ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Myn Eiland
Serste Blad.
btjitehlahd
No. 9036
VRIJDAG 1 SEPTEMBER 1933.
73e J a ar gang
FEUILLETON
LANDBOUWBESIGHTEN.
GEHEHGDB BERICHTEH
GENERALE SYNODE GEREFORMEERDE
KERKEN.
SELZAETE.
ONGELUK TE BERGEN OP ZOOM.
NEUZENSCHE COURANT
«£fc£„_ tit i' j j .1. x A on T7n/\n flllrftii rntrfll
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
fr. per po8t 1,55 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitfcetaling.
Citgeefster: Flnna P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regela f 0,80
Voor elken regel meer f 0,20.
KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. -
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar i3. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave.
DIT BIAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA ND AG-, WOENSDAG- en VRIJDAG A V OND.
BESCHERMING TEGEN LUCHT-
AANVALLEN.
De eerste modelkelder voor bescherming
tegen aan/vallen uit de luobt, zoo meldt het
W. B., is Dinsdagmlddag te Berlijn aan de
Potsdamer Strasse geopend.
Het huis is kenbaar gemaakt door groote
pjjlen, die naar den ingang van den kelder
wijzen. Voor de eigenlijke kelderruimte be-
vindt zich de z.g. „sluis", een vertrek, waar-
in alle personea, die in den kelder willen
vluchten, van kleeren moeten verwisselen, op-
dat de reeds aanwezigen met door het gas
worden aangetast. In den kelder bevinden
^ich gereedschappen en -werktjuigen, slaap-
plaatsen, drinkwater, waschwater en huis-
apotheken.
DE DUIVELSEILANDEN VEROVERD.
De Fransche justitie heeft aan het Leger
des Heils in Frankrrjk verlof gegeven om de
beruchte strafkolonie in Fransch Guvana
Cayenne en de Duivelseilanden) geheel te
hervormen. Reeds is de heilslegercomman-
dant Albin Peyron met een aantal heils-
legerofficieren, gewapend oa. met geweldige
toestellen tot muskietenverciietiging, naar het
veribanningsoord vertrokken.
TER NEUZEN, 1 September 1933.
ONTHEFFING VERLEEND.
Naar men ons mededeelt is aan den heer
G. J. van der Bent te Rotterdam, ontheffing
verleend van de verplichting tot aanvaarden
tot hoofd der openbare lagere school te
Othene.
BESCHERMING VAN HET STADSSCHOON
Op 7 October 1932 besloot de gemeenteraad
van Hulst o.m. een uitweg te verleenen over
een strook gemeentegrond aan den Stations-
weg. Burgemeester Truffino kon er zich niet
mee vereenigen dat dit raadsbesluit uitge-
voerd werd, daar hierdoor afbreuk gedaan zou
worden aan het stadsschoon der wallen aan
de Gentsche Poort en ging in beroep. De
Kroon heeft burgemeester Truffino thans in
het gelijk gesteld. Bij Kon. Besluit van 4
Aug. 1933 is het raadsbesluit van 7 Oct. ver-
nietigd.
VROUW VERBRAND.
Door het omvallen van een ibrandend petro-
leumtoestel geraakten de kleeren van vrouw
W. te Graauw daardoor in brand. De vrouw
is de straat opgeloopen, alwaar door haar
toegesnelde bmtrtgenoo ten de brand ende
kleeren van het lichaam werden getrokken
en gedooft. Het slachtoffer, dat inmiddels
emstige brandwonden had opgeloopen is naar
het ziekenhuis te Hulst overgebracht alwaar
zij aan de bekomen verwondingen is over
laden.
POGING TOT DOODSLAG.
Terwijl de cafdhouder de R. te St. Jansteen
zich Zaterdagavond ter ruste had begeven,
werd hij plotseling door een persoon die zich
vermoedelijk in de woning had schuil gehou-
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
13) (Vervolg.)
Door een uiterste wilsinspanning lukte het
me nog juist, om de trap op te komen. Daar-
na herinner ik me niets meer, want op het
oogenblik dat mijn voeten het dek raakten,
begon alles om me te draaien en viel ik hul-
peloos in een diepeci, bodemloozen put.
„ESn, jongeman, wat heb je me te zeggen?'
