ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
AKKER.CACHETS
Eerste Blad.
Geven zaliger dan ontvangen?
No. 8992
VRIJDAG 19 MEI 1933
73e Jaargang.
FEUILLETO N
AANBESTEDING
GENTSCHE AUT0SCH00L
M
Het sloopen van het oude
Raadhuis, de Arbeidsbeurs en
het WOON- en WINKELHUIS,
thans bewoond door den heer
Klein.
"AKKERTJES"
nvPRTPNTTSN Van 1 tot 4 rebels /0.8G Voor elken regel
ABONNEMENTSPRIJSBtnnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Flnna P. J- VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTI6N per 5 regels 50 cent bfl vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Intending van advertentien liefst den dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DIENSTPLICHT.
Onderzoek van verlofgangers.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat het onderzoek van verlofgangers,
bedoeld in art. 41, derde lid, der Dienstplicht-
wet, voor deze gemeente zal worden gehouden
te Ter Neuzen, in de voormaldge school A op
het SchcsolpJein op Donderdag 15 Junl 1933,
des voormiddaig vanaf 9,30 nur.
Wle bjj het onderzoek moeten verschijnen.
Ann het onderzoek moeten deelnemen de
tot de landmacht behoorende groot-verlof-
gangers, ingelrjfd voor een der lichtingon
1921 en 1924.
Zjj, die voor een dezer lichtlngen zijn inge-
Iflfd, maar ten gevolge van ultstel of om een
andere reden de eerste oefening te gelijk met
•en latere lichting hebben volbracht, moeten
zich niettemin aan het onderzoek onderwer-
pen, voor zoover zij althans niet behooren tot
hen, die daarvan zijn vrvr'igesteld.
Aan het onderzoek moeten ook deelnemen
de dienstplichtigen van de genoemde lichtin-
gen, die een vrijwillige verbintenis hebben
aangegaan
a. als verzorger hij den rijkspostduiven-
dlenst;
b. als hoefsmid bij de infanterie;
0. in venband met de erkende gewetens-
beeiwaren.
Wie niet bij het onderzoek behoeven te
verschijnen.
Aan het onderzoek nemen niet deel zij:
a. die hun eerste oefening nog niet heb
ben volbracht;
b. die in dit jaar, v66r den voor het onder
zoek bepaaiden dag, in werkelijken dienst zijn
geweest uit anderen hoofde dan voor straf;
c. die bestemd zijn om In dit jaar voor
herhalingsoefeningen in werkelijken dienst te
komen
ij. die elders wonen dan in Nederland;
e. die zich buitenslands bevinden ter uit-
oefening van de zeevaart (hieronder niet be-
grepen de zeevisscherij)
f. die de binnenvaart uitoefenen op andere
landen en zich voor dit doel in een dier lan-
den ophouden;
g. die ingevolge de geldende bepalingen
geheel zijn vrijgesteld van opkomst in werke
lijken dienst in geval van oorlog, oorlogs-
gevaar of andere buitengewone omstandig-
heden;
h. die als vrijwilliger behooren tot een der
vr^iwillige landstormkorpsen Motordienst,
Vaartuigendienst of Spoorwegdienst;
1. die na hun ontslag als reserve-officier in
de hoedanigheid van gewoon dienstplichtige
tot het leger zijn blijven behooren.
Wijze van verschjjiUng.
De verlofganger moet bjj dit onderzoek ver
schijnen in uniform gekleed en bovendien
voorzien van de overige tot zijn uitrusting be
hoorende goederen, voor zoover deze hem zijn
uitgereikt of door hemzelf zijn aangeschaft.
Hij moet bij het onderzoek rijksschoenen dra-
gen, indien hem zoodanige schoenea bij vertrek
met groot verlof zijn medegegeven.
Onderworpenheid aan bevelen.
De verlofganger staat niet alleen gedurende
den tijd, dien het onderzoek duurt, maar ook
zoolang hij ter gelegenheid van het onderzoek
in uniform gekleed is, onder de bevelen van
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.)
37)
(Vervolg.)
