i'ei .leuzunsehe Courant Tweede Blad BIHHENLAKD BUITENLAH D LANDBOUWBE&ICHTEH. Vrijdag 23 Juni 1933. No. 9006 OUDERDOMSVOORZIENING VOOR MIDDENSTANDERS. EEN LAND ZONDER SCHULDEN. VAN BEZUINIGING BIJ DE KEURINGS- DIENSTEN. De Msto. verneemt, dat de beizuiniging bij de Keuringsdiensten door het Kijik zal wor den doorgezet. Echter stelt bet departement een onderzoek in cuiar bet aantal eventueel te emstig door de salarisregeling gedupeerden en wil bet tracbten daarin, zoo mogelijk bij overgarugsmaatregel te voorzien, DE NIEUWE ORIeNTEERING VAN DE S. D. A. P. In de commissie, welke voor den lsten October a.s. aan bet bestuur der S.D.A.P. verslag zal uitbrengem over de vraag, of, en zoo ja, welke veranideringen in verband met de gewijzigde oeconomiscbe en politieke om- atandigbeden in ibinnen- en buitenland in pro grams, besluiten en tactiek der partij aanlbe- veling verdienen, zal naar de s.-d. Arbeiders- pers meldt, bestaan uit: ir. J. W. ALbarda, voorzitter; J. F. Ankersmit, Ds. W. Banning, E. Boekman, mej. S. Groeneweg, E. Kupers, J. W. Mattbijsen, J. Oudegeest, J. E. Stakvis, Mr. J. in't Veld, K. Vorrink, J. v. d. Wijk en Mr. G. v. d. Bergb, lid-secretaris. HERDENKING VAN DEN SLAG BIJ WATERLOO. In Parkzicbt te Rotterdam beeft Dinsdag- avond een berdecking plaats gebad van den slag bij Waterloo. De bgeenkomst die georganiseerd was door bet voorloopig comitd tot viering van natio- nale gedenkdagen, beeft zeer veel belang- stellenden getrokken. De voonzitter van bet voorloopig comitd, Mr. W. A. C. van Dam, beeft de ibijeenkomst geopend met een rede, waarin bij- om. gewe- zen beeft op de beteekenis van den slag bij Waterloo. Spr. verzocbt de aanwezigen een oogeniblik op te staan om bulde te brengen aan de Koningin. Daama beeft Mr. Dr. H. H. A. van Gijsland Oosterboff, boofdredacteur van „de Rijkseen- beid" gesproken over:: „De nieuwe staat", In deze voordracbt beeft spr. een pleidooi gebouden voor den corporatieven staat. De volgenide spreker was de heer H. Beh- rens, kolonel van bet Ned. Indiscbe leger. Tenslotte beefit Ds. T. J. Hagen, gerefor- meerd predikant te Delft, een slotwoord ge sproken. A1 deze redevoeringen werden herhaaldelijk luide toegejuicbt. Met begeleidinig van muziek van de bar- monie-kapel van den Rotterdamscben Lloyd z(jn vaderlandsche liederen gezongen. Een sterke politiemacbt was rond Park zicbt" opgesteld. MAATREGELEN TEGEN INVASIE VAN BUITENLANDSCHE STUDENTEN? In antwoord op de scbriftelijke vragen van bet Tweede Kamerlid Mr. Dr. W. Westerman betreffende bet cemen van maatregelen van regeeringswege in verband met de inscbrij- ving in den laatsten tijd van buitenlanders als student aan Nederlandsche universiteiten, beeft de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenscbappen medegedeeld, dat blijkens een ingesteld onderzoek bet aantal buitenlanders, die zicb na 1 April j.l. aan een Nederlandscbe boogescbool of universiteit als student bebben laten inscbrijven, niet groot is. Sindis dien datum werden aan de R'ijksuniversiteit te Utrecht, aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam, aan de Vrije Universiteit te Am sterdam en aan de Roomscb-Katbolieke Uni versiteit te Nijmegen geen vreemdelingen als student ingescbreven; aan de Rijksuniversiteit te Leiden werd, evenals aan die te Groningen en aan de Tecbniscbe Hoogescbool te Delft, den buitenlandscbe student ingescbreven aan de Roomscb-Katbolieke Handelsboogescbool te Tillburg twee en aan de Nederlandscbe handelsboogescbool te Rotterdam acht. Daar evenwel rekening moet worden gebou den met de mogelijkheid, dat bij den aanvang van het nieuwe studiejaar een grooter aantal vreemdelingen dan tot dusver zicb zal doen inschrijven ,is bij de regeering in overweging, door aanvulling van de wettelijke bepalingen mogelijk te maken, de insobrijving van ben, die niet de Nederlandsche nationaliteit of bet Nederlandsche onderdaanschap bezitten, niet te doen plaats vinden. RIOJKSBIJDRAGE