ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier Hoe werkt ASPIRIN DEESSE No. 8987 MAANDAG 8 MEI 1933 73e Jaargang. FEUILLETON 3Mv51*l BVJL Pi de wereld B II IEVLAN D Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN Nederlandsch-Belgische verhoudingen. TER NSCHE ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post /1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels f 0,8G Voor elken regel meer /0,20. KLEBNE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de nitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. doen te weten, dat door den Raad dier ge- meente in zijne vergadering van den 10 No vember 1932 is vastgesteld de navolgende verordening VERORDENING op de heffing van op- centen op de Gemeentefondsbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Br zullen jaarlijks, met ingang van het be- lastingjaar 1 Mei 1933 tot en met 30 April 1934, ten behoeve dezer gemeente, op de hoofdsom der gemeientefondsbelasting worden geheven taehtig (80) opcenten. Artikel 2. De opcenten worden niet geheven op de aanslagen van hen, die binnen het Rijk geen vaste woonplaats hebben. Artikel 3. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Artikel 4. Deze verordening wordt herzien zoodra de gemeente voor de heffing der gemeentefonds- belasting wordt gerangschikt in een andere dan de derde klasse. Artikel 5. Bij het in werking treden dezer verordening vervalt de verordening van 29 October 1931, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 26 Mei 1932, no. 78. Deze blijft van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. Vastgesteld door den Raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 10 November 1932. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. VERORDENING op de invordering van opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting in de gemeente- Ter Neuzen. Artikel 1. De invordering der opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting geschiedt overeenkomstig artikel 296 der gemeentewet. Artikel 2. Deze verordening treedt gelijk met die op de heffing in werking. Bij het inwerkingtreden dezer verordening vervalt de verordening van 29 October 1931. Deze bljjft van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. Vastgesteld door den Raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 10 November 1932. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk besluit van 13 April 1933, No. 26. En is hiervan afkondiging ge- schied waar het behoort, den 8 Med 1933. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. J. L. DREGMANS, fd. Secretaris. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijne vergadering van den 10 No vember 1932 is vastgesteld de navolgende verordening: VERORDENING betreffende de classifi- catie van de gemeente Ter Neuzen voor de heffing der gemeentefondsbelasting. Artikel 1. De gemeente wordt voor de toepassing van het bepaalde in bet tweede lid van artikel 14 door FRANCIS BEEDLNG (Nadruk verboden.) 33) (Vervolg.) De volgende tien minuten zal ik niet uit- voerig beschrijven. Het eene oogenblik regende bet gemberkoeken, het volgende bankbiljetten. De eigenares van het gember- koekenstalletje was, in 6en slag, vein haar he el en voorraad af de eigenaar van het volgende eischte eveneens schadevergoeding. Bn ten slotte eischte de eigenares van op een na de volgende een oude juffer desge- iijks. Ze was zich doodgeschrokken, voerde ze aan, en haar reputatie als koopvrouw had geleden. De taxi-chauffeur kreeg twee dui- aend peseta's een som zooveel meer dan hij gedacht had te zullen krijgen, dat hij on- middellijk het dubfbele vroeg. Daarna zochten em vonden we een garage en twee mannen in overalls, die eens blauw geweest waren, namen a raison van zooveel op zich om den kattebak te repareeren. En ten slotte mocht Manuel in een naburig