ALGEMEEN NIEUWS- F.N AtWEBTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Tweede Blad. binnenland OoorZeeuwsch-Vlaanderen in't Verleden buitenlahd No. 8977 WOENSDAG 12 APRIL 1933 73e JAARGANG v, VoVc<4 door A. M. WESSELS. RAAI) VAN STATE. In een op Dmsdag 25 April te houden ver- gad cring van don Rand van State zal d nieuw benoemde vice-president, jhr. mi. F. Beelaerts van Blokland als zoodanig worden gelnstalleerd. BARMEN SMEENGE BOOM GEPLANT. Ter herdenking van het vele werk, dat mr. Harm Smeenge voor Drenthe heeft gedaan, is een eikenboom geplant bij den ingang van den Harm Smeenge Straatweg in De Wijk. Vele officieele personen waren aanwezig, oa. mr. De Vos van Steenwijk, commissaris cler Koningin in Drente, en burgemeesters tdt den amtrek. Eet woord werd gevoerd door den heer .T. ten Wolde namens de Liberale Staatspartij in De Wijk. De commissaris der Koningin sprak namens bet provinciaal bestuur. De heer Steeman uit Meppel bood den heer Smeenge een oorkonde aan. De boom werd vervolgens geplant door den heer Smeenge en zijn dochter, mevrouw Van ftielSmeenge. Tenslotte sprak mr. Smeenge een woord van dank voor de hem gebrachte hulde. RAAI) VOOR DE VISSCHERIJ. Bij Kon. besluit van 31 Maart zijn voor den ttfd van drie jaar in den raad voor de vis- •cherij benoemd: a. tot lid van de afdeeling voor de zeevis- adierij de heeren J. F. Klercq te Haarlem, J. J. de Niet te Soheveningen, A. Ouwehand Dzn. te Katwijk aan Zee, Joh. Polderman te IJmui- den en Joost Pot Fzn. te Vlaardingen; to. tot lid van de afdeeling voor de kust- vtescherij de heeren B. van den Berg Dzn. te Bruinisse, H. S. Bol te Zoutkamp, Willem Bout te Tholen, J. Ruitenborg te Wieringen, O. J. C. Verhaart te Ierseke, en Jac. de Visser te Moerdjjk, met bepaling, dat de heer Jac. de Visser tevens wordt aangewezen tot lid van de afdeeling voor de riviervisscherij; c. tot lid van de afdeeling voor de rivier visscherij de heeren WBaks Bzn. te Wou- drichem, J. A. Biesters te Heerewaarden, H. Kersbergen te Usselmonde en P. Kooy te Ra- verswaay d. tot lid van de afdeeling voor de binnen- vtescherij de heeren H. Aalderink te Gronin- gen, W. Gaastra Sr. te Jutrijp, W. Oskamp te Eegveld, H. Thjjsseling te Lemmer en W. Ver- donk te Wormerveer, met bepaling, dat de heer H. Aalderink tevens wordt aangewezen tot lid van de afdeeling voor de riviervisscherij. (St.ct.) ELECTRICTTEITSRAAD. Bij Kon. besluit is, behoudens nadere rege- Jtag bij de wet, voor den tijd van vijf jaren een Electriciteitsraad ingesteld. Deze raad heeft tot taak den minister van Waterstaat op verzoek, dan wel eigener be- weging van advies te dienen omtrent aange- legenheden betreffende de electriciteitsvoor- tftening. Voor het bedoelde tijdvak zijn tot lid en voorzitter benoemd: prof. ir. G. J. van Swaay, •ud-minister van waterstaat, te Delft; en tot leden: H. P. J. Bloemers, burgemees- ter van Groningen te Groningen; prof. mr. dr. G. W. J. Bruins, oud-hoogleeraar aan de Han- delshoogeschool te Rotterdam te Wassenaar; jhr. S. van Citteirs, oud-commissaris der Ko ningin in de provincie Gelderland, lid van de Kerste Kamer te Brummen; mr. J. F. Sch6n- ield, administrates bij het departement van Waterstaat, te 's Gravenhage. Aan den raad zal de minister van Water staat een secretaris toevoegen. De raad is bevoegd in het belang van de vervulling van zijn taak de medewerking in te roepen van openbare lichamen, colleges en aatoriteiten. De minister zal bij den raad een bureau in- Stellen. Dit bureau bereidt de behandeling van naken in den raad voor en verschaft aan den mad de noodige voorlichting. Het bureau of het hoofd daarvan dient ver ier den minister van advies in de gevallen, dat deze daarom vraagt. De verdere regeling van de organisatie en de werkzaamheden van den raad en van het (Alie vragen, opmerklngen