ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOQR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
5,TER NEUZEN KLIMOP"
y
\ND515on!)erW5
No. 7
APRIL 1933 - Verschijnt als 't past
De Tentoonstelling
„Klimop"
De Paaschmarkt
Het Voorjaarsfeest bij
Grieken en Romeinen
BISHENLAND
BUITENLAHD
TWEEDE BLAD.
UITGAVE VAN DE WINKELIERS-VEREENIGING
TER NEUZENSCHE COURANT
MET NEUZEN-MANIFEST
De Winkeliersvereeniging „Ter Neuzen
KJiinop" achtte de tijd gekomen am ter
voortzetting van hare plannen, dit jaar een
tentoonstelling te organiseeren voor Han
del. Industrie, Scheepvaart en Landbouw.
Aanvankelijk echter waren, gezien de
fcjfdsomstandigheden, de verwachtingen
niet zeer hoog gespannen. Evenwel nog
slechts korten tijd nadat de Tentoonstel-
hngscommissie hare werkzaamheden had
aangevangen, bleek reeds, dat ondanks de
oagunst der tijden op een groote deelname
kon worden gerekend.
Bij den aanvang werd een tentoonstel-
lingsgebouw ontworpen met een opper-
viakte van 1000 M2. Deze ruimte bleek
alras te klein om al de deelnemers onder
te brengen, zoodat het plan moest worden
uitgebreid, en nu reeds een oppervlakte
beslaat van 1600 M2. Nog steeds komen
van alle zijden aanvragen om standruimte
binnen, zoodat de mogelijkheid niet is
uitgesloten, dat ook deze ruimte nog te
klein zal blijken te zijn, en het plan ander-
maal moet worden vergroot.
De deelnemers melden zich aan van
alle zijden, en van de meest uiteenloopen-
de brandies, zoodat deze Tentoonstelling
werkelijk zeer interessant beloofd te
worden.
Het terrein waarop de Tentoonstelling
»al worden gehouden, is hiervoor bij uit-
stek gesohikt, en zeer gunstig gelegen in
het centrum van de stad.
Het Gemeentebestuur heeft bereidwillig
het parkeerterrein voor dit doel beschik-
baar gesteld, waarop de groote houten j
Tentoonstellingshal zal worden gebouwd, j
met de voorbereiding waarvan reeds een 1
aanvang is gemaakt.
Grenzend aan dit terrein is een open j
terrein en het Concert- en Bioscoop- j
gebouw, waarop en waarin naar wij ver-
»emen het ,,Nose-Comite" zeer aantrek-
feelijke attracties zal inrichten.
Aan de inrichting der Tentoonstelling
wordt door de comimissie alle zorg be-
steed.
Reeds kan worden medegedeeld, dat in j
het Tentoonstellingsgebouw een keurig
restaurant zal worden ingericht met een
saoderne electrische keuken, waar de be-
aoekers in de gelegenheid zullen worden
gesteld tegen matige prijzen een warme
maaltijd te gebruiken.
Over de deelnemers kan uit den aard
der zaak nog niets worden gemeld.
Kort voor de opening der Tentoonstel
ling verschijnt ~er het bekende ,,Neuzen-
manifest" waarin meer uitvoerig over deze
Tentoonstelling zal worden geschreven.
^x^Gezien de groote opzet dezer tentoon
stelling verwaoht het bestuur een groot
bezoek uit geheel Zeeuwsch-Vlaanderen
en ook van de overzijde van de Schelde.
De entree zal zoo worden gesteld, dat
deze voor niemand een beletsel zal zijn om
de Tentoonstelling te bezoeken.
De Tentoonstelling zal gehouden wor
den van 2331 Mei en zal dagelijks ge-
opend zijn van 1 tot en met 10 uur n.m.
Op Zondag 28 Mei zal ze gesloten zijn.
Ieder make nu reeds plannen deze
tentoonstelling te bezoeken.
De winkeliers, leden van ,,Ter Neuzen
Klimop" maken zich nu reeds op, om de
bezoekers tijdens de Tentoonstelling,
waardig te kunnen ontvangen en te toonen.
dat de Ter Neuzensche winkelstand, zoo-
wel in sorteering, kwaliteit, alsook in
billijke prijzen aan de spits staat.
De weekmarkt maa'kt steeds grooter
opgang en trekt wekelijks meer bezoekers
saar Ter Neuzen.
