I
PluimvGe-Rubriek.
de resp. uitkeering der werkloozenkassen over
dat tijdvak.
Burgemeestr en Wethouders stellen voor dit
verslag aan te nemea voor kennisgeving.
De heer VAN JCAMPEN is ten zeerste ver-
wonderd, dat Burgemeester en Wethouders
voorstellen dit verslag zonder meer aan te
nemen voor kennisgeving. Hoe is dat toch
mogelijk? Als men het rapport leest en men
ziet de bedragen die voor steun en werkver-
schaffing zijn uitgekeerd, is toch zeker de
vraag op zijn plaats of in het college niet de
gedachte leeft dat het hiermede spaak loopt.
Het is hem daarom onbegrrjpelijk hoe het col
lege niets anders doet dan voorstellen dit voor
kennisgeving aan te nemen.
Het moet toch wel gevoelen, dat, als het z66
doorgaat, en straks voor den winter geen geld
voor uitkeeringen meer zal beschikbaar zijn,
en men dan de menschen die thans de hitte
des daags trotseeren, als ze ook werkloos ge-
worden zijn, niets meer zal kunnen geven?
Laat men het maar stilzwijgend voorbrjgaan.
wanneer vermeldt wordt dat zoovelen van bui-
ten de gemeente hier komen werken. Kan men
dan spreken van crisis-werkloosheid
De VOORZITTER merkt den heer Van
Kampen op, dat hij hier zaken verwart. Thans
is alleen aan de orde het verslag van den
Agent der Arbeidsbemiddeling over 1932, ter-
wijl hij ter sprake begint te brengen de werk-
loosheid in 1933. Dat laatste is hierbij niet
aan de orde, de heer Van Kampen zal daar-
over aanstonds nog wel eenige mededeelingen
hooren, maar nu is alleen het verslag aan de
orde. En dat stellen Burgemeester en Wet
houders inderdaad voor voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer VAN KAMPEN wil toegeven, dan
in dit opzicht misschien voorbarig te zijn,
door 2 zaken tegelijk te bespreken, maar
vraagt dan toch of het niet mogelijk zou zijn
maatregelen te nemen, dat in het vervolg
tijdiger wordt opgetreden en men niet meer,
zooals bij het aan het werk stellen van bie-
tenrooiers in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
gebeurd is, te laat komt en die plaats door
Belgen ziet ingenomen.
De VOORZITTER: Dat die plaatsen door
Belgische menschen zijn bezet is juist, doch
dat was geen gevolg van te laat optreden
dezerzijds. Ik ben zelf in die zaak betrokken
geweest en de te werkstelling is er op afge-
stuit, dat we voor die menschen ter plaatse
geen geschikte gelegenheid voor huisvesting
konden krijgen. Wij waren toen ten voile
actief en in onderhandeling met den land-
ibouwbemiddelaar te Middelburg. We hebben
met de verschillende menschen gesproken,
maar het is op de meegedeelde omstandigheid
afgestuit. Als er maar beschikking was ge
weest over fatsoenlijke barakken zou het voor
elkaar gekomen zijn.
Het verslag wordt met algemeene stemmen
voor kennisgeving aangenomen.
m. Een circulaire van het gemeentebestuur
van Poortvliet aan alle gemeenteraden in
Zeeland, luidende als volgt:
Wij hebben de eer U hierbij te doen toe-
komen een besluit van den raad dezer ge
meente, inhoudende een verzoek aan de regee-
ring om bij de steunverleening aan den land-
bouw een regeling te treffen, waarbiji bepaald
wordt dat boeren, die per te verbouwen hec
tare een subsidie van het rijk ontvangen, ver-
plicht worden een bepaald aantal arbeiders in
loondienst te nemen op een loon, vastgesteld
in overeenstemming met plaatselijke omstan-
digheden, of, althans voor te schrijven dat de
z.g. regeeringstarwe niet machinaal gesneden
en gedorschen mag zijn.
Met de beslissing van uw raad zullen wij
gaarne in kennis worden gesteld.
