ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
Eerste Blad.
Jezus of Barabbas?
No. 8975
VRIJDAG 7 APRIL 1933
73e JAARGANG
Bekendmaking.
FEUILLETON
GENTSCHE AUT0SCH00L
V°Ve!v\e^
BINNEN L A N D.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Budten Ter Neuzen
fr. per post 1,55 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor BelgiS en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Fimia P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,8G Voor elken regel meer /0.20.
KEEINE ADVERTENTIeN per 6 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzendlng van advertentien liefst e(in dag voor de uitgave.
HIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND,
Burgemeester en Wethouders van HOEK
maken bekend:
dat de ouders, voogden of verzorgers, die
himne kinderen of pupillen op 1 Mei a.s. op
de Openbare Lagere School wenschen ge-
plaatst te zien, zich daartoe voor 30 dezer bij
het hoofd der school kunnen aanmelden.
De kinderen die v66r 1 Augustus 1933 zes
Jaar oud zijn, worden toegelaten.
Hoek, 4 April 1933.
Burgemeester en Wethouders van Hoek,
J. A. VAN TIENHOVEN,
Burgemeester.
DREGMANS, Secretaris.
Almee het grootste verschil tusschen
het verhoor van den Heiland voor den
oodschen Raad en dat voor Pontius
'Pilatus, den Romeinschen stadhouder is
1 lierin gelegen, dat de leden van den
oodschen Raad onder leiding en aanvoe-
ring van den hoogepriester Kajafas alles
hebben gedaan wat zij maar konden om
Jezus schuldig verklaard te krijgen, terwijl
daarentegen de Stadhouder zijn uiterste
best heeft gedaan om den Heiland te kun
nen vrijlaten. Er staat zelfs met nadruk
in den bijbel: ,,Zoo zocht Pilatus Hem
dan los te laten", en een ander evangelie
erkent, dat Pilatus het wist, dat zij Jezus
door nijdigheid overgeleverd hadden.
Pilatus heeft dus de Joodsche leiders zoo
a] niet geheel doorzien, dan toch eenigs-
zins hun motieven begrepen. Hij begreep,
dat zij er alles op zetten om hun eigen
(voorloopig) vonnis door den landvoogd
bevestigd te krijgen. Maar zelf heeft
Pilatus herhaaldelijk het betuigd, dat hij
in Jezus geen schuld vond.
Hoe geheel anders was het daarstraks
geweest voor den Joodschen Raad! Daar
nebben zij al hun best gedaan om iets te
vinden tegen Jezus. Men zou zelfs kun
nen zeggen: hadden deze lieden niet zoo
erg hun best gedaan om Jezus veroordeeld
te krijgen dan zou hun dat nog spoediger
zijn gelukt. Nu wilden zij te veel, nu
wilden zij het te hevig. Van alle kanten
moest en zou er nu materiaal worden aan-
gesleept, en zoo is het dan gekomen, dat
tenslotte al die getuiqenissen elkaar nog
weer tegenspraken. Maar dat vond het
meerendeel van de leden van den Jood
schen Raad dit keer blijkbaar niet zoo erg!
Bij en voor Pilatus ging het echter juist
andersom: de Romeinsche landvoogd
heeft al zijn best gedaan om Jezus nog vrij
te krijgen en om van deze kwestie af te
komen. Wat was Pilatus bijvoorbeeld
blij. toen hij hoorde, dat Jezus eigenlijk
uit Galilea afkomstig was! Dat was een
uitkomst, een buitenkansje, en tegelijk
opende zich hier de gelegenheid om
Herodes eens een attentie te bewijzen, ter-
door
FRANCIS BEEDING
(Nadruk verboden.)
31)
(Vervolg.)
Helmuth gehoorzaamde hem met een
stuursch, onwillig gezicht. Vjjf seconden later
aat ik een glas uitmuntende Amontillado te
drinken. En met de karaf binnen mjjn bereik.
Na m/jn eerste slokje ging Lemesurier
voort.
