ALGEMEEN HIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAAHDEREN.
Mijn EUand
No. 9032
WOENSDAG 23 AUGUSTUS 1933.
73e Jaargang
BINIENLAND
FEUILLETON
BUITENLAND
TER NEUZENSCHE COURANT
^.r^nmrnxTrrrxxT. 1 A ^n-nlo f H Qfi VOfYT plkfiTl re^el
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
fr. per post /1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Beigie en Amerika 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
CIttgeefster: Einna P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /O,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clicbd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bjj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSOHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
WAARSCHUWING.
Ten einde bet verbreiden der besmettelijke
veeziekte „mond- en klauwzeer" zooveel
mogelijk te helpen tegengaan, meen ik te
moeten waarschuwen tegen bet oemoodig be-
treden, "door wie dan ook, van boeven, erven
of weiden, waar ingevolge artikel 18 of 20 der
Veewet 1920 bet waarschuwingsbord of ken-
teeken is geplaatst.
Ter Neuizen, 23 Augustus 1933.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUTZLNGA.
HINDER WET'.
Burgemeester en Wetboudera van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennls, dat
ter Gemeente-secretarle ter Inzage llgrt een
verzoek met bijlagen van C. C. NOBEL.S te
Ter Neuzen, om vergunning tot het uitbreiden
van de bestaande rolluiken- en timmerfabriek,
op het perceel kadastraal bekend in Sectie L
no. 1071 en gelegen aan de Westkolkstraat
no. 44.
Op Dinsdag, den 5 Sept. a.s. des nam. te
drie uur, zal in bet Gemeentehuis gelegenbeid
bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van
dit verzoek in te brengen en deze mondeling
en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor
het bovengemelde tijdstip, ter Secretaire der
gemeente kennis nemen van de ter zake inge-
komen sohrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris-
prudentie niet tot beroep gerecbtigd zijn, zij
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den boven bepaalden dag voor het Ge-
meentebestuur zijn verscbenen, tenednde bunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 22 Aug. 1933.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
J. L. DREGMANS, Wnd. Secretaris.
GEEN BRUINE OPMARSCHEN
Het Tweede Kamerlid mevrouw Mr. B.
BakkerNort heeft den Minister van Binnen-
landscbe Zaken geweizen op een politieke
optoobt van Nederlandsche nationaal-socialis-
ten, vergezeld door Duitsche geestverwanten
in uniform, zooals onlangs is gehouden van de
Nederlandsche grens naar een vergaderlokaal
in Nijmegen en streng optreden in dezen
gevraagd, opdat herhaling in de toekomst
zooveel mogelijk vermeden wordt.
AOTIVITEIT DER RjK. STAATSPARTIJ.
Het dagelijksch bestuur der R.K. Staats-
partiji heeft, naar de Maadbode meldt, aan de
besturen der Rijkskieskring organisaties een
schrijven gericht, ter opwekkinig eener krach-
tige politieke activiteit.
Daartoe wordt geweizen op het tweelediig
algemeen mididel:
le. Verdieping van staatkundig inzicht in
het algemeen, en kennis van feiten en ver-
houdingen, kennis van den concreten inboud
van bet werk.
2e. Meer levendige werkizaambeid, een
grootere beweeglijkheid van de Partij, waar-
door de massa meer zal worden bereikt, ook
buiten verkiezingstijden.
Voorts op bijzondere middelen, de plaatse-
lijke kemvorming, die moet worden ter hand
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
9) (Vervolg.)
„Wel, om kort te gaan, aan bet einde van
het doorlezen was ik niet veel verder dan bij
het begin. Practisch gesproken bad ik niets
g even den niets dan wat gequitteerde reke-
ningen en een paar brieven, die uitsluitend
over geklzaken handelden. Als bij particuliere
papieren gehad had, waren ze veilig ergens
opgeborgen z66 dat niemand er bij kon.
,,Ik deed wat me onder de omstandigheden
het beste leek. Ik bleef tot na de begrafenis,
sloot toen de kist uitgedragen was, alles af
en droeg Bascomb op als huisbewaarder te
blqven en niemand toe te laten zomder een
geschreven permit van mij. 't Was een eigen-
aardig soort kerel, zwijgend en nurksch, maar
op z'rjn manier intelligent en voor zoover ik
erover kon oordeelen strikt eerlijk en be-
trouwbaar.
