ger van de groep werkgevers, doch bij het uitbrengen van adviezen letten op de belangen van de bedrijven en industrieen als zoodanig en aldus handelende zoowel de belangen van de werknemers als die der werkgevers behan- delen, omdat toelden belang hebben bij het voortbestaan of den bloei der bedrijven. Het kan ongetwijfeld voorkomen, dat een meening der Kamer in botsing komt met een der be- trokken partijen, die allien op de belangen der eigen groep let, doch dit is geen bewijs, dat de Kamer in dat geval haar roeping voorbijstreeft. In de tegenwoordige tijden, nu reeds alge- meen over zwaren druk geklaagd wordt, gaat de overheid nog voort met aan handel en be- drijf nog steeds zwaarder lasten op te leggen, dan aan die groepen de beantwoording der vraag overlatend, of ze die ziwaardere lasten weer op de consumenten kan afwentelen, het- geen vooral met groote bezwaren gepaard gaat, indien deze moet optornen tegen con- currentie uit het buitenland. Indien nu een Kamer overtuigd is, dat het uiteindelijk op een debacle voor handel en be- drijf, en voor de gansche maatschappij moet uitloopen, indien Regeering, provincie en ge- meenten het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven in de eerste plaats zoeken in ver- hooging van bestaande of het invoeren van nieuwe belastingen, terwijl bezuinigen op de uitgaven allerdringendst noodig is, kan niet met redelijken grond aangevoerd worden dat die Kamer haar taak voorbijstreeft, al is het ook, dat de meening van dit college, dat Toke ning moet houden met de algemeene belan gen, atwijkt van die van bepaalde groepen, die alleen lettende op de belangen dier groepen in het algemeen bezuinigingen uit den booze achten. Hieraan kan nog worden toegevoegd, dat de Minister van Economische Zaken en Ar- beid, in zijn Memorie van Antwoord op het Verslag der Eerste Kamer betreffende zijnt begrooting voor 1933, in antwoord aan de leden die zich in de afdeelingen tolk hadden gemaakt van vorenaangehaald adres, het vol- gende heeft geantwoord: „De ondergeteekendie kan zich geheel ver- eenigen met het betoog van de leden, die de taak van de Kamers van Koophandel en Fa- brieken, op grond van de aangehaalde wette- lljke bepaling, beperkt achten tot aangelegen- heden van handel en nijverheid. Het zou ech- ter te ver gaan, deze bepaling te interpre- teeren in dien zin, dat de Kamers in het geheel niet zouden mogen adviseeren over onderwerpen, wanneer deze tevens een poli tick© zijde vertoonen. Dat in het drietal aangehaalde gevallen de Kamers hare bevoegdheden zouden hebben overschreden, kan niet worden ingezien. Im- mers zijn bij het instituut der bedrijfsraden de belangen van de nijverheid ten nauwste betrokken, terwijl ook het sluitend maken van de begrooting een aangelegenheid is, die de belangen van handel en nijverheid op ingrij- pendie wijze beinvloedt. In dergelijke gevallen zal de Regeering aan de beschouwingen van de Kamers dezelfde mate van aandacht schenken als aan die van colleges, die uit anderen hoofde zich geroepen achten advies uit te brengen." Het Bureau stelt voor, het adres der orga- nisaties voor kennisgeving aan te nemen, en neernt zich voor, onafhankelijk van den in- houd daarvan, ook in de toekomst voort te zullen gaan met die voorstellen te doen, welke het met het oog op de door de Kamer ver- tegenwoordigde algemeene belangen noodig oordeelt. De heer VAN MERLE kan niet anders dan de stelling van het Bureau onderschrijven; er wordt al veel te weinig gehoor gegeven aan de stemmen uit den handel. Gratis bestellen door de spoor- wegen. Ontvangen is een schrijven van den Bond van Expediteurs en Transportondernemers (Beto) gevestigd te Amsterdam, waarin de aandacht wordt gevestigd op de wijziging der tarieven van de Nederlandsohe Spoorwe- gen, waarin om. voorkomt gratis bestellen De Bond verzoekt de meening der Kamer aan den Minister kenbaar te maken, en dozen te verzoekien, dat gratis bestellen" te schrap- pen, aangezien als gevolg daarvan verschil- lende expediteurs die zich thans belasten met het vervoer der goederen van de stations naar de bestemmelingen broodeloos zullen worden. Zij uit bovendien de veronderstelling, dat uit deze wijziging weder een niet van tie voren uit te rekenen kans op verlies voor de spoor- wegen