijk is aan de ontplpoiing der intematio- nale samenwerking en het uitgroeien van den Volkenbond, blijf Ik hopen, dat de ontwikke ling van de organisgtie der Staten-gemeen- schap zich eerlang weer in opgaande lijn zal gaan bewegen. Het stemt tot voldoening, dat de diepgaande veranderingen, welke op het gebied van het internationaal handelsverkeer zijn ingetreden, geen wijziging hebben ge- bracht in de vriendschappelijke verhouding van Nederland tot de andere mogendheden. Met de bede, dat God Mijn Volk in deze moeilijke tijden moge sterken en levend in het vertrouwen, dat het in staat zal blijken onder verhoogde krachtsinspanning moedig en waar- dig te dragen hetgeen onvermijdelijk is, ver- klaar Ik de gewone zitting der Staten-Gene raal geopend. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Ne derlanden en van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, en voorafgegaan door de com missie, verlaat de vergaderzaal. De Voorzitter sluit, nadat de commissie in de zaal is teruggekeerd, de vereenigde ver gadering. De openjngsplee.htigheid, De N. R. Crt. meldt daaromtrent: Opnieuw heeft de Koningin zich Dinsdag vergezeld van den Prins en van Prinses Juliana, met de door de traditie geijkte praal en luister naar het Binnenhof begeven ter plechtige opening van de zitting der Staten- Generaal. Heerschte er op dezen dag steeds in den vroegen morgen reeds een buitengewone levendigheid in de binnenstad, ditmaal was het drukker dan ooit, in verband met de voor- genomen huldiging van de Koningin in de Residentie ter gelegenheid van haar 35-jarig regeeringsjubileum. Extra-treinen voerden de leden van Oranje-vereenigingen en organisa- ties tot handhaving van orde en gezag van heinde en ver aan. Velen kwamen met de ge wone treinen, met bussen, trams en auto's, heele drommen van buiten, die, getooid met Oranje, in opgewekte stemming de straten vulden. Van de departementsgebouwen en tal van andere openbare en particuliere gebouwen en woonhuizen, niet alleen van die, gelegen aan den weg, welken de stoet zou volgen, maar in de geheele stad en vooral in de winkelstraten vap de oude stad, was de vlag uitgestoken. Bij het Koninklijk paleis in het Noordeinde stond al vroeg een dichte menigte opgesteld, die daar reeds vo6r een uur het oogenblik, waarop de stoet van het paleis afreed in de gelegenheid was de Koningin hartelijk toe te juichen, toen Ziiji per auto van den Ruigen- hoek kwam aanrijden. Ook werd daar de be- langstelling levendig gehouden door de aan- komst van de eerewacht voor het paleis, welke ditmaal bestond uit een compagnie van het regiment grenadiers van 100 man, onder bevel van een kapitein met het regiments- vaandel. Deze eerewacht, waarvan de Konink lijke Militaire Kapel met de tamboers van het regiment deel uitmaakte, stelde zich op ter weerszijden van het paleis om daar bij het vertrek van den stoet der Koninklijke familie de militaire eerbewijzen te brengen. Bij deze eerewacht bevond zich de commandant van het regiment grenadiers, luitenant-kolonel Jhr. D. de Brauw, met zijn adjudant. Ongeveer een half uur voor het vertrek van den stoet kwamen de detachementen cavalerie aan, die als eere-escorte den stoet zouden openen en sluiten en vervolgens de officieren der landmacht van het Militaire Huis der Koningin, alien te paard, wien on- middellijk achter het Koninklijke staatsie- rijtuig een plaats in den stoet was aange- wezec. De stoet. Ter opening van den stoet, die onder alge- meene leiding stond van R. F. C. baron Ben- tinck, eerste-stalmeester van de Koningin, was een detachement aangewezen van het 2e regiment huzaren, sterk 50 ruiters, onder be vel van een ritmeester, met den regiments- standaard en het muziekcorps der huzaren. dat gedurende den tocht marschmuziek speel- de. De regimentscommandant, kolonel A. Diemont en zt'c adjudant, reden met dit detachement mede. Onmiddellijk daarop volgden, in gala-livrei, een rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard. Daarachter kwam de eerste der met twee paarden bespannen gala-koetsen, waarin de kamerheer-ceremoniemeester der Koningin, R. A. baron van Hardenbroek Van