ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier vWA*0' DEESSE erboudheden Aspirin- buitenland No. 8996 MAANDAG 29 MEI 1933 73e Jaargang. BINNENLAND FEUILLETON DE NEDERLANDSCHE DELEGATIE TE LONDEN. PASPOORTEN. e* gaan snel over door TER NEUZENSCHE ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Vpor Belgie en Amerika f 2,overige landen f 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: FIrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer 0,20. KLEKNE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichS's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND HET NIEUWE KABINET. H. M. de Koningin heeft Vrijdagochtend half tien ten Paleize Noordeinde de nieuwe Minis ters in het kabinet-Colijn beeedigd. Achter- eenvolgens kwamen de Minister-president Dr. H. Colijn, Minister van Kolonien met Mr. J. A. de Wilde, Minister van Binnenlandsche Zaken, Jhr. Mr. A. G. D. de Graeff, Minister van Buitenlandsche Zaken, Mr. J. R. H. van Schaik, Minister van Justitie, Mr. H. P. Mar- chant, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; ir. J. A. Kalff, Minister van Waterstaat, en Mr P. J. Oud, Minister van Financien. De heeren Dr. L. N. Deckers, Mi nister van Defensie, en Mr. T. J. Verschuur, Minister van Oeconomische Zaken en Arbeid, die reeds in het afgetreden Kabinet zitting hadden en wier ontslag door de Koningin niet is aangenomen behoefden dientengevolge niet opnieuw te worden beeedigd. Nadat de aftredende Ministers, voorzoover zij zulks niet reeds Woensdag hadden gedaan in den loop van den voormiddag afscheid had den genomen van de hoofd-ambtenaren van hun departement, had Vrijdag de portefeuille- averdracht aan de nieuwe optredende Ministers plaats. Zulks geschiedde te 10 uur aan het Departement van Kolonien, om 11 uur aan de Departementen van Binnenlandsche Zaken, Justitie en van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, om half twaalf aan het Departe ment van Buitenlandsche Zaken, om 2 uur aan het Departement van Financien en om half vier aan het Departement van Water staat. DE REGEERINGSVERKLARING. Verwacht wordt dat a.s. Woensdag de regee- ringsverklaring zal worden afgelegd. DE TWEEDE KAMER BIJEENGEROEPEN. De leden der Tweede Kamer zijn in verga- dering bijeen geroepen op Dinsdag 30 Mei a.s. te 66n uur. Aan de orde is gesteld: 1. Mededeeling van 'n ingekomen Konink- lijik Beslu.it van 24 Mei 1933, waarbij de heer J. R. H. van Schaik, op zijn verzoek, in ver- band met zijne benoeming tot Minister van Justitie, eervol wordt ontheven van zrjne functie van voorzitter der Kamer. 2. Regeling van werkzaamheden. De waamemende voorzitter zal voorstellen om in deze vergadering over te gaan tot het opmaken van de nominatie voor het voor- zitterschap. 3. Behandeling van het verzoek van den heer Wijnkoop om verlof tot het richten van vragen aan de regeering inzake de wijze waarop de Surinamer De Kom vanaf zijn ver- trek uit Nederland in het eind van het vorig jaar door en namens de regeering hier en in Suriname is behandeld, benevens over hetgeen er by zijn komst in Suriname is geschied, over zijn gevangenneming en zijn gevangenhouden, over de wijze waarop zijn vrouw en zijn geizin ingevolge maatregelen der regeering worden behandeld, over de ongeregeldheden die in ver- band met een en ander zich in Paramaribo op 7 Februari j.l. hebben voorgedaan, en over het verslag van den Gouverneur van Suriname ter zake. VOORZITTER TWEEDE KAMER. By Kon. besluit is Mr. J. R. H. van Schaik, op zijn