„Zij"-Creme
OEXHGDE BEBICHTEV
SCHAEEN,
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
ZEVEN DOODEN TE LONG BEACH.
IN DE GEVANGENIS OVERLEDEN.
LOOP DER BEVOLKING.
„Vrijwel hetzelfde kan worden opgemerkt
ten aanzien van de financieele bezwaren. Ook
hierbij behoort echter een en ander te worden
rechtgezet. In de eerste plaats wordt o.m.
betoogd, dat de polders voor een goede water-
afvoer jaarlijks groote sommen betalen aan
het Rijk, dat dus, wanneer de afvoer te wen-
scben overlaat, ook verplicbt is te zorgen, dat
daarin verbetering komt, zonder hiervoor de
polders nogmaals een bydrage te vragen. Dit
betoog berust gebeel op een verkeerd prin-
cipe betgeen uit bet volgende moge blijken:
,,Tengevolge van bet in 1842 met Belgie
gesloten tractaat, beeft bet Rijk ter voorzie-
ning van de afwatering in de jaren 1843
1845 de Oostelijke Rijkswaterleiding gegraven
en verplicbte bet zicb die leiding te onder-
houden, waartegenover de polders contractueel
zicb bonden jaarlijks aan bet Rijk een bijidrage
te verstrekken van S 0,56 per H.A. Hoewel
derhalve na bet aangaan van laatstgenoemd
contract bet Rijk kon volstaan met een be-
hoorlijk onderboud en bet in stand houden
van bet eenmaal gegraven kanaal werden niet-
temin op verzoek van belanghebbenden, on-
verplicht, verbeteringen aangebracht.
,,In de laatste 25 jaren echter werden bij
den Minister van Waterstaat klacbten inge-
diend over de suatie van bet polderwater,
welke ten doel badden om bet Rijk te bewegen
de eenmaal gegraven Rijkswaterleiding te
verruimen, eenzelfde meening derbalve als
tbans weer naar voren wordt gebra-cht. Nu
echter valt op te merken, en dit is juist dat-
gene, wat aan bet bedrog van de polderbe-
sturen elke kracht ontneemt, dat juist in de
periode van 1850 tot 1910 de landbouw zich
zoodanig ontwikkelde en intensiveerde, dat dit
bedrgf op gebeel andere grondslagen werd ge-
baseerd. Het gebruik van kunstmeststoffen,
de evolutie der cultuurtechniek en grondbe-
werking, derhalve de rationaliseering van de
landbouwbedrijven was oorzaak, dat gestreefd
werd naar lagere waterstanden in de polders
dan voorheen bekend waren, en vooral juist
in de wintermaanden in de zeekleigronden.
Het behoeft wel geen betoog, dat bet Rijk niet
verplicht zou zijn deze ricbtlijnen in de eultuur
onmiddellijk te volgen, zonder daarvan van
belanghebbenden een billijke bijdrage te vor-
deren. Dit komt des te duidelijker naar voren,
wanneer bet Rijk na den aanleg de Rijks
waterleiding aan een op te richten afwate-
ringschap in beheer en onderboud zou hebben
overgegeven. Dat niettemin bet Rijk op
aandringen van de streek verbeteringen heeft
aangebracbt, mag voor de toekomst geen
precedenten scheppen. Deze tegemoetkomen-
de bouding dient veeleer te worden beschouwd
als een poging om het waterbezwaar, dat bet
uit Belgie, in meerdere mate dan vroeger, af-
gevoerde water veroorzaakt, te ondervangen
Ook tbans mag op goede gronden worden aan-
genomen, dat de Rijkswaterstaat bij een even-
tueele verbetering van de suatiemiddelen,
financieele medewerking zal verleenen.
Anderzijds wordt de meening naar voren
gebracbt, dat de lasten, welke thans op den
landbouw drukken, reeds zoodanig zijn, dat
een verhooging niet meer kan worden aan-
vaard. Inderdaad kan niet worden ontkend,
dat de gevolgen van de huidige wereldcon-
junctuur vooral ook den landbouw treffen,
doch daar staat tegenover, dat juist nu cut
tuurverbeteringen, waarin een ruime post zit
voor de loonen, dienen te worden tot stand
gebracbt, gezien bet feit, dat van Rijkswege
voor dergelijke werkverschaffingsobjecten een
ruim percentage in de loonen wordt bijgedra-
gen, een subsidie, waaraan in normale omstan
digbeden niet te denken valt. Mocht na op-
richting van het waterschap evenwel blijken,
dat de lasten, welke de streek zal moeten
opbrengen de draagkracht overscbrijden, dan
zal immers het toekomstige waterschap nog
steeds vrij zijn om het project, hetzrj slechts
gedeeltelijk uit te voeren, hetizij uit te stellen
tot beter tijden. De opricbting van het water
schap zelve is een conditio sine qua non, om
den grondslag te leggen voor de verzorging
van een betere afwatering van bet geheele
gebied. Ten slotte kan hieraan nog worden
toegevoegd, dat bij ovemame van polderleidin-
gen, welke voor meerdere waterscbappen van
belang zijn, de jaarlijksche onderboudskosten
voor de betrokken polders, zelve zullen wor
den verminderd.
