ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN De Vier txeCST*aVCt Tweede Blad. No. 8979 WOENSDAG 19 APRIL 1933 73e JAARGANG ~BINKEH LAND. FEUILLETON Vo*et! BTJITENL AND EEN OPDRACHT VOOR DE SCHELDE. DE ALG. NEDERL. BOND VAN POLITIE- PERSONEEL EN HET STAATSGEZAG. DE TARIEVEN VAN DE BRUG BIJ THOLEN. HET ONDERZOEK NAAR DE RAMP VAN DE AKRON. UITZENDING VAN DE V.A.R.A OP 30 APRIL. De VA..R.A. heeft zich gewend tot den Minister van Waterstaat met het verzoek om, nu liaar op 1 Mei a.s. geen zendtijd kan wor- den toegestaan, haar te vergnrnen om op Zon dag 30 April (Princesse-verjaardag) van 8 tot 12.00 uur 's avonds een w^dingsprogramma ult te zenden. De Minister heeft dit verzoek ingewilligd, enlts de V.A.R.A. belooft, dat zij in haar uit- eendiing op dien dag de gevoelens welke op den Men April in. het overgroote deel van het Nederlandsche volk leven, niet zal kwetsen. De Internationale zal (ook aan het slot van den avond) achterwege moeten iblijven. Als de V.A.R.A. de voorwaarden van den Minister aanneemt, meet zij dien avond van den 29en April ruilen tegem dien van den 30en van de A.V.R.O, ER IS GEEN DOSSIER. De Minister van Binnenlandsche Zaken deelt, in antwoord op een reeks schriftelijke ▼ragen van den heer D. Wijnkoop, lid van de Tweede Kamer, over een dossier, hetwelk zou x(jn aangelegd omtrent den by de brandstich- ting in het Duitsche Ryksdaggebouw betrok- fcen Nederlander M. van der Lubbe, mede: Aangezien de vragen zijn gebaseerd op een «xjuiste veronders telling het bestaan van een dossier zijn zy voor beantwoording niet vatbaar. DE WINKELSLTJITING OP ZONDAG. In de M. v. A. aan de Tweede Kamer be- fcreffende het initiatief-wetavoorstel van den heer I. H. J. Vos c.s. tot WrEiging der winkel- xluitingswet-1930, betoogen de voors tellers dat het noodzakelijk is voor de bepaaldelijk ge- noemde winkels de mogelijkheid te openen op den Zondag open te blijven. Zij handhaven niet alleen hun voorstel, maar zij betrekken daarin ook de winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak, sigaren, tabak en sigaretten wor- den verkocht, omdat deze evenzeer emstig te Irjden hebben van den geschapen toestand. Naar aanleiding van het in het Voorloopig Verslag opgemerkte meenen de voorstellers dat het aan beveling verdient duidelijker te preciseeren in welke winkels op Zondag alco- holische dranken mogen worden verkocht en elj zijn van oordeel dat naast de winkels welke een slijtvergunning hebben, ook behoo- ren te worden opgenomen localiteiten, waar- yoot een volledige vergunning is verleend. Bij' nadere overweging kwam het ook den voorstellers niet wenschelijk voor, versehillen-- de organen, welke los van elkaar staan, de- xelfde bevoegdheden te geven. Voorts komt 't hun gewenscht voor, naast de bijzondere regelingen, welke mogelijk zijn voor tentoonstellingen en fancyfairs, ook open- bare verkoopingen op te nemen, welke naar bet oordeel van B. en W. redelijkerwijze als ▼eilingen zyn te beschouwen. AANTAL WERKLOOZEN NEEMT GESTADIG AF. Blijkens die officieele cijfers, zooals het de- partement van Binnenlandsche Zaken die ver- atrekt, valt er in de laatste maanden een yermindering iwaar te nemen van de aantal- len geheel en gedeeltelyk werklooze arbeiders. Op 25 Maart stonden by de organen der ar- beidsbemiddeling ingeschreven 343.371 ge heel werkloozen, op 25 Februari was dit aan- tal 382.905, en op 28 Januari 402.978. De overeenkomstige defers voor gedeeltelijk werk loozen zijn: 21.255, 23.160, 24.307. Bij een werkverschaffing waren op 25 Maart geplaatst 56.226 personen; dit aantal Is groo- ter dan dat der vorige data, t.w. resp. 53.187 en 47.492. Ingevolge een steunregeling ontvingen op 25 Maart 154.768 personen uitkeeringen; dit is dus ongeveer de helft van het aantal geheel werkloozen. De Minister van Defensie