kan ontstaan, waardoor die maatregei niet kan zijn in het belang der spoorwegen en nog minder in het belang der uiteindelijke belastingbetalers, die de uiteindelijke tekorten weer moeten bijpassen. Het Bureau stelt voor, aan deze actie geen steun te verleenen. Het kan toch van ver- tegenwoordigers van handel en bedrijf moei- lijk worden verwacht, dat zij bezwaar zouden maken tegen het invoeren van maatregelen die gericht zijn op vermindering der bedrijfs- kosten. Dat het door adressanten geschetste gevaar bestaat, moet worden toegegeven, doch in dit geval staat het belang van een enkele groep tegenover de belangen van het bedrijfsleven in het algemeen. Met algemeene stemmen wordt overeen- komstig het voorstel van het Bureau besloten. Verzoeken om ondersteuning van pogingen voor het verkrijgen van wegsverbetering. a. Het gemeentabestaur van Clinge zendt, met verzoek, daaraan adhaesie te willen be- tuigen, een afschrift van een aan den Minis ter van Waterstaat gericht adres, waarin in verband met den slechten en voor het huidige verkeer totaal onvoldoenden toestand van den weg HulstNieuw Namen, en de beteekenis die een goede verbinding HulstNieuw Na men voor een betere orienteering van de grensbevolking naar Nederland, in stede van naar Belgie, heeft, de gemeenteraad van Clinge zich tot den Minister wendt met het verzoek wel te willen bevorderen, dat, in af- wachting van realiseering van bet wegenplan „Oost-West" (een dwarsweg Sluis-Nieuw Namen), schier geheel over het gemeentege- bied Clinge loopende op het provinciaal we genplan worde gebracht, en de kosten dier wegsverbetering voor 100 procent door het rijk zullen worden gedragen. Het verzoek is om. gegrond op de overwe- ging dat een doeltreffende verbetering van dit wegsgedeelte voor wat de kosten betreft, zddver uitgaat boven de financieele draag- kracht der gemeente, dat daaraan zelfs niet kan worden gedacht,, en dat, indien aan het provinciaal taestuur gevraagd wordt om dien weg te verbeteren, dit slechts kan geschieden onder voorwaarden die voor de gemeente- financien een te zware last vooral in het licht der huidige tijdsomstandigheden toe- teekenen. b. Een missive van het gemeentebestuur van Koewacht, waarbij, met verzoek om daar aan steun te verleenen, wordt toegezonden een afschrift van een door den raad dier ge meente tot den Minister van Waterstaat ge richt verzoek, om in het voor rekening der gemeente Koewacht komende bedrag der kosten van verbetering van den keiweg, loo pende van de grens van Zuiddorpe tot St. Jansteen, lang pirn. 8 K.M., voorkomende op het provinciaal wegenplan, de gemeente te willen tegemoetkomen met een rijksbijdrage tot 12% pet. van de totale kosten, of f 16.062,50, welk bedrag dan nog voor reke ning der gemeente blijft. Alleen door het verleenen der gevraagde bijdrage zal het tot stand komen der wegsverbetering mogelijk zijn, daar de gemeente geen zwaardere lasten op zich kan nemen, aangezien om de nood- zakelijkste uitgaven te bestrijden, alle belas tingen reeds tot het hoogste zijn opgevoerd. Uit nadere informaties bleek, dat deze ge meente die in de Gemeentefondsbelasting in de derde klasse is gerangschikt, daarop reeds 100 opcenten heft, dat op de Personeele be- lasting 200 opcenten worden gebeven, 50 op de Vermagensbelasting en ook die op de Grondbelasting op het toegelaten maximum worden geheven. Het Bureau merkt hieromtrent op, dat uit deze verzoeken bij vernieuwing blijkt, dat de tegenwoordige regeling voor het verkrijgen van voldoende wegsverbetering te kort schiet, hetgeen door de Kamer reeds meermalen by auitoriteiten is naar voren gebracht. In het algemeen komt de regeling, dat uit het Wegenfonds en door de provincie 75 in de kosten der wegsverbetering wordt gedragen niet onbillijk voor, doch in verschillende ge vallen iblijkt het voteeren van de resteerende 25 door de onderhoudsplichitigen nog een bezwaar. Eenerzijds krijgt men in verschil lende gevallen te doen met onderhoudsplich- tige besturen die de bestaande wegen voor eigen behoefte voldoende achten en niet ge- negen zijn nog betrekkelijk groote bedragen uit te geven voor doorgaand verkser, ander- zijds en dit is klemmender, omdat in zulke gevallen weinig meer te redeneeren valt komt men voor gevallen dat de