GEMMGDE BEEICHTXM Pluimvoe-Kubriek. BOERDEKIJ BIJ DELDEN AFGEBBAND. aver de daarvoor noodige fondsen konden be- sohikkan. Aangezien dat niet bet geval is, moet met het beschiklbare bedrag getracht worden beboorlijk te voorzien in bet leivens- onderiboud voor de betrokken menschen. Aan- getzien bet bij voortgaan op den bestaanden voet verkeerd liep, beeft de Minister die amb- tenaren hierheen gezonden. Die hebben daar- na na van bun bevindingen rapport te bebben uitgebracht telefonisch medegedeeld welke regeling bier voortaan diende te worden ge- troffen en zij bebben dat schriftelijk beves- tigd. Daaiibij werd de loonnorm en bet uit te keeren bedrag aangegeven. Tevens bebben Burgemeester en Wetbou- ders, hoe ongaame ook, zich genoodzaakt ge zien voor te stellen de fabrieksarbeiders op geheel dezelfde wijze te behandelen als de landarbeiders. Het zijn gebeed dezelfde men- seben, waarvan een deel toevallig enkele jaren werkzaam is geweest bij. bet opbouwen vam de fabriek en die later nu en dan eens bij de fabriek voor korter of langer tijdelijk worden te werk gesteld. Het zijn menscben met gebeel dezelfde behoeften. Burgemeester en Wet- houders bebben daarom gezegd: we zullen bet besohikbare bedrag gelijkelijk tusscben deze menscben verdeelen, door aan ben straks de zelfde uitkeering te verstrekken. Burgemees ter en Wetbouders doen dit ongaame, maar zij acbten zieb daartoe genoodzaakt. De beer VAN BENDEGEM: Mijnheer de Voorzitter! Gezien wij bier thans een gewich- tig punt te bebandelen bebben, wil ik thans bier eens ronduit mijn meening naar voren brengen, boe ik over gebeel deze kwestie denk. Allereerst wil ik ail direct opmerken, dat het mij niet vreemd voorkomt, dat er thans financieele moeilijkbeden zijn. Want als men beziet dat de begrooting zoo duibieus mogelijk gesloten is, eigenlijk gezegd, met een tekort van ongeveer 4000, behoeft bet werkelijk niet meer betoogd, boe het komt dat er een fllink tekort zal zijn dit jaar. Want was de begrooting niet dubieus sluitend gemaakt, dan was bier nog een kleine 4000 te balen. Zoo zien wij, dat de redactie van de Axelsche Courant een beetje voorbarig is geweest om een der raadsleden een pluim op den boed te zetten, als zou bij destijds twee posten gevon- den bebben. Waint niets is minder waar dan dit. Ik beb bet al eens meer gezegd en zeg bet nogmaals: beide posten waren vogels in de lucbt. En Mijnheer de Voorzitter nu wil ik wel eens iets zeggen aan het adres van Burge meester en Wetbouders. Toen ik het prea- advies las, dan heeft bet mij verwonderd, dat bier door Burgemeester en Wetbouders zoo mooi over en langs de zaak wordt been ge- loopen. Dat zeg ik hierom, omdat ze in bet prea-advies steeds naar voren brengen wat de Minister wil. Dit bad ik liever anders gezien. Voor mij waren Burgemeester en Wetbouders edeier geweest als ze zelf dienaangaande met flinke voorstellen gekomen waren. Er wordt gezegd in bet prea-adviesDe steunnorm beeft de aandacht van den Minister getrokken; maar als Burgemeester en Wetbouders eens ronduit zegden, wij bebben ons bierover in verbinding gesteld met Den Haag; toen is deze zaak aan bet rollen gegaan, dan klonk dit voor mij absoluut een stuk beter. De VOORZITTER: Ik heb juist zelf gezegd, dat wij geschreven bebben. De heer VAN BENDEGEMNu zeggen Burgemeester en Wetbouders wel de Minister wil dit en zegt dat, maarBurgemeester en Wethouders moeten zeggen wat zij willed. Dan zullen we zien, dat het niet is gelijk een wethouder dozer dagen tegen een persoon zei, dat de steuncommissie voor geen verlagen is. Daar zitten gelukkig nog wel leden in die niet alleen met een zekere groep rekening houden, maar met de gemeenschap in zijn geheel. Evenwel moet het mij van bet hart dat bet mij verwondert dat Burgemeester en Wetbou ders niet met een voorstel komen om in de zomermaanden de steun een zeker percentage te verminderen en in den zeer drukken oogst- tijd eens een poosje stil te zetten. Ik zeg niet geheel de zomer verre van daar maar een zeker moment in den zeer drukken oogst- tijd. Nogmaals, eigenaardig komt het mij voor dat Burgemeester en Wetbouders daar niet over spreken. Ik beb daarstraks gezegd, men heeft met de Axelsche bevolking in zijn