ALGEMEEN NIEUWS- F.N AtWEBTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Tweede Blad.
binnenland
OoorZeeuwsch-Vlaanderen in't Verleden
buitenlahd
No. 8977
WOENSDAG 12 APRIL 1933
73e JAARGANG
v, VoVc<4
door
A. M. WESSELS.
RAAI) VAN STATE.
In een op Dmsdag 25 April te houden ver-
gad cring van don Rand van State zal d
nieuw benoemde vice-president, jhr. mi. F.
Beelaerts van Blokland als zoodanig worden
gelnstalleerd.
BARMEN SMEENGE BOOM GEPLANT.
Ter herdenking van het vele werk, dat mr.
Harm Smeenge voor Drenthe heeft gedaan,
is een eikenboom geplant bij den ingang van
den Harm Smeenge Straatweg in De Wijk.
Vele officieele personen waren aanwezig,
oa. mr. De Vos van Steenwijk, commissaris
cler Koningin in Drente, en burgemeesters
tdt den amtrek.
Eet woord werd gevoerd door den heer .T.
ten Wolde namens de Liberale Staatspartij in
De Wijk. De commissaris der Koningin sprak
namens bet provinciaal bestuur. De heer
Steeman uit Meppel bood den heer Smeenge
een oorkonde aan.
De boom werd vervolgens geplant door den
heer Smeenge en zijn dochter, mevrouw Van
ftielSmeenge.
Tenslotte sprak mr. Smeenge een woord
van dank voor de hem gebrachte hulde.
RAAI) VOOR DE VISSCHERIJ.
Bij Kon. besluit van 31 Maart zijn voor den
ttfd van drie jaar in den raad voor de vis-
•cherij benoemd:
a. tot lid van de afdeeling voor de zeevis-
adierij de heeren J. F. Klercq te Haarlem, J. J.
de Niet te Soheveningen, A. Ouwehand Dzn.
te Katwijk aan Zee, Joh. Polderman te IJmui-
den en Joost Pot Fzn. te Vlaardingen;
to. tot lid van de afdeeling voor de kust-
vtescherij de heeren B. van den Berg Dzn. te
Bruinisse, H. S. Bol te Zoutkamp, Willem
Bout te Tholen, J. Ruitenborg te Wieringen,
O. J. C. Verhaart te Ierseke, en Jac. de Visser
te Moerdjjk, met bepaling, dat de heer Jac. de
Visser tevens wordt aangewezen tot lid van
de afdeeling voor de riviervisscherij;
c. tot lid van de afdeeling voor de rivier
visscherij de heeren WBaks Bzn. te Wou-
drichem, J. A. Biesters te Heerewaarden, H.
Kersbergen te Usselmonde en P. Kooy te Ra-
verswaay
d. tot lid van de afdeeling voor de binnen-
vtescherij de heeren H. Aalderink te Gronin-
gen, W. Gaastra Sr. te Jutrijp, W. Oskamp te
Eegveld, H. Thjjsseling te Lemmer en W. Ver-
donk te Wormerveer, met bepaling, dat de heer
H. Aalderink tevens wordt aangewezen tot lid
van de afdeeling voor de riviervisscherij.
(St.ct.)
ELECTRICTTEITSRAAD.
Bij Kon. besluit is, behoudens nadere rege-
Jtag bij de wet, voor den tijd van vijf jaren
een Electriciteitsraad ingesteld.
Deze raad heeft tot taak den minister van
Waterstaat op verzoek, dan wel eigener be-
weging van advies te dienen omtrent aange-
legenheden betreffende de electriciteitsvoor-
tftening.
Voor het bedoelde tijdvak zijn tot lid en
voorzitter benoemd: prof. ir. G. J. van Swaay,
•ud-minister van waterstaat, te Delft;
en tot leden: H. P. J. Bloemers, burgemees-
ter van Groningen te Groningen; prof. mr. dr.