onderhouds- plichtige gemeente niet bij machbe is, zelfs de 25 te voteeren. Dat geval moet zeker aanwezig worden ge- acht voor de gemeente Koewacht, die met hare alle tot het volgens de wet toelaatbaar maximum opgevoerde belastingen nog temau- wemood de einden der begrooting aan elkaar kan knoopen, en buiten staat moet geacht worden om onder de huidige omstandigbeden van terugloopende belastingopbrengst de yit- gaven nog te vermeerderen met ongeveer 2500, doch zulks, als het bedrag tot de helft kon gereduceerd worden, zou aandurven. Aangezien de weg van af Zuiddorpe door Koewacht naar St. Jansteen als zuidelijke verkeersweg van meer dan gewone beteeke nis moet worden geacht, kan het Bureau voorstellen, op grond der gebleken onmacht der gemeente aan dat verzoek steun te ver leenen. Wat het verzoek der gemeente Clinge be treft, gegevens omtrent plannen of kosten zijn niet verstrekt. Of deze weg van meer dan locaal belang kan geacbt worden, is aan het Bureau niet duidelijk. Dat de wegsverbetering in het be lang van het verkeer van Nieuw-Namen naar Hulst zal zijn, staat ongetwijfeld vast. Ook kan als vrij vaststaand worden aangenomen, dat de gemeente Clinge niet bij machte zal zijn, de voile lasten van wegsverbetering te torsen. Gemeentefondsbelasting en Vermo- gensbelasting worden er ook reeds tot het maximum geheven, terwijl de opcenten op het personeel reeds zijn opgevoerd tot 125. Toch beschikt het Bureau nog niet over ds noodige zakelijke argumenten, om uwe Kamer voor te stellen ook aan deze poging steun te verleenen. Er wordt in deze poging iets ge- mi'st. Immers, niet zooals in het geval van Koewacht (en in het verleden ock Philippine) wordt er een paging gedaan om althans een deel der kosten voor rekening der onderhouds- plichtigen te nemen. Zijn de betrokken pol ders Clinge en Groot Kieldrecht zwaar belast Zeeuwsch-Vlaanderen heeft reeds den naam, dat men er alles voor niets wil hebben, zonder zelf offers te brengen. Een goeden verkeers weg, zonder dat deze aan gemeente of onder- houdspldchtigen iets kost, zal ieder wenschen. Of aan het streven van het gemeentebestuur van Clinge ten voile steun zal kunnen worden verleend, zal nadere overweging eischen. Dit kan voor de Kamer niet zonder meer een ge- voelskwestie zijn, doch behoort uit zakelijke overwegingen voort te spruiten. Er wordt inmiddels getracht nog nadere gegevens in den door hat Bureau bedoelden zin te verkrijgen. De SECRETARIS deelt mede, dat de kwes- tie betreffende de wegsverbetering in de ge meente Clinge reeds door de omstandigheden is achterhaald. In antwoord op de gevraagde inlichtingen decide de burgemeester dier ge meente aan het Bureau mede, dat is inge- komen een schrijven van den Minister van Waterstaat waarin deze te kennen geeft, dat de toezegging door hem in de vergadering der Tweede Kamer op 22 December 1.1. ge daan, geen betrekking heeft op den weg Hulst-Nieuw Namen, doch op den weg Hulst- Kijkuit. Aangezien bij de verbetering van het weg- gedeelte Hulst-Nieuw Namen de belangen van het doorgaand verkeer slechts in geringe mate zijn betrokken, kan hij geen aanleiding vin- den aan het verzoek te voldoen. De burgemeester vraagt, of de Kamer na kennisneming van dit antwoord, nog prijs stelt op het ontvangen der gevraagde gege vens. De heer OGGEL vermoedt, dat de burge meester van Clinge na het ontvangen van dat antwoord geen kans meer zal zien het ver beteren van dien weg op rijkskosten verder te bepleiten, en dat het daarom maar 't beste zal zijn daarin te berusten. De SECRETARIS oppert de veronderstel ling, dat het misschien niet ondienstig is deze zaak nog open te houden. De mogelijkheid bestaat toch, dat nadere gegevens aanleiding zouden kunnen geven om er op terug te komen en opnieuw de noodige stappen te doen. De VOORZITTER acht het in verband daar- mede 't beste, ten opzichite van den weg Nieuw Namen-Hulst het Bureau diligent te verklaren. Dan kan de loop der zaken wor den afgewacht. Met algemeene stemmen wordt dienover- eenkomstig besloten, terwijl op dezelfde wijze wordt besloten tot het verleenen van steun aan het verzoek van het gemeentebestuur van Koewacht. Weeldeverteringsbelasting. Omzetbelasting. a. Ingekomen zyn afschriften van adres- sen van de Kamer te Delft en andere, gericht tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdende bezwaren tegen de door de Regee ring ingediende Weeldeverteringsbelasting. Het Bureau menkt hierfoij op, dat in den eersten indruk een weeldeverteringsbelasting aan ieder sympathiek moet voorkomen. Tegen het belasten van weelde-uitgaven kan toch, zegt het gevoel, geen bezwaar bestaan, omdat het zich veroorloven van weelde-uitgaven aantoont, dat het ,,er aan zit" en de Staat in zijn nood van dezulken nog wel een offer mag vragen. Bij nadere beschouwing rijzen echter tegen die opvatting ook bezwaren. Een dergelijke hefting vermindert opnieuw de koopkracht, die toch reeds gedaald is. Het is een bekend feit, dat velen zich door daling, zelfs zeer sterke daling van hun inkomsten hebben moe ten beperken en dat men dat in de eerste plaats doet op luxe-uitgaven. De fabrieken die luxe-artikelen of kunstvoorwerpen ver- vaardigen lijden thans reeds onder dien druk, die nog sterker zal worden bij het belasten van die artikelen. Het gevaar voor toeneming van de werkloosheid in die branches is dus niet denkbeeldig. Reeds thans constateerde een zaak in luxe-aardewerk in vergelijking met 1929 een vermindering met 50 een zaak in betere toiletartikelen een verminde ring van ruim 50 tot 70 In Duitschland is indertijd de belasting op producten der kwaliteitsindustrie aanleiding geweest tot het stimuleeren der werkeloos- heid en had intrekking der Luxussteuer ten gevolge. Ook voor den handel is de wet een bezwaar. Aangezien de wet aan de bron geheven wordt brengt zij, behalve de admiriistratieve moei- lijkheden in de industrie zelf, ook mede een stijging van het bedrag dat door den gros- saer of winkelier in zijn zaken is vastgelagd. Dit zal ongeveer met 10 moeten verhoogen, terwijl zijn risico met dat bedrag verhoogt. Juist in luxe voorwerpen is de kans om wegens wisseling van mode als anderzins met onverkoopbare voorwerpen te blijven zitten hat grootst. Ook van die z.g. „winkeldoch - ters" is dan toch ook belasting betaald. Een verder bezwaar dat tegen de wet be hoort te worden aangevoerd is de omstandig- heid, dat volgens de bij de wet behoorende lijst een aantal artikelen bevat, die naar het ge wone begrip niet als „weelde" kunnen wor den beschouwd. Zij bevat verschillende ar tikelen waarvan het gebruik door den voor- uitgang in het leven is geroepen. Nieuwe artikelen worden aanvankelijk door weinigen gebruikt, doch van lieverlede door breede lagen der bevolking. Wie zal b.v. tegenwoor- dig het rijwiel nog als een weeldeartikel be- schouwen? Een 30, 40 jaren terug zou men daarover anders geoordeeld hebben. Zoo zal ook het volgend geslachit als onmisbare arti kelen beschouwen verschillende zaken die men thans als weelde beziet. In de kringen der Kamers zijn de tegen deze wet bestaande bezwaren uitvoerig besproken. Een gevormde commissi©, die deze bij de ver schillende Kamerfracties onder de aandacht bracht, had aanvankelijk een gunstig oor. Bij latere besprekingen kreeg men evenwel den indruk, dat, ondanks de bestaande bezwaren, de Tweede Kamerleden niet den moed zouden hebben, in verband met den ongunstigen staat van 's lands financien, den Minister van Financien de 10 millioen die hij uit die hef- fing denkt te halen, be onthouden. Ondertuschen is het thans niet duidelijk of deze wet in behandeldng zal komen voor of naast de later ingediende „omzet-ibelasting". Door de politieke omstandigheden is de be- handeling der wet in elk geval vertraagd. Het kan weinig effect hebben naast al hetgeen hieromtrent reeds ter kennis van de wetge- vende macht is gebracht in dit stadium van- wege onze Kamer ook nog eenige actie te doen uitgaan, en stelt het Bureau voor den loop dezer zaak af te wachten. b. Inmiddels is ingediend een „omzet-be- lasting". Daaruit denkt de Minister 60 mil lioen te halen. Deze wet komt sympathieker voor; het is een belasting die over de geheele linie drukt. Toch moet het als een bezwaar gevoeld worden, dat het in evenwicht brengen der staatslbegrooting wordt gezocht in een steeds zwaarder belasten van industrie en handel. Terwijl de agrarische bedrijven van lieverlede alle van wege de regeering worden gesteund, wc-rden handel en industrie in verschillende vanmen steeds zwaarder belast. Die zwaardere belastingen