ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. AKKER.QCHETS Cerate Blad. No. 9000 VRIJDAG 9 JUNI 1933 73e Jaargang, RAADSVE8GADERING BINNENLAND SUITE H|L AND TER NEUZEN, 9 JUNI 1933. De actie der polderbesturen tegen de oprichting van een waterschap Hulster- en Axeler-ambacht. AiwmR.TinwroHN: Van 1 tot 4 rebels f0.8G Voor elken repel ABONNEMENTSPRIJSBinnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,—, overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling. TTitgeefster: Fimia P. J- VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIcN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0,2ft KLEENE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij voorultbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene openbare vergadering van den gemeenteraad is belegd op Maandag 12 Juni 1933, des namiddags half acht uur. Ter Neuzen, den 9 Juni 1933. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van de SINCLAIR PETROLEUM COMPANY te 's Gravenbage, om op het perceel kadastaal ibekend gemeente Ter Neuzen, Sectie L, no. 1615, een ondergrondsche benzine bewaar- plaats met aftapinrichting te mogen op- richten, door hen is ingewilligd. Ter Neuzen, den 7 Juni 1933. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van de N.V BATAAFSCHE IMPORT MIJ te 's Gravenbage, om op het perceel kadastraal bekend gemeente Ter Neuzen, Sectie K, no. 313, de benzine-installatie te mogen uit- (breiden, door hen is toegestaan. Ter Neuzen, den 7 Juni 1933. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. L ZONNEVIJJLE, Secretaris. DE SCHELDERIJNVERBINDING. Met betrekking tot de actie die wordt ge- voerd om de Schelde—Rijn-verhmding op te lossen in Nederlandschen (d.w.z. West-Bra- bantschen) zin blijkt voortdurend uit de ar- tikelen in de Belgische pers, dat men daar- mede allerminst een beide landen bevredigen- de oplossing zou verkrijgen. Naar aanleiding van de rede van prof. De Savomin Lohman te 's Hertogenbosch, waar- in deze betoogde dat Nederland, indien geen redelijke overeenkomst met Belgie mogelijk mocbt blijken, op eigen gelegenheid het Kreekrak dient te heropenen, en zoodoende een open zeeboezem van de Wester-Schelde tot Bergen op Zoom aan te leggen, schrijft de allerminst Nederland vijandig gezinde Bras- selsche ,,-Standaard" ,,Waar de noodige gelden zullen vandaan worden gehaald om de ,,nationale oplossing van den heer Lohman tot stand te brengen, werd op de vergadering te Den Bosch niet verder uitgemaakt. Naar alle waarschijnlijk- heid zal het antwoord op deze practische vraag niet bijster eenvoudig zijn. Denkt de heer Lohman er emstig aan in de tegenwoor- dige catastrophale omstandigheden van den Nederlandschen minister van Financien eenige tientallen millioenen te kunnen losmaken voor zrjn kleinzielig sabotageplan Hoe zullen de Nederlandsche belastingbetalers reageeren als men bij hen om nieuwe opcenten zal aanklop- pen, met het doel een zeehaven aan te leggen te Bergen op Zoom en den Woensdrechtschen dam te heropenen om zoodoende eenige veer- booten tusschen Graauw en den N.