ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOQR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 5,TER NEUZEN KLIMOP" y \ND515on!)erW5 No. 7 APRIL 1933 - Verschijnt als 't past De Tentoonstelling „Klimop" De Paaschmarkt Het Voorjaarsfeest bij Grieken en Romeinen BISHENLAND BUITENLAHD TWEEDE BLAD. UITGAVE VAN DE WINKELIERS-VEREENIGING TER NEUZENSCHE COURANT MET NEUZEN-MANIFEST De Winkeliersvereeniging „Ter Neuzen KJiinop" achtte de tijd gekomen am ter voortzetting van hare plannen, dit jaar een tentoonstelling te organiseeren voor Han del. Industrie, Scheepvaart en Landbouw. Aanvankelijk echter waren, gezien de fcjfdsomstandigheden, de verwachtingen niet zeer hoog gespannen. Evenwel nog slechts korten tijd nadat de Tentoonstel- hngscommissie hare werkzaamheden had aangevangen, bleek reeds, dat ondanks de oagunst der tijden op een groote deelname kon worden gerekend. Bij den aanvang werd een tentoonstel- lingsgebouw ontworpen met een opper- viakte van 1000 M2. Deze ruimte bleek alras te klein om al de deelnemers onder te brengen, zoodat het plan moest worden uitgebreid, en nu reeds een oppervlakte beslaat van 1600 M2. Nog steeds komen van alle zijden aanvragen om standruimte binnen, zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat ook deze ruimte nog te klein zal blijken te zijn, en het plan ander- maal moet worden vergroot. De deelnemers melden zich aan van alle zijden, en van de meest uiteenloopen- de brandies, zoodat deze Tentoonstelling werkelijk zeer interessant beloofd te worden. Het terrein waarop de Tentoonstelling »al worden gehouden, is hiervoor bij uit- stek gesohikt, en zeer gunstig gelegen in het centrum van de stad. Het Gemeentebestuur heeft bereidwillig het parkeerterrein voor dit doel beschik- baar gesteld, waarop de groote houten j Tentoonstellingshal zal worden gebouwd, j met de voorbereiding waarvan reeds een 1 aanvang is gemaakt. Grenzend aan dit terrein is een open j terrein en het Concert- en Bioscoop- j gebouw, waarop en waarin naar wij ver- »emen het ,,Nose-Comite" zeer aantrek- feelijke attracties zal inrichten. Aan de inrichting der Tentoonstelling wordt door de comimissie alle zorg be- steed. Reeds kan worden medegedeeld, dat in j het Tentoonstellingsgebouw een keurig restaurant zal worden ingericht met een saoderne electrische keuken, waar de be- aoekers in de gelegenheid zullen worden gesteld tegen matige prijzen een warme maaltijd te gebruiken. Over de deelnemers kan uit den aard der zaak nog niets worden gemeld. Kort voor de opening der Tentoonstel ling verschijnt ~er het bekende ,,Neuzen- manifest" waarin meer uitvoerig over deze Tentoonstelling zal worden geschreven. ^x^Gezien de groote opzet dezer tentoon stelling verwaoht het bestuur een groot bezoek uit geheel Zeeuwsch-Vlaanderen en ook van de overzijde van de Schelde. De entree zal zoo worden gesteld, dat deze voor niemand een beletsel zal zijn om de Tentoonstelling te bezoeken. De Tentoonstelling zal gehouden wor den van 2331 Mei en zal dagelijks ge- opend zijn van 1 tot en met 10 uur n.m. Op Zondag 28 Mei zal ze gesloten zijn. Ieder make nu reeds plannen deze tentoonstelling te bezoeken. De winkeliers, leden van ,,Ter Neuzen Klimop" maken zich nu reeds op, om de bezoekers tijdens de Tentoonstelling, waardig te kunnen ontvangen en te toonen. dat de Ter Neuzensche winkelstand, zoo- wel in sorteering, kwaliteit, alsook in billijke prijzen aan de spits staat. De weekmarkt maa'kt steeds grooter opgang en trekt wekelijks meer bezoekers saar Ter Neuzen. Nu het winterseizoen weer voorbij is staan tientallen kramen uitgestald en bie- den voor elk wat wils. Ook de Ter Neuzensche Winkelstand laat zich niet oribetuigd, en laat zien wat zij presteeren kan. Nu Paschen aanstaande is zijn de voor- raden weer aangevuld, en heeft men het nieuwste aan te bieden voor werkelijk zeer lage prijzen. Niemand verzuime a.s. Woensdag 12 April, tijdens de Paaschmarkt Ter Neu zen te bezoeken. Het belooft zeer druk te worden. Symbolen van het leven, dat omstreek. ons Paschen den dood versloeg. Comedies en tragedies als uiting van levensdrift en levensernst. Door F. FRIMO. In de dichtbevolkte landen van het Westen met hun reeks van snel op elkaar volgende