Pluim vee-Bubriek.
OVER HET JAARVERSLAG VAN DEN
VEEARTSENIJKUNDIGEN DIENST EN TE
VROEG LEGGENDE JONGE KIPPEN.
het gebruik van Hollandsche steen voor de
voorgevels.
De VOORZITTER: Dat maakt maar een
verschil van een f 35, 40.
De heer VAN KAMPBNDat is dan toch
weer dat! Maar er is nog meer, hetgeen ik
hier echter niet in het midden zal brengen.
En waar de heer Hamelink meende dat ik in
de geschiedenis wilde teruggaan, moet hij mij
verkeerd verstaan of begrepen hebben. Ik
heb alleen bedoeld te zeggen, dat we straks
in de geschiedenis zullen moeten kijken of het
geen tot nu toe als gevolg van de woningpoli-
tiek inzake arbeiderswoningen is tot stand
gebracht, zal blijken juist te zijn geweest.
Naar een betoog van den heer Hamelink
over dit onderwerp kan men, als zijnde van
een sociaal-democraat, niet luisteren. Die men-
schen willen alles opdrijven, zonder rekening
te houden met de eischen van het maatschap-
pelijk leven, zonder rekening te houden met
de werkelijkheid. Het is dan ook geen wonder
dat ze in het buitenland op verschillende
plaatsen worden weggestuurd. En zoo zal het
in ons land ook gaan. Men moet de zaken
regelen in verband met de mogelijkheden die
zioh in het maatschappelijk leven voordoen.
De heer HAMELINK wil aan dit betoog
ook eenige wooi*den wijden. Het spreekt wel
vanzelf, dat de gedachtengang van den heer
Van Kampen over dit onderwerp een geheel
andere is dan die van spreker. En als hij niet
naar een sociaal-democraat wil luisteren, dan
moet hij dat zelf weten, dan doet hij dat zon
der meer niet. Maar dat geeft hem dan toch
geen rechtsgrond, om in deze vergadering
zoo iets te zeggen, dat is niet parlementair.
De heer Van Kampen heeft zich hier al
meermalen beklaagd een onheusche behande-
ling te ondervinden, maar nu wil spreker dan
toch vragen of dit nu van den heer Van Kam
pen een heusche behandeling is van een mede-
lid en of spreker daartoe ook maar in eenig
opzicht aanleiding heeft gegeven. En wat nu
het buitenland betreft, dat hij hier ook al bij-
haalt, zooals hij trouwens telkens doet, als hij
maar kans ziet dat tegen spreker uit te spelen,
het moge juist zijn dat hier en daar de sociaal-
democraten weggejaagd zijn, dat hangt van
verschillende binnenlandsche omstandigheden
af, maar het zal misschien in de toekomst
ook de partij van den heer Van Kampen ook
wel kunnen overkomen en voor wat spreker
betreft, hoe eerder hoe liever
De VOORZITTER hamert, hij verzoekt den
heer Hamelink hier geen politiek bij te halen.
De heer HAMELINK vraagt, wat hem nu
toch overkomt, is hij met politiek er bij te
halen begonnen? Waarom begint de voorzit-
ter steeds te hameren tegen het te berde
brengen van politiek juist als spreker aan het
woord is. Als spreker wordt aangevallen moet
hij zich kunnen verdedigen en laat het zich
zoo maar niet welgevallen dat alleen aan hem
het spreken belemmert wordt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat de
heer Van Kampen ook verkeerd deed; hij
wenscht bij zulke besprekingen geen politieke
beschouwingen te dulden.
De heer HAMELINK betoogt, dat hij dan
direct de tegen spreker gerichte vertogen
moet stuiten; gebeurt dit niet, dan is het
billijk, dat hij daarop kan antwoorden. Spreker
heeft er absoluut geen aanleiding toe gege
ven en hetgeen de heer Van Kampen deed,
was onbehoorlijik. En om er een slot aan te
maken, wil spreker er op wijzen, dat de om-
standigheid dat in sommige landen de sociaal-
democraten verdreven zijn te wijten is aan
de fout, dat zij tijdens hun regeering te goed
zijn geweest voor menschen als de heer Van
Kampen.
De VOORZITTER sluit nu dit debat.
De heer OGGEL geeft nu in overweging
om in alinea 4 van art. 35 voor te schrijven
„een goed werkende bel voor woningen in de
kom der gemeente".
De heer DIELEMANDus buiten de kom
geen verplichting voor een bel?
De heer OGGEL: Neen.
Dit voorstel wordt aangenomen met 9 tegen
2 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Bendegem,
Dieleman, I. de Feijter, J. de Feijter, 't Gilde,
Oggel, Ortelee, De Ruijter en Seghers; tegen
stemmen de heeren Van Kampen en Hamelink.