ge heel te rekenen. Als ik dat zeg, dan bedoel ik hiermee, dat het steeds niet opgaat, dat men door middel van belastingverhooging om te- korten te dekken maar steeds bij een breede schare van menschen het laatste weghaalt. Hoevele arbeiders zijn er niet, die na een heel jaar werken en sparen nog eens door middel van belasting bun laatste cent kunnen weg- brengen naar den fiscus? Dit zijn niet alleen de brave werkende arbeiders, maar ook de commissionairs, neringdoenden, kleine land- bouwers en zoovele anderen die bet steeds moeilijk bebben, waar men steeds wil balen, maar niet brengen. Daarom Mijnheer de Voorzitter, een begroo ting moet sluitend gemaakt worden door min der uitgaven en niet door meer inkomsten. Dan verwondert bet mij, dat Burgemeester en Wethouders hier wel met een definitief voor stel durven komen voor belastingverhooging en niet met een definitief voorstel om op alle uitgaven zooveel mogelijk en ter gelegener tijd te beknibbelen. Het moet natuurlijk niet zoo gaan als bij Gedeputeerde S-taten in Middel- burg. Die willen op salarissen van 2500 en daar beneden 6 korten en op salarissen boven de 2500 maar 3 en 4 Dat is na tuurlijk tegen den draad in. Men moet vol- gens mij besnoeien daar waar het mogeaijk en geoorloofd is. Dus niet de tactiek voeren van Burgemeester en Wetbouders, terwijl de finan- cien in Axel er zoo iberoerd voorstaan, nog eens trachten een kapitaal aan grond als parkeer- terrein te willen gebruiken, terwijl het nu in de kas door middel van verkoop voor bouw- grond kan terugvloeien. Mijnheer de Voorzitter, zoo zijn er meer dingen. Door mij en een paar andere raads leden is destijds tegen de ontwikkelingscursus gestemd, omdat wij meenden dat bet bedrag dat daarvoor uitgetrokken werd (/300) niet bet noodige resultaat zou opleveren. Wij zien, bet is verloopen zoo als wij voorspeld hebben. Ik ben er eens geweest, toen mijnheer Dijkwel voor een klas van 3 personen les moest geven en wel te midden in den tijd der werkloosbeid. Zoo zien wij, er zou wel kunnen bespaard worden dat ons nu ten goede zou komen. Verder, Mijnheer de Voorzitter, wil ik nog een opmerking maken en vragen boe bet komt, dat de moderae arbeiders, wel met den meesten steun er van door gaan? Als men beziet dat er in het eerste half jaar in totagl aan steun is uitgekeerd f 17.242 en in bet tweede half- jaar f 19.909 en dat daar de modemen met een bedrag van f 15.586 van door zijn met een totaal leden aantai van 235, terwijl de chris- telijke arbeiders maar 5000 meer hebben ont- vangen met een aantai leden met katholieken mee van 498, dus wat bet aantai steuntrek- keniden der Cbristelijken betreft meer dan eens zooveel in getal en dan maar f 5000 meer ge trokken dan de modemen, dan schijnt het mij toe, dat in hoofdzaak en vooral in den zomer de modemen het meest zonder arbeid zijn. Daarom, Mijnheer de Voorzitter, moet volgens mij dit eens goed onder 't oog worden ge- norfien. Want ik ben er voor, en ten sterkste, dat, wanneer iemand gebrek heeft, of geen arbeid, hem te steunen, maar wanneer wij zien, dat hier tusschen modemen en Christe- lijken zoo'n grodt verschil bestaat van steun- trekken, dan is bet voor mij niet overbodig, dat bier eens de vbM 'aandacht aan wordt ge- scbonken, want een modeme J 66,32 per hoofd en een Ghristelijke 741,69 per hoofd is voor mij een te grodt- Versfehil. Daarom, Mijnheer de Voorzitter, geloof ik, dat wanneer -er'HOs zomers eens een zeker percentage afging en de steunregeling werd stop gezet, en de- menscben gedurende den drukken oogsttrjd alleen steua ontvingen in- dien ze grondig kohden bewijzen dat ze geen arbeid konden vinden, er een gebeel andere toestand zou ggsbbapen worden. Daarom) Mijuheeh de Voorzitter, nogmaals als Burgemeester en Wetbouders met zulke definitieve voorstellen voor den dag waren ge komen, had ik dit althans veel beter geacht alls dat ze nu doen, want, Mijnheer de Voor zitter, neem me bet niet kwalijk dat ik bet zeg, dat ik het niet anders zie, of Burgemees ter en Wetbouders schuilen bier ten opeichte van dit punt achter den Minister. De VOORZITTER: Wij schenken bier kla- ren wijn en spelen volstrekt geen schuilvinkje. Verder moet ik toch opmerken, bet geheel