ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
Mijn Eiland
MERCURIUS
HAVERNOUT
Eerste Blad.
No. 9024
VKIJDAG 4 AUGUSTUS 1933
73e Jaargang.
iiiiimii
FEUILLETON
BUITBNLAHD
Feuilleton - vertellingen
CENT PER
PONDSPAK
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
BRABANTSCHE BRIEVEN.
TER NEU2ENSCHE COURANT
4BONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
A bonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefsrer; Firma V. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25,
ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,2O.
KLEINE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
HandelsadvertentiSn bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst edn dag voor de ultgave.
IIIT BEAD VERSCHIJNT DE3DEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
TROTZ?XI MET IN NEDERLAND.
De Onafb. Soc. Parbiji, die voor Augustus
te Soesterberg een vacantie-scholingsweek
organiseert, had den voormaligen Russischen
volkscommissaris Trotzki bereid gevonden
tijdens zijn verblijf in Frankrijk een kort be-
zoek aan Nederland te brengen tot het hou-
den van eenige voordrachten tijdens genoemde
vacantieweek. Naar aanleiding van de daar-
toe aangevraagde verblijfsvergunning heeft
het bestuur van de O.S.P. thans van den
minister van justitie bericht ontvangen, dat
de regeering geen toestemming zal verleenen
voor een verblijf van Trotzki in Nederland.
HET STRAPERLOSPEL.
Vanwege het ministerie van binnenlandsche
zaken is d.d. 1 Augustus het volgende aan de
burgemeesters geschreven:
„Het is u bekend, dat het z.g.n. straper-
lospel, met name in onze badplaatsen, in toe-
nemende mate wordt beoefend.
Het heet, dat dit spel niet zou vallen onder
de verbodsbepalingen van de wet en dus, zulks
met vergunning van den burgemeester, zou
mogen worden beoefend en geexploiteerd.
Vooropstellende, dat nog geenszins vast-
staat, dat het karakter van behendigheidsspel
eens en vooral zou moeten worden aanvaard
een onderzoek ter zake is nog gaande
moge ik erop wijzen, dat de regeering geens
zins met instemming het toenemen van het
aantal gelegenheden tot beoefening daarvan
aanziet.
Zij acht het haar plicht, te wijzen op de
groote moreele gevaren, verbonden aan het
aanwakkeren van de speelzucht onder het
publiek, waarbij vooral het gevaar voor de
jeugd niet mag worden over het hoofd gezien.
Het zou haar dan ook aangenaam zijn, in-
dien door u emstig wordt nagegaan, of het
houden van deze speelibanken zich wel ver-
draagt met hetgeen ten deze in ons land als
maatstaf wordt genomen, en wordt overwo
gen, of de plaatselijke overheid mag bijdragen
ter beivordering van een moreel afkeurens
waardig verschijnsel".
DR. COLIJN EN ADOLF HITLER.
De hoofdredacteur van het ,,Utr. Dagbl."
vraagt zioh af, of de zich overal voltrekken-
de liquidatie van het politieke partijwezen
hier in het Westen geschieden zal, zooals ze
in de groote fascistische staten in het Oosten
en Zuiden haar beslag kreeg, dan wel of wij
hier in het Westen ons van andere staatkun-
dige processen moeten bedienen, ten einde de
nationale convergentie te bereiken met behoud
van de parlementaire traditie. De vrijheids-
gedachte, die aan het Nederlandsche staats-
en volkswezen ten grondslag ligt, wij'St dui-
delijk den weg. Niet naar fascistisch of com-
munistisch model, maar volgens de denkwijze,
die zoowel het christelijk karakter van ons
volk als de liberale vorm van onzen staat aan-
geeft, moet de nationale convergentie haar
venwezenlijking vinden.
Hij vervolgt dan:
De heer Colijn heeft dit begrepen in de
merkwaardige samenstelling van zijn kabinet.
Het getuigt van zijn staatsmanschap, dat hij,
die zeif uit de oude coalitie is voortgekomen,
en wiens geest door het anti-these-begrip was
gekerfd, de beteekenis begrepen heeft van het
uur, waarin hij tot de lei ding van ons volk en
onzen Staat geroepen werd.
door
VICTOR BRIDGES.
(Nadruk verboden.)