verzoek, met ingang van den dag, waarop hij het ambt van Minister van Justiite zal aanvaarden, eervol ontheven van zijn functie van voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, met dankbetuiging voor de vele en gewlchtige diensten, door hem als zoodanig bewezen. Onder leiding van Dr. H. Colijn. Naar gemeld wordt, zal dr. H. Colijn de lei door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 41) (Vervolg.) ,,Een van u is al dood," zei Granby ,,en 't is een klein kunstje om ermee door te gaan. Alleen spijt 't me, dat 't Mendoza is en niet de Castro. Als ik goed ingelicht ben, is de Castro de onfewerper van het Buenos Ayres- plan geweest." Weer bleef het even stil. „Goed, kolonel", zei Lemesurier dan. ,,Maar u zult ons tijd moeten geven." ,,Zooveel als u noodig heeft, om Donna Con- cepcion naar beneden te brengen", was het antwoord. ,,Juist", knikte Lemesurier. ,,Met andere woorden: tot morgenochtend. Donna Concep- cion... slaapt op het oogenblik Ze leed den laatsten tijd aan slapeloosheid, vertelde ze ons gisteravond en toen hebben we iets gedaan om dat te cureeren." ,,U bedoelt, dat u haar 't een of ander in- gegeven hebt!" ,,'n Huismiddeltje absoluut ongevaarlijk", verzekerde Lemesurier hem. ,,n Dosis panta pon." Granby keek hem onderzoekend aan. En onderwijl dacht hij blijkbaar na. Daama keek hij even, vlug, naar mij om. ,,John!" zei hij. ,,,Ja!" was mijn antwoord. ,,Heb je gehoord, wat er hier besproken is?" ,,Ja.' ding van de Nederlandsche delegatie naar de Londensche conferentie op zich nemen. Na- tuurlijk ligt het niet in de bedoeling van den minister-president, zich tijdens den heelen, vermoedelijk vrij langen, duur der conferentie - men spreekt van ten minste twee maanden in Londen op te houden, maar ook van Den Haag uit zal dr. Colijn de eigenlijke leiding aan zich houden. UIT DEN VRIJZ. DEM. BOND. Mr. P. J. Oud, deelt in de Vrijzinnig Demo- craat mede, dat het aanvaarden van het Ministerambt het hem onmogelijk maakt, zich langer met de redactie van het orgaan te be- lasten.en hij tevens verplicht is, het secreta- riaat der partij neer te leggen. De partujraad heeft, naar in hetzelfde blad wordt meegedeeld, eenstemmig op het optre- den van de beide partijgenooten in het ministe- rie zijn fiat gegeven. HET CONFLICT BIJ DE K. L. M. De pdloten van de K. L. M. hebben besloten hun op 5 Mei jd. ingediende ontslagaanvra- gen terug te nemen, op grond van een mede deeling van de directie der K. L. M., dat hun grieven en verlangens ernstig en welwillend onder de oogen zullen worden gezien. Het ministerie van Buitenlandsche Zaken brengt hiermede ter algemeene kennis, dat met ingang van 15 Juni van rijkswege de na- volgende bedrageu zullen worden geheven terzake van de afgifte en de verlenging van buitenlandsche paspoorten: voor de afgifte van een paspoort voor 6en persoon 5 en van een paspoort voor een echtpaar of voor een persoon of een echtpaar met kinderen beneden 15 jaar 7,50; voor het verlengen van een paspoort voor e£n persoon 5 en van een paspoort voor een echtpaar of voor een persoon of een echtpaar met kinderen beneden 15 jaren 7,50. CREDIETVERLEENING AAN MIDDEN- STANDSBEDRIJVEN. In antwoord op de desbetreffende vragen van het Tweede Kamerlid dr. J. H. J. Vos, deelt minister Verschuur mede, dat het onder- zoek van regeeringswege ter zake van bijzon- dere credietverleening aan door de crisis ge- troffen middenstandsbedrijven is voltooid. Een beslissing inzake de credietverleening moet de regeering