Die stem klonk merkwaardig bekend ik
knipperde met mijn oogen, deed ze open en
keek recht in het joviale gezicht van Ross
Een paar oogenbiikken lang staarde ik hem
suffig aan. Dan als bij tooverslag trok
de mist in mijn hersenen op. Ik schoot over-
eind en als gevolg van die onverwachte ibe-
weging priemde een stekende pijn door mijn
achterhoofd.
Ross drukte me zachtjes neer. „Kalm-aan"
ried hij. ,,Neem er je gemak van, jongeman
neem er je gemak van."
Ik had al een heel ritsje interessante ont
dekkingen gedaan. Ten eerste was ik in mijn
pyjama, ten tweede lag ik in mjjn eigen kooi
en ten derde gleed een breede bundel zonlicht
door het open raampje- naar binnen.
Hallo!" zei ik, terwijl ik nieuwsgierig om
me heen keek. „Hoe lang heb ik hier al ge
legen?"
Ross keek op zijn horloge. ,,Het is nu
twaalf uur," zei livj., „of eigenlijk nog een paar
minuten ervoor. Je bent je een uur of vijf-
tien aan een verfrissend tukje te buiten ge-
gaan." Hij ging op den rand van mijn kooi
den, op bed aangevallen en in de keel ge-
knepen, terwijl de aanvaller daarbij uitriep:
„nu maak ik je kapot".
Op het hulpgeroep van de R. nam de aan
valler de vlucht en kwam de vrouw van de R.,
die zich op den zolder bij de kinderen ter
ruste had begeven, naar bene den, doch inmid
dels was de dader nergens te vinden. De R.,
die bovendien met een hard voorwerp be-
werkt was, bekwam bloedende verwondingen.
De politie stelde een onderzoek in en heeft
als verdacht van poging tot doodslag Dins-
dag j.l. aangehouden en ter beschikking van
de justitie te Middelburg gesteld zekere J. de
K., 34 jaar, arbeider te Kijkuit.
Dr. W. A. van Es, lid der synode, schrijft
ons uit Middelburg:
Het was een heerlijke zomermorgen, toen
we Dinsdag weer in synode saamkwamen.
Zoo'n eersten morgen na den Zondag is er
ook nieuwe werklust. Maar welk een tegen-
stelling heden. De schaduw des doods lag op
de vergadering. God had wel niet een, van
de medevergaderden lden door den dood weg-
genomen, maar toch wel een, dien we er tot
voor korten tijd nog hadden verwacht, en die
op vorige synodes de Geref. kerken zoo vaak
had gediend. Het gerucht had reeds den
vorigen avond de rondte gedaan: Klaarhamer
is heengegaan. Gevoelige woorden wijdde de
praeses aan zijn nagedachtenis, woorden, die
door de synode staande werden aangehoord
en getuigden niet alleen van de groote waar-
deering voor zijn werk, maar ook van de
groote plaats, wel-ke hij als mensch in het hart
van velen door zijn vriendelijkheid en vrede-
lievendheid, gepaard met vastheid van be-
ginsel en onwankelbare beginseltrouw, had
ingenomen. Ook nog een andere doode moest
worden gedacht: oud-minister Mr. H. van der
Vegte, die eveneens voor eenige jaren de ker
ken met toewijding in commissorialen arbeid
had gediend.
Het was niet opzettelijk daarom gekozen,
maar ongezocht door samenloop van omstan-
digheden, dat het dien dag verder vooral de
zending was, waardoor de aandacht der synode
in beslag werd genomen. De zending, waar-
bij, als bij weinig anders, de betrekkeljjke ©n-
beduidendheid ook van de werkers zoo leven-
dig pleegt te worden gevoeld; de zending, dat
werk niet alleen van een menschenleven, of
eenige menschenlevens, maar van eeuwen, ja
van alle eeuwen, want het is de groote
wereldtaak der kerk. Het mag den Gerefor-
meerden kerken als een hooge eere worden
aangerekend, dat zij in verhouding tot haar
betrekkelijk klein getal en geringe kracht
desniettemin zulk een niet cnbelangrijke
plaats in den Nederlandschen zendingsarbeid
innemen. F.n zij doen daarin maar niet mee,
of doen anderen na, maar het zendingswerk
van deze kerken heeft een eigen physiogno-
mie; en ook hier is het gelaat de spiegel der
ziel. Haar zending heeft een eigen karakter,
een eigen uitgangspunt, een eigen wil, een
eigen doel, misschien wel eens wat lastig voor
de zending van andere corporaties, die bij
saamwerking haar dan dikwijls zoo weinig
soepel, zoo weinig plooibaar vinden; doch nie
mand zal kunnen ontkennen, dat ze daardoor
ook een eigenaardige kracht ontwikkelt. De
grootste zorg voor de zending, gelijk voor
z^ovele ibelangen van Gods koninkrijk, is
tegenwoordig de finan-cieele zorg. Ook de
overheid moet bezuinigen en houdt meer en
meer de hand op den buidel. Wat zou er van
terechtkomen, wanneer in zulk een tijd de
zending vaci overheidssteun afhankelijk was
of daarop leunde? Zeker versmaden ook wij
dien steun niet, wanneer we met onzen arbeid
tevens cultureele belangen dienen. Maar als
het moet kunnen we ook nog wel zonder.