-Brabant- schen wal te laten over-en-weervaren En dit alles om het bestand of juister de ge- wrongen politieke verhouding tusschen beide buurlanden te handhaven! Nu weten wij wel dat onze financien in Belgie er op het oogenblik ook niet bijzonder gunstig voor staan. Maar voor productieve werken en voor een afdoende verbetering van den intemationalen vaarweg van Antwerpen naar den Rijn zullen zeer stellig zoo niet in de eerste maanden dan toch binnen afzien- baren tijd de vereischte geldmiddelen kun nen opgebracht worden. Voor een sabotage- plan in den aard van dit, dat door de Natio- nale Unie in pers en meetings wordt voorge- steld, is echter hier geen cent te vinden, even- min als Nederlands groote schatbewaarder er een dubbeltje voor over zal hebben." Na te hebben vastgesteld dat ook inzake de verbindingslijn bij Lanaye de politick der Natio- nale Unie „bopeloos schijnt te zijn vastgeloo- pen'" vervolgt het Brusselscbe blad: ,,En nu gaan er tot onze groote verbazing stemmen op in Nederlandsch Limburg die de verwijde- ring van deze stop als een groot nadeel voor Maastricht doen doorgaan. Immers, zoo heet het, Maastricht zou zoodoende niet meer wor den gabruikt als een doorgangshaven, en als oiverlaadhaven uitgeschakeld worden ten gunste van het booger, stroomopwaarts ge legen Luik. Wie weet wordt ons een dezer dagen de nieuwe zeesluis te Ter Neuzen niet kosteloos aiangefboden op voorwaarde dat wij den stop te Lanaye gesloten houden?" S.D.A.P. EN MOBILISATIE. De heer Albarda wijdt in ,,De Soeialistische Gids" een beschouwing o.m. aan de houding van de S.D.A.P. ten opzichte van oorlogsge- vaar, en schrijft o.m.: „De vervolgingswoede, waaraan vele leden onzer partij en omzer vakbonden nu bloot staan, maakt het ons moeilijk het vraagstuk van de houding onzer beweging tegenover een oorlogsgevaar thans opnieuw in bet openbaar aian de orde te stellen. Het gevaar bestaat, dat men ons zal verdenken en bescbuldigen van een buiging voor de reactie. Dit gevaar moe- ten wij trotseeren. Het is onbelangrijk, verge- leken bij een ander gevaar; dat wij zouden nalaten tijdig ons rekenschap te geven van de groote veranderingen, die de omstandigheden helbben ondergaan, en daarvan de gevolgen voor onze houding te bepalen. Toen wij, na den oorlog, onze besluiten en uitspraken voorbereidden, waren de machts- verhoudingen tusschen de klassen in vele lan den geheel anders dan de tegenwoordige, waren de brandpunten van het oorlogsgevaar en de centra van den vredeswil elders dan nu, was de politieke kaart van Europa geheel an ders gekleurd, was het vertrouwen in de ont- wikkeiing van den Volkenlbond grooter dan op dit oogenblik. Tot de vooropstellingen, die tot basis dienden voor onze besluiten, behoor- den, behalve het vertrouwen in de vooruit- zichten van den Volkenbond, de aanwezigheid van een sterke en parate arbeidersbeweging in bet midden van Europa en de verdwrjning van het Duitsche militarisme. Wie zou dur- ven beweren, dat wij, zonder een nieuw en emstig onderzoek, al de conclusies kunnen handhaven, waartoe wtj vroeger kwamen, nu in bet midden van ons werelddeel, naast de Nederlandsche grens de macht in handen is van een ondanks onoprechte vredesbetuigingen oorlogszuchtig fascisme, dat West-Europa be- dreigt met barbaarschheid, nu de Volkenbond van zijn gezag veel heeft ingeboet, nu de ar beidersbeweging in Duitschland gekneveld ter aarde ligt?" De heer Albarda besluit aldus: Of het on derzoek tot bevestiging of tot wijziging van ons standpunt zal lei-den, is een tweede vraag. Ook als het tot bevestiging voert, zal het on derzoek slechts versterkend zijn voor een partij, die voor groote veranderingen van het getij de oogen niet sluiten mag, maar steeds op den bodem der realiteit moet staan. DE VIER MOGENDHEDEN. Als men den tekst van bet verdrag der vier mogendheden zorgvuldig leest, moet men zich, schrijft