Voorzichtig slopen we op omze liimen schoe-
nen over het rulge gras van het opea terrain
en vandaar beklommen we de drie breede
maar niet hooge terrassen, met hun vele beel-
den en statige geschoren-haag rechthoeken,
tot we op de bovenste stonden, geen zes meter
van de plek af, waar onize klimpartij zou be-
gtnnen. Daar bonden we ons, zooals we be-
sloten hadden, met het bewuste touw aan
dkaar vast, maar z6o, dat zich tusschen
Granby en mrj een stuk van een meter of
vjjftig bevond. Ik was de Ibeste klimmer
jaren in Zwitserland hadden me de noodige
routine gegeven en dus ging ik voomit, met
het overblijvende touw in een rol over mijn
sohouder. Als wp maar eerst op de kroonlijst
boven de openslaande deuren van de verdie-
ping geiijikvloerscih stonden, was het verder
eenvoudig genoeg. Maar om daar te komen
moest ik op Granby's rug klimmen en een
sprong wagen. Het lukte! Maar ik kreeg de
lrjst met niet meer dan de toppen van mijn
vingers te pakken en daar hing ik! Onmach-
tig om me op te trekken en zoekend met mijn
Toetan naar steun. Dien vond ik het uit-
einde van een jalouizie van het raam emaast.
Na nog e<ven ploeteren had ik men linkerknie
•ver de ljjst en binnen de halve mimiut stond
de autoriteit, die het onderzoek houdt, zoodat,
Indien hij ongeregeldheden pleegt of zich aan
een strafbaar feit schuldig maakt, hetajj' op
weg naar de piaats van onderzoek, hetzjj ge
durende het onderzoek of bij het naar huis
terugkeeren, hij te dier zake kan worden
gestraft volgens het Wetboek van Milltair
Strafrecht en de Wet op de Krjjgstucht.
Nalatigheid.
Een streng of een licht arrest van ten
hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan
den verlofganger, die zonder geldige reden
niet bij het onderzoek verschijnt of, daarbij
verschenen zijnde, zonder geldige reden niet
aan zijn hierboven omschreven verplichtingen
voldoet.
Onverminderd deze straf, kan de verlof
ganger, die zich schuldig maakt aan een der
bedoelde feiten of wiens goederen bij het on
derzoek bljjken niet in den vereischten staat
te verkeeren, worden verplicht om op een
nader te bepalen tijd en piaats te verschijnen
of opnieuw te verschijnen tot het ondergaan
van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor
laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder gel
dige reden niet verschijnt of daarbij in ander
opzicht zijn verplichtingen niet nakomt, kan
in werkelijken dienst worden geroepen voor
den tijd van ten hoogste twee maanden.
Verhindering.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming
aan het onderzoek mochten verhinderen, dient
daarvan zoodra mogelijk een geneeskundige
verklaring ter gemeente-secretarie te worden
overgelegd. Deze verklaring kan op gezegeld
papier worden gesteld. De handteekening van
den geneeskundige behoort gelegaliseerd te
zijn door den Burgemeester van de gemeente,
waar de geneeskundige woont.
De verlofganger, die wegens ziekte of om
een andere reden in de onmogelijkheid ver-
keert om bij het onderzoek te verschijnen,
dan wel wegens woonplaatsverandering niet
is opgeroepen, wordt door den Indeelings>
districtscommandant verplicht het onderzoek
in October of November te ondergaan.
Verschijning op anderen tijd of op andero
piaats.
Aan den verlofganger kan op zijn verzoek
door den Indeelingsdistrictscommandant wor
den vergund, het onderzoek op een anderen
dag, op een andere piaats binnen het district
of in een ander district te ondergaan. Het
verzoekschrift, waarin de reden duidelijk moet
worden omschreven, moet tijdig en gefran-
keerd worden toegezonden. Maakt een ver
lofganger, aan wien een dergelijke vergunning
is verleend, daarvan niet nauwkeurig gebruik,
dan wordt de vergunning geacht te zijn ver-
vallen.