2) (Vervolg.)
Mijn metgezellen verklaarden zich voor een
tocht door het dorp voor ze verder gingen.
Dus nam ik afscheid, wandelde het strand op
en stapte in de electrische tram, die de haven
met Oporto ver'bindt. Een rit van een half
uur langs een zandigen weg bracht me in ge
noemde stad, die door haar middeleeuwsche
bezienswaardigheden naast slordige, half-
voltooide, moderne verbeteringen zulk een
typisch beeld van de geschiedenis van Portu
gal geeft.
Ik stapte uit en ging de oude buurt langs
de kade in, waar de hooge, bouwvallige hui-
zen met hun eigenaardige open fagaden sinds
eeuwen uitkijken op het gele, woelige water
van de Douro. Een glas bier op ijs in een na-
burig cafd spoelde het stof, dat zich in mijn
mond en keel verzameld had, weg, en daarna
wandelde ik verkwikt en in een buitengewoon
goed humeur de helling op, die op dat uur in
de hitte van een bijna tropische zon ligt te
blakeren.
Na het afwerken van mijn boodschappen-
programma waarbij ik Ross z'n pijp niet
vergat begaf ik me naar de Engelsche Club
een gelegenheid waar de officieren van de
Planet Line, dank zij de vriendelijkheid van
de leden, altijd welkome gasten zijn.
In de ccnversatieizaal trof ik een paar be-
kenden aan en onder het genot van ettelijke
sigaren en limonades met rs vloog de tijd
zoo om, dat ik op een gegeven oogenblik tot
de minder aangename ontdekking kwam, dat
ik me moest haasten, wilde ik nog bijtijds
De beteekenis van Colijn's kabinetsforma-
tie wordt duidelijk, indien men Colijn tegen-
over Hitler stelt. Ook hier verscheen ,,de
sterke man" toen het volk hem riep. Maar
de sterke man, die in Duitschland omhoog ge-
heven werd door den nood der omstandig-
heden, vervormde den Staat tot edn enkele
partij, de sterke man in Nederland begon zich
te begeven in parlementair overleg en vormde
de staatsmacht door de partijen intact te
laten, maar ze op te roepen tot samenwer-
king. Coign gaf de oppositie „deel aan den
staat". Hitler Vemietigde de oppositie met
een gepantserde vudst. Em terwijl Hitler ge-
lijk schakelde, schakelde Colijn samen. Colijn
streeft naar nationale eenheid met eerbiedi-
ging van de groepen, die de schakeeringen
der volksovertuiging vertegenwoordigen. De
parlementaire democratie is in Duitschland
vernietigd, in Nederland verkreeg het parle-
ment gelegenheid tot vruchtbare samenwer-
king met een regeering, die geen kleiner en
geen grooter program heeft dan nationaal
herstel.
Deze gang van zaken geeft een duidelijke
aanwijzing voor de politiek der komende
jaren. In de eerste plaats hebben wg den
plicht, de aan het bewlnd zijnde regeering zoo-
veel te steunen als maar eenigszins in ons
vermogen ligt. Dit zal velen moeilijk vallen.
De hors d'oeuvres van het bezuinigingspro-
gram en de bezuinigingspraktijk van het kabi-
net-Oolijn, die ons in een reeks van rigoureuze
beknibbelingsontwerpen zijn voorgezet, hebben
al bitter gesmaakt. En wij vreezen, dat een
moeilijk te verorberen gerecht, bij den aan-
vang der nieuwe parlementaire periode aan
ons volk zaj worden aangeboden. Laat ons,
bij alle critiek, die tegen den wetgevenden ar-
beid van dit kabinet zal rijzen, nimmer ver-
geten, dat dit kabinet niet tot medewerking
dwingt, maar tot medewerking oproept. In
dien wij ons daarvan rekenschap geven, dat
het de nood is en de nood alleen, die de regee
ring leidt tot het sloopen van vele waarden
van sociaal belang, waaraan wij waren ge-
hecht, maar dat, te onzent, herstel van de
staatsfinamcien, en niet vemietiging van be-
staande instellingen de inzet is, dan zullen wij
veel kunnen aanvaarden, waartegen ons hart
eigenlijk in opstand komt.
PROTESTEERENDE BOEREN TE
KOPENHAGEN.