,,Merkwaardig doet bet aan, dat de admi-
nistratief- of publiekrechtelijke bezwaren
welke juist voor de opricbting doorslaggevend
zijn, vrijwel ontbreken. Onder deze categorie
zouden alleen kunnen worden gerangschikt,
de meeningen van die besturen, welke meenen,
dat ieder polder- of waterschapsbestuur zelve
dient te zorgen voor 't beboorlijk functionnee-
ren der suatie-middelen. Hieruit kan worden
opgemaakt, dat de betrokken besturen van
oordeel zijn, dat daarvoor een afwaterings-
waterschap niet noodzakelijk is. Deze ziens-
wijze kan ecbter niet worden gedeeld, immers
in het afwateringsgebied komen behalve dan
de Oostelijke Rijkswaterleiding, welke in be
heer en onderboud is van bet Rtjik, tal van
zijwatergangen voor, waarbij het water van in
diverse polders gelegen gronden wordt af-
gevoerd.
,,Het onderboud van dergelijke gemeen-
sdbappelijke lossingen heeft reeds op ver-
schillende plaatsen aanleiding gegeven tot
moeilijkheden welke geheel worden ondervan
gen, wanneer deze in beheer en onderhoud
worden gebracht van 'n centraal afwaterings-
waterschap. Bovendien is reeds gewezen op
de wenschelijkheid van een groot licbaam van
bet beele afwateringsgebied om met bet Rijk
over afwateringsaangelegenheden overleg te
plegen en zelfs, wat als een toekomstig ideaal
dient te worden beschouwd, een overeenkomst
te treffen inzake de ovemame van de Rijks
waterleiding in eigen beheer.
„Rest ten slotte de bij vrijwel alle bezwaar-
schriften geuite meening dat de afwatering
van een bepaald waterschap voldoende is, zoo-
dat in bet afwateringswaterschap geen beil
meer kan worden gezien. Hierbiji valt op, dat
de meeste bezwaren inderdaad zijn ingediend
door waterschappen die niet bebooren tot de
polders, die het meeste wateroverlast hebben
te duchten. Het door het Rijksbureau voor
de Ontwatering uitvoerig verrichte terrein-
onderzoek wijst zulks duidelijk uit. Niettemin
moet tegen deze zienswijze worden aange-
voerd, dat het ook geenszins in de bedoeling
ligt van een afwaterings-waterschap om uit-
sluitend de belanghebbende gronden samen te
brengen. Dit zou immers leiden tot een wa
terschap van de meest grillige vormen, waarin
behalve lage poldercomplexen diverse ver-
spreid liggende perceelen zijn ondergebracht,
waarover bet beheer bijzonder kostbaar en
onoverzichteiijk zou worden. Een afwate
ringswaterschap dient te omvatten alle gron
den, welke op een bepaalde leiding of langs
een bepaalde sluis sueeren, evenals dit ook
elders in de provcincie Zealand is geschied.
,,A1 mogen hooggelegen polders bij een
afwaterings-waterschap of bij uit te voeren
werken geen direct belang hebben, niet kan
ontkend worden, dat zij evenzeer hemelwater
naar de Rijikswaterleiding en door de sluis
van Ter Neuzen afvoeren, en bet is mede die
afvoer, welke de afwatering van andere na-
burige perceelen of polders belemmert en wel
ke daarom ook mede de werken noodzakelijk
maken. Zouden anderzijds de suatie-middelen
niet worden verbeterd en zouden de laaggele-
gen gebieden overgaan tot stichting van sterke
bemalingsinrichtingen welke in tijden van
onvoldoende of gestremde loozing 't waterpeil
in den boezem opvoeren, dan is bet geenszins
denkbeeldig, dat ook de boogere polders de
gevolgen daarvan zouden gaan ondervinden.
Hieruit blijkt derbalve nog eens duidelijk
waterstaatkundig bet verband, dat tusschen
de waterscbappen onderling bestaat en bestaan
blijft, daaruit volgt tevens, dat de besturen,
welke betoogen, geen direct belang te hebben
zich niet aan medewerking kunnen en mogen
onttrekken en zicb aan de gevaren van hun
isolement bloot te stellen.