„Voor het oogeniblik zullen we aannemen
dat u niets weet. Dat kolonel Granby zoo
verstandig geweest is om te zwjjgen en dat u,
als een onnoozel lam, door een droevigen sa-
menloop van omstandigheden, het hoi van
den leeuw binnengeloodst bent. Maar zelfs
dan nog kunt u ons van dienst zijn, Mr. Bax
ter. We zouden namelijk graag willen, dat
kolonel Granby van het tooneel verdween en
ons vrij spel liet. Voor het oogenblik is htj
mimmer 6en en komen wjj pas in de tweede
plants, weet u! Jammer, maar waar".
„Dat's 66nnul voor Granby", dacht ik
tervreden. „Hoe heeft de vent 'm dat ge-
leverd"
„En de kans bestaat", ging Lemesurier
voort, „dat kolonel Granby munmer 6en
bltjft en krrjgt wat hij wil tetnzij wij de
noodige stappen doen om dat te verhinderen".
Ik keck hem over den rand van m' -n gla3
aan en op dat oogenblik veranderde zijn ge
zicht van uitdrukklng. De welwillende glim-
glach maakte plaats voor lets duivels-wreeds
en met zijn gehalde vuist gaf hij een harden
slag op tafel.
„En die stappen zullen we doen", zei hij
hiid. „We zijn niet van plan om Julius P. Ha-
wijl de spanning tuschen deze beide ge-
bieders juist erg groot was geworden!
Herodes zou dan misschien niet eens be-
grijpen, dat Pilatus op deze wijze meer
zichzelf een dienst bewees dan hem! Maar
deze poging is jammerlijk mislukt, al bleef
een resultaat niet uit, en werden Pilatus
en Herodes vanaf dat oogenblik goede
vrienden. Intusschen kreeg Pilatus den
„Koning der Joden" terug, met de zeer
onwelkome betuiging, dat ook Herodes
geen schuld in Hem vond.
Dan moest er iets anders worden be-
proefd. Pilatus heeft daarop getracht om
te speculeeren op het medelijden van de
groote massa. Maar ook dat baatte niets.
Hoe vreeselijk zal het anders geweest zijn:
die veertig-min-een slagen, en dan toe-
gebracht door ongevoelige lieden, die niets
achterwege zullen hebben gelaten wat het
lijden en de schande nog verzwaarde.
Pilatus heeft ook nog getracht om zich
schoon te wassehen en om door een open-
bare vertooning het duidelijk te maken,
dat het zeker niet aan hem lag, indien
Jezus straks onschuldig ter dood gebracht
zou worden. Maar het resultaat was ook
nu weer het volstrekt niet bedoelde. Het
volk ging nu verder dan ooit. Verklaarde
Pilatus zichzelf onschuldig aan het bloed
van dezen ..rechtvaardige zij hebben
er niet tegen op gezien om alle schuld
heel grif op zich te nemen, roepend als uit
een mond: „Zijn bloed kome over ons en
over onze kinderen!"
Zoo heeft Pilatus wel op allerlei manie-
ren getracht om Jezus weer op vrije voeten
te krijgen. Tot die mislukte pogingen be-
hoort ook nog de keuze, waar hij het volk
voor geplaatst heeft, toen hij hem vroeg:
wien zij bij gelegenheid van het Paasch-
feest in vrijheid gesteld wenschten te
zien: Jezus of Barabbas.
