ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier Eerste Blad. Wegens het Paaschfeest No. 8978 VEIJDAG 14 APRIL 1933 73e Jaargang, zal a.s. Maandag GEEN nummer van dit blad ver- schijnen, BINNENLAND. FEUILLETO N BUITENLAND GENTSCHE AUT0SCH00L - ABONNEMEXT8PRIJ8Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 5,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,overige lan den 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor ellcen regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent brj vooruitbetaling. Grootere letters en clicbe's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND UITOEFENING KIESREOHT door personen, die in djenstbetrekking zijn. De Burgemeester van TER NEUZEN, her- innert personen bij wie, en bestuurders van tbijizondere ondememingen en instellingen, waanbij personen, die den leeftijd van vijf en tiwintig jaren hebben bereikt, in dienstbetrek- king zijn: dat zij, volgens art. 55 der Kieswet, ver- plioht iijta te zorgen, voor zoover met bij alge- meenen maatregel van bestuur vrrjistelling is verleend, dat ieder van dozen, die bevoegd is tot een te houden stemming mede te werken, gedurende ten minste tiwee achtereenvolgende uren, tusschen acht uren des voormiddags en vijf uren des namiddags, daartoe gelegenheid vinde dat zij, volgens art. 56 van genoemde wet, voor zoover arbeid wordt verricht in fabrieken of werkplaatsen, verpMcht zrjn te zorgen, dat in bet arbeidslokaal en, zoo er meerdere arbeidslokalen zijn, in bet grootste of wel in meer dan den arbeidslokaal, gedurende twee werkdagen v66r, en op den tot stemming be- paalden tijd op een zichtbare wijize is opgehan- gen een door hen of van hunnentwege onder- teekende lijst, de twee achtereenvolgende uren, bovenibedoeld, vermeldende, voor elk afeonderlijk of groepsgewijze of voor alien getzamenlijk; dat, volgens art. 151 der Kieswet, over- treding van bovenstaande voorsohriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste vjjf en zeventig gulden. Bij Koninklijk besluit van 27 Mei 1929 (Staatsblad no. 265), gewrjizigd bij Koninklijk besluit van 13 Aug. 1930 (Staatsblad no. 363), is in verband met het vorenstaande bepaald, dat vrijstelling wordt verleend aan de in artikel 55 der Kiesiwet bedoelde personen en bestuurders van bijizondere instellingen en ondernemingen ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijnde personen, welke uit hoofde van die dienstbetrekking op den dag der stemming tusschen de in vermeld artikel genoemde tijdstippen niet gedurende twee achtereenvolgende uren vertoeven in de ge- meente, waar Zij' bevoegd zijn aan de stem ming deel te nemen, of in een aangrenzende gemeente. Lijsten, op te hangen in fabrieken en werk plaatsen, als in art. 56 der Kieswet bedoeld, zijn ter gemeente-secretarie verkrijgbaar. Ter Neuzen, 13 April 1933. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. De Nederlandsche Spoorwegen hebben ten gerieve van het publiek en ter venzekering van een behoorlijken treinenloop op den Zaterdag vodr Paschen en op de Paasch- dagen zelf, verschillende maatregelen ge- troffen. Men vsrzoekt de aandacht van het publiek te vestigen op de extra treinen, welke in den reisgids voorkomen, benevens op de j nader getroffen maatregelen, welke worden bekend gemaakt door middel van strooibil- jetten, die aan de stations verkrijgbaar zijn. Deze maatregelen omvatten zoowel extra- treinen, als ook extra-verbindingen, waardoor overstappen wordt voorkomen. MAG GEMEENTE OBLIGATIES IN PAND GEVEN Een recente Koninklijke beslissing beeft de