„Dat ook billijkheidshalve bet opnemen dier
polders gewenscht is werd bierboven reeds in
't kort uiteengezet. Dat ecbter inderdaad met
de omstandigheden, waarin de diverse polders
verkeeren, wordt rekening gebouden, blijkt
voldoende uit het ontwerp-oprichtingsbesluit,
waar sprake is van een verhoudingstabel.
„Uit het bovenstaande volgt, dat tegen de
opricbting geen emstige bezwaren zijn inge-
bracbt; de ingekomen stukken zijn meer te
bescbouwen als een wensch om met de bijzon-
dere omstandigheden rekening te houden.
„De groote voordeelen voor bet geheele
betrokken afwateringsgebied, onverschillig of
de werken al dan niet tot uitvoering zullen
komen, alsmede het algemeen belang, dat bij
een eventueel besluit om de verbeteringen wel
tot stand te brengen, is verbonden aan de
tewerkstelling van werkloozen zijn naar mijne
meening voldoende doorslag gevend om een
spoedige opricbting van het Waterschap
„Hulster en Axeler Ambacht" te bevorderen"
Met de strekking van het hierbovenstaande
konden Ged. Staten van Zeeland zich volkomen
vereenigen. Ook de Hoofdingenieur van den
Prov. Waterstaat ter zake geraadpleegd,
gaat geheel met bovenaangehaalde beschou-
wingen accoord.
72 keer mddr dan 38 en 7 keer mddr dan 63
reizigers vervoerd.
Hieruit blijkt, dat de beschikbaar te stellen
outillage alleszins toereikend is. Voor bet
vracbtvervoer zal beschikbaar zijn een vracht-
auto met een draagvermogen van 4 ton, waar
in een afgesloten en brandvrije ruimte van 5.40
M3 voor het postvervoer, waarmede uit voor-
loopig ingewonnen inlichtingen de P.T.T.
waarschijnlijk genoegen zal nemen. In 1932
is gemiddeld per reis vervoerd van Vlake naar
Hansweert 218 K.G. en van Hansweert naar
Vlake 112 K.G., dus zal ook ten aanzien van
bet vrachtvervoer ruimschoots aan de be-
hoefte worden voldaan. De besparing zou be-
dragen ongeveer 8000, ongerekend eventueel
te betalen wachtgelden. Ged. Staten stellen
ten slotte voor, hen te machtigen met ingang
van 1 Januari 1934 den tramdienst op te hef-
fen en met een autobusondememer een over
eenkomst aan te gaan. Zij willen niet vastleg-
gen met welken, omdat indien nog moeilijk
heden zouden rijzen, willicht een buitenge-
wone zitting zou noodig zijn om met een ander
te kunnen contracteeren.
Provinciale rekening 1931.
Ged. Staten stellen voor de rekening over
1931 vast te stellen in ontvang op f 5823.474,92
en in uitgaaf op 6974.852,81, alzoo met een
kwaad slot van f 1.151.377,89.
Geen subsidie.
Ged. Staten stellen voor, afwijzend te be-
scbikken op het verzoek van den heer F. B. J.
Freeken te Breda, directeur van het Eucha-
ristisch kruistochtwerk in het bisdom Breda,
om f 300 subsidie per jaar ten behoeve van
het E.K. huis te Hulst. Ged. Staten wijzen er
op, dat bestaande subsidien reeds verminderd
zrjn.
Subsidie waterleiding Tholen,
BRANDKAST OPENGESCHEURD.
Vrijdagmorgen kwam men bij de Hema in
de Kinkerstraat te Amsterdam tot de ontdek-
king, dat de brandkast van het kantoortje
was weggesleept naar den winkel en daar aan
den achterkant was opengescheurd. Een aan-
tal zakjes met geld, tot een totaal bedrag van
f 1800, bleek uit de brandkast gestolen te zijn.
Vermoedelijk hebben de daders zicb laten
insluiten. Zij vonden tijdens bun bezoek o.a.
een sleutel, waarmede zij een achterdeur van
de zaak konden openen om met hun buit te
ontkomen.
Van de daders nog geen spoor
HET LOT UIT DE LOTERIJ.
De belft van bet lot, waarop de hoofdprijs
van 100.000 der laatste Indische lotery ge-
valleti is, blijkt in bet bezit te zijn van een
Chineesche dame te Bandjermasin. Er is, ver-
telt de Borneo Post, een historie aan verbon
den. Een Chineesche leerling der 7de klasse
van de Hollandsch-Chineesche School I had te
Batavia een kwart lot besteld. In stede van
een kwart, arriveerde aan zijn adres een half
lot, kostende 6,25. Het jongmensch beschik-
te niet over zooveel geld en toog naar zijn
grootmoeder, die de contanten foumeerde en
het lot in handen kreeg. De kleinzoon, beter
gezegd zijn vader, claimt nu voor zijn zoon
bet halve lot, dat intusschen 50.000 waard
werd. Tevergeefs waarschijnlijk.