ver- keert te vinden, dat een lid van Het Orgaan hier met dergelijke opmerkingen komt, aange- zien Het Orgaan de uitkeeringen gebeel in de band beeft. Artjkel 1 bepaalt, dat Het Or gaan steunt naar behoefte, tat een bepaald maximum, dat zijn de bedragen van 7, 8 en 9. Het ligt niet op den weg van Burge meester en Wetbouders om aan Het Orgaan voor te schrijven welke bedragen bet zal uit-. keeren en indian de heer Van Bendegem meent, dat gedurende de zomermaanden de steunuitkeering kan worden stop gezet moet dat uitgaan yan Het Orgaan, dat behoort niet tot de .bevoegdheid van Burgemeester en Wet bouders maar van Het Orgaan zelf. De beer ORTELEE wil naar aanleiding van bet betoog van den beer Hamelink nog eenige toelichtingen geven op de conferentie van Het Orgaan met die 2 ambtenaars. De VOORZITTER: Hetgeen daarin bespro- ken werd moet bij Het Orgaan blijven. De heer ORTELEE wilde het bebben over den gang van zaken, en daarbij enkele punten meedeelen, die nog niet behandeld zrjn, en die toch in bet licht diemen te worden gesteld. In de eerste plaats wijst bij er dan op, dat geen enkel lid van Het Orgaan te voren inge- licht was, dat daar 2 ambtenaars van bet Departement van Binnenlandscbe Zaken tegen- woordig zouden zijn. Wanneer we dat vooruit geweten badden zegt spreker hadden we er ons op kunnen prepareeren. Dan bad b.v. de beer Van Bendegem de loonlrjsten van bet door hem in den loop van het jaar uitbe- taalde loon eens kunnen meebrengen, maar die man wist, anverwacht voor dat onderhoud geplaatst wordende niets met zekerheid. Sprekende over onze arbeiders en de ben uit- gekeerde steun en de bedragen die in de groote steden betaald worden, zeide een der ambte naars: de diamantbewerkers zijn gewoon aan verdiensten van 100 per week, die kunnen we tocb niet met 25 naar buis sturen. Die moeten, in verband met bun behoeften meer hebben. De bootwerkers verdienen 30 tot 34, die kunnen we niet minder dan 21 steun geven. Ik wil ecbter vragen: zouden die loonen ook niet naar beneden gegaan zijn? Ik ben ook van meening, dat het weekloon voor de Axelsche arbeiders op minstens 15 beboort te worden gesteld. Die 2 ambtenaars meenden bet ecbter beter te weten en noem- den die berekening niet juist. Het is de scbuld van den voorzitter. Wanneer die eerlijk was geweest, had bij vooraf de leden van Het Or gaan moeten inlichten wie ze daar op de ver- gadering zouden ontmoeten. Neen, bet is niet eerlijk, het had moeten worden bekenid ge maakt, de voorzitter bad ons moeten waar- schuwen en dan had ieder onzer gelegenbeid gehad om zich te prepareeren op gegevens over de loonen. De heer Dieleman wist er ook niets van. We zijn om den tuin geleid. De VOORZITTER: Maar is dat nu emst van u, om den Voorzitter dezer vergadering te bescbuldigen niet eerlijk te zijn geweest en de leden van Het Orgaan om den tuin te beb ben geleid? Ik wist er te voren niets van, wanneer de heeren zouden komen. Toen ze zich aanmelden beb ik in het daarop met hen volgend gesprek de noodzakelijkheid gevoeld dat de heeren ook eens zouden spreken met de leden van Het Orgaan en bun den raad ge- geven van hun tegemwoordigheid alhier daar gebruik van te maken, aangezien Het Orgaan dien avond zou vergaderen. Het was inmiddels half 7 geworden toen onze conferentie uiteen ging en om 8 uur was het vergadering van Het Orgaan. Er is geen gelegenbeid geweest, om daarvan aan de leden van Het Orgaan vooraf mededeeling te doen, alleen heb ik toen dien avond gezegd: nu zijn ze er. Toen bebben de beeren inlichtingen ge- vraagd, en hetgeen ze reeds wisten bebben ze kenbaar gemaakt. Ik kan niet inzien op welke wijze ik in die kwestie oneerlijk zou zijn ge weest of de leden om den tuin zou hebben ge leid. Ik verwacht daarom van den heer Orte- lee dat hij. die woorden terugtrekt. De heer ORTELEE; Ik trek dat niet terug, ik zie dat zoo. U beweert, dat u het te half 7 pas wist en dat de vergadering om 8 uur foegon. Maar ze waren hier toch al een heelen dag? Ik geloof dat daarom niet. De VOORZITTER: Dan zal irk er niet ver der op ingaan. De heer SBGHERS verheugt zich, dat Bur gemeester en Wethouders overtuigd zijn, dat de gezinnen de uritgekeerde bedragen noodig hebben. Hij zou daarom