ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Vier Eerste Blad. Jezus of Barabbas? No. 8975 VRIJDAG 7 APRIL 1933 73e JAARGANG Bekendmaking. FEUILLETON GENTSCHE AUT0SCH00L V°Ve!v\e^ BINNEN L A N D. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Budten Ter Neuzen fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar Voor BelgiS en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultgeefster: Fimia P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TEEEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0.20. KEEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst e(in dag voor de uitgave. HIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND, Burgemeester en Wethouders van HOEK maken bekend: dat de ouders, voogden of verzorgers, die himne kinderen of pupillen op 1 Mei a.s. op de Openbare Lagere School wenschen ge- plaatst te zien, zich daartoe voor 30 dezer bij het hoofd der school kunnen aanmelden. De kinderen die v66r 1 Augustus 1933 zes Jaar oud zijn, worden toegelaten. Hoek, 4 April 1933. Burgemeester en Wethouders van Hoek, J. A. VAN TIENHOVEN, Burgemeester. DREGMANS, Secretaris. Almee het grootste verschil tusschen het verhoor van den Heiland voor den oodschen Raad en dat voor Pontius 'Pilatus, den Romeinschen stadhouder is 1 lierin gelegen, dat de leden van den oodschen Raad onder leiding en aanvoe- ring van den hoogepriester Kajafas alles hebben gedaan wat zij maar konden om Jezus schuldig verklaard te krijgen, terwijl daarentegen de Stadhouder zijn uiterste best heeft gedaan om den Heiland te kun nen vrijlaten. Er staat zelfs met nadruk in den bijbel: ,,Zoo zocht Pilatus Hem dan los te laten", en een ander evangelie erkent, dat Pilatus het wist, dat zij Jezus door nijdigheid overgeleverd hadden. Pilatus heeft dus de Joodsche leiders zoo a] niet geheel doorzien, dan toch eenigs- zins hun motieven begrepen. Hij begreep, dat zij er alles op zetten om hun eigen (voorloopig) vonnis door den landvoogd bevestigd te krijgen. Maar zelf heeft Pilatus herhaaldelijk het betuigd, dat hij in Jezus geen schuld vond. Hoe geheel anders was het daarstraks geweest voor den Joodschen Raad! Daar nebben zij al hun best gedaan om iets te vinden tegen Jezus. Men zou zelfs kun nen zeggen: hadden deze lieden niet zoo erg hun best gedaan om Jezus veroordeeld te krijgen dan zou hun dat nog spoediger zijn gelukt. Nu wilden zij te veel, nu wilden zij het te hevig. Van alle kanten moest en zou er nu materiaal worden aan- gesleept, en zoo is het dan gekomen, dat tenslotte al die getuiqenissen elkaar nog weer tegenspraken. Maar dat vond het meerendeel van de leden van den Jood schen Raad dit keer blijkbaar niet zoo erg! Bij en voor Pilatus ging het echter juist andersom: de Romeinsche landvoogd heeft al zijn best gedaan om Jezus nog vrij te krijgen en om van deze kwestie af te komen. Wat was Pilatus bijvoorbeeld blij. toen hij hoorde, dat Jezus eigenlijk uit Galilea afkomstig was! Dat was een uitkomst, een buitenkansje, en tegelijk opende zich hier de gelegenheid om Herodes eens een attentie te bewijzen, ter- door FRANCIS BEEDING (Nadruk verboden.) 31) (Vervolg.) Helmuth gehoorzaamde hem met een stuursch, onwillig gezicht. Vjjf seconden later aat ik een glas uitmuntende Amontillado te drinken. En met de karaf binnen mjjn bereik. Na m/jn eerste slokje ging Lemesurier voort. „Voor het oogeniblik zullen we aannemen dat u niets weet. Dat kolonel Granby zoo verstandig geweest is om te zwjjgen en dat u, als een onnoozel lam, door een droevigen sa- menloop van omstandigheden, het hoi van den leeuw binnengeloodst bent. Maar zelfs dan nog kunt u ons van dienst zijn, Mr. Bax ter. We zouden namelijk graag willen, dat kolonel Granby van het tooneel verdween en ons vrij spel liet. Voor het oogenblik is htj mimmer 