Bedoeld besluit luidt als volgt:
De raad der gemeente Poortvliet;
gehoord het voorstel van Burgemeester en
Wethouders om zich tot de Regeering te wen-
den met het verzoek bij de steunverleening
aan den landbouw maatregelen te nemen ter
bestrijding van de werkloosheid onder de
landarbeiders;
overwegende
dat de werkloosheid in den landbouw al
meer en meer toeneemt, zoodat onder de
arbeidersbevolking een noodtoestand gaat
heerschen;
dat deze aangelegenheid voor de platte-
landsgemeenten een vraagstuk van beteekenis
is geworden;
dat het te betreuren valt, dat van den steun
welke uit 's Rijks kas verleend wordt aan de
landbouwers voor het zaaien van tarwe en
suikerbieten, een zeer gering percentage ten
goede komt van de landarbeiders in den vorm
van werk;
dat, weliswaar, de teelt van granen, o.a.
tarwe, weinig arbeidskrachten vergt, maar dat
het snijden met den sikkel en het dorschen
met den vlegel in de plaats van de machine,
veel meer handenarbeid zouden vragen;
dat het daarom tot bevordering van werk-
verruiming wenschelijk zou zijn, in overleg
met de landbouworganisaties, een regeling te
treffen, waarbij bepaald wordt, dat boeren,
die per te vetbouwen hectare een subsidie van
het Rijk ontvangen, verplicht worden een be
paald aantal arbeiders in loondienst te nemen
op een loon, vastgesteld in overeenstemming
met plaatselijke toestanden, of, althans voor
te schrijven dat de z.g. regeeringstarwe niet
machinaal gesneden en gedorschen mag zijn;
besluit
le. de regeering te verzoeken bij steunver
leening aan den landbouw maatregelen te
willen nemen in den zin van vorenstaande
overweging, zulks ter bestrijding van de
werkloosheid onder de arbeidersbevolking
te plattelande en waarbij het financieel
belang van het rijk en de gemeente wordt
gediend
2e. de overige gemeenten in Zeeland te ver
zoeken aan dit besluit adhaesie te be-
tuigen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
dit adres aan te nemen voor kennisgeving.
De heer HAMELINK zou gaarne hebben
gezien, dat Burgemeester en Wethouders had
den voorgesteld, aan dit adres adhaesie te
betuigen Hij acht het wel noodig, dat in
deze wordt opgetreden. Er worden groote
sommen betaald voor steun aan de tarwever-
bouwers, zonder dat daar tegenover eenige
waailborg bestaat, dat van die bedragen ook
iets ten goede zal komen aan de arbeidende
bevolking op het platteland. Het is van al
gemeene bekendheid, dat de manier waarop
de steun wordt verleend op het platteland de
sympathie der bevolking niet heeft en hij
meent, dat iedere gelegenheid did zich aan-
biedt om van de ontevredenheid daarover aan
de Regeering in Den Haag blijk te geven
moet worden benut. Hij acht zulks den plicht
van het gemeentebestuur tegenover de arbei
dersbevolking die het vertegenwoordigd en die
ook moet helpen om die steunbedragen bijeen
te brengen. Hij stelt alsnog voor aan het
adres steun te verleenen.
De VOORZITTER herinnert, dat Burge
meester en Wethouders reeds in verschillende
dergelijke gevallen hebben voorgesteld de
a4ressen voor kennisgeving aan te nemen. Het
komt hen voor, dat dit niet de goede methode
is om iets te verkrijgen. Indien bij de ge-
meentebesturen dergelijke wenschen bestaan
en zij' in ruimeren kring steun vinden, be-
hooren deze naar de meening van het college
te worden aanhangig gemaakt bij het bestuur
der Vereeniging van Nederlandsche gemeen
ten, dat dan een onderzoek instelt bij de ge
meenten die geacht kunnen worden er bijzon-
der belang bij te hebben en dan naar gelang
van het resultaat van het onderzoek een actie
bij de regeering instelt. Daarvan is dan meer
effect te verwachten dan wanneer een ge
meentebestuur een adresbeweging op touw
zet, die door verschillende gemeenteraden
wordt gesteund.
De heer DIELEMAN vraagt, of het college
door het mededeelen van dit standpunt sym
pathie uitspreekt met het streven van den
raad van Poortvliet. Wat wordt met deze
mededeeling bedoeld? Hij is van meening, dat
de plattelandsgemeenten zelf in deze moeten
optreden. daar men dit in de groote gemeen
ten geheel anders zal aanvoelen. We zijn
zegt spreker allemaal voor werkverruiming
en moeten iedere poging die daartoe kan strek
ken aangrijpen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
Burgemeester en Wethouders niet tegen de
strekking van het adres zijn. Hij zou uitvoe-
rige correspondenties kunnen overleggen,
waaruit blijkt, dat het college in deze richting
is werkzaam geweest en aan den Minister
voorstellen heeft gedaan die konden strekken
tot het onderbrengen van werknemers in be-
drijven van werkgevers, omdat zij het beter
achtten dat werk werd gepresteerd dan zonder
meer steun uitgekeerd. Zij wilden door het
verleenen van steun de werkgevers in staat
stellen werk te laten verrichten. De Minister
stelt zich echter op een ander standpunt en
veroorloofde het gemeentebestuur niet dien
weg op te gaan, zelfs werd te kennen ge-
geven, dat indien dit toch zou gedaan wor
den de steun die van rijkswege aan de ge
meente wordt verleend, zou worden mge-
trokken.
