GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Vergadering van Donderdag 7 September 1933, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huiizinga, burge- mC'Cstcr* Tegenwoordig de heeren: L. J. Geelhoedt, D. Scbeele, J. J. de Jager, M. de Jonge, C. A. Verlinde, D. van Aken, A. de Bruijn, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, A .J. Harte, J. H. van Doeselaar, P. van Cadsand, J. Huijssen en N. A. Hamelink. De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Een adres van M. Huisman, weduwe van' Cb. van de Moortel, kermisreiziger, die daarin te kennen geeft, dat het haar, door bet overlijden van haar echtgenoot, ommoge- lijk is, als voorheen, de kermissen te bezoeken, en zij daarom verzoekt haar te wiilen terug- betaien de waarborgsom ad /82,50, die in de maand Maart door wijilen haar echtgenoot is gestort in verband met de hem voor de a.s. kermis toegewezen plaats. Burgemeester en wethouders deelen mede, dat zij zich voorstelien dit adres af te hande- len na afloop der kermis. Met aigemeene stemmed wordt aidus besioten. b. Bericht van M. J. Eelderink, te Sassen- heim, dat hjj de benoeming tot lid der com- missie van toezicht op het lager onderwijs voor Sluiskil-Driewegen aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een missive van den Commissaris der Koningin in Zeeland, d.d. z? Augustus 1933, waarbij voorzien van het bewjjs der konink- lijke goedkeuring wordt teruggezonden de verordening voor de onbezoldigde veldwach- ters in deze gemeente. Aangenomen voor kennisgeving. d. Deelen burgemeester en wethouders het volgende mede: In de laatst gehouden raadsvergadering werd er bij de behandeling vain ons voorstel tot wjjziging van het tarief ten behoeve van de straatveriichting in de buvrtschappen door den heer Hamelink op aangedrongen, bjj de N.V. P.Z.E.M. te Middelburg de noodige stap- pen te doen, teneinde ook een gereduceerde stroomprijs te verkrijgen voor de straatver iichting in de kom. Naai aanledding van deze bespreking wen- schen wjj U hierbjj onder Uwe aandacht te brengen, dat wjj< ons bij schrjjven dd. 21 December 1932, no. 2921 terzake tot de P.Z.E.M. hebben gewend, omdat wiji in het feit dat de post welke jaariijks voor de straatveriichting gevoteerd wordt steeds toe- neemt aanleiding vonden, te verzoeken de tarieven der straatveriichting te verlagen. Wij wezen erop dat het bij iedere commer- cieele ondernemJ(ng gelbruikelijk is, dat bij toeueming der afname, de te betalen prijs minder wordt. De P.Z.E.M. heeft zich daarop hoewel conitractueel daartoe niet verplicht bereid verklaard, ingaande 1 Januari 1933 een nieuw tarief in te voerem, gebaseerd op het venbruik over 1932, ruim 22.000 K.W.U. bedragende. Voor de eerste 10.000 K.W.U. is verschul- digd 35 ct. per K.W.U.; voor de volgende 10.000 K.W.U. 30 ct. per K.W.U. en voor alle volgende K.W.U., 25 ct. per K.W.U. Uitgaande van het verbruik over 1932 komt dit tarief neer op eene kosten vermin- dering van ruim 700 per jaar, terwjjl bjj toeneming van het verbruik de besparing onder het nieuwe, vergeleken met het oude tarief, nog aanmerkeljjk stijgt. Gegeven bovenstaande, zal het U duidelijk zijn, dat wjj voorloopig geen termen kurunen vinden, om op eene nieuwe tariefsverlaging aan te dringen. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een adres luidende als volgt: Geeft met verschuldidgen eerbied te ken nen de afdeeling ,,Ter Neuzen en Omstreken" van den Nederlandschen bond van Koffie- huis-, Restauranthouders en Sljjters gevestdgd te Amsterdam, goedgekeurd bij Koninklijk besluit; dat door de Wet van den 28en Juli 1933 (Staatsbald No. 388) mogelijk is geworden om bij gemeemteverordening de perceelen of gedeelten van perceelen, uitsluitend dienende tot uitoefening van het bedrijf van den houder van een koffiehuis, restaurant of andere in richting tot het gebruiken van spijzen en dranken tegen betaliing, gelijk te stellen hetzij met winkel of logementen, hetzij met per ceelen of perceelsgedeelten, die gemeubileerd worden verhuurd; dat deze Wet haar oorsprong vindt in de voortdurende klachtem, ook in de Staten- Generaal geuit, over de onbillijke werking der personeele belasting ten aanzien van koffie- huizen en restaurants; dat toch de Wet op de personeele belasting tot heden het noodig maakte deze bedrijfs- ruimten te belastem als werden zjj gebruikt uitsluitend tot genoegen van den belasting- plichtige, terwijl zjj toch niet anders zijn dan bedrijfsruimten, die de exploitant in gebruik heeft om daarin zijn brood te verdienen; dat zij in dit opzicht niets verschillen van de bedrijfsruimten als fabrieken en werk- plaatsen, stallen, etc., die anderen gebruiken voor de uitoefening van hun bedrijf en geheel zijn vrijgesteld van personeele belasting, zulks in overeenstemming met den geest der Wet, omdat immers de Wet op de personeele belas ting is een verteringsbelasting en dus niet anders behoort te treffen dan de objecten, die het verteringsvermogen van den belasting- plichtige tot uiting brengen; dat evenmin als de inrichting, stand of fig ging van een fabriek of werkplaats ook maar eenig licht verschaffen omtrent de winst, in deze inrichting gemaakt, van een koffiehuis al is het nog zoo goed ingericht en al heeft het nog zulk een hooge huurwaarde, evenmin af te leiden valt, dat de exploitant in staat is in overeenstemming daarmede belasting te betalen; dat de druk deizer belasting echter buiten- gewoon is toegenomen, nu door de tijdsom- standigheden de gemeenten zich genoodzaakt zien de personeele belasting zwaarder te doen drukken en bijvoorbeeld het aantal opcenten op deze belasting voortdurend te verhoogen en zelfs tot 200 te brengen, waar reeds hier- door de grondslag der belasting drievoudig wordt geheiven en dus ten aanzien van het koffiehuis- en restaurantbedrijf de onbillijk- heid ook drievuldig drukt; dat daarom de Regeering in overleg met de Staten-Generaal de Wet, hierboven ge- noemd heeft tot stand gebracht, waardoor de gemeentebesturen niet langer onbillijkheid hoeven te begaan die tot heden voor de exploi tanten zulke ernstige gevolgen heeft gehad en velen van hen zelfs tot economische onder- gang heeft gebracht; dat de Wet dan ook, zooals bjj de behande ling daarvan is gebleken, aan de gemeente besturen de vrijheid wil verleenen om den gemeentelrjken belastingdurk anders te kun- nen verdeelen dan tot op dit oogenblik het geval was en dat de gelijkstelling van koffie- huizen met winkels den druk der personeele belasting voor het overige deel der burgerij slechts weinig of niet zal verzwaren; dat onder deze omstandigheden adressante Uwe Raad beleefd verzoekt in dezen geest te wiilen besluiten. opdat met ingang van 1 Januari 1934 een meer dragelijke personeele belasting voor koffiehuis- en restaurantibe- drijven in Uw Gemeente zal bestaan; dat daarbij1 gewezen wordt op de bepaling van artikel 4, tweede lid, der bovenomschre- ven Wet waaruit blijkt, dat paragraaf 4 van artikel 31 duodecies der Wet op de Personeele belasting hier niet van toepassing is. Bij dit adres is gevoegd het volgende: Geeft met eeraied te kennen: Henricus Bernardus Martinus Spinhof, wonende te Ter Neuzen, aan de Nieuwstraat no. 13, van beroep exploitant van het Cafe- Restaurant des Pays-Bas, gevestigd en gedre- ven te Ter Neuzeti in het perceel, gelegen aan de Nieuwstraat no. 13; dat de lasten, welke onder meer krachtens de Wet op de Personeele belasting op de caf<§- en restaurantbedrijrven, drukkende zoo zwaar zjjn, dat daaraan niet dan met de grootste moeite het hoofd kan worden geboden; dat hij bij Uwen Raad als bekend meent te mogen onderstellen hoezeer het cafd- en