Maar is dit wel een keus? Zou voor
iemand, die dit leest, dit een tegenstelling
kunnen vormen? Wij weten wel andere
tegenstellingen, en noemen dan: Jezus
of de wereld, of: Jezus of wijzelf. Of wij
kunnen stellen de keuze: Jezus of de
onzen, en dan denken wij aan 's Heilands
eigen woord: ,,Wie vader of moeder, zoon
of dochter liefheeft, boven Mij, is Mijns
niet waardig", of aan dat nog krassere:
„Indien iemand tot Mij komt, en niet haat
zijnen vader en moeder, en vrouw, en kin
deren, en broers en zusters, ja ook zelfs
zijn eigen leven die kan Mijn discipel
niet zijn. Wij kunnen, als wij willen blijven
in de lijdensgeschiedenis, Jezus stellen
tegenover de Schriftgeleerden, of
Jezus vergelijken met Kajafas den
eenen hoogepriester met den anderen, den
een (Kajafas, die uiterlijk alles voor en
innerlijk alles tegen heeft, of den ander
(Jezus), die uiterlijk alles tegen en inner-
BESTUURDER: R. MORTIER
Eange Meire, 2 (Kouter) Gent
Telefoon: 19393
Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
degelijk en voll. onderricht. Zondagleer-
gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt.
(Ingez. Med.)
zelrig met de hoe noem je dat met de
winst schoot te laten gaan".
,,Hazelrig!" verbaasde Ik me. „Heeft die
er ook al mee te maken?"
De kille, heldere oogen van Lemesurier
keken me strak aan.
,,Stel ons geduld niet op een te harde
proef, Mr. Baxter'', zei bij. ,,U heeft vanmid-
dag met Mr. Hazelrig geluncht. Dus dan
maakt u ons niet wijs, dat u niets van zijn
plannen af weet".
,,Ik heb 'm vandaag voor den eersten keer
gezien", zei ik. „En 't gesprek was alge-
meen
,,Maar u weet waarom hij op het oogenblik
in Madrid is?"
„Geen idee van!"
„Maar u weet dan toch wel, dat kolonel
Granby in dezen voor hem handelt!"
„Wist ik niets van. Dank u wel voor de
inlichting".
Senor de Castro boog zich over tafel heen
naar me toe.
„U beweert dat u niets van Hazelrig weet,
niet waar?"
,,Hij wil iets koopen", ging Lemesurier
voort. ,,Maar w ij willen dat h,'j zich terug-
trekt".
„Ik kan natuurlijk w61 uw wenschof
voorstel of iets dergelijks aan Mr. Hazelrig
overbrengen", stelde ik hem voor.
Weer nam ik een teugje wijn. Lichamelijk
voelde ik me al heel wat beter, maar geeste-
ijjk raakte ik hoe langer hoe meer van de
wijs.
Niemand van het driemanschap achter de
tafel gaf me antwoord. Van het oogenblik,
waarop ik in de kamer gekomen was, af, had
ik bij tusschenpoozen een eigenaardig tikke-
iend geluid gehoord. Frau Schindler had
voortdurend met zedig neergeslagen oogen op
haar handen, die ze onder tafeld hield, zitten
kijken. Maar bij mjjn voorstel werd ze wak-
ker. Ze legde haar handen voor zich op tafel
en keek op. En nu zag ik dat ze zat te
breien een sok of een sjaal, dat was van
m,fp plants af niet te zien.
„Dat jongmensch daar", zei ze, „is 6f erg
dom 6f buitengewoon slim".
lijk alles voor heeft. Maar dit is dit
wel een tegenstelling, is dit wel een keus:
Jezus of Barabbas?
Want hoe zien wij meestal Barabbas?
Dan denken wij aan edn moordenaar, aan
een man, die zich liet leiden door zeer
onedele. gemeene motieven, aan iemand,
die handelde in drift of gedreven door
lagen hartstocht, in wfellust of om vuil
winstbejag. Vooral tegenwoordig vragen
wij het ons zoo vaak af: waar doet soms
een mensch al geen moord voor! En nu
stellen wij ons Barabbas misschien ook als
zoo iemand voor, als zoo'n goud- of bloed-
dorstige, en we kunnen het ons niet
voorstellen, hoe iemand er bij komen kon
om zoo'n man te plaatsen naast en tegen
over Jezus Jezus, die altijd zoo teer
was, en die nooit iemand hinderde, die
zichzelf altijd opofferde en zichzelf nooit
wilde wreken Jezus, die nooit zoekt
eigen voordeel of winst. En nu spreken
wij nog niet eens voor het diepere bij die
beiden: Rekende Barabbas ooit bij iets
met God, en mocht er daartegenover van
den Heiland niet worden getuigd, dat Hij
altijd deed, wat den Vader behagelijk
was? Nog eens daarom hoe kon Pila
tus het volk voor zoo'n keuze stellen?
