ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Vier
txeCST*aVCt
Tweede Blad.
No. 8979
WOENSDAG 19 APRIL 1933
73e JAARGANG
~BINKEH LAND.
FEUILLETON
Vo*et!
BTJITENL AND
EEN OPDRACHT VOOR DE SCHELDE.
DE ALG. NEDERL. BOND VAN POLITIE-
PERSONEEL EN HET STAATSGEZAG.
DE TARIEVEN VAN DE BRUG BIJ
THOLEN.
HET ONDERZOEK NAAR DE RAMP
VAN DE AKRON.
UITZENDING VAN DE V.A.R.A OP
30 APRIL.
De VA..R.A. heeft zich gewend tot den
Minister van Waterstaat met het verzoek om,
nu liaar op 1 Mei a.s. geen zendtijd kan wor-
den toegestaan, haar te vergnrnen om op Zon
dag 30 April (Princesse-verjaardag) van 8 tot
12.00 uur 's avonds een w^dingsprogramma
ult te zenden.
De Minister heeft dit verzoek ingewilligd,
enlts de V.A.R.A. belooft, dat zij in haar uit-
eendiing op dien dag de gevoelens welke op den
Men April in. het overgroote deel van het
Nederlandsche volk leven, niet zal kwetsen.
De Internationale zal (ook aan het slot van
den avond) achterwege moeten iblijven.
Als de V.A.R.A. de voorwaarden van den
Minister aanneemt, meet zij dien avond van
den 29en April ruilen tegem dien van den 30en
van de A.V.R.O,
ER IS GEEN DOSSIER.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
deelt, in antwoord op een reeks schriftelijke
▼ragen van den heer D. Wijnkoop, lid van de
Tweede Kamer, over een dossier, hetwelk zou
x(jn aangelegd omtrent den by de brandstich-
ting in het Duitsche Ryksdaggebouw betrok-
fcen Nederlander M. van der Lubbe, mede:
Aangezien de vragen zijn gebaseerd op een
«xjuiste veronders telling het bestaan van
een dossier zijn zy voor beantwoording niet
vatbaar.
DE WINKELSLTJITING OP ZONDAG.
In de M. v. A. aan de Tweede Kamer be-
fcreffende het initiatief-wetavoorstel van den
heer I. H. J. Vos c.s. tot WrEiging der winkel-
xluitingswet-1930, betoogen de voors tellers
dat het noodzakelijk is voor de bepaaldelijk ge-
noemde winkels de mogelijkheid te openen op
den Zondag open te blijven. Zij handhaven
niet alleen hun voorstel, maar zij betrekken
daarin ook de winkels waarin uitsluitend of in
hoofdzaak, sigaren, tabak en sigaretten wor-
den verkocht, omdat deze evenzeer emstig te
Irjden hebben van den geschapen toestand.
Naar aanleiding van het in het Voorloopig
Verslag opgemerkte meenen de voorstellers
dat het aan beveling verdient duidelijker te
preciseeren in welke winkels op Zondag alco-
holische dranken mogen worden verkocht en
elj zijn van oordeel dat naast de winkels
welke een slijtvergunning hebben, ook behoo-
ren te worden opgenomen localiteiten, waar-
yoot een volledige vergunning is verleend.
Bij' nadere overweging kwam het ook den
voorstellers niet wenschelijk voor, versehillen--
de organen, welke los van elkaar staan, de-
xelfde bevoegdheden te geven.
Voorts komt 't hun gewenscht voor, naast
de bijzondere regelingen, welke mogelijk zijn
voor tentoonstellingen en fancyfairs, ook open-
bare verkoopingen op te nemen, welke naar
bet oordeel van B. en W. redelijkerwijze als
▼eilingen zyn te beschouwen.
AANTAL WERKLOOZEN NEEMT
GESTADIG AF.
Blijkens die officieele cijfers, zooals het de-
partement van Binnenlandsche Zaken die ver-
atrekt, valt er in de laatste maanden een
yermindering iwaar te nemen van de aantal-
len geheel en gedeeltelyk werklooze arbeiders.
