ffldjnbcwdi's BOITENLAND TER NEUZEN, 17 MEI 1933. VERDEELING VAN WERK OVER MEER WERKLIEDEN. Bert commissie uit de Nederlandsche Maat- schappij voor Nijverheid en Handel hseft een rapport uitgebracht over „verdeeling van iwerk over meer werklieden", hetwelk het hoofdbestuur der maatsehappij aan den mi nister van Economische Zaken en Arbeid heeft aangeboden. De conclusie luidt als volgt: De commissie verzet zich emstig tegen dwingende wettelijke maatregelen. -Het is naar faaar meaning noodzakelijk, om waar dit eenigszins mogelijk is, een systeem van ver- deeling van het werk over meer arbeiders vrij- willig in te voeren, terwijl van die arbeiders, die hierdoor uit hun werkloosheid verlost zouden kunnen warden, terwille van de maat sehappij waar de groote werkloosheid een demoraliseerend element is; terwille van de ondememingen, in welker belang het is in de toekomst over geoefende en geschoolde arbei ders te kunnen beschikken. bedaart spoedig met een Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist (Ingez. Med.) T-- i«miii»iiiii r» iii" De uiteenloopende toestanden in de verschil- jende bedrijfstakken en ondernemingen maken het noodzakelijk, dat de regeling van sen der- gelrjk systeem aangepast wordt aan de eischen van het bedrijf. Het verdient aanbeveling om, waar dat mo gelijk is, door een wachtgeldregeling de met verkorten werktijd werkende of tijdelijk werk- looze arbeiders verbonden te houden aan de ondernemingen en op deze wijze een aanvul- ling te geven op de door werktijdverdeeling te Beer verminderde loonen. Om dit praktisch op ruimer schaal mogelijk te maken zou ech- ter een verhooging van de door de overheid in deze regeling uit te keeren subsidie noodzake lijk zijn. Hierdoor zou een vermindering van de als werkloosheidsondersteuning uit te kee ren bedragen verkregen kunnen worden. Ook is een wijziging in de bepalingen der werkioozenkassen gewenscht, waardoor het uitkeeren van aanvullenden steim wordt mo gelijk gemaakt, wanneer b.v. langer dan 32, doch minder dan 40 uur zou gewerkt worden. Bijzondere aandacht zal moeten worden be- steed aan de jeugdige werkloozen en aan jon- gens, die hun intrede in het leven van den arbeid nog moeten doen. Het is van het groot- ste belang eerstbedoelden zooveel mogelijk bij het bedrijfsleven betrokken te houden, en een zoo groot mogelijk aantal jongens in dienst te nemen, zoo noodig voor halve dagen, of in „rouleering", om vooral jonge menschen zoo veel mogelijk te bewaren voor den vemieti- genden invloed der werkloosheid. Hierin rust op de ondernemingen een emstige sociale ver- plichtVig. De commissie bestond uit de heeren ir. A. H. Ingen Housz, voorzitter; E. van Heek, prof, ir. J. Klopper, ir. W. Maas Gesteranus, mr. dr. J. J. M. Noback, dr. Jan Smit Azn., ir. B. A. Verhey, C. J. P. Zaalberg en mr. J. Bie- rens de Haan, secretaris. GEWOGENEN TE LIGHT BEVONDEN. (De N. R. Crt meldt: In Duitschland werkzame Nederlanders, die als buitenlander geen lid kunnen worden van de Duitsche Nationaal-Socialistisohe Arbei- derspartij, maar door toetreding tot de natio- naal-socialistische beweging in Nederland, versterking van hun positie verwachten, had- den ir. A. A. Mussert, leider der N. S. B., uit- genoodigd over het Nederlandsche nationaal- socialisme te komen spreken. Na lang aarzelen besloot ir. Mussert aan dit verlangen om in Duitschland de beginselen der N.S.B. voor landgenooten uiteen te zetten, te voldoen, nadat hij tevoren de toestemming der Duitsche autoriteiten had verkregen. Deze vergadering is Zaterdagavond te Goch gehouden. Van een feestelijk inhalen door S.S. en S.A., zoo als sommige bladen hebben ge- meld, is geen sprake geweest. Men kwam een- voudxg om acht uur in besloten kring in de Stadttorsaal bijeen, die tot de laatste plaats was bezet en zooals vcrwacht kon worden met de Nederlandsche en nationaal-socialis- itische kleuren was versierd. Een enkel woord van den voorzitter, den heer v. d. Vorle, leidde ir. Mussert in, die daar- na uitvoerig de Nederlandsche toestanden op politiek en economisch terrein schetste om vervolgens de beginselen der N.S.B. te ibe- handelen. Op dat oogenblik deelde de voorzit ter