wijnhuis zooveel drinken als hij lustte wat geen klein beetje was. Alleen van mij werd ge6n notite genomen! Als wpen Marius in Karthago stead ik tusschen de ruinen en dacht na. Waarom had Granby me niet in vertrouwen genomen? Eindelijk kwam hij opdagen. ,,'n Keurige vertooning, niet?" begon hij tervreden. ,,Manuel en Jose zijn geboren poli- te-agenten ein jij was als reddemide engel ge- woonweg een succes fou. En nu marcheert alles zooals't moet. Hildebrand levert op tijd z"n brief af. Hij heeft er geen idee van, dat wjj het bewuste adres weten en we hebben hem ervan overtuigd als een type als hjj tenminste te overtuigen is! dat we beste, Ons bloed voorziet alle organen met de voor het leven be- noodigde belangrijke stoffen, terwijl de verbruikfe, waardelooze stoffen worden uitgescheiden. Aandoeningen, speciaal de dikwijls optredende influenza en gevatte koude, brengen de verrichtingen van het bloed, die men als „stofwisseling" pleegt aan te duiden, in de war, zoodat zich in het bloed vergiften vormen, welke met het bloed in het cen- trale station van het zenuwstelsel, de hersenen, terecht komen. Hier openbaart zich de prikkeling van het zenuwstelsel in den Vorm van hoofdpijn. Hoofdpijn is dientengevolge bijna steeds een teeken van een beginnende ziekte. Aspirin-tabletten oefenen een regelenden invloed uit op den bloedsomloop en bevorderen een snelle uitscheiding van de vergiften. Zij voorkomen ernstiger aandoeningen en verminderen de pijnen. Alleen van een volkomen zuiver, onschadelijk middel moogt Gij een ideale werking verwachten. Vraagt daarom steeds uitdrukkelijk Aspirin-tabletten, gemerkt met het Bayerkruis. een'8 op Ultsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 cts. (Ingez. Med.) der wet van 15 Juli 1929 (Staatsblad no. 388) gerangschikt in de derde klasse. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van het toelastinigjaar 1933/1934. Als- dan vervaLt de verordening van 24 Juli 1930, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 23 Sep tember 1930, no. 48. Deze blijft van kracht ten aanzien van vorige belastingjaren. Vastgesteld door den Raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 10 November 1932. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk besluit van 13 April 1933, No. 26. En is hiervan afkondiging ge- schied waar het behoort, den 8 Med 1933. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. J. L. DREGMANS, fd. Secretaris. doen te weten, dat door den Raad dier ge meente in zijne vergadering van den 10 No vember 1932 is vastgesteld de navolgende verordening VERORDENING op de heffing van op centen op de Vermogensbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. Er zullen jaarlijks,, met ingang van het be- lastingjaar 1 Mei 1933 tot en met 30 April 1934, ten behoeve dezer gemeente, op de hoofdsom der vermogensbelasting worden ge heven 50 opcenten. De opcenten worden niet geheven op de aan slagen van hen, die binnen bet rijk geen vaste woonplaats hebben. Artikel 2. De invordering geschiedt overeenkomstig de verordening van heden. Vastgesteld door den Rand der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 10 November 1932. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. eerlijke kerels zijn. Dus je hoeft me niet aan te staan kijken of je kiespijn hebt. Als ik tijd gehad had, zou ik je natuurlijk van te voren volledige inlichtingen gegeven hebben. Maar zooals de zaak nu stand Hildebrand kwam nog tien minuten te vroeg ook was het beter dat je niets wist. En nu moeten we zoo vlug mogeliik handelen. Tusschen twee haak- jes, Hazelrig zit al een uur op tijding van ons te wachten". Onder het spreken wenkte hij een voorbij- rijdende taxi en geen twee minuten later reden we, met ons vieren, naar het Palace Hotel terug. Het verband tusschen de verschillende din- gen