zich echter nog voorbehou- den. WMZIGING VAN HET RIJItSAMBTENARENREGLEMENT. In het Staatsblad is afgekondigd een Kon. besluit van 22 Mei 1933, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en intrekking van het K. B. van 21 April 1913 (Staatsblad no. 136), zooals dit laatstelijk is gewijzigd. Hieraan wordt het volgende ontleend: Aan artikel 7 wordt een nieuw lid toege- voegd, luidende: „Gehuwde vrouwen kunnen voor aanstel- ling tot ambtenaar slechts in aanmerking komen in de gevallen bedoeld in het tweede lid van artikel 97. Het derde lid van artikel 97 vindt overeenkomstige toepassing." Artikel 50 wordt gelezen als volgt: „1. De ambtenaar is gehouden, de plichten, uit zijn ambt voortvloeiende, nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen, zoo als een goed ambtenaar betaamt. ,,Dan zou ik graag willen, dat jij hier bleef, terwijl ik naar beneden ga, om met mijn eigen oogen te zien, of 't zoo is." Onder het spreken keck hij op zijn horloge. ,,Edn uur," ging hij voort, ,,als ik binnen 't kwartier niet terug ben, schiet je Mendoza zonder vorm van proces neer. Hij ligt in het torenkamertje. Begrepen?" „Ja." Granby keerde zich naar Lemesurier. „Vooruit dan", zei hij, linea recta naar Donna Concepcion. Al wat u zegt waar is... als ze werkelijk 't een of ander verdoovings- middel ingekregen heeft „Gden verdoovingsmiddel", protesteerde de Castro. ,,Een onschuldig slaapmiddeltje." ,,Dan zal ik de zaak zoo stellen", corrigeer- de rGanby zichzelf. ,,Als Donna Concepcion om de een of andere reden, op het oogenblik niet in staat is, om het kasteel te verlaten, zal ik tot morgenochtenoohtend wachten dat wil zeggen, tot zeven uur... dat is dus over zes uur. Maar geen seconde langer." „Ga maar mee, kolonel", zei Lemesurier. ,,Dan kunt u zich met eigen oogen overtuigen, dat we de waarheid en niets dan de waarheid gesproken hebben." Ik ging op de bovenste tree zitten, met mijn rug tegen den muur en mijn revolver in mijn linkerhand. De gang was stil, benauwend stil. Als een dreiging voelde ik dien donke- ren, killegen gang-tunnel. Kwam Granby dan nooit terug? Ik keek op mijn horloge... er waren pas vijf minuten verstreken... Hel- muth lag daar ergens... geen tien meter van me af.Wat was dat voor een geluid... pre- cies of iemand zacht jammerde... Zeven minu ten was het nu... nog maar zeven minuten...! Maar wacht eens... ik moest er niet naar verlangen, dat de tijd vlug verstreek... want ...want... als er een kwartier verloopen was en Granby was niet terug, moest ik Men doza doodschieten.of moest ik hem ophan gen?... Nee, dat moest Granby zelf maar doen... voor dat soort dingen was hij be ter 2. *Hij behoort zich te onthouden van het bezigen van vloeken of van ruwe of onzede- lijke taal. 3. Het is den ambtenaar verboden, om in dienst of bij gekleed gaan in uniform insignes of andere onderschef ingsteekenen of in dienst uniformkleedingstukken te dragen, een en ander voorzoover die niet van Regeeringswege zijn verstrekt of voorgeschreven of tot het dra gen daarvan niet door onzen minister, voor zitter van den raad van ministers, vergunning is verleend. Dit verbod is niet toepasselijk ten aanzien van vreemde ordeteekenen, met Ons verlof aangenomen." Aan artikel 56 wordt een nieuw lid toege- voegd, luidende: „Hij onthoudt zich van het uitsteken of hijschen van andere als nationale of oranje vlaggen. Uit het uiterljjk aanzien van de ambts- of dienstwoning of van het daarbij be- hoorend erf mag niet blijken van de