ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
DEESSE
o-
Weg die Migraine!
AKKER.CACHETS
No. 8984
MA AND AG 1 MEI 1933
73e Jaargang.
BlIIEILAID
FEUILLETON
vc^e°vC"'^
REFERRING VAN DEN VEESTAPEL.
TER NEUZENSCHE COURANT
ARONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post f 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G
Voor elken regel meer /0,20.
KEEINE ADVERTENTIeN per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
DE NIEUWE TWEEDE KAMER.
De Standaard, het biad van Dr. Colijn,
schrijft over den uitslag van de verkiezingen
De eerste conclusie is, dat er in de Kaimer
een meerderheid is, die wenscht, dat er in het
bewdnd van het land met de Christelijke volks-
aspiraties worde gerekend. A1 zip. er natuur-
lijk bepaalde verschillen, die soms lang niet
gering zijn, het aantal dergenen, die met die
Ghristelijke volksaspiraties wenschen gere
kend te zien, bedraagt toch acht en vijftig.
ten als men alle dissidenten buiten beschou-
wing laat in elk geival toch nog twee en vijf
tig. Ongetwijfeld ligt hierin een der aknwij-
zingen voor den te volgen koers.
Een tweede conclusie, die wij meenen te
mogen trekken, is deze, dat het nationaal ge-
voel bij deze stembus sterker gesproken heeft
dan gemeenlijk het geval is geweest, dat er
een verlangen tot uitdrukking is gebracht
naar het sturetn van 'n nationalen koers, voor-
al uitkomend in bezorgdheid voor de afne-
mende auitoriteit der Overheid. Hieruit valt
af te leiden dat het ndeuwe Kahinet dien
wensch niet uit het oog zal mogen verliezen,
en dat het overigens ook met het oog op
de sterkteverhoudingen naar nationale be-
vnediging zal hebben te streven.
De derde conclusie, die wij trekken, houdt
verband met de toeneming van het aantal
partijen. We hadden er elf, thans zullen wij
er veertien hebben. Daarin ligt een zeer em-
stige waarschuwing besloten. Hoe grooter de
versplintering van het Parlement, hoe krach-
teloozer de volksvertegenwoordiging, hoe
mofeilijker het worden zal om de diep insnij-
dende kwesties van dezen tijd tot oplossing
te brengen. Terwijl juist door het niet-oplos-
sen van de groote vragen: herstel van* de
autoriteit der Overheid; herstel van de ont
redderde financien; herstel, zooveel mogelijk
van ons economisch leven en bestrijding der
werkloosheid, de versplintering van het Par
lement wederom grooter wordt, de onmacht
ten slotte toeneemt en aldus de weg naar een
regeeringsvorm word gebaand, die bij onzen
volksaard niet zou passen.
Het zal dus wel geen verdere uiteenzetting
behoeven van hoe overwegende beteekenis het
is, dat er een kabinet kan worden gevormd,
betwelk voor zijn anbeid rekenen kan op vol-
dloenden steun in de Kamer. Met het twee-
ledig doel, aan de groote tijdvragen een doel-
matige oplossing te geven en tegelijk het ge-
vaar te vermijden, dat uit een zwak bewinri
voortvloeien zou voor het feehoud van ons con-
stitutioneel-parlementaire stelsel.
(fDoe het nu" mag men de nieuwe Kamer
wel toeroepen, want als men het nu niet doet.
moet men rekenen met de waarschfplijkheid
dat men een volgende maal de gelegenhedd er
toe niet meer ontvangen zal.
i*'
De Nederlander (Chr. Hist.) oonstateert, dat
de rechterzijide numeriek de meerderheid
heeft.
Of zij als meerderheid krachtig zal kunnen
wezen; of er genoegzame eensgezindheid om-
trent het onvermijdelijk te volgen Regeerings-
beleid in haar midden woont, het moet nog
blijken. De vraag is te dringender, nu deze
meerderheid z66 klein is.
Gngeacht wat velen van allerlei kant zullen
willen zeggen, stelt het iblad al aanstonds de
zeer groote verantwoordelijkheid van deze
twee en vijftig leden op den voorgrcnd.
Het udterste zal moeten worden beproefd om
een parlementadre meerderheid te vormen in
(het belang van onzen constitutioneele instel-
lingen. Ook daartoe is rechts naar de over-
tuiging van het blad allereerst geroepen.