Nu het winterseizoen weer voorbij is
staan tientallen kramen uitgestald en bie-
den voor elk wat wils.
Ook de Ter Neuzensche Winkelstand
laat zich niet oribetuigd, en laat zien wat
zij presteeren kan.
Nu Paschen aanstaande is zijn de voor-
raden weer aangevuld, en heeft men het
nieuwste aan te bieden voor werkelijk
zeer lage prijzen.
Niemand verzuime a.s. Woensdag 12
April, tijdens de Paaschmarkt Ter Neu
zen te bezoeken. Het belooft zeer druk te
worden.
Symbolen van het leven, dat omstreek.
ons Paschen den dood versloeg.
Comedies en tragedies als uiting van
levensdrift en levensernst.
Door
F. FRIMO.
In de dichtbevolkte landen van het Westen
met hun reeks van snel op elkaar volgende
groote en kleinere steden en dorpen, met de
verkeersmiddelen die de afstanden vemietigen
en de bevolkingen van stad en land aan elkaar
smeden, begint langzamerhand de groote
klove te verdrijven, die duizenden en duizen-
den vroeger tot vreemdelingen maakte in de
natuur die hem omringt, die ze verdoemde tot
een soort leven als dat van een kasplant, ge-
lijkmatig en kleurloos. En tochnog zeer
sprekend is de tegenstelling tusschen stad en
land. De stedeling heeft nog maar heel weinig
het leven der natuur mede. In de stad kent
de bewoner niet als de landman het beang-
stigende gevoel van een stormachtigen winter,
met het weinig licht en de weinige warmte,
in de stad biedt het sneller vliedende en meer
afwisselende leven hem meer afleiding dan
het doodsche aanschijn der natuur en zijn aan-
dacht wordt van al die barre somberheid af-
geleid door de zee van kunstmatig licht en
den stortvloed van ontspanning en vermaak,
die hem in ruime mate geboden wordt.
De stedeling begrijpt en gevoelt zich niet
zoo intens als de landman de voortdurende
wisseling van leven en dood, een natuurlijk
verschijnsel dat ook heel sterk zijn uitdruk-
king vindt in den overgang van winter tot
voorjaar. En we moeten teruggaan tot zeer
oude natuurvolken als bijv. de oude Grieken,
waar nog nauwelijks de tegenstelling tusschen
stad en land gevoeld werd, waar men nog het
leven der natuur volop meeleefde, om de
zuivere beteekenis te vatten van de overwel-
digende vreugde, die zich van die natuurvolken
meester maakte bij het aaabreken van het
voorjaar, van de lente, van de ontwakende
natuur, wanneer de grijze winter heenvliedt en
het land zich, na kou en duistemis, herstellen
zal.
Wei was bij die natuurvolken, Grieken en
Romeinen, een golf van vreugde en jonkheid,
die zich uitstrekte over alle levende wezen,
mensch, dier en plant. Er ontwaakte een
nieuw leven en er ontplooide zich tevens een
nieuw geloof, dat de bevestiging inhield van
de vele beloften waaraan men in bange win-
terdagen had getwijfeld, hoewel toch de sterk-
ste ten alien tijde in de menschelijke ziel
leefde, het geloof, de belofte, dat het leven
triomfeert over den dood.
In de eerste, warme dagen van het voor
jaar, als de zon de eerste bloemkelkjes en
ook ons eigen hart na gure ijs- en sneeuw-
nachten weer voor het eerst openbloeit, als
de plantengroei, bijna tot stilstand gekomen,
het besef geeft van het leven, dat dit een
gave Gods is, een kraoht, een beweging, die
zich telkens en telkens weer opwerken zal uit
den stilstand, uit den dood. Het is het leven
zelf, dat uit den dood opstaat, ja, het zijn
de doodea zelf, die opstaan, die tot nieuw
leven worden gewekt.
Wondere gevoel eng.
