ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier DEESSE 1 endenitfe No. 9019 MA AND AG 24 JULI 1933 73e Jaargang. BINNENLAND FEUILLETON hoofdpijn. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultgeefster: Ftrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25, ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzendtng van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSOHIJNT I El) I. KEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. TWEEDE KAMER. In de Vrijdag gehouden zitting is aangeno- men het wetsontwerp betreffende wijziging der Lager Onderwijswet en de Landbouw- Crisiswet. NEDERLAND EN BELGIE. Een „proeve tot betere waar- deering", door prof. dr. H. T. Colenbrander. Het „Handelsblad" schrijft: Nu een nieuwe Nederlandsche regeering on- der de vraagstukken waartegenover zij zich geplaatst vindt, ook het gevoelige probleem van onze verhouding tot Belgie aantreft, heeft de Leidsche hoogleeraar prof. Colenbrander een studie over ,,Nederland en Belgie" als een ,,proeve tot be ter waardeering" doen verschij- nen. Het boekje (dat bij de Mij. v/h W. P. van Stockum Zoon in Den Haag is uitgegeven) bevat allereerst een historische beschouwing over de scheiding en haar oorsprong die van veel vroeger dateert dan 1830, gebaseerd voor- al op studien van Pirenne, Fruin en prof. Colenbrander zelf, gelijk in bet voorwoord ver- meld staat. Vervolgens wordt het hedendaag- sche Belgie behandeld en de onverkwikkelijke diplomatieke geschiedenis van 1919 en 1920 geanalyseerd, alsook de latere verdragshisto- rie van 1925, welke op 24 Maart 1927 eindigde met de verwerping van het verdrag-Van Kar- nebeek in de Eerste Kamer. Het verdrag van 1925, dat prof. Colenbrander in werkelijkheid ziet als te staan in de sfeer der troebele politieke overwegingen uit het Versailles van 1920, die den heer Van Kamebeek deden ,,hui- veren" (en waarvan de jongste onthullingen over de herziening der Rijnvaart-acte weer echo's oproepen), kon niet tot „betere waar deering" leiden. ,,Een werkelijke toenadering wordt anders ingeleid", schrijft de Leidsche hoogleeraar. Aan die ,,andere inleiding" is het laatste deel van het boekje gewijd. Wij hebben er ons van te doordringen dat die inleiding nog altijd behoort te geschieden. Zij zal zonder uitzicht zijn, tenzij zij uit vrije verkiezing en van Belgie 5n van Nederland voortkomt. Wij moeten van weerskanten erkennen welke moei- lijkbeden wij zien: het eerste noodige om ze ooit te boven te komen." Prof. Colenbrander behandeld dan (met citeering o.a. van zijn bekende rede voor de Nederlandsche en Belgische Rotarians) ver- schillende punten. Aangaande de mogelijkheid voor Belgie om een geheel zelfstandige diplo matieke positie in te nemen zegt hij: „Het is volmaakt juist dat Belgie niet als vijand tegen Frankrijk kan opstaan zonder de rust in Europa in gevaar te brengen; Belgie's levensbelang verbiedt zulk eene hou- ding. Maar wil dit zeggen dat Belgie zich als het verlengstuk van Frankrijk mag be- schouwen, als een bruggehoofd ten dienste van Frankrijk, om dit land de uitoefening zijner hegemonie over West-Europa te verge- makkelijken? Op den duur kan Belgie geen steunpunt voor de politiek van een der groote Europeesche mogendheden bij uitsluiting der andere zijn, zonder zijne bestaansreden te ver- loochenen en zijne veiligheid in gevaar te brengen. Het is niet in het algemeen belang dat men wegkruisingen afsluit, en Belgie is kruisingsplek krachtens zijn aardrijkskundige ligging, krachtens zijn verleden, krachtens de steeds opnieuw zich openbarende eigen verkie zing van de beste Belgen. Het is niet waar, dat Belgie geestelijk aan Frankrijk gelijk is. Wat de Vlaamsche helft betreft, het is vol- doende door Gent of Brugge te dwalen, de