heeft den bouw van het casco voor de onderzeeboot O 16 op- gediragen aan de Kon. Mij. „de Schelde". De machinerien leyert Feijenoord. WIE ZIJN SCHULDEN BETAlALT. door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 25) (Venvolg.) Ondertusschen liep de koningin langzaam voort oip geen meter afstand bleef ze staan. om met een paar van de gasten, die rechts van me stonden, te praten. Ook Hazelrig kreeg een beurt tot zijn onuitsprekelijke blijdschap. Daama liep ze weer door. De mcnschen achter me drongen op en het on- vermjdelijke gebeurde. Ik kreeg een duw in mrjn lendenen en kwam vlak voor haar terecht. Zonder een spier van haar gezicht te vertrekken, stak ze me haar hand toe. Hof- feiyk nam ik die in de mijne, boog diep en ging, voor het uiterlijk klam, /naar innerlijk overweldigd, achteruit, de rij van myn nu berouwvolle medegasten weer binnen. Het duurde wel een paar minuten voor ik me weer in zooverre hersteld had, dat ik ook ce rest van het gezelschap zag. Achter de koningin liep -een oude dame, gekleed volgens de mode van 1880, met een kapsel, dat me aan een stekelvarken deed denken, zooveel joweeJen haarspelden staken eruit. Dat was een tante van dea koning, werd me verteld. Achter haar liepen haar twee dochters flink ult de kluiten gewassen meiskes met een frissche gelaatskleur. Op dat oogenblik werd myn aandacht door lets anders getrokken. Achter het koninklyke gezelschap liep een man, dien ik onmiddelUjk kerkende door de vele foto's en caricaturen van hem in de Europeesche kranten gspubii- •eera. Dat was niemand anders dan Generaal Secondo de Montana, Marques de Sol, Premier van Spanje. Hij was dik en aJjfln hoofid was kaal op een randje grjjze krullen na. Zijn oogen waren klein, hoi als kralen en hrel welwillend. Zy'n geheele manier van doen had iets kruiperigs. Naast den Premier liep een aadere man, die oogenblikkeltjk mijn aandacht trok groot met peper-en-eoutkleurig haar ge kleed in de uniform van een kamerheer De besturen van den Koninklijken Neder- landschen Middenstandsbond den Nederl. R.K. Middenstandsbond en de Christelijke Vereeni- ging van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand verzoeken ons het volgende op te nemen: Service is de eisch van dezen tyd voor de verhouding van bedrijf tot afnemer. Service is de eisch, waaraan vooral de be- drijven van den handeldrijvenden en indu strieelen middenstand, die met het consu- meerend publiek in rechtstreeksch contact staan, in zoo hoog mogelijike mate trachten te voldoen. Er is echter een soort van service, waarop het koopend of werkzaamheden opdragend publiek geen prijs moest stellen. Dat is de overdreven, de onevenredige en on- gemotiveerde crediet-„service". Onder de maatregelen tot verlichting van den druk, waaronder het economisch leven in dezen tijd gebukt gaat, is er een, die noch aan dien Staat, noch aan zijn burgers, iets behoeft te kosten: het niet onnoodig uitstellen der be- talingen aan de leveranciers. De klachten in den winkel- en middenstand over het traag inkomen der te vorderen gel- den zijn niet van de lucht. Ongetwijfeld is aan dit euvel de gedaalde koopkracht van breede groepen der bevolking mede schuldig. Maar ongetwijfeld zijn er „slechte" betalers, die slechts op een aansporing als deze wach- ten, om goede betalers te worden. Onnoodig uitstel van betaling dupeert den leverancier in de emstigste mate. Hij heeft de wissels te honoreeren van grossiers en fa- brikant. Hem wordt in dezen tijd het bank- crediet zooveel mogelijk ingeperkt. Ge kunt dus hem en zijn leveranciers en bankiers veel moeil'jkheden besparen door op tijd aan uw verplichtingen te voldoen. Gij wilt toch niet een factor zijn, die er toe medewerkt, het gansche bedrijfsleven in zijn functionneering steeds meesr te belemmeren tot stilleggens toe? Stimuleer