Zoo zien we bij Grieken en Romeinen een
combinatie van wondere gevoelens naar de
oppervlakte werken, pogenschijnlijk tegen-
strjjdige gevoelens, maar met die wondere
eenheid van tegenstellingen, die in 't oude*
Rome en Athene in Februari waart, samen-
smolten in de bekende Authesterien, de ,,bloe-
menfeesten", die tevens ook het feest waren
der dooden: bloemenfeesten en Paschen, op-
standing en allerzielen tegelijk! Het feest der
levenden en de dag der dooden! Want het was
bij die oude volken een contimhteitsgedachte,
die tot een sterk, natuurlijik besef was ge-
groeid, dat het de dooden van het vorige jaar
zijn, die nu als levenden uit de aarde „terug-
keerea"opstaan! En met luidruchtige,
uitgelaten vreugde gaf men zich allerwegen
aan dit blijde, leven wekkende gevoel over!
Op den eersten feestdag was het de „her-
opening der wijnvaten"; men noemde het
Pith-oigia. En ook in deizen naam vinden we
de herinnering aan den doodendienst terug.
Want op oude Grieksche afbeeldingen ziet men
nog afgebeeld de god Hermes, die zijn staf
boven het vat of ,,pithos" houdt; eti toen
fladderden de sohimmen der dooden omhoog.
Men bracht ze den volgenden dag plengoffers
en mochten ze soms nu als booze geesten
(want him tijd was voorbijwillen terug-
keeren, dat werd hen dan onmogelijk gemaakt
door de deuren met teer te bestrgken, zoodat
binnenfladderen niet meer kon en ze als
spoken uit de woningen, uit de paleizen en
tempels verdreven werden... ook uit de zielen
en harten der menschen! En als den derden
dag van het bloemenfeest den dooden een
maal van peulvruchten was gebracht als offer,
dan riep men hen met 'n gevoel van verlos-
sing en bevrijding achtema: „Sohimmen,
naar buiten, naar buiten! Het bloemenfeest
is voorbij!" Het was het feest van den her-
opbloei der natuur, van het leven, van de
goede deugden, van de menschelijke werk-
kracht en het zonrijk genot enhet was
tevens de dag der dooden!
Bij d,e oude Grieken,
Het was die tweezijdigheid van gevoel, die
een geheel eigen waardeering aan het leven
gaf, die de oude Grieken ertoe leidde, bij den
telkenjare terugkeerenden natuurdemon Dio-
nysos, aan den eeredienst van het leven zelf,
de van diepen levensernst getuigende tragedie
te bewijzen, tegelijik met de satyrische, spot-
tende, doldriftige en hekelende comedie. Naast
de tragische zekerheid, dat alles, wat leefde,
gedoemd is te sterven en onder te gaan, het
ieder jaar terugkeerende besef, dat het doode
toch opnieuiw uit het leven opstijgt als het
nieuwe leven zelf!
Maart en April zijn de maanden waarin wij,
in het Westen, in een soort blijvende Paasch-
stemming verkeeren. We hebben verrukkelijk
lenteweer, met soms peilloos verre luchten en
een prikkelende frischheid, afgewisseld door
lauw-wanme luchtstroomea. Daar hangt een
atmosfeer van sterker en steeds sterker op-
dringend leven. In onze landen worstelt dat
nieuwe leven meer dan in het Zuiden, met de
schimmen van den terugwijkendea dood in den
vorm van striemende voorjaarsstormen. Maar
in Griekenland vierde men in Maart het
blijden feest van het nieuwe natuurjaar in een
reeks van vier dagen, waarvan de eerste een
blijde dag was: een comedie werd opgevoerd.
De eigenlijke inwijding van het nieuwe jaar
gebeurde de drie volgende dagen, in diepe
religiositeit, met gebeden aan den natuurgod,
die levend was en dood, met gezangen en
statige dansen, waaruit zich allengs de tra
gedies ontwikkelden, met haar emstige, diep-
zinnige, sombere overdenking van mensch en
leven. Want naast de blijdschap over de veel-
belovende lente, rees bij het landbouiwvolk ook
het niet te verbergen gevoelen van angst om
den toekomstigen oogst en het gedijen van het
vee. Het was een echt feest van opstanding,
zooals de Grieken Dionysos ieder jaar weer
uit het Oosten over de zee zagen komen en
zijn intocht in het land plechtig vierden. Men
zag hem aandrijven in een kistje en als het
geopend werd, zag men een knaap vaa bui-
tengewone schoonheid, die als de natuur, den
kinderlach van het pas ontloken leven op het
gelaat droeg. De Romeinen zagen hun god
in een klein bootje over zee komen, met een
drinkhoom in den eenen hand, klimopbladeren
in de haren, druiventrossen in de mast. Het
bootje werd op een „scheepswagen" (carrus
navalis) geplaatst en zoo doet de god nog
steeds zijn intrede in de voorjaarsfeesten van
onze Westersche ianden als de modeme „prins
Oamaval" car(rus) naval(is) waarmee
dan het hoogtepunt van feestvreugde op onze
tegenwoordige camavals is bereikt.