Er zal wellieht veel zelfverloochening, veel
inperking naar alien kant vereischt worden.
Maar de verantwoordelijkheid sta ibovenaan!
E>e verantwoordelijkheid voor een vasten gang,
door
FRANCIS BEEDING
(Nadnik verboden.j
voor besliste daden, voor de toekomst van ons
pariement.
Het blad ziet trouwens geen anderen parle-
mentairen weg, indien men althans niet tot
een „burgerlijk bloc" komen wil.
Weigert men dat, dan zou dus zoo de
rechterzijde faalt hetizij', udtbreiding met,
hetzij vervanging door Vrijheidsbond of wel
Vrijzinnig-Demdcraten zijn aangewezen. Bij
elke als dan denkbare comfoinatie rijzen even-
wel program--vragen, die vrij wat moeilijker
zijn dan wat ter rechterzij zou rijzen.
De Tijd (R.-K.) scbrijft:
Voor het extra-parlementair Kabinet, aan
hetwelk de slagen werden beloofd van de crisis
jaren, beteekent de uitslag der verkiezingen
allesbehaive een afstraffing. Intengedeel is op
den dag zijner ontslagneming de niet verzwegen
toeleg, om opgevolgd te worden door een ster
ker parlementair Kabinet, op weg om ver-
wezenlijkt te worden. Immers nu de Soc. Dem.
Arfbeiderspartij, Vrijzinndg Democratische
Bond en Vrijheidsbond gehandhand terug moe
ten keeren met nog drie partijtjes (de nieuwe
Kamer telt veertien, de oude telde maar elf
partijen of groepjes), is de worp naar het Na
tionaal Ministerie mislukt.
Er zip geen staatsrechtelijke redenen voor
zijn vorming aanwezig. In elk geval zou het
opnemen van b.v. Mr. Marchant in het nieuwe
Kabinet het parlementaire risico niet minder
maken. Met name viel de verwachting ten
aenzien van een vrijzinnig-democratischen
groei bij deze verkiezingen tegen.
Door de basis, waarop het nieuwe Kabinet
zal moeten steunen, eenigermate uit te brei-
den, zou intusschen mede de meerderheid
kunnen worden verstrekt. Deze basis zou dan
echter niet te breed mogen worden, want een
meerderheid groeit door uitbreiding niet steeds
in kracht. En zouden de anti-revolutionnairen,
aangenomen dat de Katholieken dien weg uit
willen er genoegen mee memen?...
Indien uit de anti-revolutionnaire partij de
Kabinetsformateur mocht geroepen worden,
zal hij ongetwijfeld niet aartzelen, die verant
woordelijkheid te aanvaarden. En indien hij in
zijn opdracht slaagt, kan men op een vast
rechts accoord een regeeringsprogram tege-
moet zien, dat de door Minister Deckers aan-
gegeven lijn van beslist verzet tegen de ge-
zagsondermijnende invloeden sterk accen-
tueert, terwijl! een krachtige wetgeving is te
verwachten tot herstel der ontredderde finan
cien, vooral door vermindering van de Staats-
uitgaven, opheffing van het economisch leven
uit zijn verval en krachtige bestrijding der
werkloosheid. In de programs der drie par
tijen, welke voohheen de ooalitie vormden,
komen desbetreffende clausulen voor.
Welke les moet het land nu uit deze verkie
zingen trekken? vraagt het Handelsblad
liber aal).
Dat de botsende machten zich in ons volk
scherper beginnen af te teekenen. De cijfers
spreken duidelijke taal of moeten er natuurlijk
ook aanzienlijke verkiezingstechnische toe-
valsfactoren in aanmerking worden genomen,
in verband met de overschotberekeningen enz.
Maar de algemeene conclusie verandert daar-
door niet. En nu is het van ontegenzeggelijk
belang, dat het land door de onmiskenbare
toeneming van het aantal communistische en
soc. rev. stemmen, tijdig gewaarschuwd wordt
voor een gevaar, dat tot dusver ongetwijfeld
is onderschat. Maar tevens is het van groote
beteekenis, dat er daartegenover een natio-
naal-convergeerende tegenstrooming ont-
staat, zooals die ditmaal uiting heeft gevon-
den in de extra stemmen, welke de lijst van
dr. Colijn heeft tot zich getrokken en waar-
van de anti-rev. leider zelf erkend heeft dat
Elegante en sterke Kousen
Fijne Lingerie
Vetdstraat 55 - GENT
Ingez. Med.