de N. R. Crt., erover verbazen dat de parafeering in de laatste dagen nog zooveel voeten in de aarde beeft gehad. Want de lijnen van dit stuk zijn erg eenvoudig en loopen zoozeer parallel met de politieke figu- ren, die de debatten te Geneve ons hebben vertoond sedert Hitler zich tot een beleid van verregaande inschikkelijkheid genoopt heeft gezien, dat het beele verdrag ons een soort materialisatie van die debatten kan lijken. Het schept geen nieuwe recbten of verplich- tingen, het is geen aanvulling van de be- staande verdragen tot waarborg van den vrede. Het draagt het kenmerk van de be- staande en als verschijnsel zoo bedenkelijke neiging om voortdurend door te verzekeren dat men zich aan aangegane verplichtingen zal houden. Wij vinden die verzekeringen onder de tegenwoordige omstandigheden volstrekt niet nutteloos. Het ware echter veel beter voor de wereld als zij misstonden door hun over- bodigheid. Zoolang de toestand is zooals hij op het oogenblik nu eenmaal is, kunnen wij bet niet anders dan toejuichen dat menvoort durend zijn verplichtingen herhaalt en die aan eigen geweten en aan dat van anderen voor- houdt; al was het alleen al omdat men, zoo lang men hiermede bezig is, zich niet kan be- zondigen aan nog verdere onrust wekkende ontboezemingen. Wij kunnen ons levendig voorstellen dat menig politiek redelijk oordeelend Franschman met bevrediging kennis zal nemen van den in houd van het verdrag. De Duitsche eischen zitten er zoo diep in begraven dat men nauw- keurig moet toezien om van hun bestaan nog iets te merken. Zooveel te duidelijker echter bespeurt men, hoe krachtige verzekeringen Frankrijk terwille van zich zelf en zijn vrien- den noodig heeft geacht, voor het zijn paraaf op het stuk neerschreef. Daarnaar kan men het wantrouwen tegen de bedoelingen van Berlijn en Rome afmeten dat nu Parijs en de zijnen bezielt. Buitengewone nadruk is ge- legd op het overheerschende gezag van den Volkenbond. Het is of men dat in de artike len veelvoudig heeft willen onderstreepen Kwaad kan dit weer niet. En men moet Geneve in deze tijden die bet zoo zwaar tref fen, van harte de eerbetuigingen gunnen, die zijn prestige zoo dringend noodig heeft. Wat er naar de meening van Frankrijk. Polen en de Kleine Entente in bet oorspron kelijk ontwerp ontbrak aan respect voor den Volkenbond, is dubbel en dwars ingehaald. Die oorspronkelijke tekst is nooit bekend gemaakt maar te oord-eelen naar de wijze waarop Mus -solini dien Woensdag in den Italiaanschen Senaat heeft verdedigd, moeten wij aannemen dat de bezorgdbeid van genoemde staten niet ongegrond is gew-eest. Het is goed dat dit bezwaar is verholpen. Nu zullen wij een korte beschouwing wijden aan den feitelijken inhoud van het verdrag. Dit is noodig omdat die inhoud bijna geheel verscholen ligt in nummers van artikelen en in cijfers van datums. Deze leeren ons het volgende In de inl-edding verkondigen de onderteeke- naars, zooals gezegd, voor de zooveelste maal dat zij zich zullen houden aan al hetgeen zi; totnogtoe plechtig hebben beloofd, aan Vol- kenbondsverdrag, aan Locarno, aan het ver drag Briand-Kellogg, en ook aan de verkla- ring van de Groote Vijf, afgelegd op 11 Decem ber 1932 en op 2 Maart 1933 door de politieke commissie bevestigd. In deze laatste belofte schuilt voor de Duitschers de herhaalde er- kenning van hun principieel recht op gelijk- heid in bewapening. De waarde van deze be lofte wordt echter terstond weer ingeperkt door