Het is ook heelemaal niet toevallig, dat de
Grieken en Romeinen en in onze plastische
kunst hebben wij het van hen overgenomen
in hun muurschilderingen en vaasversierin-
gen kinderfiguren gebruikten bij de voorstel-
lingen van de voorjaarsfeesten: Dionysos was
niets anders dan het schoone kind, dat jaar-
lijks met zijn lach gelukkig maakte. De
allegorisehe voorstellingen wemelen van spelen
en stoeiende kinderfiguren, gehuld in kleine
toga's, met fakkels in de hand, opgesteld om
een beeld van Diana, die het leven der natuur
symboliseerde; zij dragen ook manden, of
hoomen des overvloeds, gevuld met druiven,
of zij torsen een vergulden staf met zware
druiventrossen
Onze folklore.
Al deze gebruiken, al deze attriibuten, wij
kennen ze in onze eigen folklore nog zoo goed
als men ze toen kende in Hellas en Rome.
Wij denken bijv. aan Palmpaschen, wat de
Grieken „eiresione" noemden. Dit zijn niets
anders dan stokken met kransen om een
diwarshout gebcnden, waaraan kleine koeken,
r.rjpe vruchten, vooral vijgen, een broodje en
een kroes zijn vastgebonden. Die stokken
werden voor de deuren geplaatst in Athene
en ieder jaar vemieuwd. Die stokken sym-
boliseerden den voorspoed, die men verwachtte
vaa het nieuwe groeijaar en de kinderen
trokken ermee in optocht zingend langs de
huizen om giften in te zamelen voor het voor-
jaarsfeest. Gebeurt, in gewijzigden vorm, op
vele plaatsen in Duitschiand en in ons eigen
land, aiet hetzelfde op Palmpaschen?
Een complet, dat men aan Homerus wil
toeschrrjven als bijv.:
„Hier ben ik weergekeerd, na een jaar
teruggekomen
Als ieder jaar de zwaluw; ik sta op bloote
[voeten,
Ik sta hier op Uw drempel; o, geef m,ij
[snel Uw gave!
Ge zult ons wel iets geven en doet ge
C't niet, dan gaan we weg.
Wij zijn hier niet gekomen, om altijd
[hier te wonen".
werd op Rhodos gevarieerd tot:
.^Als g'ons iets haalt, dan moogt g'u zelf
veel binnenhalea1
Doe open, doe toch open: de zwaluw
[wil naar binnen!
Wij zijn niet oud van dagen! hier zijn wij,
['t jong geslacht!"
Ligt in deze liedjes niet iets van de stem
ming uit de liedjes van St. Maarten Wij heb
ben het in ons land overgenomen in een ander
jaargetjjde, maar het stamt eigenlijk alles uit
het voorjaar, uit de periode van Paschen. In
Duitschiand, ook in ons land op sommige
plaatsen gaan de kinderen om dezen tijd den
zomer „aanzeggen" en zrj krijgen daarvoor
van de menschen koeken, vruchten of honing.
Aan den Neckar zijn het meisjes van zes tot
twaalf jaar, die versierd met klimopkransen
en linten in de dorpen rondtrekken, zingend:
„Heut is mitten Fasten,
Da leeren die Bauem den Hasten,
Tun sie die Hasten schon leeren,
Gott will was Neues bescheren
Wy staan hier voor een traditie, die ruim
twintig eeuwen oud is. Kinderen in het oude
Griekenland, op Rhodos en nu nog in West
en Midden-Europa, zingen in den Paaschtijd
,,dat zij niet oud van dagen zijn; dat zij het
jonge geslacht zijn!" Zij zijn de dragers van
den nieuwen tijd, vol jonge beloften, vol hoop,
maar ook vol angsten. Want wel rijst de
natuur uit haar eigen dood weer op, maar in
het nieuwe leven ligt diezelfde dood toch weer
opgesloten. Met iederen dag, dat het nieuwe
leven zich ontplooit, wordt de dood, die het
leven vernietigen zal, ook sterker. De dood
wacht op zijn geschikte tijd en in het voor
jaar is hij wel het zwakst. Want dan willen
we van den dood niets weten in het overstel-
pend gevoel van levenskracht en jongen rijk-
dom, waarmee we naar het leven teruggegre-
pen hetoben. En zooals de Grieken op hun
voorjaarsfeest zongen: „Naar buiten schim
men, het Bloemenfeest is nu voorbij!", zoo
zingen in Saksen de kinderen nu nog, terwijl
ze ontbladerde boompjes buiten dragen, ver
sierd met linten en papier:
,,Wir alle, wir alle kommen h'raus,
Undtragen heut den Tod hinaus.