Telkens kwam van de zjjde van de verzorgers
der zending de mededeelfog: de overheid houdt
de subsidie in; en dan: we stellen voor, dat
de kerken dan die zorg maar op zich neemt,
want de arbeid kan niet worden stop gezet.
En onmiddellijk ging het voorstel er door.
Dan worden er ook wel eens dingen op de
synode geibracht, welke even een gullen lach
brengen in de vergadering. Zoo ditmaal
doordat een zuster meende, de synode mobiel
te moeten maken in haar strijd tegen het
kortgeknipte vrouwenhaar. Maar zoo is het
nu eenmaal wanneer men als kerken midden
in het leven staat. En schuilt er toch ook
niet weer iets groots in de gedachte, ook in
zulke dingen alleen te willen vragen, naar
wat men meeot, dat God wil Du sublime
au ridicule il n'y a qu un pas. We zouden
zeggen tot dengene die hier wil lachen; doet
dat niet. De wereld vaart gewoonlijk slech-
ter bij te weinig, dan bij te veel vragen naar
den wil van God.
MENSCHEN IN 'T HOTEL.
Naar aanleiding van de premiere te Lon-
den, schreef „De Telegraaf":
Edmund Goulding, een ex-journalist uit
Eon den, en eenmaal regisseur van niemand
minder dan Gloria Swanson, heeft echter de
moeilijike taak, die hem op de schouders was
gelegd, op een meer dan voortreffelijke wijze
volbracht. Het uitbalanceeren van zooveel
filmtalent en het pasklaar maken van een
zoo groote hoeveelheid emoties in het kader
van een bepaald aantal meters celluloid, ver-
eischen een zoo besliste beheersching van het
gegeven, dat men het resultaat er des te
meer om moet prijzen. -Want het staat buiten
bwijfel: Grand Hotel is rea der grootste films
van _het jaar.
Greta Garbo als danseres Grusinskaja is
een boeiende, zelfs aangrijpende gestalte van
een tragische vrouw, die zich nauwelijks weet
te handhaven in de branding, waarin haar
leven wordt uitgevochten. Eerst Veronal,
dan Baron von Gaigen moet de rust brengen,
de rust van een ziel, die steeds verder weg-
geglipt uit de we^dijkheid om troost te
zoeken in het sprookje der irrealiteit. Haar
ontmoeting met baron von Gaigen en de
nieuwe vreugde, die het leven haar daardoor
zoo onverwacht brengt, leggen in haar spei
een element van blij-heid, dat men nauwelijks
achter dit tragische masker gezocht zou
hebben. Die vreugde is zoo oprecht en zoo
bekoorlijk van spel, dat zij bijma ontroerend
wordt.
maar de meeste eer dient eerder uit te
gaan naar Lionel Barrymore. Diens vader-
rol in Luibitsch ,,I've killed a man" was reeds
van een ongewone gaafheid. Hij overtreft
zichzelf thans in de rol van Kringelein, het
burger-boekhoudertje, die den korten tijd dat
hij nog te leven heeft, van dat leven genieten
wil ook. Welk een tragiek ligt er in de
vreugde van dezen man, wanneer de speel-
tafel hem haar gunsten schenkt, als het
secretaresje met hem dansen wil al be-
grijpt hij niet dat hier medelijden en niet ge-
negenheid een rol speelt. Hoe gelukkig ge-
voelt hij zich in die oogenbiikken en hoe bit
ter is de ontgoocheling, als de dunne sluier
van deze vreugde verscheurd wordt en de
harde werkelijkheid weer in al haar wreed-
heid blootstelt. In zulke momenten is Lionel
Barrymore grootsch behoort zijn spel zon
der wien ook over te slaan tot het beste, dat
duizenden kilometers celluloid-lint uit Ame-
zitten en legde zijn vingers op mijn pols. ,,En
hoe voel je je nu?" vroeg hij.