30)
(Vervolg.)
„Nee, nog even wachten", zei Granby, „ik
heb nog iets."
„Ja?" vroeg Helmuth verbaasd.
Granby wachtte even met antwoorden. Zoo
als hij daar zat, was hij het toonibeeld van be-
sluiteloosheid. Toen hief hij langzaam zijn
hoofd op en keek Helmuth recht aan. Ik
schrok van de uitdrukking van hopelooze el-
lende in de anders zoo energieke oogen.
„Ik verkeer in een moeilijk parket", zei hij.
,,'t Is mijn belang evengoed als het uwe, dat
die brief er vannacht voor twaalven is. Maar
dat zou wel eens moeilijk kunnen zijn zoo
niet onmogelijk! Het valt me zelfs mee, dat
u hier heeft kunnen komen. De politie
Helmuth stond half van zijn stoel op.
Heeft u de politie er in gemoeid?" riep hij
uit. „Als dat het geval is
Granby hief sussend zijn hand op.
„Wacht even", zei hij. .Natuurlijk zouden
we er niet aan gedacht hebben om, na die
boodschap van u, naar de politie te gaan.
Maar deze verwikkeling hebben we niet kun
nen voorzien. Ik ben al in Saragossa naar de
politie geweest over die geschiedenis met
Jules Lemaitre. Ik dorst het er niet op te
laten aankomen een beschuldiging van
moord leek me te riskant. En natuurlijk heb
ik toen de politie een beschrijving van u ge-
geven en het eenige wat me verbaast is,
dat ze u zoo lang vrij hebben laten rondloo-
pen."
,,Dus u bent bang dat ze me zullen arres-
teeren", zei Helmuth.
„Ja", was Granby's antwoord.
Helmuth glimlachte boosaardig.
Op die manier wordt het vertrek van Miss
Julia naar Buenos Ayres niet zoo lang uitge-
steld als we eerst gedacht hadden", zei hij.
„Ik zou u wel gewaarschuwd hebben", ging
Granby voort, „als ik geweten had, waar en
hoe ik u kon vinden, maar dat wist ik niet en
dus
„U bent w61 bezorgd voor mij, kolonel
Granby! Hoe komt dat zoo opeens?"
Granby boog zich over het tafeltje naar hem
toe. Zijn gezicht stond nerveus.
,,Begrijpt u niet", viel hij heftig uit, ,,dat
als u vanavond gearresteerd wordt en die
brief hier', bij deze woorden sloeg hij op zijn
zak, „niet op tijd op zijn plaats van bestem-
ming is, dat u, dat ik, dat niemand meer een
kans heeft! En nu denk ik niet alleen aan
Miss Hazelrig. In de eerste plaats denk ik aan
mijn opdracht, dat ik, ten koste van alles,
moest vermijden, dat die uitvinding van ons in
verkeerde handen kwam. Ik heb getracht u
van de baan te werken, maar mijn opdracht-
gevers zouden het even erg vinden als een
vreemde regeering 'm in zijn ibezit kreeg. U
bent niet bang om gearresteerd te worden
u heeft Jules niet vermoord, nietwaar? Daar-
van heeft u bewijzen te over. Maar zij zullen
u scherp ondervragen en u wordt natuurlijk
gefouilleerd. Dan vinden ze den brief en die
brief wordt gelezen. En wat denkt u dan
dat de politie, als ze merkt wat er op 't spel
staat, e6n seconde zal aarzelen om de Spaan-
sche regeering te waarschuwen? Daargelaten
wat er wel of niet met Miss Hazelrig gebeurt,
het is mijn belang, evengoed als het uwe, om
de Spaansche autoriteiten van deze kwestie
onkundig te laten."
zij kwamen van velen, die niet uit beginsel
tot de anti-rev. partij behooren.
Of dr. Colijn dit verschijnsel juist interpre-
teert wanneer hij zegt, dat „die anderen
en dit is het verheugende hiermee hebben
erkend in de a.r. partjj het bolwerk te zien
dat weerstand kan bieden aan de stroomingen
van nu", meent het blad te moeten betwijfe-
len. De winst voor de a.r. is voomamelijk, zoo
niet geheel, bestemd g<tweest voor den ,,ster-
ken man". Het blad zou Colijn als „nationale
figuur" beter gediend hebben geacht met een
versterkte liberale fractie dan met een ver-
grooting van zijn eigen fractie, die op een bij-
zonderen Ch'ristelijken beginselgrondslag staat
die niet overeenkomt met dien van de over-
groote meerderheid des volks.
