ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
AKKER.QCHETS
Cerate Blad.
No. 9000
VRIJDAG 9 JUNI 1933
73e Jaargang,
RAADSVE8GADERING
BINNENLAND
SUITE H|L AND
TER NEUZEN, 9 JUNI 1933.
De actie der polderbesturen tegen
de oprichting van een waterschap
Hulster- en Axeler-ambacht.
AiwmR.TinwroHN: Van 1 tot 4 rebels f0.8G Voor elken repel
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling.
TTitgeefster: Fimia P. J- VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIcN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0,2ft
KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij voorultbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene openbare vergadering van
den gemeenteraad is belegd op Maandag 12
Juni 1933, des namiddags half acht uur.
Ter Neuzen, den 9 Juni 1933.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van
de SINCLAIR PETROLEUM COMPANY te
's Gravenbage, om op het perceel kadastaal
ibekend gemeente Ter Neuzen, Sectie L,
no. 1615, een ondergrondsche benzine bewaar-
plaats met aftapinrichting te mogen op-
richten, door hen is ingewilligd.
Ter Neuzen, den 7 Juni 1933.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVULLE, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van
de N.V BATAAFSCHE IMPORT MIJ te
's Gravenbage, om op het perceel kadastraal
bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie K,
no. 313, de benzine-installatie te mogen uit-
(breiden, door hen is toegestaan.
Ter Neuzen, den 7 Juni 1933.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. L ZONNEVIJJLE, Secretaris.
DE SCHELDERIJNVERBINDING.
Met betrekking tot de actie die wordt ge-
voerd om de Schelde—Rijn-verhmding op te
lossen in Nederlandschen (d.w.z. West-Bra-
bantschen) zin blijkt voortdurend uit de ar-
tikelen in de Belgische pers, dat men daar-
mede allerminst een beide landen bevredigen-
de oplossing zou verkrijgen.
Naar aanleiding van de rede van prof. De
Savomin Lohman te 's Hertogenbosch, waar-
in deze betoogde dat Nederland, indien geen
redelijke overeenkomst met Belgie mogelijk
mocbt blijken, op eigen gelegenheid het
Kreekrak dient te heropenen, en zoodoende
een open zeeboezem van de Wester-Schelde tot
Bergen op Zoom aan te leggen, schrijft de
allerminst Nederland vijandig gezinde Bras-
selsche ,,-Standaard"
,,Waar de noodige gelden zullen vandaan
worden gehaald om de ,,nationale oplossing
van den heer Lohman tot stand te brengen,
werd op de vergadering te Den Bosch niet
verder uitgemaakt. Naar alle waarschijnlijk-
heid zal het antwoord op deze practische
vraag niet bijster eenvoudig zijn. Denkt de
heer Lohman er emstig aan in de tegenwoor-
dige catastrophale omstandigheden van den
Nederlandschen minister van Financien eenige
tientallen millioenen te kunnen losmaken voor
zrjn kleinzielig sabotageplan Hoe zullen de
Nederlandsche belastingbetalers reageeren als
men bij hen om nieuwe opcenten zal aanklop-
pen, met het doel een zeehaven aan te leggen
te Bergen op Zoom en den Woensdrechtschen
dam te heropenen om zoodoende eenige veer-
booten tusschen Graauw en den N.-Brabant-
schen wal te laten over-en-weervaren En
dit alles om het bestand of juister de ge-
wrongen politieke verhouding tusschen
beide buurlanden te handhaven!
Nu weten wij wel dat onze financien in
Belgie er op het oogenblik ook niet bijzonder
gunstig voor staan. Maar voor productieve
werken en voor een afdoende verbetering van
den intemationalen vaarweg van Antwerpen
naar den Rijn zullen zeer stellig zoo niet
in de eerste maanden dan toch binnen afzien-
baren tijd de vereischte geldmiddelen kun
nen opgebracht worden. Voor een sabotage-
plan in den aard van dit, dat door de Natio-
nale Unie in pers en meetings wordt voorge-
steld, is echter hier geen cent te vinden, even-
min als Nederlands groote schatbewaarder er
een dubbeltje voor over zal hebben."