De oude dame is een familielid van een on-
langs gefailleerden Cbineeschen handelaar,
wiens familiehuis, waaracbter zicb enkele
eeuwenoude graven bevinden door executoria-
len verkoop in handen van een der plaatselijke
banken is overgegaan.
Het blad vernam, dat de oude dame bet al-
oude familie-bezit terug denkt te koopen en
dat het haar overtuiging is, dat een boogere
macbt het zoo beschikt beeft, dat zij 50.000
moest trekken om op haar ouden dag de gra
ven, waarvan er ddn hellig is, weder in de
houdt Uw buid jeugdig en
soepel, U teint frisch en fraai.
In prijzen van 2075 ct.
(Ingez. Med.)
Onttrekking weg aan
openbaar verkeer.
Tot de werken, die het bestuur der water-
keering van den calamiteuzen Borsselepolder
doet uitvoeren, behoort het verhoogen van de
kruin van den zeedijk tuschen de dijkpalen 21
en 41 en het verhoogen van den binnenberm
van dien dijk tusschen de dijkpalen 21 en 42.
Het bestuur der waterkeering vroeg vergun-
ning om den op de kruin van bet te verhoogen
dijkvak gelegen weg te verleggen naar den
binnenberm, omdat de dijkskruin maar een
breedte meer zal hebben van 2 M. en der
balve voor rijweg te smal zijn zijn. De binnen
berm zal ecbter een breedte verkrijgen van
6 M. en de daarop aan te leggen kunstbaan
eene breedte van 3 M., welke gewalst zal wor
den, zoodat na de voltooiing van bet werk
eene beboorlijke rijweg op den binnenberm
aanwezig zal zijn, waarmede aan de beboefte
van bet verkeer voldoende wordt voldaan.
Het betrokken gedeelte van den weg stellen
Ged. Staten voor van den ligger van wegen
en voetpaden in de gemeente Borsselen te
onttrekken aan bet openbaar verkeer, met
uitzondering van ongeveer 100 M. voor het
directiegebouw, dat met opritten met den
nieuwen weg op den binnenberm zal worden
verbonden.
Tramdienst Hansweert-Vlake.
Naar aanleiding van de motie-Overhoff om
Ged. Staten te verzoeken te komen met een
voorstel inzake den tramdienst Hansweert
Vlake, welke motie Ged. Staten overnemen,
deelen deze mede, dat bet onderzoek ter zake
bun tot verschillende beschouwingen beeft ge-
leid. Over 1932 bedroeg het verlies op dezen
dienst 14.787,95, w.o. voor rente en aflossing
5388,49 en voor pensioen /43. De uitgaaf
voor rente en aflossing vermindert vrij snel
en reeds in 1934 ontstaat een besparing van
4104, door de laatste aflossing op de eerste
aanschaffing van materieel, terwijl ook de
overige aflossings- en rentebetalingen vrij
sterk zullen dalen en na 9 en 10 jaren geheel
zullen verdwijnen. Hiertegenover staat, dat
in de toekomst nieuwe uitgaven voor vernieu-
wing van weg en materiaal zullen moeten
worden gedaan, welke een nieuwen rente- en
afschrijvingslast op de exploitatie-rekening
beteekenen. In dit verband mag worden aan-
genomen, dat de tramdienst gemiddeld een
tekort zal opleveren van ongeveer f 11000, dat
zou kunnen worden bespaard, indien in de
plaats daarvan gesteld zou kunnen worden
een autodienst, waarvoor geen geldelijke of
fers ten laste van den Provinciale stoomboot-
dienst op de Westerschelde zouden worden ge
vorderd. Deze besparing zal niet direct te
bereiken zijn, gezien het wachtgeld, dat tot
een maximum van 5345 per jaar gedurende
4 jaar aan het nu in dienst zijnde personeel
te betalen is, doch een groot deel van het
personeel is wel in dienst te stellen in plaats
van het losse bij de bootdiensten. Tegen
over deze besparing staat bet nadeelig saldo
van de exploitatie van een autobusdienst door
de provincie of bet bedrag, dat aan een auto
busondememer jaarlijks betaald zal worden
voor de uitoefening van dezen dienst. Provin
ciale exploitatie achten Ged. Staten zeker niet
de meest aangewezen weg, omdat ook deze
tekorten zou medebrengen.
Gezocht is naar een goeden en betrouwbaren
ondernemer, die bereid zal zijn tegen vergoe-
ding of wellicht zelfs tegen betaling van een
bepaald bedrag aan de Provincie het vervoer
van passagiers, post en vrachtgoederen op
zich te nemen tegen de tot dusver voor de
tram geldende tarieven.