door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 60) (Vervolg.) ,,Nee. Maar er is wel een vereeniging voor vreemdelingenverkeer" zei Hazelrig. Hij wees op 'n raam onder de zuilengalerij, waarachter een sierlijk model van een stoomboot ge- exposeerd was. Ik stapte uit, natuurlijk met Granby, ging den winkel binnen en vroeg den bediende, waar we, binnen het kwartier, een vlieg- machine konden krijgen. ,,In Vittoria is een vliegkamp", zei hij ver- baasd, ,,maar ik denk niet ,,Dat geloof ik graag", zei Granby aarze- lend. ,,Waar is de telefoon?" Onder het spreken liep hij om de toocibank heen en schoot op het toestel af, dat hij al in den hoek ontdekt had. Het duurde een kwartier, voor de aan- sluiting met het bewuste vliegkamp tot stand kwam en daarna nog minstens tien minuten voor hij de betrokken autoriteiten overge- haald had, een vliegtuig te zijner beschikking te stellen. ,,Gewichtige stukken", hoorde ik hem zeg gen, ..ibestemd voor den Britschen Minister van BuitenlandscheZaken. Dringend Ja De Raad van den Volkenbond Middagzittingin Madrid" Dat was ongeveer de hoofdzaak, maar die hoofdzaak moest hij minstens een half dozijn keeren herhalen, voor de autoriteiten zijn ver- zoek de noodige aandacht schonken. Maar eindelijk hing hij' met een zucht van verlich- ting den hoorn op en knikte mij geruststel- lend toe. musea van Brussel of van Antwerpen te be- zoeken, Ruusbroec of Gezelle te lezen, om van het tegendeel overtuigd te zijn. Zelfs tusschen de Waalsche helft en Frankrijk bestaat, bij on- loochenbare verwantschap geen gelijkheid. De Fransche beschaving is een historisch product met sterk sprekende eigen trekken, vrucht eener geschiedenis waarin de Waalsche ge- westen van Belgiij, die evenals romaansch- Zwitserland een eigen individualiteit bewaard hebben, nimmer zijn opgegaan". ,,Walen aan Franschen gelijk te stellen is even bedriegelijk als het onderscheid tusschen Vlamingen en Hollanders niet te willen zien. De Vlamingen wekken onze belangstelling zij verrijken ons geestelijk bestaan, niet omdat zij onze gelijken zijn wij weten zeer wel dat zij het niet zijn - maar omdat deze nauwe bloedverwanten zoo zeer van ons verschillen. Aan het intellectueele en artistieke leven der Dietsche menschengroep, die in en buiten Europa meer dan 14 millioen zielen telt, nemen de Vlamingen even zelfstandig deel als de Walen en de Fransche Zwitsers aan dat der Gallische menschengroep. Tusschen deze over- tuiging en het leerstuk dat de Walen in staat- kundigen zin bij de Franschen, de Vlamingen bij de Hollanders zouden behooren ligt een afstand waar mrjne meeste landgenooten niet overheen stappen, overtuigd als zij zijn dat men daarbij zou kunnen uitglijden, en in een afgrond tuimelen met het kostbaarste wat wij bezitten: onze staatkundige en zedelijke per- soonlijkheid zooals de eeuwen die gevormd hebben." Samenwerking een ander punt. 3k, maar niet door ontbinding van den Belgischen Staat. Over het denkbeeld van Vlaanderen bij Neder land, of een zelfstandig Vlaanderen, dat in sommige kringen direct of indirect wordt na- gestreefd, zegt prof. C. ,,Men moet daartoe Belgie stuksnijden, en wat met de opgeofferde Waalsche rest te doen? Zij zou 6f aan Frankrijk toevallen of zeer gemakkelijk aan Franschen invloed ge heel ondergeschikt worden gemaakt. Vlaan deren, alleen gebleven, zou daartegen een on- gunstiger stand innemen dan als deel van een zelfstandig Belgie dat een zelfstandig Neder land achter zich heeft. Zijn verkeersbelangen zouden door een vijandig gezind Frankrijk- Wallonie onnoernlijk kunnen worden geschaad. En ware het met Nederland vereenigd, men zou het uiterste beproeven Vlaamsch-Hol- landsche broedertwisten aan te wakkeren, en 'zeker goede kans hebben daarin te slagen. Het Noorden heeft eenmaal naast het Zuiden eene