De heer OGGEL kan zich met de strekking
van het adres van Poortvliet wel vereenigen,
maar acht dit niet den goeden weg om wat te
bereiken. Z.i. moet dat gaan over de Vereem-
gino- van Nederlandsche gemeenten, dat dan,
na "onderzoek, met een gemotiveerd verzoek
bij de Regeering kan komen. Daarvan gaat
meer kracht uit, dan wanneer er iedere maand
nu over dit, dan over een ander onderwerp,
een adres van een gemeentebestuur uitgaat.
Dan krijgt men meer lijn in de zaken, maar
van al die afzonderlijke adressen wordt ten
slotte niet veel notitie meer genomen.
De heer DIELEMAN merkt op, dat, als die
vereeniging adviezen inwint, het te verwach
ten is dat het advies van Middelburg of van
Axel nogal zal uiteenloopen.
De heer OGGEL: Het spreekt van zelf, dat
ze voor ptattelandszaken geen adviezen in-
winnen in een fabrieksplaats. Ze gaan dan
naar die plaatsen waar men hen over de on-
derhavige zaak van advies kan dienen.
De heer SEGHERS zou, aangezien er van
den steun aan den landbouw gegeven, zoo goed
als niets in handen van den werkman komt,
de goede patroons niet te na gesproken, gaarne
zien, dat aan het adres steun werd verleend.
Als er op ingegaan werd zouden vele werk-
menschen geholpen zijn en die zouden dan
door de steunverleening ook gebaat zijn.
De heer HAMELINK is door het betoog
van den Voorzitter en den heer Oggel nog niet
overtuigd, dat deze zaak beter zou behandeld
worden als die gesteld wordt in handen van
het bestuur der Vereeniging van Nederland-
sbhe gemeenten. Hij gelooft dat in dit geval
elke aandrang, waar die gelegenheid zich ook
voordoet, moet worden te baat genomen, om
zich tot voile kracht te ontwikkelen. Wanneer
van verschillende gemeenten bezwaren worden
ingezonden, zal dit den Minister toch moeten
overtuigen, dat er voor zijn regeling op het
platteland weinig sympathie bestaat. En
mocht er nog een andere actie deswege wor
den op touw gezet, dan behoeft dit toch geen
reden te zijn om aan deze beweging steun te
onthouden." Naar zijn meening is de gemeen-
teraad, als vertegenwoordiger ook der platte-
landsarbeiders, verplicht -zijn stem aan dit
adres te geven, opdat deze ook iets zullen
kunnen genieten van den steun, dien ze thans
ook zelf door hun bijdrage moeten helpen
bijeenbrengen. Hij kan ten slotte ook met
inzien, dat de raad daarmede iets verkeerds
zou doen. Als er geen resultaat op volgt is
nog niets verloren, want een slechtere regeling
dan de tegenwoordige zullen we toch wel niet
kunnen teru'gkrijgen. Het is niet noodig dit
te stellen in handen van de meergenoemde
vereeniging, waarvan bovendien niet is geble-
ken, dat ze in dit opzicht al veel gepresteerd
heeft.
De VOORZITTER wijst er op, dat we tegen-
woordig leven in een tijd van organisatie en
aangezien de gemeenten nu bijna alle in de
Vereeniging voor Nederlandsche gemeenten
zijn georganiseerd, gaat het volgens hem niet
aan dat deze in zaken die van meer dan locaal
belang zijn op eigen houtje aan de Regeering
gaan requestreeren. Er staat hierbij een
groot belang op het spel en hij acht het ver-
keerd, dit te behandelen buiten de vereeniging
om.
De heer VAN KAMPEN komt het voor
dat, als men zich gaat begeven op den weg
om adhaesie te betuigen aan door andere
gemeenten tot de Regeering gerichte advie
zen, men dan toch allereerst de zaak waar-
over het gaat ten voile dient te bezien. En
dan is het voor hem de vraag of hetgeen in
dat adres staat ook practisch uitvoerbaar is,
en of de landbouwers indien ze het graan bij
en na het oogsten lieten bewerken met sikkel
en vlegel nog uit de kosten zouden kunnen
komen. Hij voor zich moet dat betwijfelen
Hij gelooft, dat, indien men dien weg zou uit-
gaan, de winst dien de tarwecultuur nu dank
zij den steun nog oplevert, geheel zou verloren
gaan. Dat zou te duur komen te staan.