Het blad eindigt als volgt:
Wat zullen wij onder deze omstandigheden
als regeering, als parlementaire regeerings-
basis mogen verwachten? De scheiding b.v.:
nationaal-anti nationaal teekent zich duidelij-
ker dan tevoren af. Een keuze in nationalen
zin een andere is niet mogelijk zal een
zoo sterk en breed mogelijke levensbasis moe
ten beoogen en daarbij moeten rekening hou-
den met de noodzakelflkheid om een recht-
vaardig beleid te voeren dat de beste elemen-
ten uit de heel- en half-revolutionairen, anti-
nationale kamp, dat nr meer dan een kwart
der kiezers achter zich heeft, kan overtuigen
van hun dwaling en tun verkeerd begrepen
eigen belang, maar ook van de duurzame pa-
raatheid van hun nationale opponenten. Zal,
in dit licht bezien, de 2f>ste April de „dag van
Colijn" Mijken te zijn geiweest? De kans is
groot, moge, indien zij bewaarheid wordt, de
anti-revolutionaire leider inderdaad de „na-
tionale figuur" blijken te zijn die velen ge-
loofd hebben in hem te zien. Moge hij de na
tionale taak dan ook zoo breed opvatten, als
de nooden vereischen waaraan ons gansche
wet- en natie-eerbiedigende volk moet weer
stand bieden.
Het Nederlandsche volk, dat in zijn gemak-
kelrjken leuningstoel zat te dutten, heeft een
paar maal gegaa.pt, de armen uitgerekt, maar
slaapt door. Dat is naar de meening van de
De Telegraaf, het resultaat der gehouden ver
kiezingen.
Het blad komt tot de conclusie, dat het land
de uitvoering der vier hoofdpunten van het
program-Colijn wenscht, dat geen partij-pro-
gramma is, maar dat het niet de kracht had
een Kamer af te vaardigen, die deze nood-
zakelijke hervormingen kan verwezenlijken.
De logische consequentie van den verkiezings-
slag moet zijn, dat dr. Colijn niet als leider
der Anti-Revolutionaire Partij, maar als uit-
voerder van een nationaal program tot Kabi
netsformateur zal worden benoemd. Waar-
schijnlijk zal hij de hem opgedragen taak niet
kunnen volbrengen, daar hij in de nieuwe
Kamer slechts onvoldoende ondersteuning
voor zijn doeleinden zal vinden.
Niet de Anti-Revolutionaire Partij heeft ge-
zegevierd, maar wel de wensch van het volk,
dat gezagondermijnende invloeden zullen wor
den onderdrukt, dat de ontredderde publieke
financien zullen worden hersteld, dat het land
zal worden gered uit zijn economisch verval
en dat met krachtige hand de ramp der werk
loosheid zal worden bestreden. Het blad be-
twijfelt echter ten zeerste of de nieuwe Kamer
bereid zal zijn dit program, dat een eisch van
den tijd is, ten uitvoer te leggen. Dit pessi-
misme is hoofdzakelijk gebaseerd op de be-
trekkelijk geringe meerderheid, waarover de
oude coalitie in het Parlement beschikt en in
het bij'Zonder op den zwakken steun, die de
grootste bondgenoot, de Kath. Staatspartij,
zal willen verleenen. In zijn verkiezingsrede-
voeringen heef de leider der Katholieken, pro
fessor Aalberse, al te duidelijk dqen uitkomen
dat hij, niet wat zijn religieuze, maar wel wat
zijn politieke opvattingen betreft, leeft in een
tijd die voorbij is. Zijn levenlang heeft deze
politicus met de socialisten geconcurreerd,
met het resultaat, dat, nu het getij zich tegen
het socialisme keert, het eveneens de Katho-
lieke Staatspartij aantast. Voor zoover men
bij de Lilliputter-verhoudingen, die in onze
parlementaire wereld heerschen, van over-
wonnenen kan spreken, dan zijn het de Katho
lieken en socialisten, die zijn geklopt. Dit
bondgenootschap in den tegenspoed is veel-
zeggend.
