ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
JfUfHhacdt's fioedecs x
iMcddjueH aUe
De Vier
Eerste Blad.
No. 8988
WOENSDAG 10 MEI 1933
73 e Jaargang,
Aan het Nederlandsche Volk!
BIHNENLAND
FEUILLETON
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
Een persoonlijk woord van de Koningin
,v
fr
TER
UZENSCHE COURA
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEIWE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave,
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
m
Nu de herdenking van 24 April zoowel hier te lande als in ihet Rijk buiten
Europa en bij onze landgenooten in den vreemde tot het verleden behoort, wensch
Ik tot alien een enkel woord te riohten.
Waar ontelbare scharen uit verschillen de en uiteenloopende deelen der bevolking
zich als leden van een groot gezin vereenigden om de figuur van den Vader des
Vaderlands te herdenken, is op treffende wijze gebleken, dat hij voor ons alien geen
nevelige historische persoon uit een ver verleden is, doch daadwerkelijk m ons hart
voortleeft.
Deze aanhankelijkheid en vereering is onafscheidelijk verbonden met onze ver-
knochtheid aan de beginselen van ons staatsbevel, waarvan hij zoo meesterlijk de
qrondslagen gelegd heeft, en welke in het heden zoowel als in het verleden, zoo
uitnemend bij onzen volksaard passen en een waarborg voor de toekomst vormen.
Tijdens de herdenking toefden Mijne gedachten menigmaal bij den langen wor-
stelwedstrijd met zijn zware berpoevingen zoowel door ieder persoonlijk, als door ons
qeheele volk met zooveel offervaardigheid en taaie volharding gedragen. BeProe~
vinqen waarin de leider van onze onaf hankelijkheidsbeweging steeds getoond heeft
met" vaderlijke bezorgdheid te deelen, bou wende op den „potentaat der potentaten
onwrikbaar in zijn geloof en uitredding en betere tijden.
Een moeilijke weg en ontberingen zijn niet te vermijden voor een volk in nood,
dat zioh voor een betere toekomst wil aangorden.
Met bezorgdheid denk Ik aan den ongunst der tijden, waardoor alle deelen des
Rijks qetroffen zijn en Ik ben met deernis vervuld over den zwaren druk en de moei-
lijk te brengen offers, die een ieder opgelegd worden; een nood, welke het wereld-
qebeuren om ons, buiten ons toedoen, heeft in het leven geroepen Ik voel de
bezielinq en de kracht, die er van dat verleden uitgaan, om ons door aanpssen,
taaie volharding en eensgezindheid, den greep van den tijd te doen trotseeren en met
den ijver en de wilskracht die de omstandigheden gebieden, de handen ineen te
slaan en alien te zamen te offeren en te afbeiden voor wat, God geve, eenmaal een
betere toekomst zal zijn.
Moqe de viering die achter ons ligt en de daarbij opnieuw aan den dag getreden
aanhankelijkheid aan de figuur van den Vader des Vaderlands en aan het werk dat
hij heeft mogen tot stand brengen, blijken een zegen voor ons alien te zijn geweest.
WILHELMINA.
(Ing. Med.)
VOORGEVELROOILIJNVERORDENIN G.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maaikt bekend, dat bet ontwerp van een voor-
gevelrooilijnverordening, met uitvoerige kaar-
ten, voor de Noordzijde van de Nieuwe Kerk-
straat te Sluiskil ter secretarie dezer gemeente
voor een ieder ter inzage ligt van 10 Mei
1933 tot en met 8 Juni 1933.
Ter Neuzen, 8 Mei 1933.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
BAKKERSNACHTARBEID.
richten van bakkersarbeid busschen 8 uur des
namiddags en 6 uur des voormiddags.
Deze vergunning is geldig tot 11 Mei 1933.
Ter Neuizen, 10 Mei 1933.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN
maakt bekend, dat bij zijn besluit van heden
aan
HENDRIK JACOBUS BEVELANDER,
broodibakker, wonende te Ter Neuzen, Baan-
dijk 77, vergunning is verleend tot het ver-
OPENING VAN DE BUITENGEWONE
ZITTING DER STATEN-GENERAAL.
De vereenigde vergadering van de beide
Earners der Staten-Generaal werd gistermid-
dag geopend.