restaurantbedrijf onder de huidige econo mische toestanden heeft te lijden; dat hij nog onder Uwe hooge aandacht wil brengen de conclusie, welke werd neergelegd in een ter kennis van de Regeering gebracht rapport betreffeta.de een bedrijfs-economisch ondenzoek, hetwelk in het jaar 1932 op ver- zoek van Horecaf werd ingesteld, door het accountantsbureau J. P. de Haan te Amster dam en zich uitstrekte over 48 ondememin- gen, zoowel hotels als caf6-restaurants; dat deze conclusie aldus luidde: le. dat de hotel-, cafd- en restaurantbedrij- ven in noodtoestand verkeeren; 2e. dat constante lasten in verhouding tot de sterk gedaalde omzetten te hoog zijn; 3e. verbetering in dezen toestand alleen kan worden verkregen, indien: a. voldoende credieten ter beschikking kunnen worden gesteld; b. door de Overhead, geldgevers, hypo- theekbanken en huiseigenaren vol doende medewerking wordt verleend. dat hjji heeft kennis genomen van de wijziging van art. 31 duodecies der Wet op de Personeele belasting, welke op 1 Januari 1934 in werking zal treden; dat tengevolge dezer wijziging thans de mogelijkheid voor de gemeentebesturen wordt geschapen om de cafe- en restaurantbedrijwen in meer of min belangrijke mate te ontlasten door op die inrichtingen van toepassing te verklaren, hetzij de bijzondere regeling welke voor winkels en logementen geldt, hetzij die, welke de Wet bevat voor gebeubileerde kamers; redenen, waarom hij Uwen Raad eerbiedig verzoekt deze geljjkstelling bjj verordening wel te wiilen invoeren en de desbetreffende verordening nog zoo tijidig in behandeling te wiilen nemen, dat de aanslagen dier bedrjjven voor het belastingjaar 1 Januari 19341 Januari 1935 op den gewijzigden grondslag worden vastgelegd. Deze adressen worden gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. f. Geeft te kennen „Buurtvereeniging Dijk- straat", opgericht 1 October 1932, zich ten doel stellende: „de belangen der neringdoenden dezer straat te behartigen" art. 4 van het reglement; dat de bestrating der Dijkstraat noodzake lijk vemieuwing behoeft. Wel is bekend dat dit reeds meermalen in uwen raad is bespro ken geworden, doch nog tot geen resultaat heeft geleid; dat door vernieuwing van bestrating van Nieuwstraat en Noordstraat het straatverkeer geheel is omgelegd en de Dijkstraat als win kelstraat zeer in aanzien is gedaald; dat de zakenmenschen uit de Dijkstraat zich hierdoor belangrijk benadeeld gevoelen en meenen recht te hebben op dezelfde voorrech- ten als de neringdoenden uit Noord- en Nieuwstraat. Redenen waarom de buurtvereeniging Djjk- straat uwen raad beleefd doch dringend ver zoekt om op korten termijn een nieuwe be strating in de Dijkstraat te wiilen toestaan en de ingang dier straat bjj de Westkolk- siraat, daarmede in overeenstemming te brengen. De VOORZITTER deelt mede, dat deze zaak reeds aanhangig is gemaakt, zjj is reeds in behandeling geweest bij de Commissie van bjjstand. g. Een schrjjven van den Minister van Sociale Zaken, die daarin bericht, dat hjj zich met het besluit van den raad, waarbij aan den heer Jansen, klerk van de arbeidsbeurs, twee tweejaarljjksche verhoogingen, elk van f 100 zijn toegekend, kan vereenigen. Van de jaar- wedde, welke ingevolge bovenbedoeld raads- besluit, met terugwerkende kracht tot 1 Juli j.l. 1400 bedraagt, kan de helft ten laste van de exploitatie van de districtsarbeidsbeurs worden gebracht. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een adres van M. Stockman, cafehouder te Sluiskil, Kanaalzijde zuid 47, die daarin te kennen geeft, dat het plan bestaat om zijn zaal in het hotel-cafe-restaurant „de Kroon", gelegen op bovengenoemd adres, te doen ver- grooten, perceel kadastraal bekend sectie G no. 1623; dat door deze uitbreiding de oppervlakte van het onbebouwde gedeelte niet de voorge- schreven 1/3 deel van bebouwd gedeelte zal kunnen blijven dat eveneens de bestaande privaatput zal komen te vervallen, daar deze dan onder de vloer van het uitbreidingsgedeelte zou vallen; resumeerende voor uitbreiding dat er geen grond meer beschikbaar is achter zijne wo- ning, daar deze toebehoort aan het Rjjk, dat voor plaatsing van den beerput geen andere oplossing te vinden is dan de nu op teekening aangegevene, daar plaatsing buiten het ge- bouw volgens verordening niet kan plaats hebben, om reden als hierboven omschreven; verzoekt hjj: :le. dat hem ontheffing verleend wordt van art. 10 der bouwverordening; 2e. dat hem ontheffing verleend wordt van art. 17, alleen voor wat betreft ,,ligging der privaatput 25 c.M. buiten een gebouw". Dit adres wordt gesteld in handen van bur gemeester en wethouders om bericht en raad. i. Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen, het comit<5 tot oprichting van de N.V. Scheldebad Ter Neuzen, te Ter Neuzen, dat in ccize gemeente de zwemsport in het algemeeci eci het baden in het bijzonder een geweldigen omvang heeft aangenomen, dat de beoefening hiervan, zooals deze zich momenteel ontwikkelt, bjj ocitstentenis van een aan de behoeften beantwoordende gele- genheid ongetwijfeld aanleiding zal geven tot ongelukken en excesseti, dat daarom het comitd voornoemd plannen heeft ontworpen voor het maken van een strand met bad- en zwemgelegenheid aan de Schelde, van welk ontwerp een situatieteeke- ning en schets hierbij gaat, dat deze geprojecteerde inrichting niet al leen in een dringende behoefte zal voorzien, doch tevens voor de gemeente Ter Neuzen een kracbtig stimulans zal vormen ter bevor- dering van het vreemdelingenverkeer, daar deze attractieve ondememing onze plaats meer bekendheid zal gerven in binnen- zoowel als in buitenland, dat door zeker ter verwachten sterke ver- meerdering van het vreemdelingenbezoek het foelang der gemeente in het algemeen en dat der neringdoenden in het bijzonder ten zeer- ste zal worden gebaat, dat vanzelfsprekend een dergelijke onder- neming een belangrijk kapitaal vordert en het comite voornoemd mede om bovenvermelde redenen de medewerking van den gemeente- raad te dezer zake inroept en wel in den" vol- genden vorm, dat de gemeente Ter Neuzen zich garant stelt voor 5 rente op een door de N.V. Scheldebad te Ter Neuzen uit te geven obli- gatieleening groot f 25.000, benevens voor een jaarl'ijiksche aflossing ad 1000 op deze lee- ning, zoodat de garantie zich beperkt tot een bedrag van hoogstens /2250 per jaar, dat bij bereidverklaring van de gemeente Ter Neuzen tot het verstrekken van de garan tie als boven omschreiven de verkrijging van het benoodigde totale kapitaal ad circa f 60.000 vrjjwel verzekerd is, zoodat de ge projecteerde ondememing tot stand gebracht zou kunnen worden, dat uit bijgevoegde exploitatierekening bljjkt, dat een alleszins loonend bedrijfsresul- taat verwacht kan worden, zoodat onvoor- ziene omstandigheden voorbehouden, het vrij- wel uitgesloten geacht mag worden, dat in de toekomst van de gevraagde garantie ge bruik zal moeten gemaakt worden, dat evenwel bjj eventueele niet verleening der garantie door de gemeente de mogelijk heid tot het verkrijgen van het benoodigde kapitaal sterk vemindert en daardoor de uit- voering van de ontworpen plannen emstig in gevaar komt, dat dit ten zeerste zou moeten worden be- treurd, daar hierdoor een bron van inkomsten voor de neringdoenden niet zou kunnen wor den aangeboord, dat hierdoor tevens een voor de inwoners van deze stad reeds lang gewenschte gelegen- heid tot volledige beoefening van hun ge- liefde sport niet gesticht zou kunnen worden, Redenen waarom adressante hoopt, dat de Raad eveneens zal iozien dat hier het par- ticulier initiatief in deze krachtig gesteund dient te worden en vertrouwt, dat een gun- stig besluit op dit request zal volgen. Bij dit adres is overgelegd de volgende bel grooting met raming van de exploitatie ont- vangsten en uitgaven: Oprichting Scheldebad Ter Neuzen. 