was me nog niet duidelijk en Granby maakte van de paar oogenblikken, die we ge- durende den terugrit hadden, getoruik om de leemten aan te vullen. Om te beginnen was bet een geweldige mee- valler geweest, dat Helmutb op zijn suggestie: den brief per post versturen, zoo grif was ingegaan. „Als ik geprobeerd had hem die richting op te dwingen" vertelde Granby, ,,zou 't me nooit gelukt zijn. Daarom hob ik toen die andere tactiek gevolgd eerst ben ik met 't plan aangekomen en toen hob ik net gedaan of ik 't ldever niet had, dat hij er naar handelde. Ondertusschen hadden Jose en Manuel zich, keurig uitgedost, in hinderlaag gelegd gelukkig is Manuel nogal vlug met zijn vin- gers een van Hazel rig's protege's, weet je, op jeugdigen leeftijd uit den poel der zonde gered. Hij moest het adres te weten zien te komen aan 't wel of niet lukken daarvan hing alles af... en alles is gelukt, prachtig gelukt zelfs. Om even over twaalven stapten we de suite van Julius P .Hazelrig weer binnen. Granby was in een jubelend humour en ik imiteerde hem zoo good mogelijk. Binnen de vijf miDu- ten zaten we in drie groote, gemakkelrjke fauteuils met drie glazen schiuimend bier v66r ons. Aan Hazelrig kon je zien, dat die laatste paar uren hem veel gekost hadden. De lrjnen van zjjn neusvleugels naar zijn mondhoeken waren sinds "den vorigen avond veel dieper ingegroefd en zijn oogen stonden vermoeid. VERORDENING op de invordering van opcenten op de hoofdsom der Vermo gensbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Artikel 1. De invordering der opcenten op de hoofd som der vermogensbelasting geschiedt over eenkomstig artikel 296 der gemeentewet. Artikel 2. Deze verordening treedt tegelijk met die op de heffing in werking. Vastgesteld door den Raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 10 November 1932. get. J. HUIZINGA, Voorzitter. get. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Zijnde aan deze verordening goedkeuring verleend bij Koninklijk besluit van 13 April 1933, No. 26. En is hiervan afkondiging ge- schied waar het behoort, den 8 Med 1933. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. J. L. DREGMANS, fd. Secretaris. DR. H. COLIJN ONDERHANDELT MET VIJF PARTI JEN. Naar gemeld wordt heeft dT. H. Colijn inge- volge de hem verleende opdracht tot vorming van een parlementair kabinet, zich gewend tot de roomsch-katholieke, de anti-revolutio- naire, de chr.-historiscihe, de liiberale en de vrijz.-democratische fracties der Tweede Kamer, met het verzoek zoo mogelijk Dins- dagavond haar opvatting te kennen te geven over een door hem ontworpen regeerings- program. Over de tusschen Nederland en Belgie be- staande kwesties, meer bepaaldelijk die van verschillende waterwegen zijn in den laatsten gespecialiseerd v. Linnen- goed op maat en Borsten- houders. Veldstr. 55, GENT Ingez. Med. Granby vertelde het verhaal echter op een prettige, vlotte manier en je zag den ouden man om zoo te zeggen opmonteren. Voor het oogenblik was Julia veilig, verklaarde Granby positief. De mogelrjkhead bestond w61, dat de staalkoningen haar, ook na den brief, als een soort waarborg gevangen zouden houden, maar kwaad doen zouden ze haar niet in elk geval niet, zoolang wij ons van verdere aotie onthielden. Onder het vertellen had Granby een kaart van de omstreken van Madrid voor zich op tafel uitgespreid. ,,De eerste zet is voor ons", zei hij. ,,Wrj weten witar ze zijn en zij weten niet dat wij het weten. Wij bezitten daardoor de macht hen te verrassen en dat is volgens mij al de halve overinning". „Waar is datdat kasteel?" vroeg Ha zelrig. „Hier" Granby wees op de kaart voor zich „ligt Labajos. Het Chateau van Nava- cerrada ligt daar ongeveer een vijf kilometer vandaan midden in de bossohen, op een open plek. Op de kaart is 't aangegeven met een cirkel. 