De heer De Vos van Steenwijk, die het
voorzitterschap bekleedde, opende, nadat de
leden der Staten-Generaal zich in de verga-
derzaal der Tweede Kamer vereenigd hadden,
des namiddags te kwart voor 6en de verga
dering en deed den griffier van de Eerste
Kamer voorlezen een Kon. besluit, houdende
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.)
34)
(Vervolg.)
„Zoo is Granby", zei ik, ,,bij leent de jas,
die je aanhebt, als hij 'm noodig heeft".
We gingen het tourniquet door en liepen
de lange rijen meesterstukken langs. Veel
troost gaven die oiwergelijkelijke uitingen van
hoogere kunst ons niet daarvoor ontbrak
de juiste stemming. Maar voor het meester-
werk van Velasquez bleven we toch een poos
staan. Daar zaten ze in de zon, die kleine
groep iboeren, verbaasd en opgetogen over de
tegenwoordigheid van den jongen god, die zich
verwaardigde met hen te drinken. De levens-
lust en kracht van de ware zonen der aarde,
van deze heerlijke wereld vol kleuren, klan-
ken en geuren lag op hun, door de zon ver-
brande gezichten.
Het was al bij twaalven, toen we naar het
hotel teruggingen. Boven sleepten we een
tafeltje en twee stoelen tot vlak naast het
telefoontoestel, bestelden een cocktail la
Haizelrig sinaasappelen en rum en zetten
ons tot wachten. Na een minuut of wat
begon te telefoon te rinikelen. Ik keek mijn
gastheer aan en toen die knikte nam ik den
hoom op. Het was Granby. Maar blijkbaar
stond hij in de een of andere primitie-ve lan-
delijke gelegenheid te telefoneeren, want zijn
stem kwam slecht over.
„Ben jij het, John? Luister goed... Ik heb
him hoi gevonden en heb alle uitgangen afge-
sloten. En nu moeten jullie zoo vlug mogelijk
hierheen komen. Neem een auto en kom naar
Labajos. De meet is bij het beeld van den hei-
zijn benoeming tot voonzitter van de Eerste
Kamer gedurende de buitengewone zitting,
welke heden was aangevangen.
De voorzitter benoemde een commissie,
welke den Minister van Binnenlandsche Zaken
het gebouw zal ontvangen en uitleiden.
Deze commissie bestond uit de Eerste Kamer-
leden Slingenberg, Ter Haar en Janssen de
Limpens en de Tweede Kamerleden Duymaer
van Twist, Bongaerts, Van Dijk, Dr. Vos en
Slotemaker de Bruine.
De Minister van Binnenlandsche Zaken, Jhr.
Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, kort
daarna in het gebouw aangekomen, werd
door de commissie in de vergadering binnen-
geleid, nam plaats achter de ministerstafel
en hield de volgende openingsrede;
„De Koningin heeft mij opgedragen deze
buitengewone zitting van de Staten-Generaal
te openen.
Den dag, aan de stemming voor de verkie-
zing van de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal voorafgaande, hebben de
Ministers, Hoofden der Ministerieele Departe-
menten, hunne portefeuilles ter beschikking
van de Koningin gesteld.
De Koningin heeft hun verzoek in over-
weging genomen en de Ministers uitgenoo-
digd, zich inmiddels te blijven belasten met de
behandeling en afdoening, zoo mogelijk, van
de loopende zaken.
De Koningin hoopt, dat het U gegeven zij,
in deze zitting, welke slechts kort van duur
zal zijn, tot heil vain ons Vaderland, onder
Gods leiding, werkzaam te zijn.
In naam der Koningin verklaar ik de bui
tengewone zitting van de Staten-Generaal te
zijn geopend".
De Minister van Binnenlandsche Zaken ver-
liet daarna, voorafgegaan door de commissie,
de vergaderzaal.
De voorzitter sloot, nadat de commissie in
de zaal was teruggekeerd, de Vereenigde Ver
gadering.
DE CONTINGENTEERING VAN DEN
INVOER VAN ROGGEMEEL EN
ROGGEBLOEM.
De Minister van Economische Zaken en
Anbeid heeft het bedrag ter bestrijding van
de kosten, verbonden aan het afgeven van de
vergunningen voor den invoer van roggebloem
en roggemeel, vastgesteld op 0,05 per
100 K.G.
DE 200 OPOENTEN PERSONEEL.E
BEliASTIN G.