Na te hebben vastgesteld dat ook inzake de
verbindingslijn bij Lanaye de politick der Natio-
nale Unie „bopeloos schijnt te zijn vastgeloo-
pen'" vervolgt het Brusselscbe blad: ,,En nu
gaan er tot onze groote verbazing stemmen
op in Nederlandsch Limburg die de verwijde-
ring van deze stop als een groot nadeel voor
Maastricht doen doorgaan. Immers, zoo heet
het, Maastricht zou zoodoende niet meer wor
den gabruikt als een doorgangshaven, en als
oiverlaadhaven uitgeschakeld worden ten
gunste van het booger, stroomopwaarts ge
legen Luik.
Wie weet wordt ons een dezer dagen de
nieuwe zeesluis te Ter Neuzen niet kosteloos
aiangefboden op voorwaarde dat wij den stop te
Lanaye gesloten houden?"
S.D.A.P. EN MOBILISATIE.
De heer Albarda wijdt in ,,De Soeialistische
Gids" een beschouwing o.m. aan de houding
van de S.D.A.P. ten opzichte van oorlogsge-
vaar, en schrijft o.m.:
„De vervolgingswoede, waaraan vele leden
onzer partij en omzer vakbonden nu bloot
staan, maakt het ons moeilijk het vraagstuk
van de houding onzer beweging tegenover een
oorlogsgevaar thans opnieuw in bet openbaar
aian de orde te stellen. Het gevaar bestaat, dat
men ons zal verdenken en bescbuldigen van
een buiging voor de reactie. Dit gevaar moe-
ten wij trotseeren. Het is onbelangrijk, verge-
leken bij een ander gevaar; dat wij zouden
nalaten tijdig ons rekenschap te geven van de
groote veranderingen, die de omstandigheden
helbben ondergaan, en daarvan de gevolgen
voor onze houding te bepalen.
Toen wij, na den oorlog, onze besluiten en
uitspraken voorbereidden, waren de machts-
verhoudingen tusschen de klassen in vele lan
den geheel anders dan de tegenwoordige,
waren de brandpunten van het oorlogsgevaar
en de centra van den vredeswil elders dan nu,
was de politieke kaart van Europa geheel an
ders gekleurd, was het vertrouwen in de ont-
wikkeiing van den Volkenlbond grooter dan
op dit oogenblik. Tot de vooropstellingen, die
tot basis dienden voor onze besluiten, behoor-
den, behalve het vertrouwen in de vooruit-
zichten van den Volkenbond, de aanwezigheid
van een sterke en parate arbeidersbeweging
in bet midden van Europa en de verdwrjning
van het Duitsche militarisme. Wie zou dur-
ven beweren, dat wij, zonder een nieuw en
emstig onderzoek, al de conclusies kunnen
handhaven, waartoe wtj vroeger kwamen, nu
in bet midden van ons werelddeel, naast de
Nederlandsche grens de macht in handen is
van een ondanks onoprechte vredesbetuigingen
oorlogszuchtig fascisme, dat West-Europa be-
dreigt met barbaarschheid, nu de Volkenbond
van zijn gezag veel heeft ingeboet, nu de ar
beidersbeweging in Duitschland gekneveld ter
aarde ligt?"
De heer Albarda besluit aldus: Of het on
derzoek tot bevestiging of tot wijziging van
ons standpunt zal lei-den, is een tweede vraag.
Ook als het tot bevestiging voert, zal het on
derzoek slechts versterkend zijn voor een
partij, die voor groote veranderingen van het
getij de oogen niet sluiten mag, maar steeds
op den bodem der realiteit moet staan.
DE VIER MOGENDHEDEN.
Als men den tekst van bet verdrag der vier
mogendheden zorgvuldig leest, moet men
zich, schrijft de N. R. Crt., erover verbazen
dat de parafeering in de laatste dagen nog
zooveel voeten in de aarde beeft gehad. Want
de lijnen van dit stuk zijn erg eenvoudig en
loopen zoozeer parallel met de politieke figu-
ren, die de debatten te Geneve ons hebben
vertoond sedert Hitler zich tot een beleid van
verregaande inschikkelijkheid genoopt heeft
gezien, dat het beele verdrag ons een soort
materialisatie van die debatten kan lijken.