G. W. J. Bruins, oud-hoogleeraar aan de Han-
delshoogeschool te Rotterdam te Wassenaar;
jhr. S. van Citteirs, oud-commissaris der Ko
ningin in de provincie Gelderland, lid van de
Kerste Kamer te Brummen; mr. J. F. Sch6n-
ield, administrates bij het departement van
Waterstaat, te 's Gravenhage.
Aan den raad zal de minister van Water
staat een secretaris toevoegen.
De raad is bevoegd in het belang van de
vervulling van zijn taak de medewerking in
te roepen van openbare lichamen, colleges en
aatoriteiten.
De minister zal bij den raad een bureau in-
Stellen. Dit bureau bereidt de behandeling van
naken in den raad voor en verschaft aan den
mad de noodige voorlichting.
Het bureau of het hoofd daarvan dient ver
ier den minister van advies in de gevallen, dat
deze daarom vraagt.
De verdere regeling van de organisatie en
de werkzaamheden van den raad en van het
(Alie vragen, opmerklngen etc., deze
Historische Rubriek betreffende, te zen-
den aan den heer A. M. WESSELS,
Conservator Museum te Goes.)
XLVIII.
Uit Axel's Historie. IV.
De „overgave" van Axel.
De artikelen der capitulatie.
Tn onze vorige schets zagen wrj, dat Axel
„onneembaar" werd geacht en dat alles in
orde was, om de ingevallen Franschen het
hoofd te bieden. Men was op alles voorbe-
reid en de bastions Nassau, Ter Veere, Ter
Goes, Ter Thoolen, Zierikizee en Oranje waren
welvoorzien.
Maar wat ging er nu gebeuren?
Nauwelijks rees de lichtende morgen van
den 15den Mei 1747 of er vertoonden zich voor
de stad aan de overzijde van het kanaal
-op de schorren van St. Jacob een ge-
deelte der Fransche troepen, die op het hoog-
ste en vaste deel van dat schor bezig waren
oen batterij op te werpen en tranchdes te
maken, om van daar uit de stad Axel onder
ruur te kunnen nemen.
Het was voorzeker een ondememing zegt
Scharp, waar weinig geest in zat. Want men
was zeer van het water afhankelijk. Zoo de
stand van het water op dien tijd iets hooger
ware gerezen, al hun werk zou vemield zijn
bureau aismede van de wijze van samenwer-
king tusschen den raad, het bureau en andere
rijksdiensten geschiedt zoo noodig door den
minister.
LIBERAEE RADIO-UITZENDINGFJV.
Voor de liberale staatspartij De Vrijheids-
bond zullen, naar het bestuur van de vereeni-
ging van liberale radio-amateurs mededeelt,
voor de radio als sprekers optreden op 15
April 8'uur mr. H. J. Knottenbelt en dr. S.
E. B. Bierema; op 25 April, 6V2 uur, mr. D.
Fock en dr. I. H. J. Vos.
WAAKT TEGEN BOSCH- EN
HEIDEBRAND.
De Directeur van het Staatsbosohbeheer
schrijft
De Paaschdagen, vooral de tweede Paasch-
dag, zijn voor velen een uitgezochte gelegen-
heid om naar buiten te trekken en te genie-
ten van bosch en heide. Deize beide voorjaars-
dagen, vaak begunstigd door mooi weer,
leenen zich daartoe bij uitstek. De tegen-
woordig zoo talrijke verkeersmiddelen stellen
welhaast een ieder in de gelegenheid onze
bosch rijke streken te bezoeken, ten einde daar
rust en verpoozing te vinden.
De boschbezitter echter ziet de Paasch
dagen met angst en vreeze naderen, doordat
in die dagen het gevaar voor het ontstaan van
bosch- en heidebrand zeer groot zijn.
Verleden jaar hebben in ons land op Goe-
den Vrijdag, den daarop volgenden Zaterdag
en den eersten en den tweeden "Paaschdag
niet minder dan 132 branden gewoed. Daar-
door werden 929 H.A. bosch en heide ver-
woest en is een schade aangericht van ruim
f 24.000. Veel natuurschoon is toen verloren
gegaan. Veel branden ontstaan door onvoor-
zichtigheid met vuur, zooals het achteloos
wegwerpen van brandende lucifers, eindjes
sigaret, die, nadat zij zijn weggeworpen, ge-
heel opbranden. Vooral de stedeling is zich
veelal niet er van bewust, dat het rooken in
bosch en heide gedurende den brandgevaar-
lijken tijd groot gevaar kan opleveren.