De heer HAMELINK verzoekt zijn stem
tegen te mogen motiveeren; volgens hem be-
hoort geen cnderscheid gemaakt te worden
tusschen woningen in of buiten de kom.
De heer DIELEMAN wenscht thans te be-
spreken de nieuwe bepaling door Burgemees-
ter en Wethouders als alinea 6 voorgesteld.
Hij kan zich met het venbod tot het maken
van bedsteden niet vereenigen. Dat is goed
voor hen die over een heele ruime woning be-
schikken, maar anderen, die een beperkte
woningruimte hebben, geven veelal de voor-
keur aan bedsteden, omdat ze dan met de
kinderen te slapen te leggen niet naar boven
moeten sjouwen. Dat het slapen in bedsteden
niet hygienisch zou zijn kan niet opgaan,
want menschen die boven slapen worden
evengoed ziek, daarin is geen verschil. Boven-
dien, als er iemand ziek is, is men er als hij
in een bedstede slaapt steeds bij en kan die
des te beter worden opgepast.
De VOpRZITTER ondojrschrijft dat niet.
De heer DIELEMAN is van meening, dat
men in dit opzicht de menschen eenige vrij-
heid moet laten. Er worden door Burgemees-
ter en Wethouders verschillende dingen voor
gesteld, die in een woning niet kunnen ge-
mist worden, maar het gaat toch niet aan om
precies alles voor te schrijven. Men moet ook
iets aan den wensch der menschen zelf over-
laten. Hiji stelt voor om die toegevoegde
alinea 6 te schrappen en vrijheid te laten voor
het maken van bedsteden.
De heer 't GILDE wijst er op, dat de Ge-
zondheidscommissie het verbod verlangt;
daarmede staat of valt misschien de goed-
keuring der verordening.
De VOORZITTER wil dat niet zeggen, dat
zou men moeten afwachten. Burgemeester en
Wethouders meenden echter goed te doen het
verbod voor te stellen.
De heer VAN KAMPEN wil, ofschoon hij
tegen het geheele artikel gekant is, er toch
ook nog op wijzen, dat volgens het voorstel
van Burgmeester en Wethouders een woning
zal bestaan uit een kamer en nog een kamer
en dan den zolder. Indien men de mogelijk-
heid laat bedsteden te maken, kan men ook
in die kamers slapen. Als men alleen boven
slaapgelegenheden kan hebben, hoe zal men
dan ten slotte de seksen van elkaar geschei-
den houden? En er is voorgeschreven dat bij
kinderen boven 12 jaar de seksen gescheiden
moeten slapen. En dan moeten de ouders ook
nog boven slapen.
De VOORZITTER gelooft wel, dat dit toch
mogelijk is.
De heer VAN KAMPEN: Ja, als men er
een paksysteem op nahoudt.
De VOORZITTER kan niet inzien dat de
seksen niet gescheiden zouden kunnen wor
den gehouden als alien boven slapen. Hij ziet
dat nu eenmaal anders in. Men heeft dan
iboven toch verschillende kamertjes? Ieder
nieuw huis is op den zolder voorzien van
meerdere kamertjes.
De heer VAN KAMPEN acht de ruimte op
den zolder, wanneer het een groot gezin be
treft, te beperkt. Wanneer men bedsteden
mag maken, beschikt men terstond over veel
meer ruimte.
De heer DIELEMAN Wijst op de woningen
in de Julianastraat. Daar treft men boven
allemaal mooie slaapkamers aan. Er zijn ech
ter ook families er hedft ook van hem fami-
lie gewoond die toch nog trachten beneden
te slapen, en in geval van ziekte verdiend dat
volgens hem ook de'vborkeur. Hij begrijpt
niet, welk bezwaar de Gezondheidscommissie
hier tegen heeft, Die laat op sommige plaat
sen wel andere dingen tob!
De heer HAMELINK adht het beneden blij-
ven slapen in woonkamerk op hygienische
gronden niet te verdedigen. Men moet dan
maar eens veelvuldig in Woningen komen, die
aldus bewoond worden, en waar u, als men er
binnentreedt, de onfrissche slaaplucht tege-
moet komt. In zoo'n lucht moet moeder de
vrouw dan den geheelen dag vertoeven, voor
zoover zij in de woning vertoeft. Er wat nu
het motief betreft, dat dit gemakkelijker is
voor zieken, om hen te verplegen, wil spreker
er op wijzen, dat het verplegen van zieken in
een woonkamer bij de tegenwoordige begrip-
pen die men daaromtrent heeft, niet aan te
bevelen is. Dat is noch in het belang van den
zieke zelf, noch in dat van andere huisge-
nooten. Men streeft er juist naar de zieken
van de gezonden verwijderd te houden, met het
oog op eventueel gevaar van besmetting. Het
zou aan spreker spijten, indien in Axel het
maken van bedsteden en daarmede het slapen
in woonkamers, weer mogelijkheid van bestaan
zou worden gegeven. Hij ziet geen aanleiding,
dat men in deze tegen het advies van deskun-
digen zou ingaan.
