ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. JfUfHhacdt's fioedecs x iMcddjueH aUe De Vier Eerste Blad. No. 8988 WOENSDAG 10 MEI 1933 73 e Jaargang, Aan het Nederlandsche Volk! BIHNENLAND FEUILLETON Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist Een persoonlijk woord van de Koningin ,v fr TER UZENSCHE COURA ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige landen /2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEIWE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave, DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. m Nu de herdenking van 24 April zoowel hier te lande als in ihet Rijk buiten Europa en bij onze landgenooten in den vreemde tot het verleden behoort, wensch Ik tot alien een enkel woord te riohten. Waar ontelbare scharen uit verschillen de en uiteenloopende deelen der bevolking zich als leden van een groot gezin vereenigden om de figuur van den Vader des Vaderlands te herdenken, is op treffende wijze gebleken, dat hij voor ons alien geen nevelige historische persoon uit een ver verleden is, doch daadwerkelijk m ons hart voortleeft. Deze aanhankelijkheid en vereering is onafscheidelijk verbonden met onze ver- knochtheid aan de beginselen van ons staatsbevel, waarvan hij zoo meesterlijk de qrondslagen gelegd heeft, en welke in het heden zoowel als in het verleden, zoo uitnemend bij onzen volksaard passen en een waarborg voor de toekomst vormen. Tijdens de herdenking toefden Mijne gedachten menigmaal bij den langen wor- stelwedstrijd met zijn zware berpoevingen zoowel door ieder persoonlijk, als door ons qeheele volk met zooveel offervaardigheid en taaie volharding gedragen. BeProe~ vinqen waarin de leider van onze onaf hankelijkheidsbeweging steeds getoond heeft met" vaderlijke bezorgdheid te deelen, bou wende op den „potentaat der potentaten onwrikbaar in zijn geloof en uitredding en betere tijden. Een moeilijke weg en ontberingen zijn niet te vermijden voor een volk in nood, dat zioh voor een betere toekomst wil aangorden. Met bezorgdheid denk Ik aan den ongunst der tijden, waardoor alle deelen des Rijks qetroffen zijn en Ik ben met deernis vervuld over den zwaren druk en de moei- lijk te brengen offers, die een ieder opgelegd worden; een nood, welke het wereld- qebeuren om ons, buiten ons toedoen, heeft in het leven geroepen Ik voel de bezielinq en de kracht, die er van dat verleden uitgaan, om ons door aanpssen, taaie volharding en eensgezindheid, den greep van den tijd te doen trotseeren en met den ijver en de wilskracht die de omstandigheden gebieden, de handen ineen te slaan en alien te zamen te offeren en te afbeiden voor wat, God geve, eenmaal een betere toekomst zal zijn. Moqe de viering die achter ons ligt en de daarbij opnieuw aan den dag getreden aanhankelijkheid aan de figuur van den Vader des Vaderlands en aan het werk dat hij heeft mogen tot stand brengen, blijken een zegen voor ons alien te zijn geweest. WILHELMINA. (Ing. Med.) VOORGEVELROOILIJNVERORDENIN G. De Burgemeester van TER NEUZEN maaikt bekend, dat bet ontwerp van een voor- gevelrooilijnverordening, met uitvoerige kaar- ten, voor de Noordzijde van de Nieuwe Kerk- straat te Sluiskil ter secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage ligt van 10 Mei 1933 tot en met 8 Juni 1933. Ter Neuzen, 8 Mei 1933. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. BAKKERSNACHTARBEID. richten van bakkersarbeid busschen 8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags. Deze vergunning is geldig tot 11 Mei 1933. Ter Neuizen, 10 Mei 1933. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat bij zijn besluit van heden aan HENDRIK JACOBUS BEVELANDER, broodibakker, wonende te Ter Neuzen, Baan- dijk 77, vergunning is verleend tot het ver- OPENING VAN DE BUITENGEWONE ZITTING DER STATEN-GENERAAL. De vereenigde vergadering van de beide Earners der Staten-Generaal werd gistermid- dag geopend. De heer De Vos van Steenwijk, die het voorzitterschap bekleedde, opende, nadat de leden der Staten-Generaal zich in de verga- derzaal der Tweede Kamer vereenigd hadden, des namiddags te kwart voor 6en de verga dering en deed den griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Kon. besluit, houdende door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 34) (Vervolg.) „Zoo is Granby", zei ik, ,,bij leent de jas, die je aanhebt, als hij 'm noodig heeft". We gingen het tourniquet door en liepen de lange rijen meesterstukken langs. Veel troost gaven die oiwergelijkelijke uitingen van hoogere kunst ons niet daarvoor ontbrak de juiste stemming. Maar voor het meester- werk van Velasquez bleven we toch een poos staan. Daar zaten ze in de zon, die kleine groep iboeren, verbaasd en opgetogen over de tegenwoordigheid van den jongen god, die zich verwaardigde met hen te drinken. De levens- lust en kracht van de ware zonen der aarde, van deze heerlijke wereld vol kleuren, klan- ken en geuren lag op hun, door de zon ver- brande gezichten. Het was al bij twaalven, toen we naar het hotel teruggingen. Boven sleepten we een tafeltje en twee stoelen tot vlak naast het telefoontoestel, bestelden een cocktail la Haizelrig sinaasappelen en rum en zetten ons tot wachten. Na een minuut of wat begon te telefoon te rinikelen. Ik keek mijn gastheer aan en toen die knikte nam ik den hoom op. Het was Granby. Maar blijkbaar stond hij in de een of andere primitie-ve lan- delijke gelegenheid te telefoneeren, want zijn stem kwam slecht over. „Ben jij het, John? Luister goed... Ik heb him hoi gevonden en heb alle uitgangen afge- sloten. En nu moeten jullie zoo vlug mogelijk hierheen komen. Neem een auto en kom naar Labajos. De meet is bij het beeld van den hei- zijn benoeming tot voonzitter van de Eerste Kamer gedurende de buitengewone zitting, welke heden was aangevangen. De voorzitter benoemde een commissie, welke den Minister van Binnenlandsche Zaken het gebouw zal ontvangen en uitleiden. Deze commissie bestond uit de Eerste Kamer- leden Slingenberg, Ter Haar en Janssen de Limpens en de Tweede Kamerleden Duymaer van Twist, Bongaerts, Van Dijk, Dr. Vos en Slotemaker de Bruine. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, kort daarna in het gebouw aangekomen, werd door de commissie in de vergadering binnen- geleid, nam plaats achter de ministerstafel en hield de volgende openingsrede; „De Koningin heeft mij opgedragen deze buitengewone zitting van de Staten-Generaal te openen. Den dag, aan de stemming voor de verkie- zing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voorafgaande, hebben de Ministers, Hoofden der Ministerieele Departe- menten, hunne portefeuilles ter beschikking van de Koningin gesteld. De Koningin heeft hun verzoek in over- weging genomen en de Ministers uitgenoo- digd, zich inmiddels te blijven belasten met de behandeling en afdoening, zoo mogelijk, van de loopende zaken. De Koningin hoopt, dat het U gegeven zij, in deze zitting, welke slechts kort van duur zal zijn, tot heil vain ons Vaderland, onder Gods leiding, werkzaam te zijn. In naam der Koningin verklaar ik de bui tengewone zitting van de Staten-Generaal te zijn geopend". De Minister van Binnenlandsche Zaken ver- liet daarna, voorafgegaan door de commissie, de vergaderzaal. De voorzitter sloot, nadat de commissie in de zaal