Alles is in het vroege voorjaar in de bos-
schen nog dor en droog en zelfs na regenrijke
dagen kan een enkele droge dag met krach-
tigen wind het gevaar voor brand' doen terug-
keeren.
Laat een ieder op de komende Paaschdagen
uiterst voorzichtig zijn met vuur in bosch en
heide.
De aandacht zij er op gevestigd, dat tegen-
woordig in verschillende gemeenten verorde-
ningen bestaan, waarbij het rooken in bosch
en heide gedurende het brandgevaarlijke jaar-
getijde is verboden.
Helpt alien mede, bosch- en heidebranden
te voorkomen.
PRINS WILLEM VAN ORANJE-
HERDENKING.
De Regeerings-penning.
Omtrent den Regeeringspenning, geslagen
ter gelegenheid van de herdenking van de
geboorte van Prins Willem van Oranje door
de Rijksmunt, worden de volgende bijzonder-
heden gemeld.
Het leven en strijden van Prins Willem ver-
toont talrijke hoogst boeiende facetten, welke
alle waard zouden zijn, hun weerspiegeling
op het duurzame metaal te vinden. Bij het
doen van een keuze hieruit voor den penning,
welken de Nederlandsche Regeering ter her-
innering aan 's Prinsen geboortejaar 1533
deed vervaardigen, is het beeld gekozen van
den man, dien het Wilhelmus laat zeggen:
„Mijn Schilt ende Betrouwen Sijt Ghij, o, God
Mijn Heer". Het beeld van den strijder, die,
het zwaard afgelegd, zich buigt voor Hoogere
Macht, door Wie hij zich in gunst en ongunst
der tijden geleid heeft gevoeld.
De tegenzijde van den penning geeft
's Prinsen veelzeggende zinspreuk. ,,Saevis
tranquillus in undis" weer, d.i. Rustig te mid
den van de woedende baren, waarvoor reeds
in zijn tijd het ijsgevogelte, met zijn ietwat
legendarisch nest, dat ongehinderd op de gol-
ven zou drijven, tot een sprekend zinnebeeld
is gestempeld. Ons volk, in bijna al zijn ge-
ledingen, ziet in Prins Willem nog steeds
geworden, en zelve zouden zij in levensgevaar
gekomen zijn om te verdrinken.
Onmiddellijk werd de commandant van
Axel, generaal Zoute, hiervan op de hoogte
gesteld. Toen de ordonnans het hem be
nch tte zeide hij: „Ik geloof er absoluut niets
van."
Men drong er echter op aan, dat de gene
raal zich vanaf de bastions zou overtuigen.
Hij ging mee en nam polshoogte. Van verre
zag hij de witte monteeringen en linnen kie-
len der Franschen die aan de tranchees werk-
ten. Hij weigerde vooralsnog zijn ongelijk te
bekennen en sprak:
„Wees toch wijzer, dat zijn de Franschen
niet. Dat is een kooi schapen, die, naar ge-
woonte, op de schorren wordt gedreven".
De uitkomst zou echter leeren, dat het alles-
behalve schapen waren. De door de generaal
gedachte „schapen" werkten rustig door en
stelden hun batterij op. Het leed geen twij-
fel, of deze stelling was gemaakt, om kracht
bij te zetten aan de opeisching der stad, in
naam van den Koning van Frankrijk, welke
eisch nog denzelfden dag werd gesteld.
Een Fransch officier, met een trommelsla-
ger en vier soldaten, hadden de kans gezien,
om, van uit de richting Hulst via het veer
Luntershcek in dit eiland Axel te komen aan
de sluis van Bsoostenblije, dus tusschen het
Fort Nassau en het Zaamslagsche Veer door.