28000,- Aanleg dam §n strand Strandhuisjes, garderobe, afras- tering bad enz. 5100,: Oprichting N.V. Reclame, bad paviljoen enz. 28000, 61100,- Exploitatie-onkosten Scheldebad. Loon personeel 150 exploitatie- dagen Onderhoud strandhuisjes, pavil joen, aankoop badpakken, lig- stoelen, enz. Drukwerk, reclame f 1350,— 1100,— 200,- f 2650,— f 7500,— 225,— 965,- 1300,— 9990,— 2650,— f 7340,— Ontvangsten Scheldebad. 25000 entrde's a 0,30 Verhuur strandhuisjes 15 a 20 Abonnementen voor huisgezinnen, persoonlijke- en kinderalbonne- menten Verhuur badpakken, ligstoelen, paviljoen Totale ontvangsten Uitgaven bad Over voor rente en aflossing Entree's zijn berekend 25 Zon- en feestdagen met een bezoek van 500 personen per dag 12500 125 weekdagen met een bezoek van 100 personen per dag 12500 Totaal 25000 bez. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. 2. Stemmen over het voorstel-Van Driel om over de reorganisatie van het open- baar oncjerwjjs in de kom de organisa- ties te hooren. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat door het staken der stemmen in de vorige ver gadering automatisch het doel van het voor stel bereikt is, aangezien de betrokken organi- saties ondertusschen gelegenheid hebben ge had, zich over het voorstel van burgemeester en wethouders uit te spreken. Op grond daar van trekt hij het voorstel zijner fractie terug; dat is nu overbodig geworden. De VOORZITTER neemt van deze mededee- ling nota en gaat over tot het behandelen van het volgende punt der agenda. Reorganisatie van het openbaar onderwjjis in de kom. lager Met betrekking tot dit in de notulen der vorige vergadering breecjvoerig vermelde voorstel, met de desbetreffende stukken, is nog ingekomen het volgende adres: Ondergeteekenden F. van den Broeke en A. C. de Pauw, respectievelijk voorzitter en secretaris van het Comity van Actie voor het Openibaar Onderwijs, hebben de eer Uwen Raad mede te deelen: dat in een drukbezochte vergadering op Maandag 4 September j.l., de voorstelien van bugemeester en wethouders tot reorganisatie van het openbaar onderwijs aan de scholen A en C, een punt van zeer ernstige bespre king hebben uitgemaakt; dat naast vertegenwoordigers van de per- soneelen van beide, scholen ook door ouders van schoolgaande kindereen tal van bezwaren tegen boven genoemde voorstelling werd^-i kenbaar gemaakt; dat de vergadering algemeen van gevoelen was, dat een bezetting van de klassen op school A, zooals burgemeester en wethouders zich die denken en welke neerkomt op een vijftig kinderen per onderwijzer, uit onderwijs- en opvoedkundig oogpunt zeer sterk te ver- oordeelen is; dat deze toestand kan voortkomen worden door een andere en betere verdeeling van de kinderen over de beide openbare scholen, waarbij op beide scholen gedurende 1324 vijf leerkrachten werkzaam kunnen zijn; dat deze regeling voor de gemeente geen enkele financieele last van beteekenis met zich mede brengt en op grond van het aantal kin deren mogelijik is; dat het comite voornoemd met aigemeene stemmen besloot Uwen Raad dringend te verzoeken een besluit te nemen, zooals in de vorige alinea's is aangegeven; maar bovendien aan dit besluit de voor- waarde te verbinden, dat het niet zal worden uitgevoerd, als de voorstelien van Minister Marchant niet tot wet worden verheven, in welk geval de huidige toestand aan beide scholen kan bestendigd blijven tot 1 Januari 1935. De heer VAN DRIEL wenscht omtrent deze zaak nog een en ander te zeggen, aangezien zich omtrent deze zaak sinds de vorige ver gadering nieuwe gezichtspunten hebben voor- gedaan. Hij wil er dan in de eerste plaats op wijzen, hoe de