gaame zien, dat Bur gemeester en Wethouders uitzagen naar een anlder bronnetje om op denzelfden voet voort te gaan; dat zou hjj het liefste zien. De VOORZITTER: Wanneer het er over gaat wat wij het liefste zouden wenschen, staan wij op denzelfden voet. De heer SEGHERS: Alleen met dat ver schil, dat er een ander middel is om in het geld te voorizien. De heer 't GILDE en de VOORZITTER: Wijs dat middel dan aan! De heer VAN KAMPEN zal het misschien eenigszins anders zeggen dan de heer Van Bendegem, do eh verklaart ook allerminst te- vreden te zijn over de houding van het college. Hij heeft er reeds bij de behandeling der be grooting op gewezen, dat de steunbedragen van dien aard waren, dat daarmede niet zou kunnen worden voortgegaan. De Voorzitter heeft toen beloofd, dat die kwestie onder de oogen zou worden geizien. We zijn nu eeu half jaar verder. Er is nu een voorstel, maar spreker gelooft, dat het college in deze aller minst zelf actief is geweest, doch zich bij het doen van dat voorstel heeft laten leiden door invloeden van buiten. De houding van Burge meester en Wethouders is in dit opzicht dus zeer zwak. De wetenschap die de ambtenaren van bet Departement omtrent de alhier gel- dende loonen door hun ondenzoek moesten verwerven, was aan Burgemeester en Wet houders toch al lang bekend? Dat het loon aan de ammonlakfabriek niet meer op f 20 's weeks is te handhaven en dat het levens- peil in het algemeen niet is te handhaven was toch voldoenide te zien, daarvoor behoefden toch niet 2 ambtenaren van het Departement over te komen? Spreker althans heeft dit al lang voorspeld, en het gevolg daarvan is, dat de steungelden zullen opgeteerd zrjn op het tijdstip dat een groote groep, die thans werk heeft, zich in het voor hen werklooze jaarge- tijde om steun moet komen aanmelden. Men wil nu het te vefwachten te kort gedeeltelijk halen uit belastingverhooging. Maar was het niet beter 'geweest het voor steungelden be- scbikbare bedrag te verdeelen over het ge- heele jaar? De arbeiders die in den winter werkloos worden zullen nu dubbel worden ge- troffen. Er wordt nu beweertd, dat de steunbedragen niet verlaagd kunnen worden, maar daartegen- over wil spreker er op wijzen, dat bet mis schien aanbeveling kan verdienen om er eens de aandacht op te vestigen, of wel alle werk- loozen actief zijn in het zoeken naar werk. En dat dit niet zoo is, is te bewijzen door het feit, dat arbeiders uit andere gemeenten hier werk vinden. Er is te weinig prikkel voor de ar- Ibeiders, om zelf voor het onderhoud van him gezin te zorgen. Er is hier ook gezegd, dat Burgemeester en Wethouders dezen last willen overhevelen naar de minst draagkrachtigen. Er werd door de steuncommissie en door het Burgerlijk Armibe- stuur in 1932 nog aan 18 tot 20 gezinnen met een inkomen boven 1200 steun verleend, met f 1100 tot f 1200 inkomen werden nog 14 ge zinnen gesteund. Al die gezinnen bebben dus in hun inkomen de kleine middetistanders verre overtroffen, ieder die niet blind is en zich niet op het klassebelang blind staart, moet overtuigd zijn dat er in de kleine kringen veel zorg is, doch dat is er eene waarvan zij die er toe behooren er eenparig een eer in stellen zichzelf te redden. En die menschen worden dan, door de voorstellen die in deze vergadering aan de orde komen nog verplicht ook andere menschen, die er niet zoo over denken, in het leven te houden. De heer 't GILDE: Zeer juist! De heer VAN KAMPEN weerspreekt, dat de toestand der werkloozen zou worden ver- minderd om tot een lageren loonstandaard te komen. Er is ook beweerd, dat juist verhoo- ging van het loonpeii een middel zou zijn om verbetering te brengen in de crisis, omdat die de koopkracht verhoogt. Maar zou dat dan geen eenzijldig middel zijn? Daar zou alleen wel bij varen de categorie die de hooge loonen ontvangt, doch de prijsstijging die van een en ander het gevolg zou zijn, zou ook moeten worden betaald door de categorie die geen loon genieten, die geen winst maken, zelfs verlies lijden. Dat hooge loonpeii zou dus komen ten laste van de groote groep die niets verdient. Het was integendeel gewenscht geweest, dat de vakvereenigingen in de laatste jaren eens een andere loonpolitieik badden