„Het eerste wat ik deed toen ik in London
terug kwam, was naar den bankier van uw
oom gaan. Ik legde hem 't geval uit en vend
hem bereid, me zooveel mogelijk hulp te
geven. Maar die hulp was niet veel. Particu
liere papieren hadden ze niet om kort te
gaan, 't eenige, wat ze me konden geven was
een verklaring, waarin het bedrag aan geld
plus de geldswaardige papieren, die ze in be
waring hadden, genoemd werd.
„Tocn begreep ik, dat de eenige practiscbe
weg was, me met u in verbinding te stellen.
Dat was geen kleinigheid, gezien het feit, dat
ik alleen uw naam wist, maar ik bad 't geluk
genomen en een verdeeling over de districten.
Voor Ze eland 4 kemen. Deize moeten v66r
1 Oct. zijn opgeridht; v66r 1 Nov. moet een
plan zijn opgesteld voor regeling der eigen
werkzaambeid.
VERMENGING VAN BENZINE.
De Vereen. Autogobruikende Vakgroepen
te Maastricht hebben den Minister van Eco-
nomische Zaken venzocht aan den strrjd
teigen menging van verschillende vloeistoffen,
o.a. petroleum door de benzine, waardoor de
ibelangen van de autogebruikers in vele ge-
vallen in emstige mate worden gescbaad, de
reeele handel wordt benadeeld en het vertrou-
wen van het puibliek wordt geschokt, een einde
te maken door benzine onder de controle van
de Warenwet op te nemen.
NJEUWE REFERRING VAN MEN INVOER
VAN BACON IN ENGELAiND.
Het Ned. Corr. bureau voor Dagbladen
meldt
Naar ons ter oore komt, zijn er in den laat-
sten tijd onderhandelingen gevoerd met Enge-
land over de contingenteering van den invoer
van bacon daar te lande, aangezien, naar men
weet, de overeenkomst, welke wij te dezer
zake met de Engelsche regeering hadden,
medio September a.s. afloopt.
Voorts vernamen wij, dat gebleken is, dat
de Engelsche regeering het voornemen heeft
den import van bacon aanzienlijk te beperken
zoodat ook ons contingent een niet onbelang-
rrjke reductie zal ondergaan.
DE FUSIE DER KATHOLIEKE
DEMOCRATEN.
In een Zondag te Apeldoom gehouden con-
gres van de Roomsch-Katholieke Arbeiders-
partij en de Katholieke Democratische Partij
is definitief tot fusie besloten. De nieuwe
partij heet Katholieke Democratische Arbei-
derspartij. De besturen der beide vorige par-
tijen zijn samengevoegd.
Het bestuur van de afdeeling Den Haag van
de R.K. Arbeiderspartij deelt mede, dat het
van zijn leden opdracht heeft gekregen, in ver-
band met hetgeen, wat op het Zondag te Apel
doom gehouden congres heeft plaats gehad,
zich niet als afdeeling van de K. D. A. P. te
beschouwen, zich daarbij beroepende op de be-
ginselverklaring van 2 Juli 1932. De afdeeling
Den Haag wenscht op den daarin aangegeven
weg voort te gaan. De R.K. Arbeiderspartij
blijft met 9 afdeelingen bestaan.
BOYOOT VAN DUITSCHE GOEDEREN.
Het Tweede Kamerlid Lovink heeft den mi
nister van Buitenlandsche Zaken gevraagd, of
het der regeering bekend is, dat hier te lande
reeds sedert eenigen tijd propaganda wordt
gemaakt voor een boycot van Duitsche goede-
reci. En zoo ja, vindt de regeering dan vrijbeid
om eenige inlichting te geven over haar stand-
punt met betrekking tot zulke propaganda?
DE INVOER VAN ONDERKLEEDING.
De minister van oeconomische zaken heeft
bepaald, dat bet bedrag, waarvoor hij den
invoer van onderkleeding alsnog toewijzing
zal worden verstrekt, vastgesteld wordt op
25 pet. vaa bet bedrag, waarop de aanvra-
gers, overeenkomstig de gestelde regelen, ten
hoogste aanspraak kunnen maken.
RI.IKSCOMMISSIE VAN ADVIES VOOR
WERKVERRUIMING.
Bij Kon. besluit van 18 dezer is aan Mr.