Het schept geen nieuwe recbten of verplich-
tingen, het is geen aanvulling van de be-
staande verdragen tot waarborg van den
vrede. Het draagt het kenmerk van de be-
staande en als verschijnsel zoo bedenkelijke
neiging om voortdurend door te verzekeren
dat men zich aan aangegane verplichtingen
zal houden. Wij vinden die verzekeringen onder
de tegenwoordige omstandigheden volstrekt
niet nutteloos. Het ware echter veel beter voor
de wereld als zij misstonden door hun over-
bodigheid. Zoolang de toestand is zooals hij
op het oogenblik nu eenmaal is, kunnen wij
bet niet anders dan toejuichen dat menvoort
durend zijn verplichtingen herhaalt en die aan
eigen geweten en aan dat van anderen voor-
houdt; al was het alleen al omdat men, zoo
lang men hiermede bezig is, zich niet kan be-
zondigen aan nog verdere onrust wekkende
ontboezemingen.
Wij kunnen ons levendig voorstellen dat
menig politiek redelijk oordeelend Franschman
met bevrediging kennis zal nemen van den in
houd van het verdrag. De Duitsche eischen
zitten er zoo diep in begraven dat men nauw-
keurig moet toezien om van hun bestaan nog
iets te merken. Zooveel te duidelijker echter
bespeurt men, hoe krachtige verzekeringen
Frankrijk terwille van zich zelf en zijn vrien-
den noodig heeft geacht, voor het zijn paraaf
op het stuk neerschreef. Daarnaar kan men
het wantrouwen tegen de bedoelingen van
Berlijn en Rome afmeten dat nu Parijs en de
zijnen bezielt. Buitengewone nadruk is ge-
legd op het overheerschende gezag van den
Volkenbond. Het is of men dat in de artike
len veelvoudig heeft willen onderstreepen
Kwaad kan dit weer niet. En men moet
Geneve in deze tijden die bet zoo zwaar tref
fen, van harte de eerbetuigingen gunnen, die
zijn prestige zoo dringend noodig heeft.
Wat er naar de meening van Frankrijk.
Polen en de Kleine Entente in bet oorspron
kelijk ontwerp ontbrak aan respect voor den
Volkenbond, is dubbel en dwars ingehaald. Die
oorspronkelijke tekst is nooit bekend gemaakt
maar te oord-eelen naar de wijze waarop Mus
-solini dien Woensdag in den Italiaanschen
Senaat heeft verdedigd, moeten wij aannemen
dat de bezorgdbeid van genoemde staten niet
ongegrond is gew-eest. Het is goed dat dit
bezwaar is verholpen.
Nu zullen wij een korte beschouwing wijden
aan den feitelijken inhoud van het verdrag.
Dit is noodig omdat die inhoud bijna geheel
verscholen ligt in nummers van artikelen en
in cijfers van datums. Deze leeren ons het
volgende
In de inl-edding verkondigen de onderteeke-
naars, zooals gezegd, voor de zooveelste maal
dat zij zich zullen houden aan al hetgeen zi;
totnogtoe plechtig hebben beloofd, aan Vol-
kenbondsverdrag, aan Locarno, aan het ver
drag Briand-Kellogg, en ook aan de verkla-
ring van de Groote Vijf, afgelegd op 11 Decem
ber 1932 en op 2 Maart 1933 door de politieke
commissie bevestigd. In deze laatste belofte
schuilt voor de Duitschers de herhaalde er-
kenning van hun principieel recht op gelijk-
heid in bewapening. De waarde van deze be
lofte wordt echter terstond weer ingeperkt
door den nadruk waarmede erop gewezen
wordt dat bij dit alles het handvest van den
Volkenbond volledig moet worden toegepast,
met inachtneming van de procedure die dit
voorschrijft. Dit handvest onderw-erpt immers
iedere herziening van het verdrag van Ver
sailles, en ook de opheffing van de ontwape-
pingstiepabngen voor Duitschland, aan een
behandeling in den Raad van den Volkenbond
die eenstemmigheid voor besluiten eischt. Ten
overvloede volgt er dan nog eens op dat geen
herziening kan plaats vinden zonder de goed-
keuring van den betrokken staat. Dit sprak
reeds vanzelf, omdat elk, brj eenige Raads-
kwestie belanghebbend land vanzelf voor die
aangelegenheid zitting krijgt in den Raad.