De heer I. DE FEIJTER wjjst er op, dat
veel menschen die in bedsteden sliepen oud
zijn geworden.
Het voorstel van den heer Dieleman om het
verbod van bedsteden niet op te nemen wordt
aangenomen met 6 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Bendegem,
Dieleman, I. de Feijter, J. de Feijter, Van
Kampen en Ortelee; tegen stemmen de heeren
't Gilde, Hamelink, Oggel, De Ruijter en
Seghers.
Art. 42.
3. De buitendeur, welke als hoofdtoegang
tot een woning dient, mag niet onmiddellijk
toegang geven tot een vertrek.
De heer VAN BENDEGEM zou de buiten-
menschen van deze bepaling willen vrij stellen.
De VOORZITTER moet dat ontraden. Acht
men het dan bijvoorbeeld gewenscht, dat men
bij winterdag langs de voordeur zonder over-
gang in een woonkamer komt?
De heer VAN BENDEGEM wijst er op, dat
de menschen des zomers in een ander vertrek
vertoeven dan in den winter. Des zomers
wonen ze in een ruimte waarin bij velen niet
alleen een voor- maar ook een achterdeur uit-
komt. Des winters gebruiken ze die ruimte
echter niet als woonvertrek. Dan komt de
voordeur er dus ook niet op uit.
De heer DIELEMAN stemt er mede in, dat
die door den heer Van Bendegem bedoelde
ruimte in den winter niet bewoond wordt.
Spreker heeft op die manier 40 jaren gewoond.
De VOORZITTER: Zet er dan bij, dat Bur
gemeester en Wethouders ontheffing kunnen
verleenen.
De heer HAMELINK verklaart zich tegen
verzwakking der verordening op dit punt.
Het voorstel van den heer Van Bendegem
om dit voorschrift niet voor te schrijven,
voor perceelen buiten de kom, wordt verwor-
pen met 6 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Bendegem,
Dieleman, J. de Feijter en Van Kampen;
tegen stemmen de heeren 't Gilde, Hamelink,
Oggel, Ortelee, De Ruijter en Seghers.
De heer I. de Fejjter was tijdens deze stem
ming niet tegenwoordig.
Art. 48.
1. Indien het middel tot watervoorziening
bedoeld in het eerste lid van art. 47, bestaat
in een aansluiting op de drinkwaterleiding,
moet binnen de wcniag ten minste een aftap-
kraan aanweeig zijn.
2. Indien het middel tot watervoorziening,
bedoeld in het eerste lid van art. 47, bestaat
in een regembak, moeten de hiema on'der a
t/m h volgende bepalingen in acht genomen
worden
a. het op den regenbak afwaterende dak-
gedeelte moet in plattegrond een oppervlak
van ten minste 25 M2. hebben en afgedekt
zijn met materiaal, dat voor het verzamelen
van neerslag geschikt is. De helling van het
dakvlak met het horizontals vlak moet ten
minste 30° bedragen;
b. de regenbak moet een nuttigen inhoud
van ten minste 1 M3. per 10 M2. plattegrond
van het daarop afwaterende dakgedeelte heb
ben. Deze bepaling is niet van toepassing
voorzooveel het bedoelde dakoppervlak meer
dan 40 M2. bedraagt, echter met dien ver-
stande, dat in dat geval de inhoud van den
regenbak diet minder dan 4 M3. per woning
mag bedragen.
De heer VAN KAMPEN ziet niet in, waar
om een regenbak met een inhoud van 4 M3.
moet worden voorgeschreven en acht 3 M3.
zooals het thans is, voldoende.
De VOORZITTER wijst er op, dat de prak-
tijk heeft geleerd, dat die inhoud te klein is.
De heer VAN KAMPENDan toch alleen
bij bijzondere droogte?
De VOORZITTER wijst er op, dat al jaren-
lang gebleken is, dat een regenbak van 3 M3.
te klein is en de praktjjk is dan ook, dat zij die
een woning bouwen voor zichzelf een groote-
ren regenbak laten plaatsen. Alleen voor
huurwoningen, die men zoo voordeelig moge
lijk tracht te zetten, werd van bakken van
3 M3. gebruik gemaakt. Bg het geringe ver
schil dat tegenwoordig tusschen de bakken
van 3 en 4 M3. bestaat, achten Burgemeester
en Wethouders het in het algemeen belang
4 M3. voor te schrijven.
De heer VAN KAMPENMaar waarin
moet nu daarbij ook nog een filter worden
voorgeschreven. Kan men nu werkelijik niets
overlaten aan de zorg van de menschen zelf?