M. A Harders, administrateur bij het depar-
tement van binnenlandsche zaken op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als lid van
de Rikscommissie van advies voor werkver-
ruiming, met dankbetuiging voor de als
de band te leggen op een gewezen inspecteur
van Scotland Yard, een Martin Campbell, die
op het oogenblik den naam heeft van ,,de"
man voor dat soort dingen te zijn. Hij
komt straks bier, dus zult u hem wel ont-
moeten. Wel, hij ging aan het werk en
in een kleine drie weken had hij u uitge-
graven eigenlijk moest ik zeggen: opge-
vischt. Hij wist me te vertellen dat u tweede
stuurman op de ,,Neptunus" was en toen de
Planet, na verzoek om informatics, ons be-
richtte, dat de „Neptunus" den derden Mei
in Oporto verwacht werd, besloot ik te wach-
ten en u daar te telegrafeeren.
,,Ondertusschen ging ik met het regelen van
de erfenis door. Dat was betrekkelijk gemak-
kelijk, nu ik wist, waar u zat en toen u in
Oporto binnenliep, was alles, practisch ge
sproken, al geregeld. Natuurlijk zullen we u
nog lastig moeten vallen met verschillende
wettelij'ke formaliteiten. O.a. zal het nog een
poosje duren, voor u aan het geld in de bank
zuult kunnen komen, maar dat is een quaestie
ten opzichte waarvan wel een regeling te
treffen valt. Als u court d'argent bent, wil ik
u met genoegen uit mijn eigen zak een voor-
schot geven. Wat de aanspraak betreft die
u op de erfenis kan laten gelden, verzeker ik
u, dat u volkomen safe bent."
Hij gooide den bundel papieren, dien hij
onder het vertellen in zijn hand gehouden had,
op tafel en keek me vol verwachting aan.
,,Ik sta al zoo diep bij u in de schuld,"
zei ik dankbaar. ,,A1 de moeite, die u zich ge-
geven hebtIk weet niet waaraan ik dat
te danken heb, maar ik weet wel, dat ik u
geweldig dankbaar ben."
„Niets om dankbaar voor te zijn," zei hij
luchtig. „Noemt u het maar professioneelen
onderaemingsgeest. Mr. Jannaway was een
client van me en 't leek me verstandig om
u in te pikken, voor een ander u wegkaapte.
Op zokelijk gebied zijn we hier in Bedford
Row niet al te scrupuleus."
,,Gelukkig voor mij," zei ik, „anders stoom-
de ik nu nog de wereld om en om zonder het
zoodanig bewezen diecsten, en is als lid dier
commissie benoemd A. van Geelem, directeur-
generaal, hoofd der afdeeling werkverscbaf-
fing en steunverleening bij het departement
van sociale zaken.
DWANG TOT AANSDUITING BIJ
NATION A A I^SOCI A LJSTISCHE
ORGANISATIES.
Het Tweede Kamerlid Sneevliet heeft aan
den Minister van Buitenlandsche Zaken ge
vraagd of het hem bekend is, dat van Neder
landsche arbeiders, woonachtig in Nederland
en werkende in Rheine, Gronau, Nordhorn,
Elmstadten en andere plaatsen in Duitschland
wordt gevorderd, dat zij op straffe van ont
slag zich hebben aan te sluiten bij nationaal-
socialistische organisaties (de N.S.B.O.) en
of de Minister bereid is stappen te ondeme-
men, bij de Duitsche regeering, die ertoe kun
nen leiden, dat aan dezen onrechtmatigen
dwang op Nederlandsche arbeiders een einde
wordt gemaakt?
BEZUINIGING.
De Rotterdammer meldt:
Naar wij vernemen wordt in regeerings-
kringen een nieuwe en tamelijk ongewone
bezuinigingsmaatregel overwogen.
Het zou n.l. de bedoeling zijn, vervroegd
ontslag met recbt op pensioen naar dienst-
tijd, te verleenen aan personen in overheids-
dienst, wier leeftijd, vermeerderd met bet
aantal dienstjaren, 90 bedraagt. Xemand die
60 jaar oud is en 30 dienstjaren heeft, zou dus
voor vervroegde pensionneering in aanmer-
king komen.
Deze bezuiniging zou vooral doarom doel-
treffend geacht worden, omdat ze bij niet-
vervulling van de vacature onmiddellijk voor-
deel oplevert en bij bandbaving van de be
trekking de werkloosheid zou verminderen.
