s
Dam- an Sehaakmbriek.
Plaimwe-Bubriek.
DAMMEN.
GEMEEN TERAAD VAN
ZAAMSLAG.
SCHAKEN.
der jaarw$kje, ook,, niet bij de voorstellers,
doch of d£ tfierisi.i9.ren in los verband door-
gebracht, al of riiet voor periodieke verhoo
ging in aanmerking zullen komen. Men ge-
lieve echter wel te bedenken, dat men, dit
doende, iets zou doen, dat in de toekomst
door anderen als, een precedent zou kunnen
worden beschouwd. De heer Jarisen was tot
hiertoe in lossen dienst. Het moet voor hem
reeds als een voorrecht beschouwd worden,
dat hij nu in vaste dienst komt, waardoor zijn
toekomst verzekerd is. Het voorstel van bur
gemeester en wethouders is geregeld in over-
leg met den rijksdienst. En het is naar spre
ker meent onjuist, om nu de regeling te ver-
zvjaren, uit overweging dat de last die daar-
van op de gemeente zal drukken zoo gering is.
We moeten ook billijk blijven tegenover ons
zelf, en wanneer besloten wordt, dat van den
heer Jansen de tijdelijke dienstjaren zullen
meetellen, zullen in de toekomst anderen zich
daarop beroepen. Burgemeester en wethou
ders hebben gemeend de jaarwedde van den
klerk te moeten stellen van f 1200 tot 1600,
in verband met de jaarwedde van den direc-
teur. Indien ipon nu aan den heer Jansen
ineens het maximum zou geven op grond van
zjjn tijdelijke dienstjaren, zou dat dan billijik
zijn tegenover anderen Dan zou de heer
Brinckman ook wel verhooging wegens dienst
jaren die hij feejl^ -doorbracht kunnen vragen,
en straks anderep, die in vasten dienst be-
noemd worden ev^neens. Er moet ook reke-
ning gehouden worden met den toestand der
financien, en dat" de heer Jansen, vroeger in
lossen dienst, tkms^zal bezoldigd worden als
vaste kracht. Qft grond van een en ander be-
veelt hij aannemmg van het voorstel van bur
gemeester en wftj&ouders aan.
De heer VAik AjKEN was aanvankelijk
voomemens, zijn.&tepa te geven aan het voor
stel der heeren £>riel c.s., doch de woor-
den van den wefjjouder hebben hem een an
der inzicht op df^e zaak doen krijgen. De
heer Scheele heeft,,terecht opgemerkt, dat dan
de heer Brinckmfiri ook verhooging zou kun
nen vragen .yoor jaren in los verband doorge-
bracht, en dat dit ook op ander gebied kan
voor komen. Het zou dan onbillijk worden,
als men in dit upzicht onderscheid maakte.
Hij had eerst oqk nog gedacht, om 2 ver-
hoogingen tog te kgnnen, maar per slot van
rekening wil hij o6k dat denkbeeld laten zak-
ken, omdat er over de voorgestelde regeling
met den rijksdienst reeds overleg is gepleegd.
De heer COLS EN verklaart, zich met het
voorstel van de heeren Van Driel c.s. te kun
nen vereepigen. DeLeer Jansen heeft
hier vele jaren gezeten en werk voor. de ge
meente verricht tegen een te laag loon. Nu
gaat het niet op, om, wanneer wordt voorge-
steld zijn positie iets beter te maken, den heer
Brinckman tegenover hem uit te spelen, want
die heeft geen dienst in deze gemeente ver
richt, doch wel in Groningen. Die verkeert
dus niet in dezelfde positie als de klerk bij de
arbeidsbeurs, van wie alle leden overtuigd
zijn, dat hjj al die jaren te weinig salaris heeft
gehad.
De heer DE BAKKER acht het ook een
moeilijkheid, dat, wanneer de tijdelijke dienst
van den heer Jansen in aanmerking werd ge-
bracht voor periodieke verhoogingen, men
zich ook vastzet tegenover anderen, die nog in
de toekomst vast zullen aangesteld worden en
ook reeds tijdqiijke dienstjaren hebben, zoo-
als het bij de gemeentewerklieden voorkomt.
Het gaat er bij spreker niet over of de heer
Jansen het niet verdiend heeft, maar hij heeft
dan nu toch een vaste positie. Bovendien
weten burgemeester en wethouders nu hoever
ze, na de onderhandelingen met den rijksdienst
staan. Laat de raad dit voorstel aannemen en
dan eens verder zien, anders zet men zich
voor de toekomst Vast.