STEUNVERLEENING EN WERKVERSCH AFFIN G. Blijkens een mededeeling in het Weekblad voor gemeentebelangen heeft de Vereeniging van Nederlanidscbe gemeenten zicb terstond ibij; 't optraden van den minister van Sociale Zaken tot dien bewindsman gewend met een adres, waarin gewezen wordt op de moeilijkboden, welke de gemeenten bij de tegenwoordige regeling van steunverleening en werkverschaffing ondervinden. Door genoamde vereeniging is namelijk onlangs in een groot aantal gemeenten een onderzoek ingesteld naar daze regeling. Uit de naar aanleiding daarvan verkregen ge- gevens bleek, dat algemeen als zeer groot beziwaar wordt gevoeld de omstandigbeid, dat de gemeentebesturen niet tijdig weten welk percentage in de kosten van steimver leening en werkversdhaffing door het Rijk als subsidie worden vergoed. Het niet be- kend zijn der subsidiepercentage van het Rijk toch ontneemt den gemeentebesturen de mo gelijkheid om een goad inzidht te behouden in den financieelen toestand hunner gemeenten, betgeen voor een juist financieel beleid voora! in deze tijden niet zonder gevaar is te ach- ten. Elen tweede beziwaar is het uitblijven der betalingen van de suibsidiebedragen lang nadat is gadeclareerd en het subs i d i e -pe rc en - tage is vastgesteld. Een gemeentebestuur heeft medegedeeld, dat over 1932 ten aanzien van zijn gemeente nog geen enkele afrekening heeft plaats ge bad en dat de vordering op het Rijk van 1 Januari 1932 tot en met 25 Maart 1933 is cxp- geloopen tot 151.616,83. Door de omstandigbeid, dat de gemeenten uitkeeringen moeten doen, zonder dat zij de daarvoor toegazegde subsidie cntvangen, ont- staat bij velen een gabrek aan kasmiddelen. Gerwoonlijk dient men dan een aanvraag bij de Regeering in om een voorschot op de sulbsidie welk voorschot meestal wordt uitge- keerd. Dit stelsel van incidenteele uitkeering van voorschotten brengt, zoowel voor bet Rijk als voor de gemeenten, zoo vele administra- tievs bc?!cmimcringen met zich, met als ge- volg daarvan groote vertraging in de uitbe- taling der voorschotten, dat de gemeenten in zeer beperkte mate met dit systeem gebaat zijn. De vereeniging van Nederlandscbe ge meenten bepleit daarom een stelsel van perio- dieke voorschotten ten beboeve van alle be- trokken gemeenten, een stelsel, gelijk ook op ander gabied toepassing vindt, b.v. kracbtens de Lager Onderwijswet 1920 en den betreffenden algemeenen maatregel van bestuur van 4 September 1923, regelende de verhouding tusschen Rijk en gemeenten ten aanzien van vergoeding der onderwijzers- salarissen. Voor vaststelling van den precie- sen inboud van een dergelijike regeling deokt de vereeniging aan een bespreking biervan in de eontact-cominissie tusschen Rijk en gemeenten tnzake vragen betreffende steun verleening en werkverschaffing. NOODUITJKEERINGEN. Ingediend is een suppletoire begrooting van ibinnenlandscbe zaken voor 1932. Ter voldoe- ning van een toezegging wordt 200.000 uit- getrokken als onderstand in de bestrijding van kosten der proviaciale huidhoudiag van Drente. Bij het samenstellen van de begrooting voor 1932 kon niet worden voorzien, dat bet aan tal noodlijdende gemeenten in die mate zou uitbreiden, als in den loop van 1932 bet geval is gaweest. Verschillenide gemeenten bebben, ten einde baar begrooting voor 1932 sluitend te kunnen maken, een beroep moeten doen op 's Rijks kas. Hoewel verschillende aanvragen nog in onderzoek zijn, kan worden aangenomen, dat f 1000.000 voor 1932 in totaal zal moeten worden bestead. Een meerder bedrag van f 600.000 wordt aangavraagd. De post voor ondersteuning van buiten- lands verblijvende of <van daar in Nederland gekomen armen zal met f 2.550.000 worden overscbreden. Derbalve Wordt voorgesteld, dezen post met dat bedrag als crisisuitgave te verhoogen. Voorts is het aandeel van bet Rijk in de kosten der wachtgelduitkeeringen aan ver schillende werkgevers in den scheepsbouw verboogd van 25 tot 55 pCt. Dit maakt een verhooging van bet