politieke gezindheid van den ambtenaar of zijn huisge- nooten." Het eerste lid, onder b van artikel 90, welk artikel handelt over de schorsing van den ambtenaar in zijn ambt, wordt gelezen: „b. wanneer hem door de daartoe bevoeg- de maoht het voornemen tot bestraffing met onvooiwaardelijk ontslag is te kennen gegeven of hem van de oplegging van deze straf me dedeeling is gedaan." Artikel 92 wordt gelezen als volgt: „1. Tijdens de schorsing ingevolge artikel 90, eerste lid, onder a. of ingevolge artikel 91, onder a. wordt de beaoldiging voor een derde gedeelte ingehouden; na verloop van een termijn van zes weken kan een verdere inhouding, ook van het voile bedrag plaats vinden. Het niet ingehouden gedeelte van de bezoldiging kan am anderen als aan den ambtenaar worden uitbetaald. 2. Tijdens de schoishig ingevolge artikel 90, eerste lid, onder b. kan tot den in de straf- aanzegging of -oplegging genoemden datum van ingang van het ontslag de bezoldiging geheel of gedeeltelijk worden ingehouden. Van bedoelden datum van ingang van het ontslag af wordt de bezoldiging geheel ingehouden. Het niet ingehouden gedeelte van de bezoldi ging kan aan anderen als den ambtenaar worden uitbetaald. 3. De ingevolge .:et eerste lid ingehouden bezoldiging wordt alsnog uitbetaald, indien de schorsing niet door een door den •straf- rechter opgelegde straf wordt gevolgd of ook indien en in zooverre op andere gronden als nog tot uitbetaling wordt besloten. De ingevolge het tweede lid ingehouden be zoldiging wordt alsnog uitbetaald, indien op de schorsing bestraffing van den ambtenaar met onvoorwaardelijk ontslag niet volgt. Aan artikel 96 van het reglement wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende: 4. Wanneer krachtens het eerste lid ont slag wordt verleend aan een tijdelijk ambte naar, die daaraan geen aanspraak op wacht- geld ontleent, wordt een opzegtermijn in acht genomen als aangegeven in het tweede lid van artikel 95. Het derde en vierde lid van artikel 95 zijn alsdan van toepassing. In alle andere gevallen, waarin krachtens het eer ste lid ontslag wordt verleend, wordt zoo mo- gelijk een opzeggingstermijn van drie maan den in acht genomen." Ingevoegd wordt een nieuw artikel 96a, lui dende „Indien de ambtenaar, die met Onze mach- tiging een functie als lid van Gedeputeerde Staten eener provincie of van wethouder eener gemeente heeft aanvaard en in verband daar- mede van zijn ambt tijdelijk is ontheven, op- houdt lid van Gedeputeerde Staten of wet houder te zijn en hij naar het oordeel van het bevoegd gezag niet in actieven dienst kan worden hersteld, wordt hem eervol ontslag verleend." Na artikel 97 werden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: geschikt dan ik... tot voor een half uur had ik nog nooit iemand gedood... Helmuth... wat was dat wanstaltige lichaam opeens griezelig verslapt... nu zat ik hier... en een korte poos te voren was ik aan het veehten geweest... Eindelijk... daar was Granby! Hij kwam de trap op, met Lemesurier achter zich aan. „Goed dan, Lemesurier", hoorde ik hem zeggen. ,,Maar begrijp wel, dat ik voor ver- deren onzin pas. Morgenochtend, om half acht precies, verschijnt Donna Concepcion op het pleintje voor de deur." Zonder mankeeren, waarde kolonel," was het luchtige antwoord. Hij keerde zich om en liep vlug en lenig de trap af. Granby keek hem twijfelend na. „Iets niet in orde?" informeerde ik. „Niet, dat ik weet," zei hij langzaam. ,,En dat is't juist, wat me niet bevalt. Alles gaat op 't oogenblik te gemakkelijk. 