't Huis heeft bltikbaar een langen oprit, die voor den hoofdingang eindligt. Ik ge- loof niet, dat we vannacht nog iets kunnen beginnen. We moeten heel voorzichtig te werk gaan niets van onze aanwezigheid daar In de buurt laten merken, voor we klaar zijn om in actie te komen. Daarom stel ik voor om morgenochtend vroeg weg te gaan". ,,En ondertusschen?" wilde Hazelrig weten. ..Ondertusschen 'gaan we zoet naar bed", besliste Granby. ,,Dat is het beste wat we kunnen doen. De hemel mag weten wanneer we weer zullen kunnen slapen. De eerste vier- en-twintig uur alvast niet meer." „Slapfen!" overdacht Hazelrig hardop. Dat 's gemakkelijker gezegd dan gedaan". Granby stond op en ging naar Hazelrig toe. ,,U gaat mee, zei hij, en ondertusschen maakt u zich niet ongerust. Op het oogenblik is Julia veilig en onze kansen staan goed. Morgen vroeg -begeven we ons op weg regelrecht naar Lalbajos. En dan krijgen we geen pleizierig werk te doen reken daar maar op!" tijd tal van artikelen verschenen, zoowel in Nederlandsche als in Belgische bladen. Er zijn bladen waarvan kan getuigd worden, dat zij die zaken trachten „warm" te houden. Over het algemeen zijn die artikelen niet vrij van een zekere tendentieuze of politieke strek- king. Het is daarom een verkwikking weer eens een artikel onder de oogen te krijgen, waarin de verhoudingen in dat opzicht zake- lijk, ontdaan van alle brjzaken, wordt uiteen gezet. De Nieuwe Rotterdamsche Courant geeft dit, ,in het volgende artikel: Het snijden van Belgische riemem uit niet-Belgisch leer. De rapporten,, die jaarlijks in de beide hui- zen der Belgische volksvertegenwoordiging worden uitgebracht over de begrooting van het ministerie van buitenlandsche zaken, trek- ken sinds eenige jaren ook in Nederland de aandaoht wegens hetgeen daarin over de be- trekking tot ons land wordt medegedeeld. Werd hier te lande tot dusver vooral gelet op de uitlatingen van den rapporteur van den Senaat, minister van staat P. Segers, het ver- dient zeker niet minder aanbeveling, acht te slaan op hetgeen zijn collega in de Kamer der Volksvertagenwoordigers", de gewezen Antwerpsche burgemeester van Cauwelaert, den volke kond doet. Het rapport, dat hij op 7 April j.l. beeft uitgebracht, is ten minste allermerkwaardigst. Niet slechts, omdat daar- uit een naar ons oordeel zoo geheel misplaatst inzicht tolijkt voor de vaste overtuiging van een tegenstander kan men eerbied hebben al deelt men haar niet doch vooral ook door de in haar naieviteit lichtelijk amusante maar ten slotte toch boven aller ergerlijke licht- vaardigheid, waarmede deze overheidsper- soon omsprigt met de belangen van anderen. „Wij wenschen", aldus Antwerpen's gewe zen eerste magistraat, .tusschen deze landen een blijvenden en vruchtbaren vriendschaps- band te smeden." Bij primitieve volken doet men dat door het mengen van bloed uit daar- toe wederzijdsch opzettelijk toegebrachte wondjes. De rapporteur van de Belgische Ka mer der volksvertegenwoordigers vindt het blijkbaar prettiger, alleen in het vleesoh van Nederland te snijden en voor de rest wat bloed aan te bieden... van derden, wier be- reidwilligbeid, om zich aan dezelfde operatic te onderwerpen, moet worden afgewacht. Onder de ,,toegevingen", die mr. van Cau welaert zoo royaal aanbiedt,, staat bovenaan een voor Rotterdam voordeelige regeling van de heffing van de .Surtaxes d'entrepot et d'origine"door Frankrijk. Het is buiten- gewoon welwillend. Maar mischien heeft men aan de Schelde ook wel eens geboord, dat Frankrijk allesbehalve geneigd is, de protec- tie van zijn eigen zeehavens door middel van de ..surtaxes" minder doeltreffend te maken. Veeleer gaan daar te lande invloedrijke stem- men op, en de ten behoeve van Antwerpen ge- maakte uitzonderingsregeling wordt door vele Franschen al niet welwillend beschouwd. Wij