den bloedsomloop van het econo misch leven zooveel ge kunt. Dat is ook uw belang. Anti-crisispolitiek is niet alleen Regeerings- taak. Anti-crisispolitiek in dezen zin ligt binnen het bereik van ieder burger. Stel uw remises niet onnoodig ult! Waardeer het, een goed betaler te kunnen zijn. Wees dan ook een goed en vlot betaler. Het hoofdbestuur van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Politiepersoneel in Nederland heeft den volgenden brief d.d. 27 Maart van den Minister van Justitie ont- vangen „Onder mijn aandacht is gekomen een ar- tikel in het orgaan van uw bead van 15 Febr. j.l. onder het hoofd „Solidariteit Loonsverla- mSt den sleutel. Toen deze man me voorby ging ontmoette mijn blik dien van Granby. Hij maakte bijr.a curnerkbaar een veelzeggende beweging met zijn hoofd. De man met den sleutel was de bewuste Hertog van Mendoza. De haag vervormde zich tot groepjes. Alle aanwezigen hadden nu slechts 66n gedachte om met 's konings champagne op 's ko nii gs gezondheid te gaan drinken. Als 66n man trokken we op een volgende zaal af, de grootste en fraaiste die ik tot dusver gezien had. Van de zoldering glimlachten de nym- phen en cupido's van Tiepolo ons lieftallig toe, maar wtj hadden geen oogen voor het beroemde schilderwerk. Langs de wanden ryden zich lange tafels en daarachter stonden talrijke en uiterst gedienstige lakeien op onze orders te wachten. De kurken knalden en Granby, die met Julia naast me stond, begon zacht een liedje te zingra: Qu'ils sont doux Bouteiile jolie; Qu'ils sont doux Vos petits glou-gloux. Opeens was by verdwenen. Ik stond naast Julia, die met een tevreden gezichtje genoot van een glas met goudgeel licht mousseerend vocht, waarin kleine wilde aardbeien dreven. Ze was van even buitengewone qualiteit als de wijn diea ze dronk. Ze had iets, dat ik intelligenten eenvoud zou willen noemen. Eenvoudig te zijn is geen heksentoer en intel ligent zijn nog minder, maar om eenvoudig en intelligent legelijk te zijn wel, dat valt met mee. Voor het oogenblik was ze natuur- lyk vervuld van Troonen, Kcmingschap, Adel- dom, Deugden, Macht. Ik begon Julia heel sympathiek te vioden. En Granby was het hierin, bl'_kfbaar, met me eens. Maar waar zat de vent toch? Natuur- lyk een quaestie van ,,plicht die roept", an ders had hij Juila nooit in den steek gelaten. En ja, daar zag ik hem druk in gesprek me: Donna Ccncepcion een vorstelijke ver- schijning met een groote, Spaansche sjaal zwart met oranje bloemen, strak om hair schouders. Granby stond, een en al ernst, lets met klem te betoogen, maar naar haar hou ding en gezicht te oordeelea voelde ze niets voor een zwaar zakelyk gesprek. Ze <rond hem, over haar waaier heen, koket nan t; kiiken, schudde nu en dan haar hoofd en deed absoluut niet overtuigd. Opeens werd er een hand op Granby's ging-Geo:rganiseerd Overleg". Daargelaten -den vorkeerdien toon en uitdrukkingswijze van her geheele stuk, komt in verschillende passages een geest van verzet tegen de gestelde mach- ten tot uitdrukking, welke met de plichten van den overheidsdienaar in het algemeen en van den politieman in het byzonder onvereenig- baar is. Ook in het volgend nummer van 22 Februari staat een artikel onder het hoofd „Het wereldgebeurcn" dat soortgelijken geest ademt. In verband met het contact, dat van Re- geeringswege" met den bond bestaat, zal ik gaarne vememen, of uitingen als deze geacht kunnen worden, het standpunt vsn uw bond weer te geven." Hierop is o.a. geantwoord,,De uitingen, voorkomende in de door aangehaalde arti- kelen uit ons vakblad „De Politiebode" kun nen niet geacht worden, het standpunt van onzen bond weer te geven. Bedioelde artikelen zijn afkomstig van een inzender, hetgeen blijkt uit de letter P.. waarmede z*j zijn ge- merkt, en de inhoud daarvan iblijft