Ik ging met zorg na, hoe ik me werkelijk
voelde.
„Ik heb een belabberd hoofd," kondigde ik
aan, ,,maar ik heb een hon-ger als een paard."
Hij liet mijn pols los en stond op.
„Laat me dien kop van je eens zien," zei hij.
Hij boog zich over me heen en streek heel
voorzichtig mijn haar weg.
„Beter dan ik dacht," kondigde hij aan.
„Je hebt een flinken opstopper gehad, maar
werkelijk gebeurd is er niets. Dat heb je van
die harde koppen."
Ter wille van zijn medische hoedanigheden
liet ik die beleediging passeeren.
„Vertel me 's, Ross," vroeg ik, „wat is er
gebeurd n-adat die man me aan boord ge-
bracht had? Ik weet nog, dat ik het dek op
rolde, maar daarna herinner ik me niets
meer."
„Het gewichtigste was, dat je me van mijn
thee afhaalde," was het verontwaardigde
antwoord. „Ik zat juist met een grooten kop
dampende thee in mijn hand v6dr me uit te
soezen, toen iemand als een dolle stier binnen
kwam rennen, met de blijde tijding, dat je
tooven in katizwijm lag. Met mijn gewone on-
zelfzuchtigheid dompte ik mijn brood en thee
op tafel neer en vloog naar boven, om eerste
hulp te verleenen. Je lag als een verdronken
kat op 't dek, met als kindermeisje een ouwen
zeerofo met een reusachtigen baard, die me
vertelde, dat hij je vlakibiji opgeadscht had.
Zijn opinie was, dat je met je kop op een
stukkie kei terecht was gekomen en naar wat
lk van de zaak kon zien, was zijn diagnose
juist. Hoe 't ook zij, ik heb 'm vijf shilling
m zijn knuist gednikt zooveel was je on-
geveer waard en met den admunstrateur,
die toevallig nog aan hoped was, als hulp,
hebben we je toen naar benedem gedragen en
'n -prive lijkschouwinkje geensceneerd. Veel
brekage was er aiet. Wel had je een flinke
buil op je achterhoofd, maar voor iemand met
een schedel als de .jouwe, was dat niets. Vol-
gens mij kwam 't geval, het beste in orde, als
we je maar stilletjes lieten liggen en dus
trokken we je je hansop aan en stopten je
warm in, in je eigen lekkere, warme bedje."
rika ons ooit brachten. Zijn scene met
Flammchen, die hem doet ontdekken dat het
geluk, dat het leven kAn geven, nooit in een
roes tot ons komt, is in zijn eenvoud van een
beklemmende tragiek.
Tegenover hem staat de glas-harde mate
rialist Preysitig, onverbiddelijk in zijn mate-
rialisme, broos in zijn moraliteit, laf in de
consequenties, die zijn levenshouding met zich
meebrengt. Wallace Beery speelt hem eigeci-
ljjk nog te „sympathiek", legt wellicht nog
teveel den nadruk op het meelrjwekkende in
dit karakter.
Van welk een dramatische voomaamheid
is daarentegen de Dr. Ottemschlay, van Lewis
Stone, de dokter met het verwonde gelaat en
de nog veel zwaarder getroffen ziel, die Dim
mer vertrekt en in den stoel van de hall de
rust probeert te vinden, die de komende en
gaande wereld rond hem zoo volkomen mist.
Doch hoe benijdt hij juist die onrustige we
reld, die steeds het onzekere tegemoet gaat,
terwijl de eentonigheid van zijn rust temid-
den van deze branding van leven hem juist
beknelt.
Tenslotte de Baron von Gaigen van John
Barrymore. Een romantische sehelm spelen
behoort tot de specialiteiten van dezen acteur.
Zijn galanterie tegenover de vrouw lrjkt even
ridderlijk als zijn misdaad wreed is.