Op 25 Maart stonden by de organen der ar-
beidsbemiddeling ingeschreven 343.371 ge
heel werkloozen, op 25 Februari was dit aan-
tal 382.905, en op 28 Januari 402.978. De
overeenkomstige defers voor gedeeltelijk werk
loozen zijn: 21.255, 23.160, 24.307.
Bij een werkverschaffing waren op 25 Maart
geplaatst 56.226 personen; dit aantal Is groo-
ter dan dat der vorige data, t.w. resp. 53.187
en 47.492.
Ingevolge een steunregeling ontvingen op 25
Maart 154.768 personen uitkeeringen; dit is
dus ongeveer de helft van het aantal geheel
werkloozen.
De Minister van Defensie heeft den bouw
van het casco voor de onderzeeboot O 16 op-
gediragen aan de Kon. Mij. „de Schelde". De
machinerien leyert Feijenoord.
WIE ZIJN SCHULDEN BETAlALT.
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.)
25)
(Venvolg.)
Ondertusschen liep de koningin langzaam
voort oip geen meter afstand bleef ze staan.
om met een paar van de gasten, die rechts
van me stonden, te praten. Ook Hazelrig
kreeg een beurt tot zijn onuitsprekelijke
blijdschap. Daama liep ze weer door. De
mcnschen achter me drongen op en het on-
vermjdelijke gebeurde. Ik kreeg een duw in
mrjn lendenen en kwam vlak voor haar
terecht. Zonder een spier van haar gezicht
te vertrekken, stak ze me haar hand toe. Hof-
feiyk nam ik die in de mijne, boog diep en
ging, voor het uiterlijk klam, /naar innerlijk
overweldigd, achteruit, de rij van myn nu
berouwvolle medegasten weer binnen.
Het duurde wel een paar minuten voor ik
me weer in zooverre hersteld had, dat ik ook
ce rest van het gezelschap zag. Achter de
koningin liep -een oude dame, gekleed volgens
de mode van 1880, met een kapsel, dat me
aan een stekelvarken deed denken, zooveel
joweeJen haarspelden staken eruit. Dat was
een tante van dea koning, werd me verteld.
Achter haar liepen haar twee dochters flink
ult de kluiten gewassen meiskes met een
frissche gelaatskleur.
Op dat oogenblik werd myn aandacht door
lets anders getrokken. Achter het koninklyke
gezelschap liep een man, dien ik onmiddelUjk
kerkende door de vele foto's en caricaturen
van hem in de Europeesche kranten gspubii-
•eera. Dat was niemand anders dan Generaal
Secondo de Montana, Marques de Sol, Premier
van Spanje. Hij was dik en aJjfln hoofid was
kaal op een randje grjjze krullen na. Zijn
oogen waren klein, hoi als kralen en hrel
welwillend. Zy'n geheele manier van doen
had iets kruiperigs.
Naast den Premier liep een aadere man,
die oogenblikkeltjk mijn aandacht trok
groot met peper-en-eoutkleurig haar ge
kleed in de uniform van een kamerheer
De besturen van den Koninklijken Neder-
landschen Middenstandsbond den Nederl. R.K.
Middenstandsbond en de Christelijke Vereeni-
ging van den Handeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand verzoeken ons het volgende op te
nemen:
Service is de eisch van dezen tyd voor de
verhouding van bedrijf tot afnemer.
Service is de eisch, waaraan vooral de be-
drijven van den handeldrijvenden en indu
strieelen middenstand, die met het consu-
meerend publiek in rechtstreeksch contact
staan, in zoo hoog mogelijike mate trachten te
voldoen.
Er is echter een soort van service, waarop
het koopend of werkzaamheden opdragend
publiek geen prijs moest stellen.
Dat is de overdreven, de onevenredige en on-
gemotiveerde crediet-„service".