den nadruk waarmede erop gewezen wordt dat bij dit alles het handvest van den Volkenbond volledig moet worden toegepast, met inachtneming van de procedure die dit voorschrijft. Dit handvest onderw-erpt immers iedere herziening van het verdrag van Ver sailles, en ook de opheffing van de ontwape- pingstiepabngen voor Duitschland, aan een behandeling in den Raad van den Volkenbond die eenstemmigheid voor besluiten eischt. Ten overvloede volgt er dan nog eens op dat geen herziening kan plaats vinden zonder de goed- keuring van den betrokken staat. Dit sprak reeds vanzelf, omdat elk, brj eenige Raads- kwestie belanghebbend land vanzelf voor die aangelegenheid zitting krijgt in den Raad. Men noemt in artikel twee van het verdrag de artikelen 10, 16 en 19 van het handvest. In artikel 19, dat de mogelijkheid van herzie ning van grenzen inhoudt, ligt voordeel voor Duitschland. Maar artikel 10, dat de on- schendbaarheid van den status quo waarborgt en artikel 16, dat sancties mogelijk maakt tegen dengeen die dien eigenmachtig zou trachten te wijzigen, zijn er weer vlak naast geplaatst, zooals de bak met water naast bet gloeiende ijzer. En nogmaals wordt het uit- sluitend recht van de organ-en van den Vol kenbond, om deze dingen te behandelen, uit- drukkelijk genoemd. Artikel drie, waarover zooveel te doen is geweest, is niet zoo onschuldig als het er bij oppervlakkige lezing kan uitzien. De vier mogendheden behouden zich het recht voor, als er vraagstukken aan het einde van de ont- wapeningsconferentie onopgelost zijn geble- ven, deze opnieuw te onderzoeken om zeker te zijn dat zij langs den juisten weg worden opgelost. Dit beteekent echter heel wat. Duitschland onderwerpt daarmede het recht op herwapening, waarop vorige Duitsche regeeringen aanspraak maakten voor het ge- val de ontwapeningsconferentie mislukte, aan een afzonderl^jke behandeling door de mogend heden na bedoelde mislukking. Wij begrijpen levendig dat Berlijn bezwaar beeft gemaakt tegen deze uitdrukkelijke bepaling in het ver drag en dat Frankrijk daartegenover juist groote waarde eraan heeft gebecht. Nieuw is echter ook dit resultaat niet. Het is over- eenkomstig de houding die Duitschland den laatsten tijd te Geneve heeft aangenomen. Wij moeten er echter niet aan denken wat de pers van rechts in Duitschland zou hebben gezegd wanneer Stresemann of Brtining nu nog een dergelijke verplichting op zich hadden geno- men. Men hoort nu wel verzekeren: Dit is het voordeel van een zoo sterke regeering als die van Hitler dat zij zich een tegemoetkomende houding kan veroorloven die voor andere regeeringen niet mogelijk zou zijn geweest. Dit echter is een zeer bedenkelijke gerust- stelling. Hitler kan dat doen omdat zijn natio- nalistische volgelingen het vertrouwen in hem hebben dat hij hun en zrjn eigen verstrekkende wenschen tot vervulling zal weten te brengen vertrouwen dat hij zich niet vergist als hij meent dat met een schijnbaar zwakke natio- nale houding het doel het best te bereiken is. En men zou Hitler zeer verkeerd cn in zijn eigen oogen zeker ook onrechtvaardig beoor- deelen, als men meende dat hij met zijn tac- tiek iets anders bedoelt. De grondgedachte ervan kan slechts zijn tijd te krijgen om op krachten te komen nadat hij heeft moeten constateeren dat iedere overhaasting onver- mijd-elijk en* onmiddellijk noodlottig zou wor den. Zijn eigen vrienden vergelijken hem met Fabius Cunctator. Het is dit besef, niet al leen in het Fransche