Zoo is dus „Grand Hotel" een film gewor-
den van sterke speelscenes, tot eenheid ge-
voerd en in evenwicht gehouden door .een
-streng regisseur. Per slot van rekening wor
den hier slechts momenten uit een aantal
veelbewogen levens belicht, doch daarom-
heen speelt de sfeer van het hotel stees de
hoofdrol. Bezie daarvoor slechts het slot. Zie
hoeoDa een sensationeelen nacht, die alien,
dfe erbij betrokken waren, heeft aangegrepen,
de werksters feVe-n'^ferig de vloeren boenen.
hoe de wereld verder draait als ware er niets
gebeurd. Bezie het vertrek uit deze wereld
van alien, die het drama ensceneerden
van Grusinskaja, onrustig over het wegblijven
van den baron, van Preysing, geboeid, van
Kringelein en Flammchen, vol hoop. Maar
vooral, bezie de komst van het jonge paar op
de huwelijksreis, die het hotel binnentreden
als een paleis, niets wetend, niets vermoe-
dend van al hetgeen zich hier in de laatste
uren heeft afgespeeld. Bezie dit alles en ge
leert de nietigheid van een paar menschen
in den levensstroom, dien deze wereld ontke-
tend heeft, nog beter begrijpen.
De sfeer, die een krachtige regie in die
laatste scenes wist te leggen, stempelt deze
film dan ook tot een nog beter werk dan het
bij een opsomming der sterke spel-momenten
reeds zou zijn.
Echtelijik drama.
Woensdagavond is zekere Inghels alhief,
geschoten door zijn echtgenoote. Deze, die
met een tweeloop reeds dikwijls naar mus-
schen schoot, beproefde nu hetzelfde na een
huiselijken twist met haar man. De man moet
zijn rechterhand hebben uitgestoken om het
effect van het schieten tegen te gaan, want
hem werden drie vingers doorboord. In
nachtgewaad en met veel bloedverlies,
vluchtte hij het huis uit en riep om hulp bij
de buren, die spoedig dr. Beyaert ging en
halen. De gekwetste werd, na verbonden te
zijn, met den auto van den geneesheer naar
een kliniek te Gent vervoerd.
De daderes werd verhoord op het politie-
bureau.
Voor Inghels, die harmonicaspeler is, is het
gemis van zijn vingers dubbel erg.
Hij wachtte even, stak een cigaret op en
keek me met zijn humoristischen glimlach
aan.
„En daar hebben we je tot nu toe laten lig
gen", eindigde hij zijm verhaal, „ofschoon je
schandelijk hard gesnorkt hebt en eigenlijk
ge'isoleerd hadt moeten worden. Om zes uur
vanmorgen zijn ze met laden begonnen... een
leven als een oordeel hebben ze er bjj ge
maakt, maar jij beschouwde het blijkbaar als
een soort slaapliedje en mafte door alles heen.
Je hebt vredig en overgegeven als een pas
geboren baby liggen slapen en ik heb den
heelen morgen bij je moeten zitten voor 't
geval je wakker werd en ons je verontschul-
digingen voor zoo'n entrde op het schip wou
maken."
„Je. belooning komt nog", vertelde ik hem
bij wijze van troost. „Ik heb je een verhaal
te doen, dat je niet elken dag van je leven
hoort."
,,Voor je begint zal je eerst de noodige
brandstof moeten nemen", viel hij me in de
rede, „anders val je midden in je verhaal
flauw. Niemand kan spraakzaam zijm met
een leege maag." Hij ging naar de deur. „Ik
geloof, dat er nog ergens een kok verscholen
zit", voegde hij er aan toe. „Blijf jij maar
kalm liggen, dan ga ik eens poolshoogte
nemen. Is de vogel gevlogen, dan ga ik zelf
wel op roof uit".
Met een knikje ging hij weg en overeen-
komstig zijn raad liet ik me voorzichtig in
mijn kussens zakken. Ik had zware hoofdpijn
maar mijn denkvermogen was buitengewoon
in orde. De gebeurtenissen van den vorigen
dag stonden strak-omljjnd in mijn geheugen
gegrift en met gesloten oogen ging ik al mijn
avonturen van het oogenblik dat ik aan wal
gestapt was af, tot mrjn ongeluk op de werf,
op het rijtje af na.