Wenscht de verlofganger uitstel van het
onderzoek tot October of November, dan kan
hjj ook daartoe het verzoek doen aan den In
deelingsdistrictscommandant.
Relskosten.
Kan de verlofganger niet zonder het doen
van uitgaven voor de reis aan zijn verplich
tingen voldoan, doordat hij verblijf houdt in
een piaats, van waar h'rji de piaats van onder
zoek niet zonder het passeeren van een veer,
brag of tol kan bereiken, dan kan hij van den
Burgemeester zijner verblijfplaats een pas-
sagebiljet ontvangen voor de been- en voor de
terugreis.
Moet de verlofganger, die in dit geval ver-
keert, gedurende de reis ovemachten, dan kan
hij voor rijksrekening door middel van inkwar-
tiering huisvesting en voeding genieten.
Ter Neuzen, 17 Mei 1933.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
ik met mijn ra gtegen den muur en mijn voe-
ten in de lendenen van een dikken cherubijn,
die zich lachend over de kroonlijst van den
uitbouw heenboog.
Met zoo'n stevigen steun voor mijn voeten,
kostte het me weinig krachtsinspanning om
Granlby omhoog te trekken. Geen drie minu-
ten, nadat ik veilig en wel boven aangeland
was, stond hij naast me. Daarna kropen we,
met ons gezicht naar den muur en met uitge-
spreide armen en beenen dit laatste om af-
glijden te voorkomen tegen dm scbuinen
kant van den uitbouw op en kwamen z66 bij
de ramen van de tweede verdieping. Het
traliewerk maakte daar het klimmen makke-
lijk, maar toch moesten we uiterst voorzichtig
te werk gaan, want de kamers achter de
ramen kcn-den weleens niet leeg zijn. Ze waren
echter, zonder een uitzondering, donker en dus
waren waarschijnlfik maar enkele kamers van
het kasteel bewoond.
Na een minuut of vijf stonden we recht
onder het balkon. Als ik omhoog keek, zag
ik tegen de met sterren bezaaide lucht, een
meter of -vier boven mijn hoofd, het donkere
silhouet.
We toleven even stilstaan, om op adem te
komen. Granby maakte van de gelegenheid
gebruik en keek op zijn horloge.
„Tien voor half een!" zei hij. „Nog maar
tien minuten!"
Nu begcn het moeilijkste gedeelte van onze
taak. Granby moest blijven, waar hij was:
schuin voor het raam onder het balkon, en ik
moes trachten het volgen.de raam te bereiken.
Dat was niet bepaald een prettig karweitje,
want de beide ramen waren gesoheiden door
een gevellijst van niet meer dan een decimeter
breed-toen die lijst vormde den eenigen
weg om bij het volgende raam te komen. Het
was echter a'bsoluut noodig, om den overtocht
te wagen, want alleen als ik schuin onder het
-bewuste balkon stond ken ik het touw e66
over de leuning gooien, dat Granby het andere
einde kon pakken. Die tocht was niet bepaald
een pretje. Ik heb niet bet minste bezwaar
De Burgemeester van TER NEUZEN, brengt
ter algemeene kennis, dat eenige uitspraken
op aanvragen, om vrijstelling van den Dienst-
plioht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een
ieder ter inzage zijn nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen:
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettigen vertegen-
woordiger;
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hunne wettige vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter Secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending.
Ter Neuzen, den 16 Mei 1933.
De Burgemeester voomoemd,
,T. HUIZINGA.
HINDER WET.
Burgemeester en Wethcuders van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat
ter Gemeente-secretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van de N.V. DE BA-
TAAFSCHE PETROLEUM MAATSCHAPPIJ
te 's-Gravenhage om vergunning tot het uit-
breiden van de benzi-ne-icatallatie door het
bijplaatsen van een Hardoli en het leggen van
een 6000 L. tank, op het perceel kadastraal
bekend in Sectie K, No. 315 (Wij-k P 43a).