dus geheel voor diens persocnlijke rekening. Voorts is be- doelden inzender ibereids medegedeeld, dat der- gelijke stukken voortaan niet meer zullen worden geplaatst. Teneinde u echter volledig in te lichten ook omtrent de vraag, welk standpunt onze bond wel inneemt, deelt hij u namens ons hoofd bestuur beleefd mede, dat wy onzen plicht, om het staatsgezag te dienen en dit te steu- nen door het nauwgezet en onpartrjdig hand- haven van wetten en verordeningen, mede uit overtuiging van de absolute juistheid daarvan onder alle omstandigheden wenschen na te komen en dat wij als plichtgetrouwe dienarcn der gemeenschap hebben te zorgen voor de onvoorwaardelijke instandhouding van de orde, de rust en de veiligheid in den staat. Ons hoofdbe'stuur'vertrouwt er op, dat' met deze verklaring ons bondsstandpunt aan dui- delijkheid niets te wenschen zal overlaten." Minister Donner heeft hierop geantwoord, dat „er voor mij thans geen aanleiding be staat, op het voorgevallene nader in te gaan. Ik zal met balangstelling de verdere gestie van uw bond volgen, opdat ik zie, dat deze in woord en geschrift ook metterdaad steeds doordrongen is van het standpunt, in uw brief ontwikkeld." DE KANAALPLANNEN IN WEST-BRABANT. Woensdag j.l. hebben het Heemraadschap van den Rocsendaalschen en Steenbergschen Vliet, de waterschapsbesturen en polderbestu- ren in het gebied van genoemd Heemraad schap. te Steemhergen een gecombineerde ver- gadering gehouden ter bespreking van het standpunt, dat dbor deze lichamen dient te worden ingenemen ten opzichte van de h?a- gende kanaalplannen in West-Brabant, meer speciaal het ontwerp van Mr. Van Konijuen- burg, kanaal Bath-Dinteisas. In deze zeer druk bezochts vergadetring werd eenstemmig tot uiting gebracht, dat de afwateringsbelangen in het gebied van het Heemraadschap geen kanaal eisohen. Voor het geval dit kanaal er terwille van de verlbetering van intemationale betrekkingen toch zou komen, werd onder algemeene in- stemmiag besloten, dat al het mogelijke dient te worden verrioht om te bereiken, dat de af- watering in het gebied niet alleen niet in een slechtere canditie mag worden gebracht, doch schouder gelegd. Hy draaide zich met eer. ruk om ea boog boog diep en eerbiedig. Op hetzelfde oogenblik, dat ik hem zag buigen begreep ik ook die plotselinge frontverande- ring de man, die hem stoorde, was niemand anders dan generaal Secondo de Montana. Hij had de metgezellin van Graaby wat te vragen en daarom maakte hij gebruik van zijn privi- legio als dictator, om haar mee te nemen naar een soort van bank voor een van de ramen en daar een geanimeerd gesprek ia het Spaansch met haar te beginnen. Ik stond te ver van hem af, cm te kunnen hooren, wat de Premier zij, maar hij maakte hij haar een dankbaar gebruik van de gelegeaheid. In zijn eene hand had hy een glas champagne en een pas opgestoken sigaar. En in de andere een kiein waaiertje, dat hij voortdurend open- ea dichtkiapte. Merkwaardig genoeg belemmer- den al die dingen hem hoegenaamd niet in zijn gfcwone manier van doen hy tikte zijn met- gezellia op de wajjg, hij bewonderde haar rin- gen en kuste haar de hand met een gemak en een zichtbaar genoegen, of hij allsibei zijn handen vrij had. ,,Wel", zei een stem vlak b'j mijn oor, „nu meet ik wachten tot dat partytje goochelen afgeloopea is". Granby stond weer naast me. Een minuut of wat te voren had Julia een vriendin ont- e'ekt en samen waren ze naar een hoek van de zaal gegaan, waar ze au zaten te praten. Granby sprak tegen mij, maar zijn oogen zwierven rond en ik merkte het dadelyk, toen ze gevonden hadden, wat ze zochten. Het volgende oogenblik wandelde hij al weg. II: pakte hem bij zijn mouw ea hield hem zoo tegen. „Waar kan ik je vinden, als ik je noodig fceb", vroeg ik. Granlby keek me met een verdienstelyke