Men noemt in artikel twee van het verdrag
de artikelen 10, 16 en 19 van het handvest.
In artikel 19, dat de mogelijkheid van herzie
ning van grenzen inhoudt, ligt voordeel voor
Duitschland. Maar artikel 10, dat de on-
schendbaarheid van den status quo waarborgt
en artikel 16, dat sancties mogelijk maakt
tegen dengeen die dien eigenmachtig zou
trachten te wijzigen, zijn er weer vlak naast
geplaatst, zooals de bak met water naast bet
gloeiende ijzer. En nogmaals wordt het uit-
sluitend recht van de organ-en van den Vol
kenbond, om deze dingen te behandelen, uit-
drukkelijk genoemd.
Artikel drie, waarover zooveel te doen is
geweest, is niet zoo onschuldig als het er bij
oppervlakkige lezing kan uitzien. De vier
mogendheden behouden zich het recht voor,
als er vraagstukken aan het einde van de ont-
wapeningsconferentie onopgelost zijn geble-
ven, deze opnieuw te onderzoeken om zeker
te zijn dat zij langs den juisten weg worden
opgelost. Dit beteekent echter heel wat.
Duitschland onderwerpt daarmede het recht
op herwapening, waarop vorige Duitsche
regeeringen aanspraak maakten voor het ge-
val de ontwapeningsconferentie mislukte, aan
een afzonderl^jke behandeling door de mogend
heden na bedoelde mislukking. Wij begrijpen
levendig dat Berlijn bezwaar beeft gemaakt
tegen deze uitdrukkelijke bepaling in het ver
drag en dat Frankrijk daartegenover juist
groote waarde eraan heeft gebecht. Nieuw
is echter ook dit resultaat niet. Het is over-
eenkomstig de houding die Duitschland den
laatsten tijd te Geneve heeft aangenomen. Wij
moeten er echter niet aan denken wat de pers
van rechts in Duitschland zou hebben gezegd
wanneer Stresemann of Brtining nu nog een
dergelijke verplichting op zich hadden geno-
men.
Men hoort nu wel verzekeren: Dit is het
voordeel van een zoo sterke regeering als die
van Hitler dat zij zich een tegemoetkomende
houding kan veroorloven die voor andere
regeeringen niet mogelijk zou zijn geweest.
Dit echter is een zeer bedenkelijke gerust-
stelling. Hitler kan dat doen omdat zijn natio-
nalistische volgelingen het vertrouwen in hem
hebben dat hij hun en zrjn eigen verstrekkende
wenschen tot vervulling zal weten te brengen
vertrouwen dat hij zich niet vergist als hij
meent dat met een schijnbaar zwakke natio-
nale houding het doel het best te bereiken is.
En men zou Hitler zeer verkeerd cn in zijn
eigen oogen zeker ook onrechtvaardig beoor-
deelen, als men meende dat hij met zijn tac-
tiek iets anders bedoelt. De grondgedachte
ervan kan slechts zijn tijd te krijgen om op
krachten te komen nadat hij heeft moeten
constateeren dat iedere overhaasting onver-
mijd-elijk en* onmiddellijk noodlottig zou wor
den. Zijn eigen vrienden vergelijken hem met
Fabius Cunctator. Het is dit besef, niet al
leen in het Fransche kamp, dat de ontwape
ningsconferentie een zoo moeilijk bestaan ver-
schaft.
Mussolini heeft in den Italiaanschen Senaat
den oorspronkelijken tekst van het verdrag
die tot strekking had den Oppersten Raad on-
zaliger gedaohtenis uit de dagen van na den
oorlog weer in eere te herstellen, verdedigd.