Onder de maatregelen tot verlichting van
den druk, waaronder het economisch leven in
dezen tijd gebukt gaat, is er een, die noch aan
dien Staat, noch aan zijn burgers, iets behoeft
te kosten: het niet onnoodig uitstellen der be-
talingen aan de leveranciers.
De klachten in den winkel- en middenstand
over het traag inkomen der te vorderen gel-
den zijn niet van de lucht.
Ongetwijfeld is aan dit euvel de gedaalde
koopkracht van breede groepen der bevolking
mede schuldig.
Maar ongetwijfeld zijn er „slechte" betalers,
die slechts op een aansporing als deze wach-
ten, om goede betalers te worden.
Onnoodig uitstel van betaling dupeert den
leverancier in de emstigste mate. Hij heeft
de wissels te honoreeren van grossiers en fa-
brikant. Hem wordt in dezen tijd het bank-
crediet zooveel mogelijk ingeperkt. Ge kunt
dus hem en zijn leveranciers en bankiers veel
moeil'jkheden besparen door op tijd aan uw
verplichtingen te voldoen.
Gij wilt toch niet een factor zijn, die er toe
medewerkt, het gansche bedrijfsleven in zijn
functionneering steeds meesr te belemmeren
tot stilleggens toe?
Stimuleer den bloedsomloop van het econo
misch leven zooveel ge kunt. Dat is ook uw
belang.
Anti-crisispolitiek is niet alleen Regeerings-
taak.
Anti-crisispolitiek in dezen zin ligt binnen
het bereik van ieder burger.
Stel uw remises niet onnoodig ult!
Waardeer het, een goed betaler te kunnen
zijn.
Wees dan ook een goed en vlot betaler.
Het hoofdbestuur van den Algemeenen
Nederlandschen Bond van Politiepersoneel in
Nederland heeft den volgenden brief d.d. 27
Maart van den Minister van Justitie ont-
vangen
„Onder mijn aandacht is gekomen een ar-
tikel in het orgaan van uw bead van 15 Febr.
j.l. onder het hoofd „Solidariteit Loonsverla-
mSt den sleutel.
Toen deze man me voorby ging ontmoette
mijn blik dien van Granby. Hij maakte bijr.a
curnerkbaar een veelzeggende beweging met
zijn hoofd. De man met den sleutel was de
bewuste Hertog van Mendoza.
De haag vervormde zich tot groepjes. Alle
aanwezigen hadden nu slechts 66n gedachte
om met 's konings champagne op 's ko
nii gs gezondheid te gaan drinken. Als 66n
man trokken we op een volgende zaal af, de
grootste en fraaiste die ik tot dusver gezien
had. Van de zoldering glimlachten de nym-
phen en cupido's van Tiepolo ons lieftallig
toe, maar wtj hadden geen oogen voor het
beroemde schilderwerk. Langs de wanden
ryden zich lange tafels en daarachter stonden
talrijke en uiterst gedienstige lakeien op onze
orders te wachten. De kurken knalden en
Granby, die met Julia naast me stond, begon
zacht een liedje te zingra:
Qu'ils sont doux
Bouteiile jolie;
Qu'ils sont doux
Vos petits glou-gloux.
Opeens was by verdwenen. Ik stond naast
Julia, die met een tevreden gezichtje genoot
van een glas met goudgeel licht mousseerend
vocht, waarin kleine wilde aardbeien dreven.
Ze was van even buitengewone qualiteit als
de wijn diea ze dronk. Ze had iets, dat ik
intelligenten eenvoud zou willen noemen.
Eenvoudig te zijn is geen heksentoer en intel
ligent zijn nog minder, maar om eenvoudig
en intelligent legelijk te zijn wel, dat valt
met mee. Voor het oogenblik was ze natuur-
lyk vervuld van Troonen, Kcmingschap, Adel-
dom, Deugden, Macht.
Ik begon Julia heel sympathiek te vioden.
En Granby was het hierin, bl'_kfbaar, met me
eens. Maar waar zat de vent toch? Natuur-
lyk een quaestie van ,,plicht die roept", an
ders had hij Juila nooit in den steek gelaten.