gevolgd. Dan zouden vele patroons niet genoodzaakt zijn ge worden voortdurend personeed te ontslaan. Door den heer Hamelink is ook betoogd, dat de vooigestelde maatrege! zal leiden tot het ontstaan van een minder goeden toestand voor den middenstand. Dat is juist, maar die slechte toestand bestaat thans reeds. Alleen is de oorzaak die hij daarvoor noemt niet juist. Indien de menschen wat meer spaarzamelijk hadden geleefd, zouden velen niet in de afhan- kelijke positie waarin zij thans verkeeren, moeten leven. En de menschen die wel hebben getracht voor de toekomst te zorgen, zullen nu van de vruchten hunner spaarzaamheid nog moeten afstaan ter wille van hen die zonder meer bij. den dag hebben geleefd. Hij had het ook over de millioenen die in de kluizen der Nederlandsche Bank opgestapeld liggen, dat dadr geld ongebruikt ligt is het gevolg van de Internationale omstandigheden, die veroorzaken dat het zakenleven niet tot ontplooiing kan komen. Het beschikbaar stel len van dat kapitaal voor ondememingen wordt tegen gehouden door den onrust der tijden. Voor de geldmiddelen die de gemeente in dit jaar noodig heeft een geldleening sluiten helpt niets, dat zou alleen de lasten verzwaren. Dat zou alleen aanbeveling kunnen verdienen wan neer kon aantoonen, dat er een beteren tijd in het verschiet was. Maar, aangezien het te vreezen is dat we nog zwaardere tijden tege- moetgaan, zou het onverantwoordelijk zijn die toekomst nog met rente en aflossing van een dergelijke leening te belasien. De heer 't GILDE verklaart er evenzoo over te denken als de heer Van Kampen. In twee maanden tijd is de raad niet bijeen ge weest en deze boort er eerst van nu het ge- voteerde bedrag bijna is opgebruikt. Ook voor de raad is de taak zeer moeilijk. Hij benijdt de aware taak die Burgemeester en Wethou ders in deze benarde tijden hebben niet, al is ook bij bem twijfel gerezen of het college ten deze wel genoeg activiteit aan den dag heeft gelegd. Doordat wij, afgezien dan van de vergadering van de vorige week, in 2 maan den niet bij elkaar zijn geweest in welke periode de wildste geruchten de ronde deden omtrent den deplorabelen toestand der geld middelen en het op de begrooting voor steun uitgetrokken bedrag dat reeds buitengewoon geslnnken is, gezien de cijfers, worden wij thans als het ware voor een fait accompli ge steld. Is de taak van Burgemeester en Wet houders dus moeilijik, niet gemakkelijker wordt zjj voor ons raadsleden. De moeilijkste en zelfs schier onoplosbare problemen worden ons voorgelegd. Het gemakkelijkste in dezen tijd is het ge- hoor te geven aan de ,,vox populi" en een eeozijdige houding aan te nemen. Maar al is opponeeren gemakkelijk en dankbaar voor de publieke tribune, nooh de gemeente, noch de Staat en de gemeenschap is met zulk een houding gebaat of gediend. Wij zullen ons daar dan ook voor wachten. Wij streveci er niet naar om door onze houding bij iemand. wie ook, hetzij hoog of laag in het gevlei te komen. En al is vooral in deze dagen voor de waarheid moeaelrjk een herberg te vinden, de bittere werkelijkheid dwingt ons, daar met beide beenen midden in te plaatsen en den emstigen toestand onder het oog te zien. Wij constateeren dan dat het niet meer gaan zal op deze wijze te blijven voortgaan, willen wij inzonderheid ook de nog werkende arbei- dersklasse en de ploeterende mdddenstander- tjes niet nog zwaarder treffen. Of de belas-4 tingen zullen moeten worden herzien, of de steunuitkeering verminderd, beide uitermate pjjnlijk te besluiten. Temeer, gezien den onwdl bij de hoogere autoriteiten om gehoor te geven aan de roep- stem die reeds zoo dikwerf van verschillende gemeenteraads-college's en inzonderheid van Axel is uitgegaan om bezuiniging. Dat alles heeft tot dusver weinig weerklank gevonden. 