imitatie van een guitig glimlachje aan. „Hier ergens in de buurt", zei hij. Julia stond in den doorgaag naar een van de andere zaaltjes, een fantastisch vertrek met wanden, beschilderd met een ingewikkeld groen dessin. Het licht van een van de Kristallen kronen deed heur haar glanzen als goud. „Succes, ouwe jongen", wenschte ik hem, toen hij wegging. En met het gevoel dat ik in dezen nc'bel handelde, ging ik Julius P. Hazelrig tegemoet, die juist op zijn dochter afwandelde. lie verwachtte een zwaren str^d, maar dat viei mee. Hjj begca langzamerhand te veel dat daardoor een verbetering zal worden ver- kregen. Noodzakelijk voor de afwateringsbelangen werd geacht, dat een evenfcueel aan te leggen kanaal een peil zal voaren van 1.50 M. minus N.A.P. Mocht om technische of andere redenen niet te ontkomen zijn aan een kanaal met hooger peil, dan zou men zich daarmee alleen kunnen vereenitgen, indien de voordeelen voor de af- watering venbonden aan een kanaal met een peil van 1.50 M. minus N.A.P. op andere wijze kur.nen worden verkregen, zonder dat de daar- uit voortvloeiende lasten, zoo min voor stich- ting als voor exploitatie, ooit op de streek zullen worden afgewenteld. Men schrijft aan de N. P.. Crt: Reeds eenigen tijd wordt er actie gevoerd om te komen tot verlaging van de tarieven voor de Thoolsche brug, welke zooals bekend, ecnige jaren geleden het beruchte Thoolsche veer verving. Het gemeentebestuur van Tho- len heeft reeds bewilligd in een verlaging, die het /6000 per jaar zal kosten. Verder meen- de deze gemeente niet te kunnen gaan. Men moet hierbij niet vergeten, dat het kleine Tholen groote kapitalen heeft moeten steken in den bouw van de brug, die diende ter ver- vanging van het veer, waaraan die gemeente vroeger groote sommen verdiende. Thans hebben Gedep. Staten, overtuigd van de wenschelijkheid vein verlaging der tarieven aan al de gemeentebesturen op het eiland Tholen gevraagd een ibedrag van 0,25 per in- wcaer en per jaar beschikbaar te willen stel len. Als dan ook de beide provincies Noord- Brabant en Zeeland elk f 5000 per jaar geven, zullen de tarieven ibeduidend kunnen worden verlaagd. i Mochten de dorpsgemeenten, wier ingezete- nen er toch ook mee van profiteeren, hierin weigerachtig zijn, dan zullen geen verdere wijzigingen komen, daar Tholen alleen volgens Gedep. Staten niet verder gaan kan. De gemeenteraad van Tholen toonde weder- om van goeden wille te zijn en werkte mee, om ook deze 0,25 per inwoner en per jaar toe te staan. Maar Scherpenisse en St. Annaland weiger- den deze bijdrage, terwijl Oud-Vossemeer en Stavenisse der Zeeuwsche traditie getxouw een afwachtende houdiag aannamen. Van een belangrijke verlaging als Ged. Sta ten wilden ongeveer met een derde tot de helft zal nu wel niets komen. Wij merken hierbij nog op, dat toen het ging om de vraag: zal het veer verdwijnen en plaats maken voor een brug, er van de omliggende gemeentebesturen ook weinig medewerking word ondervonden, zoodat Tholen toen ten laatste maar alleen het risieo heeft gedragen. DE WINKELSLUITINGSWET. Onlangs heeft, gelijk wij meldden, het Algemeen Bestuur van den Koninkl. Nederl. Middenstandsibcnd zich met een adres tot den Minister van Economische Zaken en Arbeid gewend, waarin gevraagd werd, of de Minister zoo tijdig gevolg zal geven aan zijn aan het Kamerlid, den heer Mr. J. A. G. M. van Hel- leoberg Hubar, gedane toezegging, dat nog v66r het uiteengaan der Staten-Generaal de zoo noodzakelijke herziening der Winkelslui- tingswet zal kunnen tot stand komen. Daarbij werd gewezen op de omstandigheid, dat een wetsontwerp van deze strekking niet voor- kwam in de opgave van wetsontwerpen, welke de regeering nog met de thans zittende Kamer denkt te behandeleo. In antwoord op dit d.d. 1 Maart j.l. gezonden schrijven heeft de