verhoogen, bij die agrarische steunmaatregelen ook steeds het levenspei), bij dalende inkomens. Het zal wel duidelijk zijn, dat die verhooging van lasten, bij daling van inkomsten niet zal kunnen blijven voort- gaan, dat dit tot een catastrophe, tot inflatie zal moeten leiden. Ondertusschen is het uit de mededeeling van den Minister van Finan cien duidelijk, dat de millioenen die hij raamt als opbrengst dezer belasting er moeten komen. Is het niet op deze, dan op een an dere wijze. In kringen der Kamers maakte dit wets- ontwerp reeds een punt van ernstige beraad- slaging uit. Er zijn stemmen, die ook tegen dit ontwerp een krachtig „neen" willen laten hooren, doch deze werden krachtig overstemd door een meer bedachtzaam geluid. Dit wees op de verantwoordelijkheid der Kamers en achtte het niet in overeenstemming daarmede, dat deze zonder meer elke wet die de Regee ring aan de noodige gelden moet helpen om de Staatsbegrooting kloppend te maken, zou den afwijzen. Die stemmen waren niet blind voor de technische gebreken, die aan deze wet kleven, en achtten het wel de taak daar op te wijzen, doch meenen niet verder te moe ten gaan. Anders dan de weeldeverterings belasting zal deze wet een heffinig beteekenen die meer over het geheele volk is verdeeld. En indien men deze wet zou afwijzen, en het zou gelukken de Staten-Generaal voor ver- werping te vinden, zou die bijna vaststaand moeten worden vervangen door een andere belasting, die misschien handel en industrie in nog ongunstiger positie zou brengen. Die ge- dachtengang vond bijna algemeen weerklank. De wenschelijkheid werd uitgesproken, dat de bezwaren die de techniek der wet aankle- ven onder de aandacht der Tweede Kamer zullen worden gebracht. Een onderzoek daar- naar is aanhangig gemaakt. Dat onderzoek zal zich vermoedelijk ook uitstrekken tot het buitenland, waifr dergelijke heffingen reeds bestaan. Als bezwaar is o.m. bereids aangemerkt, dat de heffing niet bij de bron, by den produ- cent, plaats heeft. Nu het een „omzet"-belas- ting is, bestaat de mogelijkheid, dat voor het- zelfde product meerdere malen belasting wordt betaald, b.v. voor de eerste maal van den pro- ducent naar den groothandelaar, voor de tweede maal van den groothandelaar naar den grossier, voor de derde maal van den grossier naar den winkelier, welke laatste in sommige gevallen ook nog aan kleinere zaken levert, die dan voor de vierde maal de belas ting moeten betalen. Een gevolg daarvan zou kunnen worden, dat de groothandel of fabrikanten zich meer dan tot nu toe zouden gaan toeleggen op redhtstreeksohe levering aan den consument, met uitschakeling van den tusschenhandel. Ook wordt niet gerechtvaardigd geacht de vrijstelling in sommige gevallen van de cooperaties aangezien dit die ondememingen een voorrang verschaft boven de particuliere ondememingen. Ook krijgen de buitenlandsche grossiers die in Nederland leveren een voor- sprong op hun binnenlandsche collega's, die reeds bij den eersten ,,omzet" belasting moe ten betalen. Het Bureau stelt voor, machtiging te ver leenen om na ontvangst van de te verwach- ten inlichtingen, met inachtneming van de toestanden in het gewest der Kamer, een adres te richten tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin alsdan de eventueele bezwaren zullen worden verwerkt. De heer VAN MELLE is van oordeel, dat de Kamer wel degelijk tegen deze wet, die voor het economisch leven van ons land van ingrijpende beteekenis zal zijn, moeten ageeren. De gevolgen zijn nog niet te overzien. Naar zijn meening is de omzetbelasting veel gevaarlijker dan de weeldeverteringsbelasting. De heer NEETESON merkt op, dat de door den Minister als opbrengst geraamde 60 mil lioen er ondertuschen toch zullen moeten komen. Komt deze belasting er niet, dan zal toch ©en andere heffing worden voorgesteld. De SEORETARIS voegt hieraan toe, dat dezer dagen door vooraanstaanden in de mid- denstandsorganisatie werd bepleit de heffing niet af te wijzen, doch te trachten de bijzon- dere bezwaren die daartegen uit technisch oogpunt zijn aan te voeren, gewijzigd te krij gen. Een voordeel werd het geacht dat deze belasting een ibreede laag der bevolking treft. Gmstreeks het jaar 1000 bestonden omzetbe- lastingen, die in het verloop der jaren