DE HEER BRAAT VERLAAT ZIJN PARTIJ.
Maandag is te Utrecht onder voorzitter-
scbip van Mr. C. Vervoom een algemeene
vergadering gebouden van de Nationale
boeren-, tuinders- en middenstandspartij. Een
groot aantal leden was aanwezig, Onder de
ingekomen stukken was een motie, waarin
Mr. Vervoom werd wrzocht als Kamerlid te
bedanken en als voorzitter Elf te treden, en
een, waarin het geheele bestuur werd ver-
zocht en bloc zijn mandaat neer te leggen.
De afgevaardigden der noordelijke provin-
cies en van Gelderland alsmede een aantal
leden maakten bezwaar tegen deze moties
waama de eerste motie door de voorstellers
werd ingetrokken, terwrjl de behandeling van
de tweede motie werd uitgesteld tot de vol-
gende vergadering.
Hierna deelde de beer A. Braat mede, dat
hij zich bij een en ander niet neer kon leggen
en zich genoodzaakt zag te bedanken als lid
der partij.
De beer Braat verliet daarop de vergade
ring. Hierop werden de overige agendapun-
ten afgehandeld.
DE WERKLOOSHEID IN FRANKRIJK.
Het aantal ingeschreven werkloozen in
Frankrijk bedroeg op 12 Aug. 238.271, dus
889 minder dan de vorige week.
Vergeleken met 3 Maart 1933, toen het
maximum aantal werkloozen stond ingeschre
ven, n.l. 331,816, is een vermindering waar te
nemen van 93.545, dus van ruim 28 procent
sedert dertien weken.
Het aantal werkloozen is, in vergelijking
met 1932, gestadig aan het dalen.
DUITSCHLAND GEEFT TOE IN DE
PASSAGEKWESTIE.
De onderhandelingen tusschen de vertegen-
woordigers der buitenlandsche reederijen en
de Duitsche regeering, welke in bet minis-
terie van Economische Zaken hebben plaats
gehad, hebben na langdurige debattes een
resultaat opgeleverd, hetwelk voor de buiten
landsche scheepvaart-maatschappijen een
volledig succes beteekent.
De transfer-bepalingen voor de passage-
gelden, welke de Duitsche regeering bad af-
gekondigd, zijn thans opgebeven en de vroe-
gere toestand is in vollen omvang hersteld.
HET BEZOEK VAN DOLLFUSS AAN
MUSSOLINI.
Op de informeele wijze, die hem af en toe
eigen is, heeft, scbrijft de N. R. Crt., Musso
lini aan Dollfuss laten weten, dat bet onder-
houd, dat tusschen hen beraamd was, liefst
spoedig moest plaats vinden en dan Zaterdag
en Zondag, omdat hij zich Maandag naar de
manoeuvres van bet Italiaansche leger begaf.
Dollfuss is daarop in een vliegtuig gestapt,
dat meer en meer bet vervoermiddel wordt
voor politieke en diplomatieke reizen, en heeft
zich naar Riccione begeven, de badploats aan
de Adriatische Zee, die de laatste jaren bij de
Italianeo bijzonder in trek is, en waar Musso
lini bij zijn docbter logeerde. Hier hebben
beide staatslieden, buiten alle officieel gedoe,
rustig en uitvoerig met elkaar kunnen pra-
ten. Over hetgeen er bebandeld is, is men
bet eens, oeconomische en politieke vraag-
stukken, onder de laatste natuurlijk ook de
betrekkingen met Duitschland.