was teruggekeerd, de Vereenigde Ver gadering. DE CONTINGENTEERING VAN DEN INVOER VAN ROGGEMEEL EN ROGGEBLOEM. De Minister van Economische Zaken en Anbeid heeft het bedrag ter bestrijding van de kosten, verbonden aan het afgeven van de vergunningen voor den invoer van roggebloem en roggemeel, vastgesteld op 0,05 per 100 K.G. DE 200 OPOENTEN PERSONEEL.E BEliASTIN G. Volgens een mededeeling in 't Weekblad voor Gemeentebelangen heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken aan die vereeniging medegedeeld, dat ook de Minister van Finan- cien van oordeel is, dat voor 1933 de eisch van 200 opcenten op de hoofdsom der perso- neele belasting voor de noodlijdende gemeen- ten niet kan worden losgelaten. Voor het jaar 1934 zal die eisch in het algemeen gehand- haafd moeten blijven. Echter kunnen zich in bepaalde gevallen omstandigheden voordoen, welke een minder aantal te heffen opcenten noodig maken. Zoo wel de Minister van Binnenlandsche Zaken als die van Financien zijn in verband hier- mede bereid om, wanneer blijkt, dat 200 op centen op de hoofdsom der personeele belas ting leiden tot een overmatige belastinghef- fing, het aantal tenug te brengen tot 175. DE NIEUWE STORM TEGEN DEN GULDEN. Daaromtrent schrijft het ,,Handelsblad": Voor de derde maal binnen twee jaar tijds richten zich het internationaal wantrouwen en de intemationale speculatie tegen den gulden. De eerste keer was kort nadat Engeland (met aanhang) den gouden standaard in Septem ber 1931 had verlaten en men vooral in Frankrijk bevreesd was, dat ons land, dat daar ginds nog vaak als een economisch aan- hangsel van onzen over-buur aan gene zijde van de Noordzee wordt beschouwd, dit voor- beeld zou volgen. Toen deze storm bedaard was heeft zich, thans omtrent een half jaar geleden, deze beweging herhaald, door gestook van Engelsche zijde, waar men zich blijkbaar maar niet goed kon begrijpen, dat Nederland hoegenaamd niets moest habben van het „goede" voorbeeld van Albion. Deze beweging werd mede gevoed door geschrijf van som- mige Nederlandsche zijden. Het probleem kwam in een acuut stadium toen Zuid-Afrika den gouden standaard opgaf onder tot op heden niet geheel opgehelderde omstandig heden. Ook deze storm is afgestuit op den on- verzettelijken wil van De Nederlandsche Bank om den gouden standaard te handhaven en zich door geen groep speculanten en beangst geworden landgenooten, of door intemationale suggestie van de wijs te laten brengen. Ditmaal is de beweging tegen den gulden uitgegaan van New York. Reeds Donderdag liepen daar geruchten, dat Nederland een embargo op goud zou afkondigen, en vrijwil- lig den gouden standaard zou verlaten. Men vergelijke de in September 1931 in Engeland gelanoeerde overeenkomstige geruchten, waar- bij eveneens de wensch waarsohijnlijk vader der gedachte was. Thans is het Amerika, dat er althans moreel voordeel van zou habben indien wij zijn voorbeeld volgden Amerika, dat zonder financieele noodzaak den gouden standaard verliet, maar uit een oogmerk van binnen- of buitenlandsch poli- tiek gewin. De geschiedenis zal later een oor deel vellen over Roosevelt's daad, die een blij- vende schaduw kan vormen op zijn presiden tieel leven. Het is natuurlijk wel te begrijpen, dat men zich hier te lande ongerust maakt, evenals men bevreesd kan zijn voor het instorten van zijn huis, wanneer dat van zijn buurman zich begeeft. Maar wanneer het eigen huis stevig gefundeerd is, doch in dat van den buurman de binten reeds verrot waren, is die angst niet op zijn plaats. Onze fundamenten zijn stevig; ligen Ignatius op de markt. 