De VOORZITTER geeft te kennen, dat ook
dit weer slaat op huurhuizen; de particulie-
ren die bouwen voorzien daarin ook zelf. De
filters zijn bovendien niet zoo duur. Die be
staan uit een beetje grint en zand, dat van
tijd tot tijd zoo eens moet worden schoonge-
maakt. Er bestaan ook wel andere, duurder,
maar die schrijven Burgemeester en Wethou
ders niet voor. Dit voorkomt het verontrei-
nigen van regeowater door vuil van de daken.
De heer DIELEMAN acht dit een goede
maatregel, zoo'n filter kost hoogstens 3,50
en die werkt flink. Anders komt alle vuil
van de daken in den regembak.
De heer VAN KAMPEN meent, dat de
menschen uit zichzelf ook wat behooren te
doen.
De VOORZITTER: De praktijk leert, dat
men de menschen in vele gevallen tegen zich
zelf moet beschermen.
De heer VAN KAMPEN wil beschouwd
worden tegen deze bepaling te hebben ge-
stemd.
4. Regenbakken en waterputten mogen
niet in of onder een gebouw zijn gelegen.
De heer VAN KAMPEN vraagt naar het
motief voor dit verbod.
De VOORZITTER: Met het oog op het
voorkomen van vochtigheid der woningen.
De heer VAN KAMPEN: Maar als het nu
wegens terreinsomstandigheden eens niet an
ders kan?
De VOORZITTER: Dan zullen Burge
meester en Wethouders de betrokkenen wel
ter wille zijn.
De heer DIELEMAN vraagt, of nu ook
niet eens ter sprake kon komen, wat men
tegen het zwart uit de fabrieksschoorsteenen
moet doen. Dat houdt men met de zooeven
besproken filters niet tegen. Is daar niets
aan te cloen
De VOORZITTER: Er zijn deswege nog
geen klachten bij Burgemeester en Wethou
ders ingekomen. Indien dat het geval was,
zou dit verder worden onderzocht. Als men
kort bij de fabriek woont, zal men wel hin
der van zwart hebben. Komt er een klacht,
dan zal de mogelijkheid worden onderzocht
dat euvel te ondervangen.
De heer OGGEL: Daar dient toch de filter
voor?
Artikel 62.
9 De voorgevels van alle gebouwen aan
een weg of indien het een hoekhuis is, de
beide gevels naar de straat gekeerd, moeten
worden opgetrokken in Hollandsche Waal-
steen, minstens kwaliteit hardgrauw.
De heer VAN BENDEGEM vindt het te ver
gaand, dat de soort steen wordt voorgeschre
ven.
De VOORZITTER: Voor gebouwen buiten
de kom kan vrijstelling worden verleend.
De heer VAN BENDEGEM: Maar waarom
moet het in de kom
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en Wethouders dit willen voor-
sehrijven uit een obgpunt van schoonheid en
om te voorkomen dat steen van mindere
kwaliteit gebruikt wordt. De Hollandsche
steen is verkrijgbaar in verschillende kwali-
teiten en kleuren. In de kom van Axel heb
ben Burgemeester en Wethouders in den laat-
sten tijd zoo'n geval gehad, waarbij zij niet
konden ingrijpen. Voor buiten de kom hebben
zij geen bezwaar afwijking toe te staan. Wan
neer in een polder gebouwd wordt, komt het
soort materiaal er niet zoo op aan.
De heer DIELEMANVinden Burgemeester
en Wethouders het dan zoo mooi, dat alle wo
ningen aan elkaar gelijk zijn?
De VOORZITTER: Er is, zooals ik zeide,
verschil van kwaliteit en kleur in de Holland
sche steen.
De heer DIELEMAN vraagt, of de wonin
gen die de heer Van 't Hoff in de Prins Hen-
drikstraat gebouwd heeft daar dan niet mooi
staan.
De VOORZITTER: Dat zegt niet iedereen
na!
Artikel 74.
2. De delen voor vloeren en beschietingen
moeten met groef en messing in elkander
passen, flink worden aangedreven en op elk
steunpunt met ten misiste twee draadnagels
van voldoende lengte bevestigd worden. De
delen moeten zooveel mogelijk uit een lengte
bestaan; stuiknaden moeten in behoorlijk
verband verspringen.
De heer VAN BENDEGEM vindt de eisch
dat de planken met groef en messing in elkaar
moeten passen te bezwarend. Er zijn men
schen die, wanneer ze een huis bouwen, voor
den vloer oude planken gebruiken, die geen
mes of groef meer hebben.
De VOORZITTER: Dan laten ze die er aan
schaven, die kosten zijn zoo groot niet.
De heer VAN BENDEGEM: Dat zijn dan
bijkomende kosten, zo6 krijgt men dure
huizen.
De VOORZITTER vindt dat ver gezocht.