Harden- broek, gezeten was. Naast elk portier ging 66n lakei. Volgden twee gala-koetsen, waarin acht kamerheeren volgens hun rang gezeten waren. Naast elke portier ging weer een lakei. In de eerste dezer koetsen, de tweede in den stoet, waren gezeten de kamerheeren i.b.d. Mr. E. L. M. H. baron Speyart van Woerden, Mr. J. C. baron Baud, dienstdoende ter beschikking van;'Prinses Juliana, Mr. W. J. baron van Lynden en Mr. G. W. H. baron van Imhoff. In de volgende, derde gala-koets, hadden plaats genomen de kamerheer in gewonen dienst Jhr. A. G. Sickinghe, de kamerheeren i.b.d. Mr. J. P. graaf van Limburg Stirum en Jhr. H. J. Repelaer van Driel, thesaurier van de Koningin, en de kamerheer 'in gewonen dienst F. M. L. baron van Geen, particulier secretaris van de Koningin. Hierop volgden twee galakoetsen, waarin de groot-officieren volgens rang van benoe ming gezeten waren. De eerste dezer galakoetsen, de vierde in den stoet, bood plaats aan den opperhofmaar- schalk Jhr. V. E. A. Boreel van Oldenaller en gep. luitenant-geiieraal Jhr. C. L. van Such- telen van de Haare. In de volgende, vrjfde gala-koets, was ge zeten G. Ch. baron Snouckaert van Schau- burg. De zesde galakoets verleende plaats aan de wn. grootmeesteres, mevrouw A. van Reigers- berg Versluys, geboren barones Schimmelpen- ninck van der Oye en de dienstdoende dame du palais mevrouw H. Snouck Hurgrcnje geb. Jkvr. van Tets. In een zevende gala-koets volgde de opper- ceremoniemeester gep. geaeraal-majoor J. H. F. Graaf du Monceau. Naast ieder portier van elk dezer vier gala koetsen gingen twee lakeien. De gouden koets. Nadat de zeven gala-koetsen waren weg- gereden, kwam het groote moment van het voorrijden van de gouden koets,- met acht paarden bespannen. Op dat oogenblik werd door het uitsteken van vaantjes het sein gegeven voor het los- sen van het eerste der tijdens den duur der plechtigheid van het verlaten van het paleis tot den terugkeer aldaar afgegeven minuutschoten uit de op het Malieveld opge- stelde batterij van de le artillerie-brigade, be staande uit vier vuurmonden. Onder het daveren van het eerste schot presenteerde de eerewacht het geweer en ter wijl het Oude Wilhelmus weerklonk, ingezet door de Kon. Militaire Kapel, stapten de Koningin, de Prins en Prinses Juliana in de gouden koets. Naast elk der acht paarden, waarmede de koets bespannen was, ging een koetsier; aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Alle vorstelijke personen waren getooid met het breede lint van het Grootkruis van de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Ter rechterzjrjde van de statiekoets reed te paard de chef van het militaire huis van de Koningin, gep. vice-admiraal F. Bauduin, ter linkerzijde de gouvemeur der Koninklijke Residentie, luitenant-generaal, Jhr. W. Roell, commandant van het veldleger. Beiden reden een weinig achter het portier. Achter de gouden koets reden te paard, twee aan twee de officieren der landmacht, van het militaire huis der Koningin. Een detachement van het 2e regiment huzaren van 50 manschappen, onder bevel van een ritmeester, sloot den stoet. Onder hartelijke toejuichingen van de aan weerszijden van den door militairen afgezetten weg opgehoopte menschenmenigte op het Lange Voorhout was aan de overzijde van de Kloosterkerk een plaats aangewezen voor -be- sturen en deputaties met vaandels van de vereenigingen die H. M. bij deze gelegenheid wenschten te huldigen reed de stoet langs den gebruikelijken weg, door de Heulstraat, over het Schelppad van het Lange Voorhout en langs den Korten Vijverberg naar het Binnenhof. Op het Binnenhof. Bij de Ridderzaal vond de Koninklijke familie een eerewacht opgesteld, bestaande uit een afdeeling van het corps mariniers ter sterkte van 70 man, met vaandel, en het muziekkorps der Koninkljijike Marine, onder bevel van een kapitein. Bij deze eerewacht bevond zich de chef van het korps mariniers kolonel J. Oele. Onder de tonen van het Oude Wilhelmus, door de Marinekapel gespeeld, besteeg de Koningin, gevolgd door den Prins en de Prin ses, de treden, leidende naar den ingang van de Ridderzaal, welker peristyle overhuifd was met