't Beste doe je den weg naar Segovia over de Guardarrama te nemen. Parkeer de auto vddr je aan het dorp komt ergens, 't doet er niet toe wiir, en ga op je onderdanen verderGa aan het tweede tafeltje rechts van den ingang zitten en bestel witten wijn. En blijf wachten tot ik kom. Begrepen „Ja" zei i'k. „Herhaal!" Ik herhaalde zijn insructies. ,,,Goed", zei de bekende stem. ,En dan nog iets. Breng touw mee, dun, maar sterk touw, 't sterkste dat je krijgen kimt. Manilla, dat is 't geschiktste 't soort, dat ze voor berg- sport gebruikenEn twee paar sehoenen met zolen van gevlochten touw. Mijn nummer is zevenen dan nog een boe heet zoo'n ding ook weer'n diamant om glas te smj- den en wat bruin papier en sterke lijm. Begrepen?" „Ja", zei ik. ..Herhaal!" Ik somde het lijstje op. Daarop keerde ik me naar Hazelrig, die in spanning naar ons gesprek had zitten luis- teren. „Kunt u chauffeeren, Mr. Baxter?" vroeg hij. „Ja". ,,Wilt u dan even bellen?" verzooht hij me. Ik belde. Na een paar minuten wachten versoheen de kellner. ,,Nog een cocktail, m'neer?" vroeg hij. ,,Nee", zei Hazelrig. ,,Ik moet een auto hebben". ,,Zeker m'neer", zei de kellner, „dan zal ik u den portier sturen.'" Na weer een paar minuten wachten kwam de portier binnen, een imponeerende verschij- ning in blauw en goud. ,,Ik moet een auto hebben," vertelde Hazel rig hem. ,,Ja, m'neer," zei de portier. ,,Hoe wilt u 'mbij den dag of bij de week?" ,,Ga er maar liever een koopen," zei Hazel rig. Meteen duwde bij den overbluften man een rolletje bankibiljeten in de hand. ,,Zeker, m'neer," zei de man met een heroische paging om gewoon te kijken. ,,'n Speciaal merk, m'neer?" ,,Nee... Een die hard rijdt dat is 't eenige," was het antwoord. „0 ja, en dan moet hij goed ingereden zijn." De man verdween voor eenmaal in zijn leven diep onder den indruk, hoopte ik. Het gesprek, waarnaar ik had zitten luisteren, overtrof mj'jp koenste fantasieen op dat ge- bied. „U heeft gescheld, m'neer? Een Martini, m'neer?" ,,Nee, kellner. Een Hispano-Suiza." Maar ik moest opletten. Hazelrig zat wat te beweren. ,,Wat was er nog meer, Mr. Baxter? Lijm, geloof ik, en een apparaatje om glas te snijden... „En touw en scboenen. Daar zal ik nu met een voor zorgen. Voor je alles hebt ben je weer een poos kwijt." Hazelrig knikte. Geen drie minuten later wandelde ik den portier achtema met een dik rolletje briefjes van honderd peseta in mijn zak, gCnoeg om honderd kilometer manilla- touw te koopen en een schoenwinkel op te zetten. Het hotel verschafte me een tolk en binnen het half uur was ik weer met mijn in- koopen terug. Het moeilijkste was geweest om het touw te vinden. Maar gelukkig had ik ontdekt, dat er in Madrid ook een Spaansehe Alpenclub bestond en van den portier was ik het adres van den besten touwslager te weten gekomen. Het touw dat ik gekocht had, was een vijftig meter lang, sterk, maar niet al te dik. Toch was het, opgerold, nog .een he£l pak. Hazelrig zat in de hal op me te wachten. Zonder een woord te verspillen, pakte hij me bij mijn arm beet en loodste me de grill-room binnen. Daar verorberden we vlug een koude lunch en maakten ons daarna reisvaardig. Om half twee gingen we het hotel ui't. Een open wagen een miooi, lang model met vljf plaatsen stond op ons te wachten. ,,Acht cylinders, m'neer", kondigde de por tier trotsch aan. „En hier hebt u 't overschot van het geld". Hazelrig maakte een afwerend gebaar. „Voor de moeite", zei hij. ,,Is de wagen in gereden? En heeft ze igenoeg benzine?" De man knikte. „Het reservoir is vol, m'neer. En alles is pas gesmeerd". Met even een igevoel van voldoening zag ik dat het een Hispano-Suiza was. Hazelrig had een beige-grijs