aandacht gevestigd op de geldelijke moei- lijkheden, waarin sommige gemeenten ver- keeren. De gemeenteraad van Oude-Niedorp beeft 30 Juni van het vorig jaar besloten ter ver- krijging van kasgelden een zestal in het be- zit der gemeente zijnde obligaties (nominale waarde f 6000te verpanden. Daarbij werd bepaald, dat slechts zoovele van deze obliga ties zouden worden uerpand, als noodig was om de meest dringende betalingen te kunnen voldoen, met dien verstande, dat voor elk te leenen bedrag niet meer effecten zouden wor den verpand dan tot een reeele waarde van 140 pet. van het te leenen bedrag. De ge meenteraad overwoog daarbij, dat het niet mogelijk was kasgelden te verkrijgen, anders dan op onderpand van effecten en dat het dringend noodzakelijk was de benoodigde gel- den ten spoedigste te verkrijgen, daar de ge meente niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen. Ged. Staten van Noord-Holland onthielden aan dit raadsbesluit hun goedkeuring uit overweging, dat het crediet van de gemeente gevaar loopt geschaad te worden, wanneer een bezit, dat tot zekerheid strekt van alle schuldeischers van de gemeente ten behoeve van een nieuwen schuldeischer wordt ver pand en dat tot zoodanige verpanding in casu ook geen aanleiding bestond aangezien ter voorziening in de behoefte aan kasgeld, ingevolge de wet van 11 Eabr. 1932, zoo noo dig, de hulp vam het Rijk kan worden inge- roepen. De gemeenteraad van Oude-Niedorp kon zich niet met het standpunt van Ged. Staten viereenigen en ging in beroep bij de Kroon. De Kroon was van meening, dat Ged. Sta ten van Noord-Holland terecht op de in het bestreden besluit vermelde gronden him goed keuring aan het raadsbesluit hadden onthou- den en heeft het beroep van den gemeente raad ongegrond verklaard. „DE ZEVEN PROVINCIEN". Een groot aantal personen heeft een open brief gericht aan de regeering en de leden der Staten-Generaal, welke brief is geredi- geerd door een commissie, waarin zitting had den mr. H. Giltay, Emile Knappert, Hildo Krop, dr. D. de Lange, Jacoba F. D. Mossel, HenriStte Roland Hoistv. d. Scbalk en dr. jhr. Nico van Suchtelen. In dezen brief wordt betreurd, dat de regee ring de muiterij op ,,De Zeven Provincien" met geweld heeft onderdrukt. Aangedron- gen wordt, de grondwettige rechten van de mindere schepelingen en van hun organisa- ties op geene wijze te verkorten, hen, die aan de protestacties tegen de gageverlaging heb ben deslgenomen niet verder te straffen en verder een algemeene amnestie van politieke delicten in Indie af te kondigen. BIJEENROEPING TWEEDE KAMER VERZOCHT. Naar gemeld wordt, hebben een tiental Tweede Kamerleden van verschillende rich j tingen een verzoek gericht tot den voorzitter van de Tweede Kamer om de Kamer alsnog bijeen te roepen tegen Woensdag 19 April. De bedoeling van dit verzoek, waarvan de door FRANCIS BEEDXNG (Nadruk verboden.) 24) (Vervolg.) NEGENDE HOOFDSTUK. De receptie ten hove. .Granby," began ik, „waarom gaan we naar het Paleis? Doe me een genoegen en vertel me dat." We zaten naast elkaar in een taxi, die voor het oogenblik vastgemetseld zat in het per manent te drukke verkeer van de Puerta del Sol. De twee uur, die er sinds ons onceremo- nieel vertrek uit de villa verloopen waren had den we besteed, om ons te baden en te klee- den en een zeer dragelijken maaltijd te ver- orberen en nu waren we op weg naar de receptie ten hove. ,,Omdat iedereen gaat", zed Gramby. „Maar waarom wij dan ook?" protesteer- de ik. „De koninklijke wrjnkelders moeten huns gelt ken niet heJtoben". „Dat is