etc., deze Historische Rubriek betreffende, te zen- den aan den heer A. M. WESSELS, Conservator Museum te Goes.) XLVIII. Uit Axel's Historie. IV. De „overgave" van Axel. De artikelen der capitulatie. Tn onze vorige schets zagen wrj, dat Axel „onneembaar" werd geacht en dat alles in orde was, om de ingevallen Franschen het hoofd te bieden. Men was op alles voorbe- reid en de bastions Nassau, Ter Veere, Ter Goes, Ter Thoolen, Zierikizee en Oranje waren welvoorzien. Maar wat ging er nu gebeuren? Nauwelijks rees de lichtende morgen van den 15den Mei 1747 of er vertoonden zich voor de stad aan de overzijde van het kanaal -op de schorren van St. Jacob een ge- deelte der Fransche troepen, die op het hoog- ste en vaste deel van dat schor bezig waren oen batterij op te werpen en tranchdes te maken, om van daar uit de stad Axel onder ruur te kunnen nemen. Het was voorzeker een ondememing zegt Scharp, waar weinig geest in zat. Want men was zeer van het water afhankelijk. Zoo de stand van het water op dien tijd iets hooger ware gerezen, al hun werk zou vemield zijn bureau aismede van de wijze van samenwer- king tusschen den raad, het bureau en andere rijksdiensten geschiedt zoo noodig door den minister. LIBERAEE RADIO-UITZENDINGFJV. Voor de liberale staatspartij De Vrijheids- bond zullen, naar het bestuur van de vereeni- ging van liberale radio-amateurs mededeelt, voor de radio als sprekers optreden op 15 April 8'uur mr. H. J. Knottenbelt en dr. S. E. B. Bierema; op 25 April, 6V2 uur, mr. D. Fock en dr. I. H. J. Vos. WAAKT TEGEN BOSCH- EN HEIDEBRAND. De Directeur van het Staatsbosohbeheer schrijft De Paaschdagen, vooral de tweede Paasch- dag, zijn voor velen een uitgezochte gelegen- heid om naar buiten te trekken en te genie- ten van bosch en heide. Deize beide voorjaars- dagen, vaak begunstigd door mooi weer, leenen zich daartoe bij uitstek. De tegen- woordig zoo talrijke verkeersmiddelen stellen welhaast een ieder in de gelegenheid onze bosch rijke streken te bezoeken, ten einde daar rust en verpoozing te vinden. De boschbezitter echter ziet de Paasch dagen met angst en vreeze naderen, doordat in die dagen het gevaar voor het ontstaan van bosch- en heidebrand zeer groot zijn. Verleden jaar hebben in ons land op Goe- den Vrijdag, den daarop volgenden Zaterdag en den eersten en den tweeden "Paaschdag niet minder dan 132 branden gewoed. Daar- door werden 929 H.A. bosch en heide ver- woest en is een schade aangericht van ruim f 24.000. Veel natuurschoon is toen verloren gegaan. Veel branden ontstaan door onvoor- zichtigheid met vuur, zooals het achteloos wegwerpen van brandende lucifers, eindjes sigaret, die, nadat zij zijn weggeworpen, ge- heel opbranden. Vooral de stedeling is zich veelal niet er van bewust, dat het rooken in bosch en heide gedurende den brandgevaar- lijken tijd groot gevaar kan opleveren. Alles is in het vroege voorjaar in de bos- schen nog dor en droog en zelfs na regenrijke dagen kan een enkele droge dag met krach- tigen wind het gevaar voor brand' doen terug- keeren. Laat een ieder op de komende Paaschdagen uiterst voorzichtig zijn met vuur in bosch en heide. De aandacht zij er op gevestigd, dat tegen- woordig in verschillende gemeenten verorde- ningen bestaan, waarbij het rooken in bosch en heide gedurende het brandgevaarlijke jaar- getijde is verboden. Helpt alien mede, bosch- en heidebranden te voorkomen. PRINS WILLEM VAN ORANJE- HERDENKING. De Regeerings-penning. Omtrent den Regeeringspenning, geslagen ter gelegenheid van de herdenking van de geboorte van Prins Willem van Oranje door de Rijksmunt, worden de volgende bijzonder- heden gemeld. Het leven en strijden van Prins Willem ver- toont talrijke hoogst boeiende facetten, welke alle waard zouden zijn, hun weerspiegeling op het duurzame metaal te vinden. Bij het doen van