aan de vergadering mede, een briefje te hebben ontvangen van de S.S., waarin werd geordonneerd een lid van de Nationaal-Socia- listische Partij (de Nederlandsche Hakenkreu- zers) het woord te geven. Detze heeft daarop, nadat S.S. en S.A. man nen op het podium waren geklommen, een Bchimprsde op de N.S.B. gehouden. Zoo zeide hij, dat de N.S.B. geen „echte" nationaal- Bocialistische beweging was, omdat Joden lid konden zijn; dat zij verraad pleegde aan de nation aal - social i s tisch a beginselen; dat er geen portret van Hitler te vinden was in het Am- Bterdamsche Kringhuis der N.S.B. (hetgeen ibij de aan/weizigen tot een enthousiast „heil Hitler" aanleiding gaf) en tsnslotte dat het hakenkruis op de uniform der N.S.B. ont- breekt; en eindelijk, dat de N.S.B. voor 50 pet. uit Joden bestond Deze schimprede liet niet na de aanwezigen te intimideeren, evenals den voorzitter, die zich haastte te verklaren, dat hij niet had ge- weten wat de N.S.B. eigenlijk was, maar dat de Hollanders in Duitschland, aldus spr., slechts 6en wensch kenden, zich te organisee- ren conform de beginselen van Hitler! Of- schoon het de bedoeling was geweest, dat nog twee sprekers namens de N.S.B. het woord zouden voeren, is dit niet geschied, omdat ir. Mussert dit niet wenschte toe te staan, nu de leiding der vergadering feitelijk overgegaan was in handen van den leider der SB. tnoepen, waardoor naar zijn meening het Nederlandsch karakter aan de bijeenkomst was ontnomsn. De S.A. mannen trokken nog de chassis van een Hollandschen fotograaf open, zoodat al diens opnamen ibedorven werden. DE VREDESVERDRAGEN VAN VERSAILLES C.S. Het in 1919 door de overwinnaars met Duitschland gesloten Vredesverdrag van Ver sailles staat niet op zichzelf. Daarop zyn ge- volgd vredesverdragen met Oostenrijk, met Bulgarije, met Hongarije en ook met Turkije, welk laatste verdrag, aanvankelijk te Sevres gesloten, moest worden herzien tot het Vre desverdrag van Lausanne van 1923. Deze ver- dragen vormea niet slechts den geheel in zoo- verre, dat zg een einde maakten aan eenzelf- den oorlog, maar ook, wijl zij tezamen een nieuw territoriaal stelsel aan Europa hebben gebracht. Mem kan gerust zeggen, dat na het Congres van Weenen de landkaart van Euro- pa niet zoo ingrijpend meer is herzien als in deze vredesverdragen is geschied! Wat echter ten tijde, dat deze vredesver dragen werden opgesteld, reeds werd gezegd, begmt waarheid te worden. De daarin aan de overwonmen landen opgelegde bepalingen zijn in economisch opzicht t e drukkend en hebben in politiek opzicht nieuw onrecht ge- schapen in de plaats van velerlei bestaand onrecht, dat zij ophieven. Vandaar, dat telkenmale vraagstukken naar voren komen, die voor de toe komst een alleronvriendelijkst uiterlijk heb ben en tot alle denkibare verwikkelingen kun nen leiden. Vandaar dat meer en meer, naar- mate blijkt, dat ook de Ontwapeningsconfe- rentie aan den invloed van deze vraagstuk ken onderhevig is, de vraag wordt gesteld, of en zoo ja op welke wijze de oplossing ervan, al dan niet door herziening der vredesver dragen moet worden ter hand genomen. In het. laatste nummer van „De Volken- bond", het officieel orgaan van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, wordt aan dit on- derwerp een uitvoerig artikel gewijd door den heer H. Ch. G. J. van der Mandere, algemeen secretaris dier Vereeniging. Deze wijst er op, dat men de oogen niet kan sluiten voor het feit, dat een groot, zoo niet het grootste ge- deelte dezer vredesverdragen reeds is gewij- zigd en opgeheven. De economische en linan- cieeie bepalingen, die tientallen artikelen om- vatten, zijn, aangezien de daarin door de over winnaars bedongen voordeelen aan een be- perkten tijdsduur waren gebonden, reeds voor een goed deel in onbruik geraakt. Hoofdstuk VI, dat de uitlevering van den ex-keizer, en de bestraffing van de „oorlogsmisdadigers", maar dan slechts van de overwonnen landen, eischte, is eigenlijk nooit in werking getreden. Hoofdstuk VxII, dat de herstelbetaiingen om- vat, is te Lausanne practised tot een einde gekomen en slechts art. 231, het zoogenaamd schuldartikel, waarvan de uitlegging een strijdvraag