betreffende artikel met f 53.000 noodzakelijk. Door vermindering van andere posten wor den de gewone uitgaven tenslotte verboogd met 82.626. STEUNVERLEENING IN NATURA. In het dozer dagen gepubliceerde rapport van de commissie van advies inzake verstrek- king van steun in natura, komt aan het slot een hoofdstuk voor, dat gawijd is aan het overleg met de organisaties uit bet bedrijfs- leven. Behalve besprekingen met een aantal plaatselrjke organisaties, uit den bandel en pptroonsvakvereenigingen, zijn ook conferen- ties gebouden met de landeiijke middenstands- en werkgeversibonden. Inzonderbeid met de landeiijke organisaties is de commissie niet tot overeenstemming kunnen komen. De besturen van den Koninklijken Neder- landschen Midednstandsbond, den Nederland- sohen Roomscb-Katbolieken Middenstands- ibond, de Vereeniging van den Ohristeljjken Handeldrijvenden en Industrieelen Midden- stand in Nederland, den Nederlandschen Gros- sierSbond en bet Comite tot behartiging der belangen van de groot-winkeibedrijven in levensmiddelen in Nederland bebben aan de commissie van advies inzake verleening van steun in natura, indertijd het volgende schrij- ven gezonden: „Het door uw commissie aan de organisa ties voorgelegde plan en de daaromtrent in de beide conferenties verkregen nadere inlichtin- gen bebben nogmaals een punt van emstige overweging uitgemaakt. Hoawel ten zeerste erkentelijk voor het feit, dat uw commissie bij bet ontwerpen van baar plan uitgegaan is van bet standpunt, dat bet bestaande distributie-apparaat niet aangetast moet worden, bebben voorgenoem- de organisaties tegen het gekozen systeem 't principieele bezwaar, dat feitelijjk een deel der lasten van de voorzieningen ten beboeve van werkloozen en behoeftigen, welke op de geheele gemeenisdbap behoorten te drukken, zouden worden afgerwenteld op een bepaalde groep van bet bedrijfsleven, i.e. de fabrikan- ten of grossiers en kleinhandelaren, die be- trokken zullen worden in de boncirculatie. Naast deze bedenking hebben zij nog een tweede tegeniwerking van principieelen aard, n.l. dat uw commissie uitgaat van bet stand punt, dat de winstmarge in den bandel in- zonderheid onder de buidige ongunstige eco- nomiscbe omstanidigbeden toelaat om een hooge reductie van 4, 8 of 12 pCt. te geven. In de meeste gevallen is zulks absoluut on- mogelijk, zoodat bet door u ontworpen sys teem er toe leiden zou, dat met verlies moet worden geleverd. Deze principieele bedenkingen krijgen nog meer beteekenis door bet feit, dat in de prak- tijd inzonderbeid de z.g. volkszaken en haar leveranciers bet verlangde offer zullen moeten brengen, betgeen bovendien de bestaande concurrentie-verhoudingen voor deze groep ongunstig zal beinvloeden. Deze laatste overweging moet reeds tot de conclusie leiden, dat afgezien van de prin cipieele bedenkingen een uniforme korting voor alle branches en alle artikelen ten eenentmale onmogelijk is, daar gemoemde Volkszaken tengevolge van de concurrentie niet in staat zullen zijn, bet eventueel verlies door prijsverhooging op te vangen. Neemt men daarbij in aanmerking, de te verwacbten nadeelen, verbonden aan bepaalde ondendeelen van bet plan, waaromtrent niet in herhaling van de reeds mondeling gemaak- te opmerkingen beboeft te worden getreden, dan komen de vertegenwoordigende organi saties van den detail- en groothandel ook na nadere overweging tot de eenparige conclusie, dat uw commissie moet worden ontraden, bet ontworpen plan als resultaat van de baar opgedragen werkzaamheden aan de Regeering aan te bevelen. Overigens moeten de vorengenoemde orga nisaties u mededeelen, dat ziijt na op korten termijn gebouden beraad er niet in geslaagd zjjo, een oplossing te vinden, waaraan minder bezwaren zijn verbonden dan aan bet door uw commissie ontworpen plan. Hieraan moge nog worden toegevoegd de mededeeling, dat de Nederlandscbe Bakkers patroonsorganisaties hetzelfde standpunt ici- nemen." Wij vernemen nog, dat de