Volgens een mededeeling in 't Weekblad
voor Gemeentebelangen heeft de Minister van
Binnenlandsche Zaken aan die vereeniging
medegedeeld, dat ook de Minister van Finan-
cien van oordeel is, dat voor 1933 de eisch
van 200 opcenten op de hoofdsom der perso-
neele belasting voor de noodlijdende gemeen-
ten niet kan worden losgelaten. Voor het jaar
1934 zal die eisch in het algemeen gehand-
haafd moeten blijven.
Echter kunnen zich in bepaalde gevallen
omstandigheden voordoen, welke een minder
aantal te heffen opcenten noodig maken. Zoo
wel de Minister van Binnenlandsche Zaken
als die van Financien zijn in verband hier-
mede bereid om, wanneer blijkt, dat 200 op
centen op de hoofdsom der personeele belas
ting leiden tot een overmatige belastinghef-
fing, het aantal tenug te brengen tot 175.
DE NIEUWE STORM TEGEN DEN
GULDEN.
Daaromtrent schrijft het ,,Handelsblad":
Voor de derde maal binnen twee jaar tijds
richten zich het internationaal wantrouwen en
de intemationale speculatie tegen den gulden.
De eerste keer was kort nadat Engeland (met
aanhang) den gouden standaard in Septem
ber 1931 had verlaten en men vooral in
Frankrijk bevreesd was, dat ons land, dat
daar ginds nog vaak als een economisch aan-
hangsel van onzen over-buur aan gene zijde
van de Noordzee wordt beschouwd, dit voor-
beeld zou volgen. Toen deze storm bedaard
was heeft zich, thans omtrent een half jaar
geleden, deze beweging herhaald, door gestook
van Engelsche zijde, waar men zich blijkbaar
maar niet goed kon begrijpen, dat Nederland
hoegenaamd niets moest habben van het
„goede" voorbeeld van Albion. Deze beweging
werd mede gevoed door geschrijf van som-
mige Nederlandsche zijden. Het probleem
kwam in een acuut stadium toen Zuid-Afrika
den gouden standaard opgaf onder tot op
heden niet geheel opgehelderde omstandig
heden. Ook deze storm is afgestuit op den on-
verzettelijken wil van De Nederlandsche Bank
om den gouden standaard te handhaven en
zich door geen groep speculanten en beangst
geworden landgenooten, of door intemationale
suggestie van de wijs te laten brengen.
Ditmaal is de beweging tegen den gulden
uitgegaan van New York. Reeds Donderdag
liepen daar geruchten, dat Nederland een
embargo op goud zou afkondigen, en vrijwil-
lig den gouden standaard zou verlaten. Men
vergelijke de in September 1931 in Engeland
gelanoeerde overeenkomstige geruchten, waar-
bij eveneens de wensch waarsohijnlijk vader
der gedachte was. Thans is het Amerika, dat
er althans moreel voordeel van zou
habben indien wij zijn voorbeeld volgden
Amerika, dat zonder financieele noodzaak
den gouden standaard verliet, maar uit een
oogmerk van binnen- of buitenlandsch poli-
tiek gewin. De geschiedenis zal later een oor
deel vellen over Roosevelt's daad, die een blij-
vende schaduw kan vormen op zijn presiden
tieel leven.
Het is natuurlijk wel te begrijpen, dat men
zich hier te lande ongerust maakt, evenals
men bevreesd kan zijn voor het instorten van
zijn huis, wanneer dat van zijn buurman zich
begeeft. Maar wanneer het eigen huis stevig
gefundeerd is, doch in dat van den buurman
de binten reeds verrot waren, is die angst niet
op zijn plaats. Onze fundamenten zijn stevig;
ligen Ignatius op de markt. 't Beste doe je
den weg naar Segovia over de Guardarrama
te nemen. Parkeer de auto vddr je aan het
dorp komt ergens, 't doet er niet toe wiir,
en ga op je onderdanen verderGa aan het
tweede tafeltje rechts van den ingang zitten
en bestel witten wijn. En blijf wachten tot ik
kom. Begrepen
„Ja" zei i'k.
„Herhaal!"
Ik herhaalde zijn insructies.