een keuze hieruit voor den penning, welken de Nederlandsche Regeering ter her- innering aan 's Prinsen geboortejaar 1533 deed vervaardigen, is het beeld gekozen van den man, dien het Wilhelmus laat zeggen: „Mijn Schilt ende Betrouwen Sijt Ghij, o, God Mijn Heer". Het beeld van den strijder, die, het zwaard afgelegd, zich buigt voor Hoogere Macht, door Wie hij zich in gunst en ongunst der tijden geleid heeft gevoeld. De tegenzijde van den penning geeft 's Prinsen veelzeggende zinspreuk. ,,Saevis tranquillus in undis" weer, d.i. Rustig te mid den van de woedende baren, waarvoor reeds in zijn tijd het ijsgevogelte, met zijn ietwat legendarisch nest, dat ongehinderd op de gol- ven zou drijven, tot een sprekend zinnebeeld is gestempeld. Ons volk, in bijna al zijn ge- ledingen, ziet in Prins Willem nog steeds geworden, en zelve zouden zij in levensgevaar gekomen zijn om te verdrinken. Onmiddellijk werd de commandant van Axel, generaal Zoute, hiervan op de hoogte gesteld. Toen de ordonnans het hem be nch tte zeide hij: „Ik geloof er absoluut niets van." Men drong er echter op aan, dat de gene raal zich vanaf de bastions zou overtuigen. Hij ging mee en nam polshoogte. Van verre zag hij de witte monteeringen en linnen kie- len der Franschen die aan de tranchees werk- ten. Hij weigerde vooralsnog zijn ongelijk te bekennen en sprak: „Wees toch wijzer, dat zijn de Franschen niet. Dat is een kooi schapen, die, naar ge- woonte, op de schorren wordt gedreven". De uitkomst zou echter leeren, dat het alles- behalve schapen waren. De door de generaal gedachte „schapen" werkten rustig door en stelden hun batterij op. Het leed geen twij- fel, of deze stelling was gemaakt, om kracht bij te zetten aan de opeisching der stad, in naam van den Koning van Frankrijk, welke eisch nog denzelfden dag werd gesteld. Een Fransch officier, met een trommelsla- ger en vier soldaten, hadden de kans gezien, om, van uit de richting Hulst via het veer Luntershcek in dit eiland Axel te komen aan de sluis van Bsoostenblije, dus tusschen het Fort Nassau en het Zaamslagsche Veer door. Het is wonderlijk om te gelooven, maar zij zagen kans om ongezien achter de versterkin- gen der onzen door ts gaan. Dit pleit in geen geval vcor waakzaamheid, want dat een persoon ongemerkt door kan sluipen is nog aan te nemen, doch 6 personen, dat is toch nog al kras. terecht den grondlegger van onzen Staat. Daarop berust een diepgewortelde vereering, versterkt nog door de wetenschap dat een sterk streven naar verdraagzaamheid in zoo veel, dat de menschen verdeeld hield, een van de sprekende eigenschappen van Prins Willem is geweest. De thans uitgegeven penning kan dienen, om deze vaderlandsche gedachte levendig te houden. Daarom wordt de madaille, waarvoor Oswald Wenckelbach de ontwerpen vervaardigde, op verschillende wij- zen en zoodanige voorwaarden beschikbaar gesteld, dat zij onder het bereik van zeer velen kan komen. De Regeeringspenning wordt verkrijgbaar gesteld in vier uitvoeringen. Bovendien zijn nog voor ruime verspreiding (bijv. ter uitrei- king aan schoolkinderen) draagpenningen be schikbaar. EEN NIEUW LIED VAN SCHIJN EN WEZEN. Weinige oogenblikken nadat de grondwet van 1919 te Weimar in de Nationale Verga- dering was aangenomen, liepen wij, schrijft de N. R. Crt. minister Erzberger tegen het lijf. Wij wilden hem gelukwenschen met het zooeven voltooide werk dat de consolidatie be- teekende van het nieuwe Rrjk, in welks stich- ting hij een zoo groot aandeel had gehad. Maar hij had daarvoor ternauwemood nog aandacht: hij zag op dat oogenblik duidelijker dan te voren een nieuw en groot doel voor zich en -slechts daarover wilde hij spreken. „Nu moeten wij met voile kracht aanwerken op de eenheid van het Rijk", zoo zeide hij in zijn Zwaafschen tongval. Hij was onmisken- baar zeer