vorengenoemde organisaties binnenkort onder het oog zullen zien, welke stappeci bij de Regeering gedaan zullen moeten worden ter voorkoming van de invoering van bet door de commissie- Lambooy, ondanks haar advies, aanbevolen stelsel van natura-bonnen. WIJZIGING WET BENZINEBELASTING. Om vermenging van motorbenzlne met petroleum tegen te gaan. Ingediend is een wetsontwerp, nadere wij- ziging van de wet van 19 December 1931 tot tijdelijke heffing van een bijzonder invoer- recht op benzine. Aan de memorie van toelichting wordt ontleend, dat, nu door de wet van 8 Juli 1932 een einde is gemaakt aan het gedeeltelijk ocit- gaan van de belasting voor motorbenzine door deze te vermengen met, tnabs mede aan heit bijzonder invoerrecht onderworpen „wbite Spirit" en andere aardolie-distillaten, welke een tusschenproduct vormen tusschen gewone benzine en brandpetroleum, de tegenwoordig als motorbenzine verkochte producten in vele gevallen blijken te zijn vermengd met 30 tot 40 percent petroleum. Door deze vermenging wordt wederom de benzinebelasting ontgaan en wel tot een bedrag van 2 cent per liter van bet mengsel. Zoo wordt de fiscus bena- deeld, worden de gebruikers bedrogen en wordt aan de groote benzinedistributiemaat- scbappijen, die aan deze vermenging niet mee- doen, deloyale concurrentie aangedaan. Voor gesteld wordt nu, de wet nader aan te vuflen met enkele artikelen, waardoor tegen deze vermenging strafrechterlijk kan worden opge- treden. Strafbaarstelling van de vermenging all een is niet voldoende, omdat die vermenging na het verbod niet meer in het openbaar zal plaats vinden en de dader dus in de meeste gevallen niet aanwijsbaar zal zijn. Om acb- teraf met zekerheid te kunnen vaststellen, of een partij benzine vermengd is met petro leum of andere tot bet gedeeltelijk ontgaan van de benzinebelasting gebezigde stof, zal volgens het ontworpen, aan de wet toe te voegen artikel 2bis voorgeschreven kunnen worden, dat petroleum en dergelijke bier te lande zicb in bet vrije verkeer bevindende stoffen voortaan steeds vermengd moeten zijn met een minimale hoeveelheid van biertoe aan te wijzen, niet te kostbare en voor het doel omschadelijk reagentia, die bij toevoeging van een zoodanige s'tof aan benzine mede in die benzine overgaan, zoodat die toevoeging dan steeds is aan te toonen. De bepalingen zijn dus bet middel om een verboden vermen ging, ook al wordt die niet daadwerkelijk ge- constateerd, te kunnen achterhalen en straf- fen. Door verleening van voorwaardelijke ver- gunningen voor petroleum en benzine, die voor vrijdomsdoeleinden of althans niet als brandstof voor motorrijtuigen, bestemd is, zal niet beoogde verhindering van bona fide gebruik worden voorkomen. Belangbebbenden krijgen voldoende tijd- ruimte om orde te op bun zaken te stellen. Door uitvoeringsvoorschriften zal er voor Wunnen woriden gezorgd, dat particubere verbruikers en bona fide transportonder- nemingen, zoo lang hunnerzijds geen verboden vermenging gepleegd of bevorderd wordt zicb om de samenstelling van door ben op normale Wijze aangeschafte of vervoerde petroleum en benzine niet behoeven te bekommeren. Het niet naleven van het verbod wordt ge- straft met ten hoogste vijfbonderd gulden boete voor elke, in strijid met zulk een ver bod, vermengde, in bet vrije verkeer ge- bracbte, ten uitvoer aangeboden, vervoerde of voorradige hoeveelheid van twintig hecto liter of gedeelte daarvan. MEENINGSVERSCHIL TUSSCHEN COUJN EN MADONALD Vaz Dias meldt uit Londen aan de N. R. Crt.: In conferentiekringen doet bet gerucbt de ronide, dat er een vrij ibelangrijk meenings- verschil is gerezen tusschen den voorzitter der conference, den Britschen eerste-minister Ramsay MaoDonald, en den voorzitter der door de conferentie ingestelde oeconomiscbe commissie, den Nederlandschen minister- president. Dr. H. Coiijn Naar verluidt zou Dr. Coiijn aan MacDonald hebben medege deeld, dat hij er de voorkeur aan geeft, de oeconomiscbe