De VOORZITTER wijst er op, dat, indien de
raad het voorstel der heeren Van Driel c.s.
zou aannemen, burgemeester en wethouders
weer met den Minister zouden moeten gaan
onderhandelen. Voorts is in de naaste toe
komst te verwachten de aanstelling van 2 ge
meentewerklieden, die ook al geruimen tijd
in tijdelijken dienst zijn. Dan zou men ge-
bonden zijn, die ook voor hen voor verhooging
in rekening te brengen. Burgemeester en
wethouders hebbefr, in verband met het bedrag
dat hun billijk voorkwam, gemeend een perio
dieke verhooging te moeten geven. Ze zijn tot
die berekening gekomen door in aanmerking
be nemen zijn vroeger salaris plus die f 250,
waar ze boven wenschte te gaan. Ze oordeel-
den, dat de heer Jansen dan in een vooruit-
gaande lijn kwam. Waardeering voor den ar-
beid van den heer Jansen, behoeft nog niet
in te houden mindere waardeering van den
afgetreden directeur. Er zijn op de arbeids
beurs verschillende afdeelingen. De heer Jan
sen heeft het geluk gehad dat hij zich daar
heeft kunnen inwerken in de afdeeling werk-
loozenzorg, waardoor hij met de omstandig-
OCCXI.
De vacantie treft overigens heel fatsoenlijke
jongens soms in een baldadige stemming aan!
Hoe zou de witspeler. in onderstaande partij er
anders toe gekomen zijn, een ,,kampioen" uit
te noodigen tot een partijtje dam?
Het is een gedprfde strijd geworden met
wisselende kansen,-z66 spannend, dat zwart
halverwege nog aan het noteeren toog.
Wit: R. H.
dais
1. 3328 i^gioob
2. 3933 -aoreiBb
3. 44—39
4. 50—44
5. 34—30
6. 30—24
Zwart: K.
18—23
12—18
7—12
1—7
20—25
9. 36 X24
10. 28X1$
>v ao&L
OS gc
JlOO
De witspeler, v^r wie de theorie een ge-
sloten boek is, speelt hier als Springer vaak
deed in deze stand- Dammen is niet mogelijk
zonder aanleg, zeggen de Franschen.
Het schijnt waar te zijn!
6. ho h' 19x30
7. 35X24, 14-19
Op 2329 volgt 2420 en 2822. De tekst-
zet 1419 houdt de aanval op schijf 24 vast.
8. 40—35 19X30
9—14!
14X23
11. 33—28 17—22!!
Dwingt tot 28X17, daar op 28X19 schijf-
winst voor zwart volgt door 2228, enz.
12. 28X17 11X22
13. 3228 22X33
Het lijkt wel wat op de nieuyste studies van
Damme in de Fransche opening. Het systeem
in dit partijtje is even kansrijk.
14. 39X19 ~49
15. 143—39
Het beste, daar straks schijf 24 verdedigd
moet worden. Deze zet is weer een bewijs van
aanleg!
15. 914
16. 4440 14X23
17. 49—44 7—11
18. 4842 10—14
'Wit krijgt nu lastig spel.
19. 31—27 5—10
heden vanverschillende mensohen op de
hoogte kwam. Het is gewenscht gebleken,
dat de leiding .van die zorg bij een man be-
rust en daarom is-.ihe.t secretariaat van Het
Orgaan aan.fiem. opgedragen.
Door den heer Hamelink is geinformeerd,
of dat werk nu binnen de kantooruren zal
kunnen worden uitgevoerd. Toen burgemees
ter en wethouders hun voorstel voorbereidden
hebben zij overwogen dat zij, nu zijn positie
vast gemaakt werd, het uitkeeren van extra-
bazoldiging moesten afschaffen. Zij wensch-
ten in de eerste plaats zijn positie vast te
maken en in de tweede plaats dat hij ook
financieel zou vooruitgaan. Dit wordt door
him voorstel bereikt, terwijl hij in de eerst-
volgende jaren nog beter wordt. Zij meen-
den hem beter een vaste verhooging te kun
nen geven, dan hem bezoldigen voor extxra-
diensten. Of hij voor het secretariaat van
Het Orgaan niets meer van zijn vrijen tijd zal
moeten opofferen zou spreker niet durven
toezeggen, maar toch vermeent hij dat er op
het kantoor meer gelegenheid zal zijn een dee!
van die werken uit te voeren dan tot nu toe
het geval was. Overigens vraagt de werkloo-
zenzorg optreden op ongeregelde tijden, er
moet al eens onderzoek worden ingesteld, en
dat kan niet altijd binnen het raam der kan
tooruren worden uitgevoerd. Misschien echter
dat straks de werkzaamheden wat toenemen
en die zorg eenigszins kan verminderen.