kamp, dat de ontwape ningsconferentie een zoo moeilijk bestaan ver- schaft. Mussolini heeft in den Italiaanschen Senaat den oorspronkelijken tekst van het verdrag die tot strekking had den Oppersten Raad on- zaliger gedaohtenis uit de dagen van na den oorlog weer in eere te herstellen, verdedigd. Er bestaat feitelijk reeds een hierarchie, zoo zeide hij, door het feit dat de vier groote mogendheden een permanenten zetel in den Raad hebben. Dit echter is een onjuiste rede- neering. Die permanente zetels hebben de groote mogendheden opgeeischt als voorwaar de voor hun medewerking op gelijken voet met alle andere staten. Het is de koapprijs van him medewerking, die achteraf niet nog eens kan worden verhoogd. Zij hebben inder- tijd hun eisch lang niet slecht gerechtvaar- digd met het betoog dat de uitgestrektheid van hun belangen hen geinteresseerd maakte bij haast iedere aangelegenheid. Dat is juist. Het vitale belang van Frankrijk staat bij on- eindig veel meer aangelegenheden op het spel dan b.v. dat van Nederland. Men denke aan Polen, de Kleine Entente, den Balkan, den Levant, de Middellandsche Zee enz enz. Der gelijke machtige staten moeten soms voor an deren de kastanjes uit het vuur halen. Maar meer rechten hebben de mogendheden daar- door niet gekregen. Als permanente leden van den Raad hebben zij daar niet een stem van hoogere waarde. En als wij of anderen partjj zijn in een aangelegenheid komen wij, precies in de positie van een groote mogend- heid, voor die gelegenheid ook in den Raad. Het is goed dat Mussolini op dit punt on- gelijk heeft. Meer -genoegen dan dit gedeelte van zijn betoog zal het alle lezers gedaan heb ben te vememen dat het verdrag van de Groote Vier uitgang-spunt zal zijn voor nieuwe pogingen tot toenadering tusschen Frankrijk en Italie. 'Op die manier kan het verdrag wellioht nog het grootste voordeel opleveren! EXAMEN MULO. Behalve de reeds genoemde heeren uit Vlis- singen, is nog benoemd tot lid voor Engelsch, de heer A. A. Leenhouts, hoofd der Mulo- school te Ter Neuzen, voor het examen Mulo, dat te Goes wordt afgenomen. BETON-TECHNICUS. Onze vroegere stadgenoot, de heer I. Lit- tooij, slaagde gisteren te Arahem voor het examen van beton-technicus. VEREENIGXNG VAN NEDERLANDSCHE GEMEENTEN. In de heden gehouden vergadering van de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten, afdeeling Zeeland, onder voorzitterschap van den waarn. voorzitter, den heer J. Huizinga, burgemeester te Ter Neuzen, werd tot voor zitter der afdeeling verkozen de heer M. Fem- hout, burgemeester van Middelburg, inplaats van den heer P. Dumon Tak, die als zoodanig ontslag had gevraagd. Besloten werd tot contributieverhooging en wel van 1 gulden per 1000 inwoners tot 1 gul den per 500 inwoners. Klachten werden ingebracht tegenover de regeering inzake subsidie werkloozensteun. Er zijn gemeenten die over 1932 nog geen cent hadden ontvangen, terwijl andere, als Ter Neuzen, een voorschot verkrijgen. Door Dr G. G. Pekelharing werd een lezing gehouden over de Wegenwet. Inzake regeling werkeloozensteun verklaar- de het bestuur zich diligent. GEWETENSGELD. De minister van Financien maakt bekend, dat ten behoeve van's Rijks schatkist wegens over vorige jaren te weinig betaalde belastin- gen naar inkomen en/of vermogen (gewetens- geld) is ontvangen bij den ontvanger der di- recte belastingen enz. te Sas van Gent 300. RIJKS ARCHIEF. Bij Kon. besluit is bevorderd bij het Rijks- arehief in Zeeland, tot commies de heer M. D. Lammerts, thans adjunct-commies. GESLAAGD. Aan de St. Franciscuskweekschool te Breda is o.m. geslaagd de heer A. A. van de Walle te Hulst. GEZELLIG AVONDJE. Vrijdagavond kwamen een 60-tal meisjes der R. K. Jeugdivereeciigingen voor meisjes: de K. J. V„ de Gilde en de Zonnekinderen met haar leidsters en de Catechiste uit Hulst in het Patronaatsgebouw hij.een om daar hij gelegen heid van de aanneming van 3 nieuwe K. J. V.