Maar toch denkt hij, die zoo redeneert,
v«i*erd. Laten wij eerst eens nagaan:
hoe het Joodsche volk Barabbas moet heb
ben gezien. Hij had dat staat met
nadruk in den bijbel in een oproer een
doodslag begaan. Dus een sluipmoorde-
naar was hij zeker niet. Barabbas is veel-
eer een idealist geweest noem gij het
dan: een utopist. Barabbas is er een ge
weest. die nog geloof had in zijn volk, ge-
loof ook in de toekomst van zijn volk.
Barabbas was man des volks. Hij wilde
verbeteringen, maar dan radicaal, hij wil
de omzetting van alles, ook al moest dan
alles ondersteboven. Er deugde niets
meer, zoo meende en zoo schreeuwde hij.
En toen eindelijk is dat tot uitbarsting
gekomen. Een paar dagen geleden voelde
hij opeens: nu zou de beslissing moeten
vallen; en dat kan best bij hem tot door-
braak zijn gekomen bij gelegenheid van
Jezus' intocht te Jeruzalem. Toen heeft
Barabbas doorgezet, toegeslagen, inge-
grepen; er waren relletjes, en er is een
moord gebeurd. Men heeft er hem op
aangezien hij moest dat wel gedaan
hebben, daar waren bewijzen voor, over-
tuigende bewijzen, en hij is in hechtenis
genomen en achter slot en grendel gezet,
en het Paaschfeest, waarvan hij had ge-
droomd en heel stellig verwacht, dat het
dit jaar zou worden de groote verlossings-
dag, het groote bevrijdingsfeest dit
zelfde Paaschfeest zou nu een dag wor
den van diepe teleurstelling. Het was
zelfs de groote vrahg, of hij dien grootstcn
„feest"dag nog beleven zou hij wachtte
elk uur de aankondiging van zijn nade-
rende terechtstelling. De order kon elk
oogenblik afkomen. Zoo was Barabbas
en zoo zag hem het volk. Het stond vast,
dat Barabbas binnenkort gekruisigd zou
worden.
En hoe zag de groote meerdefheid van
het volk Jezus? Ook Jezus was voor hen
Daama ging ze weer met breien voort.
,,Waarschijnlijk erg dom", overwoog ze
hardop. ,,Maar dat is volgens mij geen be-
zwaar om nu het voorstel ter sprake te bren-
gen, waartoe we een half uur geleden beslo-
ten hadden".
Senor de Castro knikte.
„Ja", vlel hij haar hi} „de aanbieding!
Zeker, zeker! Die hebben we nog. Maar 't is
jammer, dat onize gastheer niet aanwezig is.
Die zouahem!... meer overredingakracht
aangewend hebben".
Lemesurier negeerde dien steek onder wa
ter. Hij zat mij onderzoekend aan te kijken.
„Wel, Mr. Baxter", bgon hij dan, „ons
voorstel luidt aldus. We willen een verklariag
hebben, door kolonel Granby en u onder-
teekend, dat u in dezen niet langer voor Mr.
Hazelrig, handelt. U verbindt u daarbij om
u terug te trekken en geen werkzaam aandeel
in deze zaak meer te nemen. Die verkiaring
moet zoo gesteld zijn, dat we ze aan derden
kunnen laten zien en laten lezen. Zoo gauw
we die in ons bezit hebben, wordt u in vrijr
heid gesteld".
Ik staarde hem overfoluft aan.
„Ik begrijp er niets van",, zei ik dan. ,,Wat
moet ik daarop zeggen? Ik kan niet voor
kolonel Granby spreken of 't moest zijn
om u te verzekeren, dat hij iets, waarmee hij
eenmaal begonnen is, niet gauw opgeeft."