Naar het voorbeeld van Jutland is Diasdag
te Kopenhagen een vergadering gehouden,
waaraan 400 vertegenwoordigers der „L.-S.
"bew-eging, der meierijen en veehouders heb
ben deelgenomeo. Na langdurige debatten
werd de „valuta-stakings"-resolutie van den
Boerenstrijdbond aangenomen, met slechts
ddn stem tegen.
De vergadering was geopend met het zin-
gen van het nieuwe strgdlied der boeren-
beweging en een rede van den leider Bach.
Uit de debatten bleek, dat reeds 1100 van de
1600 meierijen en 53 van de 62 slachtveehou-
derijen het stakingsparool hebben opgevolgd.
Een der sprekers legde er den nadruk op,
dat de L. S.-beweging weldra sterk genoeg zou
zijn om de pers te bewegen tot een andere
houding tegenover den strijdbond. De oorlogs-
verklaring van de regeering wordt door de
boeren met kalmte en koelbloedigheid opge-
nomen. De boeren zullen nooit vergeten de
verklaring van Stauning dat hij 50.000 werk-
loozen gereed heeft voor het overnemen der
boerdenijien, wanneer de boeren zich niet lan-
ger kunnen handhaven. De redevoeringen
oogstten grooten bijval.
aan boord zijn. Ik nam dus haastig afscheid en
begaf me op weg naar de beroemde Rolling
Square, waar ik een gedienstige tram op me
vond wachten. Oorspronkelijk was ik van plan
geweest, om naar Leixoes terug te wandelen,
maar daar viel nu niet meer aan te denken.
Op het oogenblik, dat ik mgn voet op het
achterbalkon zette, zag ik, in de tram, Miss
de Roda. Door de beslommeringen van het
inkoopen doen en de enthousiaste manier,
waarop ik in de club verwelkomd was, had ik
vergeten, dat ze ook aan wal was gegaan en
het zien van haar slanke figuurtje heel alleen
in een hoekje van de tram gaf me zoo'n
schok, dat ik me vierkant op de voeten van
den conducteur plantte. De explosie die hierop
volgde en mgn verontschuldigingen, onder den
woordenvloed d66r, trokken natuurlijk haar
aandacht. Ze keek op met een geamuseerde
trilling om de hoeken van haar kleinen,
mooien mond, en in haar oogen lag een uit-
drukking, die leek te zeggen: ik ken je wel.
Ik aarzelde geen seconde. Vlug besloten liep
ik de tram door tot de plaats, waar ze zat
en nam mijn hoed af.
„Ik mag me misschien wel even voorstel-
len", waagde ik. „Ik ben de tweede stuurman
van de ,,Neptunus" en u is een van de passa-
giers, als ik me niet vergis."
Door een kleine. maar buitengewoon lieftal-
lige beweging van haar hoofd beduidde ze me,
naast haar te gaan zitten.
„Ik heet Dryden", ging ik voort. „John
Dryden, 't zelfde als de dichter."
Ze keek me met een ondeugende schittering
in haar groote, bruine oogen aan.
,,Ik ken u al van gezicht, Mr. Dryden," zei
ze. „Ik heb u dikwijls aan dek gezien." Ze
waohtte even. „U bent zeker heel trotsch op
uw naam," ging ze voort. „Te heeten als
zoo'n beroemdheid
,,Ik was 'm zooeven al bijna kwijt geweest,"
zei ik lachend. ,,Tenminste, als ik de vrien-
delijkheden van den conducteur au serieux
neem
Ze begon te lachen welluidend-laag, een
geluid, dat me een korte prikkeling van wel-
behagen gaf.
De Deensche pers bericht ten aanzien van den
voorgenomen grooten boerenmarsch voor
Noord-Sleeswgk naar Kopenhagen, dat het
plan bestaat, een verzoekschrift aan den ko-
ning te overhandigen. Bi> delegatie, die zich
met het aanbieden van flit verzoekschrift zou
belasten, zouden zich 500 boeren aansluiten,
die over zee van Noord-Sleeswijk naar Kopen
hagen gaan. Terwijl de koning de delegatie
ontvangt, zouden de boeren zich op het pleiD
voor het koninklijk paleis opstellen.