gelooven, dat mr. van Cauwelaert ons even- goed het mannetje In de maan kon belooven. Voorts zal Belgie, naar mr. van Cauwelaert ons voorspiegelt, een einde maken aan het kostelooze sleepen van Rijnscbepen tusschen Antwerpen en Dordrecht. Alweder erg vrien- delijk, dezen post van... uitgaven van de Bel gische begrooting te schrappen als het daar- mede beoogde doel zal zijn bereikt door het graven van een kanaal tusschen de Antwerp sche dokken en het Hollandsch Diep. Is men in Belgie vergeten, dat dit land dezen last in 1921 tegenover Frankrijk op zich heeft ge nomen, tot tijd en wijle een Moerdijkkanaal door Nederland zou zijn voltooid? Ook de zoogenaamde compensatie-premies op den Rijn brengt mr. van Cauwelaert ter ACHTSTE HOOFDSTUK. Het kasteel. Met een schok van schrik werd ik wakker. Het was dag; de ochtendlzon scheen me recht in de oogen. Het eerste oogenblik begreep ik niet waar ik me bevond en wat er gebeurd was. Want ik lag niet in de kamer die ik met Granby in bet Mercedes Hotel deelde - dit was een vertrek zooals er alleen in de boeken van Arnold Bennett voorkwamen gordijnen van zware gele zij en een wit gelakte deur, di eopenstond en waardoor ik een marmeren badkamer zag. Ik draaide me in het groote bed om en gaapte van pleizier. Maar op hetzelfde oogenblik herinnerde ik me alles. Met een schok kwam ik overednd. Ik bevond me in het Pal age Hotel en dit was een van de kamers van Mr. Hazelrig. Met zonsopgang zouden we al vertrokken zijn. Maar 't was al lichte dag en niemand had me gewekt. Ze hadden me laten slapen. Ik keek op mijn horloge over negenen! Tegen den muur boven mijn bed ontdekte ik een electrische bel. Driftig schelde ik. Nog voor ik mijn vinger van het knopje af- genomen had, ging de deur open en kwam de bediende binnen. Ik vroeg kortaf naar Mr. Hazelrig. Als anbwoord hield de man me een keurig zilveren iblaadje met een briefje voor. ,,Dit moest ik u geven zoodra u wakker was", zei hrj beleefd. Meteen daarop ging h'f, de badkamer bin nen en hoorde ik het geluid van stroomend water. „Warm of koud, m'neer?'' ,,Warm". „Wilt u ervdor of ema geschoren worden?" wilde hij verder weten. ,,Ervoor", was mijn antwoord. De man kwam naar mijn bed toe en hield een kamerjas van zware roestbruine zij voor me op. Die had Hazelrig me geleend te zamen met eea oranje-zijden payama, die me wel wat groat was, maar die, door de soepelheid van de stof, volmaaikt „dat" was. Vlug schoot ik de kamerjas aan en greep sprake. Door met behulp van deze Rijnvaart- suJbsddies de vrachten te water tusschen At- werpen en den Duitschen Rijn te drukken, streeft Belgie naar het winnen van nieuw Rijngoed voor de Antwerpsche haven, die daardoor een veelvoud kan verdienen van de aan de Rijnschippers betaalde premies. Een spiering is uitgegooid, om een kabeljauw te vangen. En volgens mr. van Cauwelaert )rmet zeer voldoende uitslagen". Een Moerdijk kanaal zal nu evenzeer een verlaging van de Rijnvracht tusschen Antiwerpen en Ruhrort ten gevolge hebben, doch met dit verschil, dat de premies ieder jaar weer moeten wor den vastgesteld als post van uitgaaf op de begrooting, terwijl een door Nederland gegra- ven Moerdijkkanaal een vast en blijvend voor- deel voor Belgie is. Bovendien is het voor Ne derland gelukkig altijd nog mogelijk, zoodra wij dit noodig vinden, de Belgische Rijnvaart- premies doelmatig te bestrrjden en daardoor nutteloos te maken, hetgeen wij ten aanzien van een Moerdijkkanaal niet zullen vermogen te doen. Als wij een keerbaar kwaad jegens ons land, dat aan de Belgische schatkist geld kost, willen doen verkeeren in een onkeerbaar kwaad, dat aan de Belgische schatkist geen of althans veel minder geld zal kosten, doch aan de Antwerpenaren evenveel of meer in het laatje zal brengen, ja, dan wil Belgie... op- houden met onnoodig geld