VAN HOOGTE VAN 8 METER GEVARLEN. T' Ifcui GEMEEN TERAAD VAN TER NEUZEN. Maandagmiddag zijn de 23-jarige J. H. en de 21-jarige P. S., beiden afkomstig Uit de ge meente Schore en werkzaam bij de sluiswer- ken te Hansweert, van een hoogte van onige- veer 8 meter gevallen en terechtgekomen op een ibetonivloer. H. is daarbij licbt gewonid, dock S. beliep zware inwendige kneuzingen en is in zeer emstigen toestand overgabracht naar bet ziekenhuis te Cioes. VERKEERSONGEV ALLEN. Maarudagavond is een vracbtautx) uit Capelle a. d. IJssel op de Hertog Govertkade te Delft tegen een verkeerspaal aangereden. Een zij- kant van den auto werd af gerukt en negen werklieden, die in den auto zaten werden op straat geworpen. Een van hen, H. v. d. G. uit Capelle, kreeg een ruggegraatfractuur en is in zorgwekkenden toestand naar bet zie kenbuis vervoerd. De overdgen kwamen er betrekkelrfk goed af. Op den rijksweg te Arcen (L.) is de 19- jarige dientbode G. A. Dinsdagmorgen bij bet ©versteken van den weg door een auto aan gereden. Het meisje liep daarbij zware in wendige verwondingen op en is kort daama overladen. HET BERGINGSWERiK VAN DE LUTINE. Naar men uit Tersobelling meldt, is de ber- gingstoren thans geheel gereed. In den loop van deze week, wanneer de weerbericbten zoo gunstig blyven als op bet oogenblik, zal de toren op de Lutine worden neergelaten. DE ZAAK NIJENRODE. Men meldt uit Amsterdam: De instructie in de Nijenrode-zaak is nog steeds niet gesloten. De rechter-commissaris, Mr. Smis, is dag in dag uit bezig de ver- scbillende verdachten in deze omvangrijke af faire te hooren. Ook wordt een groot aantal getuigen voorgeleid. Het dossier beeft een zeer grooten oanvaug aangenoaneii. Eenigen tijd geleden is de gebeele sohijn- inbraak op het kasteel wederom gerecon- strueerd. Per auto zijn de verschillende ver dacbten onder toezicbt van de rechercheurs Looman en de Weil6 naar bet kasteel Nijen- rode gegaan. Ook de officier van justitde Mr. Dr. J. A. van Thiel en de eubstituut-officier Mr. Van Dulleman en de rechter-commissaris Mr. Smits waren aanwezig. De drie inbrekers hebben gedemonstreerd welken weg zij gevolgd zijn en hoe zij door bet raam door middel van verbreking van twee ruitjes zijn binnengekomen. Voorts hebben zij nogmaals uitvoerig ibeschreven wat zij dien nacbt binnen het kasteel beibben gedaan, en wat zij zooals zij beweren op last, beibben medegenoanen. De justitie is bezig een uitvoerig anderzoek in te stellen naar de financieele manipulaties van den beer O. v. N. Men gaat uit de boeken na hoe zijn zaken v66r en tijd ens het gebeurde met de schUderjjen stonden. WaarschyMyk zal hier een accountant te werk worden gesteld. De beer O. ontkent nog steeds. Het Hof beeft onlangs het door zijn verde- diger Mr. Muller Massis gedane verzoek tot in- vrijheidstelling afgewezen, zoodat hij in voor- loopige bechtenis biyft. Ook de andere vendachten ibevinden zicb nog steeds in bechtenis. GEZONKEN DUIKBOOT GEVONDEN. Letlandsche vissohers hebben, met bebuilp van duikers, tusschen Windau en Michel- sturm een tijdens den wereldoorlog in de Let landsche wateren vergane, nog goed gecon- serveerde duikboot op 20 M. diepte aange- troffen. In Letlandsche miiitaire kringen onderstelt men, dat het de Duitache duikboot C 26 of 57 betreft. Dezer dagen zal het schdp worden gelicht. EEN SPRINKHANENPLAAG TE WARSCHAU. In de wojwode Warsohau is een enorme vlucht sprinkhanen waargenomen. Zondag vlogen zij over een voorstad van Warschau. De wolk van vliegende sprinkhanen was zoo dioht, dat gedurende een uur en 20 min. de geheele lucht bedekt was. DE „ROODE MAAGD" VERMOORD. Het 19-jarige Madrileensohe meisje, Hilde- gart geheeten, dat den bijnaam van „de roode maagd" had, is op tragische wijze aan haar einde gekomen. Zij is dood in haar huis aan- getroffen, door haar moeder vermoord. Hildegart, die haar bijnaam droeg met spe- ciale toestemmimg der Spaansche regeering een feit zonder precedent in Spanje