Een ding stond vast: iemand had gepro-
beerd me te vermoorden hoe ongelooflijk
dat ook mocht klinken. Als de overval zich
tot dien slag op mijn hoofd beperkt had, zou
ik de vriendelijke attentie nog aan de een of
andere werfrat hebben kunnen toeschrijven,
maar de herinnering aan den extra trap, die
me in het water had doen belanden, sloot die
mogelijkheid uit. Moord, niet berooving was
POOTAARDAPPELEN.
De commissie van bijstand van de voor-
loopige Nederlandsche Aardappel Centrale
maakt bekend, dat als minimum inkoopprijs
voor pootaardappelen, te betalen aan den
teler, is vastgesteld.
Voor de soorten Eersteling en Ideal, klei-
poters, klasse „B": maat 28/30, 28/35, 30/35,
35/55, 40/55 3,10; maat 35/50, 40/50 /3,30—
3,40; maat 35/45 f 4. Klasse „A" f 0,70
hooger, klasse „C" 0,70 lager.
Voor de soort ,,Bintje" f 0,20 lager voor
alle klassen en maten. Alle andere soorten.
maat 30/50 en de tusschenmaten daarvan
2,90.
Zand- en veen^pootaardappelen f 0,75 lager
voor alle klassen en maten.
Alle prijzen zijn per 100 K.G. netto gewicht
met inbegrip van de kosten van plombe en
N.A.K. certificaat, af boerderij of af naaste
station of naaste binnenlandsche scheepsgele-
genheid.
Alles vierkante maat. Als uitzonderings-
maatregel voor dit jaar geld-t de ronde maat
voor dat gedeelte van Noord-Holland, waar
ronde maat usance is. Andere maten mogen
niet worden verkocht noch aangeboden naar
het buitenland.
Zij die erkend zullen worden als exporteur
hebben er rekening mede te houden, dat voor
het buitenland minimum verkoopprijzen zijn
vastgesteld. Tegelijk met de mededeeling
waarbij aan exporteurs bekend wordt ge
maakt dat zij erkend zijn, zullen deze mini-
mumverkoopprijzen worden meegedeeld.
de opzet van mijn aanrander geweest en niets
dan de toevallige dikheid en hardheid van
mijn schedel had zijn plan doen mislukken.
Maar in plaats dat die conclusie me de op-
lossing van het raadsel aan de hand deed,
bracht ze me nog meer van de wijs. Ik had
natuurlijk wel vijamden - vooral in het begin
van mijn loopbaan had ik de leden van de ver-
schillende bemanningen, die ik onder me ge
had had, niet altijd even zachbzinnig behan-
deld. Maar moord! Voor moord was er iets
meer noodig dan een zekerer rancune of anti-
pathie.
Van dit punt af sloegen mijn gedachten
aarzelend een andere richting in. Kon 't zijn,
dat er verband bestond tusschen dit avontuur
en mijn erfenis? Sedert het gedenkwaardige
moment, waarop ik het bewuste telegram in
Leixoes opengemaakt had, was er om me
heen een atmosfeer van spanning en gevaar
ontstaan een atmosfeer, die, bij elke nieuwe
ontdekking die ik deed, geprononceerder en
drukkender werd. Dat wijlen mijn geacht
familielid een schurk geweest was, stond nu
wel vast. En dat de dectective, toen hij diens
plotselinge behoefte aan eenzaamheid aan een
schuldig geweten toeschre-ef, den spijker op
den kop geslagen had, kon eveneens als juist
aangenomen worden.
Maar wat had dat alles, wat had een
erventueele connectie met de Roda in zaken,
die het daglicht niet hadden kunnen verdra-
gen, met die poging om mij te vermoorden
te maken? Wat voor verband bestond daar-
tusschen? Waarom de zonden van mijn oom
als hij zonden bedreven had op zoo'n
vlugge en drastische manier op me verhaald
moesten worden, was me niet duidelijk. Ten
slotte had ik niets met zijn verleden te maken
en wat voor voordeel mijn exit voor iemand
kon hebben tenzij er een tweede erfge-
naam op dit ondermaansche rondwandelde
was me een raadsel.