En ja, daar zag ik hem druk in gesprek
me: Donna Ccncepcion een vorstelijke ver-
schijning met een groote, Spaansche sjaal
zwart met oranje bloemen, strak om hair
schouders. Granby stond, een en al ernst, lets
met klem te betoogen, maar naar haar hou
ding en gezicht te oordeelea voelde ze niets
voor een zwaar zakelyk gesprek. Ze <rond
hem, over haar waaier heen, koket nan t;
kiiken, schudde nu en dan haar hoofd en deed
absoluut niet overtuigd.
Opeens werd er een hand op Granby's
ging-Geo:rganiseerd Overleg". Daargelaten -den
vorkeerdien toon en uitdrukkingswijze van her
geheele stuk, komt in verschillende passages
een geest van verzet tegen de gestelde mach-
ten tot uitdrukking, welke met de plichten van
den overheidsdienaar in het algemeen en van
den politieman in het byzonder onvereenig-
baar is. Ook in het volgend nummer van 22
Februari staat een artikel onder het hoofd
„Het wereldgebeurcn" dat soortgelijken geest
ademt.
In verband met het contact, dat van Re-
geeringswege" met den bond bestaat, zal ik
gaarne vememen, of uitingen als deze geacht
kunnen worden, het standpunt vsn uw bond
weer te geven."
Hierop is o.a. geantwoord,,De uitingen,
voorkomende in de door aangehaalde arti-
kelen uit ons vakblad „De Politiebode" kun
nen niet geacht worden, het standpunt van
onzen bond weer te geven. Bedioelde artikelen
zijn afkomstig van een inzender, hetgeen
blijkt uit de letter P.. waarmede z*j zijn ge-
merkt, en de inhoud daarvan iblijft dus geheel
voor diens persocnlijke rekening. Voorts is be-
doelden inzender ibereids medegedeeld, dat der-
gelijke stukken voortaan niet meer zullen
worden geplaatst.
Teneinde u echter volledig in te lichten ook
omtrent de vraag, welk standpunt onze bond
wel inneemt, deelt hij u namens ons hoofd
bestuur beleefd mede, dat wy onzen plicht,
om het staatsgezag te dienen en dit te steu-
nen door het nauwgezet en onpartrjdig hand-
haven van wetten en verordeningen, mede uit
overtuiging van de absolute juistheid daarvan
onder alle omstandigheden wenschen na te
komen en dat wij als plichtgetrouwe dienarcn
der gemeenschap hebben te zorgen voor de
onvoorwaardelijke instandhouding van de orde,
de rust en de veiligheid in den staat.
Ons hoofdbe'stuur'vertrouwt er op, dat' met
deze verklaring ons bondsstandpunt aan dui-
delijkheid niets te wenschen zal overlaten."
Minister Donner heeft hierop geantwoord,
dat „er voor mij thans geen aanleiding be
staat, op het voorgevallene nader in te gaan.
Ik zal met balangstelling de verdere gestie
van uw bond volgen, opdat ik zie, dat deze
in woord en geschrift ook metterdaad steeds
doordrongen is van het standpunt, in uw brief
ontwikkeld."
DE KANAALPLANNEN IN
WEST-BRABANT.
Woensdag j.l. hebben het Heemraadschap
van den Rocsendaalschen en Steenbergschen
Vliet, de waterschapsbesturen en polderbestu-
ren in het gebied van genoemd Heemraad
schap. te Steemhergen een gecombineerde ver-
gadering gehouden ter bespreking van het
standpunt, dat dbor deze lichamen dient te
worden ingenemen ten opzichte van de h?a-
gende kanaalplannen in West-Brabant, meer
speciaal het ontwerp van Mr. Van Konijuen-
burg, kanaal Bath-Dinteisas.
In deze zeer druk bezochts vergadetring
werd eenstemmig tot uiting gebracht, dat de
afwateringsbelangen in het gebied van het
Heemraadschap geen kanaal eisohen.