Het is wonderlijk om te gelooven, maar zij
zagen kans om ongezien achter de versterkin-
gen der onzen door ts gaan. Dit pleit in
geen geval vcor waakzaamheid, want dat een
persoon ongemerkt door kan sluipen is nog
aan te nemen, doch 6 personen, dat is toch
nog al kras.
terecht den grondlegger van onzen Staat.
Daarop berust een diepgewortelde vereering,
versterkt nog door de wetenschap dat een
sterk streven naar verdraagzaamheid in zoo
veel, dat de menschen verdeeld hield, een van
de sprekende eigenschappen van Prins Willem
is geweest. De thans uitgegeven penning
kan dienen, om deze vaderlandsche gedachte
levendig te houden. Daarom wordt de
madaille, waarvoor Oswald Wenckelbach de
ontwerpen vervaardigde, op verschillende wij-
zen en zoodanige voorwaarden beschikbaar
gesteld, dat zij onder het bereik van zeer
velen kan komen.
De Regeeringspenning wordt verkrijgbaar
gesteld in vier uitvoeringen. Bovendien zijn
nog voor ruime verspreiding (bijv. ter uitrei-
king aan schoolkinderen) draagpenningen be
schikbaar.
EEN NIEUW LIED VAN SCHIJN EN
WEZEN.
Weinige oogenblikken nadat de grondwet
van 1919 te Weimar in de Nationale Verga-
dering was aangenomen, liepen wij, schrijft de
N. R. Crt. minister Erzberger tegen het
lijf. Wij wilden hem gelukwenschen met het
zooeven voltooide werk dat de consolidatie be-
teekende van het nieuwe Rrjk, in welks stich-
ting hij een zoo groot aandeel had gehad.
Maar hij had daarvoor ternauwemood nog
aandacht: hij zag op dat oogenblik duidelijker
dan te voren een nieuw en groot doel voor
zich en -slechts daarover wilde hij spreken.
„Nu moeten wij met voile kracht aanwerken
op de eenheid van het Rijk", zoo zeide hij in
zijn Zwaafschen tongval. Hij was onmisken-
baar zeer opgewonden, maar meer nog om het
nieuwe probleem, dat hij nu voor oogen had
dan om het oude dat zoo juist tot oplossing
was gebracht.
Met al zijn eigenaardigheden en zwakheden
is Erzberger de moedigste staatsanan geweest
dien de reputoliek heeft bezeten. Hij heeft
daarvoor ook met veel vervolging en ten slotte
met zfln leven moeten boeten. Op dat oogen
blik blaakte hij van strrjdlust, want hij, de
geboren Zuid-Duitscher, wist zoo goed als
iemand hoeveel tegenstand hij ontmoeten zou
bfl zijn streven naar het stichten van edn
groot volk, dat de plaats zou innemen van het
mozaiek der Duitsche federatie.
De eenheid van het Duitsche Rijk kon
slechts het voortbrengsel zijn van een revolu-
tie. Voor Bismarck was zij niet mogelijk ge
weest. Hij had de rechten te respecteeren en
de instemming met zijn daden noodig van al
die bondsvorsten, welke in de oogen van hun
cnderdanen de beveiliging vormden tegen de
gevaren die zij van een al te nauwen band
met Pruisen vreesden. Jaioersch waren al die
staten en vorsten op hun zelfstandigheid.
Toen November 1919 de vorsten had wegge-
vaagd waren vele formeele, op feodaliteit en
rechten van souverein berustende beletsels
verdwenen. Maar gebleven was de vrees der
volken voor de almacht van Pruisen en hun
gehechtheid aan oude rechten en eigenaardig
heden. Die nu wilde Erzberger te lijf.
Hij was in inzicht zijn tijd ver vooruit. De
eerste pogingen tot unificatie waren met wan-
trouwen begroet. Ware hij in leven gebleven,
dan zou hij toch, met zijn taaiheid en over-
redingskracht en door de macht van zijn
onbevreesdheid, het vraagstuk een heel eind
verder hebben gebracht. Met zijn dood echter
was hst van de baan, ofschoon het toen mis-
schien van grooter beteekenis werd dan ooit
te voren.