commissie op zijn eigen wijze te leiden en te laten voortwerken, en indien zich een crisis voordoet, deze naar gelang der omstandigheden op te lossen. Hoewel men niet nauwkeurig weet wat er tusschen beide staatslieden is voorgevallen, wordt al gemeen aangenomen, dat bet gerucbt er in elk geval op wijst, dat er iets aan de band is. Men neemt aan dat MacDonald eveneens den wensch koestert de behandeling van de mone- taire kwestie der conferentie uit te stellen tot de aankomst van den specialen gevolmach- tdgde van president Roosevelt, prof. Moley, en totdat de Ver. Staten een besluit hebben genomen t.a.v. de door Amerika te volgen geldpolitiek. NEDERLAND EN BELGIE. Een verklaring van Minister De Graeff. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt ons: Een der redacteuren van de Nation Beige heeft in Den Haag een onderhoud gehad met Z.E. jhr. de Graeff, Minister van Buitenland- sche Zaken, die den journalist op de vraag of hij er aan denkt de besprekingen met Belgie betreffende de herziening der verdragen van 1839 te hervatten, het volgende antwoord heeft gegeven: ,,Ik ben slechts sedert enkele weken minis ter van Buitenlandsche Zaken en heb het zoo ingewikkelde vraagstuk der verdragen nog niet kunnen bestudeeren. Bovendien is het de taak van de Nederlandscbe regeering, al- vorens zich met deze kwestie, waarvan ik het groote belang inzie, bezig te bouden, orde te brengen in hare financien en het evenwicht der Rijksbegrooting te verzekeren. Deze taak vergt aller eensgezindheid. Wij hopen dat deze eensgezindheid eveneens aanwezig zal zijn wanneer het er op aankomen zal de vraag- stukken, die onze twee landen betreffen, te regelen. De overeenkomst van Ouchy is een blijk van den goeden wil van Nederland, Belgie en het groot-hertogdom Luxemburg. Wij willen hopen dat uit de besprekingen te Londen een oplossing te voorsohijn komt, steunende op dezelfde principes als deze die bij de onder- teekening van de overeenkomst van Ouchy voorzaten. Indien men er te Londen anders over denkt dan is er toch niets dat Nederland en Belgie belet te tracbten het aantal onder- teekenaars van deze overeenkomst te ver- meerderen. Wat onze beide landen betreft, zij hebben zooveel gemeenscbappelijke belangen dat al- les in het werk moet worden gesteld om de vriendschapsbanden, die tusschen hen bestaan, nauwer toe te halen. Ik zal in mijn depar tement niets nalaten om de toenadering tus schen Belgie en Nederland in de hand te wer- ken. Ik ken uw land en houd er van. Wat mij betreft, ik zal mij inspannen, indien ik op den mij toevertrouwden post blijf, de goede relaties die tusschen uwe landgenooten en de mijne bestaan te bevorderen." Op de algemeene vergadering van den Kon. Ned. Middenstandsbond op 4, 5 en 6 Juli a.s. te Vlissingen, zullen o.a. eenige prae-adviezen worden uitgebracht. In bet prae-advies van den heer S. Rose- laar, lid van de Aig. Winkeliersvereeniging te Amsterdam, over: ,,De verzorging van den ouden dag van den middenstander" wordt be- handeld de noodzakelijkheid der ouderdoms- voorzieming voor middenstanders. Nadat spr. verschillende nuanceeringen der ouderdoms- voorzieningen, de pensioenwet 1922 en den toestand in bet buitenland besproken beeft, komt bij o.a. tot de volgende conclusies: „De verzorging van den ouden dag van den middenstander is een sociaaleconomische nood zakelijkheid. De bestaande Vrijwillige Ouderdomsverze- kering (z.g. V.O.V.) is niet in staat gebleken om in de leemte in onze wetgeving op af- doende wijze te voorzien. De middenstand dringe bij regeering en volksvertegenwoordiging onverwijld aan op in voering van „verplichte ouderdomsverzekering van middenstanders" zooveel mogelijk ana- loog aan de te wijzigen bepalingen van de Pensioenwet 191(2. Staatspensioen wordt niet aanvaard, omdat men bjj bet nemen van welke maatregelen ook verband beboort te leggen tusschen in- komsten en uitgaven. Indien naar de meening der regeering het buidige tijdsgewricht