was bekend als een „wonderkind". Zij studeerde medicijnen, behaalde verscheidene diploma's, doch gaf de studie op om zich aan het houden van lezingen te wijden. Op zestienjarigen leef- tijd hield zij lezingen over sexueele vraag- stukken en sociale problemen, welke de medici verbaasd deden staan en de openibare meening choqueerde. Later ging zij tot het commii- Msme over. Het heet dat de moeder haar kind heeft kioodgeschoten uit geexalteerde liefde. Zij vreesde dat haar kind haar spoedig zou ver- laten. STRENGE KOUDE, VORST EN SNEEUWVAL. Naar uit Rio de Janeiro gemeld wordt, heerscht in Brazilie een ongewone koude. De tabaksoogst in den staat Minas Geraes is bijna geheel vemield. De koffieoogst in den staat Sao Paulo heeft emstig te lijden gehad. Ten slotte wordt uit den staat Rio Grande do Sul vorst en uit den staat Parana sneeuwval gemeld. 'N HOLLANDSE MINISTER EN DIOGENES. „Zuit-Afrika" schrijft: Wat een Afrikaansch journalist van Jhr. De Geer schrijft naar aanleiding van het indienen van een wet op de weeldebelasting: „Die Hollandse minister van finansies is 'n man wat net soos Diogenes, die wijsgeer van ou Griekeland, glo in die weldaad van die ontibering. Hy het, soos die legende meld, in 'n ton gewoon, Diogenes, nie die Hollandse minister nie. Water het hy gedrink en niks anders nie. Sy vemaamste kos was die brood- afval van andere, en toe hy eenmaal 'n seun water uit sy hand sien drink bet, het hy ook die kelkie afgeskaf en voortaan, net soos die seun, gemaak. Ons het gelees, dat hy ge- lukkig was, die wysgeer, en ons glo dit van- dag nog, en dit is nie min nie in hierdie eeu van twyfel en sinisme. As ons almal nie meer die weelde en oor- daad as 'n onafskeidelike deel van ons lewe beskou nie, sal ons dan minder gelukkig wees Ik glo dit nie. Ons gaan piekniek, die berge in, en geniet, terwijl ons al die dinge onbbeer wat ons tuis nie kan mis nie. Ons gaan zelfs na die strand of iewers met vakansie, en ons geniet, hoewel ons dit nie het soos tuis nie. As ons terugdink aan die tyd toe ons nie alles kon he soos vandag nie, moet ons onsself dan nie beken dat ons toe tog ook die lewe geniet het nie? Ons sal baie weelde moet opgee, of ons nou wil of nie. Die ou goeie tye sal in die eerste jare seker nie weerkeer nie. MEISJE UIT ALPHEN VERMIST. De heer L. van der V. te Alphen a.d. Rijn heeft bij de poiitie aldaar kennis gegeven van de vermissing van zijn 19-jarige dochter, die Dinsdag naar Den Haag is vertrokken en den daarop volgenden dag niet, overeenkomstig de afspraak, is teruggekeerd. Het meisje was door een vrouwelijike ingezetene van die ge meente verwezen naar een kennis in Den Haag, die werk voor haar zou hebben. Toen v. d. V. Woensdag naar het adres van deze kennis informeerde, wilde de bemiddelaarster dat echter niet meedeelen. Daarop werd de pobtie in den arm genomen. Tegenover deze noemde de vrouiw een adres in de Louise de Cohgnystraat te Den Haag, docb bij navraag bleek bet meisje zioh daar niet te bevinden. De Alphensche poiitie heeft zich thans met de Kinderpolitie te Den Haag in verbinding gesteld en namens den vader van het meisje haar opsporing, aanhouding en voorgeleiding verzocbt. EEN AVONTUURLJJKE PRINS. Dezer dagen werd in een hotel te Nice prins Nicolaas Karageorgewitsj, een neef van koning Alexander van Zuid-Slavie, dood in bed aan- getroffen. Hij had een te groote dosis mor phine genomen en was tengevolge daarvan overleden. De prins heeft een brjzonder avon- tuurlijk leven geleld. Hij was de zoon vein prins Paul, generaal in Russischen dieyst en broer van Peter I, koning van Servie; zijn moeder was een Rus- sische prinses. In 1895 kwam Nicolaas ter wereld; 'na de gewone opvoeding, die aristo- craten in dien tijd kregen, te hebben genoten, werd hij cavalerie-officier en gedurende den oorlog was hij bij den vliegddenst. Tijdens en na,de revolutie bleef hij in Rus- land en bracht een paar jaar als gevangene in Siberie door. Zijn vrouw, een