toestand op school A zal wor den. Daar zullen de klassen een buitengewoon groote bevolking krjjgen. De eerste zal moe ten bevolkt worden met 37 leerlingen, de tweede met 45, de derde met 45, de vierde met 46, de vijfde met 45, de zesde met 49 leerlin gen en dan moeten er geen bljjven zitten, want anders is deze klasse na Mei '34 bezet met in de 60 tot 65 leerlingen, worden het er mis' schien zelfs 69. Dat is een aantal leerlingen in een klasse, dat voor het openbaar onderwijs schandalig veel moet worden genoemd. Het hoofd schrijft toch zelf in zijn brief, dat de leerlingen nu reeds van achter tegen den muur zitten en van voren te kort tegen het bord. Dat is toch wel een argument, dat tegen het voorstel van burgemeester en wethouders kan worden aangevoerd, en pleit om de leerlingen over 2 scholen te verdeelen, waardoor men aan iedere school nevens het hoofd 4 leer krachten zou kunnen houden. Bovendien is de wet-Marchant toch ook nog niet door de Tweede Kamer aangenomen. De kansen op die aanneming zijn zeker niet groo- ter geworden, nu ook uit de kringen der christelijke onderwijzersbonden tegen die wet bezwaren zijn ingebracht. Er is nu alle aan leiding om te verwachten dat die wet er thans niet zoo gemakkelijk zal doorgaan en is dat het geval, dan kan voor 1934 alles nog blijven zooals het was. De cijfers voor 1933 geldend zijn zoodanig, dat wij nu 11 leerkrachten kunnen behouden Veranderd de wet niet, dan behouden we die 11, doch in het andere geval hebben we vol doende aantal kinderen voor tweemaal 5 leer krachten, n.l. gemiddeld 382 en niet 376 zooals burgemeester en wethouders zeggen. Als men die toestand kan behouden, is dat een groot voordeel. Dan beslissen de cijfers van '34 voor '35 en na tijd komt raad. Het onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg van het open baar bestuur, die zorg is nooit van de lucht en we zijn verplicht, zoowel burgemeester en wethouders als de leden van den gemeente- raad, om daaraan steeds onze aandacht en zorg te wijden, ter wille der menschen die geen school hebben van hun eigen richting. <In tegenstelling met de overbevolking van school A zal men op school C krijgen kleine klasjes, van 11, 16, 18, 18, 19 en 43 leerlingen, terwijl men daar zal moeten gaan combinee- ren, hetzij de beide laagste klassen of de derde en vierde of met de vijfde, terwijl men in de zesde klasse met 43 leerlingen blijft zitten. En de hoogste klasse is een van de moeilijkste. Indien de scholen konden worden behouden op tweemaal vijf leerkrachten bleef de verdeeling gemakkelijker, dan werd school A wat ont- last van de te groote klassen, en het zou aan het leerplan ten goede komen. Groote klassen zgn een nadeel voor het onderwijs, aangezien de onderwijzer de groote klassen niet meer zoo in de hand heeft. Er mogen er nu zijn, die veronderstellen dat de wet zal worden aangenomen, doch dat is toch ook maar een veronderstelling en de actie er tegen van de christelijke onderwij- zers, zal toch op de houding der Kamer wel niet zonder invloed blijven. Het is zeer de vraag, of men onder Minister Colijn met de afbraak van het lager onderwijs zoover zal gaan, als van het aanhangige voorstel het gevolg zal zijn. Men neemt toch in ons land tegenover het onderwijs een ander standpunt in en bij verbetering van den toestand, kan dat weer vlug veranderen. Doch ook al wordt de wet aangenomen, dan kunnen hier toch voorloopig 10 leerkrachten, nl. 5 op iedere school, worden gehouden. De bezuiniging die dan verkregen wordt is ongeveer evengroot, een financieel voordeel is aan het voorstel van burgemeester en wethouders niet verbon- den. Men kan op iedere school 186 leerlingen plaatsen en dan is men er. Uit informaties is voorts gebleken, dat een stijging van het aan tal leerlingen te wachten is, dat hier nl. amb- tenaren zijn