Italie is tegenstander van de aansluiting
van Oostenrijk bij Duitschland. Het wil geen
machtig Duitsch Rijk tot directen buurman
aan den Brenner hebben. Zoowel in den tijd
toen het verlangen tot aansluiting vooral uit-
ging van de Oostenrijksche kringen, die er
zich nu tegen verzetten, als thans nu bet
Duitschland van Hitler haar nastreeft, heeft
Italie duidelrjk te kennen gegeven zich met
kracht tegen elke poging in "deze richting te
verzetten. Wil men echter Oostenrijks aan
sluiting bij Duitschland op den duur voorko-
men, dan moet men, meer nog dan op de
politieke op de oeconomische situatie bet oog
houden. De ruwe hand, waarmee dc vredes-
verdragen de oude Donaumonarchie uiteen
gescheurd hebben, heeft Oostenrijk in een
hulpelooze, om niet te zeggen hopelooze
positie gebracht, doordat zij Waenen zonder
acbterland liet. Had men dadelijk gezorgd
voor oeconomische maatregelen om Weenen
althans de oeconomische hoofdstad van de
Donaulanden te laten, dan zou veel van de
latere misdre zijn voorkomen. Men heeft
echter kalm toegezien, dat de nieuw gevormde
staten zich van Weenen afwendden en daar-
mee het verval van de stad en de verzwak-
kicig van het land in de hand gewerkt. Op
alle mogelijke wijzen heeft men getracht
Oostenrijk met volkenbondssteun op de been
te houden, maar langzamerhand is men toch
tot het inzicht gekomen, dat dit allemaal
lapmid'delen zijn en dat alleen opneming van
Oostenrijk in een grooter oeconomisch verband
uitkomst kan brengen. Schobers poging in-
dertijd om een tolverbond met Duitschland
te sluiten vloeide ook voort uit het inzicht dat
Oostenrijk op eigen beenen niet kan blijven
staan. De tegenstanders van Oostenrijks
aansluiting bij Duitschland hebben dadelijik
deze poging verijdeld, omdat zij wel inzagen
dat een zoo nauw oeconomisch venbond op
den duur onvermijdelijk tot de politieke aan
sluiting moest leiden. Op papier stelden zij
er een Donaufederatie tegenover, maar in
werkelijkheid lieten zij de zaak op zijn be-
loop. Nu dreigt van politieken kant weer
het gevaar van een opgaan van Oostenrijk
in Duitschland. Weer komen de tegenstan-
flauwste benul van 't feit, dat ik een ver-
maledijde kapitalist ben." Ik wachtte even.
,,Wat ik vragen wou," ging ik nieuwsgierig
voort, ,,hoeveel geld staat er op de bank?"
Zijn oogen begonnen ondeugend te schitte-
ren. „Op die vraag heb ik zitten wachten,"
zei hjj. ,,'t Is een complimentje voor uw zelf-
beheersching, dat u ze niet eerder gedaan
heeft."
Eerlijk gezegd," zei ik, ,,heb ik er niet eer
der aan gedacht. Ik vond alles, wat u me
van mijn oom verteld heeft, zoo interessant,
dat ik 't geld, voor het oogenblik, absoluut
vergeten was."
Hij stend op, greep den bundel papieren,
dien hij een oogenblik te voren achteloos had
neergegooid, en ging ermee op een hoek van
de tafel zitten.
't Is nogal een eigenaardige geschiedenis,"
begon hij langzaam. ,,Als de erfenis alleen
bestaat uit het geld op de bank, bedraagt zij
niet meer dan tieciduizend pond. Dat is dan
zonder de waarde van het eiland
Enkele oogenlblikken bleef het stil.
,,Wat bedoelt u met dat ,,als" vroeg ik.
.Bestaat er dan kans, dat er meer is?"
,,Oppervlakkig beschouwd zou je zeggen
van niet," zei Mr. Drayton, ,,maar toch
ik kan dat betrekkelijk kleine bedrag niet in
overeenstemming brengan met de manier van
leven van uw oom. Sinds hij het geld op de
bank gezet heeft, is zijn tegoed ongeveer
steeds hetzelfde gebleven. En toch moet hij
minstens twee duizend pond per jaar uitge-
geven hebben."'
„Maar wat dat betreft kan de bank toch
zeker inlichtingen geven!" protesteerde ik.
„Die moet toch weten, waar h'ij het vandaan
haalde!"
,,Dat weten <ze juist niet. Over de laatste
vier jaar... dat is de tijd, dat uw oom zaken
met hen deed, is er maar drie keer geld ge-
stort. Eenmaal twaalfduiizend pend, de tweede
maal drieduizend en de derde vierduizend
achthonderd. En alle drie de keeren werd het
geld aan de cassa netjes neergeteld."
„Neergeteld!" herhaalde ik, cngeloovig.
„Maar hoe is hij aan dat bare geld gekomen?
Hij moet Rotschild geplukt hebben."
Mijn metgezel gooide zijn hoofd in zijn nek
en lachte luidruchtig. „Als dat 't' is," zei
hij, „is het verduiveld jammer, dat hij u niet
het recept heeft nagelaten. Dat zou de moeite
van het probeeren waard geweest zijn."