het breede rood-fluweelen baldakijn met gouden franjes, terwijl de eerewacht de mili taire honneurs bracht en de vaandeldrager zijn vaandel deed buigen. De Koningin werd op het bordes begroet door de officieren der zeemacht van haar militaire huis, alsinede den adjudant in ge wonen dienst. In de Ridderzaal. Vervolgens betraden de vorstelijke perso nen de Ridderzaal, aan den ingang waarvan zij ontvangen werden door de gemengde com missie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-Generaal, welke, vooraf gegaan door den kamerheer-ceremoniemees ter, de acht kamerheeren, de groot-officieren en den opperceremoniemeester, de Koningin, den Prins en d'e Prinses naar de voor hen be- stemde troonzetels geleidde, onmiddellijk ge volgd door de grootmeesteres en de dienst doende dame du palais, den chef van het mili taire huis, den gouvemeur der Koninklijke residentie, den eersten stalmeester en de of ficieren van het militaire huis der Koningin, die in den stoet hadden meegereden, alsmede die, welke ziqh onder de peristyle ter be- groeting bevonden. Rechts van de Kcningin nam de Prins, links van haar Prinses Juliana plaats, terwijl de leden van het gevolg de plaatsen achter en terzijde van den troon innamen, welke hun in het officieele programma waren aange wezen. Onmiddeiyjik daarop ving de Koningin, op den Troon gezeten, de voorlezing van de Troonrede aan, welke dit jaar voor de eerste maal per radio werd uitgezonden. Terug naar het Paleis. Nadat de plechtigheid in de zaal was ge- eindigd, werd ruim half twee met hetzelfde eerbetocn door de eerewacht de terugtocht naar het Koninklijk paleis langs denzelfden weg ondemomen. Toen de stoet van de Ridderzaal vertrok, hadden zich oudergewoonte de leden van het diplomatieke corps en hun dames, die de ope- ningsplechtigheid in de zaal hadden bijge- woond, nabij de middelste poort van het Bin nenhof opgesteld, teneinde de Vorstelijke per sonen bij het voorbijrijden een groet te brengen. Aan het paleis werden der Koninklijke familie dezelfde militaire eerbewijzen als bij het vertrek betbohd'. Na haar terugkeer in het Paleis vertoonde de Vorstelgke famiiie zich eenige oogenblik- ken op het voorbalcon, onder daverend gejubel van de menigte. DE PRINSJESDAG. (De Prinsjesdag, de opening van de zitting der Staten-Generaal was gister in verschil lende opzicht bijzonder. Niet alleen door de bij- zondere geestdrift waartoe zij de Nederland- sche bevolking, die in ruimen getale naar Den Haag gestroomd was aanleiding gaf, doch ook door de wijze waarop aan dat gebeuren niet alleen in ons land, maar ook in de overzge- sche bezittingen door den heer A. Hans voor de microfoon bekendheid werd gegeven en het getuigt wel van de bijzondere vooruitgang der techniek dat de heer Vogt reeds 10 minuten nadat de uitzending was aangevangen kon mededeelen uit Indie bericht te hebben ont vangen dat deze ook daar goed doorkwam. Het vertrek uit de Ridderzaal. Eenige minuten na half twee verlieten de vorstelijke personen de Ridderzaal. Toen de gouden koets het Binnenhof rond- reed steeg wederom een hartelijk en langdurig gejuich, uit de menigte op. Weer werd het Wilhelmus gespeeld en mee- gezongen. Overal zwaaide men met hoeden en zakdoeken naar de Koninklijke familie, die vriendelijk voor de haar gebrachte hulde dankte. De terugkeer naar het Paleis. Langs den geheelen terugweg werden de vorstelijke personen spontaan toegejuicht en overal klonken nationale liederen. Teruggekeerd ten paleize vertoonden Konin gin, Prins en Prinses zich nog een oogenblik voor e6n der zijramen. Het publiek zong de Koninklijke familie het Wilhelmus toe. Het Kon. gezin trok zich daarna terug, waama het publiek zich verspreidde. De kinderhulde in den paleistuin. Ongeveer 20.000 kinderen, leerlingen van de hoogste klassen van openbare en bijzondere scholen, hebben nadat de Koningin van de plechtige opening der Staten-Generaal was teruggekeerd, onder de auspicien van het Haagsch comitd voor volksfeesten te zamen met vertegenwoordigers van vereenigingen met jeugd-afdeelingen een massale hulde ge- bracht aan de Koningin, Prinses Juliana en den Prins, die op het