Op Diasdag den 30 Mei a..;, des namiddags te
drie uur, zal in het Gemee tehuis gelegenheid
bestaan om bezwaren teger. d-e inwilligjng van
dit verzoek in te brengen en deze mondeling
en schriftelijk toe te lichtfi.
Zoowel de verzoeker, ais zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor
het bovengemelde tijdstip, ter Secreetarie der
gemeente kennis nemen van de ter zake inge-
komen schrifturcn.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris
prudence niet tot beroep gerechtigd zijn, zij
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den boven bepaaiden dag voor het Ge-
meentebestuur zijn verschenen, teneinde hunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzeo, 16 Mei 1933.
Buregmeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEYIJLLE, Secretaris.
HINDER WET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat
ter Gomeente-Secretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van de SINCLAIR PE
TROLEUM COMPANY te 's Gravenhage, om
om in de bergen iets dergel'.iks te doen, als ik
deel uitmaak van een -gezelschap van drie of
vier toeristen en een stevigen, ervaren gids
bij me heb ook al kij-k je, bjj elken stap,
tussohen je beenen door, in een afgrond van
eenige duizenden meters diepte. Maar een
klimpartij als dht, 's naohts, en dan langs den
muur van een huis, een tien meter boven den
beganen -grand, was iets. heel anders en ik
moet eerlijk bekennen, dat ik verlicht adem
haalde, toen ik de roestige tralies van het vol
gende raam in mijn handen voelde. Van dat
oogenblik af ging alles van een leien dakje. Ik
stak mijn voeten door de tralies, omklemde
de spijlen met mijn beenen z66, dat ik mijn
beide handca vrij had en gooide! En ja, na
een of twee vergeefsche pogingen vloog de lus
over den rand van het balkon. Ik merkte, dat
het touw strak aan-getrokken werd daar
na voelde ik driemaal achtereen een rakje
Dat beteekende, dat Granby zi";'n uiteinde aan
de spijlen vastgemaakt had. Ik greep het touw
stevig beet, liet me, met een schietgebedje dat
Granby's knoop mocht houden, los en begon
te klimmen.
Ik zwaai-d-e als de slinger van een klok door
de warme naohtludht, maar de knoop hield en
binnen den tjjd dien iemand noodig heeft om
tot honderd Jte tellen stond ik op het bewuste
balkon. Vlug maakte ik het touw aan de
steenen balustrade, die er nogal stevig uitzag,
vast en liet het tweede uiteinde eveneens zak-
ken. Ik hoefde niet lang te wachten; in een
ommezien stond Granby naast me.
Samen gingen we naar de ramen ik een
en al aandacht Granby al t as tend in zijn
zak naar de lijm en den glassnijider. Een be-
werking daarmee was echter overbodig de
ramen stonden open. Maar daarachter waren
de gordijnen stijf dichtgetrokken, zoodat we
niet in de kamer kenden zien. Heel voorzich
tig, centimeter bij centimeter, schoof Granby
ze op zij. De kamer was donker. Granby
greep in zijn za.k. Het volgende oogenblik
doorpriemde de lichtbundel van een kleine,
maar heel sterke electrische lantaren de duis-
vergunning tot het oprichten van een onder-
g-rondsche benzine-bewaarplaats met aftap-
inrichting op het perceel kadastraal bekend
in Sectie L No. 1615 en gelegen an de Grenu-
laan No. 48.
Op Dinsdag den 30 Mei a.s., des namiddags te
drie uur, zal in het Gemeentehuis gelegenheid
bestaan am bezwaren tegen de inwilliging van
dit verzoek in te brengen en deze mondeling
en schrifteUk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor
het bovengemelde tijdstip, ter Secretarie der
gemeente kennis nemen van de ter zake inge-
komen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris
prudence niet tot beroep gerechtigd zijn, zij
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den boven bepaaiden dag voor het Ge-
meentebestuur zijn verschenen teneinde hunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 16 Mei 1933.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEYIJLLE, Secretaris.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat het verzoek van
R. DE KOCK, slager te Hontenisse, om op het
perceel kadastraal bekend gemeente Ter
Neuzen, Sectie G, no. 1915 een varkens-
slagerjj te mogen oprichten, door hen is inge-
willigd.