„Kolonel Granby bljjft voor het oogenblik
buiten bespreking. Lie mag ons zelf komen
vertellen hoe hij er over denkt", zei Lemesurier
met een glimlach.
Htj keerde zich naar dc Castro.
„Dat is ons voorstel toch, niet waar?"
vroeg htj.
Senor de Castro knikte.
„Ik laat de afwikkeling van de zaak aan
u ever", was zijn antwoord. ,,Maar daarbij
wilt u wel bedenken, dat ik niet lang in
Madrid kan blijven en 40 van het kapitaal
gegarandeerd heb".
„Wel, Mr Baxter?"
Lemesurier keek m,;, aan.
..i 'at voorstel van u is wat mij betreft,
absoluut zonder eenige beteekenis", verweerde
ik me. „Ik vertegenwoordig niemand en ik
een idealist, ook Jezus was voor hen vol-
komen, zie maar, hoe hij den omgang zocht
van de menschen van het volk. Hoe was
Jezus in den vollen en verheven zin van
het woord man des volks! Wij denken
aan Zijn gelijkenissen alle evenzeer
uit het voile leven, gebeurtenissen en beel-
den uit het leven van iedereen en van
elken dag! Een paar dagen geleden was
het al heel bijzonder uitgekomen: hoe zeer
Jezus volksman was, toen Hij Zijn intocht
hield te Jeruzalem. O, hoe hebben ze
Hem toen toegejuicht! En Jezus wilde
immers ook verbetering en bevrijding en
verlossina. Jezus was er volkomen van
overtuigd: zoo als het was, zoo kon het
niet blijven; ook Jezus was niet tevreden
over den gang van zaken. Er waren
dat erkende Jezus grif tal van onhoud-
bare toestanden. in en om den tempel, in
den godsdienst en in den eeredienst, in
hun wetsopvatting en wetsbetrachting en
ook en niet het minst op sociaal terrein.
Welke vreeselijke woorden zijn te dezer
zake niet over Jezus' lippen gekomen! En
niemand heeft de Heiland daarbij ge-
spaard of ontzien. Die dag van Jezus'
intocht te Jeruzalem is een zeer groote
dag geweest voor het volk. Daar kwam
dan de Koning, hun Koninq. Hij schreed
voort. zachtmoedig, en als Heiland. Maar
vreemd toen opeens heeft Jezus zich
teruqgetrokken. Hij heeft niet doorgezet.
Hij is niet op den ingeslagen weg voort-
gegaan. En nu zijn zij boos op Jezus, en
teleurgesteld, ja gegriefd. Hun toorn op
Jezus is weer heel anders dan die van
de Schriftgeleerden. Zij zijn in en door
Jezus teleurgesteld.
Daarom mogen dus Jezus en Barabbas
zeker wel naast en zelf tegenover elkan-
der worden geplaatst. Het was van
Pilatus nog niet zoo slecht gezien, dat hij
dit tweetal opmaakte. En toch was het
weer wel verkeerd gezien, als het er
Pilatus tenminste om te doen is geweest
om Jezus vrij te krijgen. Pilatus heeft
zoodoende getoond, dat hij het Joodsche
volk toch maar heel slecht kende en be
greep. Pilatus had moeten en kunnen
begrijpen, dat Barabbas voor de groote
massa ,,de" volksman was, de echte, en
dat deze de sympathie van de meesten
behield. Maar Jezus die had immers
niet doorgezet?
Wij zijn nu waarschijnlijk Barabbas heel
anders gaan zien dan vroeger wellicht het
geval was. Meenden wij vroeger mis
schien. dat Barabbas ruw was en onbe-
schaafd, en Jezus daartegenover: zoo fijn
en zoo rustig, dan hebben wij nu gemerkt.
dat er op een enkel punt toch wel over-
eenkomst was tusschen die beiden.
Barabbas is de man, die van woorden
weet warempel niet eens waarom het gaat".
,,In dat gerval kunt u de verkiaring zonder
gewetensbezwaren teekenen".