geplaatst, die voor him kinderen van het openbaar onderwijs gebruik zullen maken. Indien men voor e6n der scholen in elk. lokaal een leerkracht wenscht te behouden, moet dat eenerzijds een bevoorrechting ge noemd worden op een school waar meerdere klassen onder ddn leerkracht moeten ge plaatst worden, doch dat zou hier op school A weer teloor gaan door het te groot aantal leerlingen dat iedere leerkracht onder zich zou krijgen. Ook uit dat oogpunt is tweemaal 5 leerkrachten aan elke school te verkiezen. Het komt aan spreker onbegrijpelijk voor, dat de inspecteur voor het lager onderwijis, een autoriteit van beteekenis op dit gebied, zich, gezien de door spreker genoemde cijfers der schoolbevolking van de 6klassige school die men wenscht, zoo gemakkelijk voor dat voor stel van burgemeester en wethouders heeft kunnen verklaren, aangezien dit ten slotte geen bezuiniging beteekent, boven 2 scholen met 5 leerkrachten. Als de lie leerkracht met het oog op de leerlingenschaal niet te te behouden zal die moeten gaan, daar is niets aan te doen, want ook sprekers fractie durft onder te tegenwoordige omstandigheden geen boventallige leerkracht te vragen, maar hij wenscht wel zooveel mogelijk behoud van het bestaande en 2 scholen met 5 leerkrach ten zullen dan toch geen nieuw geld kosten Hij ziet niet in, waarom de eene school ge heel vol moet worden bezet en de ander tot op de helft verminderd moet worden. Hij wenscht ze gelijk te stellen. De heer DE JAGER: Het is een puzzle, waar de raad thans voor geplaatst is en ik heb mij aan het cijferen gezet, om na te gaan of het mogelijk zou zijn een oplossing te vin den, die iedereen zou kunnen bevredigen. Ik heb daarvoor de volgende berekeningen opgesteld: Aantal leerlingen op 6 Sept. 1933. School A: School C: Kl. 1 22 leerl. Kl. 1 27 leerl. Kl. 2 33 Kl. 2 28 Kl. 3 33 Kl. 3 24 Kl. 4 37 Kl. 4 23 Kl. 5 33 Kl. 5 30 Kl. 6 49 Kl. 6 43 Kl. 7 Kl. 7 Totaal 207 leerl. 175 leerl. Wanneer school A Smanschool wordt is dit m.i. aldus te verdeelen. Klasse 1: 22 en klasse 2a: 22 is 44 leerl. Klasse 2b: 11 en klasse 3: 33 is 44 leerl. Klasse 4: 37 is 37 leerl. Klasse 5: 33 en klasse 6a: 10 is 43 leerl. Klasse 6b en klasse 7: 39 leerl. Hierbij. krijgt men een versnippering van klassen en een onevenredige verdeeling voor de leerkrachten. School C kan als 5 mans- school gehandhaafd blijven. Alleen de leer kracht voor 6 en 7 heeft naar verhouding tot leerjaren en ten 2de veel meer leerlingen. de andere een zwaardere taak: ten eerste twee leerjaren; ten tweede veel meer leer lingen. Om tot een evenredige verdeeling te komen zouden 5 en 6 moeten gesplitst worden. Klasse 4, 5, 6 en 7 hebben samen 96 leerl.; Wanneer men splitst krijgt men: klasse 4: 23 en 10 van 5 wordt dan 5a met 33 leerl.; 5b: 20 en 6a: 13 van 6 wordt dan 33 leerl.; rest 6b en 7 met 30 leerl., samen 96 leerl. Met de nieuwe leerlingenschaal mogen voor rijksrekening slechts 4 leerkrachten worden aangesteld. Alzoo zou met 1 Jan. 1934 nog een onderwijzer op wachtgeld komen, tenzjj de gemidelde telling over 1933 hooger is dan 186. Nu de toestand volgens het voorstel van burgemeester en wethouders. School A: School C: Kl. 1 37 leerl. Kl. 1 12 leerl. Kl. 2 45 Kl. 2 16 Kl. 3 45 Kl. 3 12 Kl. 4 46 Kl. 4 14 Kl. 5 45 Kl. 5 18 Kl. 6 49 Kl. 6 43 Kl. 7 Kl. 7 Totaal 267 leerl. 