De koning zal worden verzocht, groote
veranderingen aan te brengen in de personen
der Noord-Sleeswfjksche autoriteiten. De boe
ren keeren zich vooral tegen de liberale lei-
ders.
Volgens de bladen zal op 20 Augustus een
nieuwe productiestaking wprden afgekondigd,
die drie dagen zal duren. In Deensche poli
tieke kringen neigt men tot de opvatting, dat
thans de politieke partij, die de boeren weet
te beivredigen, kans van slagen heeft.
DE ARRESTATIE VAN GANDHI.
Gandhi, is schrijft de N. R. Crt., weer
gearresteerd. Viermaal heeft hij in Britsch-
Indische gevangenissen opgesloten gezeten,
ongeacht de tijden in Zuid-Afrikaansche ge
vangenissen doorgebracht in den tii(id doen hij
streed voor de rechten der Britsch-Indische
landverhuizers in dat land. Zijn strijd in
Britsch-Indie zeif dateert van 1919 toen hij
zich verzette tegen de Rowlatt-wetten, welke
de regeering buitengewone volmachten gaven
tegen rervolutionaire misdaden en samenzwe-
ringen. Gandhi achtte deze wetten een be-
leediging voor zijn volk en begon een veldtocht
van satyagraha (letterlijk: vasthouden aan de
waarheid), welke zich moest uiten in onge-
hoorzaamheid zonder geweld. Het jaar daarop
kondigde hij zijn geweldlooze ncn-cooperatie
af, de boycott van alle regeeringsdiensten en
instellingen. Dit leidde tot een grootsche
beweging, waarbij tot 's leiders ontstemming
echter de geweldloosheid wel eens in het ge-
drang kwam. In 1922 werd hg gearresteerd
en veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf,
doch in 1924, nadat hij in de gevangenis een
operatie wegens appendicitis had ondergaan,
werd hij onvoorwaardelijk in vrijheid gesteld.
Intusschen was de beweging verloopen en in
andere banen geleid en had het er den schijn
van alsof Gandhi als leider had afgedaan. Dat
dit maar schijn was, bleek drie en een half
jaar geleden, toen hij zijn tweeden veldtocht
van burgerlijke ongehoorzaamheid aanving
met zijn marsch naar Dandi, waar hg met
zijn volgelingen de zoutwetten overtrad door
zeif zout te maken. In Mei 1930 werd hij ge-
vangen genomen, doch in Januari 1931 op vrije
voeten gesteld. Er volgde toen een periode
van wapenstilstand met de regeering, waarin
Gandhi deelnam aan de tweede ronde-tafel-
conference. Biji zijn terugkeer in September
1932 werd hij weer in de gevangenis gewor-
pen en pas in Mei van dit jaar, toen hij zijn
drieweeksche vasten begon, in vrjjheid gesteld.
Tijdens zijn gevangenschap was de beweging
van burgerlijke ongehoorzaamheid, die aan
vankelijk bij een groot deel der Hindoebevol
king weerklank gevonden had, voor een groot
deel verloopen. Men rekende erop, dat het
congres haar dit jaar zou intrekken, vooral
daar zij reeds voor eenigen tijd was opge-
schort. Gandhi .verzette zich echter tegen
deze onderwerping. Opheffing van de burger
lijke ongehoorzaamheid, goed, mits de regee
ring haar ordonnanties zou intrekken. De
regeering weigerde zulks en eischte, d'at eerst
de ongehoorzaamheid werd opgezegd. Gandhi
kwam toen tot het besluit de algemeene actie
door een individueele te vervangen. Het con
gres zeif nam geen besluit, maar Aney, de
„Dat is 'm niet kwalijk te nemen," ver-
dedigde ze den man, „u bent niet bepaaid een
veertje en als u dan met uw voile gewicht op
iemands teenen gaat staan
Onmogelijk haar uit te leggen, hoe ik zoo
omhandig geweest was. En dus zocht ik mijn
heil in een leugenachtige uitvlucht.
„Ik had geweldige haast," vertelde ik haar.
„Ik heb den heelen middag in de Engelsche
Club zitten praten, met vrienden...... en op-
eens kwam ik tot de ontdekking, dat ik net
op 't nippertje aan boord terug kon zijn. Van-
daar mijn onhandigheid."