„Is de mogelijkheid, dat Donna Concepcion
op haar besluit terugkomt, absoluut uitge-
sloten?"
Dat was een vraag van Senor de Castro.
,,'t Is de Sanora, een charmante vrouw,
maar iets te zakelijk, om geld te doen, de
Castro. Zooveel mogelijk en als 't kan, zoo
gauw mogelijk. Daarin ligt onze kans op wel-
slagen. We kunnen een behoorlijke som bij
elkaar brengen, maar tegen Hazelrig opbieden
kunnen we niet. Hij is onize eenige, werke-
Ijjke, emstige concurrent als hij er niiet
(was, hadden we vrij spel. Maar
Hij, hield op.
„Zoo is 't", stemde Frau Schindler in. ,,En
daarom moet Hazelrig verdwjjnen".
Het leek wed, of ze mij voor het oogenblik
vergeten waren. Ik hield me zoo stil mogelijk
en luisterde met bei mijn ooren. Als ze zoo
doorgingen kwam ik straks nog te weten, wat
Granby in zijn schild voerde.
„Wie is die kolonel Granby?" vroeg de
Castro.
Lemesurier keek hem met opgetrokken
wenkbrauwen aan.
.Kolonel Graniby", zei hij ,,is een beroemd-
heid van den Britschen Geheimen Dienst
een nogal gevaarlijk individu, als je gelooven
mag wat er van hem verteld wordt. Maar als
ik 't wel heb kent u hem", met die woor
den keerde hij zich tot Frau Schindler „en
dan kunt u de Castro beter inlichten dan Ik".
De klikkende breipennen verstomden. Frau
Schindler hief haar hoofd op. Haar flauwe
oogen staarden naar iets, dat voor ons on-
zichtbaar was. Op haar gezicht lag een uit-
drukking van onuitroeibaren, maar om zoo te
zeggen phlegmatieken haat. Dat gaf me een
schok van vcrbazing, want een dergelijk ge-
voel was niet iets, dat in de laatste dagen
ontstaan kon zijn het was iets, dat als een
id^e fixe haar gedachten- en verbeeldlugs-
leven a,l jaren beheerscht had.
,,Ik ken kolonel Granby", verklaarde ze
vreemd-rustig. „Htj. heeft mijn man toenter-
tijd totaal geruineerd door hem is hij, als
een vogelvrij verklaarde, ongelukkig gestor-
en programs en ideeen en idealen nu ein
delijk eens heeft willen komen tot daden,
terwijl Jezus ophield en inhield, toen de
groote massa meende, dat het pas goed
ging worden.
Nog altijd staat daar de kues: Jezus
of Barabbas, ook nu nog. Laten wij eer-
lijk erkennen, dat deze keuze heusch niet
zoo gemakkelijk is. Want menschen als
Barabbas hebben tenminste nog een ideaal:
Intusschen is Barabbas toch maar vrij
gekomen door Jezus. De een is ingewis-
seld tegen den ander. Ook hierin ligt een
diepe zin. Jezus verzoent de schuld, ook
van Barabbas, ook van ons. Wat hebben
wij niet vaak misgetast. Hoe tasten wij
nog telkens mis! Dan zullen wij de zaken
wel eens even ..recht-zetten". Maar in
tusschen bederven wij vaak zoo ontzet-
tend veel, en worden de toestanden eer
nog verwarder er door. Jezus doet echter
anders. Hij offert zich voor de over-
treders. Hij laat zich dooden, Hij laat zich
onderdompelen in den dood, opdat wij met
Hem zouden opstaan tot een nieuw leven.
Daarom de keus moet gedaan: Jezus of
Barabbas! Die keus kan beslissend zijn
voor heel ons leven.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan den heer Oudegeest wordt verlof ver-
leend den Minister van Justitie te interpellee-
ren over maatregelen om ten aanzien van
Duitsche vluchtelingon het asylreeht hoog te
houiden.