-ers den avond gazellig door te bren- £en" De Catechiste sprak het opemngswoord en feliciteerde het drietal K. J. V.-ers, waama de meisjes den avond verder vulden met mu- ziek, reidansen, zang, declamatie en leuke rvoordrachtjes. Bovendien werd nog getrac- teerd op limonade en koekjes, zoodat het een echt vroolijke avond was. CURSUS AUTOGEEN LASSCHEN EN SNIJDEN. Zooals uit achterstaande advertentie blijkt, zal in den loop van deze maand een cursus ge- opend worden in het autogeen lasschen en snijden van alle metalen. Gedurende 3 maanden wordt iederen Zater- dag les gegeven. Z. L. M. De jaarlijksohe zomerhoofdbestuurs- en al- gemeene vergadering van de Z. L. M. zullen dit jaar worden gehouden op 5 en 6 Juli te Oostburg. Na afloop zal een rijtoer plaats hebben. Hedenvoormiddag was in het .Hotel de Lozanne" te Axel een vergadering belegd door het comitd van actie tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Zeeland, tot oprich ting van een waterschap Hulster- en Axeler- Ambacht, dat werd bijgewoond door afge- vaardigden van 39 van de 55 daarbij betrokken polders, terwijl van wege 8 polders schriftelijk of mondeling instemming met de te voeren actie is betuigd. De Voorzitter, de heer Jac. Dekker, heette de opgekomenen hartelijk welkom, in het bij zonder ook de redactie van dit blad. Hij deelde mede, dat door het comitd een aan de Provinciale Staten te richten adres in con cept is gebracht, waarvan de secretaris, de heer, Kruijsse op zijn verzoek voorleizing gaf. Het luidt als volgt: In Uwe eersbvolgende vergadering komt in behandeling het voorstel van heeren Ge deputeerde Staten om te besluiten tot de oprichting van het uitwaterings-waterschap Hulster- en Axeler-Aimbacht. Ingevolge art. 13 der Waterstaatswet van 1900 zqn de verschillende polders en waterschappen die daarbij betrokken zijn in de gelegenheid gesteld, daartegen be- zwaren in te dienen. Van de 55 belanghebbende polders en waterschappen hebben 51 daarvan gebruik gemaakt. Deze bezwaren geven heeren Gedeputeer de Staten geen aanleiding om hun voorstel in te trekken of te wijzigen, zoodat thans aan U de beslissing is of dit voorstel al dan niet zal worden aangenomen. 9 Ntdwlandi ch Product met '1 onmiskenbare gevoel, dat Uw dag alweer zal eindigen met zoo'n aanval van die ellendige hoofdpijn. Dadelijk een "AKKERTJE" en desnoods een uur later nog eenVerrast bemerkt Ge, dat de dag steeds pret- tigei wordt en dat het werk beter vlot dan ooit! Neem toch "AKKERTJES" in huis, per 12 stuks slechts 50 cent. Gebruikt dus voortaan uitsluitend Volgens recepf von Apotheker Dumont Ingez. Med. De betrokkenen zijn van oordeel, dat het voorstel behoorf te worden verworpen en hebben op 9 Juni 1933 een protest-verga- dering gehouden. In deze vergadering waren vertegenwoordigd 39 polders en waterschappen, terwijl door 1 polder schrif telijk en door 6 polders mondeling adhaesie werd betuigd. De vergadering wenscht het volgende onder Uw aandacht te brengen: a. Inderdaad gaf het waterbezwaar tot emstige klachten