Komm, Fruhling, wieder mit ins Dorf,
Willkommeii, lieber Fruhling!"
Opbloeiend leven.
We zien dus, dat deze verheerlijking van
het opbloeiend leven in den Paaschtijd, niets
anders dan een uit het Zuiden stammende
door het Noorden overgenomen traditie, stem-
ming, gewoonte, gebruik, zooals men het noe-
men wil. Het is het feest van de ongetemde
opbloeiende, overstroomende levenskracht, die
zich bij de oude Grieken uitte in overmoedi-
gende vreugde en bijtende spot en die het
leven heeft geschonken aan de Attische Co
medie. Men kende dan niet de dood, men ver-
achtte hem in die uitgelatenheidmen had
hem triomfantelijk verdreven op die dagen!
Maar die stemming duurde niet lang, kon
niet lang duren, omdat zij eenzijdig was en
met het ware leven in diepsten strijd. Op de
opvoering der dolzinnigste comedies volgden
bij de Dionysos-feesten, tragedies, de bezon-
kenheid, de inkeer tot zichzelf. En ook wij in
onze Christenwereld kennen dien inkeer, met
de stemming van Palmpaschen en die van
Paschen en den Goeden Vrijdag, tot Pinkste-
ren toe. Het zijn de stemmingen, die ons doen
inzien en begrijpen, hoe klein en nederig en
hulpeloos wij staan tegenover het groote
levensmysterie, dat zich ieder jaar opnieuw
in zijn onverbreekbare eenheid aan ons open-
baart. Leven en dood! Wij kunnen" met ver-
achting van al de vemielende elementen om
ons heen krampachtig naar het leven" grij-
pen en slechts dat leven willen, uitsluitend
en alleen, verjagend met een wondere kracht
en onweerstaanbaar geweld den dood, die dat
leven beloerttoch keeren we tenslotte ook
tot die keerzrjde van het leven terug, omdat
al het leven in zich draagt de kiemen van den
dood. Als we tot die ontdekking voor ons zelf
gekomen zijn, dan zal ons leven in al zijn
verdere uitingen sterk gelouterd zijn, dan voe-
len we in de prikkelende voorjaarsfrischheid
ook iets van de melancholische bittere stem
ming van den herfst, dan zien we naast het
jonge groen der voorjaarsbladeren ook de
bruine tiniten van het najaar, dat weten we
in het leven, dat zich in ons vernieuwt om-
streeks den tijd van Paschen, ook aanwezig de
kiemen van den dood: wij dragen den dood
in ons leven zelf. Dit is geen levensloopende
gedachte, maar een aansporing om onze
levenskrachten ten bate van het eeuwige
leven bestendig en doelmatig aan te wenden.
Ook dit kan een Paasckboodschap zijn voor
de menschheid.
(Nadruk verboden.)
DE BELEMMERING VAN DEN INVOEK
IN DUITSCHLAND.
Op initiatief van het bestuur der Katmar
van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort
is aldaar een bijeenkomst met de burgemees-
ters van de gemeenten in het district der
Kamer gehouden, ten einde te bespreken.
welke middelen kunnen worden aangewenc[,
om in het vervolg Duitsche goederen te boy-
cotten, zoolang de agrarische politiek van
Duitschiand den handel van vele ondememin-
gen in het district zooveel schade doet.
TWEE HONDERD KILO MARGARINE
IN BESLAG GENOMEN.