Ter Neuzen, den 16 Mei 1933.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJJLE, Secretaris.
Burgemeester on Wethouders van SAS VAN
GENT zullen op Woensdag 24 Mei a.s., n.m.
2 uur, in de Raadzaal in het openbaar aan-
besteden:
Aanwijs ter plaatse op Maandag 22 Mei,
n.m. 2 uur.
Bestekken verkrijgbaar ter Secretarie tegen
betaling van f 0,50 vanaf Zaterdag 20 Mei.
Sas van Gent, 18 Mei 1933.
L. W. G. HOEFNAGELS, Burgemeester.
F. P. J. STUBBE, Secretaris.
Dat staat in den bijbel, maar zou het
nu werkelijk wel waar zijn? Het is een
woord, een spreuk, die wel eens wordt
gebezigd, en m-isschien nog wel het meeste
door menschen, die er eigenlijk niets van
gelooven, en die dit dan ook alleen zeg-
gen met snijdend sarcasme, met een zuren
glimlach, of met een groote dosis bitter-
temis; als eea kleine gele cirkel gleed het
over den tegenovergestelden wan-d.
Zonder leven te maken was ik al over de
vensterbank heengestapt; sohrijlings zat ik op
het gladde hout. Granby tuurdp de kamer in.
„Naar de deur, John", fluisterde hi'ji, ,,draai
het li-cht op." Met sen -ging hij, iets luider,
tegen de duistemis in de kamer voort:
„Maak u niet ang-stig, Miss Hazelrig. Wij
zijn het Granby en Baxter. Maak geen
lerven as-tublieft."
Geen antwoord!
Ik was al op weg naar de deur, tastend
ging ik, voetje voor voetje, de kamer door.
Daar voelde ik den muur, het licht van
Granby's lantaren vetrlichtte den bruinen
hout-rechth-oek met een zwarten schakelaar
emaast. Ik draaide hem om. Een zacht
schijnsel, afkomstig uit een albasten sohaal
oven onder de zoldering, verlichtte bet ver
trek.
„Leeg!" constateerden we, bijna gelijktijdig
In den versten hoek stond een zwart bed,
met koperen knoppen, die kil gl-ommen. De
kamer was leeg, maar het bed was beslapen
de dekens waren teraggeslagen en de
lakens waren gekreukeld.
Granby s-choot erop af en legde zjjn hand
op het laken vlak onder het kussen.
„N-og warm!" zei hij.
„Weet je zeke-r, dat dit de kamer is?"
vroeg ik fluisteread.
Hij wees naar het raam. Ja, daar hing de
bewuste witzij-den sjaal, het langste gedeelte
op den vloer en een kleine punt buiten de
vensterbank.
Ope-ens hief Granby waarschuwend z:n
hand op.
„Luister!" beval hij.
Vlug gingcQ we naar het raam. Het was
een prachtige nacht ge-en blad ritselde en
het kasteel, zooals het daar stond, s-til en don
ker op de open ple-k in het bosch, een paar
kilometer buiten. het dorp leek een ver-
laten bouwwerk, een overblijfsel uit vnoegere
eeuwen. Maar schuin onder oas, brj den oprit,
Nederlandsch
Product
en niet in de gelegenheid
naar den tandarts te gaan,
dan zullen een of twee
"AKKERTJES" U den wel-
doenden rust geven, waar-
naar U zoozeer verlangt.
Zorg U er dus voor steeds
"AKKERTJES" in huis te
hebben. Ze komen allijd van.
pas bij Hoofdpijn, Migraine,
Zenuwpijnen, 'n Kou, enz.