Veel anarchie uit de eerste periode van de
republiek, veel verspilling en misbruiken, die
later inslopen, waren een gevolg van het voort-
bestaan van de verstrekkende zelfstandigheid
der bondsstaten, die nu voortaan vrijstaten of
landen werden genoemd. De invloed van het
centrale rijksbestuur, waar deze noodzakelijk
vcor het heele Rijk moest gelden, stuitte af op
allerlei gewestelijke stemmingen en eigenaar
digheden. In de staten gebeurden dingen tegen
den geest van het algemeen, die buiten de
Duitsche wereld in West Europa niet mogelijk
zouden zijn geweest. Berlijn was machteloos
tegen bevoorrechting van vriendjes, tegen be-
peikingen van de geljjkheid der burgers welke
met de grondwet onvereenigbaar waren, tegen
misbruiken in financieel beheer, die nergens
een centrale regeering onverschillig konden
laten.
Het stelsel van 17 eigen regeeringen met
meer of minder volledige stellen ministers en
hun ambtelijken aanhang, van evenvele parle-
menten met eigen politieke meerderheden en
Ongezien dus, stapten zij tot aan het eind
v^i den nieuwen Dijk door, tot bij de Land-
poort. Hiervoor aangekomen, gaf de offi
cier bevel de trommel te roeren. Nauwelijks
klonken de eerste slagen of de wacht van de
Landpoort, kwam te voorschijn.
Dit was dan ook het doel van den officier,
die aan den commandant der Landpoort mede-
deelde, dat hij een schrijven van den Markies
De Gontades, die het bevel over de Fransche
troepen voerde, bij zich had, dat voor de Axel-
sche commandant, generaal Zoute, bestemd
was. Hij werd geblinddoekt en naar het Stad-
huis te Axel gebracht.
Bjj de generaal binnen gebracht, eischte hij,
onder minzame beloften en trotsche bedrei-
gingen, de overgave der stad. Tot groote
verwondering stemde Zoute in met het voor-
stel om onderhandelingen aan te knoopen.
Den volgenden dag kwam de Fransche Bri
gadier De Broglio met nog een Franschen
kolonel en secretaris, die met den Krijgsraad
van Axel onderhandslden. Het resultaat was,
dat de stad bij capitulatie, zonder bloedstor-
ting of plundering aan de Franschen werd
uitgeleverd.
Eerlijk moet echter erkend, dat, toen de
17de Mei de poorten en de stad met Fran
schen bezet waren, dat de vriendelrjkheid en
goede krijgstucht der vijanden, het verlies van
onze vrijheid zoo draaglijk mogelijk maakte.
Wij twijfelen er niet aan, of velen zullen
gaarne het officieele merkwaardige document
willen bezitten, en weten wat er in dit stuk
der Capitulatie staat:
Wij nemen het geheel over:
Copie van de „Capitulatie der Stad Axel, op
,,den 16 Mey 1747 gemaakt, door den Heer
eigen rechten ten opziohte van dingen, waar-
over feitelijk geen verdeeldheid mocht heer-
schen in een natie, was, wat ook zijn andere
gebreken mogen geweest zijn, om te beginnen
al buitensporig duur. Duitschland was een
land met onwaarschijnlijk vele ministers en
met onwaarschijnlijk vele dure instellingen,
die slechts uit nationalen trots der afzonder-
lijke staten gehandhaafd werden.
De grondwettige regeeringen na den dood
van Erzberger hebben de regionale nationale
gevoelens altijd zeer ontzien. Enkele groote
staten, zooals Beieren, Baden en Wurtem-
berg zijn in het bijzonder kampioenen geweest
voor de eer.biediging van die gevoelens. Zagen
zij gevaar opdoemen voor hun bijzondere rech
ten dan sohrikten zij zelfs voor dreigementen
niet terug. En die te trotseeren heeft, v66r
Hitler, geen enkele regeering aangedurfd.
Daardoor was de toch reeds financieel zwaar
drukkende Duitsche administratie nog extra
duur. Er viel niet aan te veranderen.