't Is zelfs zoo sterk naar ik uit de beste bran vemam dat een hoogst verantwoor- delijke autoritedt, wanneer hjj. zich dan metter- daad plaatselijk van den toestand komt ver- gewissen in overweging geeft maar nog eens opnieuw te bezuindgen op de salarissen van het lagere gemeentepersoneel, terwijl de sala rissen van Burgemeesters en Secretarissen, etc. wel met 25 k 30 procent zouden moeten verminderen in verband met de dienst- prestatie's en tijdsomstandigbeden. De houding van deze verantwoordelijke menschen laat zich moeilijk indenken. Hij zou willen vragen of nu de deputatie die hier vanwege het Departement is geweest eigener betweging is gekomen of dat Burge meester en Wetbouders schoorvoetend en uit vrees zelf hamdelend op te treden hunne be- middeling. hebben ingeroepen om de raad de voile verantwoordelijkheid te geven. Met zijn- fractiegenoot heeft hij dezen in- druk, zonder dit te kunnen bewijzen en zelfs hoopt hij Hdti het anders en niet zoo is. Hoe het echter zij de raad moet en mag niet teruigdeinzen voor de bittere werkelijkheid en zal daadwerkelijk dienen op te treden. De belastingen zijn drukkend genoeg. Hij weet in zijn buurt arbeddersmenschen die in twee jaar nagenoeg niets hebben verdiend en die toch schreeuwend hooge belastingen moe ten betalen. Voor de heer Hamelink is het gauw opge- lost. Die wil het halen in de kluizen van de Nederlandsche Bank waar zoovele kapitalen liggen opgestapeld en aan de ondememingen onttrokk-en worden. Maar ,ook de kluizen van het N.V.V. en van de kapdtalistische soeialis- tische verzekeringsbank bergen twintigtallen millioenen aan baar geld en kapitaal om van de groote kapitalisten in de S.D.A.P. maar te zwijgen. Spreker vraagt kunnen wij daar de door den heer Hamelink gevraagde leening plaatsen? Daar is toch geld genoeg! Inderdaad, maak geen gemeenschapsgevoel en die heeren maken er zich af met te zeggen: ,,wij zijn geen phd- lantropische ondememingen!" en zij steken hun geld in ,,kapitalistische" instellingen met de grootst mogelijke rendabiliteit en zelfs in oorlogsleendngen. Loonsverlaging is in/derdaad geen der meest aanbeveleuswaardige middelen. Vele sociaal- democratische wethouders, raadslieden en staatslieden zijn daar echter mee begonnen. Daar zijn honderden voorbeelden van. Zoo is het ooik met de verlaging der steun norm en. Maar zijn die te handhaven als men de door de tijdsomstandigheden verlaagde prijzen van allerlei eerste levensbeihoeften in oogenschouw neemt. Aardappelen zijn geen geld waard, eieren en vele andere artikelen beneden v6or-oorlagsche niveau. De econo- mische inzinking is zoo geweldig, dat deze normen niet zjjn te handhaven. En toch roept de heer Hamelink uit: wij moeten met die twintig millioen van het N.V.V. het loon op peil houden! Is het niet bespottelijk om daar- over te durven spreken, nu alles reeds zooda- nig is gedaald in prijs. De VOORZITTER verzoekt den heer't Gilde niet te ver op deze wijze voort te gaan. Er moet geen politick bij te pas komen. De beer 't GILDE: Met de belasting- verhoogingen die de consequentie van de heer Hamelink's geldwegsmijterijen zijn treft men tenslotte niet in het minst, maar nog des, te enger de klasse des volks wier vertegenwoordiger hij heet te zijn, omdat wij nu eenmaal ook de socialistische of communistische wetgeving missen die ons in staat stelt een greep te doen in de brand- kasten der z.g. „kapitaldsten". Het geld halen waar het zit willen echter de sociaal- democraten niet. Deze fabel gelooven zij zelf niet, want zjj zouden dan bij hun eigen instel lingen moeten beginnen. Overal waar het socialisme heeft geregeerd en daartoe geroe- pen wordt zien wij de desillusie zich voltrek- ken. De VOORZITTER kan niet toelaten op deze wijze verder te gaan. De heer 't GILDE: Door de belasting verhooging treft men ook de arme jnenschen die door verschillende omstandigheden in een nieuwe woning zijn verzeild en 30 tot f 40 aan personeele belasting moeten betalen. De voorstellen van den heer Hamelink zijn on- waarachtig en misleidend en al is ook het voorstel van Burgemeester en Wethouders een paardenmididel, de nood stelt ons nu eenmaal voor de noodzakelijkheid een emstig besluit te nemen en wij zullen als eerlijke menschen deze met een pjjnlijk gevoel hebben te aan- vaarden, omdat wij niet anders kunnen. (Wordt vervolgd.) PONT OVERBELAST EN OMGESLAGKN. De pont aver de Goot te Kampen is om- geslagen, ten gevolge van overbelastinig. Het vaartuig bleek niet bestand tegen een met booi beladen vrachtauto. De auto is inmiddels op- gevischlt. Het gevaar van kantelen van deze ponten is lang niet denkbeeldig meldt ,,Het