,,,Goed", zei de bekende stem. ,En dan nog
iets. Breng touw mee, dun, maar sterk touw,
't sterkste dat je krijgen kimt. Manilla, dat
is 't geschiktste 't soort, dat ze voor berg-
sport gebruikenEn twee paar sehoenen
met zolen van gevlochten touw. Mijn nummer
is zevenen dan nog een boe heet zoo'n
ding ook weer'n diamant om glas te smj-
den en wat bruin papier en sterke lijm.
Begrepen?"
„Ja", zei ik.
..Herhaal!"
Ik somde het lijstje op.
Daarop keerde ik me naar Hazelrig, die
in spanning naar ons gesprek had zitten luis-
teren.
„Kunt u chauffeeren, Mr. Baxter?" vroeg hij.
„Ja".
,,Wilt u dan even bellen?" verzooht hij me.
Ik belde.
Na een paar minuten wachten versoheen de
kellner.
,,Nog een cocktail, m'neer?" vroeg hij.
,,Nee", zei Hazelrig. ,,Ik moet een auto
hebben".
,,Zeker m'neer", zei de kellner, „dan zal ik
u den portier sturen.'"
Na weer een paar minuten wachten kwam
de portier binnen, een imponeerende verschij-
ning in blauw en goud.
,,Ik moet een auto hebben," vertelde Hazel
rig hem.
,,Ja, m'neer," zei de portier. ,,Hoe wilt u
'mbij den dag of bij de week?"
,,Ga er maar liever een koopen," zei Hazel
rig. Meteen duwde bij den overbluften man
een rolletje bankibiljeten in de hand.
,,Zeker, m'neer," zei de man met een
heroische paging om gewoon te kijken.
,,'n Speciaal merk, m'neer?"
,,Nee... Een die hard rijdt dat is 't
eenige," was het antwoord. „0 ja, en dan
moet hij goed ingereden zijn."
De man verdween voor eenmaal in zijn
leven diep onder den indruk, hoopte ik. Het
gesprek, waarnaar ik had zitten luisteren,
overtrof mj'jp koenste fantasieen op dat ge-
bied.
„U heeft gescheld, m'neer? Een Martini,
m'neer?"
,,Nee, kellner. Een Hispano-Suiza."
Maar ik moest opletten. Hazelrig zat wat
te beweren.
,,Wat was er nog meer, Mr. Baxter? Lijm,
geloof ik, en een apparaatje om glas te
snijden...
„En touw en scboenen. Daar zal ik nu met
een voor zorgen. Voor je alles hebt ben je
weer een poos kwijt."
Hazelrig knikte. Geen drie minuten later
wandelde ik den portier achtema met een dik
rolletje briefjes van honderd peseta in mijn
zak, gCnoeg om honderd kilometer manilla-
touw te koopen en een schoenwinkel op te
zetten. Het hotel verschafte me een tolk en
binnen het half uur was ik weer met mijn in-
koopen terug. Het moeilijkste was geweest om
het touw te vinden. Maar gelukkig had ik
ontdekt, dat er in Madrid ook een Spaansehe
Alpenclub bestond en van den portier was ik
het adres van den besten touwslager te weten
gekomen. Het touw dat ik gekocht had, was
een vijftig meter lang, sterk, maar niet al te
dik. Toch was het, opgerold, nog .een he£l
pak.
Hazelrig zat in de hal op me te wachten.
Zonder een woord te verspillen, pakte hij me
bij mijn arm beet en loodste me de grill-room
binnen. Daar verorberden we vlug een koude
lunch en maakten ons daarna reisvaardig.
Om half twee gingen we het hotel ui't. Een
open wagen een miooi, lang model met vljf
plaatsen stond op ons te wachten.
,,Acht cylinders, m'neer", kondigde de por
tier trotsch aan. „En hier hebt u 't overschot
van het geld".
Hazelrig maakte een afwerend gebaar.
„Voor de moeite", zei hij. ,,Is de wagen in
gereden? En heeft ze igenoeg benzine?"
De man knikte.
„Het reservoir is vol, m'neer. En alles is
pas gesmeerd".
Met even een igevoel van voldoening zag ik
dat het een Hispano-Suiza was.
Hazelrig had een beige-grijs sportpak aan.