een reden die mij te banaal is". „De koningin is een Engelsche. Ze dankt den hemel als ze een paar „Eiland"-gezichten ziet". ,,Hare Majesteit ziet ons toch niet. Plicht gaat voor, zelfs voor koninginnen". ,,Speciaal voor koninginnen", zei Granby. ,,Dus waarom gaan we?" Julia Hazelrig is er ook", zei Granby. Waarom ga i k dan?" vroeg ik. „De weduwe komt eveneens". ,,Die is evenmin voor mij bestemd. Als 't je niet dadeljjk lukt, probeer dan eens Granby schopte me met eea voet met lak- schoen tegen mijn scheen. .Julius P. Hazelrig is ook van de partij", viel hjj me in de rede. „En, als ik 't wel heb, ben jij van hoogerhand tot zijn kindermeisje gepromoveerd". ,,Maar dit is mijn vrije avond!" protesteer- de ik. „En dan komt of is er nog iemand", ging Granby voort. „Iemand met wien we binnen- kort kennis zullen maken. Of ik moest 't al erg mis hebben". Onze taxi had zich achter de lange queue auto's aangesioten en heel langzaam schoven we op den hoofdmgang van het paleis af. Op een gegeiven oogenblik gingen we onder een poort door en kwamen zoo op een groote, gele binnenplaats. Het koninklijk paleis staat, om zoo te zeggen, aan den uitersten rand van de stad en naar alle kanten, op een na, loopt het berrein sterk hellend af. Schuin onder ons zagen we uitgestrekte tuinen met groot, statig geiboomte. ,,Ik hoop, dat de ge'heimzinnige meneer of juffrouiw voor wie ik me al die moeite geef, 't waard zal zijn", zei ik, terwijl ik mijn ban- den in witte handsckoenen wrcag, die me be- slist twee nummers te klein waren. „Ik denk van wel", zei Granby droogjes. De taxi hield stil brj twee pracbtig uitge- doste lakeien, die het eind van een rooden looper bewaakten. „De geheimzirnige meneer is de Hertog van Mendcza", zei Granby onder het uitstappen. „Hij is er vansuvond beslist moet er trou- wens zijn. Zooals ik je vanmiddag al verteld heb is hij kameiheer van den koning en als zoodanig moet hij bij officieele gelegenheden acte de presence geven". Naast elkaar gingen we langzaam de ge- weldiig breede trap op. Op elke trede stonden j twee lakeien, ieder aan een kant, in de ko- ninklijke livrei: rood en gouden jas, blauwe broek en zwaar gepoederd haar. En om de zooveel treden flankeerden 's konings helle heer Van den Heuvel eerste onderteekenaar is, is een beslissing uit te lokken, waardoor het den Minister van Economische Zaken en Arbeid mogelijk zal worden alsnog zonder dat daarvoor een bijzondere wet noodig is, een steunregeling voor de bloembollenkweekers te treffen. CRISISVAR tENSWET. De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft bepaald, dat de termijn, waar- voor de heffingen krachtens de Crisisvarkens- wet zullen gelden, zal veriengd worden tot 27 Mei aanstaande. OVEREENSTEMMING BEREIKT IN RIJN V A ARTBESPREKIN GEN. Het Centraal Bureau voor de Rijn- en Bin- nenvaart meldt aan het Nederlandsch Corres- pondentiebureau te 's-Gravenhage Vertegenwoordigers van de regeeringen, van de reederijen en van de particuliere schip- pers hebben Woensdag in Duisburg vergaderd op uitnoodiging van de Duitsche en van de Nederlandsche regeering en onder voorzitter- schap van Ministerialdirektor Klausener van het Reichsverkehnministerium teneinde den noodtoestand op de Rijnvaart te bespreken. De diepgaande besprekingen brachten in dezen zin overeenstemming, dat de grondslag voor al de te treffen maatregelen moet zijn het principieel behoud van het vrije bedrijf en voorts vrijwillige overeenkomsten tusschen de Rijnvarenden van elk land en tusschen de betrokken landen onderling. Men mag spreken over