Een voorstel van den heer Van Bendegem
om die eisch te laten vervallen wordt niet ge-
steund.
Waar niets anders is vermeld, zijn de arti-
kelen alle aangenomen met algemeene stem-
men.
De VOORZITTER brengt thans de geheele
verordening in stemming.
Deze wordt aangenomen met 9 stemmen
tegen 1.
Voor stemmen de heeren Van Bendegem,
Dieleman, 't Gilde, Hamelink, Oggel, Ortelee,
De Ruijter en Seghers; tegen stemt de heer
Van Kampen; de heer I. de Feijter was bij
naam-afroeping nog niet ter vergadering.
6. Omvraag
a. De heer VAN BENDEGEM vraagt of
het niet mogelijk zou zijn aan de barriere bij
het station een richtingswijzer te plaatsen,
de richting aangevende naar Ter Neuzen. Het
blijkt hem meermalen dat vreemdelingen niet
weten welke richting zij daar nemen moeten.
De VOORZITTER heeft dat ook al gecon-
stateerd. De oplossing van dit vraagstuk is
echter niet zoo eenvoudig, aangezien de ge
meente daar geen eigendom heeft, om een
richtingwijzer te plaatsen. Hij gelooft dat
het 't beste zal zijn eerst eens te informeeren
aan den A.N.W.B. of deze niet genegen zou
zijn daar een richtingwijzer te laten plaatsen.
De heer VAN BENDEGEM gaat daarmede
accoord.
b. De heer SEGHERS zou gaarne inge-
licht worden wat de oorzaak is geweest dat
het college in zijn geheel of in zijn meerder-
heid heeft besloten een vergadering van den
gemeenteraad uiit te schrijtven op 15 Augustus
zijnde den feestdag van Onze Lieve Vrouw
Hemelvaart, aangezien het toch wel van alge
meene bekendheid is dat dit een Roomsch-
Katholieke feestdag is, waar het tot heden
nog niet is voorgekomen, dat een vergade
ring werd uitgeschreven op een bid- of dank-
dag. Dit lijkt hem wel wat eenzijdig. Hij
hoopt, dat er in het vervolg met zijn opmer-
king rekening zal worden gehouden.
De VOORZITTER merkt op, dat, wat het
laatst aangevoerde betreft, het naar zijn
meening nog wel eens is voorgekomen, dat op
half oogst een vergadering was uitgeschreven.
Overigens is het een samenloop van omstan
digheden geworden, dat op dezen dag een
vergadering moest worden uitgeschreven. In
de laatste vergadering van Burgemeester en
Wethouders kwam pas naar voren, dat het
noodzakelijk werd op dezen datum een ver
gadering uit te schrijven, aangezien bleek,
dat met het vaststellen der bouwverordeming
niet kon gewacht worden tot half September,
aangezien toen ook pas bekend was, dat aan
spreker verlof was toegestaan met ingang
van 16 Augrustus en hij er prijs op stelde de
behandeling van de Bouwverordening bij te
wonen. Hij' heeft dat in de vergadering mee-
gedeeld en niemand had er bezwaar tegen, dat
de vergadering op heden werd uitgeschreven.
Niemand had er erg in, dat het heden een
Roomsch-Katholieke feestdag was. Na het
opmaken der stukken voor de vergadering is
daarop pas de aandacht gevallen. Toen heeft
hij er met den heer Van de Bilt over gespro-
ken, die zeide, dat hij zelf niet zou komen.
Toen heeft spreker nog.getracht de vergade
ring op een anderen dag te beleggen, maar dat
is hem niet kunen gelukken. Er moest dus,
in verband met den datum van 19 Augustus
vandaag vergaderd worden. Het is niet met
voordacht gebeurd, maar het kon niet anders
meer. Het was een samenloop van omstan
digheden.
De heer SEGHERS geeft te kennen, dat
het hem niet bekend is, dat vroeger al eens
op 15 Augustus is vergaderd, maar wel eens
op 1 November, maar dat is hetzelfde dat is
ook een Roomsch-Katholieke hoogdag. Kon
dan gisteren niet vergaderd worden?
De VOORZITTER: Dat bleek niet mogelijk.
Het is in geen geval de bedoeling geweest
om iemand hinderlijik te zijn.
De heer SEGHERS verklaart zich door de
toelichting voldaan.
c. De heer HAMELINK deelt mede, dat
hem klachfeen bereiken van menschen wier
tuingrcnd uit de huur genomen is, dat de uit-
keering van dp hen toekomende schadever-
goeding zoo traag geschied. Wanneer het
bedragen betreft die particulieren aan de ge
meente moet betalen, is deze er vlug bij om
die gelden te innen, en kan er dan ook nog
wat meer klem adulter zetten. Hij vindt het
nsiet goed dat de gemeente de menschen zoo
lang op hun centen laat wachten.