Volksblad". De arbeiders, die dagelijks van en naar het Kampereiland varen, voor de werkverschaf- fing, gaan in grooten getale met fietsen op de ponten mee. Het aantai arbeiders, dat geregedd met een boot van het Ganzendiep vaart, bedraagt ge- middeld 70. Zwaar overladen trekken de booten dan over den Usel. Het is hoog tijd, dat de politie hier toezicht houdt. LIJK OPGEHAALD. De rivierpolitie te Rotterdam heeft het lijk opgehaald van den 18-jarigen Pool S. C., die op den tweeden Pinksterdag overboord was ge- sprongen van het stoomschip „Loke", waarop hij als stow-away was meegekomen. EEN VONDST. In de eteenbakkerij van den heer Zeegers te Schaik nabij Oss is Zaterdag een zeer merk- waardige steen opgegraven. Bij nader onder- zoek bleek deze steen gedeeltelijk uit mafmer te bestaan en een gewicht te hebben van ruim 3000 K.G. Hij was 2 meter lang en had een dikte van 1.50 M. De steen is overgebracht naar notaris Bijvoet te Bercem, welke bem nader zal onderzoeken. Zondagavond is door onbekende oorzaak de boerdarij afgebrand van den landbouwer J. Roetgenink te Wiene (gem. Ambt-Delden) De schade wordt door verzekering gedekt, ZELDZAAM JUBILEUM. De heer K. Potmeer te Hengelo zal heden (Woenisdag) den dag herdenken, waarop hij voor 60 jaar aan de Machinefabriek Gebr. Stork en Co. N.V. werd verbonden. SMOKKELAAR DOODGESCHOTEN. Zondagmiddag werd in het nabij Venlo ge- legen grensplaatsje Straelen de 21-jarige smokkelaar Bergmann, terwijl hij enkele pon- den smokkelwaren venvoerde, door een douane- beamtote doodgeschoten. Toen de jongaman, die zich op den grooten rijweg bevond, de douane ontwaarde, sdoeg hij onmiddellijjk een zijpad in en zette bet op een loopen. Per rijwiel zetten toen de douane- beambten de achtervolging in. Bijna hadden zij den man ingehaald, toen deze plotseling in het bosch sprong. Aan de waarschuwings- schoten, die afgegeven werden, stoorde de man zich niet, waarop de grensbeambten op den jongeman ricbtten. Een der schoten had doel getroffen en toen de grensbeambten bij den man aangekomen waren, bleken de levens- igeesten reeds geweken te zijn. Ook de dokter kon niet anders dan den dood constateeren. GRONDVERZAKKING IN Z.-LIMBURG. Zaterdagnaoht is in de nieuwe spoorlijn Sohaesberg-Simpelveld nabij de Eygelshove- ner molen te Eygelsboven, een groote grond- verscbuiving voorgekomen. Over een breedte van circa 50 M. zijn eenige duizenden M3. gronid, in hoofdzaak leemgromd, versohoven, met het gevolg, dat de beek aan de Oostzijde van den spoordijk heelemaal dicht liep en bet water aan de overzijide van den spoordijk geen afvoer kon vinden. Dank zij het aanwezige reserve-riool kon het water hierdoor weer spoedig worden weggevoerd. De molenaar van den Eyigelshovener molen had, als gevolg van de instortinig, geen water voor aandrijving van zijn molen. Men heeft daarom van Zater- morgen af en verder den geheelen Zondag met man en macht gewerkt om de alleTnoodzake- lij'kste herstellingswerken te verrichten. Maan- dag was men zoaver gevorderd, dat het water wederom zijn gewonen loop had en de mole naar zijn bedrijf weer in werking kon brengen. Over de juiste oorizaak van deze verschui- ving kon men nog niets met zekerheid ver- klaren. Vermoed wordt, dat de regenval ge durende de maand Mei, den aard van den grond ter plaatse in aanmerking genomen, niet vreemd is aan deze gronidveirschuiving. Persoonlijke onigelukken kwamen niet voor. Doch voor de Nederlandsche spoorwegen is deze verschuiving een niet onaamzienlijke schadepost. Vragen deze rubriek betreffende kunnen door de abonn^'s worden gezonden aan Dr. Te Hennepe, Diergaardesingel 96a, Rotterdam. Postzegel voor antwoord ingluiten en blad vermelden. DE TENTOONSTELLING TE BERLIJN. Vorige week schreef ik reeds over de nieuwe richting welke men in Duitschland op land- bouw- en pluimveegebied uitgaat en den groo ten invloed welke deze opleving van den boe- renstand ook op het bezoek der tentoonstel- ling heeft. Ik kan niet anders zeggen dan dat het publiek op de tentoonstelling zoowel als in de stad in een echte Mei-stemming ver- keert, hoopvol en opgeruimd. Wij laten ge heel in het midden hoe of het in de toekomst zal gaan en constateeren alleen maar wat we thans