ondergeschikte plaats ingenomen: dat was in den Bourgondischen staat, van uit Brussel bestuurd. Sedert het zich uit dien staat heeft losgewikkeld is het zdo zeer cen trum in zichzelf geworden, met alle vezels van zijn bestaan aan een zelfstandig verleden vast, dat het naast Vlaanderen nooit meer mindere kan wezen; omgekeerd is Vlaan- derens verleden te grootsch en zijn aard te eigen en te rijk, dan dat het ooit wezenlijk in Holland zou kunnen opgaan. In een huishou- den zouden wij een leven hebben van kat en hond. Wenscht men de door en door onoprechte onnatuurlijke verhoudingen van 3 8151830 terug?" En verder: „De wanhebbelijkheid, goed-Nederlandschen zin alleen in aanhangers eene scheuring van Belgie te willen erkennen, kan geen toekomst hebben. Vlaanderen heeft voor zijn billijke voldoening zulk een operatie met het mes niet noodig; het verwerft die eerlang uit de kracht van eigen levenssappen. Ik moet altijd glim- lachen over de onderstelling dat men den heeren zoo maar even zal toelaten die operatie te voltrekken. Daar is de kleinigheid voor noodig den wil van Europa te breken dat aan de balkanisatie van zijn Oosten genoeg, en Bij onze terugkomst vonden we een opstan- digen Hazelrig naast de auto staan. „In orde", riep Granby hem al van veraf toe. ,,Ik heb een vliegtuig, maar 't zal wel een militair zijp dus of er plaats voor ons half dozijntje is!" Bij die laatste woorden keek hij Julia aan. ,,'t Spijt me heel erg maar jij zult met Jose en Manuel per auto moeten gaan". ,,Maar pap9* je hebt me beloofd, dat ik mee mocht!" protesteerde de erfgename van de Hazelrigsche millioenen. ,,Het vliegtuig heeft vier plaatsen, plus de plaats voor den bestuurder", legde Granby haar uit. ,,'t Spijt me meer dan ik zeggen kan, Julia maar Baxter en ik moeten met je vader mee en we moeten alle drie vanmid- dag in Madrid zijn". Geen minuut later reden we weer langs het warmgtle weglint voort nu te opgewon- den, om onze vermoeidheid te voelen. Het verglijdende landsehap groen en fleurig, want we waren nog hoog boven de vlakte en vlak bij de Pyreneeen schoof al meer en meer achteruit. We hadden de zooveelste moeilijkheid overwonnen geen wonder, dat mijn stemming, onder het voortracen, opge- togen was. Bijna was het spel gewonnen en als ik bedacht, wat dat voor de geheele we- reld beteekende, had ik kunnen zingen van puur geluk. De gave, die wij brachten, was een gave, den Volkenbond waardig een wapen, machtiger dan verdragen, krachtiger dan een pact, bindender dan conventies. Eindelijk verliep de breede weg, met het vruchtbare land aan weerszijden, waarlangs we voortreden, dan toch in de onafzienbare hoogvlakte en nu werd de omgeving weer dor en kaal. We waren oni even voor negenen uit Pampeluna weggereden en om klokke elf reden we Vittoria binnen; Vittoria, waar Wel lington zijn groote overwinning had bevoch- ten, die de atad een anderen naam gegeven had. Daar hadden de vermoeide soldaten met hun marionet-koning gemarcheerd, langs dien kronkelenden weg, die stille blauwige bergen in de verte tegemoet. Zonder eenige moeite vonden we het vlieg kamp. Het lag even buiten de stad en daar voor zijn Wesfcen andere idealen heeft". En dan is er het kanalenprobleem, een an der blok op den weg van Nederlandsch-Bel- gische toenadering. Stel ons geen „eisch" om ten koste van Rotterdam ,,de stroomgebieden van Schelde en Rijn te vereenigen met Ant werpen als middelpunt", roept prof. C. den Belgen toe. „Tracht niet u van een misschien voorbijgaande staatkundige mogelijkheid te bedienen om ons onaannemenlijke voorwaarden op te leggenGij zoudt voor langen tijd het ideaal eener hartelijke verstandhouding met Nederland in den di.enst van onze gemeene belangen vaarwel moeten zeggen." „Ik geloof inderdaad" aldus besluit prof. C. zijn