De VOORZITTER deelt mede, dat met het
uit de huur nemen van de tuintjes veel moei-
lijkheden worden ondervonden. Sommige koo-
pers van grond willen terstond gaan bouwen,
terwijl anderen zeggen, neemt de grond voor-
loopig nog maar hiet uit de huur. Wanneer
alles een normaal verloop heeft, krijgen de
menschen terstond hetgeen hun toekomt.
De heer HAMELINK deelt mede, dat de
menschen die schadevergoeding moeten ont-
vangen voor de grond waar de marechaussee-
kazerne is gebouwd, die reeds 3 maanden uit
de huur is genomen, hun schadevergoeding
nog niet hebben ontvangen en van het kastje
naar den muur worden gestuurd. Er zijn er
die 20 moeten ontvangen. Hij meent, dat dit
toch een gerechte klacht is. De gemeente be-
zit een staf van ambtenaren om alles in orde
te maken en hij vermeent, dat zoo iets niet
zou mogen voorkomen.
De VOORZITTER verklaart, dat hem hier-
van niets bekend is, doth hij zal dit onderzoe-
ken en trachten uit te vinden aan wie in deze
de schuld ligt.
d. De heer VAN KAMPEN heeft de klacht
vernomenf dat de gemeentereiniging weigert
de vuilnis afkomstig van winkels mee te
nemen. Naar aanleiding van de mededeelingen
van den voorzitter in de vorige raadszitting
vraagt hij, of men nu niet van het eene uiter-
ste in het andere is gevallen. Die winkeliers
zijn toch ook burgers die hun lasten betalen
en hij is van oordeel dat ook hun vuilnis be-
hoort te worden meegenomen. Indien de hoe-
veelheden die deze gereed zouden zetten de
perken te buiten gaan, is het wat anders.
Maar men kan thans het niet meenemen van
kleine hoeveelheden niet afschuiven op te veel
werk, want men heeft werkloozen genoeg ter
beschikking.
De VOORZITTER wijst er op, dat de reini-
gingsdlenst de voorschriften, door den raad
gegeven, heeft uit te voeren. De orders daar-
voor zijn gegeven door Burgemeester en Wet
houders. Het komt voor, dat winkeliers op een
gegeven oogenblik aan het opruimen gaan, en
dan groote partij en met den vuilniswagen wil
len meegeven. In den eersten tijd is een en
ander soepel behandeld, maar op den duur
was er iemand die 12 groote kisten gereed
zette. Toen kwamen de mannen daarover kla-
gen en hebben den opzichter gevraagd of zij
nu verplicht waren dat allemaal mee te nemen.
Deze heeft dat toen met Burgemeestef en
Wethouders besproken en deze hebben ge-
meend, dat aan de hand der voorschriften zoo
iets niet opgaat. Er wordt meegenomen huis-
vuil fcn haardasch, maar als. ingezetenen een
zaak uitoefenen en daarvan afval hebben, be
hooren zij voor het wegvoeren daarvan zelf
maatregelen te nemen. Er zijn er dan ook die
het met een wagen zelf naar het Nieuwediep
brengen. Waar zou anders de grens zijn? De
winkeliers worden overigens gelijk behandeld
als de andere ingezetenen.
En wat de bemerking betreft, dat men voor
het ophalen van het straatvuil over de dien-
sten van werklooen zou kunnen beschikken,
dat is niet juist, d.w.z. het loon dat die men
schen dan moeten ontvangen moet de ge
meente geheel betalen. Het vorig jaar heeft de
inspecteur over de werkloozen daarover hier
gesproken en dat meegedeeld. De declaratie
waarbij een deel dier kosten ten laste van het
rijk kwam, is niet goedgekeurd. Men zit met
de slagers ook, die hebben veel afval. Het gaat
toch niet aan, dat dit van gemeentewege ook
wordt weggehaald?
De heer VAN KAMPEN wil, als dat niet
anders kan of de gemeente moet dan de kos
ten daarvan geheel betalen, hetgeen hij om-
trent het gebruiken van de hulp van werkloo
zen terugnemen. Hij moet echter opmerken,
dat men wel wat te eenzijdig te werk gaat.
Als het 12 groote kisten betreft, wil hij toe-
geven, dat dit wat veel is, maar als er een
kist staat met huisvuil, waarop een kleinig-
heid uit den winkel afkomstig is, dan laat
men dat eene kistje geheel staan.
De heer OGGEL: Is dat gebeurd? Bij parti
culieren laat men het toch niet staan?
De VOORZITTER: Het is moeilijk. Waar
is de grens? Bjj een kistje of bij drie?
De heer VAN KAMPEN meent, dat men
moet handelen naar den geest der voorschrif
ten. In elk geval kan men 1 kistje wel mee
nemen; 12 dat gaat niet.