opgewonden, maar meer nog om het nieuwe probleem, dat hij nu voor oogen had dan om het oude dat zoo juist tot oplossing was gebracht. Met al zijn eigenaardigheden en zwakheden is Erzberger de moedigste staatsanan geweest dien de reputoliek heeft bezeten. Hij heeft daarvoor ook met veel vervolging en ten slotte met zfln leven moeten boeten. Op dat oogen blik blaakte hij van strrjdlust, want hij, de geboren Zuid-Duitscher, wist zoo goed als iemand hoeveel tegenstand hij ontmoeten zou bfl zijn streven naar het stichten van edn groot volk, dat de plaats zou innemen van het mozaiek der Duitsche federatie. De eenheid van het Duitsche Rijk kon slechts het voortbrengsel zijn van een revolu- tie. Voor Bismarck was zij niet mogelijk ge weest. Hij had de rechten te respecteeren en de instemming met zijn daden noodig van al die bondsvorsten, welke in de oogen van hun cnderdanen de beveiliging vormden tegen de gevaren die zij van een al te nauwen band met Pruisen vreesden. Jaioersch waren al die staten en vorsten op hun zelfstandigheid. Toen November 1919 de vorsten had wegge- vaagd waren vele formeele, op feodaliteit en rechten van souverein berustende beletsels verdwenen. Maar gebleven was de vrees der volken voor de almacht van Pruisen en hun gehechtheid aan oude rechten en eigenaardig heden. Die nu wilde Erzberger te lijf. Hij was in inzicht zijn tijd ver vooruit. De eerste pogingen tot unificatie waren met wan- trouwen begroet. Ware hij in leven gebleven, dan zou hij toch, met zijn taaiheid en over- redingskracht en door de macht van zijn onbevreesdheid, het vraagstuk een heel eind verder hebben gebracht. Met zijn dood echter was hst van de baan, ofschoon het toen mis- schien van grooter beteekenis werd dan ooit te voren. Veel anarchie uit de eerste periode van de republiek, veel verspilling en misbruiken, die later inslopen, waren een gevolg van het voort- bestaan van de verstrekkende zelfstandigheid der bondsstaten, die nu voortaan vrijstaten of landen werden genoemd. De invloed van het centrale rijksbestuur, waar deze noodzakelijk vcor het heele Rijk moest gelden, stuitte af op allerlei gewestelijke stemmingen en eigenaar digheden. In de staten gebeurden dingen tegen den geest van het algemeen, die buiten de Duitsche wereld in West Europa niet mogelijk zouden zijn geweest. Berlijn was machteloos tegen bevoorrechting van vriendjes, tegen be- peikingen van de geljjkheid der burgers welke met de grondwet onvereenigbaar waren, tegen misbruiken in financieel beheer, die nergens een centrale regeering onverschillig konden laten. Het stelsel van 17 eigen regeeringen met meer of minder volledige stellen ministers en hun ambtelijken aanhang, van evenvele parle- menten met eigen politieke meerderheden en Ongezien dus, stapten zij tot aan het eind v^i den nieuwen Dijk door, tot bij de Land- poort. Hiervoor aangekomen, gaf de offi cier bevel de trommel te roeren. Nauwelijks klonken de eerste slagen of de wacht van de Landpoort, kwam te voorschijn. Dit was dan ook het doel van den officier, die aan den commandant der Landpoort mede- deelde, dat hij een schrijven van den Markies De Gontades, die het bevel over de Fransche troepen voerde, bij zich had, dat voor de Axel- sche commandant, generaal Zoute, bestemd was. Hij werd geblinddoekt en naar het Stad- huis te Axel gebracht. Bjj de generaal binnen gebracht, eischte hij, onder minzame beloften en trotsche bedrei- gingen, de overgave der stad. Tot groote verwondering stemde Zoute in met het voor- stel om onderhandelingen aan te knoopen. Den volgenden dag kwam de Fransche Bri gadier De Broglio met nog een Franschen kolonel en secretaris, die met den Krijgsraad van Axel onderhandslden. Het resultaat was, dat de stad bij capitulatie, zonder bloedstor- ting of plundering aan de Franschen werd uitgeleverd. Eerlijk