Het verleenen van een gewone concessie
biedt geen waarborgen voor bet vervoer van
post en vrachtgoederen, ten aanzien van de
post heeft de provincie met de P.T.T. een over
eenkomst aangegaan en daartoe zal ook de
toekomstige ondernemer zich contractueel
moeten verbinden. Het is in hooge mate ge-
wenscht, dat het goederenvervoer ook in de
toekomst gewaarborgd blijft en ook hiervoor
dient een privaatrechtelijke overeenkomst met
den ondernemer te worden getroffen.
Aan de band van een ontwerp-overeenkomst
die nu ook aan de Staten is voorgelegd, zijn
bekende ondernemers in de gelegenheid ge
steld in te schrijven en bleek de laagste in-
schrijvjng te bestaan uit een bedrag van
3000, dat de Westerscheldedienst zal hebben
bij te betalen.
De ondernemer verplicht zich den dienst
uit te oefenen met 2 bussen, resp. voor 38 en
25 personen, terwijl als reserve nog een bus
van 25 personen beschikbaar zal zijn. Deze
uitrusting is ruimschoots voldoende om in de
behoefte van het reizende publiek te voor-
zien. In 1932 zijn 46861 reizigers vervoerd of
gemiddeld per enkele reis 8 personen. Het
aantal reizigers per reis is trouwens aan
sterke schommelingen onderhevig. Het groot-
ste aantal bedroeg in 1932: 79. In dat jaar zijn
EEN ONGELUK DATGELUK
AANBRACHT.
De raad van beheer der N.V. Waterleiding brensren
maatschappij Tholen heeft zich tot de Staten j famllle terug te brengen.
gewend met verzoek haar financieelen steun j
te verleenen, wat naar het oordeel van adres-
sant zou kunnen plaats hebben door het toe-
kennen van een jaarlijksche subsidie. In 1919
is aan deze maatschappij reeds financieelen
steun toegekend in den vorm van een rente-
garantie. Tot dusver zijn voor de provincie
hieruit nog geen uitgaven voortgevloeid, daar
de geleden verliezen konden worden bestreden
uit de kapitaalreserve. Zoodra dit niet meer
het geval is zien Ged. Staten juist, dan kan
het vermoedelijk verlies over 1932 niet meer
geheel uit de kapitaalreserve worden gedekt
treedt de rentegarantie in werking. Intus
schen is door het rijk steun verleend in den
vorm van een reductie op de rente van het
aan de gemeenten-aandeelhoudsters verstrekte
kapitaal. Tot deze medewerking was de re-
geering slechts bereid, wanneer de N.V. de
tarieven verhoogde. Aan deze eisch heeft de
N.V. voldaan Beide maatregelen te samen
sluiten de kans op verlies voor 1933, 1934 en
1935 uit. Volgens de statuten moest voor het
eerst in 1936 met afschrijving worden begon-
nen. De regeering heeft toegezegd, dat zij dan
den toestand nader onder de oogen zal zien.
Uit het vorenstaande volgt, dat er thans
allerminst reden is om de N.V. steun te ver
leenen. Nog afgezien daarvan echter zijn Ged.
Staten van oordeel, dat de provincie, door tot
een vrij aanzienlijk bedrag een rentegarantie
te verleenen ruimschoots heeft voldaan aan
hetgeen te dezer zake redelijker wijze als haar
taak is te beschouwen. Bovendien laat de toe-
stand der provinciale financien niet toe
mede om de daaraan verbonden consequen-
ties op het terrein van de drinkwatervoor-
ziening uit te gaan boven de steeds gevolgde
gedragslqn. Ged. Staten stellen dan ook voor,
het verzoek af te wijzen.
Stichting Zeeweringenfonds.
De uitgaven ter zake van het aandeel der
Provincie in de te verstrekken tegemoetko-
ming aan calamiteuze polders zijn aan groote
schommelingen onderhevig. Over de jaren
1921 tot en met 1931 is deswege in de Provin
ciale rekeningen verantwoord onderscheiden-
lijk 171,489; 100.108; 86.924; 104.160;
98.184; 125.025; 99.160; 125.629;
178.803; 199.133; en 168.872. De groote
verschillen tusschen deze bedragen maakten
het reeds in normale omstandigheden vrijwel
onmogelijk om bij het ontwerpen van de be-
grooting den post voor deze uitgaven met
juistheid te ramen. In het verleden heeft dit
echter nimmer tot onoverkomenlijke moei
lijkheden aanleiding gegeven, omdat het bud
get ingeval van overschrijding der raming
steeds voldoende ruimte bezat. In deze tijden
echter zijn de moeilijkheden verdubbeld.