een algemeenen wil om de maatregelen te ontwerpen en in te voeren, welke voor een leniging van de nooden der Rijnvarenden noodzakelijk zijn, hoewel de uitgesproken gedachten nog een grondig on- derzoek noodig hebben. Dit onderzoek zal zoo snel mogelijk plaats vinden, zoodat een nieuwe vergadering mag worden verwacht tegen het begin van Mei. DEENSCHE ZORGEN. Denemarken is nu schrijft de N. R. Crt. bevrijd van zijn zorgen over het Land van Erik de Roode, dat voortaan Land van Chris- tiaan X zal heeten. Noorwegen heeft dezen ,,veroveringsooriog" even voorbeelddg geein- digd als het hem geivoerd heeft, nadat het daartoe nu eenmaal was overgegaan. Toen de beslissing van het Haagsche Hof gevallen was heeft het geea oogenblik getreuzeld die uit te voeren. Als de klap op de vuurpijl volgde het telegrafisch opheffen van de bezetting op de uitspraak. Dat de kwestie opgeworpen was heeft ons steeds verkeerd geleken; de blik- semsnelle wijze waarop Noorwegen er een einde aan heeft gemaakt was een demonstra- tieve hulde aan het intemationale recht en een voorbeeld aan alle naties, waarvoor Noor wegen de erkentelijkheid van de wereld ver- dient. Maar ternauwemood is Denemarken deze territoriale zorg te boven of een nieuwe doemt op, die van heel veel erns-tiger karakter kan worden. Denemarken heeft op het oogenblik last van het Duitsche nationaal-socialisme aan zijn Sleeswijksche grens. De Duitsche bevolking vormt in de streek baardiers in hun zeventiende-eeuwsche uni form de treden. Toen we voorbij gingen hierven ze hun hellebaarden op en lieten die, bij wijze van groet, met het zware ondereinde op het marmeri van de trap neerkomen. V66r we het eerste portaal bereikt hadden, was ik al diep onder den indruk van mijn eigen ge- wichtigheid. De troonzaal liep snel vol. Om er te komen, moesten we verscheidene tusschen- kamers door de een nog prachtiger dan de andere en ettelijke kamerheeren voorbij, die met elkaar in gewichtigheid en ongenaak- baarheid wedijverden. De zaal, waar we op de komst van de leden van het vorsteniiuis moes ten wachten, was een buitengewoon mooi ver trek, met een plafond van Tiepolo, met muren, behangen met purper, en tiwee tronen, beide Lodewijk de Vijftiende. Groote kronen van geslepen Spaansch kristal h'ngen, in twee rijen, van het plafond naar omlaag. We stonden er nog geen vijf minuten, toen we Mr. Hazelrig en zijn dochter zagen binnen- komen. ,,John", fluisterde Granby me toe, toen ze naar ons toekwamen, ,,weet je wat verdeeling van arbeid is? Daar zal ik je zoo dadelijk een staaltje van laten zien". Met den gefluisterden raad om den „ouwe lieer" vooral aangenaam bezig te houden, liet Granb me meteen daarop met Hazelrig staan en verdween zelf met Julia naar het rustigste hoekje, dat hij vinden kon. En al keek ik geergerd, in mijn hart nam ik hem zijn desertie niet kwalijk, want Julia in wit satijn met niets dan een rafijnen witten sluier als versiering, was bepaald een beaute en daarbij zoo jong en frisch, dat het een ver- towikkeling was om naar haar te kijken. Opeens werd er een hand zwaar op mijn sohouder gelegd. )rDat meisje, Mr. Baxter", zei de stem van Hazelrig met een klajik erin, dlie me ontroer- de, is alles wat ik op de wereld heb en als ik haar zie zooals nu, in die wit satijnen japon, moet ik voortdurend denken aan den dag toen die Denemarken in 1919 heeft terug gekregen, een minderheid. Denemarken is zeer voorzich- tig geweest in hetgeen het wilde aanvaarden. Het heeft er niet naar gestreefd partij te trek- ken van de overwinning van anderen. Reeds