onverhoopt als een financieel beletsel, om tot practische uitvoe- ring over te gaan, zou worden aangemerkt, dan wordt ten minste op een zoo kort moge- lijken termijn bet principe wettelijk vastge- legd, docb wordt tevens uit billijkheidsgroepen het ambtenarenpensioen verminderd tot die pensioenuitkeeringen, waarop bun premie-bij- dragen bun bet recht beeft gegeven. In ieder geval beboort bet euvel der „cumulatie van pensioen" onafbankelijk van den stand der rijksfinancien binnen den korst mogelijken tijd gebeel te verdwijnen. Er beboort in ons land slechts §4n autori- teit tot bet uitkeeren van pensioenen bevoegd te worden verklaard en wel uitsluitend een instantie als bet Algemeen Burgerlijk Pen- sioenfonds of dergelijke, die uitgaat van de regeering, zoodat bet niet meer kan voorko men, dat een ander autonoom lichaam als een gemeente b.v. nog zelfstandig pensioenen (aan wethouders enz.) kan toekennen. Een goed functioneerende ouderdomsvoor- ziening' draagt bij tot bestrijding van de (alom gevreesde permanente) werkloosbeid, omdat de openvallende plaatsen door jeugdiger per- sonen kunnen worden bezet en brengt boven dien en veelal geen nieuwe kosten voor de ge- meenscbap mede, indien zulke werkloozen reeds door werkloozenkassen werden onder- steund. Uit een en ander volgt, dat door de invoe ring eener wettelijk verplichte ouderdomsver- zorging voor middenstanders voor een deel geen nieuwe eischen aan 's rijks scbatkist be hoeven te worden gesteld, daar niet alleen de foedragen voor werkloozensteun kunnen wor den verminderd, maar ook de uitgaven voor armlastigen beduidend geringer zullen zijn." Aan het prae-advies zijn tevens twee rap- porten gevoegd, een van den beer C. Struy- velt, alg. secretaris en leider van bet prov. middenstandssecretariaat voor Oost-Vlaande- ren te Gent over bet ouderdomspensioen in Belgie en een van den beer M. Oostwoud, secretaris van den bond van smedenpatroons in Nederland, over: uitbreiding der sociale verzekering tot de kleine patroons. DEMORALISATIE De positie van de Amerikanen te Londen wordt schrijft de N. R. Crt. steeds meer een openbare - merkwaardigheid. De Ame- rikaanscbe pers en vooral de Amerikaanscbe joumalisten ter conferentie bebben er nog slechts galgenhumor voor over. Men zegt, dat er on de Amerikaanscbe delegatie meer meenmgen vertegenwoordigd zijn dan de dele gatie leden telt De sarcastiscbe beoordeelin- gen die de leden soms aan elkaar wijden, blij- ven niet binnen een intiemen kring hangen; daarvoor zijn zij ook niet bedoeld. De tijd van revoluties en ontwrichting, zoo gescbikt om ons verwondering af te leeren, beeft bet nog niet zoover gebracht dat wij ons niet meer verbazen over betgeen Amerika ons aan al dan niet voor publicatie geschikte merk- waardigbeden op en om de conferentie te zien geeft. Dinsdag teekenden zich in het defoat in de monetaire boofdeommissie heel duidelijk twee ten opfeicbte van de nationale financieele politiek diametraal tegenover elkaar staande groepen af. Wij kunnen Amerika daarbij echter niet indaelen. Dit vertoomt nog heel aparte trekken. De dollar is er tot speel'bal gemaakt van de invloeden van een luidruch- tige politieke openbare meening en van de dagelijksche speculatie. De dictatoriale regee ring kijkt deize twee machten naar de oogen; en al naar bet resultaat daarvan regelt Zij, bet lot van het nationale betaalmiddel. Wij heb ben er bier reeds op gewezen, dat beursreac- lies het hoogste bewind in een dag van een stabilisatieplan kunnen afbrengen, nag ge- makkelijker dan dit ibewind afgebracbt is van zijn eerst stellig verkon'digden wensch den dollar te handhaven. Naar het pijpen van beurs en politieke groepen danst de dollar. Eigenlijk kan men het geen dans noemen. De drift gaat in een rich ting: naar beneden. Iedere stijging is een ongelukje waarop ge- melde macbten dad ook overeenkomstig rea- geeren. Dit is een spel, dat ook te Louden geen sympathie vindt. Als wij dus naar secundan- ten