alle verdiwenen, doch sinds de als gevolg van den oorlog gewijizigde economische omstandig heden is die heffing in bijna alle landen reeds hersteld. Ondertusschen wordt niet verheeld, dat .er ook ernstige bezwaren tegen bestaan. De om zetbelasting beteekent prijsverhooging. Thans moet men als gevolg van concurrentie of over- productie verschillende koopwaren beneden den productieprijs verkoopen. Onder zulke omstandigheden zal het bezwaar ondervinden de belasting te vinden door prijsverhooging en zal die dus ten laste komen der bedrijven, die thans reeds groote moeilijkheden onder vinden, omdat ze hun producten niet loonend kunnen afzetten. De omzetbelasting zal in zulke gevallen het verlies verhoogen. Er zal ongetwijfeld geageerd moeten wor den. Het is gewenscht nadere gegevens in te wachten, opdat de bezwaren zoo nauwkeurig mogelijk kunnen worden omschreven. De heer DE SMIDT is het roerend met den heer Van Melle eens, dat tegen invoering der wet moet geageerd worden. Hij hoorde een stem van de bestuurstafel, dat die 60 mil lioen er zullen moeten komen. Maar dat is het hem juist. Er moet een anderen weg ge- kozen worden om de staatsbegrooting in evenwicht te brengen. Hij vindt dit een ver- schriikkelijtke belasting. De Regeering behoort het tekort weg te werken door bezuiniging op de uitgaven. Dan moet men maar wat ambte- naren afschaffen. In plaats van indirecte be lastingen, die veel ambtenaren vergen, moet men idan de directe belastingen maar ver hoogen. Er moet krachtig worden geprotes- teerd. De heer VAN MELLE is het met dit laat ste niet eens; hij acht het goed, dat men ook indirecte belastingen heft. De SEORETARIS moet opmerken, dat het een dikwerf gehoord woord is, „krachtig" protesteeren, het klinkt wel zwaar, doch be- wijst niets. Wanneer een bezwaarschrift van de Kamer uitgaat, dient dit niet op algemeene redeneeringen, doch op zakelijke gronaen te steunen en zoodanige argumenten tebevatten, dat deze ten slotte een krachtig protest vor- men. Overigens hebben de Kamers ook een verantwoordelijkheidZij dienen ook door- drongen te zijn, dat het besturen van het land, en het uitvaardigen van verschillende maat regelen niet mogelijk is, zonder dat over de daanvoor noodige fondsen wordt beschikt. En nu kan men over de wijze waarop de gelden worden besteed zeer zeker van meening ver- schillen, doch we hebben eenmaal rekening te houden met den werkelijken toestand, zooals die bestaan als gevolg van het beleid der Re geering en de beslissingen der Tweede Kamer. Er klinken meer stemmen als die van den heer De Smid't, die zeggen: er moet bezuinigd worden. Maar het is wel al gebleken, dat dit nog niet zoo gemakikelijk gaat. Men heeft de gevolgen kunnen waamemen van het rapport Welter. Dit gaf vele bezuiniginigen aan. Meer dere daarvan gingen echter naar de meening der Regeering te ver, en bij de behandeling in de Staten-Generaal ontbrak het ook niet aan van verschillende zijden aangewende po gingen om van het voorgestelde nog zooveel mogelijk tegen te houden. Spreken over be zuinigen blijkt gemakkelijker, dan er inder- daad toe te geraken. Men dient zich dus voor oogen te houden, dat het bestaande tekort op de begrooting moet worden weggewerkt. Indien men de Staten-Generaal kon bewerken deze heffing te verwerpen, krijgt men er een voor in de plaats die misschien het bedrijfsleven nog ziwaarder drukt. De heer DE SMIDT stelt zich voor, dat het volgend jaar, als het gat in de schatkist nog grooter is, er nog een f 60 millioen zal bij- komen. Hij verklaart zich voorstander van verhooging van directe belastingen, omdat deze door een relatief kleiner personeel kun nen bewerkt worden; dat geeft dus geen aan leiding tot verhooging van het aantal ambte naren. De heer CATSMAN is het met de door den Secretaris aangevoerde argumenten eens. Het publiek zal van deze belasting weinig merken. Indien de indirecte belastingen goed geregeld zijn, zijn ze niet minder verkieslijk dan de di recte. Dat er naar gestreefd zal moeten wor den om de fouten uit de wet verwijderd te krijgen, spreekt vanzelf. Hij acht het een be zwaar, dat de belasting ad 1 pet. zal worden geheven met een minimum van 10 cent, zoo- dat men voor een levering van een kwartje (of minder) 10 cent belasting zal moeten