Spaansche, was hem behulpzaam bij zijn vlucht uit het vaderland, die in 1924 plaats had. Hij kwam in Marseille terecht en zwierf sindsdien tusschen Parijs, Nice en de Riviera, waarbij hij. de zon- derlingste streken uithaalde. De echandalen namen tenslotte in aantal en hevigheid zoo- danig toe, dat het hof te Belgrado zioh geheel van hem afkeerde. Van dat oogenblik af kon prins Nicolaas zich slechts boven water hou den door gebruik te maken van de ondersteu- ning zijner tante. Hij was een onverbeterlijke leeglooper, die slechts in sportpaleizen en nachtlokalen verbleef. Er ging geen dag voor- bjj, of hij werd zwaar dronken opgepakt en meer dan eens sldep hij zijn roes op het politie- bureau uit. Toen hg kort geleden in gezelschap van een dame voor de zooveelste maal werd gearres- teerd, nam hij afscheid met de woorden: „Adieu, morgen ben ik dood". Maar er was geen mensch, die geloofde, dat hij het met zijn sterven emstig meende, want reeds vaak had hij zijn dood aangekondigd. Toen hij den vol genden morgen in zijn hotel aankwam, bedelde hij den portier een sigaret £if, en met dit laatste geleende rookgerei in den mond, vond men hem eenige uren later dood op zijn kamer. Een van zijn vele lotgevallen was het vol- gemde: Hij was degeen, die Parijs in het jaar 1929 in opschuidding bracht. Op zekeren nacht was hij door een agent op straat gevonden, en hij was bij. die gelegenheid zoo hevig onder den invloed van sterken drank, dat men hem voor dood hiedd. Het vermeende Ijjk werd naar de Morgue, het voor het bergen en her- kennen van op den openlbaren weg gestorvenen gebmikte lokaliteit vervoerd, alwaar de prins den volgenden ochtend om 10 uur uit zijn roes ontwaakte. Hij bevrijdde zich van de doeken waarin men hem gehuld had, en toen hij naast zich een man zag liggen, vroeg hij dezen, waar ze zich bevonden. Begrijpelijkerwijze kreeg hij geen antwoord, waama hij den man, dien hij had aangesproken, de deken van het lichaam rukte en tot zijn ontsteltenis bemerk- te, met een lijk te doen te hebben. Hij werd toen ontzettend bang en vluchtte in dezelfde draoht als Archimedes de straat op. Twee werkvrouwen, die het „levende lijk" zagen hollen, zegen op slag in onmacht. Gehuld In een oude deken bereikte de herrezene zijn hotel. De prins had zioh door dit alles niet slechts een kater maar tevens een zware longontste- king op den hals gehaald, door welke kwalen hij eenige weken nadien brjna inderdaad naar het kerkhof moest worden vervoerd. Hij knap- te echter op en zette nog jaren lang zijn on- bezorgd leven in de badplaatsen voort. Vergadering van Miaandag 12 Juni 1933, des avonds 7,30 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de heeren: L. J. Geelhoedt, D. Scheele, J. J. de Jager, C. A. Verlinde, D. van Aken, A. de Bruijn, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, A. J. Harte, J. H. van Doeselaar, P. van Cadsand, J. Huijssen en N. A. Hamelink. Afwezig de heer M. de Jonge. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat de heer De Jonge bericht heeft gezonden wegens uitstedigheid de vergadering niet te knnnen bijwonen. Hij stelt aan de orde: 1. Installatie lienoepid, raadslid. De VOORZITTER verzoekt den heer Colsen het nieuw benoemd lid van den raad, den heer A. J. Harte, de vergadering binnen te leiden, aan welke uitnoodiging deze voldoet. De heer HARTE legt in handen van den voorzitter de vereischte eeden af en neemt zitting. De VOORZITTER wijst er op, dat het niet de eerste maal is, dat de heer Harte een plaats in dezen gemeenteraad inneemt, zoodat het wel overbodig zal zijn hem te wijzen op de plichten die op de Ieden rusten, voor het behartigen van de belangen der gemeente en de ingezetenen. Hij hoopt, dat het hem ge geven zal zijn nog langen tijd in het belang der gemeente te mogan werkzaam zijn. 2. Wijziging der verordenlng betreffende heffing van opcenten op de gemeente- fond&belasting. Burgemeester en wethouders stellen voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen: besluit: a. in te trekken de verordening op de hef fing en invordering van opcenten op de gemeentefondsbelasting in de gemeente Ter Neuzen, vastgesteld in -zijne vergade ring van den 10 November 1932, goed- gekeurd bij Koninklijk besluit van 13 April 1933 no. 26; b. vast te stellen de navolgendie verordening: VERORDENING op de heffing van op centen op de Geaneentefondsbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Er zullen jaarlijks, met ingang van het be- lastingjaar 1 Mei 1933 tot en met 30 April 1934, ten behoeve dezer gemeente, op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting worden geheven honderd (100) opcenten. Artikel 2. De opcenten worden niet geheven op de aansiagen van hen, die hinnen het Rijk geen vaste woonplaats hebben. Artikel 3. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Artikel 4. Deze verordening wordt herzien zoodra de gemeente voor de heffing der gemeentefonds belasting wordt gerangschikt in een andere dan de derde klasse. Artikel 5. Bij het in werking treden dezer verordening vervalt de verordening van 29 October 1931, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 26 Mei 1932, no. 78. Deze blijft van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. VERORDENING op de invordering van opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. De invordering der opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting gescbiedt overeenkomstig artikel 296 der gemeentewet. Artikel 2. Deze verordening treedt gelijk met die op de heffing in werking. Bij het inwerkingtreden dezer verordening vervalt de verordening van 29 October 1931. Deze blijft van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. In hun toelichting op deze voorstelien geven burgemeester en wethouders het vol gende te kennen: Dat wij. thans nog moeten komen met een voorstel om de opcenten op de gemeentefonds belasting tot 100 op te voeren vindt zuiver zijn oorzaak in de algemeen heersohende crisis waardoor ook onze gemeente steed's meer wordt getroffen. In de begrooting voor 1933 was door ons in verband met de cijfers over 1932 geraamd: steun aan werkloozen 73.000; subsidie aan het burgerlflk armibestuur 31,500; subsidie werkloazenkassen 13.000. Uit de gegevens die wij thans hebben blijkt dat de steun aan werkloozen verhoogd moet worden tot f 113.000. Dit bedrag is gegrond op de voi'gende berekening: tot 27 Mei 1.1. is terzake uitgegeven f 46.759,92. Over 5 maan- den dus afgerond f 46.760, d.d. over 12 maan- den 113.000, verhooging 40.000; door het burgerlijk armibestuur is thans uitgegeven 15.500. Nog uit te geven tot 1 Juli 2000, wordt per half jaar 17.500, d.i. per jaar 35.000. De rajming van deze subsidie moet dus nog worden verhoogd met 3500; naar de uitgaven over 1932 moet als subiside aan werkloozenkassen worden geraamd 16.500; deze raming ddent dus te worden verhoogd met f 3500; totale verhooging van de uit gaven 47.000. Er op rekenende, dat wij in de werkloozen- steun een sulbsidie zulleri krijgen van 75 welke subsidie tot op heden nog steeds niet is vastgesteld, ondanks onzen aandrang, zal worden ontvamgen, daar enkele personen ge heel voor rekening van de gemeente blijven 72 van 40.000, is f 28.800. Er blijft dus ten laste der begrooting 1933 een bedrag van 47.000 f 28.800 f 18.200. Wat de belastingen betreft die thans worden geheven kan worden medegedeeld dat: le. de opcenten op de grondbelasting zoo- wel wat betreft de gebouwde als de ongehouw- de eigendommen tot het maximum zijn opge- voerd. 2e. de opcenten op de vermogensbelasting eveneens tot het maximum zijn opgevoerd. 3e. de gemeente is geplaatst in de 3e klasse van de gemeentefondsbelasting. 