vooral van den laatsten tijd uit- maakt, staat nog min of meer overeind. En het mag de vraag heeten of Hoofdstuk V, dat in alle deze Vredesverdragen aan overwon nen landen beperkingen op het gebied hunner bewapeningen opregt, nog kan blijven bestaan sederc, zij het ook slechts in beginsel, te Ge neve de Duitsche geiijkgerechtigheid is er- kend. Dit een en ander aoet vanzeif zien, dat politieke verdragen als deze, zelfs al heeten zij voor de eeuwigheid gesloten, een bestaan hebben, dat met eeuwigheid slechts de over- eenkomst van het onbegrijpeiyke en het on- zckere heeft. Over de volkenrechtelijke mogelijkheid van herziening der Vredesverdragen is in de af- geioopen jaren reeds veel getheoretiseerd. De eeue desaundige gaat heel wat minder ver dan de andere. Maar alien brengen de vraag van herziening in verband met art. 19 van bet Grondverorag van den Volkenbond, dat be- paalt, dat een uitnoodiging tot partijen in een bepaaid verdrag kan worden gericht, indien blijat, dat de toepassing van een bestaand verdrag met meer mogeliik is. Een der groote vrageu waarom het gaat is deze of daarvoor eenstsmmigheid vereischt is. Juist in den laatsten t\)d zijn vooraanstaande deskundigen er op uit, om aan te toonen, dat wellicht voor een terzake aan te nemen rapport eenstem- migheid is vereischt, maar niet voor het doen der uitnoodiging. Dat is van practisch belang, omdat, al is de waarschynlykheid niet groot, zoodoende toch de mogehjkheid wordt ge- opend op eene uitnoodiging in den bedoelden zin, al zouden bepaalde Staten zich daartegen verzetten. Maar aan den anderen kant brengt het de practische oplossing van een bepaaid vraagstuk niet veel verder, wjjl ongetwyfeld voor de aanbeveling van eenige wijziging in een bestaand tractaat, gesteld bet zou daar- toe in den Volkenbond kunnen komen, een- stemmigheid wel noodig is. De Wereldbond der Kerken, zoo herinnert het artikel in „De Volkenbond", heeft ter laatste vergadering, in Augustus 1932 te Ge neve gehouden, het vraagstuk van herziening der Vredesverdragen besproken. Het werd door Prof. Fischer uit Weenen met een uit voerig memorandum ingeleid, dat, ter wille van de belangrijkheid der zaak, naar de ra tionale afdealingen werd verzonden, met ver- zoek dat deze haar oordeel zouden zeggen. De Nederlandsche afdeeling vroeg, alvorens zcodanig oordeel uit te spreken, de meening van deskundigen als Prof. Anema, Dr. Neder- bragt, Prof. Rutgers en Prof. Verzijl over deze aangelegenhsid. Maar na breedvoerige discus- sien is aan den Secretaris opgedragen om aan het uitvoerend comite te berichten, dat naar bet oordeel van de Nederlandsche afdeeling de Wereldbond niet bevoegd is om in concrete punten herziening der Vredesverdragen als eisch van Goddelijke gerschtigheid te stellen, zooals, gelijk het orgaan nader uiteenzet, aan iederen lezer wel direct Uuidelijk zal zijn bijv. ten aanzien van den Poolschen Corridor en de teruggave van de kolonien aan Duitschland. ,,Prof. Fischer mag zeggen, dat door den Cor ridor het Duitsche Rijk in tweeen is geknipt, doch hy vergeet, dat de geschiedenis niet in 1919 bij het Vredesverdrag van Versailles is begonnen en in het einde der achttiende eeuw Polen tocb ook niet volgens goddelijk recht werd verdeeld. En is het Goddelijk recht om teruggave aan Duitschland van de door dit land in 1898 van China geroofde Kiautsjoe te eischen? Wel oordeelt de Nederlandsche af deeling, dat het de taak van den Wereldbond is, om, waar de bestaande Vredesverdragen inderdaad volgens zeer velen den vrede in den weg staan, en deze speciaal in Duitschland en Oostenrijk groote ontevredenheid wekken, op te roepen tot den vasten wil om door overleg en niet door geweld tot een beide partijen be- vredigende oplossing der mjoeiiijkheden te komen." Wat voor den Wereldbond geldt, geldt zeker ook voor andere organiaaties op pacifistiscb gebied. In bet bijzonder in de zoogenaamd neutrale landen. Uiteraard is het voor den gemiddelden neutraal niet moeilijk om eenig standpunt, welk ook, terzake van brandende politieke vraagstukken, die bij de eventueele herziening der Vredestractaten zijn betrok ken, in te nemen. Dat daarvoor een groote kennis