be talen. Met betrekking tot de uitlating van den heer De Smidt over de ambtenarij meent hij, dat men daarover zeer voorzichtig moet zijn. De heer DE SMIDT meent, daaromtrent niets te veel te zeggen. Volgens hem behoort de meest radicale weg te worden gevolgd en het is toch een bekend feit, dat indirecte be lastingen aanstelling van een grooter getal ambtenaren, dan voor het innen van directe belastingen, noodig maakt. De heer VAN MELLE verklaart, gehoora de besprekingen, met het voorstel van het Bureau te kunnen instemmen. Hij was eerst van meening, dat werd voorgesteld een af- wachtende bouding aan te nemen. Dit zou, bij een belastingwet, die zoo diep in het eco nomisch leven ingrijpt, niet zijn te verant- woorden. Men moet daailbij voorzichtig zijn een eenmaal ingevoerde wet krijgt men niet zoo gemakkelijk meer weg. De heer DE SMIDT zou gaarne zien, dat de Kamer zich omtrent het te verzenden adres kon uitspreken. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar. De zaak is nu van alle kanten be- zien. Na verzameling der noodige gegevens zal het Bureau een concept adres aan de leden ter kennisneming toezenden, opdat deze gelegenheid zullen hebben zich daaromtrent uit te spreken. Evenredige vrachtverdeeling in de binnenvaart. Van tal van Kamers zijn ingekomen af schriften van hunne bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingezonden adressen hou dende bezwaren tegen het wetsontwerp betref fende vrachtverdeeling in de binnenvaart. Van het door onze Kamer verzonden adres is een exemplaar aan de leden toegezonden. Zooals bekend kan verondersteld worden, heeft de actie der Kamers tegen dit ontwerp, hoe sterk ook gemotiveerd, 'geen resultaat gehaid en zijn de gegronide bezwaren zonder meer weggeredeneerd. Er was, naar blykt, by de groote meerderheid der Tweede Kamer nu eenmaal een streven om aan de schippers steun te verleenen hetgeen als een nood- zakelijkheiid moet worden beschouwd. Dat die steun fictief zal blijken en de ultvoering van den maatregei groote moeilijkheden met zich zal brengen, wordt gevreesd. Dat alsdan de Kamers van Koophandel en Fabrieken aan wie voor een deel de uitvoering is opgelegd, kans loopen de schuld der mislukking te krij gen, zooals de Voorzitter der Amsterdamsche Kamer zioh dezer dagen uitliet, is niet denk beeldig. Aangezien te verwachten is, dat ook de Eerste Kamer, ondanks de ernstige bezwa ren in het Voorloopig Verslag, wel tot aan- neming van het ontwerp zal besluiten, zullen de Kamers evenwel voor de uitvoering komen te staan. Het Bureau stelt voor, deze mededeeling aan te nemer voor kennisgeving. De SEORETARIS merkt hieromtrent nog op, dat deze wet zeker een bijzomder voor- beeld is, voor wat betreft de moeilijkheden van den wetgavenden arbeiid, dat een beslis- sing met worden genomen door personen die van het onderwerp waarover het gaat niet op de hoogte zijn. Het is ook niet mogelijk, dat de leden der Staten-Generaal in de finesses van alle voorkomende zaken zouden ingewijd zijn. Ze moeten in het algemeen afgaan op rapporten e.d. en zullen daarbij ook geleid worden door de omstandigheden. De nood onder de schippers is groot, de schippersbon- den drongen op aanneming der wet aan en men meende wat voor de schippers te moeten doen. Thans, nu de wet aangenomen is, klin ken de stemmen uit de schipperskringen al niet meer izoo hoopvol, wordt reeds gerwaar- schuwd geen te groote verwachtingen te koes- teren. Toch is het ontmoedigend, dat de igemoti- veerde vertogen der Kamers van Koophandel en Fabrieken en belanghelbbenden bij handel, industrie en scheepvaart zoo weinig gewicht in de schaal hebben gelegd. De bezwaren werden zonder meer weggeredeneerd en het is wel opmerkelijk, dat een lid, aflkomstig uit Zeeuiwsch-Vlaanderen, die toch, indien hij zijn herinnering raadpleegt, zeker moet weten dat onze havens en Zeeuwsche stroomen druk be- varen worden door Belgische schepen, in de zitting der Tweede Kamer te kennen gaf, „dat het bezwaar der concurrentie van schip pers van vreemde nationaliteit als overdreven moest worden beschouwd, omdat die schepen niet geschikt zijn op onize rivieren en kanalen te varen". Bij zulke verklaringen, in flagranten strijd met de feiten, houdt alles op. De heer VAN DER PEIJL acht het ook