'n Algeheele collaps van de staalkoningen.Hazelrig meldt zich bij den boofdingang aan en eischt zijn dochter op... Zonder een kik leveren ze haar uit... Ik zwaai met een revolver en zeg, dat ik Donna Concepcion mee moet hebben. Precies om half acht zal zij op het voorplein- tje verschijnen, wordt me gezegd. Met excu ses, dat ze op het oogenblik niet in een toe- stand is, om vervoerd te worden... En toch ziet Lemesurier er niet uit als iemand, die in alle opzichten de kous op den kop gekregen heeft. Heb je die grijns van 'm gezien? De kerel grinnikt met zijn oogen. Den heelen tijd, dat ik netjes naast 'm 't kasteel door- trok, heeft-ie loopen grijnzen." ,,Wat moet 't met de menschen boven?" vroeg ik. ,,Daar zeg je zoo iets", zei Granby. „Blijf jjj plus revolver hier zitten, dan ga ik ze even naar bed brengen." „Goed," zei ik. ,,Ik zal hier blijven zitten. Maar zeg... blijf niet te lang weg." Granby keek me aan. Dan knikte hij en legde, even, zijn hand op mijn sohouder. Artikel 97a. Voor de toepassing van arti kel 97 (regelende het ontslag van vrouwe- lijke ambtenaren, die in het huwelijk treden -Redwordt met de vrouwelijke ambtenaar die in het huwelijk treedt, gelijk gesteld de vrouwelijke ambtenaar, die in concubinaat is gaan leven. Artikel 97b. 1. Aan den ambtenaar kan eer- j vol ontslag worden verleend op grond van revolutionaure gezindheid. 2. Onverminderd het bepaalde in het eer ste lid, kan voorts eerval ontslag worden verleend aan den ambtenaar, die lid is van een vereeniging, waarvan onze minister, voor zitter van den raad van ministers, verklaard heeft, dat zij om de doeleinden, welke zij na- streeft, of de middelen, welke zij aanwendt, de behoorlijke vervulling van zijn plicht als ambtenaar kan in gevaar brengen of schaden, of die op eenigerlei wijze medewerking of steun verleent aan een zoodanige vereeniging of van haar uitgaande actie. 3. Voor een ontslagverleening, als bedoeld in de beide vorige leden, is de medewerking of machtiging vereischt van onzen minister, voorzitter van den raad van ministers. ONZE TUINBOUW MET ONDERGANG BEDREIGD. Op de kantoren van het Centraal Bureau voor de Tuinbouwveilingen in Nederland, ge- vestigd Javastraat 80, heeft een conferentie plaats gehad, waar door den voorzitter en secretaris van het Centraal Bureau, alsmede door vertegenwoordigers van verschillende be- langhebbende organisaties uitvoerige mede- deelingen zijn gedaan over den vemietigenden invloed, welke de Engelsche tarieven hebben op den Nederlandschen export van groenten en fruit. De heer Valstar, voorzitter van het Cen traal Bureau, gaf allereerst een korte inlei- ding. Daarbij deed hij vooral uitkomen, hoe de werking van de Engelsche tarieven niet minder fnuikend is voor den Nederlandschen export, dan die der Duitsche tarieven en maatregelen. Het merkwaardige feit doet zich echter voor, dat men rondom de Duitsche kwestie veel rumoer heeft gemaakt, maar dat aan de Engelsche verhoudingen nauwelijks eenige aandacht is gewijd. En toch maken deze tarieven het onmogelijk, den Nederland schen tuinbouw-uitvoer te handhaven. De secretaris, mr. Niemoller, gaf vervol- gens een uiteenzetting van den feitelijken toe- stand. Hij begon met de wijzen op de aan- staande Economische Conferentie en uitte daarbij de hoop, dat de nieuwe regeering ruimschoots aandacht zou willen wijden aan de belangen van den Nederlandschen export. Deze Londensche conferentie belooft zeer be- langrijk te worden en