voor den oorlog ten einde was heeft de kei- zerlijke Duitsche regeering contact gezocht met Kopenhagen over een nieuwe grensrege- ling, die men te Beri'ij'n als een nuttige biilijk- heid beschouwde waarmede men veel sym- pathieen in heel de Scandinavische wereld hoopte terug te winnen. Ter vredesconferentie hebben de Denen zich uit alle macht verzet tegen de wat al te omvangrijke goede gaven welke de geallieerden, in hun streven om Duitschland zooveel mogelijk te verzwakken, hun hadden toegedacht. In een cnlangs ver- schenen Duitsch boek, van dr. W. Ziegler, over den vrede van Versailles, dat met veel oordeel maar ook met groote scherpte het Duitsche standpunt inneemt, wordt de wijze gematigd- heid der Denen zelfs uitbundig geprezen. Wijs is die gematigdheid geweest. Zij deed afstand van Flensburg, welke nationale herinneringen aan die vroeger zuiver Deensche stad ook mochten vastzitten, omdat zij nu eenmaal in haar groei tot een sterk overwegend Duitsche stad was geworden. Men wilde bovea alles vrede in eigen land, vrede met de Duitschers. In de zone, waar een volksstemming voorge- schreven was, stemden bij de beslissing 25 van de stemgerechtigden voor Duitschland. Ondanks de oeconomische moeilijkhedea waar mede dit gebied sedertdien te worstelen heeft gehad en die heel goed aanleiding hadden kunnen zijn voor de boeren om naar de Duit sche bescherming van den landbouw en de Duitsche markten terug te verlangen, is het overzicht van de Deensch-gezindheid er steeds grooter geiworden. Bij de parlementsverkie- zing in November 1932 konden de Duitsche candidaten nog slechts 13 pet. der uitgabrach- te stemmen op zich verzamelen. Wij herinneren aan dit alles om den letzer een denkbeeld te geven van den nationalen toestand in dat gebied, en van de houding der Denen in den t)rj'd toen het hun teruggegeven werd. Nu heeft daar onder de Duitschers het nationaal-socialisme zijn intrede gedaan. Psychologisch is het begrijpelrjk, dat zij, aan- getast door het felle nationalisme dat thans over de Duitsche wereld gaat, ijveren voor den terugkeer naar het Rijk. Voor hun gevoel moet het op het oogenblik ondragelijk zijn, dat in streken, die eens tot het Duitsche Rijk heb ben behoord, Duitschers onder vreemde heer- schappij staan. Dit moet nog te pijnl'jker zijn als het hun zelf betreft. Dit verklaart de agitatie der Sleeswijkers die zeer overmoedig optreedt. Zij vinden thans, na het gebeurde in Duitschland, iedere overwinning vanzelfsprekend. Zij nemen moties aan in hun vergaderingen, waarin ge- wezen wordt op het onvermijdelijke van de hereeniging met het overige Sleeswrjk, doch waarin grootmoediglijk hun Deensche mede- burgers, die een zoo groote meerderheid vor- men, achting voor hun Deensche beschaving in het nieuwe Rijk wordt beloofd. Geunifor- meerde nazi's komen over de grens en nemen ijverig aan agitatie en vergaderingen deel. Daar kan men hooren dat de hereeniging ,,bliksemsnel" in haar werk zal gaan, wat on- dubbelzinnig aanduidt in welke richting de ge dachten gaan. Er is ook een Deensche natkmaal-socialis- tische baweging in die buurt, die eveneens de bruine uniform draagt. Deze werd eerst van Deenschen kant als een geizond tegenwicht tegen de Duitsche organisatie beschouwd. Blijkbaar bestend ook zij voor het grootste gedeelte uit Duitsche elementen, die echter nog niet de vrijmoedigheid bezaten voor de af- scheiding van Denemarken te ijveren; want ik haar lieve moeder naar het altaar voerde". Na die uitbarsting keek hij verlegen, maar niet half zoo verlegen, als ik me voelde. Op