Minister thans medegedeeld, dat hy tengevolge van de politieke crisis aan van het goede te krtjgen, vertelde hij me maar hij vond het jammer om Julia midden uit de „pret" mee naar huis te sleepen. „Jullie fcweeen kunnen wel op haar passen", zei hij. ,,Ze geniet zoo van al het nieuwe dat ze ziet. Dit is de eerste keer, dat ze in een paleis is, en ik vind, dat ze nu maar goed van de gelegenheid moet profiteeren. Als haar lieve moeder nog leefde Ik glimlachte. Julius P. Hazelrig was een sympathieke kerel! Hy zag me lachen en kneep me in den arm. „Jongmensch", ging hij met een knipoogje voort. „Ik weet, wat je denkt. Je viadt me een zurigen ouden heer en misschien heb je gelijk. De nieuwe wereld en de oude er is verschil ook al zou je graag willen van niet Jullie vinden, dat 't tijd wordt, dat de Ame- rikanen wat verstandiger worden en wij vin den jullie te verstandig. Maar daarom moeten we elkaar 't een en ander leeren en 't zou doodjammer zijn, als dat op een mislukking uitliep. Eurcpa moet wakker gescjiud wor sen op sommige punten dommelep jullie in en Amerika moet wachten, tot 't zjn ver- standskiezen heeft. En ondertusschen wat minder redeneeren en wat meer luisteren. En nu lach je weer, want je vindt dat ik zelf die wijze les wel ter harte mooht nemen. Gelijk heb je! En nu ver- dwijn ik stilletjes, zonder dat zy" dit met een blik naar zijn dochter „er iets van merkt. Maar ik vertrouw erop, dat jullie haar veilig thuis brengt". ,,Weest u daar maar gerust op", verzekerde ik hem. „En dit wilde ik nog even zeggen als ik mag u hoeft van de oude wereld niets meer te leeren, meneer". Ik keek de stampvolie zaal rend niet3 dan vermoeide gezichten en overal een atmos- feer van intriges en eigenbelang. Het was een fraai vertoon, met eeuwen van traditie en scrupuleuze inachtneming van vormen, er- achter. Maar dat was het verleden! En wie kon zeggen, wat de toekomst brengen zou! Hazelrig stak zijn arm door den mijne en zoo liepen we zwtjgend door de nu bijna ver- iaten wachtkamers. Het orkest, dat we bij •enze komst gehoord hadden, speelde nog steeds door in een soort van vereenzaamde gelatenheid. Op het portaal voor de groote trap bleef by staan. ,.Ik beb aan kolonel Granby overgelaten om te bepalen wat h'ij u van onze plannen wil zijn voomemen inzake toediening der Winkel- sluitingswet onveuwacht geen vjtvoering kan geven. Er blijft dus voorshands voor geval- len, dat de reeds nu te constateeren aanpas- sing onvoldoende mocht bl'jken, niets anders over dan de bekende afwijkingsmogelykheid op grond van plaatselijke bijzondere omstan digheden. voegt de Minister hieraan toe. DE LANDBOITWMACHTIGINGSWET EN DE MIDDENSTANDSBOND EN. De commissie van overleg uit de drie Ned. Middenstandsbomden heeft den Minister van Oeconomische Zaken en Arbeid verzocht in da advies-instanties, die bij de uitvoering -an de Machtigingswet voor den Landfbouw zullen worden ingeschakeld, ook een vertegenwoordi- ging van den georganiseerden middenstand te willen opnemen, zulks met het oog op de bo- langen van de distribuanten van agrarische producten. EEN KEIZERLIJKE OVERTOCHT. De Engelsche premier vertrekt Zaterdag naar New-York in bet Cunardschip „Beren- garia", dat eens de Duitsche Oceaanvaarder „Imperator" was. Het schip is juist voor het zomerseizoen opgeknapt en gaat straks plei- zierreizen ondernemen. MacDonald krygt voor zijn overtocht de vertrekken, welke de Duit sche keizer voor den oorlog en de Engelsche kroonprins na den oorlog hebben gehad, wan- neer zy met dit schip reisden. Er zijn twee slaapkamers, een voor MacDonald's dochter, die hem op al zijn reizen vergezelt, een zit- kamer, een onthytkeimer, een veranda en een badkamer. Ten dienste van den premier is er verder een gansche boekerjj, bestaande uit werken en geschriften, welke hem bij