als er een Nederland sche delegatie, wellicht onder leiding van den premier, heengaat, zal het goed zijn, wan neer de gedelegeerden ook van deze kwestie op de hoogte zijn. WIJZIGINGEN IN DE INDEELING VAN DE DEPARTEMENTEN. Naar gemeldt wordt, zullen niet alleen, zoo als reeds gemeld, de dienst der P. T. T. en de radio-aangelegenheden, welke thans onder het departement van waterstaat ressorteeren, naar het departement van binnenlandsche zaken worden overgebracht, maar zal bij laatstgenoemd departement ook worden onder- gebracht, alles wat betreft de materieele positie der ambtenaren, als het georgani- seerd overleg, de rechtspositie en de salaris- regeling. Hierdoor wordt verkregen, dat het mogelijk voordeelige prijzen. Uw adres voor Koiisen en fijne Lingerie: Veldstr. 55, GENT Ingez. Med. „Ik ben dadelijk weer terug," stelde hij me gerust. Langer dan een kwartier bleef hij niet weg. Toen hij terugkwam ging hij naast me zitten, evenals ik met een revolver in de hand. „Ik heb ze samen in het torenkamertje op- gesloten," vertelde hij me. .Mendoza zit in den leuningstoel en Frau Schindler ligt op het bed." „En Helmuth?" vroeg ik, met een blik naar de donkere gang. .Helmuth ligt nog op dezelfde plaats," was zijn antwoord. Mendoza wou zich niet schik- ken en dus heb ik zijn handen maar vastge- bonden. Frau Schindler is nog buiten kennis, maar haar toestand is niet zorgwekkend, om met de heeren doktoren te spreken." „Helmuth was dus haar zoon," zei ik, na even zw^lsen. „Dat had ik al begrepen," zei Granby. ,,Maar hij gaf zich altijd voor haar neef uit. Schindler was niet zijn vader, begrijp je! Natuurlijk was ze erg op 'm gesteld 't was alles wat ze nog op de wereld had." „Tk vind 't verschrikkelijk, dat ik hem doodgeschoten heb," zei ik suffig. „Ik zou 't verschrikkelijker gevonden heb ben als hij 't jou gedaan had," was Granby's antwoord. .Granby ik ben moe," zei ik. „Ga dan slapen, jongeling," was het opge- wekte antwoord. „Plak jezelf daar ergens tegen den muur en doe je oogen dieht. Maar neem eerst een slok van dit." Onder het spreken stak hij me zijn veld- flesch toe. Ik nam twee, drie teugen en gaf ze weer terug. Een minuut of tien later sliep ik, half-afge- zakt tegen den muur. Dat was niet verstan- dig van me, dit toegeven aan mijn moeheid, want in den toestand tusschen waken en droo- men, waarin ik den verderen nacht door- bracht, liet me de herinnering aan Helmuth en aan zijn weeklagende moeder geen seconde met rust. Het was erger dan een nachtmer- TABLETTEN Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van 20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ct<. (Ing. Med.) zal zijn de regeling van de salarissen van de rijksamibtenaren en die van de gemeente- ambtenaren uit 6&n oogpunt te beschouwen. De ambtenaren-rechtspraak evenwel zal onder het departement van justitie blijven ressorteeren. VOORSTEL TOT VERBREEDING VAN DEN GRONDSLAG DER S.D.AJP. De Amsterdamsche wethouder E. Bookman werpt in de See. Democraat de vraag op of de S.D.A.P. haar front niet zal verbreeden tot een arbeiders- en volkspartij, die zich ook tot de kleine zelfstandigen (pachtboeren e.d.) en middenstand (leeraars( onderwijzers, acade- mi in loondienst, aanvarwante hoofdarbeiders van lagere orde en aanverwante beroepen) zou richten. Bij haar propaganda zou dan de SJD.A.P. met de „psychologische reactie" van deze groepen tegen de soc.