6en en komen wjj pas in de tweede plants, weet u! Jammer, maar waar". „Dat's 66nnul voor Granby", dacht ik tervreden. „Hoe heeft de vent 'm dat ge- leverd" „En de kans bestaat", ging Lemesurier voort, „dat kolonel Granby munmer 6en bltjft en krrjgt wat hij wil tetnzij wij de noodige stappen doen om dat te verhinderen". Ik keck hem over den rand van m' -n gla3 aan en op dat oogenblik veranderde zijn ge zicht van uitdrukklng. De welwillende glim- glach maakte plaats voor lets duivels-wreeds en met zijn gehalde vuist gaf hij een harden slag op tafel. „En die stappen zullen we doen", zei hij hiid. „We zijn niet van plan om Julius P. Ha- wijl de spanning tuschen deze beide ge- bieders juist erg groot was geworden! Herodes zou dan misschien niet eens be- grijpen, dat Pilatus op deze wijze meer zichzelf een dienst bewees dan hem! Maar deze poging is jammerlijk mislukt, al bleef een resultaat niet uit, en werden Pilatus en Herodes vanaf dat oogenblik goede vrienden. Intusschen kreeg Pilatus den „Koning der Joden" terug, met de zeer onwelkome betuiging, dat ook Herodes geen schuld in Hem vond. Dan moest er iets anders worden be- proefd. Pilatus heeft daarop getracht om te speculeeren op het medelijden van de groote massa. Maar ook dat baatte niets. Hoe vreeselijk zal het anders geweest zijn: die veertig-min-een slagen, en dan toe- gebracht door ongevoelige lieden, die niets achterwege zullen hebben gelaten wat het lijden en de schande nog verzwaarde. Pilatus heeft ook nog getracht om zich schoon te wassehen en om door een open- bare vertooning het duidelijk te maken, dat het zeker niet aan hem lag, indien Jezus straks onschuldig ter dood gebracht zou worden. Maar het resultaat was ook nu weer het volstrekt niet bedoelde. Het volk ging nu verder dan ooit. Verklaarde Pilatus zichzelf onschuldig aan het bloed van dezen ..rechtvaardige zij hebben er niet tegen op gezien om alle schuld heel grif op zich te nemen, roepend als uit een mond: „Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!" Zoo heeft Pilatus wel op allerlei manie- ren getracht om Jezus weer op vrije voeten te krijgen. Tot die mislukte pogingen be- hoort ook nog de keuze, waar hij het volk voor geplaatst heeft, toen hij hem vroeg: wien zij bij gelegenheid van het Paasch- feest in vrijheid gesteld wenschten te zien: Jezus of Barabbas. Maar is dit wel een keus? Zou voor iemand, die dit leest, dit een tegenstelling kunnen vormen? Wij weten wel andere tegenstellingen, en noemen dan: Jezus of de wereld, of: Jezus of wijzelf. Of wij kunnen stellen de keuze: Jezus of de onzen, en dan denken wij aan 's Heilands eigen woord: ,,Wie vader of moeder, zoon of dochter liefheeft, boven Mij, is Mijns niet waardig", of aan dat nog krassere: „Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijnen vader en moeder, en vrouw, en kin deren, en broers en zusters, ja ook zelfs zijn eigen leven die kan Mijn discipel niet zijn. Wij kunnen, als wij willen blijven in de lijdensgeschiedenis, Jezus stellen tegenover de Schriftgeleerden, of Jezus vergelijken met Kajafas den eenen hoogepriester met den anderen, den een (Kajafas, die uiterlijk alles voor en innerlijk alles tegen heeft, of den ander (Jezus), die uiterlijk alles tegen en inner- BESTUURDER: R. MORTIER Eange Meire, 2 (Kouter) Gent Telefoon: 19393 Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor degelijk en voll. onderricht. Zondagleer- gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt. (Ingez. Med.) zelrig met de hoe noem je dat met de winst schoot te laten gaan". ,,Hazelrig!" verbaasde Ik me. „Heeft die er ook al mee te maken?" De kille, heldere oogen van Lemesurier keken me strak aan. ,,Stel ons geduld niet op een te harde proef, Mr. Baxter'', zei bij. ,,U heeft vanmid- dag met Mr. Hazelrig