verhandeling „dat Nederland en Belgie nader tot elkander kunnen komen, maar dat er groote moeilijkheden op den weg liggen. Wij mogen niet vergeten dat Belgie in den wereldoorlog zwaar beproefd is, onein- dig zwaarder dan wij, en dat dit feit zijne on- vermrjdelijke nawerking heeft in een begeerte naar veiligheid bovenal. „Cette question est celle qui domine notre esprit", zeide Hymans te Parijs; en deze erkentenis staat met de mogelijkheid van sterke afhankelijkheid van Frankrijk, dat beveiliging tegen overeenkom- stig gevaar zoekt, gelijk. Eerst wanneer het gevoel van een bijzonder gevaar dat op Bel gie drukken zou, zal zijn uitgesleten, krijgt de Nederlandsch-Belgische vriendschap hare voile kans." DE PARTIJ VAN DEN KLASSENSTRIJD AANGEWEZEN OP HULP VAN DE ..BOURGEOISIE". Het s.d. Tweede Kamerlid W. Drop schrijft in De Soc.-Democraat: Een ding van het grootste belang voor het Nederlandsche volk en ook voor de anbeiden- de klasse van Nederland is, dat fascistisch en communistisch extremisme in Nederland geen kans krijgt. De geschiedenis van Duitschland bewijst, dat daar de grootste gevaren liggen. De voomaamste vraag is daarom of het nog mogelijik zal zijn in Nederland dit extremisme onmogelijk te maken. Ik beantwoord die vraag bevestigend. Een goede werkloozen- zorg, bescherming en behoud van den socialen opbouw, (arbeidersverzekering, volkshuisves- ting, volksonderwijs en volksgezondheid) en verzekering en bescheiming van de democra- tische burgerrechten en vrjjheden zijn voor de arbeidersklasse van Nederland kostelijke goederen veilig te stellen. Om dat te berei- ken, is de bescherming daarvan in Nederland ook financieel nog mogelijk. Breede groepen buiten de socialistisdhe arbeidersbeweging hebben er evfinzeer belang bij. Welnu het hooge woord moet er maar uit de modeme arbeidersbeweging alleen is niet in staat deze goederen veilig te stellen. Om dat te bereiken is de beweging nangewe- zen op de samenwerking met anderen, met burgerlijke groepen, die voor het oogenblik dezelfde belangen hebben. Vooral omtrent de vraag van samenwer king met burgerlijke groepen is klaarheid van de zi;de van onze beweging het eerst noodige. Het is juist dit punt, dat in de partij-discus- sie tot nu toe angstvallig wordt vermeden. Natuurlijk rijzen dadelijk talrijke bezwaren. Vragen van vertouwen in de uitvoering van een, zij het ibeperkt program tezamen met burgerlijke groepen, de vraag of op reeelen grondslag en zonder principieel iets in te boe- ten een vergelijk te- vinden. Deze vragen en bezwaren zullen onder de oogen moeten wor den gezien. voordeelige prijzen. Uw adres voor Kousen en fijne Lingerie: Veldstr.55,GENT Ingez. Med. namen we afscheid van Julia. Veel woorden werden er niet verspild, want Hazelrig's dochter had zich vast voorgenomen, dien mid- dag met ons in Madrid te eten en Granby's laatste woorden gingen verloren in een salvo uit de open uitlaat van de Cadillac, die ron- kend van ons wegschoot. Twee majoors en een kolonel stonden ons in het vliegkamp op te wachten en zonder 64n seconde tijdverlies werden we aan onzen be stuurder voorgesteld. Daama volgde een uit- wisseling van de noodige beleefdheden en een welsprekende uitleg van Granby, die een ge- heimzinnig document, onderteekend door den Minister van Buitenlandsche Zaken zelf, over- legde en zich daardoor opeens als een gevol- machtigd agent van de Britsche Regeering ontpopte. Tien minuten later waren we in de lucht. Vier passagiers beteekende een zware lading voor het vliegtuig. We klommen lang- zaam en op een hoogte van vijfhonderd meter zette de bestuurder koers naar het Zuiden. Ik had al vaak gevlogen het nieuwtje was er dus al af en in den toestand van opwinding, waarin ik verkeerde, vend ik het nog lang- zamer gaan dan anders. Het