Ze keek op haar horloge. „Ja 't is nogaJ
laat", gaf ze toe. ,,Ik moest boodschappen
voor mijn oom doen en ik ben langer opge-
houden, dan ik gedacht had." Ze keek me met
een tikje ongerustheid in haar oogen aan.
„We hebben toch geen kans om werkelijk te
laat te komendat de boot al wdg is?"
vroeg ze.
Ik schudde mijn hoofd. „Nu, zoo erg is 't
niet. In dat geval had ik dadelijk een taxi ge
nomen. We zijn om half zes in Leixoes en van
de kade af is 't maar een minuut of tien
roeien
„AJs we tenminste dadelijk een boot kunnen
krijgen", opperde ze weifelend.
,,Ja maar dat zal wel gaan," stelde ik
haar gerust. „Ze liggen altijd bij hoopjes langs
de kade op 'n vrachtje te wachtenen als
dat misliep, zouden we altijd nog de ,,Nep-
tunus" te hulp kunnen roepen."
Mijn venzekeringen hadden de gewenschte
uitwerking. Mijn metgezellin ging in haar
hoekje zitten op een manier, of dit onderwerp
afgedaan was en ze nu weer haar voile aan
dacht aan haar omgeving6n mij kon
geven.
Het is niet bepaaid gemakkelijk, om in een
Portugeesche tram de conversatie aan den
gang te houden. In de eerste plaats heb je je
aan te pass en aan de vaart, waarmee het
vehikel rijdt, en in de tweede plaats moet je
het ting-ting-ting zien te overstemmen, waar
aan de wagenbestuurders zich aan edn stuk
door te buiten gaan. Maar gezien die rem-
mende omstandigheden vlotte de kennis-
voorzitter, gelastte met ingang van 1 Augus
tus de verandering.
Gandhi zou de nieuwe campagne inleiden
door met 32 volgelingen van dorp tot dorp
te trekken en de bewoners op te wekken al
leen thee te drinken (daar dat de regeering
zou berooven van den alcoholaccijns) en alleen
Indische weefsels te dragen. Vanwege de
groote offers, die hg van zgn volgelingen
moest eischen, van wie velen reeds door de
burgerigke ongehoorzaamheid hun landerijen
kwijt moesten raken, wilde hg zeif - zich van
zijn laatste bezit ontdoen. Zijn ashram, een
soort klooster, verliet hg en stelde hij ter be-
schikking van de regeering om zeif als dak-
looze onder de dakloozen te gaan om zijn ver-
zet te prediken.
De regeering heeft aan deze actie prompt
een einde gemaakt en Gandhi en zijn volge
lingen dadelijk toen zij op weg wilden gaan
opgepakt. Het aacibod van de ashram sloeg
zg af. De verschuldigde rechten over dit jaar
zijn betaald; wat er met de ashram gebeurt
gaat de regeering niet aan.
Merkwaardig is de tegenstelling tusschen
Gandhi's arrest van nu en van drie jaar ge
leden. Toen had de regeering het hoofd te
bieden aan een algemeene volksbeweging, die
de schatkist en de oeconomische positie des
lands groot nadeel berokkende, thans arres-
teert zij een leider, wiens beleid door velen
zijner volgelingen wordt afgekeurd. Toen
waren er hartals,: rouwdagen op de beurzen,
die het heele goederenverkeer voor dagen ver-
lamden, nu nemen slechts enkele Hindoes aan
de hartals deel.
Er bestaat in conservatieve Engelsche krin
gen een neiging om dit merkbaar verzwakken
van Gandhi's invloed toe te schrijven aan het
krachtige handhaven van het geizag door de
Britsch-Indische regeering. Men mag echter
niet uit het oog verliezen, dat Gandhi's eigen
houding hem veel aan populariteit heeft doen
verliezen. Zijn strijd voor de verheffing van
de paria's heeft in eigen kringen veel kwaad
bloed gezet. Steun van moslemschen kant,
zooals vroeger, wordt hem niet meer geboden,
en ten slotte doet het vooruitzicht op een
nieuwe constitutie, die, hoe bedeesd ook, het
land een grootere mate van wijsheid zal be-
zorgen, velen terugschrikken van een nieuwe
actie, die op de liiberaliteit van deze consti
tutie niets dan een ongunstigen invloed kan
hebben en die bovendien het land en daarmee
ten slotte toch juist de bewoners om wier be-
langen men stnijdt, op oeconomisch gebied
steeds verder achteruibzet.