Er bestaat feitelijk reeds een hierarchie, zoo
zeide hij, door het feit dat de vier groote
mogendheden een permanenten zetel in den
Raad hebben. Dit echter is een onjuiste rede-
neering. Die permanente zetels hebben de
groote mogendheden opgeeischt als voorwaar
de voor hun medewerking op gelijken voet
met alle andere staten. Het is de koapprijs
van him medewerking, die achteraf niet nog
eens kan worden verhoogd. Zij hebben inder-
tijd hun eisch lang niet slecht gerechtvaar-
digd met het betoog dat de uitgestrektheid
van hun belangen hen geinteresseerd maakte
bij haast iedere aangelegenheid. Dat is juist.
Het vitale belang van Frankrijk staat bij on-
eindig veel meer aangelegenheden op het
spel dan b.v. dat van Nederland. Men denke
aan Polen, de Kleine Entente, den Balkan, den
Levant, de Middellandsche Zee enz enz. Der
gelijke machtige staten moeten soms voor an
deren de kastanjes uit het vuur halen. Maar
meer rechten hebben de mogendheden daar-
door niet gekregen. Als permanente leden
van den Raad hebben zij daar niet een stem
van hoogere waarde. En als wij of anderen
partjj zijn in een aangelegenheid komen wij,
precies in de positie van een groote mogend-
heid, voor die gelegenheid ook in den Raad.
Het is goed dat Mussolini op dit punt on-
gelijk heeft. Meer -genoegen dan dit gedeelte
van zijn betoog zal het alle lezers gedaan heb
ben te vememen dat het verdrag van de
Groote Vier uitgang-spunt zal zijn voor nieuwe
pogingen tot toenadering tusschen Frankrijk
en Italie.
'Op die manier kan het verdrag wellioht nog
het grootste voordeel opleveren!
EXAMEN MULO.
Behalve de reeds genoemde heeren uit Vlis-
singen, is nog benoemd tot lid voor Engelsch,
de heer A. A. Leenhouts, hoofd der Mulo-
school te Ter Neuzen, voor het examen Mulo,
dat te Goes wordt afgenomen.
BETON-TECHNICUS.
Onze vroegere stadgenoot, de heer I. Lit-
tooij, slaagde gisteren te Arahem voor het
examen van beton-technicus.
VEREENIGXNG VAN NEDERLANDSCHE
GEMEENTEN.
In de heden gehouden vergadering van de
Vereeniging van Nederlandsche gemeenten,
afdeeling Zeeland, onder voorzitterschap van
den waarn. voorzitter, den heer J. Huizinga,
burgemeester te Ter Neuzen, werd tot voor
zitter der afdeeling verkozen de heer M. Fem-
hout, burgemeester van Middelburg, inplaats
van den heer P. Dumon Tak, die als zoodanig
ontslag had gevraagd.
Besloten werd tot contributieverhooging en
wel van 1 gulden per 1000 inwoners tot 1 gul
den per 500 inwoners.
Klachten werden ingebracht tegenover de
regeering inzake subsidie werkloozensteun. Er
zijn gemeenten die over 1932 nog geen cent
hadden ontvangen, terwijl andere, als Ter
Neuzen, een voorschot verkrijgen.
Door Dr G. G. Pekelharing werd een lezing
gehouden over de Wegenwet.
Inzake regeling werkeloozensteun verklaar-
de het bestuur zich diligent.
GEWETENSGELD.
De minister van Financien maakt bekend,
dat ten behoeve van's Rijks schatkist wegens
over vorige jaren te weinig betaalde belastin-
gen naar inkomen en/of vermogen (gewetens-
geld) is ontvangen bij den ontvanger der di-
recte belastingen enz. te Sas van Gent 300.
RIJKS ARCHIEF.
Bij Kon. besluit is bevorderd bij het Rijks-
arehief in Zeeland, tot commies de heer M. D.
Lammerts, thans adjunct-commies.
GESLAAGD.
Aan de St. Franciscuskweekschool te Breda
is o.m. geslaagd de heer A. A. van de Walle
te Hulst.