aanleiding. De toestand van 1930 door heeren Gedeputeerde Staten aangehaald die een zeer abnormale was mag evenwel niet als bewijs daarvoor worden aangemerkt. De vergadering vereenigt zich echter met het oordeel van heeren Gedeputeerde Sta ten, dat er reden is tot emstige klacht. Het Rijk ontvangt n.l. van een groot aantal polders jaarlijks een zeer groot be- drag voor suatiepenningen. Bij de destrjds opgemaakte overeenkomst nam het Rijk de verplichting op zich, voor een goede af- watering te zorgen. Dit wordt ook door het Ing.-bureau Van Hasselt De Koning er- kent. De vergadering neemt daarvan dank- baar akte. Het Rijk is in zijn plicht te kort geschoten. Mocht blijken, dat voor de ontvangen suatiepenn ingeti het noodige onderhoud niet kan worden verricht, dan is dit nog geen reden om zich aan zijn plicht te ont- trekken. Men neemt bij een overeenkomst immers de goede en de kwade kansen. Het Rijk heeft op zich genomen, tegen vergoeding van de jaarlijks te betalen suatiepenningen, de geregelde afvoer van het water uit de polders door het zijkanaal HulstAxel, van de leiding, die loopt van den polder Canisvliet en van den polder Autriche, langs het waterschap Smits Koegorsschorre naar de Buthsluis, en ver der de leiding, loopende door den Buth- polder door de Spuikreek, door de Othene- sche kreek naar de Schelde, te verzekeren-. Met het onderhoud dezer leidingen is het treurig gesteld. Wel worden de kanten jaarlijks afgestoken, het riet enz. uitge- maaid, doch van het verwijderen van modder komt zoo goed als niets. Op meerdere plaatsen is in meer dan 25 jaren niet gedolven. Het spreekt van zelf, dat de suatie dan niet gesohiedt, zooals dit zou ibehooren. Waar het Rijk onderhoudsplichtige is van de voreuvermelde afvoergelegenheden, zal dus het Rijk ook hebben te zorgen voor het onderhoud daarvan. Het gaat niet aan, die kosten op een ander lichaam (uiteindelijk de polders) te schuiven. Waar het Rijk zich tot die af voer heeft verboniden, zal ook voor reke- ning van het Rijk komen indien dit daarna nog zou noodig blijken het ver- ibreeden van den Buthduiker en den Spui- duiker. b. In den winter komen korte perioden voor, dat het water in de Othenesche kreek te hoog is, tengevolge van de onvoldoende afwatering naar buiten. Dit zou alleen door een gemaal te verhelpen zijn. Waar deze wijze van sueeren ook in het rapport ver worpen wordt, behoeft hierover n-iet verder te worden uitgeweid. Eenige verbetering ware te verkrijgen door het aanbrengen van een vijfde koker te Ter Neuzen, waarvoor echter al weer het Rijk als uitvloeisel van de met de polders gesloten overeen komst heeft te zorgen. Dat bij lagen waterstand op de Othene sche kreek het waterbezwaar is te wijten aan de onvoldoende afmetingen van de ge- zamenlijke waterleidingen is in zooverre waar, dat het Rijk slechts voor voldoende diepte behoeft te zorgen van de bij hem in onderhoud zijnde leidingen, waama ook dit beizwaar is opgeheiven. Een feit is het, dat in het algemeen ge- sproken, de polderleidingen voldoende wor den onderhouden wat breedte en diepte ibetreft. c. Het Ingenieursbureau voorheen Van Hasselt De Koning komt in zijn rapport tot de conclusie, dat verbetering van de waterloozing uitsluitend door verruiming van de watergangen de voorkeur verdient boven het plan van waterloozing met be- maling. Naar het oordeel der vergadering is ver ruiming van secondair belang, aangezien

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1