Het laatste felle en niet vergeefsche ver-
zet van de Zuid-Duitsche staten heeft plaats
gevonden toen von Papen in Juni 1932 begon
Pruisen naar zijn hand te zetten. Dit bood
toen een eigenaardig tafereel: Men zag de
partijen, die vroeger voor de hegemonie van
het Rijk in alle gewesten hadden gepleit, deze
beiweging steunen omdat zij inging tegen de
aantasting der grondwettige rechten waarop
weliswaar de onafhankelijkheid van de bond-
staten berustte, maar tevens ook zooveel be
veiliging voor burgerlijke vrijheden welke
men toen reeds in gevaar voelde. Von Papen
heeft terdege rekening moeten houden met
dit verzet. Daaruit ontstond de merkwaardige,
halfslachtige positie van de Pruisische regee
ring van Braun.
Nu echter is de nieuwe revolutie gekomen
en zij heeft het kunnen wagen de zelfstandig
heid der landen op te heffen. Zij zullen voort
aan van Berlijn uit door stadhouders worden
geregeerd. Het politiseeren in de landen is on-
mogelijk gemaakt door het verbod van moties
tegen of voor de plaatselijke regeeringen.
Principieel is hiermede aan den ouden toestand
een einde gemaakt. En, naar het ons wil voor
komen, tevens aan de mogelijkheid van een
restauratie der monarchien. Immers, evenmin
als het voor een aspirant keizer aannemelijk
kan zijn de positie van Hindenburg over te
nemen nadat dezen zelfs het elementairste
recht van een staatshoofd, de afkondiging
der wetten, ontnomen is, evenmin zal een van
de rechthebbenden op de kleinere Duitsche
tronen zich kunnen leenen voor de rol van
stadhouder van Berlijn, met tot taak zijn volk
den wil van Berlijn op te leggen, terwijl de
vroegere beteekenis der vorsten steeds is ge
weest dat zij een bolwerk waren tegen de
Berlijnsche overheersching.
Men beschouwt nu alle dingen te Berlijn
zoo razend eenvoudig. Men neemt een besluit
en een kiwestie van welken omvang-jzij
moge zijn is uit de wereld. Met de vervan-
ging van Kastl door een nazi als hoofd van
het Verbond der Duitsche Industrie was de
sociale kwestie verholpen. Met de Jodenkwes-
tie ging het al even eenvoudig. Enz.
Nu is het Rijk een eenheid. Maar men wacht
zich de practische consequentie daaruit te
trekken. De staatspresidenten worden ver-
vangen door stedehouders, dat lijkt voorloopig
het belangrijkste. De partijgenooten, die an-
dersdenkenden als ministers, als ministerieele
ambtenaren, als parlementsleden hebben op-
gevolgd, wil men blijkbaar niet taleurstellen
door de administratieve consequenties te trek
ken uit den nieuwen toestand.
Het eerst noodige wat als belangrijkste
resultaat ervan mocht worden verwacht,
blijft, zoover wij zien, achterwege. Allerlei
staatsruiven, die konden worden opgeruimd,
blijven ten genoege van de aanhangers, die
belooning verwachten, voortbestaan.
Ja, de staatsruiven zullen nu buitensporig
veel vulling eischen. Want naast de benoe-
ming van nieuwe ambtenaren vindt nu pen-
sioneering van oude ambtenaren op abnor-
maal groote schaal plaats. Het is een ver-
plaatsen van moeilijkheden. Ondersteuning
aan werkloozen en soldij aan S.A.-mannen
worden door pensioenen en wachtgelden ver-
vangen. Of dit een voordeel is weten wij niet;
ook niet hoe het werk zal vlotten met zooveel
nieuwelingen. Maar wel weten wij dat heel
wat misleidende schijn wordt geschapen. Wij
moeten vreezen, dat dit ook met de eenheid
van het Rijk vooralsnog in belangrijke mate
het geval zal zijn.
GOEDE NABUURSCHAP
MET NEDERLAND EN BELGIe.