Eenerzjjds is een juiste raming nog moeilij-
ker dan voorheen te maken, daar rekening
moet worden gehouden met de motie-Joziasse
van 1931 en met die van de normale herschat-
tingen, anderzijds vertoont het budget niet
meer die elasticiteit, welke noodig is om op
dit punt ontstane schokken op te vangen. Met
het oog op een en ander zijn Ged. Staten te
rade gegaan op welke wijze de opgesomde be
zwaren zouden kunnen worden ondervangen.
Het resultaat van de overwegingen is geweest
dat zij meenen, te moeten voorstellen een
fonds te vormen, dat zij den naam van „Zee-
weringenfonds" wenschen te geven, en waar
van het doel is om de ten laste van de ge
wone Provinciale begrooting komende uitga
ven wegens tegemoetkoming aan de calami
teuze polders zooveel mogelijk te stabilisee-
ren. In het fonds dienen te worden gestort de
overschotten op den betrokken begrootings-
post, m.a.w. indien de raming hooger is ge
weest dan de uitgaven, komt het verschil aan
het fonds ten goede. In het tegenovergestelde
geval, waarin dus de uitgaven de raming over-
schrijden, wordt het bedrag der overschrijding
uit het fonds geput. Het fonds doet dus dienst
als buffer, de schokken, veroorzaakt door de
verschillen in de desbetreffende uitgaven in
opvolgende jaren, worden door het fonds op-
gevangen. Als maximum bedrag van het fonds
zouden Ged. Staten 200.000 willen bepalen.
Juist thans is het gewenscht tot het stichten
van een dergelijk fonds over te gaan, omdat,
naar het zich laat aanzien, op den betrokken
begrootingspost voor 1932 een overschot zal
ontstaan. In den afgeloopen winter is belang-
rijke stormschade gelukkig niet voorgekomen,
terwijl de voorzieningen tegen de gevolgen
van vallen en oeverafschuivingen geen bij
zondere hooge sommen vorderden.
Een motorrijder uit Rothwell reed Maandag
naar Desborough en kwam in botsing met een
vrachtauto. De motorrijder werd omverge-
worpen en kreeg zoodanige verwondingen, dat
hij naar een ziekenhuis moest worden overge-
bracht. In de vrachtauto zaten een groep
zigeuners, die op weg waren naar Epsom en
die er him werk van maakten de toekomst
en den uitslag van de Derby-wedstrijd te voor-
spellen. Als troost voor het hem overkomen
ongeluk gaven zij den motorrijder te verstaan,
dat volgens hun voorspelling Hyperion de race
zou winnen. De motorrijder, die nog nooit
aan weddenschappen had gedaan, wedde op
Hyperion.
Hij won 50 pond sterling.
EEN POLITIE-MAN TEGEN EEN BENDE
SMOKKELAARS.
Reuter meldt uit Belgrado:
Een politie-sergeant heeft geheel alleen een
groote bende smokkelaars overmeesterd. Hij
was op weg van zijn post naar de naastbjj
gelegen stad, om het traetement voor zichzelf
en zijn manschappen te halen, toen hij de
smokkelaarsbende ontmoette, zwaar beladen
met zakken tabak. De sergeant trok zjn
revolver en beval de mannen hun contrabande
neer te gooien; zij deden dit haastig en vlucht-
ten het bosch in. De politieman riep eenige
boeren, die in de nabijheid op het land werk-
ten, requireerde een kar, laadde de tabak
hierop en zette zijn weg naar de stad voort.
Ondertusschen hadden de smokkelaars zich
echter een eind verder in hinderlaag gelegd.
Toen de sergeant met zrjn kar hier aankwam,
sommeerden zij hem om zijn buit weer af te
geven, onder bedreiging hem dood te schieten.
De onverstoorbare politieman echter zocht
dekking en opende het vuur met zijn karabijn.
Een van de paarden, welke zijn kar trokken,
werd in het vuurgevecht gedood, doch hij
slaagde er in de bandieten op een afstand te
houden, tot hij versterking had ontvangen.
Twee smokkelaars werden gearresteerd; de
overigen zochten een toevlucht in het bosch.
Het aantal dooden tengevolge van de ont-
ploffingen in de petroleum-raffinaderij te
Long Beach in Califomie is naar Reuter
meldt ten slotte gebleken zeven te zijn. Vijftig
personen werd zoo zwaar gekwetst, dat zij
naar het ziekenhuis moesten worden overge-
bracht, twee worden nog vermist.
De geschiedenis van de verdwenen geldzen-
ding aan het postkantoor te Heerlen, waarover
wij reeds uitvoerig gemeld hebben, heeft een
treurig einde gevonden.
De dader die zich het aangeteekende stuk
had toegeeigend en te Antwerpen was gear
resteerd, was in de gevangenis opgesloten.
Thans vernemen wij, dat hij dood in de eel is
gevonden.