Daarop zou wel wat te vinden zijn, door een
extra-toeslag. Maar spreker kan niet inzien,
waarom men nu juist bij den landbouw dezen
we°- wil opgaan, waarom nu juist de landbou-
wer nog een deel van de opbrengst van het
geen zijn cultuur oplevert zou moeten af-
staan, terwijl het bedrijf niet loonend is. Waar
om zou ciu juist de landbouwende bevolking
door dien maatregel moeten worden getroffen,
terwijl er Kamerleden zijn met een tractement
van 5000 's jaars waarop geen korting wordt
toegepast? Men zal toch wel moeten gevoe
len, dat het dien kant niet uit kan, dat men
het niet moet zoeken in verhooging van den
steun, maar in verlaging van den loon-
standaard over de geheele lime.
De heer OGGEL: We zouden het kunnen
aanhangig maken bij de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten.
De VOORZITTER: Daarover valt nader te
prat en Ik zal nu het voorstel van Burge
meester en Wethouders in stemming brengen,
wordt dit verworpen, dan zal w61 adhaesie
worden verleend.
Het voorstel wordt aangenomen met 7 tegen
6 stemmen.
Voor stemmen de heeren Oggel, De Ruijter,
Van Bendegem, Van de Bilt, I. de Feijter,
J. de Feijter en Van Kampen; tegen stemmen
de heeren Ortelee, Seghers, Verschelling, Die-
leman, 't Gilde en Hamelink.
n. De rekening en verantwoording der Ge-
zondheidscommissie, wier zetel is gevestigd te
Ter Neuzen, over het kalenderjaar 1932. De
ontvangsten hebben bedragen 1581,58V2, de
uitgaven f 982,62%, goed slot 598,96.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze rekening goed te keuren.
De heer VAN KAMPEN: Dat is ook weer
zoo iets waaraan weinig te doen zal zijn,
maar zoo'n installing kost toch ook nog een
kleine f 1000, terwijl het nut daaraan niet
evenredig is. Zoo'n instelling komt de maat-
schappij in zijn tegenwoordige vorm te duur
te staan. Er staat o.m. een post op wegens
den congres-bezoek van 47
De heer 't GILDE: Dan is het goedkooper
dan vorig jaar, toen was het /60.
De heer VAN KAMPENMaar nu zijn de
spoorwegtarieven afgeslagen
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot goedkeuring der rekening wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
o. De Gezondheidscommissie, wier zetel is
gevestigd te Ter Neuzen, zendt hare begroo-
ting voor den dienst 1934, op een eindcijfer
van 1812,36. De bijdrage der gemeente Axel
is uitgetrokken op 156,37, naar een bevol-
kingscijfer van 6255.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze te behandelen bij de gemeentebegrooting
voor 1934.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
is mogelijk, maar
p. Een schrijven van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, dd. 7 April 1933, waarbij wordt
teruggezonden de begrooting voor 1933, waar-
omtrent o.m. wordt opgemerkt:
Volgnummer no. 10. (Jaarwedden van de
wethouders). Op deze jaarwedden zal alsnog
de korting bedoeld in het besluit van Gedepu
teerde Staten van 25 November 1932, no. 35,
3e afdeeling, moeten worden toegepast.
No. 14 (Jaarwedden van ambtenaren en be-
dienden). Het salaris van den buitenbode is
van 130 op 65 gebracht, in het algemeen
uit overweging dat deze functionaris, die ook
veldwachter en wijkmeester is, in verhouding
tot de andere ambtenaren te veel verdiend.
Aangenomen dat deze ambtenaar in eenigs-
zins bevoorrechte positie verkeert, gaat het
toch niet deze verkregen rechten aldus aan te
tasten. Het oude salaris zal dan ook dienen te
worden geraamd, eventueel onder aftrek van
een billijke korting.
No. 225 (Belooning dokters, vroedvrouwen).
Het salaris van de vroedvrouw is van f 750 op
/650 gebracht, alzoo is daarop een korting
toegepast van f 100. Het gaat echter niet aan
om alleen op de jaarwedde der vroedvrouw
te korten en alle andere jaarwedden vrijuit te
laten gaan. Bovendien mag een korting niet
gegrond zijn op de overweging dat de vroed
vrouw minvermogenden laat betalen voor hare
hulp. Dit dient te worden voorkomen door in
de instructie van de vroedvrouw een bepaling
op te nemen, die haar dit verbiedt. Aange-
drongen wordt daarom op herstel der jaar
wedde van 750.
No. 240 en 243 (Bijdrage van het rijk in de
kosten van werkverschaffing en steun aan
werkloozen). De vraag rijst of voldoende ze-
kerheid bestaat dat 60 pet. subsidie zal wor
den genoten.