Per 12 stuks slechts 50 cent-
Gebruikt dus voortaan uitsluitend:
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Inge®. Med.)
heid, waar dan dus niets achter zit dan
dit eene: men meent er niets van, maar men
zegt het alleen nog maar voor „de aardig-
heid". Zou het ook geen dwaasheid zijn,
dat geven zaliger is dan ontvangen? Geven
is wel eens aangenaam, geven moet zeker
wel eens genoegelijk zijn. Dan te kunnen
geven met voile hand en terwijl de eigen
handen en zakken ook nog genoegzaam
gevuld blijven), zoo als heeren, rijke
heeren in verhalen van voor 40, 50 jaren,
die maar zoo aanstonds een cheque-boekje
voor den dag haalden, en dan een fabel-
achtige som ter beschikking stelden voor
ik weet niet wat voor goed doel. Wat moet
het fijn zijn om te kunnen geven aan
armen en berooiden, aan slecht-gekleeden
en menschen, die geen werk en dus abso
luut geen verdienste hebben, wat een
genot om eens menschen bij een bijzon-
dere gelegenheid blij te kunnen maken
met een pakket levensmiddelen, of met
kleeren, en dan vooral: menschen, die er
niet op hadden gerekend, die geen vaste
klantjes zijn, en die misschien in t geheel
geen pretenties hebben, lieden wellicht,
die door niemand worden opgemerkt of
bedacht.
Dat kan wel eens heerlijk en goed zijn,
zeker, maar stel daar nu tegenover: de
zaligheid van het ontvangen. Is ontvan
gen niet nog veel aangenamer? Is het er
ons alien niet om te doen om te krijgen,
om binnen te krijgen, volop? Is daarop
niet de samenleving, de heele samen-
leving ingesteld en opgebouwd? Neen
die drijfveer, dat motief en doel weg, wat
blij ft er dan nog over? Waarvoor doen
de menschen zaken, als het niet is om te
BESTUURDER: R. MORTIER
Lange Meire, 2 (Kouter) Gent
Telefoon: 19393
Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
degelijk en voll. onderricht. Zondagleer-
gang te Selzaete: Zaal Gaumont, MarkC
(Ingez. Med.)
I
zagen we licht. En even later hoorden we een
stem, die zei:
„Hier is uw dochter, Mr. Hazelrig-"
Ik voelde Granby's vingers om mijn arm
,,Frau Schindler!" fluisterde hij me toe.
Meteen duwde hij het raam open, stapte'
naar buiten en boo-g zich over de balustrade.
Ik volgde zijn voorbeelid; samen keken we naar
beneden. In het lichtschijnsel, dat blijikbaajr
door de open huisdeur naar buiten viel, zagen
we ongeveer de helft van de Cadillac. Manue;
zat achter het stuur, Jose hielp Julia Hazel-
rig instappen en boog zich door het portier
naar binnen om de bonten plaid, die Mr. Hazel-
rig over de knieen van zijn dochter gelegd
had, stevig in te stoppen. In het helle schijn
sel waren de gezichten van de iuizittenden
duideli'ik te zien. Frau Schin-dler, een slanke
figuur in de nauwsluitende kleeren, die ze al-
tij-d dro-eg, stond op een van de onderste tre-
den van de stoep in een houding, of ze af-
seheid nam van gasten, die haar bijzonder
welk-om geweest waren. Op eens werd de nach-
telij-ke stilte door den claxon rauw vaneenge-
scheurd. Even later hoorden we Hazelrig
Manuel een reprimande ge-veo over zijn non
chalance een goed chauffeur behddrde niet
met zijn elleboog den claxonknop aan te raken.
en zoo iedereen te doen schrikken! Meteen
daarop liet de chauffeur de koppe-ling op-
komea de auto zette zich in beweging en
gleed -den lichtbundel uit.
Ik kee-rde me naar Granby en keek hem
vragend aan.
„Wat heeft dat te heteekenen?" vroeg ik.
,,Ik begrijp er niets van John," was zijn
antwoord. ,,Maar Hazelrig's dreigementen
hebben blijkbaar de gewenschte uitwerkiag
gehad."
,,En wat nu?" vroeg ik fluisterend.
Op hetzelfde oogenblik kreeg ik van Granby
een stomp in mijn zij.
Ik d-raaide me om.
De deur van de kamer ging langzaam open.
(Wordt vervolgidA