van ieder dier vraagstukken op zich zelf noodig is, behoeft geen betoog en dat dikwerf ook hier de aanwezige kennis in omgekeerd evenredige verhouding staat tot de stelligheid van het ingenomen standpunt, be hoeft evenmin nader te worden uiteengezet. Herlnneringen aan een eens gevoerd gesprek over de moeilijke Witna-quaestie met iemand, die zich terzake op een zeer steltig standpunt stelde en uit ons gesprek voor het eerst ver- nam, dat er „Poolsche deelingen" in de ge schiedenis zijn geweest, komen daarbij van zeif voor den geest! Maar het is begrijpelijk, dat dergelijke, hoezeer ook door volkomen zuivere bedoelingen ingegeven pleidooien van neutrale zijde in de betrokken landen kun nen en zullen irriteeren. Te meer, waar beide partijen er op uit zullen zijn om zulk e:n neu traal oordeel ten hunnen gunste te ventilee- ren. Hoeveel te meer moet niet de vraag gesteld worden am met een soort van leuze, die op herziening der vredesverdragen in het algemeen gericht is, juisrt het tegengestelde wordt bereikt van wat zij bedoelt te bereiken. Zij zal uiteraard aan de zijde dergenen, die door de vredesverdragen hebben geleden, met groote instemming worden hegroet. Maar de algemeenheid van een dergelijke leuze zal hen, die, bijv. ook in Frankrijk, emstig beseffen, dat herziening der vredesverdragen noodig is, den arbeid eer belemmeren dan bevorderen. In de landen, die voordeelen hebben genoten, en wellicht nog maar zeer twijfelachtige voordeelsn van den vrede, zijn er genoeg, die dioordrongen zijn van de onbillijkheden, die in menig opzicht in de vredesverdragen lig- gen opgesloten. Zij zouden echter ongetwij- feld geen algeheele herziening van deze ver dragen wensohen, althans niet op bet oogen- blik, omdat het de vraag is of daaruit niet een veel grooter chaos zou voortkomen dan tbans reeds aanwezig is. Dit neemt echter niet weg, dat tegelijker- tijd moet worden gewerkt aan den uitbouw en de verdere toepassing van bedoeld artikel 19. Het komt er juist op aan hierin de moge lijkheid neer te leggen, die bet arme Europa kan verlossen van de vele schrikbeelden, die het boven het hoofd hangen, indien niet een veilig'heidsklep wordt gevonden voor de vele, te vele vraagstukken van spanning, die daar in aanwezig zijn. EEN BOODSCHAP VAN ROOSEVELT AAN DE HOOFDEN VAN STATEN. De president der Vereenigde Staten heeft gisteren een boodsohap gericnt tot de boofden der Staten, waarin hij het volgende program- ma cmtwikikelt: 1. Alle naties moeten het ontwapenings- plan van MacDonald steunsn. 2. Zoo spoedig mogel.ik moet een verdrag worden gesloten om dit plan in practijk te brengen. 3. Tijdens de, onderhandelingen over het verdrag mag geen enkele oatie haar wapening verhocgen boven de bestaande verdragen. 4. Alle naties moeten een heilig en defini- tief niet-aanvalsverdrag sluiten. Voorts wordt daaraan nog het volgeade ontleend: Het geluk, de welvaart, ja, het leven van de mannen en vrouwen in deze wereld hangen van de beslissingeu af, welke de regeeringen in de naaste toekomst zullen treifen. De wereld kan niet op lang sleepende beraadsla- gingen wachten; zij heeft in plaats van den tegcuwoordigen chaos spoedige orde noodig door stabilisatie der valuta's, ontdooiing van de kairmen van den wereidhandei en door in- ternationale stappen tot verhooging van het prijsniveau. Kort gezegd, de binnenlandsohe maatrege len moeten uoor internationale samenwerking aangevuld worden. De ontwapeningsconferen- tie, die reeds meer dan een jaar bijeen is, heeft nog geen bevredigende besiissingen kun nen nemen. Steeds nog s too ten tegengestelde doeleinden op gevaarlrjae wijze op eikander. Het is plicht een practisch resultaat te berei ken, dat aan zooveel mogeljjk naties nut geeft. De redenen van wapening, ondanks het bittere gevaar van een wereiaoorlog zijn: lste, hoewel bij slechts enikele naties, de wensch om hun gebied op kosten van anderen uit te breiden, 2de, de vrees van vele regeeringen voor een vjjandelijken overval. De meeste staten wensohen de handhaving van boven- matige wapeningen niet, omdat ze zelf willen aanvallen, maar omdat ze een aanval van andere zrtde vreezen. Daarin ligt een zekere