moet echter erkend, dat, toen de 17de Mei de poorten en de stad met Fran schen bezet waren, dat de vriendelrjkheid en goede krijgstucht der vijanden, het verlies van onze vrijheid zoo draaglijk mogelijk maakte. Wij twijfelen er niet aan, of velen zullen gaarne het officieele merkwaardige document willen bezitten, en weten wat er in dit stuk der Capitulatie staat: Wij nemen het geheel over: Copie van de „Capitulatie der Stad Axel, op ,,den 16 Mey 1747 gemaakt, door den Heer eigen rechten ten opziohte van dingen, waar- over feitelijk geen verdeeldheid mocht heer- schen in een natie, was, wat ook zijn andere gebreken mogen geweest zijn, om te beginnen al buitensporig duur. Duitschland was een land met onwaarschijnlijk vele ministers en met onwaarschijnlijk vele dure instellingen, die slechts uit nationalen trots der afzonder- lijke staten gehandhaafd werden. De grondwettige regeeringen na den dood van Erzberger hebben de regionale nationale gevoelens altijd zeer ontzien. Enkele groote staten, zooals Beieren, Baden en Wurtem- berg zijn in het bijzonder kampioenen geweest voor de eer.biediging van die gevoelens. Zagen zij gevaar opdoemen voor hun bijzondere rech ten dan sohrikten zij zelfs voor dreigementen niet terug. En die te trotseeren heeft, v66r Hitler, geen enkele regeering aangedurfd. Daardoor was de toch reeds financieel zwaar drukkende Duitsche administratie nog extra duur. Er viel niet aan te veranderen. Het laatste felle en niet vergeefsche ver- zet van de Zuid-Duitsche staten heeft plaats gevonden toen von Papen in Juni 1932 begon Pruisen naar zijn hand te zetten. Dit bood toen een eigenaardig tafereel: Men zag de partijen, die vroeger voor de hegemonie van het Rijk in alle gewesten hadden gepleit, deze beiweging steunen omdat zij inging tegen de aantasting der grondwettige rechten waarop weliswaar de onafhankelijkheid van de bond- staten berustte, maar tevens ook zooveel be veiliging voor burgerlijke vrijheden welke men toen reeds in gevaar voelde. Von Papen heeft terdege rekening moeten houden met dit verzet. Daaruit ontstond de merkwaardige, halfslachtige positie van de Pruisische regee ring van Braun. Nu echter is de nieuwe revolutie gekomen en zij heeft het kunnen wagen de zelfstandig heid der landen op te heffen. Zij zullen voort aan van Berlijn uit door stadhouders worden geregeerd. Het politiseeren in de landen is on- mogelijk gemaakt door het verbod van moties tegen of voor de plaatselijke regeeringen. Principieel is hiermede aan den ouden toestand een einde gemaakt. En, naar het ons wil voor komen, tevens aan de mogelijkheid van een restauratie der monarchien. Immers, evenmin als het voor een aspirant keizer aannemelijk kan zijn de positie van Hindenburg over te nemen nadat dezen zelfs het elementairste recht van een staatshoofd, de afkondiging der wetten, ontnomen is, evenmin zal een van de rechthebbenden op de kleinere Duitsche tronen zich kunnen leenen voor de rol van stadhouder van Berlijn, met tot taak zijn volk den wil van Berlijn op te leggen, terwijl de vroegere beteekenis der vorsten steeds is ge weest dat zij een bolwerk waren tegen de Berlijnsche overheersching. Men beschouwt nu alle dingen te Berlijn zoo razend eenvoudig. Men neemt een besluit en een kiwestie van welken omvang-jzij moge zijn is uit de wereld. Met de vervan- ging van Kastl door een nazi als hoofd van het Verbond der Duitsche Industrie was de sociale kwestie verholpen. Met de Jodenkwes- tie ging het al even eenvoudig. Enz. Nu is het Rijk een eenheid. Maar men wacht zich de practische consequentie daaruit te trekken. De staatspresidenten worden ver- vangen door stedehouders, dat lijkt voorloopig het belangrijkste. De partijgenooten, die an- dersdenkenden als ministers, als ministerieele ambtenaren, als parlementsleden hebben