-democratie reke- ning moeten houden. Schr. besluit: Een volkspartij moet voor alle deelep van het volk, voor zoover het niet kapitalistiscb is, aantrekkelijkheid bezitten. Zij moet daarop haar politiek richten. Stellig is dit niet een- voudig, maar de ontwikkeling der gebeurte- nissen binnen, doch niet minder buiten onze grenzen, diwingen ons dit vraagstuk te onder- zoeken. Het proletariseeringsprbces der intellec- tueelen, de nooden van de kleine agrariers, de crisisgevolgen ook voor de confessioneele ar beiders, alle factoren, die allerminst op een. pro-kapitalistdsche houding behoeven uit te loopen, hebben wij nog niet weten om te vor- men tot een steun voor het socialitsisch stre- ven. In Duitschland zijn de groepen die op deze wijze de gevolgen van het kapitalistisch regiem ondervinden, zelfs van ontzaggelijke waarde gebleken voor den strijd tegen de sociaal-democratie en waren zij willige werk- tuigen voor demagogen van de minste soort. Hier moet toch ook, zoo men het woord mag uitspreken, schuld zijn bij de sociaal-democra tie. Het feit, dat wij sinds jaren niet boven een zeker percentage van de stemmen bij de verkiezingen uitkomen (dat wij bij de jongste verkiezing daar zelfs beneden zijn gebleven, kan als crisisverschijnsel worden beschouwd) dwingt tot het onderzoeken van de vraag of wij ons front niet doelbewust hebben te ver breeden. Maar daarbij hebben wij te bedenken dat wij zulk een verbreeding niet alleen be- reiken door oproepen, doch -meer door den in- houd van onze eischen, door den aard van onze politiek en door de wijze van ons op- treden. AANSLAG OP LEVENSMIDDELEN- DEPOT. Te Dusseldorf waren voor den grooten op- marsch die gisteren ter gelegenheid van de Schlager-herdenking, een groote hoeveelheid levensmiddelen opgeslagen. Vrijdagochtend is op de opslagplaats, welke door SA-mannen werd bewaakt een aanslag gepleegd. De lei- der van de wacht, vond na een ronde een der rie, want, na elke portie droom-versehrikking, die ik doormaakte, kwam telkens weer, met een schok van ellende, het besef, dat mijn droom niet „maar een droom", maar in mijn slaap opnieuw beleefde werkelijkheid was. Weer kwam de dwerg op me af, voelde ik zijn handen om mijn hals... kneep ik hem de keel dicht en dan kwam een benauwende duisternis en het geluid van een hooge, wee klagende stem. Granby begreep mijn oneven- wichtigen geestestoestand blijkbaar wel, want telkens als ik wakker schrok voelde ik zijn hand kalmeerend op mijn arm en ontmoette ik den vriendschappelijken blik van zijn schrandere, grijze oogen. Tegen den ochtend viel ik vast in slaap en toen ik wakker werd, doordat Granby me aan mijn arm heen en weer schudde, was het al lichte dag. ,,Maak je reisvaardig, jongeling," zei hij. ,,Rek je uit en haal zes keer achtereen diep adem. Over vijf minuten gaan we weg. Ten- minste als alles naar wensch gaat." Ik wreef den slaap uit mijn oogen en stond met luie bewegingen op. ,,Waarom heb je mij niet een poos de wacht laten houden," verontiwaardigde ik me. „Niet mopperen. Kijk liever door dat raam daar naar beneden. Als ze de weduwe willen uitleveren, moeten ze het nil doen." Ik ging naar het raam, dat hij me aanwees en k66k. „En?" vroeg Granby. „Er staat wel iets," zei ik, nog suf van den slaap. „Ja 't is een vrouw. Ze staat met Lemesurier te praten. Ze is in 't zwart, met een grooten zwarten hoed op." ,,Die hoed komt wel goed," zei Granby droogjes. „Ja 't is Donna Concepcion," haastte ik me te zeggen. „En ze staat niet met Leme surier, maar met De Castro te praten." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1