Zijn rechterheup puilde opvallend uit en over
zijn eene schouder hing als eenige bagage een
vrij groote rugzak. Onze inkoopen werden
achterin gelegd. Ik schoof op mijn plaats
achter het stuur, Hazelrig ging naast fne
zitten en het volgende oogenblik reden we
weg. Voonzichtig kroop ik door het drukke
verkeer van de Puerta del Sol heen, reed het
Koninklij.ke Paleis voorbij en kwam, door de
bewuste laan met de platanen, bij de IJzeren
Poort. Daar sloegen we, aan den overkant
van de zeventiende-eeuwsche brug, da.delijk
naar links af en namen den rechten, harden
weg van Madrid naar het Escuriaal. Maar
bij den tweesprong, een paar kilometer buiten
de stad, namen we den rechter ,,tand" en van
dat punt af hadden we den weg voor ons al
leen. De zon zond haar stralen .b'.na lood-
recht neer en de lucht hing, trillenid van de
hitte, boven het geblakerde land. Maar de
wagen liep uitmuntend nu ik niet langer
rekening met het verkeer behoefde te houden,
gleden we, zoemend met een vaartje van
negentig kilometer langs den wiitten, stoffigen
weg voort.
Naar weerskanten strekte zich e.en gol-
vende vlakte uit, een deining van bruin met
hier en daar gele of groene plukken. Voor
ons verrees de geweldige keten van de Gua-
darrama. Nu en dan schoten we dorpjes
door, bijeenscholingen van kleine, witte huis-
jes en armoedige kerkjes, met torens waarop
ooievaars hun nesten hadden gabouwd. Na
een minuut of twintig rijden begon de weg te
stijgen, eerst weinig, maar dan al steiler en
steiler. En met elken meter dien we stegen
werd het koeler. Het land rechts van ons
Zware bosschen van allerlei soorten ijpnboo-
zonk al dleper en dieper onder ons weg.
men drongen zoowel van links als rechts op
den weg in, die al smaller en kronkeliger
een gouddekking van practisch 100 pet. en
een overliquide bankwezen, terwijl Amerika
door al het gepruts met zijn geldwezen (men
denke aan de Reconstruction Finance Corpo
ration, aan de door staatsfondsen gedekte
biljetten van de ..National Banks", aan de
groote aankoopen van staatsleeningen door de
Federal Reserve Banks, aan de jongste steun-
actie dezer laatste ten ibehoeve van het totaal
vastgeloopen Amerikaansche bankwezen, de
vermolmde ,,pijlers" van het economisch
leven) de kiemen en den voedingsbodem voor
het besluit om den gouden standaard te ver
laten, reeds had gelegd toen het gepraat over
„inflatie" daarginds begon, en ten slotte de
dollar gemakkelijk van den gouden standaard
was af te ,,politiseeren".
Gelukkig toonen de hoeders van ons geld
wezen een gezondere opvatting te bezitten
van bun taak. ,,Wij zijn nog geen geldverval-
scfaers", zeide mr. Trip Zaterdag, en dit is
ons voldoende. De Nederlandsche Bank zal
haar taak blijven vervulien. Deze taak, neer-
gelegd in de bankwet, is samen te vatten in
ddn zin: De Nederlandsche Bank heeft den
plicht te zorgen, dat de waarde van den gul
den blijft 0.6048 gram goud. En zij is in staat
die taak te blijven vervulien. Haar goudvoor-
raad is voldoende om alle bankbiljetten, welke
practisch bij haar kunnen worden aangebo-
den in te wisselen in goud. Dit gevoegd bij
den duidelijk blijkenden onverzettelijken wil
der Bankleiding om dit standpunt te hand-
haven, is de rots, waarop de actie tegen den
gulden ook ditmaal zal broken. Baisse-specu-
latie kan den val van een niet gezonde valuta
verhaasten, een zieke ondememing den ver-
vroegden doodsteek geven; zij kan nooit een
volledig gedekte valuta aantasten of een in-
nerlijk gezond bedrijf te gronde richten.
Omtrent het verloop der ibeurs op j.l. Maan-
dag schrijft het blad.
De stormaanval, die de baisse-speculatie
Zaterdagnamiddag op den gulden heeft onder-
nomen, is, zooals trouwens te verwachten was,
op een hopelooze mislukking uitgeloopen.