Het schijnt, dat de man aan een kwaal leed,
die door de emoties van de laatste dagen ver-
ergerd was. Mogelijk is een ongeluk niet uit-
gesloten.
Het is gelbleken, dat de man nog in het bezit
was van 9600 mark. Het overige geld was in
kleinigheden omgezet.
De vrouw van den man, die te Heerlen als
verdacht van medeplichtigheid was opgeslo
ten, is in vrrjheid gesteld en over de grens
geleid.
EEN EINDE AAN HET LIJDEN!
Het voortdurend succes van Foster's Rug-
pijn Pillen is opmerkelijk. „Dank zij Foster's
Pillen raakte ik bevrqd van mgn kwellingen".
„Had ik uw geneesmiddel maar vroeger ge-
kend, dan had ik niet zoo lang behoeven te
lflden", zoodanig drukken duizenden dank-
bare personen zich uit.
Pas op: rugpijn, duizeligheid, zenuwponen,
rheumatiek, spit, urinestoomissen, blaas-
stoomissen, waterzuchtige zwellingen en an
dere verschijnselen van verzwakking der or-
ganen van den rug zijn te emstig om ver-
waarloosd te worden.
Deze verschijnselen toonen aan, dat urine-
zuur en andere schadelijke vergiften in het
bloed achterblijven en dat gij dringend be
hoefte hebt aan de opwekkende en versterken-
de hulp, die Foster's Pillen zoo zeker ver-
schaffen. Waarom zoudt gij niet vandaag nog
een flacon halen en beginnen weer gezond te
worden
Foster's Rugpjjn Pillen zjjn verkrijgbaar bfl
alle drogisten enz. h 1,/1,75 en ft,
per doos.
Te Ter Neuzen bij Fa. A. v. Overbeeke
Leunis, Axelschestr. en Westkolkstr. 88
(Ingez. Med.)
Krina de Pooter, dienstbode, Magrette N
57, naar Eindhoven.
A. Prevosti en gezin, surveillant, Sassing
P 2, naar Ter Neuzen.
C. A. Smeenk, geb. van 't Hoff, zonder be-
roep, Molenstraat B 30, naar Westkapelle.
Frangois de Jonge en gezin, arbeider, Steen-
ovens M 41, naar Zaamslag.
Jacs. den Hamer en gezin, landbouwer, Ka
naal K 30, naar IJzendijke.
Henricus J. Suij, veedrijver, Drieschouwen
A 32, naar Koewacht.
Debora G. Augusteijn, zonder beroep, Sta-
tionstraat G 19, naar Rotterdam.
Francisco Prevost, monteur, Sluiskil P
woonbarak, naar Westdorpe.
Corns. W. Vink, kapper, Julianastraat E
153, naar Rotterdam.
Remi L. Smolenaers en gezin, visscher,
Sluiskil P 26c, naar Moerbeke.
Jacoba A. M. Hamelink, dienstbode, Spui
N 104, naar Zaamslag.
Sander J. Dieleman en gezin, machinist B
28, naar Hulst.
Bertha Kroes, dienstbode, Oudenweg I 6,
naar Koewacht.
„AL WIE DEN MOED HEEFT!"
In een der bladen stond de volgende adver-
tentie:
Huwelijk, 2 Meisjes, die lang genoeg brj
Moeders pappot gezeten hebben, zoeken ken
nismaking met advocaat, dokter of zakenman
tusschen 30 en 40 jaar, lib. Isr. van beslist
goeden huize. Als belooning brengen zij mede
algemeene en huishoudelijke ontwikkeiing, (om
van kapitaal, intelligentie en uiterlijk schoon
niet eens te spreken). Al wie den moed heeft
sclirijfve onder letter en nummer.
Voor de afwisseling geven wij een partij uit
de oude doos.
Wit: Th. von Heydebrand und der Lasa.
Zwart: C. Mayet.
Gespeeld omstreeks 1840.
I. e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Bb8c6
3. Rflc4 Pg8f6
4. Pf3—g5
Onze lezers kennen deze zet al.
4d7d5
5. e4Xd5 Pf6Xd5?
Deze zet is fout, omdat Wit in ieder geval
in het voordeel komt. Na 6. d4 krijgt Wit
eendg stellingvoordeel, na 6. Pf7: een kans-
rijker, in de practische partij vrijwel onaf-
wendbaren aanval.
In deze partij speelde Zwart opzettelijk zoo,
om den aanval te weerleggen. De variant
was toen n.l. nog nieuw.
6. Pg5Xf7 Kf8Xf7
7. Ddlf3f Kf7e6
Op alle andere zetten wint Wit zjjn stuk
terug met een pion voordeel.
8. Pblc3 Pc6e7
9. d2d4
Nu zou op ed4 volgen De4f en wint het
stuk terug met overwegenden stand.