De heer HAMELINK is na dit antwoord
van meaning, dat er dan een andere oplossing
voor de salarieering zou moeten worden
voorgesteld, want dat er uit b 1 ijkIdat hij toch
nog even goed als vroeger van zijn vrijen tijd
ten dienste van Het Orgaan zal moeten op
offeren.
De heer SCHEELE merkt op, dat het ande
ren toch ook wel overkomt dat ze door een
of andere omstandigheid ook nog buiten hun
vrijen tijd werk moeten verrichten.
De heer HAMELINK stemt dit toe, maar
wijst er op, dat de klerk der arbeidsbeurs als
secretaris van Het Orgaan een bijzondere taak
te vervullen heeft, waarvoor hij misschien
veel vrijen tijd moet opofferen. In plaats van
die fi50 geheel af te trekken, zou het mis
schien billijker zijn hem een gratificatie toe
te kennen van f 125 en het andere dan zoo
te laten, dan blijft men buiten precedenten.
Iemand van wie te voren vaststaat dat hij
werkzaamheden in zijn vrijen tijd zal moeten
verrichten, behoeft dat toch niet belangeloos
te doen.
De heer VAN DRIEL erkent, dat nu wel
de vaste positie van den heer Jansen ge
regeld wordt, maar dat daartegenover toch
staat, dat anderen, ook met een vaste positie,
voor overuren uibbetaling kregen. Zijn positie
behoort nu goed geregeld te worden, daar het
toch vaststaat, dat hij het werk dat hij nuj
doet, zal moeten blijven uitvoeren. En wit
het denkbeeld van den heer Hamelink betreft,
het toekennen van een gratificatie, uit be-
ginsel gevoelt sprekers fractie niet veel voor
fooien. Hij houdt dus aan zijn voorstel vast,
doch zal, als daarvoor geen meerderheid
aanwezig is, ook een toelage aanvaarden.
Hij verwacht van zijn voorstel geen prece
dent in de toekomst, aangezien de regeling
wordt voorgesteld, met het oog op den vollen
werkkring van den betrokkene, en hij dus
onbetaalde overuren zal hebben, hetgeen bij
anderen niet het geval is. Hij dringt er bij
vemieuwing op aan de 8 jaar terstond in
rekening te brengen, daar de financieele zijde
daarvoor geen bezwaar kan zijn. Het betee-
kent voor de gemeente maar een klein som-
metje. In het voorstel zijn de bronnen daar
voor aangewezen, en al was het dat er belas-
tingverhooging voor noodig was, dan kan
spreker die er voor aanvaarden. Als de minis
ter die regeling wil goedkeuren, is het boven
dien voor ieder niet zooveel. Wanneer hij
verhooging van het bedrag gevraagd had,
was het wat anders, het is nu in hoofdzaak
een kwestie van billijkheid, om vergoeding te
geven tegenover de te verwachten opoffering
van vrge uren. Spreker wil de vergoeding
daarvoor in de regeling vastleggen.
De heer SCHEELE wil, in antwoord op de
opmerkingen van den heer Hamelink er op
wijzen, dat er nu een geheele reorganisatie in
het werk komt, waaraan ten grondslag ligt
het werken in de vrjje uren zooveel mogelijk
uit te schakelen. Het werk voor Het Orgaan
kan dan op de beurs, tijdens de kantooruren
gedaan worden. Men moet ook vertrouwen
hebben in het beleid, en andere heeren zullen
buiten hun gewone uren ook wel eens iets
moeten doen. Hij gelooft niet, dat het in het
algemeen belang zou zijn om verder te gaan
dan het voorstel van burgemeester en wet
houders beoogt, ook niet om de helft van de
tegenwoordige toelage, of 125 aan gratifi
catie toe te kennen. Het is zeer wel moge
lijk, dat in de toekomst alien tevreden zullen
20. 40—34 14—20
21. *4440 20X29
22. 39—33 10—14
23. 33X24
Evenals drie zetten terug dreigt wit nu
27—22 en 34—30.