rechtvaardiging, want de moderne aanvals- wapenen zjjn veet sterker dan de verdedigings- middelen. Vestingen aian de grens, loopgraven en kustforten zjjn -niet meer- bestand tegen aan vallen van vliegtuigen, zware verplaatsbare artillerie, tanks en gifgas. De naties zullen echter automatisch een gevoel van veiligheid krijgen, als zij eensgezind toestemmen in het afschaffen en niet gebruiken van aanvals- wapenen. Dat is tenslotte het uiteindelijk doel van de ontwapeniugsconferentie. Het onmiddeliijke doel is een wezenlijke vermindering van een aantal aanvalswapenen en afschaffing van vele andere. Dit gaat zeker niet ver genoeg, maar het is een eerste stap, die den weg voor anderen effent. Drie etappen liggen voor ons, waarin alle naties moeten toestemmen: 1. oogenblikke- lijke maatregelen ia den zin van het plan van MacDonald; 2. het verkrijgen van overeen- stemming betreffende den uatum en het ver dere optreden tot het doen van volgende stap pen; 3. overeenstemming dat gedurende dca tijd van den eersten en de volgende stappen geen natie haar bewapening zal verhoogen boven de haar bij verdrag toegekende sterate. Maar de vrede in de wereld moet verzekerd iz'jn gedurende de geheele ontwapanings- periode. Ik stel daarom een vierden stap voor en wel parallel met en volkomen alLiankelijik van de nakoming van deze drie voorstellen en onder voorbehoud der bestaande verdragen: Alle staten der wereld moeten een plecbtig en definitief niet-aanvalspaot sluiten. Zij moe ten plecbtig de verplichtingen beve3tigen, welke zij op-zich hebben genomen voor de be- perking en vermindering van hun bewapenin gen en mits deze verplichtingen getrouw worden vervuld door alle staten-onderteeke- naars ieder voor zich de verklaring afleg- gen, geen bewapende macht, van welken aard ook, over haar grenzen te zenden. Roosevelt heeft secretaris van staat Hull tot hoofd vrn de Amerikaansche delegatie naar de oeconomische conferentle foenoemd en Cox, den oud-gouvemeur van Ohio en senator Pitman tot gedelegeerden. IN AFWACHTING VAN HITLER'S YVOORDEN. De heele wereld ziet, schrijft de N. R. Crt., met spanning de rede tegemoet, die Hitler heden in den Rrjksdag zou houden. Intusschen he Eft deze rede een donkere schaduw voor zich uit geworpen, waarmede Europa zich nu druk bezig houdt. Allerwege tracht men uit deze schaduw de juiste vormen van de eigenlijke figuur op te maken; en het is begrijpelijk dat deze bezigheid vooralsnog niemand optimis- tisch stemt. Deze schaduw bestond uit de toespraak, die von Papen, de vice-kanselier, Zaterdag tot leden van de nationaal-socialistische partij en van den Stalen Helm heeft gehouden. Von Papen verzekerde wederom dat Duitschland in vrede met de wereld wilde leven en op het gebied van bewapening slechts eischte wat het naar recht en billijkheid toekrwam, zonder kwade voomemens daarmede te verbinden. Aan deze geruststellende medeSeelingen knsopte hij nog beschouwingen vast, die de Duitsche berichten welke ons ibereikten, niet goed tot hun recht hebben laten komen. Wij kunnen ons levendig voorstellen dat die beschouwingen de ongerustheid, die bij ver- schillende regeeringen op het oogenhlik ten opzichte van de toekomstige houding van Duitschland heerscht, vooral niet verholpen hebben. Dat Duitschland het loon onthouden Is voor de twee millioen menschenlevens, die het heeft moeten opofferen, kan slechts als een schreeuwende verongeljjking worden be- schouwd door een man die in den oorlog een soort nationale belegging ziet en niet een wilde, nationale speculatie met heel zekere kansen cp verlies. In zijn loon te kort gedaan kan men zich vooral niet noemen, onverschil- lig hoeveel men eraan ten koste heeft gelegd, als men den strijd heeft verloren! Maar von Papen ziet den oorlog met andere oogen dan wij. Dat bleek in het bijzonder toen hij uitleg- de waarom Duitschland het woord pacifisme uit zijn vocabularium had geschrapt. Die uit legging moest een geruststelling zijn. En men vemam: De pacifistische literatuur had den dood op het veld van eer een onnatuurlijken dood genoemd! Zij had geen begrip getoond voor het oude soldatenlied: „Er is op de we reld geen schoonere dood dan door