Hoewel de tegenspraak, die wij onmiddellijk
naar aanleiding van de verschillende geruch
ten konden publiceeren, voor hen, die de ont-
wikkeling van den toestand van dag tot dag
gadeslaan, als volkomen overbddig zal zijn
beschouwd, heeft deze op het minder ingewijde
publiek, dat blijkbaar door deze geruchten em-
stig verontrust was, een zeer kalmeerende
uitwerking gehad.
Reeds aanstonds bij de hervatting van het
zakenverkeer, bleek Maandag, dat de onrust
aanmerkelljk gelu/wd was na de verklaring
van mr. Trip, welke een zweepslag was in het
gezicht van hen, die den laatsten tijd ge-
tracht hebben, door allerlei geruchten die on
rust te verwekken. En ook een bittere pil voor
de landen, die bezig zijn hun avontuurlijke
politiek op monetair gebied bot te vieren tot
schade van anderen en zich zelf en die het
daarbij doen voorkomen alsof zij bijzonder slim
hebben gehandeld.
Het vertrouwen was Maandag weder aan-
zienlijk versterkt. De koers van den gulden
ten opzichte van de Fransche franc bewoog
zich om en nabij het gouduitvoerpunt. Op het
oogenblik dat wij dit schrijven is er, voor zoo-
ver ons bekend, niet opnieuw goud aan de
Nederlandsche Bank onttrokken, al zal men
met de mogelijkheid daarvan onder de huidige
omstandigheden wel rekening moeten houden.
Men dient er echter goed van doordrongen te
zijn, dat juist die goudafgiften het beste wapen
zijn, om de ongegrondheid van de Zaterdag
loopende geruchten, met daden aan te toonen.
De dollar was Maandag een paar cent hoo-
ger dan Zaterdag. In den voormiddag werd
ons een koers genoemid van ca. 2.08 a 2,10.
Ponden, die Zaterdagmiddag kort voor en na
werd. Bij een van de bochten, die zoo scherp
was, dat ik de auto achteruit moest rijden om
er omheen te komen, zag ik een langen.
stalen tkaJbel, die blijkbaar gebruikt werd am
bossenstammen naar de vlakte te laten zak-
ken.
Even later reden we een sanatorium voor
bij, een groot, open gebouw, waar de patien-
ten op smalie rustibediden ia de zon lagen -
de weldadiige zon, die hun ziekte moest ge-
nezen.
Hazelrig sprak bijna niet. Onbeweegltjk
zat hij te kjken naar het eigenaardige,
woeste landschap en de weelde van purper--
roode bloemen langs den weg.
,,Dat heeft ze allemaal niet gezien", zei hij
opeens. ,,Ze is 's naohts er langs gekomen".
Ik legde mijn linkerhand op zijn knie.
„Maar ze ziet het als we haar mee terug
nemen", troostte ik hem.
Na een kwartier rijden hadden we het
hoogste punt van den pas bereikt. Daar
maakten we halt en verkenden den omtrek.
Madrid lag schuin onder ons, heel in de diepte,
toegedekt door een lila-grijzen hitte-aevel,
met een enkele helle lichtflits van 's konings
paleis, tientallen kilometers weg. Vddr ons
verhieven zich, in rijen aaneengesloten, stam-
men en nog eens stammen, grijs-bruin en
zwart-rood van kleur. En van ergens in de
buurt kwam het gemiurmel van een beekje
dat zijn overpeiinzingen aan de steenen.
waarover het vloeide, vertelde.
„Moe?" vroeg Hazelrig. „Wil ik nu een
poosje chauffeeren? Dan rust u uit".
Ik schudde het hoofd.
,,Albsoluut niet noodig", zei ik, ,,maar
't wordt tijd, dat we de kaart eens raad-
plegen".
Hazelrig spreidide haar over het stuur uit.
Labajos, zagen we, lag nog maar een vijftien
kilometer verderop.
Het zachte geklikklak van hoeven deed me
opkjVlken. Een groep muilezels kwam den weg
af, gevolgd door een half dozijn boeren. De
zon bescheen de stoere, gebronsde gezichten
en in het voorbijgaan nam elk op zijn beurt
zijn hoed af en wenschte ons buenos dios.
(Wordt vervolgd.