23. 14—19
24. 43—39 19X30
25. 140—35 3—9
26. 35 X 24 9—14??
Een blunder. Wit kan nu laten volgen
27—21, 24—20 34—30 en 37X10.
27. 4540?
Wit ziet het zetje niet.
27. 1117
28. 3731 6—11
29. 42—37 1722
30. 47—42 11—17!
Zwart stak hier een pijp op, z66 gerust was
hij er op, dat wit niet meer aan schijfverlies
kon ontkomen. Immers op 3126 volgt 22X31
en 17—21!
Op 3732 volgt 1721 en de dreiging
2328 is niet te ontgaan.
Op 38—33 volgt 16—21, 22—27 en 12—17.
Zwart had echter een typisch zetje overzien
dat wit er keurig uithaalde en nu nog wel
moeilijker te zien was dan bij de 27e zet van
wit (zie diagram).
Stand na 30 zetten:
ZWART 1
WIT
47 48 49 50
zrjm met het thans voorgestelde en hij zou
zeggen: houdt u daanaan.
De heer VERLINDE zou, om de partijen bij
elkaar te brengen getioegefl kunnen nemen
met een voorstel om 2 verhoogingen toe te
kennen, nu burgemeester en wethouders de
toelage van 250 wenschen te laten vervallen.
De heer HAMELINK gelooft toch, dat het
voorstel door hem gedaan beter is. De voor
gestelde regeling is reeds met den rijksdienst
besproken. Wanneer daarin wijziging wordt
gabraeht, moet daarmede weer opnieuw ge-
sproken worden. Bij het verleenen van een
gratificatie blijft die er buiten. En het staat
vast, dat er buiten kantoortijid zal moeten
worden gewerkt, aangezien de vergaderingen
van Het Orgaan buiten die uren vallen. Men
schept dan ook geen precedent en blijft zui-
verder staan tegenover anderen.
De heer VERLINDE is voor dit laatste
niet zoo bang, want zou toch elk geval op
zichzelf wenschen te beschouwen. Het komt
er meer op aan, hoe de raad er over denkt.
Hij vindt het ook niet zoo erg, als er af en toe
eens een uur moet overgewerkt worden, want
dat komt bij andere kaatoren ook wel voor,
ddrir kan men niet te nauw naar kijken. In
het vrije bedrijf komt het ook menigwerf voor,
dat men om 5 uur een kantoor niet kan stop
zetten en dat er nog moet gewerkt worden
zonder dat daarvoor terstond overuren wor
den betaald. En wat de kwestie betreft om
een vergoeding te geven- voor de werkzaam
heden voor Het Orgaan, hg verwacht, dat dit
in de toekomst miniem zal zijn.
Hij kan zich wel vereenigen met het toe
kennen van 2 verhoogingen.
De heeren DE JQNGE en VAN AKEN
steunen dit voorstel.
De heer VAN DRIEL merkt op, dat dit
voorstel toch op hetzelfde principe berust als
het zijne; het is alleen minder ver gaand,
maar er moet toch ook voor bij den minister
worden aangeklopt om goedkeuring.
De VOORZITTER zou op die kwestie niet
willen vooruitloopen, maar merkt op, dat de
betaling voor buitengewonen dienst, nu in de
regeling vastzit.
De heer HAMELINK wijst er op, dat het
werk voor Het Orgaan toch een afzonder-
lijken tak van dienst is; ten minste de voor-
zitter heeft die indertfid als zoodanig zelf
aangebracht. Dan is het ook logisch, dat
daarvoor afzonderlijk wordt betaald en de
rijksdienst blijft daar dan buiten.
De heer VERLINDE meent, dat die op die
6ene verhooging meer niet zoo zal staan.
De heer HAMELINK; Maar ik acht mijn
voorstel ook in het belang der zaak beter.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat hij
het voorstel indertijd ook heeft gedaan met
het doel de positie van den heer Jansen wat
te verbeteren, al was hetgeen hij daarvoor
aanvoerde juist.
De heer SCHEELE wijst er op, dat er op
dezen dienst thans een 30 zou overblijven,
doch indien men het voorstel z6<5 zou formu-
leeren dat het alleen zal doorgaan, wanneer
de rijksdienst er goedkeuring aan hecht, en
indien dit niet het geval is het voorstel van
burgemeester en wethouders als aangenomen
wordt beschouwd, kan hij er in toestemmen
het voorstel van den heer Verlinde over te
nemen.