dat oogenblik werd een deur in den versten wand opengeduwd en kwamen eenige zes of zeven, leek het me martiale figu- ren in hofkleeding, met korte broek en witte zijden kousen, de zaal in. ,,'s Konings kamerheeren", fluisterde iemand achter me. „Mr. Baxter", de stem van Hazelrig klonk gewichtig, „een schouwspel als dit doet me pas goed begrijpen, hoezeer jullie hier in Europa den symbolischen kant van het open- bare leven waardeert. Maar vertel me eens wat beteekent dat goudenornament, dat ze juist boven juist boven hm! het onderste deel van hun rug dragen?" ,,Dat is de beroemde sleutel", vertelde ik hem. ,,'t Dateert nog van Columbus. Dat zit zoo. In die dagen hadden de luitjes aan het hof, die werkelijk wat in de melk te brok- ken hadden, een sleutel, waarmee ze in elke kamer van het paleis konden komen. Die sleutei is een soort van erfstuk alleen de oudste families hebben ze nog". Hazelrig keek eerbiedig naar den bewusten sleutel. „Maar waarom dragen ze 'm juist daar, op dlie speciale plaats? Stel je voor, dat ze willen gaan zitten?" „Een kamerheer mag niet zitten", fluister de ik heesch terug. OndertussChen wandelden we als reactie op uitnoodigende gebaren van de hoogwaar- digheidsbekleeders, die Mr. Hazelrig zoo be- langwekkead vond, en-bloc de roode zaal uit en gingen een andere kamer biruien, of eigen- lij.k een reeks andere, want elke volgende kwam weer in een daarop volgende uit en hoe verder we kwamen, hoe rijker van aankleeding de vertrekken werden. In een daarvan speelde een vrij groot orkest. Niemand luisterde emaar .behaive wij in het voorbijgaan, gedu rende de paar minuten die we noodig hadden om de zaal door te loopen. De laatste van de nu is een belangrijk gedeelte daarvan naar de Duitsche beweging overgeloopen. Merkwaardig is dat Deensche ambtenaren van Duitsche nationaliteit, eenige predikanten, een onderwijizer, een hospitaaldokter, vooraan staan in dezen tegen den Deenschen staat ge- richte beweging, en zich zelfs op bijizonder krasse wijze uiten. Het is heel begrijpelijk dat de Deensche grensbevolking door dit alles zeer verontrust en tegelijkertijd zeer geprik- keld is geraakt, en van de regeering krachtige maatregelen eischt; in de eerste plaats tegen het birniendringen en agiteeren op Deenseh ge bied van geuniformeerde nationaal-socialisten uit het Duitsche Sleeswijk. De Duitsche overheid aan den anderen kant van de grens toont uiterl'ijk nog geen belang- stelling voor deze beweging; zij laat haar blijkbaar slechts betijen. Namens het Rijks- bestuur heeft Alfred Rosenberg in een gesprek met den correspondent van Berlingske Tidende te Berlijn gerustellende verizekeringen ge- geven: Duitschland wil in de beste verstand- houding met Denemarken leven. Wat hij ech ter precies dacht van de territoriale eischen der Sleeswijksche nazi's zeide hij niet; met groote behendigheid wist hij dit cardinale punt in de kwestie te vermijden. Dit hoeft nog niet te beteekenen, dat de regeering te Berlijn met genoegen zou zien dat op de Sleesw'ijksche grens nu iets zou gebeuren; het tegendeel is waarschijnlijk. Berlijn wil op het oogenblik alle moeilijkheden met de buitenwereld ver mijden. De belangen in Noord Sleeswijk zijn niet groot genoeg om daar op dit oogenblik eenig conflict voor over te hebben. Et- zijn voor Berlijn veel belangrijker kwesties van dien aard die op oplossing wachten, en wier oplossing door een incident met Denemarken slechts zou kunnen worden bemoeilijkt. Maar tegel'ijlkertijd wil men blijkbaar toch geen water gieten op het nationalistisohe vuur