Met betrekking tot het gasbedrijf wordt op
gemerkt, dat de afschrrjvingspercentages
voor gashouders en voor het buizennet te laag
zijn. Aangedrongen wordt die te verhoogen
tot 3 pet.
Burgemeester en Wethouders geven om-
trent bovenstaande het volgende te kennen:
Aan volgno. 10 kan, overeenkomstig den
wensch van heeren Gedeputeerde Staten wor
den voldaan. Na de vaststelling van de be
grooting is de korting op de jaarwedde van
de Wethouders bepaald en verschenen in een
Provinciaal blad.
Volgno. 16. Volgens Gedeputeerde Staten
mag de jaarwedde van den buitenbode niet als
uitzondering gekort worden met 50 pet.
Bij de behandeling van de gemeente-begroo-
ting werd door Uw College de jaarwedde van
den buitenbode tot op de helft teruggebracht,
aangezien Uwen Raad van meening was, dat
de functie van buitenbode een zuivere bijbe-
trekking was.
Gelet op de opmerking van heeren Gedepu
teerde Staten stellen wij U voor de belooning
voor buitenbode te brengen op 100.
De jaarwedde van de vroedvrouw mag niet
met 100 worden verminderd, zoodat wij U
voorstellen haar jaarwedde nader te bepalen
op 700.
De overige vragen en inlichtingen kunnen
aan het betrokken College worden verstrekt
en zijn van administratieven aard.
De heer HAMELINK merkt op, dat dus vol
gens Gedeputeerde Staten op de jaarwedde
van de vroedvrouw niet mag gekort worden
op de overweging van te weinig arbeidspres-
tatie. Spreker meende, dat hier nu een be-
zuinigingsobject aanwezig was, omdat er
tegenover de jaarwedde weinig arbeidspresta-
tie staat. Er zou volgens Gedeputeerde Sta
ten in de instructie moeten worden bepaald,
dat zij on- en minvermogenden gratis of tegen
lager tarief moet helpen. Hij meende, dat dit
reeds voldoende geregeld was, doch in de
praktijk niet voldoende tot uiting komt. Hij
vraagt, of Burgemeester en Wethouders mis
schien kunnen mededeelen, hoe dikwijls die
bepaling in de laatste jaren is toegepast. Mis
schien weet de heer Van de Bilt die in de
laatste jaren in het Burgerlijk Armbestuur
nogal een groote rol heeft gespeeld daarover
wel iets mede te deelen.
De VOORZITTER gelooft niet, dat de heer
Van de Bilt dit zonder nadere gegevens zal
kunnen zeggen, maar wil hem gaarne het
woord verleenen.
De heer VAN DE BELT weet niet, of hij in
dat college een groote rol heeft gespeeld, hij
is thans voorzitter. Voor beantwoording der
vraag van den heer Hamelink beschikt ech
ter de secretaris over de gegevens.
De heer HAMELINK zou toch graag zien,
of de overwegingen die den raad aanleiding
gaven tot vermindering der jaarwedde al of
niet gegrond zijn op de feiten. Hij is voorals-
nog niet bereid de jaarwedde op het vroeger
peil terug te brengen.
De heer VAN DE BILT deelt mede, dat,
indien de vroedvrouw van wege het burger
lijk armbestuur wordt ingelicht dat een be
paald gezin voor hare hulp niet of niet ten
voile kan betalen, zij daaraan zeker gehoor
zal geven.
De heer HAMELINK zou willen weten hoe-
veel gevallen zij gratis of bijna voor niets
heeft behandeld.
De VOORZITTER: Dat is zonder meer niet
te beantwoorden, dat dient onderzocht.
De heer HAMELINK: Kunnen we dan, in
afwachting dat wij alle inlichtingen krijgen,
de beslissing hieromtrent niet opschorten?
De VOORZITTER: Het
schept moeilijkheden.
De heer OGGEL meent, dat uitstel van be
slissing wel mogelijk is en het zelfs gewenscht
is, dat de gevraagde inlichtingen eerst wor
den verstrekt, omdat het hieromtrent gedaan
voorstel van Burgemeester en Wethouders
een meerdbrheidsvoorstel is. Hij wilde, als
minderheid, niet meewerken om de, jaarwedde
op het vroegere peil te brengen. Het zou dus
wel goed zijn eerst eens te informeeren hoe-
veel gevallen zij gratis of tegen lager tarief
heeft behandeld. Gedeputeerde Staten schei-
den dat.
De heer VAN DE BILT geeft te kennen,
dat het hem niet sympathiek is, dat men er
van de gemeenteambtenaren een paar uit-
pikt om te verminderen en de anderen onge-
moeid laat. Wat de vroedvrouw betreft moet
men wel in 't oog houden, dat die jaarwedde
niet moet beschouwd worden als belooning
voor dienstprestatie, doch als standplaats-
toelage. Dat velen de hulp van de dokters in-
roepen kan zij niet helpen, doch dat vermin-
dert haar kans op inkomsten. Als de dokters
het ook goedkooper doen, krijgt zjj minder
klanten.