Het „Handelsblad" meldt:
De nieuwe hoofdcommissaris van politie te
Aken, Hermanns, heeft bij zijn ambtsaan-
vaarding een rede gehouden, waarln hij ook de
critiek in het buitenland over hetgeen thans
in Duitschland geschiedt, heeft besproken.
Hermanns is zelf geen lid der nat.-soc.
partij en verklaarde dat nooit eenigen invloed
op hem is uitgeoefend om zich bij die partij
aan te sluiten.
Beoordeel het nieuwe Duitschland niet
verkeerd", zeide hij. ,,Laat dit land recht
wedervaren. Juist dat buitenland, dat een
rustige ontwikkeling der dingen in Duitschland
wenscht, heeft er belang bij, dat die ontwik
keling niet door 't buitenland gestoord wordt.
Wij wijzen geen critiek van het buitenland
van de hand, maar volgens een uitspraak van
Hitler, moet „een recht tot critiek, plicht tot
waarheid zijn".
.Wanneer thans tallooze Duitsehers, vooral
hier in het grensgelbied, die niet tot de regee-
ringspartijen behooren, toch den nationalen
staat willen dienen, dan gebeurt dit vooral
omdat zij daarin de laatste kans zien om
Duitschland en geheel Europa voor het bolsje-
wisme te behoeden.
Ik ben er van overtuigd, dat men in Neder-
land en Belgie deze daad van Hitler zal waar-
deeeren.
In het buitenland wordt er steeds weer op
gewezen, dat in Duitschland een haard van
Europeesche onrust is. Men mag echter niet
vergeten, dat de hoofdoorzaak van deze on
rust het verdrag van Versailles is. Het Duit
sche volk kan niet tot rust komen, zoolang
het niet dezelfde rechten als de andere volken
heeft.
Juist wij menschen, aan de grens hier willen
met onze buren in vrede leven. Wij willen
niets liever dan een goede verstandhouding
bewaren met onze Hollandsche naburen. Nooit
zullen wij vergeten, wat wij in de zwaarste
uren van ons lot, vooral voor onze „durch
fremde schuld" uitgehcngerde vrouwen, moe-
ders en kinderen gedaan hebben.
Wij zullen ook de teere draden, welke tus
schen ons en Belgie gesponnen zijn, verster-
ken, hoewel wij wel weten, dat de wonden
Eupen en Malmedy duurzame en harteljjke
betrekkingen in den weg staan.
Moge hetgeen ik hier zeg met dezelfde op-
rechtheid opgevat worden, als het hier wordt
uitgesproken".
VIJF NAZI'S DOODGESCHOTEN.
Te Dusseldorf zijn Vrijdagnacht drie S~A.-
mannen door een onbekende man neergescho-
ten. Van de vijf door hem geloste schoten
troffen drie doel. De drie S.A.-mannen wer
den zwaar gewond, twee van hen verkeeren
in levensgevaar. De dader kon nog niet wor
den gearresteerd.
Te Hamburg zijn naar de politie mededeelt,
Zaterdag twee leden van den nationaal-
socialistiscnen marine-storm uit het Marx-
Volkshuis nabtj cafe „Austria", toen zij daar
in uniform passeerden, neergeschoten. De een
werd in de ruggegraat, de ander in de longen
getroffen. Beiden zijn naar een ziekenhuis
overgebracht en konden nog niet verhoord
worden.
EEN REVOLUTIE IN ANDORRA.
De jongemannen in de republiek Andorra
hebben dezer dagen, naar Reuter uit Barce
lona meldt, een beweging ontketend met de
bedoeling het algemeen kiesrecht te verkrij-
gen. Zij zijn daarin geslaagd. Tot dusver
hadden in Andorra alleen de gezinshoofden
van 25 jaar en ouder het kiesrecht voor den
Grooten Raad der Dalen.
Eerst weigerde de raad in het verzoek vac
de jongemannen om algemeen kiesrecht te
treden, maar daarna gaf hij toe. De datum
der verkiezingen onder het nieuwe stelsel zou
alreeds zijn vastgesteld.