GEZELLIG AVONDJE.
Vrijdagavond kwamen een 60-tal meisjes
der R. K. Jeugdivereeciigingen voor meisjes:
de K. J. V„ de Gilde en de Zonnekinderen met
haar leidsters en de Catechiste uit Hulst in het
Patronaatsgebouw hij.een om daar hij gelegen
heid van de aanneming van 3 nieuwe
K. J. V.-ers den avond gazellig door te bren-
£en"
De Catechiste sprak het opemngswoord en
feliciteerde het drietal K. J. V.-ers, waama
de meisjes den avond verder vulden met mu-
ziek, reidansen, zang, declamatie en leuke
rvoordrachtjes. Bovendien werd nog getrac-
teerd op limonade en koekjes, zoodat het een
echt vroolijke avond was.
CURSUS AUTOGEEN LASSCHEN EN
SNIJDEN.
Zooals uit achterstaande advertentie blijkt,
zal in den loop van deze maand een cursus ge-
opend worden in het autogeen lasschen en
snijden van alle metalen.
Gedurende 3 maanden wordt iederen Zater-
dag les gegeven.
Z. L. M.
De jaarlijksohe zomerhoofdbestuurs- en al-
gemeene vergadering van de Z. L. M. zullen
dit jaar worden gehouden op 5 en 6 Juli te
Oostburg.
Na afloop zal een rijtoer plaats hebben.
Hedenvoormiddag was in het .Hotel de
Lozanne" te Axel een vergadering belegd door
het comitd van actie tegen het voorstel van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, tot oprich
ting van een waterschap Hulster- en Axeler-
Ambacht, dat werd bijgewoond door afge-
vaardigden van 39 van de 55 daarbij betrokken
polders, terwijl van wege 8 polders schriftelijk
of mondeling instemming met de te voeren
actie is betuigd.
De Voorzitter, de heer Jac. Dekker, heette
de opgekomenen hartelijk welkom, in het bij
zonder ook de redactie van dit blad.
Hij deelde mede, dat door het comitd een aan
de Provinciale Staten te richten adres in con
cept is gebracht, waarvan de secretaris, de
heer, Kruijsse op zijn verzoek voorleizing gaf.
Het luidt als volgt:
In Uwe eersbvolgende vergadering komt
in behandeling het voorstel van heeren Ge
deputeerde Staten om te besluiten tot de
oprichting van het uitwaterings-waterschap
Hulster- en Axeler-Aimbacht.
Ingevolge art. 13 der Waterstaatswet
van 1900 zqn de verschillende polders en
waterschappen die daarbij betrokken zijn
in de gelegenheid gesteld, daartegen be-
zwaren in te dienen.
Van de 55 belanghebbende polders en
waterschappen hebben 51 daarvan gebruik
gemaakt.
Deze bezwaren geven heeren Gedeputeer
de Staten geen aanleiding om hun voorstel
in te trekken of te wijzigen, zoodat thans
aan U de beslissing is of dit voorstel al dan
niet zal worden aangenomen.
9
Ntdwlandi ch
Product
met '1 onmiskenbare gevoel,
dat Uw dag alweer zal
eindigen met zoo'n aanval
van die ellendige hoofdpijn.
Dadelijk een "AKKERTJE"
en desnoods een uur later
nog eenVerrast bemerkt
Ge, dat de dag steeds pret-
tigei wordt en dat het werk
beter vlot dan ooit! Neem
toch "AKKERTJES" in huis,
per 12 stuks slechts 50 cent.
Gebruikt dus voortaan uitsluitend
Volgens recepf von Apotheker Dumont
Ingez. Med.
De betrokkenen zijn van oordeel, dat het
voorstel behoorf te worden verworpen en
hebben op 9 Juni 1933 een protest-verga-
dering gehouden. In deze vergadering
waren vertegenwoordigd 39 polders en
waterschappen, terwijl door 1 polder schrif
telijk en door 6 polders mondeling adhaesie
werd betuigd. De vergadering wenscht het
volgende onder Uw aandacht te brengen:
a. Inderdaad gaf het waterbezwaar tot
emstige klachten aanleiding. De toestand
van 1930 door heeren Gedeputeerde Staten
aangehaald die een zeer abnormale was
mag evenwel niet als bewijs daarvoor
worden aangemerkt.