De VOORZITTER: Burgemeester en Wet
houders maken geen bezwaar de gevraagde
gegevens te verzamelen en ter tafel te bren
gen.
De heer VAN DE BILT: Men moet ook wel
in het oog houden, dat de vroedvrouw de
slechtste klanten krijgt, d.w.z. die het minst
kapitaalkrachtig zijn. Zij moet er toch van
kunnen bestaan.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders him voorstel omtrent
deze jaarwedde voor het oogenblik terug-
nemen.
De heer 't GILDE spreekt zijn verwonde-
ring uit, dat over deze kwestie zooveel woor-
den worden vuilgemaakt en in het bijzonder
verwondert het hem, dat in deze voor bezui-
niging op de jaarwedde wordt gepleit van
eene zijde van wie daarvoor in andere geval
len nimmer eenige medewerking is onder
vonden. En het zou zeer de vraag zijn, of,
wanneer in deze dagen een vacature van ver-
loskundige ontstond, men voor het oorspron-
kelijk salaris nog wel iemand zou kunnen
krijgen. Spreker wil in het midden laten, of
hij voor of 'tegen het voorstel van Burge
meester en Wethouders is, maar meende hier-
op toch eens te moeten wijzen. Het verwon
dert hem sterk, dat de heer Hamelink die
overigens tegen alle salarisvermindering ge-
kant was, in dit geval een verlaging met 13
pet. heeft weten te bewerkstelligen, op grond
van mindere arbeidsprestatie en gebrek aan
meegaandheid. Hij vestigt hierop de bjjzon-
dere aandacht, om de verwachting uit te
spreken, dat de heer Hamelink ook in andere
gevallen dezen verstandigen weg eens zal
willen betreden.
De heer HAMELINK acht zich verplicht,
nu hij op die wijze in het debat wordt be
trokken, hierop nog eens terug te komen.
Tegenover de bewering van den heer 't Gilde
kan hij evengoed verwondering uitspreken,
dat de heer't Gilde, die anders altrjd zoo graag
bezuinigd, dit nu juist op deze jaarwedde niet
wenscht te doen.
De heer 't GILDE: Dat heb ik niet gezegd.
De heer HAMELINK geeft voorts te ken
nen te meenen het in deze aan het rechte
eind te hebben, omdat de in deze betrokken
persoon niet het bewijs heeft geleverd van
arbeidsprestaties in evenredigheid van de haar
uitgekeerd wordende belooning. Hier wordt
dus een loon uitgekeerd waarvoor geen werk
wordt geleverd en nu meende spreker bij uit
zondering, dat hier een post was waarop
zonder bezwaar kan bezuinigd worden. Bij
hem gold niet als motief het bezuinigen, maar
was de stimulans dat er te weinig werk voor
verricht werd. Er wordt te weinig gewezen
op de gelegenheid van kostelooze hulp of hulp
tegen verminderden prijs, die gelegenheid
wordt zooveel mogelijk gecamoufleerd en dat
is zijn grief. Anders zou hij zeker geen voor-
stander zijn van de jaarweddeverla-ging.
De heer 't GILDE: Dat ik altrjd en overal
op de sa'larissen heb willen bezuinigen is niet
juist. Voor de jaarwedden onder de 1000 heb
ik geen korting voorgesteld. Hier stelt de heer
Hamelink op een salaris beneden f 1000 wel
13 pet. verlaging voor.
De heer HAMELINK: Omdat er geen ar
beidsprestatie is.
Met betrekking tot de opmerking van Ge
deputeerde Staten nopens den post no. 16
merkt de heer VAN KAMPEN op, dat daar-
uit in ruime mate het bewijs is te putten dat
de maatschappij ziek is. Het getreft hier
iemand met een goed gesalarieerde hoofdbe-
trekk-ing, die eene bijbetrekking vervult. En
mag de raad dien men wel uit zijn ambt ont-
slaan, maardan moet men hem wacht-
geld uitkeeren. Dat is dus geen bezuiniging,
anders zou men nog kunnen zeggen, we ont-
nemen die verschillende bijbetrekkingen om
ze aan een ander op te dragen die er dan ook
een bestaan door hebben kan. En de vergoe-
Hing voor die bijbetrekking verminderen mag
ook al niet. Hij zal niet meegaan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer DE RUIJTER verklaart op het-
zelfde standpunt te staan. Op besluiten tot
verhooging van belasting volgt spoedig de
hoogere goedkeuring, maar tegen besluiten
die strekken tot bezuiniging wordt door Ge
deputeerde Staten bezwaar gemaakt.