terras aan de achter- zijde van het paleis hadden plaats genomen. Ook in September 1898 bij de kroningsfees- ten van H.M. had de Haagsche jeugd haar te dezer plaatse een ovatie gebracht. Ter her- innering daaraan werd thans door de kinderen gezongen het koraal uit de cantate ,,Gebea voor de Koningin". Zoodra de Koninklijke familie op het bordes verscheen, begroetten alle kinderen haar met de oranje programma's. De kinderen waren opgesteld zoowel op het achterplein als op de daarachter gelegen ga- zons; nagenoeg alien waren voorzien van rood-wit-blauw-, oranje- of princevlaggen. Voor deze kindersehaar waren meisjes opge steld met bloemgiurlandes, terwijl ter weers zijden de vlaggen van de provincies woeien, hetgeen alles bijeen een bijzonder feestelijken indruk gaf. (Behalve het reeds genoemde koraal werden coupletten van ,,Mijn Nederland" gezongen van Richard Hoi, het ,,Marschlied" van Brandts Buys en „Wij willen Holland houwen" van Arnold Spoel, welke laatste ook den zang leidde. Het Haagsch Harmonie Orkest, onder lei ding van den heer Zeldenrust, zorgde voor de begeleiding, terwijl padvinders van de Haag sche afdeelingen der Ned. Padvinders Vereeni ging, van de Katholieke Verkenners en de Ohr. Padvinders Vereeniging voor de ver schillende afzettingen zorg droegen. Het defile. Te ruim twee uur nam het defile een aan- vang. De Koninklijke familie nam, staande op het terras te midden van de vele bloemstuk- ken, de huldebetuiging op de meest hartelijke wijze in ontvangst; af en toe traden enkele kinderen naar voren om H.M. een bloemruiker aan te bieden. De burgemeester woonde met den gemeente- secretaris mr. dr. ter Pelkwijk en enkele leden van het college van B. en W. het defile bij. Bij het verlaten van den tuin werden de kin deren onthaald op wafels en chocolade, welke werden uitgereikt door padvindsters van het. Nederlandsche Meisjes-Gilde. Tot bijna kwart voor 4 duurde het defile voort. Na afloop werden guirlandes van hloe- men door jonge meisjes op de trappen van het terras neergelegd, voor welke aardige hul diging H.M. speciaal bedankte. Tenslotte on- derhield' de Koningin zich achtereenvolgens met den burgemeester, met wethouder v. d. Bilt, met den voorzitter en secretaris van het Haagsche comite, de heeren Ter Pelkwijk en v. d. Heyden en de heeren Spoel en Zeldenrust, wien zij alien haar dank bracht voor de be- tuigingen van sympathie. Alle bloemstukken en guirlandes worden overgebracht naar den Ruigenhoek. De plechtigheid werd besloten met het Wil-. helmus. Rijtoer door de stad. De rijtoer, die des namiddags door H.M. de Koningin, vergezeld door Prins Hendrik en Prinses Juliana, door de stad is gehouden, is een ware zegetocht geworden. De menigte stond in dichte rijen langs den weg geschaar d, overal met groot enthousiasme de Koninklijke familie in het voorbijrijden begroetende en toe- wuivende. Op vele punten nam het huldebe- toon het karakter aan van een grootsche ovatie. Teneinde de vele duizenden gelegen heid te geven hunne hulde te betuigen, was de route van den rit zeer ruim genomen, hetgeen medewerkte dat alles een ordelijk en geregeld verloop kon hebben. Bij beschouwing van de langs den weg geschaarde menigte bleek, dat duizenden uit alle oorden des lands naar de residentie waren getrokken en op de vaandels langs den weg las men de namen van groote en kleine, van bekende en onbekende plaatsen uit alle provincies van Nederland. Bijzonder aardige indruk maakten de vele groepen welke in hun uniform of vereenigingscostuum aan de huldiging deelnamen. Daar waren tallooze padvinders, ouderen en jongeren, met trom- melslagers en hoomblazers, vele sportvereeni- gingen, de Graalmeisjes in hun kleurige klee- dij, burgerwaehten uit tallooze plaatsen met hun vaandels, een groote groep van het Natio- naal Jongeren Verbond, fanfarecorpsen, mu- ziek- en zangvereenigingen, enz. Overal langs den weg stonden muziekkorp- sen, die het Wilhelmus en verdere populaire volkswijsjes ten gehoore brachten. Ook de militairen ontbraken niet bij de huldiging. Zoowel van de officieren als van de minderen

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1