uitgeven. Moeten wij daarvoor ook nog dank-je zeggen? Een herziening van de Belgische loodsrech- ten staat evenzeer op de lijst der „toegevin- gen" van mr. van Cauwelaert. Naarmate de Belgische frank, van goud tot papier verwor- den, daalde, heeft Belgie uiteraard alle in zijn oude wetten vastgelegde tarieven verhoogd. Doch de loodsgelden op Antwerpen heeft Bel gie ongewijzigd gelaten, zoodat deze thans per ton van de havenbeweging evenveel fran- ken van ongeveer f 0,07 opbrengen, als tien- tallen jaren geleden franken van ongeveer 0,48. Daar verliest de Belgische staat na tuurlijk grof op; doch de scheepvaart op Ant werpen vaart er wel hij. Als Nederland nu maar bloed geoeg uit de vriendschapswond beeft laten vloeien, dan wil Belgie misschien... zijn eigen loodsdienst wel weer rendabel maken. Voor de haven van Antwerpen is dan op andere wijze afdoende gezorgd. Het is voor Nederland om te watertanden. Als mr. van Cauwelaert voor Belgie tegen over al deze ,,toegevingen" een onvervalscht Moerdijkkanaal zal hebben verkregen en daarmede „het effen terrein van oprechte vriendschap en van volledig betrouwen" zal hebben bereikt met de Nederlandsche buren, welke in zoo booge mate handels- en recht- vaardigheidsgeest bezitten'"hetwelk doen- de hij ons en passant nog verwijt dat wij niet vlug genoeg f 20 millioen uitgeven, om ook den bestaanden vaarweg door Zeeland naar Antwerpen flink te verbeteren dan wil de Belgische rapporteur wel denken aan een nog grootere ,,toegeving": ons Julianakanaal in Zuid-Limburg wil bij dan door een ruimere sluis in Temaaien op grootscheepsche wijze in verblnding brengen met het Belgische Al- bertkanaal van Luik naar Antwerpen. Dat zal heerlijk voor Rotterdam zijn: Luik, dat langs het Albertkanaal een 124 K.M. van Antwer pen verwijderd zal zijn, zal ongeveer 272 K.M. langen waterweg naar Rotterdam zien ver beteren. Wie kan aannemen, dat onze zee- havens langs dezen zooveel langerem vaarweg in de Belgische Maas-vallei tegen Antwerpen de enveloppe, die dat zag ik nu al open- gemaakt was. Het briefje was van Granby en was zoowel voor Hazelrig als voor mij bestemd. Het luidde aldus: ,,Ik ben de kust gaan verkennen. Doe asje-- blieft niets, tot je van me hoort. Dadelijk als ik iets weet, stuur ik jullie een boodschap 't waarschijnlijkste is per telefoon. Ver- wacht niets voor, op zijn vroegst, twaalf uur". Granby was er dus in zijn eentje vandoor gegaan. I k was aan zf(n zonderlinge manier van doen gewend. maar of Hazelrig zich zoo gemoedelijk naar het tweede plan zou laten duwen Voor het oogenblik echter konden we mets beginnen en dus gaf dk me gelaten aan de verfrisschende zorgeo van den bedien de over, die ongeveer om alles gedacht had. Zelfs had hij een stel ondergoed en een licht pak uit mijn hotel laten komen. Toen ik klaar was ging ik Hazelrig zoeken. Ik vond hem aan zijn cntbijt en zijn stemming vuel me geweldig mee. Hij drong erop aan dat ik flink zou eten. „Met tobben winnen we niets", zei hij. „Als we klaar zijn gaan we samen schilderiien kijken". „Schilderi]'!en?" vroeg ik verbaasd. „Ja... buitengewoon moode. In het Prado". „0!" zei ik flauwtjes. ,,Op die manier dwingen we onzen geest om zich met andere dingen bezig te houden. Als kolonel Granby ons dan telefoneert of ons op andere manier onze instructies doet toekomen, zijn we allicht geestelijk beter geschikt om ze ten uitvoer te brengen". Hij sprak opgewekt, hij glinnlachte zelfs, maar zijn gezicht was moe en zijn oogen gingen voortdurend naar de telefoon in den hoek. En dat, terwijl we minstens nog twee uur moesten wachten, voor Granby ons opbel- len kon. Het Prado was vlakbij en dus gingen we loopend. Onderweg vertelde Hazelrig me, dat Granby zijn Cadillac, compleet met Manuel en Jos6, van hem geleend had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1