leek of we ons niet bewogen, of we niets anders deden dan achter een oorverdoovend geronk zitten, een lerven als een oordeel, dat den vrede van den zomerschen dag ergerlijk verstoorde. Als ik naar beneden keek,zag ik de aarde lang- zaam onder ons vooiibijschuiven, een netwerk van witte boerderijen, bruine rotsen en blauwe stroompjes. Er zijn twee soorten luchtpassa- gierei.de zieken en de niet-zieken. Voor de eerste groep is vliegen een penitentie, voor de tweede is 't alleen maar vervelend. Ik be- hoorde tot de tweede categorie en dus duurde het geen kwartier, of ik sliep als een roos. Ik werd wakker door een por in mijn rib- ben en kwam tot de ontdekking, dat we in een wijiden cirkel daalden. Het vliegtuig taxie- de nog een twee of driehenderd meter door en bleef toen staan, recht voor een groote han gar. Dus dan waren we al in Madrid! We lieten ons uit de deur zakken en wreven en masseerden onze stijve beenen. Granby haal- de zijn kaart weer te voorschijn, dat karton- Als men mij zegt, dat bij zulk een beperkte samenwerking de kans om den z.g. vijfden stand voor ons socialistisch inzicht te winnen geringer wordt, dan antwoord ik daarop, dat die vijfde stand met extremisme van welke soort dan ook, niet te winnen is en niet ge- holpen wordt. Indien dfen les uit de geschie- denis tot ons komt, dan is het deze, dat voor den vijfden stand materieele verzorging de hoofdzaak was en is dat hij die aanvaardt van welken kant ze ook komt of kwam. Daar is het bezwaar, dat samenwerking met burger lijke groepen ook voor een beperkt doel ons van het socialistisch uitgangspunt afvoert. Daar stel ik tegenover, dat de verwarde en verstikkende intemationale atmosfeer niet is te verhelderen met verklaringen, resoluties en eischen. Men kan geloof hebben, sterk en onaantastbaar geloof, in de al sterker blij- kende noodzakelijkheid van de toepassing van onze oeconomische en staatkundige opvattin- gen en toch van meening zijn, dat onze tijd onze beweging stelt voor bepaalde, beperkte, reeele opgaven. Zulk een tijd beleven wij thans in Nederland. Onze isolatie-politiek brengt de Nederlandsche samenleving en onze bewe ging geen stap verder. De arbeidersklasse verwacht van ons de bescherming van haar levenspositie zoo goed mogelijik. Klaarheid Comtrent de houding van onze partij op dit terrein is eerste eisch. Zou het tot vaststelling en uitvoering van een beperkt program kunnen komen, dan zou ongetwijfeld het vraagstuk van de loonpositie, en de loonverhoudingen moeten worden be handeld. Hoe men ook over de houding van verschillende organen der beweging bij voor- stellen tot loonsverlaging denkt, het staat dunkt mij vast, dat de oogenblikkelijke toe- stand in onze beweging op dit punt verscher- ping der tegenstellingen tusschen verschillen de groepen van arbeiders tot onmiddellijk ge- volg heeft. Ook in het welbegrepen belang van onze politieke beweging is klaarheid op het terrein der practische politiek noodig. Ik ben er nog altijd van overtuigd, dat de arbeidersklasse in overgroote meerderheid meer geloof heeft in practischen, economischen en politieken ar- beid, gebaseerd op de feitelijke machtsver- houdingen en daamaar gericht, dan op theo- retische bespiegelingen, papieren resoluties zonder reeele waarde, omdat de mogelijkheid tot verwerkelijking ontbreekt. VEREENIGING VAN NED. GEMEENTEN. In de vacatures in het dagelijksch bestuur van de Ver. van Ned. gemeenten, ontstaan door het uittreden van de heeren Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck en C. F. Klaar, resp. burgemeester van Breda en seeretaris van Enschede, zijn door het bestuur benoemd de heeren C. A. van Woelderen en A. Verdijk. resp. burgemeester der gemeente Vlissingen en Eindhoven. JOODSCHE WERELDCONFERENTIE TE AMSTERDAM. Vrijdag is te