geluncht. Dus dan maakt u ons niet wijs, dat u niets van zijn plannen af weet". ,,Ik heb 'm vandaag voor den eersten keer gezien", zei ik. „En 't gesprek was alge- meen ,,Maar u weet waarom hij op het oogenblik in Madrid is?" „Geen idee van!" „Maar u weet dan toch wel, dat kolonel Granby in dezen voor hem handelt!" „Wist ik niets van. Dank u wel voor de inlichting". Senor de Castro boog zich over tafel heen naar me toe. „U beweert dat u niets van Hazelrig weet, niet waar?" ,,Hij wil iets koopen", ging Lemesurier voort. ,,Maar w ij willen dat h,'j zich terug- trekt". „Ik kan natuurlijk w61 uw wenschof voorstel of iets dergelijks aan Mr. Hazelrig overbrengen", stelde ik hem voor. Weer nam ik een teugje wijn. Lichamelijk voelde ik me al heel wat beter, maar geeste- ijjk raakte ik hoe langer hoe meer van de wijs. Niemand van het driemanschap achter de tafel gaf me antwoord. Van het oogenblik, waarop ik in de kamer gekomen was, af, had ik bij tusschenpoozen een eigenaardig tikke- iend geluid gehoord. Frau Schindler had voortdurend met zedig neergeslagen oogen op haar handen, die ze onder tafeld hield, zitten kijken. Maar bij mjjn voorstel werd ze wak- ker. Ze legde haar handen voor zich op tafel en keek op. En nu zag ik dat ze zat te breien een sok of een sjaal, dat was van m,fp plants af niet te zien. „Dat jongmensch daar", zei ze, „is 6f erg dom 6f buitengewoon slim". lijk alles voor heeft. Maar dit is dit wel een tegenstelling, is dit wel een keus: Jezus of Barabbas? Want hoe zien wij meestal Barabbas? Dan denken wij aan edn moordenaar, aan een man, die zich liet leiden door zeer onedele. gemeene motieven, aan iemand, die handelde in drift of gedreven door lagen hartstocht, in wfellust of om vuil winstbejag. Vooral tegenwoordig vragen wij het ons zoo vaak af: waar doet soms een mensch al geen moord voor! En nu stellen wij ons Barabbas misschien ook als zoo iemand voor, als zoo'n goud- of bloed- dorstige, en we kunnen het ons niet voorstellen, hoe iemand er bij komen kon om zoo'n man te plaatsen naast en tegen over Jezus Jezus, die altijd zoo teer was, en die nooit iemand hinderde, die zichzelf altijd opofferde en zichzelf nooit wilde wreken Jezus, die nooit zoekt eigen voordeel of winst. En nu spreken wij nog niet eens voor het diepere bij die beiden: Rekende Barabbas ooit bij iets met God, en mocht er daartegenover van den Heiland niet worden getuigd, dat Hij altijd deed, wat den Vader behagelijk was? Nog eens daarom hoe kon Pila tus het volk voor zoo'n keuze stellen? Maar toch denkt hij, die zoo redeneert, v«i*erd. Laten wij eerst eens nagaan: hoe het Joodsche volk Barabbas moet heb ben gezien. Hij had dat staat met nadruk in den bijbel in een oproer een doodslag begaan. Dus een sluipmoorde- naar was hij zeker niet. Barabbas is veel- eer een idealist geweest noem gij het dan: een utopist. Barabbas is er een ge weest. die nog geloof had in zijn volk, ge- loof ook in de toekomst van zijn volk. Barabbas was man des volks. Hij wilde verbeteringen, maar dan radicaal, hij wil de omzetting van alles, ook al moest dan alles ondersteboven. Er deugde niets meer, zoo meende en zoo schreeuwde hij. En toen eindelijk is dat tot uitbarsting gekomen. Een paar dagen geleden voelde hij opeens: nu zou de beslissing moeten vallen; en dat kan best bij hem tot door- braak zijn gekomen bij gelegenheid van Jezus' intocht te Jeruzalem. Toen heeft Barabbas doorgezet, toegeslagen, inge- grepen; er waren relletjes, en er is een moord gebeurd. Men heeft er hem op aangezien hij moest dat wel gedaan hebben, daar waren bewijzen voor, over- tuigende bewijzen, en hij is in hechtenis genomen en achter slot en grendel gezet, en het Paaschfeest, waarvan hij had ge- droomd en heel stellig verwacht, dat het dit jaar zou worden de groote