teekenend, dat een der vrouwelijike Kamer- leden opmerkte dat toch slechts" de Kamers van Koophandel tegen dezen maatregei be zwaren hadden ingebracht. Alsof niet juist daarvan de menscben deelmaken die met de praktijik van de zaak waarover het gaat op de hoogte zijn. Men zal zich echter bij het voorstel van het Bureau hebben neer te leggen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. Rekening over 1932. De Financieele Commissie wordt gemach- tigid de rekening over 1932 vast te stellen zoodra deze gereed is. Omvraag. De heer VAN 't HOFF deelt mede, dat te Axel en omstreken geklaagd wordt, dat de tram der Z.V.T.M. die te 6.20 uit Axel ver- trekt, des Zondags geen verbinding geeft. Nu de boot van Ter Neuzen naar Vlissingen op Zondag niet meer vaart heeft men na dat uur ook via Ter Neuzen geen verbinding meer met de overzijde der Schelde. Dit is een on- gerief voor hen die de reis moeten maken. Hij vestigt hierop de aandacht, opdat het wellicht mogelijk is, toy het opmaken der nieuwe dienstregeling in de bestaande leemte te voor- zien. Als de bedoelde tram uit Axel te Wal- soorden aanikomt, is de boot naar Hansweert reeds vertrokken. De VOORZITTER deelt mede, dat de nieuwe dienstregeling reeds is vastgesteld en gedrukt. De heer WIND VAN MERKESTEYN moet toestemmen, dat de bestaande toestand voor de betrokken reiizigers zeer onaangenaam is, doch daar lis, in verband met den Zondags- dienst van de Provincial© stoombootdienst nu eenmaal niets aan te veranderen. Hij heeft als directeur van de tram bij het vaststellen der dienstregeling met 162 punten rekening te houden. Uitgegaan wordt van de aansluiting op de boot te Breskens en om dan verder de noodige aansluitingen te geven te Ter Neuzen en te Walsoorden. Voor de weekdagen lukt dat vrijwel, doch op Zondag is het niet moge lijk een voldoende regeling te maken. De tram komt te Walsoorden als de boot daar 40 minuten te voren vertrokken is. Dat is op de rit van de tram niet in te halen. Er moet ook met de kruisingen rekening worden gehouden. En de boot zal te Walsoorden niet •zoo lang kunnen wachten, omdat dan de aan sluiting op den trein te Vlake niet wordt ge- haald. De SECRETARIS menkt op, dat er toch te half 6 uur van Ter Neuzen nog een boot naar Hcedekenskerke vertrekt. De heer VAN 't HOFF stemt dat toe, maar om die te halen moet men dan reeds te 4 uur in den namilddag Axel verlaten. De heer WIND VAN MERKESTEYN toont uit de dienstregeling aan, dat de tram te 7.22 aankomt, terwijl <de boot vertrekt te 6,40, alzoo een versehid van ruim 40 minuten. Deze tram moet aansluiten op de boot te Breskens. Tyd over is alleen te Sas van Gent, waar de pl.m. 8 minuten stilstand worden gebruikt voor het bijvullen van water, nazien der machine eniz., hetgeen nooidzakelijk is en ook niet van invloed zou zijn op het tijdstip van aanlkomst te Walsoorden. Hij heeft voor het verzekeren der door den heer Van 't Hoff be- doedide aansluiting al het mogelijke gedaan, maar het bleek niet te kunnen. 't Zou wel mogelijk zijn door nog een trein ite laten ryden, maar dat gaat niet in verband met het geringe reizigersverkeer. Indien er ddn verkeersmaatschappij komt met een verkeers- fonds, zal het wellicht gemakkelijker gaan, maar de Zeeuwsch-Vlaamsche tram heeft in het afgeloopen jaar al ruim een ton moeten byleggen. Dat kan natuurlijk niet blijven doorgaan. De geheele kwestie spruit ddaruit voort, dat er hier te weinig verkeer is. Al het mogelijke wordt gedaan om het publiek te gerieven. Zoo zyn er in den laatsten tijd van af Axel naar Breskens sneltrammen in- gelegd, voor een sportvereeniging die naar Walcheren moest, hetgeen dan voor het pu bliek in het algemeen een mooie gelegenheid tot reiizen sdhiep. Zoo'n trein kost aan de maatschappij 66 en als men dan hoort dat er maar 'n 40 personen ad 1 retour gebruik van maakt, moedigt dat niet aan om er mee voort te blijven gaan. De heer VAN 't HOFF verklaart, dat hij in 't geheel niet wild© beweren, dat er veel reizigers voor die tram zouden zijn. Hij heeft alleen op het bestaande ongerief gewe- zen. Hem iblijkt nu wel, dat dit niet aan de tram te wijten is, doch aan de verkeerstoe- standen in het algemeen. De VOORZITTER sluit de openbare ver gadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 6