Ik tikte de asch van mijn sigaar en leunde
lui in mijn gemakkelijiken stoel achterover.
,,Och, dat weet ik nog niet," zei ik. „Ik ben
niet hebzuehtig. Vijfhonderd pond 's jaars
is meer dan genoeg voor mijn behoeften."
,,Het wordt me^r," verzekerde Mr. Dray
ton me. „En dan heb ik u nog iets te ver
tellen iets, dat ik tot 't laatst bewaard
heb." Hij wachtte even. ,,Ik heb een huurder
voor uw eiland. Hij wil tweehonderd vijftig
pond's jaars betalen en het meubilair en alles
overnemen."
Hij bracht het aanbod over met een tevre-
denheid en een zelfverzekerdheid, die het beste
bewijs waren van zijn opinie in dozen. Hij
verwachtte niet anders dan dat ik het met
beide handen aan zou pakken. Voor het
oogenblik liet ik hem in dien waan.
„Wie is het?" vroeg ik, niet zonder nieuws-
gierigheid.
,,Toevallig dezelfde man, over wien we 't
zoo even gehad hebben de bewuste medi-
cus, dr. Manning. Hij is van plan een zeil-
en roeivereenigin^ op te richten en is van de
opinie, dat hiji van Greensea een ideale haven
zou kunnen maken. Hij was geweldig enthou-
siast had het we] dadelijk widen hebben,
maar dat ging natuurlijk niet. U moest erin
gekend worden. Ik heb "m gezegd, dat u
vanmorgen waarschijnlijk hier zou komen en
nu schelt hij om half drie op, om te hooren of
u zijn aanbod aanneemt. En, eerlijk gezegd,
geloof ik niet dat u ooit een voordeeliger zult
krijgen."
„Hoeft niet," zei ik opgewekt. „Als Green-
sea werkelijk van me hoort wat ik nog
altijd niet kan gelocven denk ik er niet
aan 't te verhuren. Dan ga ik er zelf wonen."
ders van de ..Anschluss" in het geweer.
Thans schijnen zij te begrijpen, dat alleen een
oeconomische redding van het land het gevaar
zal kunnen keeren. Het is geen toeval, dat
de oeconomische en politieke besprekingen
met Hongarije en Oostenrijk in Italie als het
ware hand aan hand gaan. Als men die twee
tot elkaar brengt, is men er echter nog oiet;
ook de Kleine Entente zal moeten helpen, een
Donaufederatie op oeconomisch gebied zal
moeten worden gevenden.
Mussolini schijnt zich hiervan bewust te
zijn en met kracht de zaak aan te pakken,
zoowel wat de oeconomische als wat de poli
tieke zijde betreft. Er is periculum in mora
nu de vertoogeu te Berlijn van de drie andere
groote mogendheden, die het verdrag van vier
geteekend hebben, daar niets hebben uitge-
werkt, en dat verklaart, dat Mussolini met
het onderhoud zoo'n haast wilde maken en dat
Dollfuss dadelijik tot zijn beschikking stond.
Dat bij deze kwestie de oeconomische zjjde
van groot belang is en dat men dit ook bij
de Nazi's terdege inziet, blijkt uit de rede,
die Zaterdag weer voor de radio te Munchen
gehouden is door ,,een lid van het nazibestuur
voor Oostenrijk", wiens naam verder niet
onthuld werd. Dit lid onthield zich van de
langzamerhand gebruikeljjk geworden aan-
vallen op de Oostenrijksche bondsregeering,
maar stelde op zeer tendencieuze wijze het
verschil in het licht van ,,de oeconomische
opkomst van het Duitsche Rijk in tegenstel-
ling tot het oeconomische verval van Oosten
rijk". Een goed verstaander
Die radioredevoeringen, hetzij rechtstreeks,
hetizij middellijk tegen de regeering van een
ander land gericht, vormen een nieuwen kan-
ker in de onderlinge betrekkingen der lan
den. De draadlooze omroep is nog zoo jong,
dat er van traditie of wetten op dit gebied
nog geen sprake is. Van Duitschen kant
heeft men deze radio-aanvallen vergeleken
met persartikelen of met aanvallen op een
ander land door volksvertegenwoordigers in
het parlement, maar die vergelijking gaat
niet op, daar deze uitlatingen slechts zelden
de bevolking van het andere land bereiken
en dan nog meestal, hetzij in verkorten vorm,
hetzij dadelijk voorzien van een neutralisee-
rend commentaar. Men heeft zoowel van
Duitschen als van Oostenrijkschen kant ge-
sg^pken van het brengen van het Duitsch-
Oostenrijksche geschil voor den Volkenbond,
In dat geval mocht ook wel eens op dit ge
vaar, dat elk land op zijn beurt bedreigen
kan, geweizen worden, Dat ook de Sowjet-
unie van dit „propagandamiddel" niet afkee-
rig is, heeft ons land o.a. in Indie kunnen
ervaren.