De heer VAN BENDEGEM: Ik ben het
daarmede ook eens.
De heer J. DE FEIJTER betreurt ook, dat
Gedeputeerde Staten weigeren die verlaging
goed te keuren, doch hij zal toch voor het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
stemmen, omdat hij overtuigd is, dat de raad
eventueel -een beroep op de Kroon hierom
trent toch niet zal winnen.
iHet voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt verworpen met 9 tegen 4 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Van de Bilt, Diele-
man, J. de Feijter en Hamelink; tegen stem-
men de heeren Oggel, Ortelee, De Ruijter,
Seghers, Verschelling, Van Bendegem, I. de
Feijter, 't Gilde en Van Kampen.
heeft de bedoeling dat de leden zich hierop
kunnen voorbereiden, doch in deze vergade-
ring daarover niet verder te spreken.
q. Mededeeling.
De VOORZITTER ziet zich thans genood-
zaakt namens Burgemeester en Wethouders
eene mededeeling te doen over den loop der
zaken in het jaar 1933. Bij den omvang dien
de werkloosheid thans heeft en de steunbe
dragen die daarvoor en voor werkverschaffing
noodig zijn,, kan het, in verband met de daar
voor op de begrooting beschikbaar gestelde
bedragen niet op den bestaanden voet blijven
voortgaan. Burgemeester en Wethouders heb
ben deze zaak uitvoerig overwogen en zich
daarop in verbinding gesteld met het betrok
ken Departement in Den Haag. Burgemeester
en Wethouders hadden gehoopt, dat de on-
derhandelingen zoodanig zouden zijn verloo-
pen, dat reeds in deze vergaderipg een defim-
tief voorstel zou kunnen worden gedaan, doch
dit is niet mogelijk gebleken. Het ligt thans
in de bedoeling over een dag of 10, vermoede-
lijk Donderdag der volgende week, de raad
opnieuw bijeen te roepen, om in een aparte
vergadering deze buitengewoon emstige aan
gelegenheid te behandelen. Deze mededeeling
r. De VOORZITTER deelt vervolgens
mede, dat nog is ingekomen een adres van de
Winkeliersvereeniging „Eendracht maakt
macht" te Axel, houdende het verzoek om op
Dinsdag 6 Juni a.s. gebruik te mogen maken
van de markt en van de muziektent voor het
houden van een luxe-markt.
Er zullen dan kraampjes geplaatst worden,
waarin allerlei artikelen te koop gepresen-
teerd zullen worden. Hij vermeent, dat deze
ondememing het begin is van het stichten
eener markt. Het publiek zal worden uitge-
noodigd daar zjjn inkoopen te doen.
De heer 't GILDE. er zou misschien beter
van een crisis-markt dan van een luxe-markt
kunnen worden gesproken.
De VOORZITTER: Ik moet mij houden aan
den inhoud van het adres. In verband met het
tijdstip waarop men over de markt wenscht
te beschikken, heeft de raad vermoedelijk
geen bezwaar dit adres, buiten de agenda
zijnde, toch te behandelen. In dat geval stel
len Burgemeester en Wethouders voor, het
verzoek in te willigen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
De heer DIELEMAN vraagt nog, waarom
ze het niet op Maandag doen. Dan had men
naar zijn meening meer kans op succes dan
op den derden Pinksterdag.
De VOORZITTER: Adressanten schqnen
daarover anders te denken.
(Wordt vervolgd.)
Vragen deze rubriek betreffende
kunnen door de abound's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a, Rotterdam.
Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden.
DE GROOTE TENTOONSTELLdCVG DER
DUITSCHE LANDBOUW MAAT
SCHAPPIJ.
Berlijn staat thans voor de tweede keer dit
jaar in het teeken van den landbouw. In Ja-
nuari hadden we hier de jaarlijksche tentoon-
stelling der groene week, thans is er een ten-
toonstelling van een omvang zooals dat nog
niet plaats gevonden heeft. Deze tentoonstel-
ling op landbouwgebied is een z.g. reis-ten-
toonstelling, elk jaar vindt zij in een andere
stad van het Rijk plaats. Thans is zjj voor
het eerst na den oorlog in Berlijn onderge-
bracht en komen nu twee grootheden te samen
die beiden een reusachtig bezoek veroorzaken.
Ten eerste dan de grootste organisatie op
landlbouwgebied in Duitschland en ten tweede
de grootste verbruikster van landbouwproduc-
ten in Duitschland, Berlijn, met niet minder
dan vier millioen inwoners, d.w.z. de helft van
onze bevolking in ddn stad bijeen. De grootst
producent en grootste consument te samen.