De VOORZITTER vraagt den heer Van
Driel of deze, gezien de besprekingen, zijn
voorstel dan wil intrekken.
De heer VAN DRIEL wenscht over zijn
voorstel stemming; wordt dit verworpen, dan
wil hij het andere aanvaarden.
De heer VAN CADSAND wil nog verkla-
ren dat, als er geen ander voorstel gekomen
was, hij zich v66r dat van den heer Van
Driel zou hehben verklaard, doch nu zal Mem-
men voor het voorstel-Verlinde.
Het voorstel van de heeren Van Driel c.s.
wordt verworpen met 11 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Driel, Harte
en Van Doeselaar; tegen stemmen de heeren
Van Cadsand, Huijssen, Hamelink, Scheele,
De Jager, De Jonge, Verlinde, Van Aken, De
Bruijn, De Bakker en Colsen.
Het voorstel van den heer Verlinde wordt
aangenomen met algemeene stemmen.
(Wordt vervolgd.)
Vergadering van Woensdag 23 Aug. 1933,
des voormiddags 9% uur.
Voorzitter de heer Joh. de Feij-ter, Burge
meester.
Tegenwoordig de heeren D. G. Koopman,
S. Buijze, C. Maas, K. Hamelink, A. Haak,
C. H. H. Wisse, D. Dees Azn., A. de Feijter,
Positioneel is wit in de diagramstand wel-
licht verloren. De combinatie geeft nu een ge
heel andere wending aan het spel. Wit liet nu
tamelijk verrassend volgen:
31. 24—20 15X24
32. 34—30! 25X21
33. 31—27! 22X31
34. 136X27 21X32
35. 37X10
Het is wel duur, maar in elk geval heeft
wit dam.
35. 17—22!
36. 10—5 dam 2—7 1
37. 41—37 13—19!!
(Een Turksche slag in de partij. Dit komt
niet dikwijls voor. De witspeler wilde eerst de
schijven wegnemen en dan dddrslaan naar 30
of 35 over schijf 24. Natuurlijk werd hem dit
vriendschappelijk belet!
38. 5X13 18X9
waama de partij spoedig remise liep.
Wij geven hier twee partijen, die belang-
wekkend zfln om den eenen speler.
Wit: Madame de R^muset.
Zwart: Napoleon Bonaparte.
Jaar en plaats onbekend.
1. d2d8 Pg8f6
2. e2—e4 Pb8c6
Bij partijen van zoo lang geleden is een cri-
tiek van de opening meestal niet op zijn plaats.
Wel is op te merken, dat Napoleon een op-
vallende voorkeur schijnt te hebben voor paar-
den.
3. f2f4
Natuurlijk! Wit bezet het centrum dat
Zwart hem overlaat.
3. e7e5
4. f4Xe5 Pc6Xe5
5. Pblc3
Als de witspeelster uit beleefdheid de partij
cadeau had willen geven, had zij hier 5. d4
Pe4: 6. de5: Dh4t kunnen voortzetten, waar-
na vroeg of laat de witte koning wel mat
gaat.
5Pf6—g4
H. Bakker, A. Dees Azn. en later ook S. van
Hoeve.
Secretaris de heer J. Stolk, Lzm
1. Opening.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
2. Benoeming van een hoofd dqr openbare
lagere school te O these, wegens het
niet aannemen der benoeming door den
heer A. Bouterse.
De VOORZITTER deelt mede, dat bericht
is ingekomen van den heer A. Bouterse, dat
hij de benoeming niet aanneemt, vermits hij
ergens anders is benoemd.
Maandagavotid is daarop met den Imspec-
teur van het L. O. geccnfereerd over het op-
maken van eene nieuwe voordracht.
In die conferentie is o.a. overeengekomen
dat de Inspecteur een nader onderzoek zou
instellen, tengevolge waarvan hij Dinsdag-
middag heeft getelefoneerd, dat hij meent
een geschikte candidaat te hebben gevonden
in den heer G. J. van der Bent, onderwijzer te
Rotterdam, die met ingang van 2 September
a.s. op wachtgeld komt.
De heer A. HAAK: Is de nu voorgedragene
tijdelijk door Burgemeester en Wethouders
benoemd, hij verklaart daar wel voor geweest
te zijn.
De heer DE FEIJTER: Neen, want dit
was niet mogelijk omdat deze eerst met in
gang van 2 September a.s. op wachtgeld
komt.