Voor het overige zou de Volkenbond, als de
politieke kwesties tusschen Duitschland en
Oostenrijk aan zijn oordeel werden onderwor-
pen, zeker niet mogen nalaten ook den oeco-
nomischen kant van de zaak te beschouwen.
De oeconomische pers van Oostenrijk is ech
ter al zoo vaak bij den Volkenbcnd behandeld
en deze heeft hij zijn steun zich tot dusver
altijd zoozeer schuw getoond van het groote,
ook weer voor een goed deel politieke vraag-
stuk van Oostenrijks oeconomische opneming
in een grooter verband, dat men van zijn
tusschenkomst helaas geen al te groote ver-
wachtingen mag koesteren.
Het antwoord op de vraag of Mussolini zal
kunnen slagen waar de Volkenbond zoo vaak
faalde zal van twee zaken afhangen. De eerste
is of hij inderdaad in de richting van samen-
werking der Donaulanden iets zal kunnen be
reiken en de tweede hoever zijn invloed te
Berlijn zal gaan. Op het eerste punt is het
een verbliidend teeken, dat zijn politiek in
vele opzichten parallel loopt met die van
Frankrijk, dat zoo'n grooten invloed kan uit-
oefenen op de kleine entente, op het tweede
punt is Italie's eigen ervaring van belang.
In zijn interessante vergelijking tusschen
het Duitsche nationaal-socialisme en het Ita
liaansche fascisme heeft onize Berlijnsche
Even viel er een stilte.
,,Meent u dat?" vroeg Mr. Draytcn dan.
„Ja, zeker", zei ik. ,,Ik heb altijd dolgraag
een eiland willen hebben sinds mijn jon-
gensjaren heeft me dat het summum van
gelukzaligheid geleken en nu ik er een heb,
zou ik 't aan een ander gaan verhuren? Ik
denkt er niet aan."
lets in mijn gezicht overtuigde hem blijk-
baar, dat ik in emst sprak.
,,Wel, ieder zijn smaak", zei hij met een
humoristisch schouderophalen. ,,Ik kan me
niet begrijpen, hoe iemand daar iets voor kan
voelen, maar waarschijnlijk is 't een familie-
kwaal".
,,0ik ben niet van plan om als een
kluizenaar te gaan leven", vertelde ik hem.
„Ik zal wel niet lang zonder vrienden blij
ven en als ik mijn huis openzet, komen die
me wel gezelschap houden. Het zeilen en
't vissohen en 't jagen op waterwild dat
zijn voor mij de groote attracties".
„Hoe staat 't met uw verbintenis met de
Planet?" vroeg hij.
„Ik heb een soort contract", zei ik, ,,maar
als ik 't vraag laten ze me wel gaan. Er is
geen tekort aan tweede-stuurlieden en voor
mij een ander graag".
„Dan moet u maar doen wat u wilt", be-
sliste hij na een oogenblik nadenken. ,,Eer
we twee weken verder zijn, is het eiland uw
eigendom, maar niemand zal er bezwaar
tegen hebben als u er dadelijk heen wilt
gaan". Hij zweeg aarzelend. ,,Dat wil zeg
gen, niemand behalve dr. Manning. Hij zal
zich wel erg teleurgesteld voelen. Hij had er
zijn zinuen z6o op gezet".
,,'t Spijt me als ik 'm met mijn weigering
in de wielea ri'dt", zei ik, ,,maar ten slotte
kan hij die vereeniging van hem overal an
ders stichten. Greensea moet hij zich in elk
geval uit zijn hoofd stellen. Breng hem dat
goed aan zijn verstand als hij opschelt".
(Wordt vervolgd.)