Voor het geval dit kanaal er terwille van
de verlbetering van intemationale betrekkingen
toch zou komen, werd onder algemeene in-
stemmiag besloten, dat al het mogelijke dient
te worden verrioht om te bereiken, dat de af-
watering in het gebied niet alleen niet in een
slechtere canditie mag worden gebracht, doch
schouder gelegd. Hy draaide zich met eer. ruk
om ea boog boog diep en eerbiedig. Op
hetzelfde oogenblik, dat ik hem zag buigen
begreep ik ook die plotselinge frontverande-
ring de man, die hem stoorde, was niemand
anders dan generaal Secondo de Montana. Hij
had de metgezellin van Graaby wat te vragen
en daarom maakte hij gebruik van zijn privi-
legio als dictator, om haar mee te nemen
naar een soort van bank voor een van de
ramen en daar een geanimeerd gesprek ia het
Spaansch met haar te beginnen. Ik stond te
ver van hem af, cm te kunnen hooren, wat de
Premier zij, maar hij maakte hij haar een
dankbaar gebruik van de gelegeaheid. In zijn
eene hand had hy een glas champagne en een
pas opgestoken sigaar. En in de andere een
kiein waaiertje, dat hij voortdurend open- ea
dichtkiapte. Merkwaardig genoeg belemmer-
den al die dingen hem hoegenaamd niet in zijn
gfcwone manier van doen hy tikte zijn met-
gezellia op de wajjg, hij bewonderde haar rin-
gen en kuste haar de hand met een gemak
en een zichtbaar genoegen, of hij allsibei zijn
handen vrij had.
,,Wel", zei een stem vlak b'j mijn oor, „nu
meet ik wachten tot dat partytje goochelen
afgeloopea is".
Granby stond weer naast me. Een minuut
of wat te voren had Julia een vriendin ont-
e'ekt en samen waren ze naar een hoek van
de zaal gegaan, waar ze au zaten te praten.
Granby sprak tegen mij, maar zijn oogen
zwierven rond en ik merkte het dadelyk, toen
ze gevonden hadden, wat ze zochten. Het
volgende oogenblik wandelde hij al weg.
II: pakte hem bij zijn mouw ea hield hem
zoo tegen.
„Waar kan ik je vinden, als ik je noodig
fceb", vroeg ik.
Granlby keek me met een verdienstelyke
imitatie van een guitig glimlachje aan.
„Hier ergens in de buurt", zei hij.
Julia stond in den doorgaag naar een van
de andere zaaltjes, een fantastisch vertrek
met wanden, beschilderd met een ingewikkeld
groen dessin. Het licht van een van de
Kristallen kronen deed heur haar glanzen als
goud.
„Succes, ouwe jongen", wenschte ik hem,
toen hij wegging. En met het gevoel dat ik
in dezen nc'bel handelde, ging ik Julius P.
Hazelrig tegemoet, die juist op zijn dochter
afwandelde.
lie verwachtte een zwaren str^d, maar dat
viei mee. Hjj begca langzamerhand te veel
dat daardoor een verbetering zal worden ver-
kregen.
Noodzakelijk voor de afwateringsbelangen
werd geacht, dat een evenfcueel aan te leggen
kanaal een peil zal voaren van 1.50 M. minus
N.A.P.
Mocht om technische of andere redenen niet
te ontkomen zijn aan een kanaal met hooger
peil, dan zou men zich daarmee alleen kunnen
vereenitgen, indien de voordeelen voor de af-
watering venbonden aan een kanaal met een
peil van 1.50 M. minus N.A.P. op andere wijze
kur.nen worden verkregen, zonder dat de daar-
uit voortvloeiende lasten, zoo min voor stich-
ting als voor exploitatie, ooit op de streek
zullen worden afgewenteld.