sportpak aan. Zijn rechterheup puilde opvallend uit en over zijn eene schouder hing als eenige bagage een vrij groote rugzak. Onze inkoopen werden achterin gelegd. Ik schoof op mijn plaats achter het stuur, Hazelrig ging naast fne zitten en het volgende oogenblik reden we weg. Voonzichtig kroop ik door het drukke verkeer van de Puerta del Sol heen, reed het Koninklij.ke Paleis voorbij en kwam, door de bewuste laan met de platanen, bij de IJzeren Poort. Daar sloegen we, aan den overkant van de zeventiende-eeuwsche brug, da.delijk naar links af en namen den rechten, harden weg van Madrid naar het Escuriaal. Maar bij den tweesprong, een paar kilometer buiten de stad, namen we den rechter ,,tand" en van dat punt af hadden we den weg voor ons al leen. De zon zond haar stralen .b'.na lood- recht neer en de lucht hing, trillenid van de hitte, boven het geblakerde land. Maar de wagen liep uitmuntend nu ik niet langer rekening met het verkeer behoefde te houden, gleden we, zoemend met een vaartje van negentig kilometer langs den wiitten, stoffigen weg voort. Naar weerskanten strekte zich e.en gol- vende vlakte uit, een deining van bruin met hier en daar gele of groene plukken. Voor ons verrees de geweldige keten van de Gua- darrama. Nu en dan schoten we dorpjes door, bijeenscholingen van kleine, witte huis- jes en armoedige kerkjes, met torens waarop ooievaars hun nesten hadden gabouwd. Na een minuut of twintig rijden begon de weg te stijgen, eerst weinig, maar dan al steiler en steiler. En met elken meter dien we stegen werd het koeler. Het land rechts van ons Zware bosschen van allerlei soorten ijpnboo- zonk al dleper en dieper onder ons weg. men drongen zoowel van links als rechts op den weg in, die al smaller en kronkeliger een gouddekking van practisch 100 pet. en een overliquide bankwezen, terwijl Amerika door al het gepruts met zijn geldwezen (men denke aan de Reconstruction Finance Corpo ration, aan de door staatsfondsen gedekte biljetten van de ..National Banks", aan de groote aankoopen van staatsleeningen door de Federal Reserve Banks, aan de jongste steun- actie dezer laatste ten ibehoeve van het totaal vastgeloopen Amerikaansche bankwezen, de vermolmde ,,pijlers" van het economisch leven) de kiemen en den voedingsbodem voor het besluit om den gouden standaard te ver laten, reeds had gelegd toen het gepraat over „inflatie" daarginds begon, en ten slotte de dollar gemakkelijk van den gouden standaard was af te ,,politiseeren". Gelukkig toonen de hoeders van ons geld wezen een gezondere opvatting te bezitten van bun taak. ,,Wij zijn nog geen geldverval- scfaers", zeide mr. Trip Zaterdag, en dit is ons voldoende. De Nederlandsche Bank zal haar taak blijven vervulien. Deze taak, neer- gelegd in de bankwet, is samen te vatten in ddn zin: De Nederlandsche Bank heeft den plicht te zorgen, dat de waarde van den gul den blijft 0.6048 gram goud. En zij is in staat die taak te blijven vervulien. Haar goudvoor- raad is voldoende om alle bankbiljetten, welke practisch bij haar kunnen worden aangebo- den in te wisselen in goud. Dit gevoegd bij den duidelijk blijkenden onverzettelijken wil der Bankleiding om dit standpunt te hand- haven, is de rots, waarop de actie tegen den gulden ook ditmaal zal broken. Baisse-specu- latie kan den val van een niet gezonde valuta verhaasten, een zieke ondememing den ver- vroegden doodsteek geven; zij kan nooit een volledig gedekte valuta aantasten of een in- nerlijk gezond bedrijf te gronde richten. Omtrent het verloop der ibeurs op j.l. Maan- dag schrijft het blad. De stormaanval, die de baisse-speculatie Zaterdagnamiddag op den gulden