4e. op de personeele belasting worden ge heven 115/150 opcenten. Uit de circulaire van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken van 1932 is het ons bekend dat 100 opcenten op de gemeentefondsbelas ting eerst mogen worden geheven, wanneer minstens 150 opcenten op de personeele belas ting worden geheven. Waar de aanslagbil- jetten der personeele belasting thans reeds zijn uitgereikt is het voor dit jaar niet meer doenlijk die opcenten nog te verhoogen. Naast de bovengenoemde belastingen worden nog geheven: een rioolbelajsting, opbrengst 1800; hon- denbelasting opbrengst 1500; marktgelden, opbrengst 2400; begrafenisrechten, opbrengst /1700; reohten beerruimingsdienst, opbrengst 2000; vergunning en verlofsrechten op brengst /2200. Door de heffing van 100 op centen zullen de ontvangsten met /9000 stij- gen. De opbrengst door plaatsing der ge meente in de 3e klasse der gemeentefonds belasting is door den inspecteur in verband met de heffing der 30 opcenten door het Rijk, geraamJd op 15000 doro den gemeenteraad was deze opbrengst geraamd op 13.000. Door naldere raming kan Meruit dus nog wor den gevonden 2/3 x 2000 —j 1360, totale verhooging van de ontvangsten f 10.360. De vraag zal gedaan worden of mogelijk verschillende uitgaafposten niet te hoog zijn geraamd op 15000 door den gemeenteraad gedeeld, dat alle posten zeer aan den lagen kant zijn geraamd, zoodat voor onderhoud der verschillende gemeente-eigendommen eigenlijk te weinig is geraamd, waardoor het te ver- wachten is, dat die posten zullen worden averschreden. De post onvoorziene uitgaven is geraamd op /7500; dat bedrag' is wel iets hooger dan over 1931/1932 maar over die jaren waren de ge wone uitgaven veel hooger geraamd. Wil men evenwel 1933 met de voorgestelde verhooging sluitend maken dan moet reeds nu geheel de onvoorziene uitgaven worden afgeschreven. Wij aohten het gewenscht ook thans reeds enkele cijfers voor 1934 te verstrekken. Voor dat jaar moet worden gerekend op hoogere uitikeeringen voor werkloozensteim 40.000; meerdere subsidie aan werkloozen kassen f 2500; meerdere subsiidie aan het bur gerlijk armbestuur J 7000; geen batiig saldo doch een vermoedelijk nadeelig saldo van 3000 12.000; totaal f 62.500. Hiertegenover staat, meerdere subsidie in de werkloozensteim, berekend op 75 /28.000 hoogere opbrengst classificatie ge meentefondsbelasting 6.500; totaal 34.500, zoodat voor 1934 al gevonden zal moeten worden f 28.000. Bij aanneming van ons voorstel wordt dit bedrag met 3/2 X f 9000 is 13.500 vermin- derd. Er moet dan nog worden gevonden: 28.000 13.500 f 14.500. Dit meerdere zal dan gevonden moeten worden door invoe- ring van nog nieuwe belastingen of verhooging van bestaande belastingen. Wij merken reeds op dat alle onderhouds- werken voor 1933 zijn geraamd op minimum- bedragen, dat zoodanige raming voor volgende jaren zeker niet kan bestendigd blijven, aan- gezien anders toch de belangen van de ge meente in hooge mate zouden worden ge- schaad. Wij meenen met bovenstaande cijfers te hebben aangetoond, dat watmeer voor 1933 aan de gemeente Met wordt toegestaan 100 opcenten te heffen op de gemeentefondsbelas ting, de tijd zeer spoedig zal aanbreken, dat de gemeente noodlijdend zal worden met als gevolg, dat het Rijk financieele steun zal moe ten verleenen. Op grond van dit alles doen wij bijgaand voorstel en oordeelen wij dat dit in het belang der gemeente moet worden aangenomen. De VOORZITTER: De heeren zullen alien de toelichting bij de agenda hebben ingeziem en ik vertrouw, dat de materie hun alien be kend zal zijn. De heer COLSEN: Mijnheer de voorzitter! Alvorens daar in 't algemeen iets over te zeg- gen, moet het me van 't hart, dat wel alle leden zullen gedacht hebben ,toen ze voor dit onderiwerp ter vergadering werden geroepen. Het is ons alien wel bekend dat het er met de financien der gemeente niet rooskleurig voor- staat. Toch neem ik de vrijheid burgemeester en wethouders af te vragen of er Met wellicht nog andere objecten zijn waarop een belasting zou zijn te heffen. Want, mijnheer de voor zitter, als we rondizien hier in de gemeente, zijn er zoovelen die iwerkelijk niet meer betalen kunnen. Ik geloof net zoo goed