verlossings- dag, het groote bevrijdingsfeest dit zelfde Paaschfeest zou nu een dag wor den van diepe teleurstelling. Het was zelfs de groote vrahg, of hij dien grootstcn „feest"dag nog beleven zou hij wachtte elk uur de aankondiging van zijn nade- rende terechtstelling. De order kon elk oogenblik afkomen. Zoo was Barabbas en zoo zag hem het volk. Het stond vast, dat Barabbas binnenkort gekruisigd zou worden. En hoe zag de groote meerdefheid van het volk Jezus? Ook Jezus was voor hen Daama ging ze weer met breien voort. ,,Waarschijnlijk erg dom", overwoog ze hardop. ,,Maar dat is volgens mij geen be- zwaar om nu het voorstel ter sprake te bren- gen, waartoe we een half uur geleden beslo- ten hadden". Senor de Castro knikte. „Ja", vlel hij haar hi} „de aanbieding! Zeker, zeker! Die hebben we nog. Maar 't is jammer, dat onize gastheer niet aanwezig is. Die zouahem!... meer overredingakracht aangewend hebben". Lemesurier negeerde dien steek onder wa ter. Hij zat mij onderzoekend aan te kijken. „Wel, Mr. Baxter", bgon hij dan, „ons voorstel luidt aldus. We willen een verklariag hebben, door kolonel Granby en u onder- teekend, dat u in dezen niet langer voor Mr. Hazelrig, handelt. U verbindt u daarbij om u terug te trekken en geen werkzaam aandeel in deze zaak meer te nemen. Die verkiaring moet zoo gesteld zijn, dat we ze aan derden kunnen laten zien en laten lezen. Zoo gauw we die in ons bezit hebben, wordt u in vrijr heid gesteld". Ik staarde hem overfoluft aan. „Ik begrijp er niets van",, zei ik dan. ,,Wat moet ik daarop zeggen? Ik kan niet voor kolonel Granby spreken of 't moest zijn om u te verzekeren, dat hij iets, waarmee hij eenmaal begonnen is, niet gauw opgeeft." „Kolonel Granby bljjft voor het oogenblik buiten bespreking. Lie mag ons zelf komen vertellen hoe hij er over denkt", zei Lemesurier met een glimlach. Htj keerde zich naar dc Castro. „Dat is ons voorstel toch, niet waar?" vroeg htj. Senor de Castro knikte. „Ik laat de afwikkeling van de zaak aan u ever", was zijn antwoord. ,,Maar daarbij wilt u wel bedenken, dat ik niet lang in Madrid kan blijven en 40 van het kapitaal gegarandeerd heb". „Wel, Mr Baxter?" Lemesurier keek m,;, aan. ..i 'at voorstel van u is wat mij betreft, absoluut zonder eenige beteekenis", verweerde ik me. „Ik vertegenwoordig niemand en ik een idealist, ook Jezus was voor hen vol- komen, zie maar, hoe hij den omgang zocht van de menschen van het volk. Hoe was Jezus in den vollen en verheven zin van het woord man des volks! Wij denken aan Zijn gelijkenissen alle evenzeer uit het voile leven, gebeurtenissen en beel- den uit het leven van iedereen en van elken dag! Een paar dagen geleden was het al heel bijzonder uitgekomen: hoe zeer Jezus volksman was, toen Hij Zijn intocht hield te Jeruzalem. O, hoe hebben ze Hem toen toegejuicht! En Jezus wilde immers ook verbetering en bevrijding en verlossina. Jezus was er volkomen van overtuigd: zoo als het was, zoo kon het niet blijven; ook Jezus was niet tevreden over den gang van zaken. Er waren dat erkende Jezus grif tal van onhoud- bare toestanden. in en om den tempel, in den godsdienst en in den eeredienst, in hun wetsopvatting en wetsbetrachting en ook en niet het minst op sociaal terrein. Welke vreeselijke woorden zijn te dezer zake niet over Jezus' lippen gekomen! En niemand heeft de Heiland daarbij ge- spaard of ontzien. Die dag van Jezus' intocht te Jeruzalem is een zeer groote dag geweest voor het volk. Daar kwam dan de Koning, hun Koninq. Hij schreed voort. zachtmoedig, en als Heiland. Maar vreemd toen opeens heeft Jezus zich teruqgetrokken. Hij heeft niet doorgezet. Hij is niet op den ingeslagen weg voort- gegaan. En nu zijn zij boos op Jezus, en teleurgesteld, ja gegriefd. Hun toorn op Jezus is weer heel anders dan die van de