De heer ORTELEE had hierover ook willen
spreken, maar acht het overbodig om er nu
nog veel van te zeggen. Bij hem in de buurt
liet men een kistje staan waarop een handje-
vol bloemen lag en wat papieren. Het waren
uitgebloeide bloemen. Maar nu lieten ze het
andere ook staan. Spreker wil aan den voor
zitter wel meedeelen bij wie dit voorkwam.
De VOORZITTER zal dit gaarne vernemen.
Overigens geeft hij te kennen, dat indien de
raad meent, dat de Voorschriften te dezen op-
zichte verandering behoeven, deze dat moet te
kennen geven, dan kunnen ze worden gewij-
zigd.
e. De heer ORTELEE zou graag ver
nemen, of het de bedoeling is de pomp in de
Oosterstraat, die daar al zoo lang kapot staat,
nog te repareeren. Hjj voegt hieraan toe, dat
het een van de beste pompen uit de gemeente
is, een pomp die ook drinkbaar water geeft.
Indien men wilde verminderen, zou het beter
zijn een andere pomp op te ruimen en deze in
orde te maken. Wil men de pomp niet meer
maken, dat men ze dan geheel opruime, want
nu hebben de menschen die in de omgeving
wonen er hinder van. De jongens spelen er aan
en die pomp staat daar allang schadeloos.
De VOORZITTER zal er een onderzoek
naar instellen.
f. De heer ORTELEE wijst nog op den toe-
stand in de Oude Wijk; een poosje heeft het
goed gegaan, maar nu is het er weer een vuile
boel, met al die opgeschoten brandnetels lijkt
het er een wildemis. Men zou daar toch wel
een werklooze te werk kunnen stellen om dat
wat op te knappen.
De VOORZITTER erkent, dat hiermede te
lang is gewacht, hetwelk eep uitvloesisel is
van de vacantie van den gemeenteopzichter.
Er zijn nu echter mannen te werk gesteld en
vandaag of morgen zullen ze ook daar wel
komen.
g. De heer 't GILDE deelt mede, dat hem
zeer gegronde klachten bereiken over de ver-
goeding die door koopers van gronden moeten
worden tebaald als schadevergoeding voor de
pachters van de tuintjes. De bedragen die
daarvoor betaald moeten worden zijn niet
evenredig aan de tegenwoordige opbrengsten
van het land. Hij zou in overweging willen
geven die bedragen te herzien en in overeen-
stemming te brengen met de tijdsomstandig-
heden. Er bestaat thans een onlbillijke verhou-
ding in het te betalen bedrag en de werkelijk
geleden schade.
De VOORZITTER wijst er op, dat de heer
't Gilde evengoed als ieder ander lid weet, dat
de bedragen der schadevergoeding door den
gemeenteraad zijn vastgesteld en dat die be
dragen zijn vastgelegd in de voorwaarden
waarop de tuintjes verpacht zijn. De tuintjes
zijn nu buitengewoon laag verpacht. Vroeger
hebben wij steeds klachten gehad over het te
geringe bedrag, in verband met de te lijden
schade. Toen is een regeling vastgesteld, waar
bij rekening werd gehouden met den stand
van het jaar, of de grond al onder zaad ge
bracht was, of de oogst te velde stond, dan
wel of die er reeds was afgehaald. Naar spre
ker vermeent moeten de tuintjes het volgend
jaar weer voor een nieuwen termijn verpacht
worden. Hij zou het tot dien tijd volgens de
bestaande regeling willen bestendigen, doch
bij nieuwe verpachting overwegen of de voor
waarden verandering dienen te ondergaan.
De heer 't GILDE concludeert hieruit, dat
Burgemeester en Wethouders toch ook over-
tuigd zijn, dat de vergoedingen aan den hoo-
gen kant zijn vastgesteld.
De VOORZITTER sluit hiema de vergade
ring door het uitspreken van het dankgebed.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door onze abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a te Rotterdam.
Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden.
In Noord-Holland wordt gerapporteerd dat
gevallen van coccidiosis, wormziekte en ver-
lamming werden waargenomen, terwijl de
laatste ziekte zich meer en meer uitbreidt.
Ook werd herhaaldelijk cholera onder de een-
den opgemerkt.
Uit Zuid-Holland zijn de berichten der die-
renartsen erg schaars, coccidiosis wordt wel
vermeld.
In Zeeland en westelijk Noord-Brabant
wordt geklaagd over de Kleinsche ziekte.
Door inspuiting met serum werden goede
resultaten verkregen. Ook wordt gerappor
teerd tuberculose, pullorum, verlamming en
coccidiosis.