als de andere ieden, dat het geld noodig is, maar kan niet den moed vinden, om het te gaan halen bij die menschen die het toch al krap habben en ik noem hier met nadruk kleine ambtenaren en middenstanders, bij wie het water reeds zoo hoog is gerezen. Ik moet Mer verklaren, dat het me bekend is, dat er in onze gemeente middenstanders zijn, die hypotheken op hun eigendommen hebben moeten nemen om te kunnen leven. Indien ik naga de belastingen van vddr drie jaar en die van nu, en ik zie dan voor me onderscheidene middenstanders die toen 3000 inkomen genoten en nu al gelukkig zijn als ze er 1500 hebben, en ik ga dan na, dat ze over dat halve inkomen eveaveel betalen als 3 jaar geleden, mijnheer de voorzitter, om te helpen de belasting voor die menschen nog te ver hoogen, dat kan ik niet, daaraan kan ik mijn stem Met geven. Waarom niet. Als ik zie dat in onze ge meente Ter Neuzen, meer dan de helft steun- trekkers is, en naga de toestanden die zich Meribij voordoen, hSt ispijt me, maar ik zal wel met een voorbeeld moeten komen. Mij is iemand hekend die 170 gemeten land bezit. Deze trekt al met al irond 7000 steun. Als ik nu zie dat deze persoon al jaren geen be lasting heeft betaald, en onlangs op de markt. te Ter Neuzen den moed, ik zeg, den moed had, een auto te koopen van /4500. Ik voel me verder verplicht, mijnheer de voorzitter te constateeren, dat er in onze gemeente (verscheidene neringdoenden zijn die geen belasting kunnen betalen. We moeten Mer den moed hebben, mijnheer de voorzitter aan te pakken en de steunregeling in te korten voor die personen die het Met noodig hebben en andere personen meer te geven, Ik ken een steuntrekkenden middenstander, die eigenlijk onder de kapitalisten moet worden gerekend. Deze laat van zijn steun strooibil- jetten drukken en bij zijn clienteele thuis foe- zorgeti om zijn zaak omhoog te brengen. Voorts moet ik constateeren, dat er midden standers zijn, die niet kunnen ibetalen, en ik voel het als mijn plicht, mijnheer de voorzitter, van deze plaats in het midden te ibrengen, dat er kleine renteMers zijn, menschen die 30 a 40 gemeten grond ibezitten, en er van de op brengst van dien grond netjes konden komen. Die kleine rijken, zal Ik maar zeggen worden voor het kantongerecht geroepen om de pacht van hun landerijen te verminderen, en de kan- tonrechter heeft den moed, ik zeg den moed, de pachten van de gronden dier menschen te verminderen. Ik voel'de het mijn plicht, mijnheer de voor zitter, dit te vermelden, omdat door die pacht- verlaging die kleine menschen bijna geen in komen meer hebben, en ik kan't dan ook niet voor mezelf verantwoorden, eraan mede te helpen, het voor die menschen nog zwaarder te maken. Hebben dan burgemeester en wethouders nog niet nagedacht over mijn voorstel, dat ik in een vorige vergadering heb gedaan? Er is me beloofd, dat Memaar een grondig onderzoek zou ingesteld worden. Burgemees ter en wethouders kunnen dit. onderzoek veel beter doen dan ik, ze bescMkken veel gemak- kelijker over de gegevens. Ik vraag me af, als men ziet, dat nog geen veertien dagen geleden ik ben er zelf Met geweest, Ober- Bayem propvol zat, zouden dan soortgelijke ddngen geen belastingobject kunnen zijn Ik geef den menschen groot gelijk, hoor, dat ze hun plezier nemen, en misgun het in 't ge heel niet, maar vermeen, dat Meruit nog wel een belasting zou zijn te halen. Ik kan dan ook aan het voorstel van burgemeester en wethouders mijn stem niet geven. Er zijn in onze gemeente teveel kleine luiden die iteveel belasting moeten opbrengen en wien het niet mogelijk is daarvan dan vrjj te stellen, en aan verhooging der belasting voor die menschen mijnheer de voorzitter, kan ik niet mede- werken. De heer DE JAGER: Mijnheer de voorzitter, het zal wel een unicum zijn in de Mstorie omzer gemeente, dat we na de behandeling der begrooting midden in het jaar nog worden sameogeroepen om middelen te beramen tot stijving van de kas der gemeente. De