zien. Een geweldige entree voor de tentoonstel ling vormde de bloemententoonstelling. De Primavera te Rotterdam heeft een intematio- nale reputatie en behoort tot de mooiste wat men op dit gebied bewonderen kan, de ten toonstelling te Berlijn is echter weer veel grooter en grootscher. Een heele laan van hoog opgeschoten berkenboomen in het mid den, verderop boschjes met dennenboomen en daartusscben de enorme bedden met bloemen, vijvers, fonteinen enz. De zaal zelf heeft een oppervlakte van 20.000 vierkante meter en is vrijwel geheel gevuld. Op het tentoonstellingsterrein krioelt het van de menschen en hoewel de lift van den radiotoren midden op het terrein voortdurend snel den 150 M. hoogen toren opstijgt, en weer neerdaalt, moet men toch iy2 uur wachten eer men kans krijgt op een plaatsje naar boven. Het uitzicht vanaf den toren is overweldi- gend, zoowel over het uitgestrekte terrein der tentoonstelling met haar bont gewemel van vlaggen, vaandels en gebouwen. als van de beroemde automobiel-racebaan, de zgn. Avus- baan, 20 K.M. lang, waarvan de keerbocht juist bij het terrein der tentoonstelling ligt. Vanuit het keurig ingerichte restaurant op halve hoogte kan men al lunchende op zijn gemak de groote intemationele auto-rennen volgen, het conoours-hippique beschouwen en genieten van het gekrioel daar beneden. Ook in de stad zelf bespeurt men overal de Mei-stemming van den landbouwenden stand. Hoewel Berlijn lang niet zoo'n internationalen naam heeft als Parijs, is het leven der bezoe- kers in de verschillende gelegenheden tot ont- spanning er veel uitgebreider, vroolijker en gemoedelijker. Ik had te Berlijn een vergade ring uitgeschreven van de bestuursleden der Internationale Vereeniging van Pluimvee- Wetenschap, zulks met het oog op de laatste regelingen voor het Wereld-Pluimvee-Con- gres te Rome in September a.s. Uit verschillende landen waren de leden op- gekomen en alien, die Berlin niet kenden, hebben verbaasd gestaan over deze stad en bet vroolijke leven van het uitgaande publiek. Een zeide mij: „Ik dacht dat Parijs een stad was, maar ik moet toegeven bij Berlijn verge- leken is dat niet veel". Als men 's nachts om twee uur genoeg beeft van het dansen in de stampvolle dancings ga dan eens probeeren in een reuzen cafe als bet Haus Vaterland op den beroemden Fotzdammer Platsz een plaatsje te krijgen, Geen kans op, tot diep in den morgen alles vol en vroolijke muziek. Dit alles lijkt ons onbegrijpelijk, wij zitten diep in de put en dat drukt op het geheele uitgaande leven in Holland. Wij denken dat het in Duitschland nog erger moet zijn en dat is het waarschijnlijk ook wel, maar het gezicht van een groote stad als Berlijn is beslist heel wat opgeruimder dan vele andere steden in Europa. De landbouwende stand heeft het er bij deze gelegenheid eens van genomen, zij heeft weer hoop op de toekomst. Eigenaardig is ook het totale verschil in opvatting om trent de handelsverdragen, invoer-bemoeilrj- kingen enz., die mij uit gesprekken met ver schillende autoriteiten duidelijk werden. Ook hier vermeld ik alleen wat men mij daarom- trent mededeelde, kritiek laat ik terzijde. De Duitschers staan op dit standpuntDe lan den in Oost-Europa met 'n bevolking, die zeer lage loonen trekt een zeer extensieve land- Ibouw, kan eieren produceerem waartegen geen der landen in West-Euro pa kan concurreeren. Het zqn echter alle kleine, minderwaardige eieren. Welnu, deze worden voortaan niet meer op de Duitsche markt toegelaten en men schakelt dus deze concurrentie voor alle landen van West-Europa uit. Uit de landen van West-Europa worden alleen groote, mooie, eerste kwaliteitseieren toegelaten. In het voor- bqgaan vermeld ik even dat er in ons land onder de plulmveehouders een leelijk misver- stand ontstaan is, doordat men dacht dat de nieuwe importbepalingen alleen voor Holland golden. Dit is niet juist, de meer gunstige be- pallngen ten opzichte van den eier-invoer in Duitschland gelden voor alle landen met het meestbegunstigingsrecht, dus ook o.a. voor Belgie, Denemarken en Finland. Deze landen blijven dus ook thans onze concurrenten op de Duitsche eiermarkt. Dr. TE HENNEPE.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 8