heeft onder- nomen, is, zooals trouwens te verwachten was, op een hopelooze mislukking uitgeloopen. Hoewel de tegenspraak, die wij onmiddellijk naar aanleiding van de verschillende geruch ten konden publiceeren, voor hen, die de ont- wikkeling van den toestand van dag tot dag gadeslaan, als volkomen overbddig zal zijn beschouwd, heeft deze op het minder ingewijde publiek, dat blijkbaar door deze geruchten em- stig verontrust was, een zeer kalmeerende uitwerking gehad. Reeds aanstonds bij de hervatting van het zakenverkeer, bleek Maandag, dat de onrust aanmerkelljk gelu/wd was na de verklaring van mr. Trip, welke een zweepslag was in het gezicht van hen, die den laatsten tijd ge- tracht hebben, door allerlei geruchten die on rust te verwekken. En ook een bittere pil voor de landen, die bezig zijn hun avontuurlijke politiek op monetair gebied bot te vieren tot schade van anderen en zich zelf en die het daarbij doen voorkomen alsof zij bijzonder slim hebben gehandeld. Het vertrouwen was Maandag weder aan- zienlijk versterkt. De koers van den gulden ten opzichte van de Fransche franc bewoog zich om en nabij het gouduitvoerpunt. Op het oogenblik dat wij dit schrijven is er, voor zoo- ver ons bekend, niet opnieuw goud aan de Nederlandsche Bank onttrokken, al zal men met de mogelijkheid daarvan onder de huidige omstandigheden wel rekening moeten houden. Men dient er echter goed van doordrongen te zijn, dat juist die goudafgiften het beste wapen zijn, om de ongegrondheid van de Zaterdag loopende geruchten, met daden aan te toonen. De dollar was Maandag een paar cent hoo- ger dan Zaterdag. In den voormiddag werd ons een koers genoemid van ca. 2.08 a 2,10. Ponden, die Zaterdagmiddag kort voor en na werd. Bij een van de bochten, die zoo scherp was, dat ik de auto achteruit moest rijden om er omheen te komen, zag ik een langen. stalen tkaJbel, die blijkbaar gebruikt werd am bossenstammen naar de vlakte te laten zak- ken. Even later reden we een sanatorium voor bij, een groot, open gebouw, waar de patien- ten op smalie rustibediden ia de zon lagen - de weldadiige zon, die hun ziekte moest ge- nezen. Hazelrig sprak bijna niet. Onbeweegltjk zat hij te kjken naar het eigenaardige, woeste landschap en de weelde van purper-- roode bloemen langs den weg. ,,Dat heeft ze allemaal niet gezien", zei hij opeens. ,,Ze is 's naohts er langs gekomen". Ik legde mijn linkerhand op zijn knie. „Maar ze ziet het als we haar mee terug nemen", troostte ik hem. Na een kwartier rijden hadden we het hoogste punt van den pas bereikt. Daar maakten we halt en verkenden den omtrek. Madrid lag schuin onder ons, heel in de diepte, toegedekt door een lila-grijzen hitte-aevel, met een enkele helle lichtflits van 's konings paleis, tientallen kilometers weg. Vddr ons verhieven zich, in rijen aaneengesloten, stam- men en nog eens stammen, grijs-bruin en zwart-rood van kleur. En van ergens in de buurt kwam het gemiurmel van een beekje dat zijn overpeiinzingen aan de steenen. waarover het vloeide, vertelde. „Moe?" vroeg Hazelrig. „Wil ik nu een poosje chauffeeren? Dan rust u uit". Ik schudde het hoofd. ,,Albsoluut niet noodig", zei ik, ,,maar 't wordt tijd, dat we de kaart eens raad- plegen". Hazelrig spreidide haar over het stuur uit. Labajos, zagen we, lag nog maar een vijftien kilometer verderop. Het zachte geklikklak van hoeven deed me opkjVlken. Een groep muilezels kwam den weg af, gevolgd door een half dozijn boeren. De zon bescheen de stoere, gebronsde gezichten en in het voorbijgaan nam elk op zijn beurt zijn hoed af en wenschte ons buenos dios. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1