Het schrikt het blad niet af, dat de commu-
nisten versterkt in het nieuwe parlement te-
rugkeeren. Zooals men in oude tijden gewoon
was de keizers op den dag van hun kroning
te herinneren aan hun sterfelijkheid, zoo zul
len de communisten in de Kamer een levende
vermaning voor de Regeering zijn, die haar
zegt wat er gebeuren zal, indien zij te slap
is en haar plicht verzaakt. Misschien ook zul
len enkele lauwen in den lande worden opge-
schrikt als zij straks in de bladen lezen over
het groote rumoer, dat dit kleine groepje in
het parlement maakt.
Voor het Amsterdamsche blad zijn deze ver
kiezingen geen einde, maar een begin. De
nood van den tijd diringt. Het volk begint wak-
ker te worden. Het zou bet blad niet verwon-
deren, als het binnen korten termijn tot een
nieuwen verkiezingsslag komt en de stroo
mingen, die thans slechts aarzelend en be-
scheiden aan den dag zijn getreden, doorbre-
ken en zich uitbreiden over het geheele land.
Het was klein werk, dat Woensdag is ver-
richt. De geest, die daarbij aan den dag trad,
was wel is waar nog zwak, maar toch in de
kern gezond.
DE KABINETSCRISIS.
De Koningin heeft Zaterdiag in verband met
de kabinetscrisis, op den Ruigenhoek ter con
ference ontvangen de voorzitters van de
Tweede Kamer-fracties der R.K. Staatspartij,
der Chr. Historische Unie en der Anti-Revo
lutionaire Partij, onderscheidenlijk de heeren
Mr. P. J. M. Aalberse, Jhr. Mr. D. J. de Geer
en Dr. H. Colijn.
De Koningin heeft, in verband met de kabi
netscrisis, op den Ruigenhoek ontvangen, den
voorzitter der 2e Kamer en de leiders der
Liberale Staatspartij ,,de Vrijheidsbond", de
Vrijzinnig Democratische Bond en de Soc.
Dem. Arb. Partij, onderscheidenlijk de heeren
H. J. Knottenbelt, H. P. Marchant en Ir. J.
W. Albarda.
ZEVENTIG LUISTERAARS PER DUIZEND
INWONERS.
Op 1 April bedroeg het aantal aangegeven
radio-ontvanginrichtingen 280.610 in ons land.
Het aantal aaogeslotenen aan radiodistriibutie-
oentrales bedroeg 291.628, hetgeen neerkomt
op zeventig luisteraars per duizend inwoners.
DE ONDERWIJZER EN HET GEZAG.
Bij Kon. besluit Is ongegrond verklaard het
beroep van Z. de Jong, onderwijzer aan een
taijzondere lagere school te Hoensbroek, vroe-
ger te Krimpen aan den Lek, tegen een be
sluit van Ged. Staten van Zuid-Holland, hand-
havende een ibesluit van B. en W. dier ge-
meente, waarbij de beer de J. zonder behoud
van salaris is gesohorst in zijn functie van
onderwijzer gedurende een maand wegens het
verstrekken van valsche rapporten, buiten het
hoofd der school om, aan de ouders.
Appellant had aangevoerd, dat het geven
van cijfers, zooals die volgens hem hadden
moeten luiden, niet verboden en niet strafbaar
is. Het Kon. Besluit overweegt nu, dat een
eigenmachtig optreden, als hier heeft plaats
gehad door een kVasse-onderwijzer, en een zich
onttrekken aan en reageeren tegen de leiding
Helmuth hief zijn eigenaardig gevormd
hoofd op en keek Granby strak aan.
„Er hangt veel van af, wat er in dien brief
staat."
,,Er staat in dien brief, wat u geeischt heeft,
dat er in zou staan. Mr. Hazelrig verklaart
er in, dat hij zich terugtrekt en zich verbindt
niet meer tusschenbeide te komen, op voor-
waarde, dat zijn dochter en Donna Concep-
cion onmiddellijk in vrijheid worden gesteld."
„Staat er ook in wat de twistappel is?"
.Natuurlijk", was Granby's antwoord. „Mr.
Hazelrig is, voor alles, zakenman en hij is ge
woon om de dingen, duidelijk omschreven,
zwart op wit te geven. Al de namen staan in
den brief die van Mendoza ook."
,,Laat zien", zei de dwerg.
Granby haalde de enveloppe uit zijn binnen-
zak en overhandigde haar zonder een woord.
Helmuth las den brief zorgvuldig door; toen
hij klaar was knikte hij een paar maal achter-
een.