De heer VAN HOEVE (ter vergadering
komende) zegt, dat omstandigheden buiten
zijn wil oorzaak zijn, dat hij eerst heden ter
vergadering kon verschjjnen, hij herinnert
er aan dat Burgemeester en Wethouders
Maandagavond laatstleden hebben vergaderd
en toen een anderen candidaat naar voren
hebben gebracht om die tijdelijk te benoemen.
De heer KOOPMAN: Het is voor de raad
moeilijk eene benoeming te doen, de verant-
woordelijkheid berust nu gehee! bij de In-
spectie, was het nu niet mogelijk geweest
b.v. het op het dorp tijdelijk werkzaam ge
weest zijnde hoofd de heer Bakker ook tijde
lijk te benoemen te Othene.
De heer VAN HOEVE: Dit was niet mo
gelijk omdat Bakker geen wachtgelder is en
de kosten dan geheel voor rekening der ge
meente zouden zijn geweest.
De heer D. DEES: Het te benoemen
hoofd moet toch in de gemeente wonen?
De VOORZITTER: Dat is reeds in eene
vorige vergadering bepaald.
Ojvergaand© tot stemming worden uitge-
braoht 11 stemmen, waarvan 2 in bianco en
9 op den heer G. J. van der Bent, zoodat de
heer G. J. van der Bent te Rotterdam met
ingang van 2 September 1933 is benoemd tot
hoofd de openbare 1 age re school te Otherie.
3. Omvraag.
fkijid
a. De heer KOOPMAN vestigt er de aan-
dacht op, dat de menschen in de buurt van
de Kwakkel klagen over den slechten staat
waarin het -voetpad verkeert dat loopt over
het land van den heer M. Dekker, kan van
gemeentewege niet wat sintels beschikibaar
worden gesteld.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit geen
publiek voetpad is en de eigenaar de toegang
kan weigeren, het gaat dus niet aan om van
gemeentewege sintels beschikbaar te stellen.
b. De heer HAMELINK vraagt of het
bekend is, dat de P. Z. E. M. reeds overeen-
stemming heeft verkregen met de bewoners
van de Kwakkel en van Poonhaven over aan-
sluiting aan het electrisch net.
De heer VAN HOEVE verklaart dat het
niet onmogelijk is dat de vroegere plannen
nog worden uitgewerkt, officieel is daar
echter niets van bekend.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de
VOORZITTER de vergadering door het uit
spreken van het dankgebed.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door onze abonn^'s worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a--te Rotterdam.
Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden. ad
HET WERK VOOR DEN A.S. WINTER.
De nieuwe plannen in Duitschland.
Hoewel ik deze week een artikel had willen
schrijven over mijn ervaringen te Berlijn,
waar ik vorige week een bezoek bracht, wil
ik eerst een paar andere zaken van praktisch
belang bespreken, daar we anders gevaar loo-
pen in het vuur van ons betoog ze over het
hoofd te zien.
6. d3—d4
Deze poging om een stuk te winnen is nu
even slecht als op den vorigen zet.
6Dd8h4t
7. g2—g3 Dh4f6
Door het tempoverlies Dd8h4f6 is veld
f3 verzwakt en de verdedigingszet Pf3 onmo
gelijk geworden.
8. Pgl—h3 Pe5f3t
9. Kel—e2 Pf3Xd4f
10. Ke2—d3
Minder akelig lijkt Kel.
10Pg4e5t
11. Kd3Xd4
Het was vroeger de gewoonte, dat men een
offer aannam, als het niet onmiddellijk tot
verlies leidde. Men offerde toen gewoonlijk
„op het gevoel", niet na nauwkeurige bereke
ning, en ook de verdediging achtte men niet
een nauwkeurige berekening waard.
1 1Rf8—c5f
12. Kd4Xc5
Maar hier zou de zwakste speler tegenwoor
dig het offer niet meer aannemen. Het spel
is dan ook wel verloren, maar niet zoo gauw.
Er kan dan n.l. volgen: 12. Kc3!, Pf3f(Kb3,
Db6f, Kc3, Db4f13. Kd3, Dd4f, 14. Ke2,
De4 mat.
1 2Df6—b6t
13. Kc5—d5 Db6—d6 mat
Wit: Napoleon Bonaparte.
Zwart: Maarschalk Bertrand.
1. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Pb8c6
3. d2—d4 Pc6Xd4
Beter is ed4:. Wit had nu kunnen antwoor-
den Pe5:.