Men schrijft aan de N. P.. Crt:
Reeds eenigen tijd wordt er actie gevoerd
om te komen tot verlaging van de tarieven
voor de Thoolsche brug, welke zooals bekend,
ecnige jaren geleden het beruchte Thoolsche
veer verving. Het gemeentebestuur van Tho-
len heeft reeds bewilligd in een verlaging, die
het /6000 per jaar zal kosten. Verder meen-
de deze gemeente niet te kunnen gaan. Men
moet hierbij niet vergeten, dat het kleine
Tholen groote kapitalen heeft moeten steken
in den bouw van de brug, die diende ter ver-
vanging van het veer, waaraan die gemeente
vroeger groote sommen verdiende.
Thans hebben Gedep. Staten, overtuigd van
de wenschelijkheid vein verlaging der tarieven
aan al de gemeentebesturen op het eiland
Tholen gevraagd een ibedrag van 0,25 per in-
wcaer en per jaar beschikbaar te willen stel
len. Als dan ook de beide provincies Noord-
Brabant en Zeeland elk f 5000 per jaar geven,
zullen de tarieven ibeduidend kunnen worden
verlaagd. i
Mochten de dorpsgemeenten, wier ingezete-
nen er toch ook mee van profiteeren, hierin
weigerachtig zijn, dan zullen geen verdere
wijzigingen komen, daar Tholen alleen volgens
Gedep. Staten niet verder gaan kan.
De gemeenteraad van Tholen toonde weder-
om van goeden wille te zijn en werkte mee, om
ook deze 0,25 per inwoner en per jaar toe
te staan.
Maar Scherpenisse en St. Annaland weiger-
den deze bijdrage, terwijl Oud-Vossemeer en
Stavenisse der Zeeuwsche traditie getxouw
een afwachtende houdiag aannamen.
Van een belangrijke verlaging als Ged. Sta
ten wilden ongeveer met een derde tot de
helft zal nu wel niets komen.
Wij merken hierbij nog op, dat toen het ging
om de vraag: zal het veer verdwijnen en plaats
maken voor een brug, er van de omliggende
gemeentebesturen ook weinig medewerking
word ondervonden, zoodat Tholen toen ten
laatste maar alleen het risieo heeft gedragen.
DE WINKELSLUITINGSWET.
Onlangs heeft, gelijk wij meldden, het
Algemeen Bestuur van den Koninkl. Nederl.
Middenstandsibcnd zich met een adres tot den
Minister van Economische Zaken en Arbeid
gewend, waarin gevraagd werd, of de Minister
zoo tijdig gevolg zal geven aan zijn aan het
Kamerlid, den heer Mr. J. A. G. M. van Hel-
leoberg Hubar, gedane toezegging, dat nog
v66r het uiteengaan der Staten-Generaal de
zoo noodzakelijke herziening der Winkelslui-
tingswet zal kunnen tot stand komen. Daarbij
werd gewezen op de omstandigheid, dat een
wetsontwerp van deze strekking niet voor-
kwam in de opgave van wetsontwerpen, welke
de regeering nog met de thans zittende Kamer
denkt te behandeleo.
In antwoord op dit d.d. 1 Maart j.l. gezonden
schrijven heeft de Minister thans medegedeeld,
dat hy tengevolge van de politieke crisis aan
van het goede te krtjgen, vertelde hij me
maar hij vond het jammer om Julia midden
uit de „pret" mee naar huis te sleepen.
„Jullie fcweeen kunnen wel op haar passen",
zei hij. ,,Ze geniet zoo van al het nieuwe dat
ze ziet. Dit is de eerste keer, dat ze in een
paleis is, en ik vind, dat ze nu maar goed
van de gelegenheid moet profiteeren. Als
haar lieve moeder nog leefde
Ik glimlachte. Julius P. Hazelrig was een
sympathieke kerel!
Hy zag me lachen en kneep me in den arm.
„Jongmensch", ging hij met een knipoogje
voort. „Ik weet, wat je denkt. Je viadt me
een zurigen ouden heer en misschien heb je
gelijk. De nieuwe wereld en de oude er is
verschil ook al zou je graag willen van niet
Jullie vinden, dat 't tijd wordt, dat de Ame-
rikanen wat verstandiger worden en wij vin
den jullie te verstandig. Maar daarom moeten
we elkaar 't een en ander leeren en 't zou
doodjammer zijn, als dat op een mislukking
uitliep. Eurcpa moet wakker gescjiud wor
sen op sommige punten dommelep jullie in
en Amerika moet wachten, tot 't zjn ver-
standskiezen heeft. En ondertusschen wat
minder redeneeren en wat meer luisteren.