Amsterdam begonnen de Joodsche wereldconferentie. De gedelegeerden van 30 landen waren vertegenwoordigd, waar- onder Amerika, Egypte en de voornaamste Europeesche landen. De conferentie is in hoofdzaak bijeenge- komen om haar houding te bepalen ten op- zichte van het gedrag der Duitsche Regeering tegenover de Joden. Tot voorzitter werd be noemd de heer Samuel Untermeyer. Bij acclamatie is een resolutie aangenomen, waarin wordt uitgesproken, dat de Joden in Duitschland steeds trouw aan hun land zijn geweest en in vele gevallen hun leiven hebben opgeofferd. Boycot werd het eenige werkelijke wapen ter verdediging en ter bescherming van de nen: ,,Sesam, open u!" van hem en de schat- kamer opende zich inderdaad. In een mini mum van tijd stood een auto voor ons klaar en om even over drieen begonnen we aan het laatste eind van onzen tocht: de zes of zeven kilometers die ons nog scheidden van het Se- oaatsgabouw, waar de Raad vergaderde. Onderweg deelde Hazelrig ons mee, dat hij eerst nog even naar Zijn hotel moest. Aller oogen zouden dien middag op hem gevestigd zijn en voor die rol moest hij zich behoorlijk kleeden. Een lichtgrijs colbert, hoe keurig van snit ook, was goed en wel, maar een ver- schijnen voor den Raad in dat tuneu kon het effect van datgene,, wat hij te beweren had, wel eens leelijk afbreuk doen. Dus werd besloten, dat ik alleen naar het Senaatsgebouw zou gaan. Ik werd afgezet op den hoek van de korte straat, die van de Koninklijke Stallen naar het gebouw loopt. Slechts een klein gedeelte van „aller oogen" zou dien middag op mij gevestigd worden, maar als ik uit „de rimiboe" kom voel ik er niets voor om er als e?n boschjesman uit te zien. En dus schoot ik den eersten den besten kapperswinkel binnen. Twintig minuten later stapte ik, herboren, op het Senaatsgebouw af. Maar terwijl ik de stoep opging drcng het opeens tot me door, dat ik mijn werk de laatste dagen nogal ver- waarloosd had en dat mijn chef daarover wel eens minder te spreken kon zijn. Als ik hem nu maar in de bar aantrofIk keek naar binnen. Ja, hij was er. „John," begon hij met een ijzige schitte- ring in zijn anders vriendschappelijk-kijkende oogen, ,,de laatste dagen vraag ik me telkens af, waarom jij hier in Spanje bent. Ik ver- keer in de vertoeelding, dat ,jfli, in 't begin, aan mij toegevoegd was." ,,Ja," zei ik, vrij onbenullig, ,,ik geef toe, dat ik mijn werk de laatste dagen verwaar- loosa heb." ,,Zoo is 't," was het antwoord. ,,Zoo dade lijk begint de laatste zitting. Neem jij die!" Ik ging de groote vergaderzaal binnen en stevende op de tafel af die voor de notulen- schrijwers gereserveerd was. De zaal liep al vol in hoofdzaak met publiek. De leden van veroorzaakt licht hevige Neemt dan. als aitjjd TABLETTEN Ultslullend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjas van 30 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 labl. i 10 ctv Ingez. Med. Joodsche rechten in Duitschland geacht. Verder is een beroep gedaan op den Volken bond. DE HEER SNEEVLIET IN VRIJHEID. Het Tweede Kamerlid H. Sneevliet, die wegens smaadschrift tot vijf maanden gevan- genisstraf werd veroordeeld, is Vrijdag in vrijjheid gesteld. Hij woonde Vrijdag voor het eerst de zitting van de Tweede Kamer bij. HET NIEUWE ONTWERP-RIJNVAART- ACTE. Na het Laatste Nieuws heeft nu ook de (BrusselscheStandaard het in de Nederland sche pers verschenen ontwerp van wijziging van den tekst der Rijnvaartacte en de door verschillende couranten daaraan vastge- knoopte beschouwingen gelezen. Meer dan het volgende niet zeer duidelijke com- raentaar meent de redactie van De Standaard, die nochtans dagelijks met een der leden van het kabinet de Broqueville overleg pleegt, er niet aan te kunnen toevoegen: „Wij willen enkel hierbrj onderlijnen dat