tijds- omstandigheden stellen dit aan de orde, en er zal wel niet aan te ont'komen zijn. De ge- dachte is echter bij mij opgekomen, zien burge meester en wethouders de zaak nog niet te licht in? Is het perspectief niet nog don- kerder dan wordt voorgesteld? Het komt mij voor, dat, waar erop gewezen wordt dat er nog geen bescheici ontvangen i? op de bepaling van de hoegrootheid der rijksbijdrage, en gelet op de omstandigheden van 's rijks financien, dat we op die 75 niet al te hard moeten rekenen. Indien we dan eens 10 minder kregen, zou de regeling op de begrooting drukken met nog 11.300 extra. Ik vrees werkelijk dat, iwe die 11.300 nog op de begrooting zullen moe ten vinden. We worden hier voor het feit gesteld, dat 100 'opcenten op de gemeentefondsbelasting zullen moeten worden geheven, en nu wil ik het college van burgemeester en wethouders de volgende vragen stellen: Zijn burgemeester en wethouders overtuigd, dat hun voorstel, indien het door den gemeen teraad wordt aangenomen, door gedeputeerde staten zal worden goedgekeurd? En zullen de eischen, welke eventueel aan die goedkeuring worden verbonden niet te zwaar zijn ,om te dragen? We hebben Mer een tijd meegemaakt, dat de gemeente er flink voor stood, doch we moeten zorg dragen, de gemeentenaren Met te zwaar te belasten. Indien de koe voor de derde of wierde maal wordt uitgemolken, zal zij, op den duur geen melk meer geven. Dit is de bedoeling van mijn vraag. De heer VAN DRIEL: Mijnheer de Voor zitter! Het sprjt me, het woord te moeten vragen, ik had verwacht, dat alle leden het eens zouden zijn, dat deze verhooging onver- mijdelijk is, en had gewenscht dat hiertoe zon der hoofdelijke stemming zou besloten zijn. De vorige sprekers hebben het gehad over werkloozen en werkloozensteim. Het is duide- Ilijk dat daarover uit dezen hoek iets ertegen in kornt, met name tegen de bezwaren van de heeren Colsen en De Jager. Werkloozensteim is rijkszaak, en het zou niet meer dan jbiliijk zijn, indien het rrjk deze voor de voile 100 en zoo Met, dan toch zeker voor 95 droeg. Dan zou echter het medezeggenschap van de gemeente in deze zaak teloor gaan. Mijn meening in deze is tegenovergesteld aan die van den heer De Jager. Het is en blijft van weerszijden een moeilrjke kwestie. Wanneer we ons aan de weinige haren heb ben getrokken, en de zaak van alle kanten bekeken, komen we tot de conclusie, dat op andere wijze de gemeente zich Met kan be- druipen. We weten ongeveer wat de heer Ool- sen wil, doch het valt te betwijfelen of het middel idat hij ons aan de hand deed, wel doel zal treffen. Ik deel volkomen het bezwaar dat we algemeen hebben tegen verhooging der belastingen, doch indien ik bij mezelf te rade ga, en mijn huisvrouw het ibijv. noodig vindt, Meuwe kleeren aan te schaffen, gaan we na of we hierop of daarop niet iets vinden kun nen om dan tenslotte toch de eindjes aan el- kaar te kunnen knoopen. Hetzelfde doet zich nu voor bij het financieel foeheer der gemeente. Er is geen andere uitweg, en ik zal dan ook v66r het voorstel van burgemeester en wet houders stemmen. De heer HUIJSSEN: Mijnheer de Voorzit ter! We zullen niet aan de verhooging kunnen ontkomen, en ,ik wil dan ook mijn stem aan het voorstel van burgemeester en wethouders verbinden, doch meen tevens, dat, gezien de financieele toestand der gemeente, de ambte naren, in 't bijzonder de hoogere ambtenaren, een veer zullen moeten laten vallen. Men hoort wel veel spreken over bezuini- ging, doch de salarissen, vooral die der hoogere ambtenaren, blijven maar even hoog. De heer VAN CADSAND: Ik heb de memorie van toelichting nagezien, en schrok niet toen ik de convocatie voor de vergade ring van hedenavond kreeg. Daaruit bleek evenwel dat de financieele toestand toch niet zoo goed was als de voor zitter had voorgegeven. Mflnheer de Voorzitter, ik wil even terug- gaan naar een vorige vergadering, waar een post dispombel werd gesteld, en waarbij ik toen heb gewezen