4. Pf3Xd4 e5Xd4
5. Rfl—c4 Rf8c5
Op dergelijke wijze een pion te versmaden
was vroeger iets zeer gewoons:
6. c2c3 DdSe7
Zeer goed gedacht; Pf6, e5, d5! was overi
gens nog sterker. Met dc3:, Pc3: wordt het
witte spel ontwikkeld, terwijl nu Wit moei-
lijkheden krijgt.
7. 0—0! De7e5
Zwart moet niet tot iederen prrjs den pion
willen houden: dan was dc3: trouwens even
goed. Nu volgt een goed gevoeld, maar niet
correct offer.
3i im-
Allereerst dan de kwestr? vags^}huisves-
ting der jonge hennen. We wgten,-dat alles
wat niet te best gelegd heeft opgeruimd moet
worden eri velen zullen, zoodra de rui doorzet,
een aantal oude hennen opruimen. Er komt
dan ruimte vrij voor de jonge hennen- die nu
een eind op streek zijn. Voor 6en ding moet
ik echter waarschuwen: plaats geen jonge
hennen in de hokken die door de oude ontruimd
zijn alvorens deze hokken aan een grondige
schoonmaak en ontsmetting onderworpen te
hebben. Er zijn heel wat ziekten waarvan de
oude hennen de smetstoffen bij zich dragen
zonder er zelf veel last van te hebben. Niet
alleen de smetstoffen in den vorm van bacte-
rien (cholera-bacillen, Klein'sche ziektebacil-
len) ook z.g. filtreerbare, onzichtbare smet
stoffen (diphtherie) en allerlei parasieten (coc-
cidien, wormen). Wat zien we dan -yaak ge-
beuren? De jonge dieren zyn prachtig opge-
groeid, hadden weinig last van ziekte en zoo
dra ze dan een poosje in de winterverblijven
zitten treedt allerlei misere op. Dat- kunnen
we voor een groot deel voorkomen door de
hokken en rennen grondig te reipigen.
Bij kleine rennetjes is het gqgd deze een
voet diep uit te graven en te vervangen door
versch wit zand. Als we wat oude kippen
aanhouden en de jonge er tusschen gaan zet
ten, wat veel stadskippenhoud^fg gaan doen,
dan is het verstandig om de ouj^.kippen eerst
een wormkuur te doen ondejggan. Geef ze
gedurende eenige dagen in ^e^ meelvoer on-
geveer 1 gram tabaksstof per..h#u, of vermeng
het meelvoer met 2 tabaksstof, De hen
nen zullen ongeveer 55 gram mpelvoer en 55
gram graanvoer per dag eten, .(ijus krijgen ze
op die manier ook hun portie .t^bak binnen.
Daardoor zullen veel wormen afgerireven wor
den. Na een week wordt dari de grond uit de
ren weggenomen en men is veel smetstof kwijt.
Denk nu ook eens om het fioit' zelf. In den
loop van den zomer kunnen planken losgegaan
of gekrompen zijn, kan d^'dakbedekking
losgeraakt zijn, zijn misschien ruiten ge-
scheurd. Kijk dat alles nu e§fi§"' grondig na.
In den zomer is zoo'n kiertje zoo erg niet, in
den herfst en winter kan het ndodlottig wor
den. Zorg daarom dat uw huisvesting gereed
is voor den winter. Let voordif'rip het dak.
Denk ook om de verlichting als gij die hebt.
Krjk de geleidingen van electrische lampen na
of er niet iets hapert, maak benzinelampen
schoon en zorg dat ze weer goed werken.
Laat vooral geen dieren in de winterverblij
ven toe waar iets hapert! Jammer genoeg
heerscht er thans veel verlamming d&ler de
jonge hennen. Houdt dergelijke dieren niet
aan, probeer niet ze te genezen, loop geen en-
kel risico, de verlamming is een emstige ziekte
wier besmettelijk karakter meer en meer blijkt
en zelfs als een dier geneest blijft het gevaar-
lijk. Zorg voor prima dieren als gij plezier
van uw kippen hebben wilt en van een ziekte
genezen dieren zijn geen prima dieren. Denk
daar voortaan dus goed aan en om u dat goed
te doen onthouden vertel ik de volgende mop
van een Schot. Zooals bekend zijn de Schot-
ten berucht om hun geweldige zuinigheid en
bestaan hierover duizenden moppen. Een aar-
dige op ons gebied is deze: Een Schot invi-
teert zich zelf bij een vriend ten eten en zegt:
Ik kom Zondag en zal een fijne haan mee-
brengen. De vriend is erg gelukkig over de
bout die hem te wachten staat eri ontvangt
zijn vriend den volgenden Zondag met open
armen. Deze heeft echter den beloofden bout
niet bij zich en als hij er om vraagt komt het
lakonieke antwoord: ,,Ja, ik Wou hem ook
meebrengen, maar... hij is weer bfeter gewor
den!" Kijk, de mop is goed, maar de Schot
die wel den zieken haan cadeau wou doen,
doch hem hield toen hij weer beter was ge
worden, was tooh niet slim, want zoo'n haan
deugt niet! Ruim op wat ziek is, wacht geen
genezing af, dat is heusch het beste en waar
gij op den duur het verste mee komt.