studid gedurende den overtocht te pas kunnen komen. Het schip heeft twee bioscopen en in een er van zullen drie films worden vertoond, spe- ciaal door MacDonald uitgekozen, omdat hy ze nog niet heeft gezien. Volgens het oordeel van verschillende ge- tuigen en deskundigen, die door de door de Amerikaansche Admiraliteit ingestelde com missie van onderzoek naar de ramp van de Akron werden gehoord, had de ramp verme- den kunnen worden. Kapitein Anton Heinen, een Duitsch des- kundige op het gebied van bestuurbare lucht- schepen, verklaarde dat een andere navigatie- methode dan aan boord van de Akron was toegepast, de veiligheid had kunnen verhoo- gen en het lucbtschip tal van moeilijkheden zonder gevaar had kunnen doen overwinnen. Heinen verklaarde dit niet te bedoelen als een critiek op het beleid van den commandant Frank McCord, doch als een algemeene op- merking over een methode, die in principe verkeerd was. De meteorologische deskundige van hfet luchtvaartstation Lakehurst gaf als zijn mee- ning te kennen, dat elke andere manoeuvre, dan die welke in de laatste minuten voor de ramp was uitgevoerd, de Akron had kunnen redden. Indien het luchtschip koers had gezet in Westelijke richting inplaats van naar het Noord-Oostea, zou er niets gebeurd Zjtn. BLOEDIG GEVECHT OM EE1N EILAND. Tusschen twee Joego-Slavische dorpen aan de rivier de Morava is een strijd ontibrand om een eiland, ontstaan doordat de rivier een zijtak had gevormd, welke zich later weer met den stroom vereenigde. Beide dorpen eischten het bezit van dit eiland op en onder aanvoering van de wederzijdsche burgemees- ters begon de bevolking den bod em van het eiland te ontginnen, en kan vertellen", zei hij. „Maar laat ik u dit verzekeren: de zaak is de moeite waard ook al begrijpt u er op het oogenblik misschien nog niets van. Als u alleen maar dit onthoudt te zijner komt alles in orde en ik ben blij, dat ik u beiden in dezen naast me heb". ,,U bent wel vriendelijk, meneer!" zei ik. Een moment was ik in de verleiding om er aan toe te voegen dat ik niet al te veel te weten zou komen als hij het aan Granby overgelaten had om me te vertellen, wat er aan de hand was. Maar ik hield mijn mond. ,,Dan zal ik nu maar gaan," besliste hij. We stonden beven aan de breede marmeren trap. De lakeien vormden nog steeds twee onbeweeglijke rijen. Hazelrig drukte me de hand en ging langzaam de blanke treden af. Ik moest onwillekeurig even lachen toen ik zag hoe veel moeite hij zich gaf om te doen, of hij van de pompeuse pracht om zich heen niets zag. In gedacbten verzonken ging ik weer naar de voile ontvangzaal terug. De algemeene uit- tocht was a! begonnen, maar het was er nog een gedrang van belang en bet leek er vodler door het rumoer dat de menschen maakten. De koninklyke champagne had zijn werk goed gedaan. De tongen waren aan het loskomtn en de oogen schitterden als de juweelen om den hals en in het haar van de draagsters. Het bescheiden praat-gemurmel van een half uur te voren was tot een orkaan van geluid asn- g'eawollen. Opeens voelde ik een hand op mijn arm. „Hallo, ouwe jongen." Dat was Granby. „Wees een vriend in den nood," verzocht hi) me, ,,en help me Dcuna Ooncepcion zoeken. 't Is meer dan tijd dat ik mijn gesprek van daarstraks vooptzet." ,,Moet ik haar een boodsehap overbrengen?" vroeg ik. ,,Nee. Zorg alleen maar dat je baar vindt. De quaestie is dat ik wel wat in myn plicht tegenover haar te kort geschoten ben. Maar ik geloof niet. dat ze me tusschen de vingers doorgeslipt is." „En Julia?" vroeg ik.„Wat heb je met die gedaan?" ,,Die staat te praten met Thwaites vaa het Geizantschap. Als je de weduwe opgespoord hebt, mag jij je, als belooning, een kwartiertje met Julia bemoeien." „Je bent wel vriendelijk," zei ik. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5