Schriftgeleerden. Zij zijn in en door Jezus teleurgesteld. Daarom mogen dus Jezus en Barabbas zeker wel naast en zelf tegenover elkan- der worden geplaatst. Het was van Pilatus nog niet zoo slecht gezien, dat hij dit tweetal opmaakte. En toch was het weer wel verkeerd gezien, als het er Pilatus tenminste om te doen is geweest om Jezus vrij te krijgen. Pilatus heeft zoodoende getoond, dat hij het Joodsche volk toch maar heel slecht kende en be greep. Pilatus had moeten en kunnen begrijpen, dat Barabbas voor de groote massa ,,de" volksman was, de echte, en dat deze de sympathie van de meesten behield. Maar Jezus die had immers niet doorgezet? Wij zijn nu waarschijnlijk Barabbas heel anders gaan zien dan vroeger wellicht het geval was. Meenden wij vroeger mis schien. dat Barabbas ruw was en onbe- schaafd, en Jezus daartegenover: zoo fijn en zoo rustig, dan hebben wij nu gemerkt. dat er op een enkel punt toch wel over- eenkomst was tusschen die beiden. Barabbas is de man, die van woorden weet warempel niet eens waarom het gaat". ,,In dat gerval kunt u de verkiaring zonder gewetensbezwaren teekenen". „Is de mogelijkheid, dat Donna Concepcion op haar besluit terugkomt, absoluut uitge- sloten?" Dat was een vraag van Senor de Castro. ,,'t Is de Sanora, een charmante vrouw, maar iets te zakelijk, om geld te doen, de Castro. Zooveel mogelijk en als 't kan, zoo gauw mogelijk. Daarin ligt onze kans op wel- slagen. We kunnen een behoorlijke som bij elkaar brengen, maar tegen Hazelrig opbieden kunnen we niet. Hij is onize eenige, werke- Ijjke, emstige concurrent als hij er niiet (was, hadden we vrij spel. Maar Hij, hield op. „Zoo is 't", stemde Frau Schindler in. ,,En daarom moet Hazelrig verdwjjnen". Het leek wed, of ze mij voor het oogenblik vergeten waren. Ik hield me zoo stil mogelijk en luisterde met bei mijn ooren. Als ze zoo doorgingen kwam ik straks nog te weten, wat Granby in zijn schild voerde. „Wie is die kolonel Granby?" vroeg de Castro. Lemesurier keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. .Kolonel Graniby", zei hij ,,is een beroemd- heid van den Britschen Geheimen Dienst een nogal gevaarlijk individu, als je gelooven mag wat er van hem verteld wordt. Maar als ik 't wel heb kent u hem", met die woor den keerde hij zich tot Frau Schindler „en dan kunt u de Castro beter inlichten dan Ik". De klikkende breipennen verstomden. Frau Schindler hief haar hoofd op. Haar flauwe oogen staarden naar iets, dat voor ons on- zichtbaar was. Op haar gezicht lag een uit- drukking van onuitroeibaren, maar om zoo te zeggen phlegmatieken haat. Dat gaf me een schok van vcrbazing, want een dergelijk ge- voel was niet iets, dat in de laatste dagen ontstaan kon zijn het was iets, dat als een id^e fixe haar gedachten- en verbeeldlugs- leven a,l jaren beheerscht had. ,,Ik ken kolonel Granby", verklaarde ze vreemd-rustig. „Htj. heeft mijn man toenter- tijd totaal geruineerd door hem is hij, als een vogelvrij verklaarde, ongelukkig gestor- en programs en ideeen en idealen nu ein delijk eens heeft willen komen tot daden, terwijl Jezus ophield en inhield, toen de groote massa meende, dat het pas goed ging worden. Nog altijd staat daar de kues: Jezus of Barabbas, ook nu nog. Laten wij eer- lijk erkennen, dat deze keuze heusch niet zoo gemakkelijk is. Want menschen als Barabbas hebben tenminste nog een ideaal: Intusschen is Barabbas toch maar vrij gekomen door Jezus. De een is ingewis- seld tegen den ander. Ook hierin ligt een diepe zin. Jezus verzoent de schuld, ook van Barabbas, ook van ons. Wat hebben wij niet vaak misgetast. Hoe tasten wij nog telkens mis! Dan zullen wij de zaken wel eens even ..recht-zetten". Maar in tusschen bederven wij vaak zoo ontzet- tend veel, en worden de toestanden eer nog verwarder er door. Jezus doet echter anders. Hij offert zich voor de over- treders. Hij laat zich dooden, Hij laat zich onderdompelen in den dood, opdat wij met Hem zouden opstaan tot een nieuw leven. Daarom de keus moet gedaan: Jezus of Barabbas! Die keus kan beslissend zijn voor heel ons leven. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Aan den heer Oudegeest wordt verlof ver- leend den Minister van Justitie te interpellee- ren over maatregelen om ten aanzien van Duitsche vluchtelingon het asylreeht hoog te houiden. De interpellatie wordt gehouden op een nader te bepaleci dag. Verschillende kleine wetsontwerpen worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Bij het wetsontwerp inzake steunverleening aan bollentrekkers in de gemeenten ter Aar, Alkemade, Nieuwkoop en Woubrugge, drlngt de heer Heerkens Thijssen (r.-k.) aan op uit- breiding ook tot Leimuiden, Nieuwveen, Rijnsaterwoude en Uithoom. Minister Verschuur zegt overweging toe. Aan de orde is het wetsontwerp tot instel- ling van bedrijfsraden. De heer Steger zegt, dat wij te doen heb ben met een ommekeer in bet bedrijfsleven. Spreker vindt bet wetsontwerp zeer sympa- thiek. De heer Visser (r.-k.) heeft eiveneens het ontwerp rmet genoegen begroet. De heer Pollema (c.-h.) deelt mede, dat zjjn fractie niet gunstig over dit wetsontwerp denkt. EEN OPENBARE MEENING INZAKE V OLKEN BONDS VRAAGSTUKKEN. Men kan terzake van den Volkenbond. Nederland splitsen in twee deeien. Het eerie „weet het allang"; van den Volkenbond Is niets te verwachten, nooit iets te verwachten geweest; van daar, dat dit deel zich nooit de moeite heeft getroost om eenig geschrift te raadplegen, waardoor wezen, beteekenis en arbeid van den Volkenbond naderbij worden gebracht. Het andere deel heeft van den Volkenbond grooter of kleiner verwachtingen gehad; de beteekenis van zijne oprichting be- seft. Sommigen van dit deel zijn hocpvoller gestemd dan anderen; sommigen gelooven ven. 't Is een zonderlinge samenloop van omstandigheden, dat onze levens elkaar nu weer kruisen want ik voel't instinct'ief, dat hij zich niet terug zal trekken". Haar werkeloos op tafel liggende handen en het strakke staren van haar oude oogen gaven haar woorden een heel bijzondere be teekenis. En opeens stond het geval me weer voor den geest. Granby had het, een poos geleden, nu en dan over zijn avonturen met de zes Trotsche Wandelaars gehad, en Schindler was 66n van het half dozijn ge weest. Toen had ik Carroll vaajk benijd, maar nu was ik blij, dat hij en niet ik Granby bij het ter verantwoording roepen van de zes financiers geholpen had. Wat had Lemesurier ook zooeven gezegd Dat Granby zelf mocht vertellen, hoe hij over de zaak dacht. Beteekenden die woorden, dat ze maatregelen genomen hadden, om ook hem in de val te lokken? Ik schoof onrustig op mijn stoel heen en weer en daardoor maakte ik ze op mijn aan- wezigheid opmerkzaam. Impulsief stond ik op. Verwacht u kolonel Granby oak hier?" vroeg ik. Lemesurier glimlachte. De naalden begon nen weer bezig te tikkelen „Natuurlijik" zei hij, „kolonel Granby is er niet het type naar om zijn vriend en discipel in den steek te laten, als die hem noodig heeft". „Maar heeft uheeft u hem dan een boodschap gestuurd?" hakkelde Ik, opeens nerveus. „Nee, Mr. Baxter. Dat hebben we u laten doen". „Hoebedoelt u dat?" vroeg ik bjjna stamelend. Lemesurier keek op zijn horioge. „H,;. is laat, maar dat kan niet anders", zei hij. „Juanito, de tuinjongen, vertelde ons, dat 't uren geduurd heeft v6<5r u hem zag. En dat terwijl hrj alles deed, om uw aaudacnt te trekken. Maar daartegenover staat, dat uw briefje heel duidelijk was. Hij kan zich niet in den weg vergissen te meer niet, om- dat htj Juanito als gids heeft." (Wordt vervolgd. i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 1