We beleven nu den tijd waarin ook de
pluimveestapel ingekrompen zal moeten wor
den. Van alle kanten wordt er geadviseerd
om geen dieren aan te houden die-miet goed
voor den leg zijn en dat is heel nuttig, maar
minstens even nuttig is het ook geen enkel
dier aan te houden dat niet kerngezond is.
We weten niet wat er later weer komen zal
maar voorloopig weet ik wel 4at een onzer
grootste afnemers, Duitschland, hard zijn best
doet den invoer ;Zoo sterk mogelijk te beper-
ken. Dat geldt zoowel voor eieren als voor
geslacht pluimvee en de nieuwe leiders op
pluimveegebied, die ik deze week te Berlijn
sprak, steken hun plannen in geen enkel op-
zicht onder stoelen of banken. Het geheele
organisatiewezen op pluimveegebied is gereor-
ganiseerd en gecentraliseerd onder edn leider,
die weer drie chefs onder zich heeft voor de
volgende afdeelingen: bedrrjfspluimvee, ten-
toonstellingswezen, stamboekwezen.
In het kort komt het toekomstplan op het
volgende neer: De boeren-pluimveehouderij
moet rendabel worden en om dit met succes
te kunnen doen moeten aan de boeren alleen
dieren van goede afstamming geleverd wor
den. Teneinde de belangstelling voor de pluim-
veehouderij te bevorderen moet het tentoon-
stellingswezen te hulp geroepen worden en al-
dus moeten de drie groote afdeelingen samen
werken om de pluimveehouderij vooruit te hel-
pen en import onnoodig te maken.
1
Dr. TE HENNEPE.
■;gso ef
8. f2-f4 t nr-d4Xc3t
9. Kgl—hi X 1^58 Xb2?
Dat is het offer. Als Zwart nu 9. Dd4 of
9. c2 speelde kwam de partij VTtjwel gelijk te
staan, maar volgens de geasfeivian den tijd
neemt Zwart het offer aan.
10. Rc4Xf7t K«8 -d8
Natuurlijk niet Kf7:, fe5f en Rb2
11. f4Xe5 7c£XalD
12. Rf 7 X g8 ,J5&c5—e7
Op Tg8: volgt Dd5, Te8, Dc5 li6, Pc3 en de
dreiging Rg5t is vrjjwel doodelijk.
13. Ddlb3 *"a7 -a5
Na De5: is Wit qualiteit en twee pionnen
achter, maar zet den aanval riiet Rb2, Dg5,
Df7, waarmee weer het een en ahdSr heroverd
wordt. Met De5 zou Zwart den volgenden zet
verhinderen. 8^
14. Rclg5
Er dreigt nu Tf8 mat; op Rg5 •'•volgt Tf8t
en Df7 mat.
14. d7^d6
15. Tfl—f8t! Kd8—d7
16. Rg8e6t Kd7sfl
17. Re6d5t Kc6—c5
Op Kd7 volgt e6 mat. De mooie combinatie
is sterker dan bjjv. 15. Re7waarmee Wit een
stuk wint (want Zwart kan wegens mat niet
terugnemen.
18. Rg5e3t Dal—d4
19. Db3— c4f
Wit wil het te mooi maken; op Rd4:t, Kd4:
volgt Dc3 mat.
19Kc5—b6
20. Re3Xd4t Zwart geeft op, daar-
mee de voortzetting 20. c5, 21. ed6:!, Rd6:!
(cd4:, dan Dc7t, Ka7, de7:) Th8: (er is niets
beters) voorkomende.
Men krijgt niet den indruk, dat de maar
schalk den keizer ,,maar heeft laten winnen";
in ieder geval is het spel van Wit de moeite
waard.