telkenmale er sprake is van een behoorlijker regeling van de Rijn-Schelde scheepvaart, sommige bladen in Nederland zich niet kun nen onthouden ,,het been stijf te houden" wel ke woorden in de mond van regeeringsverte- genwoordigers worden gelegd. Het souverei- niteitsrecht van Nederland wordt in beginsel niet aangetast, doch conventionneele beperkin- gen der Nederlaidscbe souvereiniteit paogen niet uitblijven. Door zich op te winder dient de Nederland sche pers de zaak der NederlandschBel gische verstandhouding in geen geval". HET NIEUWE GEBOUW VAN DE A V-R.O. Zaterdagmidadg is het nieuwe gebouw van de A.V.R.O., Keizersgracht 107 te Amsterdam officieel in gebruik genomen, in aanwezig- heid van de gewestelijke besturen. 's Ochtends had reeds een bijeenkomst plaats gevonden van de directie en het geheele personeel in de ruime recreatiezaal, boven in het gebouw geiegen. Bij monde van den heer J. H. Gilkens bood het personeel een gebrand- schilderd raam aan de directie aan, dat in een van de gangen is aangebracht ter viering van het- 10-jarig bestaan der A.V.R.O., dat samen- valt met de opening van het nieuwe gebouw. Namens de directie aanvaardde de heer Vogt dit geschenk. Hij herinnerde :y,aan, hoe er 10 jaar geleden zendtijd tc ->ver was. Slechts contanten ontbraken om dezen zend tijd aan te vullen. Maar de A.V.R.O. is snei bergopwaarts gegaan: in 1923 brachten de luistervinken een bedrag van 600 bijeen nu loopen de bedragen in de tonnen. Spr. is etrvan overtuigd, dat de gehoorzaamheid, waarmede het perscneel steeds de bevelen van de leiding heeft volbracht, bijgedragen heeft tot den bloei van de A.V.R.O. Bij de A.V. R.O. is het gezag altijd een centrale figuur den Raad hadden, zooals gewoonlijk, niet al te vqel haast; maar de secretarissen waren druk in de weer; ze zwierven de zaal rond en handdrukjes en hoofdsche buigingen waren aan de onde van den dag. Ik keek de agenda door. „Minderheden in Opper-Sileizie," las ik- „Verzoekschrift Herr von Schlamacher. Rap port van den Japansche afgevaardigde. Handel in Opium en andere verdoovende mid- delen. Rapport van den Italiaanschen afge vaardigde". Zoo ging het nog een punt of zes voort, maar daaronder kwam als nummer twaalf de volgende aankondiging, die ik met- een gevoel van opgetogenheid las: „Gift aani den Bond van Mr. Julius P. Hazelrig. Rapport van den Britschen vertegenwoordiger". Werktuigelijk gingen mijn oogen naar de deur, waardoor het publiek binnen kwam. Twee reusachtige zaalwachters versperden den doorgang, want binnen, in de zaal, was geen enkele plaats meer onbezet. De eenige andere deur was rechts van me, achter den zetel van den voorzitter. Die voerde naar onze tijdelijike kantoren cnophoudelijk klapte zij open "en dicht. Ik keek op mijn horloge. Tien over vieren. Alle leden van den Raad waren er nu, behalve de Spaansche afgevaardigde. Ik grinnikte zachtjes in mezelf bij eea ge- dachte, die bij me opkwam. Of eigenlijk was het eec visioen: Hazelrig, die zich voor de unieke gelegenheid stond op te tuigen, met Granby als gangmaker naast zich. Gelukkig dat we nog op tijd gekomen waren. Ik tracht- te me voor te stellen, wat voor indruk Hazel- rig's mededeeling straks zou maken. Hoe zou hij de zaak inkleeden? Als hij maar niet te braaf en te pathetisch ging doen. Die ont- wapenings-quaestie ging hem zoo diep. Per- soonlijk apprecieerde ik zijn eerlijkheid en zijn gewoonte, om zonder nadenken en zonder eenige valsche schaamte zijn gevoelens te uiten, natuurlijk buitengewoon. Maar genant was het soms w£l. En dit publiek was door de wol geiverfd en daardoor geweldig cynisch zoo gauw een spreker gevoelig ging doen, begcanen de menschen zich, instinctief, af te vragen, wat hij in zijn schild voerde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1