De vergadering vereenigt zich echter met
het oordeel van heeren Gedeputeerde Sta
ten, dat er reden is tot emstige klacht.
Het Rijk ontvangt n.l. van een groot
aantal polders jaarlijks een zeer groot be-
drag voor suatiepenningen. Bij de destrjds
opgemaakte overeenkomst nam het Rijk de
verplichting op zich, voor een goede af-
watering te zorgen. Dit wordt ook door het
Ing.-bureau Van Hasselt De Koning er-
kent. De vergadering neemt daarvan dank-
baar akte. Het Rijk is in zijn plicht te
kort geschoten.
Mocht blijken, dat voor de ontvangen
suatiepenn ingeti het noodige onderhoud
niet kan worden verricht, dan is dit nog
geen reden om zich aan zijn plicht te ont-
trekken. Men neemt bij een overeenkomst
immers de goede en de kwade kansen.
Het Rijk heeft op zich genomen, tegen
vergoeding van de jaarlijks te betalen
suatiepenningen, de geregelde afvoer van
het water uit de polders door het zijkanaal
HulstAxel, van de leiding, die loopt van
den polder Canisvliet en van den polder
Autriche, langs het waterschap Smits
Koegorsschorre naar de Buthsluis, en ver
der de leiding, loopende door den Buth-
polder door de Spuikreek, door de Othene-
sche kreek naar de Schelde, te verzekeren-.
Met het onderhoud dezer leidingen is het
treurig gesteld. Wel worden de kanten
jaarlijks afgestoken, het riet enz. uitge-
maaid, doch van het verwijderen van
modder komt zoo goed als niets. Op
meerdere plaatsen is in meer dan 25 jaren
niet gedolven. Het spreekt van zelf, dat
de suatie dan niet gesohiedt, zooals dit zou
ibehooren.
Waar het Rijk onderhoudsplichtige is van
de voreuvermelde afvoergelegenheden, zal
dus het Rijk ook hebben te zorgen voor het
onderhoud daarvan.
Het gaat niet aan, die kosten op een
ander lichaam (uiteindelijk de polders) te
schuiven. Waar het Rijk zich tot die af
voer heeft verboniden, zal ook voor reke-
ning van het Rijk komen indien dit
daarna nog zou noodig blijken het ver-
ibreeden van den Buthduiker en den Spui-
duiker.
b. In den winter komen korte perioden
voor, dat het water in de Othenesche kreek
te hoog is, tengevolge van de onvoldoende
afwatering naar buiten. Dit zou alleen door
een gemaal te verhelpen zijn. Waar deze
wijze van sueeren ook in het rapport ver
worpen wordt, behoeft hierover n-iet verder
te worden uitgeweid. Eenige verbetering
ware te verkrijgen door het aanbrengen van
een vijfde koker te Ter Neuzen, waarvoor
echter al weer het Rijk als uitvloeisel
van de met de polders gesloten overeen
komst heeft te zorgen.
Dat bij lagen waterstand op de Othene
sche kreek het waterbezwaar is te wijten
aan de onvoldoende afmetingen van de ge-
zamenlijke waterleidingen is in zooverre
waar, dat het Rijk slechts voor voldoende
diepte behoeft te zorgen van de bij hem in
onderhoud zijnde leidingen, waama ook dit
beizwaar is opgeheiven.
Een feit is het, dat in het algemeen ge-
sproken, de polderleidingen voldoende wor
den onderhouden wat breedte en diepte
ibetreft.
c. Het Ingenieursbureau voorheen Van
Hasselt De Koning komt in zijn rapport
tot de conclusie, dat verbetering van de
waterloozing uitsluitend door verruiming
van de watergangen de voorkeur verdient
boven het plan van waterloozing met be-
maling.
Naar het oordeel der vergadering is ver
ruiming van secondair belang, aangezien