En nu lach je weer, want je vindt
dat ik zelf die wijze les wel ter harte
mooht nemen. Gelijk heb je! En nu ver-
dwijn ik stilletjes, zonder dat zy" dit
met een blik naar zijn dochter „er iets van
merkt. Maar ik vertrouw erop, dat jullie haar
veilig thuis brengt".
,,Weest u daar maar gerust op", verzekerde
ik hem. „En dit wilde ik nog even zeggen
als ik mag u hoeft van de oude wereld
niets meer te leeren, meneer".
Ik keek de stampvolie zaal rend niet3
dan vermoeide gezichten en overal een atmos-
feer van intriges en eigenbelang. Het was
een fraai vertoon, met eeuwen van traditie en
scrupuleuze inachtneming van vormen, er-
achter. Maar dat was het verleden! En wie
kon zeggen, wat de toekomst brengen zou!
Hazelrig stak zijn arm door den mijne en
zoo liepen we zwtjgend door de nu bijna ver-
iaten wachtkamers. Het orkest, dat we bij
•enze komst gehoord hadden, speelde nog
steeds door in een soort van vereenzaamde
gelatenheid.
Op het portaal voor de groote trap bleef
by staan.
,.Ik beb aan kolonel Granby overgelaten
om te bepalen wat h'ij u van onze plannen wil
zijn voomemen inzake toediening der Winkel-
sluitingswet onveuwacht geen vjtvoering kan
geven. Er blijft dus voorshands voor geval-
len, dat de reeds nu te constateeren aanpas-
sing onvoldoende mocht bl'jken, niets anders
over dan de bekende afwijkingsmogelykheid
op grond van plaatselijke bijzondere omstan
digheden. voegt de Minister hieraan toe.
DE LANDBOITWMACHTIGINGSWET EN
DE MIDDENSTANDSBOND EN.
De commissie van overleg uit de drie Ned.
Middenstandsbomden heeft den Minister van
Oeconomische Zaken en Arbeid verzocht in da
advies-instanties, die bij de uitvoering -an de
Machtigingswet voor den Landfbouw zullen
worden ingeschakeld, ook een vertegenwoordi-
ging van den georganiseerden middenstand te
willen opnemen, zulks met het oog op de bo-
langen van de distribuanten van agrarische
producten.
EEN KEIZERLIJKE OVERTOCHT.
De Engelsche premier vertrekt Zaterdag
naar New-York in bet Cunardschip „Beren-
garia", dat eens de Duitsche Oceaanvaarder
„Imperator" was. Het schip is juist voor het
zomerseizoen opgeknapt en gaat straks plei-
zierreizen ondernemen. MacDonald krygt voor
zijn overtocht de vertrekken, welke de Duit
sche keizer voor den oorlog en de Engelsche
kroonprins na den oorlog hebben gehad, wan-
neer zy met dit schip reisden. Er zijn twee
slaapkamers, een voor MacDonald's dochter,
die hem op al zijn reizen vergezelt, een zit-
kamer, een onthytkeimer, een veranda en een
badkamer. Ten dienste van den premier is
er verder een gansche boekerjj, bestaande uit
werken en geschriften, welke hem bij studid
gedurende den overtocht te pas kunnen komen.
Het schip heeft twee bioscopen en in een er
van zullen drie films worden vertoond, spe-
ciaal door MacDonald uitgekozen, omdat hy
ze nog niet heeft gezien.
Volgens het oordeel van verschillende ge-
tuigen en deskundigen, die door de door de
Amerikaansche Admiraliteit ingestelde com
missie van onderzoek naar de ramp van de
Akron werden gehoord, had de ramp verme-
den kunnen worden.