Op dat oogenblik werd ik in mijn overpein-
zingen gestoorfl door het onhandig openduwen
van de deur. Het was Ross, die met een vol-
geladen blad, waarvan de prikkelende geur
van versche k of fie opsteeg, de hut kwam
binnenstrompelen
„Ik wist niet' waar je speciaal trek in had,"
WIELRIJDSTER DOOR EEN VRACHTAUTO
GEDOOD.
Dinsdagmorgen heeft te Middelburg een
ongeluk plaats gehad met doodelijken afloop.
Op den Seisweg reed de 20jarige juffrouw V.
uit Grijpskerke in de richting van haar woon-
plaats, toen op den nauwen weg een veetrans-
portauto uit Middelburg aankwam, die rechts
van den weg reed. Vermoedelijk is mej. V.
haar stuur kwijt geraakt en is zij tegen den
auto aangereden, waardoor zg kwam te val-
len en het linker achterwiel van den auto over
het hoofd kreeg, zoodat de dood onmiddellijk
intrad. De politie stelde een onderzoek in.
EEN A MBA CIITSHE ER LIJKIPEID
TE KOOP.
Maandag 11 September zal te Goes de open-
bare verkooping plaats hebben van de am-
bachtsheerlijkheid Wemeldinge c.a.
Dinsdag is een ernstig ongeval gebeurd in
de N.V. Machinefabriek en IJzergieterij Hol
land" aan den Havendijk te Bergen op Zoom.
De twtntigjarige arbeider S., die belast is
met het vervoer van de z.g. vormen, in en bui
ten de fabriek, had zich van zijn werk even
moeten verwijderen. Toen hij terugkwam,
waren zijn werkzaamheden gedeeltelijk door
een ander verricht. Toen S. het werk wilde
voltooien, kwam de hoek van een draai-kraan
tegen eenige vormen, die zich op den wagen
bevonden, waaronder S. lag. Verscheidene
vormen, die elk ongeveer 200 K.G. wegen.
zei hij, „en dus heb ik maar van alles mee-
gebracht."
Ik bekeek den voorraad: keurig geroosterd
brood, gebakken eieren, versche boter!
„Niet slecht," zei ik goedkeurend, ,„voor
een beginneling."
,,Eet jij maar,," was het kalme antwoord.
„en vermoei je niet met spitsvondigheden...
Ik mag zeker wel een cigaret opsteken?"
Hij ging op mijn kist zitten, stak zijn hand
in zijn zak en diepte er een soheefgedrukt
pakje cigaretten uit op. Terwijl hij daarmee
zoet was, viel ik op den voorraad aan en bin
nen vijf minuten had ik alles opgeruimd met
een grondigheid, die een wolk sprinkhanen
eer aangedaan zou hebben.
„H6... dat heeft gesmaakt," zei ik met een
zucht van voldoening, toen het laatste hapje
verdwenen was. '„Hier, neem het blad weg en
geef mij een van die kokertjes met vergift
die je zit te rooken... Ik moet je gezelschap
houden, al was 't alleen maar uit zelfbehoud."
Hij gooide me het doosje toe en met een
cigaret tusschen mijn lippen liet ik me weer
in mijn kussens zakken.
„Kalm maar aan," ried Ross vaderlijk. ,,We
hebben den heelen dag den tijd."
Ik haalde diep adem en begon aan het
relaas van mijn avonturen van den vorigen
dag. Edn ding verzweeg ik de ontmoeting
in Bedford Row met den main "met den scheef
geslagen neus. Het kon zjjn, dat ik het met
mijn voorgevoelen, dat hij met de Roda's onder
66n hoedje speelde, aan het verkeerde eind
had, maar ik was niet van plan iets te riskee-
ren. Ik wist, dat zich onder de onverschillig-
heid van Ross een ongewoon scherp en op-
merkzaam verstand verschool en dat de min-
ste aanduiding hem op dit goede spoor zou
brengen.
Daarom lichtte ik dit speciale incident nit
het verhaal en gaf hem daarvoor in de plaats
een gedetailleerde beschrijving van mijn ken-
nismaking met Mr. Drayton en de verschil-
lende avonturen, die ik daarna beleefd had.
Stap voor stap wandelde ik den gebeurtenis-
sen-weg af tot het oogenblik waarop ik het
dek van de „Neptunus" was komen opstrom-
pelen en bewusteloos in elkaar gezakt was.
(Wordt vervolgd.)