Onder de gemeente Maasniel by Roermond
werd Vrrjdagmorgen door de rrjksambtenaren
aangehouden de landbouwer G. aldaar, die
met zijn melkwagen, volgeladen met gevulde
melkkannen, naar de melkinrichting te Roer
mond reed. Bjj nader onderzoek bleek, dat
een dezer melkkannen in plaats van met melk
gevuld was met zeven kilogram Duitscha
boter, welke G., naar hij beweerde, onderweg
zou moeten afladen. De boter werd in be-
slag genomen, aldus de „Msb.".
Onderwifl werd door den dienstgeleider van
Maalbroek en twee kommiezen huiszoeking
in de woning van G. gedaan. Hier werden
in de schuur onder stroo verborgen nog 195
kilo margarine gevonden, welke eveneens in
beslag genomen werd.
G. wenschte niet te verklaren, waarvoor
deze boter bestemd was. De directeur der
Roermondsche melkinrichting heeft, nadat h#
met een en ander in kennis was gesteld, G.
als melkrijder geschorst.
BLOEDTRANSFUSIEDIENST
HAARLEM.
In Haarlem zal het Roode Kruis een bloed-
transfusiedienst stichten. Er is een directie
gevormd, gie de onmiddellrjke leiding zal heb
ben, terwijl de directies der ziekenhuizen wor
den uitgenoodigd zich te doen vertegenwoor-
digen in een commissie van advies, waarvoor
nog eenige medici worden gevraagd. Het
Roode Kruis heeft een oproep gericht tot
personen boven de 21 jaar zich voor dit doel
beschikbaar te stellen.
DE INVOER VAN NEDERLANDSCH VEE
IN FRANK IvMK.
De directie van den landbouw deelt mede,
dat blijkens telefonisch bericht van den rijks-
landbouwconsulent te Parijs het invoerverbod
voor Nede'rlandsche runderen en schapen in
Frankrijk is opgeheven. Aangezien de invoer
van runderen in Frankrijk is gecontingeu-
teerd en Nederlandsche runderen in het basis-
tijdvak dier eontingenteering niet in Frank
rijk werden ingevoerd, is aan ons land geen
invoercontingent toegewezen, zoodat de op-
heffing van het invoerverbod voor rundvee
voorloopig geen practische beteekenis heeft.
Aan Nederland is evenwel voor het 2de
kwartaal 1933 een invoercontingent van 750
levende schapen verleend. Tot dusver mocht
ons land •uitsluitend schapen voor onmiddel-
lijke slachting aan de Parijsche abattoirs
leveren. Thans is derhalve de mogelijkheid
geopend het contingent eveneens voor fok,-
schapen te gebruiken.
KEMPINSKI NA DEN BOYCOT.
Wij ontvingen schrijft de Telegraaf
bezoek van den firmant der bekende Berliin.-
sche restauratiebedrijven, den heer Hans Kem-
pinski, die ons mededeelde, dat Zondagavond
zijn groot restaurant op den Kurfurstendamm
tot de laatste plaats toe bezet was.
Dat is des te opmerkelijker, daar ook de
bedrijven van Kempinski den dag te voren
onder den boycot waren gevallen, De heer
Kempinski leidt hieruit af, dat de gebeurte-
nissen der laatste dagen aan zijn populariteit
bij het Berlijnsche publiek geen afbreuk heb
ben gedaan en hij was vol goeden moed voor
de toekomst. Naar zijn opvatting zullen binnen
niet te langen tijd ook de betreurenswaardige
internationale gevolgen van de anti-Joodsche
actie die aan den dag zijn getreden, spoedig
verdwijnen.
ANTI-COMMUNISTISOHE RELLETJES
T(E BRUSSEL.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt
Een bijeenkomst Zondagmiddag in den
Patria-schouwburg alhier georganiseerd door
de Belgische liga tegen het communisme en
de fascistische Union Nationale, welke de
vogelvrijverklaring van de communisten na-
streven, heeft aanleiding gegeven tot vrij em
stige relletjes. In de zaal bevond zich een aan-
tal socialisten en communisten, die herhaalde-
lijk de sprekers uitjouwden en ten slotte door
de politie uit de zaal werden gezet. Buiten
geraakte een paar honderd communisten en
evenveel socialisten onder leiding van de Ka-
merleden Jacquemotte en Brunfaur handge-
meen met de politie, die hun den toegang tot
de zaal wist te beletten. Drie politieagenten
en tien communisten en socialisten liepen tij
dens de botsing emstige verwondingen op. Er
zijn 50 personen gearresteerd.