115 leerl. Bij school A heeft alleen de leerkracht voor 6 en 7 een naar verhouding tot de andere een zwaardere taak, ten eerste doordien hjj twee klassen voor zijn rekening heeft en ten tweede heeft hij de meeste leerlingen. Nu zou dit te ondervangen zijn door een 25-tal leerlingen meer op school C te laten, over klasse 2, 3, 4, 5, 6 en 7 te verdeelen. School C krijgt dan het volgende beeld te zien: Klasse 1 en 2 bij elkander 12 en 16 is 28 leerlingen. Klasse 3 en 4 bij elkander 12 en 14 is 28 leerlingen. Klasse 5 18 leerlingen en 15 van klasse 6 is 33 leerlingen; Klasse 6 en 7 28 leerlingen; blijft dus een volledige 4 mansschooT Gelet op deze uiteenzetting meen ik te mogen constateeren, dat er alle reden is een zesmans- en viermansschool te houden en school A voor 6mans- en school C voor 4- mansschool te bestemmen; en moet er voor loopig slechts een man op wachtgeld. Hoe gaarne ik ook zou wiilen medewerken tot 2 vijfmansscholen is me niet mogelijk, gelet op bovenstaande uiteenzetting, daaraan mede te werken. De toekomst zal dan verder moeten leeren, hoe we hiermede uit komen, en ik geef deze cijfers afgedacht van de omstandigheid, dat burgemeester en wethouders misschien een betere verdeeling kunnen bewerkstelligen. De heer VERLINDE heeft van het uitstel ook gebruik gemaakt om een en ander nog eens te bekijken en hij is daarbij tot de con clusie moeten komen, dat het niet mogelijk zal zijn 2 scholen met 5 leerkrachten aan te houden. Het overschot is daardoor te klein en hij voorziet, dat men dan spoedig met een school met 5 en een met 4 leerkrachten zou komen te staan. Die overweging geeft hem aanleiding om zich met het voorstel van bur gemeester en wethouders te vereenigen. De heer COLSEN verklaart niet over de cijfers te beschikken, maar hij heeft zijn ooren zooeens hier en daar te luisteren ge- legd, en vernam daarbij, dat er nu al een aan tal kinders van Java naar de stad ter school komen. Indien het voorstel van burgemees ter en wethouders wordt aangenomen, zal dat tot gevolg hebben, dat nog meer kinders van Java naar de school in de kom moeten ge- stuurd worden. Hjj vindt dat verkeerd nu men 2 scholen met 5 leerkrachten kan hou den, hetgeen volgens de cijfers van den heer Van Driel, waarop hij vertrouwt, khn. Hij vindt dat het niet opgaat, de kinders van die buurt te verplichten naar de school in de kom te gaan, terwijl het aan de gemeente geen meer geld moet kosten. Was dat wSl het geval, dan zou het misschien overweging verdienen, over dat bezwaar heen te stappen, ook indien het voor het onderwijs goed was. Spreker heeft verschillende ouders van de buurt Java gesproken, omdat hij na de vorige vergadering van een collega-raadslid gehoord had, dat de ouders de kinders graag naar de kom zonden. Maar van die ouders hoorde hij het geheel anders en daaruit bleek, dat ze de kinders graag op de school op Java houden. Hij vindt dat ook natuurlijk, dat men ze wil sturen in de buurt waar men woont. Ieder is overtuigd, dat, als men nu een school van 6 en een met 4 leerkrachten maakt, dat men die niet zal kunnen houden en het al spoedig een met 3 leerkrachten zal worden. Wanneer men in de stad steeds een school met 6 leer krachten zal wiilen houden, zullen er bij voortduring van de school op Java leerlingen moeten worden afgenomen. Hij vindt, dat dit niet opgaat. De groei van het aantal leer lingen komt ook niet uit de stad, want hier waren maar 17 aangiften voor den nieuwen cursus en op Java 30. Hij acht het nemen van kinders van Java voor het bevolken der school in de stad een dermate bezwaar, dat hjj tegen het voorstel zal stemmen en ook liever de scholen geljjk maakt, overeenkom- stig het voorstel van den heer Van Driel. De heer HAMELINK merkt op, dat dit feitelijk een heel moeilijke zaak is, aangezien het voorstel is gebaseerd op een ontwerp van wet, waarvan nog niet vast staat, dat het zal worden aangenomen. Was het eenmaal wet, dan was een beslissing gemakkelijker. Het is ook niet onmogelijk, dat het tjjdens de behan deling in de Tweede Kamer nog gewijzigd wordt, zooals ook gebeurd is met art. 72. Is het niet mogelijk een beslissing nog uit te stellen, waar het venzet dat nu van verschil lende zijiden tegen de wet komt, toch de mo gelijkheid doet veronderstellen, dat zij niet

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 7