,,Heel goed", zei hij dan, „alleen een beetje
te duidelijk."
,,Als u van die opinie bent", zei Granby,
,;begrijpt u ook,; dat u geen kans heeft om de
eerste uren weg te komen als de politie merkt
waarom het hier gaat. Dan wordt het uitleg
geven en praten zonder eind."
Helmuth keerde den brief besluiteloos om
en om.
,,Dat moet ik dan maar riskeeren", zei hij
dan.
,,Bent u alleen?" vroeg Granby.
Helmuth keek Granlby achterdochtig aan.
„Wat kan 't u schelen, of ik alleen ben of
niet?" vroeg hij stug.
„Eindelijk ook een overbodige vraag", stelde
Granby nadenkend vast. ,,Ik heb u zien
komen."
Hjj wees naar buiten voor de deur van
het wijnhuis stond de roode Lancia. En de
wagen was leeg.
„Als u met u tweeen geweest was", ging
Granby voort, ,,zou ik u geraden hebben: geef
dien brief aan uw metgezel. Dan had hij hem,
zoo noodig, op tijd kunnen afleveren en den
menschen op het hoofdkwartier hebben kun
nen vertellen, hoe de vork in den steel zat.
Als u dan gearresteerd werd
„U lijkt me er verdacht zeker van, dat ik
gearresteerd wordt", viel de dwerg hem hef
tig in de rede.
Granby maakte een hulpeloos gebaar.
,,'t Dringt blijlebaar nog niet tot u door, hoe
emstig de toestand is", zei hij. „De politie
zoekt naar u. Ze hebben een nauwkeurige be
schrijving van uw uiterlijk. En dus is de kans
dat u ongemoeid met dien brief wegkomt,
uiterst gering".
„Wel!" zei Helmuth uitdagend, ,,wat raadt
u me dan?"
Granby boog zich naar hem toe.
,,Laat mij dien brief voor u bezorgen!"
Helmuth keek hem een oogenblik scherp
aan dan laehte hij sarcastisch.
,,Eindelijk legt u de kaarten op tafel", zei
hij. ,,'A1 dat geklets over gevaar en politie is
niets dan bluf. Weet u, waarom 't u te doen
is, waarde kolonel? Om 't adres van Julia
Nee, vriend, dat lukt maar zoo niet."
Granby boog zich nog verder over het
tafeltje naar hem toe. Zijn gezicht was geen
decimeter meer verwijderd van dat van zijn
tegenstander.
„U wilt u eenvoudig niet laten overtuigen."
argumenteerde hij emstig. ,,En toch weet u
heel goed, Herr von Arting, dat het spel voor
ons allemaal uit is, als de politie u met Hazel-
rig's brief in uw zaak arresteert. Dat zou erg
voor u zjjn, maar voor mij veel en veel erger.
De straten zijn vol met agenten, die 't con-
signe hebben om u, vanavond nog, te arres-
teeren. Ik wil dien brief voor u naar Mendoza
brengen. Weet u er iets anders op?"
,,'t Kan zijn natuurlijk dat u de waarheid
spreekt," zei Helmuth, na even een stilte
Als de dag voor U verloren lijkt,
als alles U hinder!: lichi, reuk en f t
geluid, dan werken als 'n wonder
Volgens recept von Apothoker Dumont
1 -
(Ing. Med.)
van het hoofd der school, niet kunnen worden
geduld.
Al moge wet of verordening handelingen en
gedragingen, als waarvan hier sprake is, met
met zooveel woorden verbieden, deze zijjn met
een goeden gang van zaken aan de school on-
vereenigbaar en strijdig met de hierarchische
verhouding tusschen het hoofd der school en
onderwijzers van bijstand .zooals de Lager
Onderwijswet kennelijk heeft bedoeld en in de
artikelen 27 en 28 tot uiting heeft gebracht.
De door B. en W. opgelegde straf was dan
ook alleszins gerechtvaardigd te achten.
De Christ. Boer en- en Tuindersbond in
Nederland, de Kath. Boerenbond, het Kon.
Nederl. Landibouw-Comitd hebben een tele
gram verzonden aan den Minister van Econo-
mische Zaken en Arbeid, onder dagteekening
28 April; waarin door de Centrale landibouw-
organisaties aan den Minister medegedeeld
wordt, dat zij volhouden in het standpunt op
16 Maart ingenomen met en door den Aig.
Nederl. Zuivelbond, inzake heperking van den
veestapel, terwijl verzocht wordt de daartoe
strekkende maatregelen zoo spoedig mogelijk
te doen nemen.