9b7to5
Om door een pionoffer een tempo te win
nen. Sterker is 9. c6.
10. Pc3Xb5 c7—c6
II. Pb5c3 Dd8ib6
12. d4Xe5 Rc8b7
Ke5: leidt na De4f tot een catastrophe.
13. Pc3e4 Db6—ib4f
14. Rcld2 Db4Xc4
Nu volgt een schoon slot: de zwarte Koning
moet naar den vijand toe.
15. Df3g4f Ke6Xe5
16. f2f4f Ke5d4
Als Zwart op e4 neemt, verliest hij door
f5f, Pf4, Rf4: dreigend Rd6f en Tdl mat.
17. c2c3t Pd5Xc3
18. Rd2Xc3f Kd4Xe4
19. f4—f5t Ke4d5
Hiervoor offerde Zwart zijn paard; het
helpt echter niet veel.
20. 000t Kd5c5
21. b2b4f Kc5ib5
22. a2a4f
Nu moet de koning de dame eindelijk los-
laten. Zwart had kunnen opgeven, maar hij
wil blijkbaar aan Wit de gelegenheid niet ont-
nemen, een aardig slot aan de partij te maken.
23.
22.
24.
25.
26.
Dg4Xc4
Kclb2
Tdlalf
TalX^2 ma-t-
Pe7d5
Kb5Xa4
Pd5Xc3
Pc3a2
AXEL.
In de afgeloopen maand hebben zich in deze
gemeente gevestigd:
Koenraad Grootenboer, bankwerker, Kerk-
dreef E 24, van Dordrecht.
Adriana J. S. Dieleman, dienstmeid, Kerk-
dreef E 23, van Middelburg.
Laurina van Drongelen, dienstmeid, Ouden
weg I 24, van Sas van Gent.
Elizabeth de Bruijne, dienstmeid, Beoosten-
ble(j L 41, van Zaamslag.
Krina de Visser geb. Tholens, zonder beroep,
Rondeputten M 53, van Hoek.
Daniel Dees en gezin, arbeider, Buthdijk J
16, van Hoek.
Alph. Bern, van de Vijver, zonder beroep,
Kanaalkade A 98a, van Calcken (B.).
Al. L. Fr. de Waal en gezin, metselaar,
Nieuwstraat G 60, van Zaamslag.
Jan Dieleman en gezin, zonder beroep, Ca-
pellepolder M 26, van Zaamslag.
Franciscus de Keijzer, koopman, Station-
straat G 43a, van Brussel.
Johannes Hamelink, arbeider, Sluiskil P
26c, van Hamborn (D.).
Norma B. Pr. Kesbeke geb. Vanhoyweghen,
zonder beroep, Weststraat D 7, van S-ft. Nico-
laas.
Job. Bom, fruitteler, Nieuwstraat G 85, van
Oegstgeest.
Vertrokken:
Rosalia Erpelinck, dienstbode, Sluiskil P
85, naar Boschkapelle.
Wedstrijd ZeelandAntwerpen.
De jaarlijksche wedstrijd op Hemelvaarts-
dag, dit jaar te Middelburg gehouden, is ge-
eindigd met gelijken stand: 16%16%. Het
vorig jaar gelukte het ons, Antwerpen op
eigen terrein te verslaan; nu zijn we er slechts
in geslaagd, op ons terrein gelrjk te maken.
Dat belooft niet veel goeds.
Uit Ter Neuzen was niemand aanwezig. Er
was eens een tijd, dat Ter Neuzen dezen wed
strijd op touw zette
Ter Neuzensche Schaakclub.
Men bericht ons, dat de vergadering, die op
2 Mei gehouden zou worden, maar toen wegens
verkoudheid niet doorging, misschien dit jaar
nog zal plaats vinden. Blijkt dit niet moge
lijk te zijn, dan zal een der eersbvolgende
jaren in aanmerking komen.
Duitschland.
De Duitsche Regeering heeft het schaakspel
ibinnen den kring harer bemoeiingen getrokken.
Er moet hard worden gewerkt om leden te
werven. Waar nog geen schaakclubs bestaan,
moeten zij worden opgericht. In sommige
plaatsen hebben deze week twee of drie pro-
paganda-avonden plaatsgevonden, met massa-
kampen, simultaanwedstrijden, enz.
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het bestuur van de schaakclub te X. heeft
het schaakspel buiten den kring harer be
moeiingen geplaatst. Er moet hard worden
gewerkt om leden te verliezen. Waar nog een
schaakclub bestaat, moet zij worden opge-
heven. In de plaats hebben dit jaar geen
propaganda-avonden plaatsgevonden, evenmin
als massakampen, simultaanwedstrijden, enz.
Nadere mededeeling; dit ,,eniz." slaat op
den winterwedstrijd.