De interpellatie wordt gehouden op een
nader te bepaleci dag.
Verschillende kleine wetsontwerpen worden
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij het wetsontwerp inzake steunverleening
aan bollentrekkers in de gemeenten ter Aar,
Alkemade, Nieuwkoop en Woubrugge, drlngt
de heer Heerkens Thijssen (r.-k.) aan op uit-
breiding ook tot Leimuiden, Nieuwveen,
Rijnsaterwoude en Uithoom.
Minister Verschuur zegt overweging toe.
Aan de orde is het wetsontwerp tot instel-
ling van bedrijfsraden.
De heer Steger zegt, dat wij te doen heb
ben met een ommekeer in bet bedrijfsleven.
Spreker vindt bet wetsontwerp zeer sympa-
thiek.
De heer Visser (r.-k.) heeft eiveneens het
ontwerp rmet genoegen begroet.
De heer Pollema (c.-h.) deelt mede, dat zjjn
fractie niet gunstig over dit wetsontwerp
denkt.
EEN OPENBARE MEENING INZAKE
V OLKEN BONDS VRAAGSTUKKEN.
Men kan terzake van den Volkenbond.
Nederland splitsen in twee deeien. Het eerie
„weet het allang"; van den Volkenbond Is
niets te verwachten, nooit iets te verwachten
geweest; van daar, dat dit deel zich nooit de
moeite heeft getroost om eenig geschrift te
raadplegen, waardoor wezen, beteekenis en
arbeid van den Volkenbond naderbij worden
gebracht. Het andere deel heeft van den
Volkenbond grooter of kleiner verwachtingen
gehad; de beteekenis van zijne oprichting be-
seft. Sommigen van dit deel zijn hocpvoller
gestemd dan anderen; sommigen gelooven
ven. 't Is een zonderlinge samenloop van
omstandigheden, dat onze levens elkaar nu
weer kruisen want ik voel't instinct'ief, dat
hij zich niet terug zal trekken".
Haar werkeloos op tafel liggende handen
en het strakke staren van haar oude oogen
gaven haar woorden een heel bijzondere be
teekenis. En opeens stond het geval me weer
voor den geest. Granby had het, een poos
geleden, nu en dan over zijn avonturen met
de zes Trotsche Wandelaars gehad, en
Schindler was 66n van het half dozijn ge
weest. Toen had ik Carroll vaajk benijd, maar
nu was ik blij, dat hij en niet ik Granby bij
het ter verantwoording roepen van de zes
financiers geholpen had.
Wat had Lemesurier ook zooeven gezegd
Dat Granby zelf mocht vertellen, hoe hij over
de zaak dacht. Beteekenden die woorden, dat
ze maatregelen genomen hadden, om ook hem
in de val te lokken?
Ik schoof onrustig op mijn stoel heen en
weer en daardoor maakte ik ze op mijn aan-
wezigheid opmerkzaam. Impulsief stond ik op.
Verwacht u kolonel Granby oak hier?"
vroeg ik.
Lemesurier glimlachte. De naalden begon
nen weer bezig te tikkelen
„Natuurlijik" zei hij, „kolonel Granby is er
niet het type naar om zijn vriend en discipel
in den steek te laten, als die hem noodig
heeft".
„Maar heeft uheeft u hem dan een
boodschap gestuurd?" hakkelde Ik, opeens
nerveus.
„Nee, Mr. Baxter. Dat hebben we u laten
doen".
„Hoebedoelt u dat?" vroeg ik bjjna
stamelend.
Lemesurier keek op zijn horioge.
„H,;. is laat, maar dat kan niet anders", zei
hij. „Juanito, de tuinjongen, vertelde ons, dat
't uren geduurd heeft v6<5r u hem zag. En dat
terwijl hrj alles deed, om uw aaudacnt te
trekken. Maar daartegenover staat, dat uw
briefje heel duidelijk was. Hij kan zich niet
in den weg vergissen te meer niet, om-
dat htj Juanito als gids heeft."
(Wordt vervolgd. i