op- gevolgd, wil men blijkbaar niet taleurstellen door de administratieve consequenties te trek ken uit den nieuwen toestand. Het eerst noodige wat als belangrijkste resultaat ervan mocht worden verwacht, blijft, zoover wij zien, achterwege. Allerlei staatsruiven, die konden worden opgeruimd, blijven ten genoege van de aanhangers, die belooning verwachten, voortbestaan. Ja, de staatsruiven zullen nu buitensporig veel vulling eischen. Want naast de benoe- ming van nieuwe ambtenaren vindt nu pen- sioneering van oude ambtenaren op abnor- maal groote schaal plaats. Het is een ver- plaatsen van moeilijkheden. Ondersteuning aan werkloozen en soldij aan S.A.-mannen worden door pensioenen en wachtgelden ver- vangen. Of dit een voordeel is weten wij niet; ook niet hoe het werk zal vlotten met zooveel nieuwelingen. Maar wel weten wij dat heel wat misleidende schijn wordt geschapen. Wij moeten vreezen, dat dit ook met de eenheid van het Rijk vooralsnog in belangrijke mate het geval zal zijn. GOEDE NABUURSCHAP MET NEDERLAND EN BELGIe. Het „Handelsblad" meldt: De nieuwe hoofdcommissaris van politie te Aken, Hermanns, heeft bij zijn ambtsaan- vaarding een rede gehouden, waarln hij ook de critiek in het buitenland over hetgeen thans in Duitschland geschiedt, heeft besproken. Hermanns is zelf geen lid der nat.-soc. partij en verklaarde dat nooit eenigen invloed op hem is uitgeoefend om zich bij die partij aan te sluiten. Beoordeel het nieuwe Duitschland niet verkeerd", zeide hij. ,,Laat dit land recht wedervaren. Juist dat buitenland, dat een rustige ontwikkeling der dingen in Duitschland wenscht, heeft er belang bij, dat die ontwik keling niet door 't buitenland gestoord wordt. Wij wijzen geen critiek van het buitenland van de hand, maar volgens een uitspraak van Hitler, moet „een recht tot critiek, plicht tot waarheid zijn". .Wanneer thans tallooze Duitsehers, vooral hier in het grensgelbied, die niet tot de regee- ringspartijen behooren, toch den nationalen staat willen dienen, dan gebeurt dit vooral omdat zij daarin de laatste kans zien om Duitschland en geheel Europa voor het bolsje- wisme te behoeden. Ik ben er van overtuigd, dat men in Neder- land en Belgie deze daad van Hitler zal waar- deeeren. In het buitenland wordt er steeds weer op gewezen, dat in Duitschland een haard van Europeesche onrust is. Men mag echter niet vergeten, dat de hoofdoorzaak van deze on rust het verdrag van Versailles is. Het Duit sche volk kan niet tot rust komen, zoolang het niet dezelfde rechten als de andere volken heeft. Juist wij menschen, aan de grens hier willen met onze buren in vrede leven. Wij willen niets liever dan een goede verstandhouding bewaren met onze Hollandsche naburen. Nooit zullen wij vergeten, wat wij in de zwaarste uren van ons lot, vooral voor onze „durch fremde schuld" uitgehcngerde vrouwen, moe- ders en kinderen gedaan hebben. Wij zullen ook de teere draden, welke tus schen ons en Belgie gesponnen zijn, verster- ken, hoewel wij wel weten, dat de wonden Eupen en Malmedy duurzame en harteljjke betrekkingen in den weg staan. Moge hetgeen ik hier zeg met dezelfde op- rechtheid opgevat worden, als het hier wordt uitgesproken". VIJF NAZI'S DOODGESCHOTEN. Te Dusseldorf zijn Vrijdagnacht drie S~A.- mannen door een onbekende man neergescho- ten. Van de vijf door hem geloste schoten troffen drie doel. De drie S.A.