Het bezoekers-aantal is thans nog niet te
schatten, maar is zonder twijfel veel grooter
dan tijdens de zgn. groene week. De geheele
stad is vol met bezoekers van het geheele land
en de tentoonstelling is ondanks haar opper-
vlakte van 45 H.A., eveneens overvuld.
Dat een dergelijke tentoonstelling menschen
trekt ook uit andere steden, blijkt uit het feit
dat zij o.a. in Hamburg 500.000 bezoekers
trok, in Hannover in 1931 375.000 en in
Mannheim in 1932 296.000.
Wie de beteekenis en ontwikkeling van den
Duitschen landbouw en haar aanverwante in-
dustrie wil leeren kennen kan daartoe geen
betere gelegenheid vinden dan op deze jaar
lijksche reistentoonstelling.
Alles wat in het afgeloopen jaar in de stu-
deerkamers der deskundigen op landbouwge
bied uitgevonden is, alles wat daama in de
fabrieken geconstrueerd is en in verschillen
de proeven geprobeerd is, dat alles wordt
hier vertoond in een overzichtelijk geheel.
Eveneens het beste fokvee, paarden, koeien,
schapen, varkens, pluimvee en bijen wordt
vertoond, dit jaar ongeveer 4000 stuks.
Natuurlijk trok ons allereerst de afdeeling
pluimvee, maar daarnaast zijn er zooveel an
dere zaken die een bezoek aan deze tentoon
stelling en aan de wereldstad Berlijn belang-
rijk en interessant maken. De nieuwe rich-
ting in Duitschland is immers thans: Een ge-
zonde boerenstand is de basis waarop de ge
heele natie moet steunen, de stad verbruikt
menschen, de boerenstand levert voor stad en
industrie den aanvoer van gezonde, sterke
menschen. Een gezonde boerenstand moet in
staat zijn de Duitsche bevolking zelf te voe-
den. De industrie welke voor den export op
de wereldmarkt werkte zal zich moeten gaan
toeleggen op de productie van wat de weer
opbloeiende boerenstand zal noodig hebben.
Voor eens en vooral moet afgedaan worden
met den droom dat de vroegere exportmoge-
lijkheden van de industrie weer terug zullen
keeren. Duitschland moet tot zichzelf, tot
zijn eigen bodem als de voornaamste steun
voor zijn maatschappij terugkeeren.
Onder deze nieuwe leuze heeft de boeren
stand izich in groote massa's opgemaakt de
tentoonstelling in Berlijn te bezoeken en ik
zou haast zeggen, alles werkt mede tot e6n
groote propagandaveldtocht voor deze nieuwe
gedachte.
Wie als buitenlander al het vertoon van
vlaggen en uniformen ziet, zal op het eerste
oogenblik er eenigszins voor terugdeinzen,
maar heel spoedig leert men de bedoeling
kennen.
Ook op de tentoonstelling zelve wordt pro
paganda gevoerd voor de nieuwe gedachte.
Als nieuwtje op deze tentoonstelling is in het
centrum op de reusachtige weide waar de
landbouwwerktuigen gedemonstreerd worden
en waar 6000 menschen plaats vinden een
soort kermistheater opgericht, waar 's mid-
dags vertoond wordt: „Gundula en hare zeven
vrijers". Reusachtige luidsprekers zorgen er
voor, dat men overal het gesprokene goed ver-
staan kan. Als kern van het tooneelspel geldt
de schoone prinses Hildegonda, naar welks
hand door zeven vrijers gedongen wordt (n.l.
Mar Ham en Eieren uit Engeland, Mr. Kuit-
broek uit Amerika, Mijnheer van het Land
uit Holland, door Tange-Spanje, Radaukowiz
de Pool en Sambo de Neger).
Onze landgenoot biedt een Edammer kaas
aan, doch deze wordt al evenmin als de ge-
schenken der andere aanbidders aanvaard.
Tenslotte wordt echter de zevende vrijer, de
Duitsche Michel, die met zijn verschillende
producten komt, onder groot gejuich aange
nomen.
De pluimvee tentoonstelling, welke met
groot is, levert toch eenige belangwekkende
bijzonderheden op, waarop ik in een volgend
artikel terugkom.
Tot mijn spijt bemerk ik aan brieven, we.ke
men mij naar hier doorgezonden heeft (Ber
lijn), dat er ondanks mijn herhaalde waar-
schuwingen, toch weer doode kuikens naar
mijn huisadres gezonden zijn. De inzenders
daarvan worden dus door eigen schuld gedu-
P6erd' Dr. TE HENNEPE.