zoeken voor het standpunt dat Chamber lain Dinsdagmorgen in de monetaire commis sie verkondigde dan valt ons oog b.v. op een figuur in den acbtergrond als de Zweedsctoe professor Cassel, die in een ibetoog ter confe rentie feitelijk gezonde monetaire politiek ver- antiwoordelijk beeft gesteld voor den val van de prijizen. Het toli,ft nag altijd zonderling kiinken, ook al moesten wij er nog zoo aan gewend zijn als men een Britschen kanselier van de scbatkist hoort pleiten voor gemakkelijk en goedkoop crediet" als politiek voor de nationale banken, feitelijk dus voor het persen van geld in de circulatie voor het kunstimatig scheppeo van koopkracht, waaraan degenen wier herinne- ring een kleine twintig jaren ovenzien, zoo menig bitter aandeniken zullen hebben. Te Brussel in 1920 sprak Engeland niet zoo. En men zou moeten vermoeden dat de ervarin- gea, na 1920 opgedaan, weinig tot aanbeve- ling moesten strekken van dat systeem. Chamberlain sprak van deflatie, alsof gezonde monetaire politiek en de elementaire begin- selen van goede trouw als men in staat is die te handhaven, nu bij de hoofdzonden zou den moeten worden ingedeeld. 's Mididags heeft Chamberlain het niet goed gehad in de commissie. Het toegon -met°een Portugeescb betoog: Beter is het door gezon de middelen verder verval van de prijzen te verhinderen en de kosten met de prijzen in overeenstemming te ibengen dan te pogen de prijzen kunstmatiig omhoog te pompen. De- preeiatie van geld als middel tot prijsverhoo ging schept slechts fictieve waarden. Men moest oppassen voor credietinflatie. Stabili- satie vaei de betaalmiddelen was een eerste vereischte, en daarbij moesten de groote mo- gendbeden, die in aanmerking kwamen, voor- gaan. Wij willen geen kwaad zeggen van Portu gal, maar bet doet toch zonderling aan dat Engeland dit lesje van den Portugees in ont- vangst moest nemen. Krachtiger nog was mr. Trip. Vertrouwen moest bersteld worden, daar kwam bet op aan. Dan zou bet crediet vanzelf terug- komen. In dezen tijd, waarin niemand eredie- ten op langen termijn wil geven, en waarin cradieten op korten termijn een bektischen dans uitvoeren van markt naar markt, koopt bet beangstigde publiek staven goud. Wat had Gbamberlain bedoeld toen hij zeide dat de deflatie moest ophoudien? Moesten de regee- ringen hun begrooting niet in evenwicht bren gen maar met behulp van de centrale banken liever inflatie op touw zetten? Hij bield den Engelschen resoluties van Ot tawa voor die een ander oordeel uitspraken... Niet zachtzinniger sprak de Tsjech. De prijzen, zoo betoogde hij o.a. waren al begin- nen te dalen in 1928, toen bet crediet nog steeds toenam. Juist de ongekende omvang van het crediet bad het gebrek aan evenwicht veroorizaakt tusschen productie en verbruik. Na 1931 had de politiek al evenzeer meege- werkt, om het ongeluk te vergrooten. De po litiek, zoo merkte bij vinnig op, hield ervan de centrale banken tot baar werktuig te maken. Als men zegt, dat deflatie moet ein- digen dan lrjkt dit verdacht op de aanprijzing van het begin van inflatie. De eenvoudige man moet daar het loslaten van alle tuebt in zien, verwarring en vrees moeten bij het pu bliek daaruit ontstaan. Wat belpt het scheppen van crediet, zoo vroeg bij nog, als men geen macbt erover heeft of dat crediet wel op de goede wijze wordt gebruikt? Maar als de centrale ban ken ook nog te zeggen kregen over bet ge bruik der credieten dan werden zij feitelijk meesters over het oeconomiscbe leven van hun land Men ziet, het betoag van Chamberlain is op een manier uiteengeplukt, die nuttig en noo- dig was en misschien den Engelschman ook aan het denken heeft gezet; maar die ons tevens leert dat de discussie die 1920 te Brus sel een resultaat had opgeleverd aan welks definitief karakter twee jaar geleden nog nie mand zou hebben durven twijfelen, thans weer opnieuw, en van voren af £ian, begonnen is. Men kan er bij gaan wanhopen. Amerika tot monetaire vrijbuiterij