Kapitein Anton Heinen, een Duitsch des-
kundige op het gebied van bestuurbare lucht-
schepen, verklaarde dat een andere navigatie-
methode dan aan boord van de Akron was
toegepast, de veiligheid had kunnen verhoo-
gen en het lucbtschip tal van moeilijkheden
zonder gevaar had kunnen doen overwinnen.
Heinen verklaarde dit niet te bedoelen als een
critiek op het beleid van den commandant
Frank McCord, doch als een algemeene op-
merking over een methode, die in principe
verkeerd was.
De meteorologische deskundige van hfet
luchtvaartstation Lakehurst gaf als zijn mee-
ning te kennen, dat elke andere manoeuvre,
dan die welke in de laatste minuten voor de
ramp was uitgevoerd, de Akron had kunnen
redden. Indien het luchtschip koers had gezet
in Westelijke richting inplaats van naar het
Noord-Oostea, zou er niets gebeurd Zjtn.
BLOEDIG GEVECHT OM EE1N EILAND.
Tusschen twee Joego-Slavische dorpen aan
de rivier de Morava is een strijd ontibrand om
een eiland, ontstaan doordat de rivier een
zijtak had gevormd, welke zich later weer
met den stroom vereenigde. Beide dorpen
eischten het bezit van dit eiland op en onder
aanvoering van de wederzijdsche burgemees-
ters begon de bevolking den bod em van het
eiland te ontginnen,
en kan vertellen", zei hij. „Maar laat ik u dit
verzekeren: de zaak is de moeite waard
ook al begrijpt u er op het oogenblik misschien
nog niets van. Als u alleen maar dit onthoudt
te zijner komt alles in orde en ik ben blij, dat
ik u beiden in dezen naast me heb".
,,U bent wel vriendelijk, meneer!" zei ik.
Een moment was ik in de verleiding om er
aan toe te voegen dat ik niet al te veel te
weten zou komen als hij het aan Granby
overgelaten had om me te vertellen, wat er
aan de hand was. Maar ik hield mijn mond.
,,Dan zal ik nu maar gaan," besliste hij.
We stonden beven aan de breede marmeren
trap. De lakeien vormden nog steeds twee
onbeweeglijke rijen. Hazelrig drukte me de
hand en ging langzaam de blanke treden af.
Ik moest onwillekeurig even lachen toen ik
zag hoe veel moeite hij zich gaf om te doen, of
hij van de pompeuse pracht om zich heen niets
zag.
In gedacbten verzonken ging ik weer naar
de voile ontvangzaal terug. De algemeene uit-
tocht was a! begonnen, maar het was er nog
een gedrang van belang en bet leek er vodler
door het rumoer dat de menschen maakten.
De koninklyke champagne had zijn werk goed
gedaan. De tongen waren aan het loskomtn en
de oogen schitterden als de juweelen om den
hals en in het haar van de draagsters. Het
bescheiden praat-gemurmel van een half uur
te voren was tot een orkaan van geluid asn-
g'eawollen.
Opeens voelde ik een hand op mijn arm.
„Hallo, ouwe jongen."
Dat was Granby.
„Wees een vriend in den nood," verzocht hi)
me, ,,en help me Dcuna Ooncepcion zoeken.
't Is meer dan tijd dat ik mijn gesprek van
daarstraks vooptzet."
,,Moet ik haar een boodsehap overbrengen?"
vroeg ik.
,,Nee. Zorg alleen maar dat je baar vindt.
De quaestie is dat ik wel wat in myn plicht
tegenover haar te kort geschoten ben. Maar
ik geloof niet. dat ze me tusschen de vingers
doorgeslipt is."
„En Julia?" vroeg ik.„Wat heb je met die
gedaan?"
,,Die staat te praten met Thwaites vaa het
Geizantschap. Als je de weduwe opgespoord
hebt, mag jij je, als belooning, een kwartiertje
met Julia bemoeien."
„Je bent wel vriendelijk," zei ik.
(Wordt vervolgd.)