der joage lieden die nu zoo krachtig hun ijver toonen in en voor het afgestane gebied. In dien ijver steekt het grootste gevaar. Zooals de dingen nu bezig zijn zich te ont- wikkelen moeten onbedachtzaamheden, blik- semsnelle handelingen, niet ondenkbaar wor den geacht. Het schijnt echter dat de Deensche regee ring, die zoo Jang mogelijk de vrijbeid van poli tieke uiting heeft geeerbiedigd, nu den toe- stand al te bedenkelijk begint te vinden. Het verluidt dat zij een venbod van alle partij- uniformen in Denemarken voorbereidt. Dii zou dan niet enkel voor de nationaal-socialis ten en dergelijke groepea gelden; de conserva- tieve jeugd heeft ook reeds haar „groenhem- den", haar stormtroepen"; zij zal zich even eens daaraan moeten onderwerpen. De regee ring ziet zich gedwongen een einde te maken aan dit spelletje, aangezien het op zich zelf onschultdige jeugdvermaak nu velen bedenke lijk gaat stemmen en in Noord Sleeswijk wer kelijk emstige gevaren kan teweegbrengen. Alles bij elkaar genomen is de toestand daar niet pleizierig. Noord Sleeswijk moge noch politick noch wat den practischca kant betreft een prableem vormen dat met dat van den Poolschen corridor ook maar in de verte te vergelijken is; in en achter dien corridor staat het sterke Polen en tenslotte ook het oppermachtige Frankrijk, terwijl naar den Deenschen kant een avontuur veel minder ge- vaarlijk zou zijn. BESTUURDER: R. MORTIER Lange Meire, 2 (Kouter) Gent Telefoon: 19393 "i Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor i degelijk en voll. onderricht. Zondagleer- gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt. (Ingez. Med,) serie ontvangvertrekken, waar ik toevallig vlak bij Granby kwam te staan, had wanden, bespannen met donker groen brokaat, waaraan drie prachtige portretten van Spaansche Bourbons, geschilderd door Goya, hingen. Ik vroeg me af, waarom die daar hingen. Als ik een Bourbon geweest was, zou ik ze, als ge- vaarlijk voor de dynastie, op zolder, in een donker hoekje, hebben laten zetten. Want Goya was een satiirieke rakker. Hier bleven we, in een drie of vier rijen dikke haag, netjes lamgs de wanden staan wachten. Op een gegeven oogenblik kwam van achter een deur aan mijn rechterhand, gemas- keerd met zwaar afhangend, groen fluweei, het lichte tikken van stokken op hout. Drie kamerheeren kwamen de rechbhoekige deur- opening door en onmiddellijk achter hen liepen de koning en de koningin. De koning was gekleed in de uniform van kapitein-generaal van de infanterie. Dadelijk bij de deur sloeg hp, op den voet gevolgd door zgn beide zoons, naar reehts af en liep langzaam de haag van gasten langs. Dan riohtte hij het woord tot den een, dan tot den ander. De koningin daarentegen - een vorstelijke vexschijning in lichbtlauw en wit satijn sloeg naar links af en kwam onzen kant op. In haar haar droeg ze een diadeem van turkooizen en briljanten en dwars over haar borst liep het bruin en zwarte lint van de Orde van Maria Louise. Bepaald koninklijk!" dacht ik. En meteen daarop veilbaasde ik me over den invloed, die er van datgene, waarvoor het woord koning- sohap bestaat, uitgaat een invloed, die mij een zeer modern denkenden jongeman, tot zoo'n qualificatie had kunnen brengen. Maar in mijn gevoelen stond ik niet alleen Iedereen was onder den indruk vooral degenen die zouden lachen en de schouders ophalen, als het voorbij was. Even ontstond er zelfs een gedrang waarschijnlijk om den koning en de prinsen te kunnen zien en, zoo mogelijk, te hooren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1