vervallen, wat eens de onaantastbaarheid van zijn geW was in dienst stellend van de speculatie. Met infla- tei de speculatie opzweepend, en dan ook de verwachtingen dier speculatie bonereerend door stabilisatde, ruim twintig percent onder de normale waarde van het geld, en oak be neden de werkelrjke waarde van den dollar te weigeren, om den speculanten gelegeniheid te geven bun spel voort te zetten. En Enge land betoogen boudend, resoluties voorstellend waarover wiji ons bet oordeel der Engelsche financiers levendig zouden bebben kunnen voorstellen als eenige jaren geleden een Bal- kanstaat iets dergelrjks zou hebben venkon- digd. Men kan zeggen van deze conferentie wat men wil, en men kan oak zoo weinig van haar gelooven ,dat men zelfs baar mislukken met durft voorspellen maar in ieder geval lijkt baar nut bewezen nu Portugal en Tsjecboslo- wakije den Britschen kanselier van de scbat kist bovengenoemde terechtwijzingen moesten toedienen. Dan ontbreekt er het een en ander aan bet geestelijk evenwicht onzer wereld waaraan iets zal moeten worden gedaan. Heel noodig zelfs. Demoralisatie is een hard woord De vertegenwoordiger van Venezuela heeft in zijn redevoering ter Economische Wereld- conferentie verklaard, xiat zijn land in bet ge beel geen schulden had. Blijkens een pas verschenen statistiek van het Amerikaansehe departement van Handel heeft Venezuela niet alleen geen scbulden, maar een goudbezit van 4 dollar in gaud per hoof d der bevolking. Alle overige landen van Latijnsch-Amerika bebben schulden, die varieeren van 12 tot 135 gouddollar per hoofd der bevolking. DE STEUNREGELING VOOR DEN SUIKEEBIETENTEELT VOOR 1933. Elf gulden per 1000 kilo,. Naar men ons officieel mededeelt, zegt bet Dagbl. v N.-Br. en Zeeland, heeft de minister van Landbouw de commissie inzake steun aan den suikerbietenteelt gemacbtigd de voorbe- reidende maatregelen te treffen voor de uit- voering van de garantieregeling van den oogst- 1933. De garantie zal worden toegewezen over eenkomstig den volgenden maatstaf, dat na melijk als garantiebieten per bletenteler zul len worden aangemerkt een hoeveelheid over eenkomstig het gemiddelde van 80 pet. van den teelt 1929, van 80 pet. van den teelt 1930 en van 100 pet. van den teelt 1932. De voorgenomen steun zal zoodanig zijn, dat voor 1000 kilo normale bieten, aan de telers wordt gegarandeerd 11 per I0Q0 kilc netto. Deze toezegging beeft betrekking op bieten met een suikergehalte van 17 pet., met inacht- nemmg van een nader te treffen regeling, ge leverd op basis grootscheepswater en op de gebruikelijke condities van bet bietenkoop- contract. Onnoodig te zeggen, dat als garantiebieten alleen en uitsluitend in aanmerking komen de bieten, geteeld op Nederlandschen bodem en geleverd aan Nederlandsche fabrieken. Tevens deelt men ons mee wat nog nader bekend zal worden gemaakt dat de land- bouwers, die gerechtigd wenschen te worden tot levering van garanUebietea voor den eer- sten Juli 1933 daartoe bun aanvragen moeten indienen. Met aanvragen na dien datum zal geen rekening gehouden kunnen worden. DE RUNDVEETELLING. Het verzamelen der gegevens. Ten beboeve van de binnenkort te houden rundveetelling zullen de gegevens plaatselijk worden opgenomen door de zorgen van de plaatselijke Comimissies der Gewestelijke Var- kenscentrales, voor welke de opneming ge- schiedt door de secretarissen of leden der plaatselijke commissies of door andere, door die commissies aan te wijzen personen. De algemeene gegevens worden verzameld op hoofdkaarten, de bijzondere op bijkaarten, zoodat de gegevens van eenzelfde bedrijf wor den vermeld op een hoofdkaart en een bijkaart. Na invulliing worden de kaarten door den be treffenden veehouder en den opnemer onder- teekend en toegezonden aan de Gewestelijke Centrales der Nederlandsche Varkenscentrale die voor doorzending naar het bureau van de Commissie van voorbereiding voor de oprich-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5