op de noodzakel ij kheid van strikte bezi i i niigingen. Burgemeester en wethouders stelden toen een uitgave voor van een betrekkelijk klein bedrag, f 300, doch die uitgaaf was, gezien de toestand, Met op zijn plaats. In elk geval ben ik bet voor een groot deel eens met wat door den heer Colsen aangevoerd is, we moeten steeds belasting betalen, deze wordt aldoor hooger opgevoerd en het is voor vele middenstanders nu al te zwaar om te dragen. Aanbevelenswaardig lijkt het me, een andere weg te vinden. Ik kan dien weg Met wijzen, dat is ook Met mjjn taak; doch die van burgemeester en wethouders. Weliswaar wijzen burgemeester en wethou ders in de memorie van toelichting erop, dat by verwerping van hun voorstel de gemeente noodiydemd zal worden, en dan door het ryk zal moeten worden geholpen. Ik zou het Met zoo heel erg vinden als we eens onder cura- teele werden gesteld, het zou misscMen nc>g Met zoo kwaad zyn. Ik kan in geen geval myn stem aa-n het voorstel van burgemeester en wethouders geven. De heer HA MET JINK: Mynheer de Voor zitter, ik deel de bezwaren die we alien tegen verhooging van belasting hebben. Niemand werkt er graaig aan mee om de opcenten op te voeren, doch tevens wil ik erop wijzen dat mi. de inkomstenibelasting de meest juiste is voor de betrokkenen. Wat de heer Colsen zegt over de bezittere van kapitalen, die geen inkomistenbelasting betalen, kan ik Met beoordeelen, daar we by deze belasting betalen naar het inkomen dat genoten wordt. Bij een straatbelasting zal de progressie veel minder zijn. Mi. is de in- komstenbelasting de meest juiste weg. De heer Van Cadsand zou het Met zoo beroerd vindien onder curateele te worden gesteld, u moet wel bedenken dat ddt een bewys is dat we Met in staat zijn onze eigen zaken te be hartigen. U moet niet denken dat da.n cle financieele beheerder iemand zal zyn die maar alles zal goed vinden wat wy besluiten. U moet niet denken, dat als Ter Neuzen door het rijk zou moeten worden geholpen, dat dan het ryk Met zou voorschrijven wat we doen en laten moeten. Over de salarisregelimg behoeft Mer Met te worden gesproken, Merin heeft de raad Mets te zeggen. De heer VERLINDE: Ik wil nog wel een kleiMgheid zeggen, mynheer de voorzitter, naar aanleiding van het gesprokene door den heer Colsen. Aan die verhooging der opcenten zal ik myn stem geven, omdat ik ervan overtuigd ben dat het Met anders kan. Bij de fomdsbelasting is het zoo, dat wie Met verdlent, Met behoeft te betalen. Door een straatbelasting, indien die mocht ingevoerd worden, zou mi. de middenstand nog erger worden gedupeerd dan door de voorgestelde verhooging der opcenten. Als men veel gemeentefondsbelasting moet betalen is dit een geluk, dan immers is het een teeken dat men veel verdieat, en nog maals, wie geen inkomen heeft, betaalt Mets. Wat betreft die steunregeling, deze is rijks zaak, in zooverre dat Het Orgaan bepaalt aan wie en hoeveel betaald wordt. Het Orgaan zal dankbaar zyn indien van fraudes, indien die de raadsleden ter oore komen, kennis werd gegeven. Ik vind het beter dat toch zeker een raadslid direct bij het kermis nemen van een dergelijk geval Het Orgaan waar- schuwt dan zulks in het openbaar van deze plaats af te zeggen. U moet wel begrijpen dat Het Orgaan kan trachten, misbruiken zooveel mogelijk tegen te gaan, doch ook Met alles in de puntjes kan hebben. Het Orgaan zal u zeer dankbaar zyn indien u by het ter oore komen van misbruiken direct Het Orgaan waarschuwit. Hiermede zou ik liever Met te lahg wachten. De heer DE BAKKER: Het komt me voor, dat indien van deze zijide alles maar zonder slag of stoot aangenomen wordt, men dit van hoogerhand wel uitstekend zal vinden. Ik verwacht van deze verhooging niets, aan- gezien Ter Neuzen een plattelandsgemeente is. Van hoogerhand moeten ze nu maar zien wat we willen. Hier wordt de last te zwaar om te dragen. Mynheer de Voorzitter, ik zal tegen het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 3