den vjjand te worden neergeveld". Zij begreep niet den oud-Germaanschen afkeer voor den stroo- dood; zij vond langzame aderverkalking blijk- baar verkieselijker! Zij had het afschuwelijk uiterlijk van de gesneuvelden beschreven, alsof een vreedzaam gestorvene er aesthetischer uitzag en alsof de geest waarin een man stierf, niet belangrijker was dan het uitzien van zijn overhlijfsslen. Enz, Wat het slagveld voor den man was, zoo betocgde hij verder, was het moederschap voor de vrouw. Moeders moesten zich uitputten in het voortbrengen van kinderen en vaders moesten op het slagveld strijden om de toe komst van hun zonene te verzekeren. Aldus ongeveer sprak von Papen. Wij ge- looven dat schaduwlezers zich heel wat in- spanning kunnen sparsn; het is niet met rede- lijkheid te verwachten dat Hitler in dezen trant zal spreken. Von Papen heeft naar zijn eigen hoofd en gevoelens getuigd; in de rede van Hitler zal staatsmanskunst zeker niet ontbreken. Het verbaast ons echter niet dat de woor- den van von Papen belangrijke opschudding In Engeland, en vooral in Frankrijk hebben ge- wekt. Men vertroUwt op het oogenblik de Duitschers niet, ook als zij vredelievend voor den dag komen. En wij kunnen dat begrijpen. Men speurt naar alles wat hun heimelijke be doelingen zou kunnen verraden. In dat op zicht mochten de woorden van von Papen in derdaad meetellen. Ongelukkiger voorlooper had Hitler niet kunnen vinden. Het is duidelijk dat men op het oogenblik een sterken moreelen druk op Duitschland wil ultoefenen. Men heeft reeds lang opge- merkt dat Berlijn het heeft er alle reden toe uitermate gevoelig is voor verschijnse- len van vereenzaming. Juist nu de beslissing over het lot van de ontwapeningsconferentle voor de deur staat, tracht men den druk zoo hevig mogeliik te maken. Als een Engelsch minister, In het Hoogerhuis ,,voor zich zelf sprekend", het woord sancties uit den mond laat vallen, gebeurt dat zeker niet bij onge- luk. Wanneer Rosenberg, als speciaal gezant van Hitler te Londen gekomen, op alle mahie- ren te voelen krijgt hoe men er tegenover het bewind dat hij vertegenwoordigt, gestemd is, berust niet iedere onpleizierige ervaring van den Baltisehen Duitscher op spontane, en voor Engeland ongewoon onbeheerschte, uitingen van individueele gevoelens. De Engelsche pers Is haast eenstemmig in haar houding, ook waar het niet de veroor- deeling van de Jodenvervolging betreft. Bla den die jaren lang voor herziening van het verdrag van Versailles op allerlei punten heb ben gepleit, zingen nu mede in het koor, welks liederen op het oogenblik Frankrijk slechts kunnen behagen. Overwegingen van billijkheid die totnogtoe bij die bladen den doorslag gaven, heeft men terzijde geschoven, omdat men het tegenwoordlge Berlijn begrijpelijkerwrjs van de bedoeling verdenkt zich op de billijkheid slechts te beroepen om later van de resulta- ten op gewelddadige wijze partij te trekken. Dergelijke even krachtige als eendrachtige stroomingen in de Engelsche pers hebben ten alien tijde groote beteekenis gehad. Wie ze tegen zich gericht ziet zal goed doen er reke- ning mee te houden. Het is nu blijkbaar de bedoeling dat Berlijn dit zal inzlen. Vermoe- delijk zal men er daar Inderdaad overwegen- de beteekenis aan hechten, vooral nadat de naieve ultzending van Rosenberg een zoo hulpelooze tegenzet is gebleken. De sancties, waarvan Hailsham heeft gesproken, waren voorloopig stellig meer voor „bullying" dan voor toepassing bestemd. Maar wij zijn des- niettemin nog niet overtuigd dat Berlijn daar voor ongevoelig zal blijken of dat zelfs het effect tegenovergesteld aan de bedoeling zou kunnen zijn. Ja, als het spel in omgekeerde richting werd gespeeld; wanneer Hitler het morgen andersom zou probeeren. Parijs houdt zich merkwaardig kalm, al zrjn de teekenen van zenuwachtlgheid in Frank rijk langzamerhand verre van sporadlsch ge- worden. Maar Pariis moet vinden dat de din- gen op het oogenblik lang niet slecht loopen. Ter zijde zal het vooral dankbaar zijn dat er zoo lets als een jodendom in de wereld bestaat en dat de Duitschers zich daaraan vergrepen hebben. Parijs hoeft niet voorop te gaan staan nu er druk