-mannen wer den zwaar gewond, twee van hen verkeeren in levensgevaar. De dader kon nog niet wor den gearresteerd. Te Hamburg zijn naar de politie mededeelt, Zaterdag twee leden van den nationaal- socialistiscnen marine-storm uit het Marx- Volkshuis nabtj cafe „Austria", toen zij daar in uniform passeerden, neergeschoten. De een werd in de ruggegraat, de ander in de longen getroffen. Beiden zijn naar een ziekenhuis overgebracht en konden nog niet verhoord worden. EEN REVOLUTIE IN ANDORRA. De jongemannen in de republiek Andorra hebben dezer dagen, naar Reuter uit Barce lona meldt, een beweging ontketend met de bedoeling het algemeen kiesrecht te verkrij- gen. Zij zijn daarin geslaagd. Tot dusver hadden in Andorra alleen de gezinshoofden van 25 jaar en ouder het kiesrecht voor den Grooten Raad der Dalen. Eerst weigerde de raad in het verzoek vac de jongemannen om algemeen kiesrecht te treden, maar daarna gaf hij toe. De datum der verkiezingen onder het nieuwe stelsel zou alreeds zijn vastgesteld. Verder is besloten, dat de raad, die tot dus- ver zijn besluiten met gesloten deuren nam. voortaan in het openbaar zal vergaderen. De revolutie in Andorra is zonder bloedver- gieten verloopen; zij heeft minder dan een uut geduurd, maar zij heeft een toestand ver- anderd, die eeuwenlang had bestaan. Tot- dusver hadden uitsluitend de geizinshoofden het stemrecht gehad en zoo lang het gazins- hoofd leefde mochten noch zonen, noch klein- zonen hun stem uittorengen, ook aiet al waren. zij zelf hoofd van een gezin. De thans opzij gezette oude bestuursvorm, volgens welken het land bestuurd werd door een ,,parlement" en twee commlssarissen, dag- teekent uit 1278. De eene commissaris is de bisschop van Urgel, de andere het hoofd van den Franschen staat. „Generaal Zoute, Commandeerende de Stad „en Ambacht, en verdere Heeren van den „Krygsraad, met den Heer Marquis de Con- ,,tades, Commandant over de Troupes van „zyne Allerchristelijkste Majesteit van Vrank- „rijk, gecampeerd by de Clinge. „Art. 1. „De Stad en het Land van Axel zal gesteld „worden in handen van de Fransche Troupes, ,,die door den Generaal Contades zullen gezon- ,,den worden. „Art. 2. „Alle de Troupes van het Guamizoen, en „die gecampeerd liggen, zullen daar uit mar- „cheeren naar Zeeland, mede neemende hunne „Vaandels, Standaaren, Geweer, Paarden enz., „met alle Krygseer; zy zullen geconduifeerd .worden door den Heer Generaal Zoute en „alle verdere Officiers, en aan den Heer Gene- ,,raal Zoute worden toegestaan vier kleine „Veldstukken, drie pond schietende, voor een „merkteeken van deeze gedaane zaak. „Art. 3. ,,De Helft van de Troupes zal Embarquerren „den 19den, en de andere helft den 20sten, die „van de Stad eerst. „Art. 4. „Alle Magazynen en Ammunitie van oorlog „en mondbehoeften, en geschut en alle Effec- ,,ten van hun Hoog Mog. zullen gesteld wor sen in handen van den Commissaris, door „den Generaal de Contades daar toe te be- „noemen. „Art. 5. „De twee Poorten van de Stad zullen den „17den geoccupeerd worden, ieder met vier „Compa,gnien Grenadiers, Fransche Troupers ,,Art. 6. „Het Fransch Guarnizoen, dat door den „Generaal Contades gedestineerd is voor de „Stad, zal den 19den daar in trekken, zoo dra „de Hollandsche Troupes daar uit zyn, ..Art. 7. „Alle Sauvegarden van Hun Hoog Mog. zul- „len den 17den en 18den door gelyke Fransche Sauvegarden gereleveerd worden. „Art. 8. ,,Daar zullen aan de Troupes van Hun Hoog „Mog. geleeverd worden de noodige Wagens „en Paarden tot hun Transport. „Art. 9. „Aan de Magistraat en Burgers en Ingeze- „tenen van de Stad en het Land wordt dezelfde ..Capitulatie verleend, als aan die van Sluis, ,,en Hulst". Welke Capitulatie woordelijk alzoo is uitge- voerd, behalven alleen, dat 'er geene drlepon- ders Veldstukken waaren, om te voldoen aan Art. 2, weshalven de Fransche Generaal den Heer Zoute geaccordeerd heeft vier stuk- ken metaal Kanon, a vier pond Bals. Circa 1% jaar is Axel bezet geweest. Op 28 Januari 1749 werd de stad weer ontruimd. en werd door de Regeering, op verzoek van den heer Friballet, openlijk afgekondigd, dat wie geld moest hebben van de Franschen, rjjn nota in kon dienen. Voorzeker werd deze daad op hoogen prijs gesteld. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5