In oostelijk Noord-Brabant wordt er op
gewezen dat zelfs groote cooperaties niet aar-
zelen het advies van den leek en den kwak-
zalver te stellen boven dat van den dieren-
arts. Dit kan voor de betreffende streken
zeer schadelijke gevolgen opleveren. Aan pul
lorum en coccidiosis stierven vele jonge die-
ren. Het bloedonderzoek op pullorum werd
systematisch in veel groote bedrijven toege-
past, waarbij; de moideme snelmethode goed
bleek te voldoen. Geklaagd werd over de
garantie die te dien opzichte wordt verstrekt.
Men mag n.l. nooit garantie geven, dat de
kuikens pullorumivrij vrij zijn, men mag alleen
verklaren dat de foktoomen op pullorum
onderzocht zijn en er geen zieke dieren ge-
vcnden zijn.
In Limburg kwam weinig pullorum voor.
Tegen diphtherie en pokken werd op groote
schaal geent met de entstof van prof. De
Blieck. Over het algemeen bleven de geente
koppels vrij. Op enkele boerderijen echter
trad de ziekte, ondanks de preventieve enting,
toch op. Zoo werden op een boerderij te Ven-
ray van 200 behandelde kippen nog 50 door
de ziekte aangetast. (Dergelijke feiten komen
een enkele maal meer voor en het is dan de
taak van den dierenarts om ter plaatse een
onderzoek in te stellen en te bestudeeren wat
of de oorzaak der mislukking kan zijn.
Tot zoover het veeartsenijkundig jaarver-
slag; waaruit we dus zien, dat als de meest-
voorkomende ziekten genoemd worden: pul
lorum, coccidiosis bij kuikens, biji kippen ver
lamming, hier en daar Kleinsche ziekte en
tuberculose. Over het algemeen kunnen we
gerust zeggen, dat de toestand in ons land
gunstig is, wat grootendeels een gevolg is
van de methoden die in Nederland nu reeds
een kwart eeuw gevolgd wordt, n.l. de onder-
kenning der pluimveeziekten ten dienste der
pluimveehouders gratis te doen geschieden
aan de Rijksseruminrichting te Rotterdam.
Nu nog erven een leelijk geval dat mij van
daag ter onderzoek geboden werd: Een
pluimveehouder heeft zelf zijn eigen koppel
pluimvee geent tegen diphtherie met entstof,
die hij op een advertentie in een kippenkrant
besteld had. Heel vaak zijn deze entstoffen
als zij uit het buitenland komen te oud en
werkeloos. De eene keer kan de entstof vee!
langer bewaard worden dan de andere, hoe
dat komt is nog niet bekend.
Thans heeft zich echter het tegengestelde
voorgedaan. De geheele koppel heeft sterk
gereageerd op de entstof, na een week waren
er reeds zieken en thans reeds een tiental
dooden.
De eigenaar begreep er niets van, aan de
dieren was niets te zien dan benauwdheid,
schrijft hij. Bij opening bllijken de kippen
hevige diphtherie aan de luchtpijp te hebben
en heeft de man dus zijn kippen met de on-
deugdelijke entstof ziek gemaakt. Dergelijke
kansen loopt men als men zelf aan het knoeien
gaat, ik heb er genoeg tegen gewaarschuwd.
De tarieven der dierenartsen zijn uierst bil
lijk en ieder kan thans laten enten.
Zorg er dus voor dat in deze maand al uw
jonge kippen geent worden. Ze moeten u den
leeftijd hebben om geent te kunnen worden.
Zouden ze nog te jong zijn dan is dat een be-
wlijs dat uw pluimveehouderij niet deugt, gij
hebt dan te laat gabroed en laatbroed kuikens
zijn niet veel waard. Zorg daarom dat uw
dieren ingeent worden in deze maand. Ik wil
u niet somber stemmen maar bedenk dat de
herfst al weer voor de deur staat en dan is
het te laat.
Ik zeg daar dat uw jonge hennen nu zoover
moeten zijn, dat ze geent kunnen worden,
maar zorg er aan den anderen kant voor dat
ze thans nog niet aan den leg gaan. Bij goed
doorgefokte dieren zijn er exemplaren die op
den leeftijd van 4% maand al wel willen gaan
leggen. Dat loopt echter op niets uit. De
kippenhouders vertellen zoo iets aan elkaar
als een bewijs van best voer of beste hennen,
maar het deugt niet. De dieren moeten eerst
goed uitgroeien v66r ze mogen gaan leggen.
Laat ze maar rustig nog eenige weken ouder
worden. Dit is te bereiken door, zoodra we
teekenen zien van te vroeg leggen, het eiwit-
rijke meelvoer te verminderen en meer graan
en als het kan groenvoer te geven. Dieren
die te vroeg aan den leg gaan, verzwakken
zich zeer, leggen kleine eieren, vallen in den
rui en blijven dan een heele poos niet meer
leggen, waardoor ze hun beste tijd voorbij
laten gaan.
Dr. TE HENNEPE.