wordt ultgeoefend. Het begrijpt dat Londen in dat opzicht veel meer zal kunnen bereiken, al is ten slotte de kracht van ieder dreigement in hoofdzaak de kracht van Frank rijk. Parijs tracht ook Amerika te bewegen toe te treden tot het „front der democratische mogenheden". Heeft Amerikaniet zijn oorlog gevoerd „to make the world safe for demo- chacy", om de democratic in de wereld te be- veiligen Dit werk is op zijn minst nog niet af Daarom vememen wij uit Parijs dat Davis gesproken zou hebben over een „gemeen- schappelijke houding van de drie groote demo- cratien". Of het zoo een vaart geloopen heeft? In het officieele communique hebben wij er niets van gevonden. Zou de wensch niet een klein aandeel gehad hebben in het vaderschap van dit bericht? Dat echter de sympathieen van Davis nu zijn aan den kant van de staten die druk trachten uit te oefenen op Duitsch land lijkt ons zeer waarschijnlijk. Dat die sympathieen, tegen iedere Amerikaansche tra- ditie sedert 1919 in, reeds zoo bepaalden vorm zouden hebben gekrsgen, lijkt ons wat kras. Tenzij dat ook Davis gelooft dat de krachtig- ste druk nooit met meer effect en met min der gevaar kan worden ultgeoefend dan op dit oogenblik wat wel juist kon zijn. Maar ieder resultaat van de met zoovele openbare en geheime middelen werkende actie zal slechts tijdelijk en plaatselijk zijn. Een palliatief noemt men dat in de geneeskunde: Een pijnstillend middel. Want de oorzaken van spanning en wantrouwen zal men niet kunnen wegnemen. DE OPENING DER TENTOONSTELLING. Naar wij vememen heeft de commissie der a'hier vanwege de Winkeliersvereeniging „Klimop" te houden tentoonstelling voor ha-diEl, industrie, scheepvaart en landbouw van den Commissaris der Koningin in Zee- land, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford be richt ontvangen, dat hij bereid is te voldoen aan de tot hem gerichte uitnoodiging tot het opened der tentooiste'.ling in den namiddag van a.s. Dinsdag 23 dezer. DE OPENING DER BAD- EN ZWEM- INRICHTING. Blijkens de in dit blad voorkomende adver- tentie heeft de bad- en zjweminrichting haar bedrijf weer opengesteld. Naar men ons meda- deelt is de tijd van rust weer gebruikt voor het verrichten van de noodige restauratte- werkzaamheden en is alles keurig in orde. Naar aanleiding van de onlangs van wege den Minister van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebesturen gezonden en in de scho- len voorgelezen circulaire betreffende de ziekt© van Weil, deelt men ons van wege het be- stuur miede, dat het gevaar voor die ziekte In deze inrichting uiterst gering is te achten. In de eerste plaats is het terrein in de ornge- ving van wege de gemeente ontrat. In de In richting zelf komen, hetgeen uit onderzoek is gebleken, geen ratten voor, terwijl ook het zoutgehalte een waarborg is, tegen het voor- komen van die ziektekiemen. Van de zijde der geneeskundigen wordt dan ook tegen het al- daar baden of zwemmen geen bezwaar ge maakt. IN HEN SLOOT GESTIKT. Hedenmorgen is in de sloot langs den weg Driekwart-Philippme bij de Zandstraat voor- over liggende gevonden het lijk van zekere F. R., van Philippine. Zijn rijwiel lag bij hem. Naar we vememen had hij gisteren een koop- dag in Sas van Gent bezocht en des avonds de tsrugrels naar Philippine aanvaard, in ver- moedelijk niet normalen toestand. TOEVALLIG ONGELUR. Hedenmiddag was een opgeschoten jongen aan het trekken aan een houten schutting van de slooperij der heeren Breepoel en Vermast in de Oostkolkstraat en trok daarvan een stuk omver, toen daar juist 2 zesjarige knaap- jes passeerden. Een hunner, Dirk Elwe, go- raakte er onder en werd met gebroken been opgenomen. Het andere knaapje, K., med© In die straat wonende, bleef ongedeerd. DE SOHELDE-BEKERWEDSTRIJD. De Vlissingsche zwemvereeniging bereldt ook dit jaar weer een Scheldewedstrijd Bres- kensVlissingen voor, welke zal plaats heb ben op Zaterdag 8 Juli. BEZOEK COMMISSARIS DER KONINGIN. De Commissaris der Koningin bezoekt Dins dag 23 Mel de gemesnten Axel en Westdorpe. EEN ZELDZAAM GEVAL. De Onderllnge Verzekerings-Maatschappfl tegen Hagelschade in Zeeland is z66 goed bjj kas, dat in eene gehouden algemeene