Den conservatieven in Engeland juichen nu,
dat het „krachtige" bewind van thans, toch
maar veel meer succes heeft, dan het toegefe-
lgke van eenige jaren geleden. Zij weigeren
in te zien, dat een straffer optreden toen
waarschijnlijk tot een emstigen opstand zou
hebben geleid en dat het verloopen van het
verzet veel meer een gevolg is van de gema-
tigde politiek uit Louden, dan van het machts-
vertoon in Indie zeif. Dat dit succes heeft nu,
valt juist te verklaren uit het feit, dat de
omstandigheden dusdanig gewijzigd zijn, dat
de groote meerderheid der bevolking de nood-
zaak van een hemieuwde actie als die van
Gandhi niet iniziet, terwijl de meest vooruit-
zienden zelfs begrijpen, dat het optreden van
de mahatma het verzet in Engelschen conser
vatieven kring tegen de huidige voorstellen
der regeering, die toch waarlijk in elk opzicht
zeer gematigd zijn, slechts kan aanwakke
ren. Ongetwijfeld kan men het deswege een
wigs beleid achten van het huidige Britsch-
Indische bestuur, dat het ingrijpt, voordat
Gandhi de beweging nieuw leven zou hebben
kunnen inblazen, een motief om voor alle
tijden op dergelijk forsch optreden aan te
dringen is daarin zoomin gelegen als een mo-
making buitengewoon goed. Lang v66r we
Leixoes bereikt hadden, onderschreef ik
enthousiast de opinie van Ross, dat Miss de
Roda even lief en charmant als mooi was en
in mijn hart zegende ik het toeval, die dit
samentreffen met zoovetel succes gdensce-
neerd had.
Geen vijf minuten na den vastgestelden tijd
reden we luid ting-tingend Leixoes binnen en
even later, na een heroisch gevecht met een
groep dringende passagiers, stonden we aan
de kade. In de verte lag de „Neptunus", klaar
voor het vertrek, met een escorte van vaar-
tuigjes met koopwaar, die nog een laatste
kans waagden om de zakken van de nu op
hun hoede zijnde passagiers wat lichter te
maken.
Op hetzelfde oogenblik, dat wij de kade op-
kwamen, stapte een rooverhoofdman-type van
een kerel, met een nootbruine huid, brutale,
d-onkere oogen en groote zilveren ringen in
z'n ooren, op ons af.
,,U moet naar schip?" informeerde hij, met
een viezig-zwarten, krommen duim over z'n
schouder in de richting van de ,,Neptunus".
Ik bekeek hem niet bepaaid met welgeval-
len. Maar, behalve de zijne, was er op dat
oogenblik geen enkele andere boot in zicht en
dus was het zaak om niet hi te critisch te zijn.
„Sleep 'm maar tot het eind van den stei-
ger", beval ik, „dan stappen we daar in."
Door een ergerlijk schel gefluit op zijn vin-
gers riep hij zijn kameraad, een tweede exem-
Plaar van de vrijbuiters-soort, en samen be-
gonnen ze hun boot, door het water, naar de
aangewezen plaats te trekken.
Met Miss de Rosa naast me ging ik den
houten steiger op.
,,'t S-pijit me, dat ik bij wijze van beman-
ning niets beter kan produceeren," begon ik
schertsend. „Maar we hebben geen keuize
zooals u ziet."
„0, zoo erg is 't niet," was het antwoord.
,Wie weet, wat een door en door fatsoenlijke
lui ze in hun hart zijn. 't Is verkeerd, om
naar het uiterlgk te oordeelen," ging ze, met
even een venbitterden klank in haar stem
door. „Je vergist je zoo dikwijls
0
Ingez. Med.
tief om nu meteen maar eenige van de voor-
naamste bepalingen van de regeeringsontwer-
pen voor de nieuwe constitutie overfooord te
werpen.
De toestand in Britsch-Indie is aanzienlijk
beter dan drie jaar geleden, zij is echter nog
te labiel, dat niet van alle kanten behoed-
zaamheid zou zrjn geboden.