Verder is besloten, dat de raad, die tot dus-
ver zijn besluiten met gesloten deuren nam.
voortaan in het openbaar zal vergaderen.
De revolutie in Andorra is zonder bloedver-
gieten verloopen; zij heeft minder dan een uut
geduurd, maar zij heeft een toestand ver-
anderd, die eeuwenlang had bestaan. Tot-
dusver hadden uitsluitend de geizinshoofden
het stemrecht gehad en zoo lang het gazins-
hoofd leefde mochten noch zonen, noch klein-
zonen hun stem uittorengen, ook aiet al waren.
zij zelf hoofd van een gezin.
De thans opzij gezette oude bestuursvorm,
volgens welken het land bestuurd werd door
een ,,parlement" en twee commlssarissen, dag-
teekent uit 1278. De eene commissaris is de
bisschop van Urgel, de andere het hoofd van
den Franschen staat.
„Generaal Zoute, Commandeerende de Stad
„en Ambacht, en verdere Heeren van den
„Krygsraad, met den Heer Marquis de Con-
,,tades, Commandant over de Troupes van
„zyne Allerchristelijkste Majesteit van Vrank-
„rijk, gecampeerd by de Clinge.
„Art. 1.
„De Stad en het Land van Axel zal gesteld
„worden in handen van de Fransche Troupes,
,,die door den Generaal Contades zullen gezon-
,,den worden.
„Art. 2.
„Alle de Troupes van het Guamizoen, en
„die gecampeerd liggen, zullen daar uit mar-
„cheeren naar Zeeland, mede neemende hunne
„Vaandels, Standaaren, Geweer, Paarden enz.,
„met alle Krygseer; zy zullen geconduifeerd
.worden door den Heer Generaal Zoute en
„alle verdere Officiers, en aan den Heer Gene-
,,raal Zoute worden toegestaan vier kleine
„Veldstukken, drie pond schietende, voor een
„merkteeken van deeze gedaane zaak.
„Art. 3.
,,De Helft van de Troupes zal Embarquerren
„den 19den, en de andere helft den 20sten, die
„van de Stad eerst.
„Art. 4.
„Alle Magazynen en Ammunitie van oorlog
„en mondbehoeften, en geschut en alle Effec-
,,ten van hun Hoog Mog. zullen gesteld wor
sen in handen van den Commissaris, door
„den Generaal de Contades daar toe te be-
„noemen.
„Art. 5.
„De twee Poorten van de Stad zullen den
„17den geoccupeerd worden, ieder met vier
„Compa,gnien Grenadiers, Fransche Troupers
,,Art. 6.
„Het Fransch Guarnizoen, dat door den
„Generaal Contades gedestineerd is voor de
„Stad, zal den 19den daar in trekken, zoo dra
„de Hollandsche Troupes daar uit zyn,
..Art. 7.
„Alle Sauvegarden van Hun Hoog Mog. zul-
„len den 17den en 18den door gelyke Fransche
Sauvegarden gereleveerd worden.
„Art. 8.
,,Daar zullen aan de Troupes van Hun Hoog
„Mog. geleeverd worden de noodige Wagens
„en Paarden tot hun Transport.
„Art. 9.
„Aan de Magistraat en Burgers en Ingeze-
„tenen van de Stad en het Land wordt dezelfde
..Capitulatie verleend, als aan die van Sluis,
,,en Hulst".
Welke Capitulatie woordelijk alzoo is uitge-
voerd, behalven alleen, dat 'er geene drlepon-
ders Veldstukken waaren, om te voldoen aan
Art. 2, weshalven de Fransche Generaal
den Heer Zoute geaccordeerd heeft vier stuk-
ken metaal Kanon, a vier pond Bals.
Circa 1% jaar is Axel bezet geweest. Op
28 Januari 1749 werd de stad weer ontruimd.
en werd door de Regeering, op verzoek van
den heer Friballet, openlijk afgekondigd, dat
wie geld moest hebben van de Franschen, rjjn
nota in kon dienen. Voorzeker werd deze daad
op hoogen prijs gesteld.
(Wordt vervolgd.)