vergade ring van deelgenooten met algemeene stem- men werd besloten, dat de leden van het oud-kapitaal In 1933 geen premie behoeven t© betalen. Bovendicn zal, naar wij vememen, aan Ieder lid dat in het oud-kapitaal Is gerechtlgd, dit najaar circa /4 per gemet worden terugbe- taald. Voorwaar een zeldzaam geval in dezen tijd en voor de deelgenooten een meevaller. BOSCHKAPELLE IN FINANCIEELEN NOOD. In de gemeente Boschkapelle is de finan- cieele toestand hoogst precair geworden. D» steunregeling voor de werkloozen is stopgezet, daar de betreffende begrootingspost reeds aanzienlijk werd overschreden. Ged. Staten van Zeeland, die bjj bet g©- meentebestuur inlichtingen hebben ingewon- nen of Burg, en Weth. dan wel de raad hier- voor aansprakelyk moeten worden gesteld, hebben bericht ontvangen, dat Burg, en Weth. tengevolge van een onjuiste berekening de steunultkeeringen hebben voortgezet, nlet- tegenstaande de verrichte ultkeerlngen b®- duidend hooger waren dan volgens den be grootingspost mocht geschied en. Thans is tot Den Haag een verzoek gericht om uit den noodtoestand te geraken. Hlertoe wordt een rijksbijdrage van 100 In de steunregeling gevraagd. PACHTVERLAGING VOOR MOSSEL- PERCEELEN TE BRUINISSE. Zooals indertijd Is gemeld hebben de echtp- persvereeniging Algemeen Schippers- en Vis- schersbelang te Bruinlsse en de afdeeling Bruinisse van den Bond van Mosselkweekers in Zeeland aan den Minister van Financien een request gezonden waarin werd gewezen op de buitengewoon slechte bedrijfsresultaten van de mosselcultuur te Bminisse over 1931 en 1932 en waarin deswege om kwijtschelding van pacht werd verzocht. De vrees werd uit- gesproken dat anders velen op den duur ge- noodzaakt zouden zijn him bedrijf op te geven. De Minister hesft op dit verzoek thans In zooverre gunstig beschikt, dat over de 1 Maart j.l. vervallen pacht van de mosselper- oselen een reductie van 50 pet. wordt ge- geven. EEN ONTWIKKELINGSDAG VOOR DEN ZEEirWSCHEN LANDBOUW. In de geheel met belangstellenden gevulde groote zaal van de Prins van Or2Dje te Goea opende de beer Mr. P. Dieleman, Zaterdag- morgen te 10 uur den traditioneel geworden ontwikikelingsdag voor de Zeeuwsche lanibou- wers en wees op de vele moeilijkheden, die zich in deze tijiden voor doen. De eerste Inleider was de beer J. A. Stols uit St. Philipsland die sprak over: „Is ver- toetering van gereedsohappen en arbelds- methode in den landbouw mogelijk?" Hiema hield de heer J. W. Scheele uit Bosc'nkapelle een inleiding over „De Suiker- bietencultuur". Spreker zette het groote belang van deze cultuur, voor boeren, arbeiders, transport- cadememingen enz. uiteen. Toen de cultuur omstreeks 1860 aangepakt werd, stood men voor groote moeilijkheden, o.a. ten opzichte van gebrek aan vervoermiddelen, weeginrich- tingen, slecht accordeeren met de fabrieken en wat dies meer zij, maar ook de boer stand er eerst wantrouwend tegenover. Het platte- land modemiseerde zich en toen ging die cul tuur bloeien. Spreker wees er op, dat de sui- kerblet houdt van zwaren, voohthoudenden en dlep bewenkten grond. Daarom moet in het voorjaar den grond diep foeploegd worden. Vooral moet zorg worden besteed aan een goede constmctie van den grond, want de biet is kieskeurig. De beste zaaitijd acbt spreker half April en dan geeft hij de voorkeur aan Ktihn-zaad, van de meststoffen zorgen phos- phorizuur en kali voor een groot kwantum stikstof. Na de zaai krijgt men den strrd tegen allerlei gevaren als de vlieg, de wortel- brand enz. Spreker wrjst op de middelen die ter bestrijding .bestaan en het weer speelt daarbij een voomame rol. De wiedmachine kan goede diensten bewijzen, maar toch moet er twee of drie keer met de hand worden ge- wied. Als de planten wat gegroeid zijn is de grootste zorg voortoij. Voor het rooicn geeft hij aan het werken met de hand de voorkeur en wijst dan op het groote risico ook bij het vervoer. Het is jammer, dat de teelt thans zoo weinig loonend is en reeds groote verlle- zen waren geleden, toen de regeeringssteun kwam. Voor dien steun is mm dankbaar, want zonder dien zouden de bieten geheel

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 2