Ulvenhout, 1 Augustus 1933.
Mender,
Lijk ik oew ver-
lejen week schreef
zouw 'k oew nog
n vertesseltje doen
van onz' bloeiende
hei, waar 'k mee
Dre III in gewiest
ben!
Neee, 't was
gin nuuwke veur
'm. De hei, de
peersbloeiende hei,
of ie ze al kent,
da kleine boske!
Hij hee-t-er ge-
zwommen in de
vennekes, water zoow helder, zoow malsch,
zoow deugdzaam as vruchtensap!
Te filteren sta-g-et, 't heele jaar deur, in
d'n bojem van zulverzaand!
Te slurpen sta-g-et de werme zon, die er
d'r eigen op z'n schonst ziet spiegelen in dec
gouwen rimpels van 't rauschend riet.
En maalsch is 't van de muljoeneii' rengel-
phhrls, die er geregeld inkledderen van d'n
hoogen hemel af, tot schuimens toe!
Drijven op zo'n venneke, zo'n heiplaske, £n
oew nakende vel, ollee, da's asem hafem
mee heel oew lijf-en-ziel.
Zoow liggen te leven in 't stille poersc pa.ru-
dijs, in 't zonnewater, da's champagne drin
ken mee heel oew vel!
Zoow drrjven, stildekes drijven, onder die
groote hemelkoepeling en in die stille onen-
digheid aan alle kaanten, da's gedragen wor-
ren in de blaanke handen van den Schepper
zelvers...!
Zo'n bad, da's 'nen teug uit de wijnkel--
ders van den Hemel, 'nen slok veur oew ziel,
da-d-altij te snakken staat naar 'n guts ge-
luk!
Neee, 't was gin wonder da m'n boske de
hei koos veur onzen fietstocht toen 'k 'm
Zaterdags terveuren, aan d'n groentwagel, ge-
vraagd had: „en waar gaan me mergen naar
toe, Drd III?"
Hij kent ze al!
Ik keek haar oplettend aan. „Ja, misschien
is 't verkeerd," gaf ik toe, „maar toch geloof
ik erinEen eerste mdruk en dan oor-
deel je naar het ui ter lijk, niet? is gewoon-
lijk goed."
Op deze bewering gaf ze geen antwoord en
geen halve minuut later legde de boot, nu met,
haar beide vagebond-eigenaars erin, bij de
trap van den vrij hoogen steiger aan. We gin
gen op het achterstevenbankje zitten, recht
tegenover den meneer met de zilveren oorbel-
len. Van dichtbij gezien was hij het ongun-
stigste, boefachtigste type, dat ik ooit van
mijn leven meegemaakt had en die indruk
werd nog versterkt door het lange, zakelijik-
uibziende dolkmes, dat hij in een leeren schee
aan zijn gordel droeg.
Met een opvallend kalm gangetje verwij-
derden we ons van den steiger, en zetten
naar de „Neptunus". Geen van beide kerels
voelden er blijkibaar iets voor, om zich te veel
in te spannen en dus roeiden ze of ze den tijd
hadden tot den volgenden dag. Onder andere
omstandigheden zou ik hen scherp tot de orde
geroepen hebben, maar elke minuut langer in
het gezelschap van Miss de Roda was me wel-
kom en dus liet ik hen maar begaan. Maar lit
moet zeggen, dat hun heele manier van doen
en de loerende, veelbeteekenende blikken, die
ze onophoudelijk wisselden, me bovenmate
ergerden.
We hadden cngeveer de helft van den af-
stand afgelegd en waren nog een tweehon-
derd meter van de „Neptunus" verwijderd,
toen onze twee vrienden met de oorbellen als
bij onderlinge afspraak ophielden met roeien.
en hun riemen cp het water lieten rusten.
Ik keek ze met gefronste wenkbrauwen aan
,,Wat heeft dat te beteekenen?" vroeg ik
scherp. „Roei door, onmiddellijk! en een
beetje vlugger alsjeblieft."
De man vlak voor me keek me met zijn bolle.
donkere osseoogen onbeschaamd aan.
..Nee," zei hi'j. „Eerst moet u ons betalen.
U betaalt ons twee pond en dan roeien we u
naar het schip."
(Wordt vervolgd.