DE LANDBOUWMACHTIGINGSWET.
Blijkens het voorloopig verslag van de
Eerste Kamer over het wetsontwerp tot ver-
leening van bevoegdheden tot het nemen van
buitengewone maatregelen in het belang van
den landbouw betreurden verscheidene leden
ten zeerste, dat het aanvankelijke wetsont
werp hetwelk ten doel had de Kroon in vrijwel
onbeperkte mate te machtigen bijzondere
maatregelen te treffen in het belang van den
landbouw, pas den 24sten Maart j.l. bij de
Tweede Kamer was ingediend, tengevolge
waarvan het in dien vorm niet meer in be
lt andeling is genomen.
Daar zij evenwel overtuigd waren de nood-
zakelijkheid van steun aan die badrij.Ven, zou
den zij thans htm stem aan dit wetsontwerp
niet onthouden, al verklaarden zij uitdmkke-
lijk, dat het wetsontwerp in zijnen tegenwoor-
digen vorm hen in beginsel slechts, zeer ten
deele bevredigde.
Vele leden verklaarden, dat zij zich met dit
wetsontwerp ten voile konden vereenigen.
Weliswaar wordt daarbij den met de zaken
van den landbouw belasten Minister een zeer
verstrekkende volmacht igegeven, doch de
leden, hier aan het woord, achtten zulks drin-
gend noodzakelijk in het huidige abnonnale
tijdsbestek, naar dien het der regeering hij
het ontbreken van een zoodanige machtiging
onmogelijk zou zijjn, voldcende te rekenen met
de sterk en snel wisselende omstaLndigheden,
welke niet kunmen worden voorzien.
Verscheidene leden betreurden, dat de
regeering bij de aanneming van dat wetsont
werp hare aanvankelijke voornemens niet ten
uitvoer zal kunnen leggen of althans niet de
plannen, geopperd in het door het lid der
Tweede Kamer, den heer Kortenhorst c.s. in-
gediende amendement, waardoor ook de on-
derscheidene crisiswetten beter met elkander
in verband zouden zijn gebracht, en dus
vruchibaarder werking zouden hebben gehad.
Ettelijke leden aarzelden hun stem aan dit
wetsontwerp te geven, daar het niet zeker is.
dat de tegenwoordige Minister van Oecono-
mische zaken en anbeid gedurende het komen-
de bewind met de uitvoering van de voor-ge-
stelde maatregelen zou worden belast.
Hiertegen werd van andere zijde aange
voerd, dat de meerbedoelde volmacht zal zijn
verleend aan „den" met de zaken van den
landbouw belasten Minister. Het geldt hier
een kwestie van vertrouwen, en men was
gaame bereid, gelet op de huidige omstandig
heden, dit vertrouwen te geven, ook al ging
de ibedoelde volmacht in vele opzichten verder
dan die, die in de jaren van den wereldoorlog
aan de regeering geschonken.
DE NOOD
VAN DE AMBACIITSBEDRIJVEN.
Het Tweede Kamerlid I. H. J. Vos heeft de
volgende schriftelijke vragen gesteld aan de
Ministers van Binnenlandsche Zaken en van
Oeconomische Zaken en Arbeid:
1. Zijn de Ministers bekend met den em-
stigen toestand, waarin vele ambachtsbedrij-
ven, vooral ten plattelande, zijn komen te ver-
keeren, door het steeds meer uitblijven van
opdrachten tot het uitvoeren van werkzaam-
heden
nadenkend, „maar hoe u erbij komt om me
zoo'n voorstel te doen, begrijp ik niet. Ik u
naar het hoofdkwartier sturen 't is te gek!
Nee, kolonel ik moet zelf gaan. En die ar-
restatie moet ik dan maar riskeeren."
Hij maakte een beweging of hij op wou
staan. Maar Granby hield hem bij zijn arm
weer.
„Post 'm dan',, stelde hij een en al ijver
voor maar opeens betrok zijn gezicht weer.
,.Och nee, natuurlijk dat gaat ook niet",
ging hi) opeens weer neerslachtig voort.
Helmuth bleef zitten en keek nadenkend.
„Dat plan is nog zoo slecht niet, kolonel,"
zei hij.
(Wordt vervolgd.)