groote en kleinere steden en dorpen, met de verkeersmiddelen die de afstanden vemietigen en de bevolkingen van stad en land aan elkaar smeden, begint langzamerhand de groote klove te verdrijven, die duizenden en duizen- den vroeger tot vreemdelingen maakte in de natuur die hem omringt, die ze verdoemde tot een soort leven als dat van een kasplant, ge- lijkmatig en kleurloos. En tochnog zeer sprekend is de tegenstelling tusschen stad en land. De stedeling heeft nog maar heel weinig het leven der natuur mede. In de stad kent de bewoner niet als de landman het beang- stigende gevoel van een stormachtigen winter, met het weinig licht en de weinige warmte, in de stad biedt het sneller vliedende en meer afwisselende leven hem meer afleiding dan het doodsche aanschijn der natuur en zijn aan- dacht wordt van al die barre somberheid af- geleid door de zee van kunstmatig licht en den stortvloed van ontspanning en vermaak, die hem in ruime mate geboden wordt. De stedeling begrijpt en gevoelt zich niet zoo intens als de landman de voortdurende wisseling van leven en dood, een natuurlijk verschijnsel dat ook heel sterk zijn uitdruk- king vindt in den overgang van winter tot voorjaar. En we moeten teruggaan tot zeer oude natuurvolken als bijv. de oude Grieken, waar nog nauwelijks de tegenstelling tusschen stad en land gevoeld werd, waar men nog het leven der natuur volop meeleefde, om de zuivere beteekenis te vatten van de overwel- digende vreugde, die zich van die natuurvolken meester maakte bij het aaabreken van het voorjaar, van de lente, van de ontwakende natuur, wanneer de grijze winter heenvliedt en het land zich, na kou en duistemis, herstellen zal. Wei was bij die natuurvolken, Grieken en Romeinen, een golf van vreugde en jonkheid, die zich uitstrekte over alle levende wezen, mensch, dier en plant. Er ontwaakte een nieuw leven en er ontplooide zich tevens een nieuw geloof, dat de bevestiging inhield van de vele beloften waaraan men in bange win- terdagen had getwijfeld, hoewel toch de sterk- ste ten alien tijde in de menschelijke ziel leefde, het geloof, de belofte, dat het leven triomfeert over den dood. In de eerste, warme dagen van het voor jaar, als de zon de eerste bloemkelkjes en ook ons eigen hart na gure ijs- en sneeuw- nachten weer voor het eerst openbloeit, als de plantengroei, bijna tot stilstand gekomen, het besef geeft van het leven, dat dit een gave Gods is, een kraoht, een beweging, die zich telkens en telkens weer opwerken zal uit den stilstand, uit den dood. Het is het leven zelf, dat uit den dood opstaat, ja, het zijn de doodea zelf, die opstaan, die tot nieuw leven worden gewekt. Wondere gevoel eng. Zoo zien we bij Grieken en Romeinen een combinatie van wondere gevoelens naar de oppervlakte werken, pogenschijnlijk tegen- strjjdige gevoelens, maar met die wondere eenheid van tegenstellingen, die in 't oude* Rome en Athene in Februari waart, samen- smolten in de bekende Authesterien, de ,,bloe- menfeesten", die tevens ook het feest waren der dooden: bloemenfeesten en Paschen, op- standing en allerzielen tegelijk! Het feest der levenden en de dag der dooden! Want het was bij die oude volken een contimhteitsgedachte, die tot een sterk, natuurlijik besef was ge- groeid, dat het de dooden van het vorige jaar zijn, die nu als levenden uit de aarde „terug- keerea"opstaan! En met luidruchtige, uitgelaten vreugde gaf men zich allerwegen aan dit blijde, leven wekkende gevoel over! Op den eersten feestdag was het de „her- opening der wijnvaten"; men noemde het Pith-oigia. En ook in deizen naam vinden we de herinnering aan den doodendienst terug. Want op oude Grieksche afbeeldingen ziet men nog afgebeeld de god Hermes, die zijn staf boven het vat of ,,pithos" houdt; eti toen fladderden de sohimmen der dooden omhoog. Men bracht ze den volgenden dag plengoffers en mochten ze soms nu als booze geesten (want him tijd was voorbijwillen terug- keeren, dat werd hen dan onmogelijk gemaakt door de deuren met teer te bestrgken, zoodat binnenfladderen niet meer kon en ze als spoken uit de woningen, uit de paleizen en tempels verdreven werden... ook uit de zielen en harten der menschen! En als den derden dag van het bloemenfeest den dooden een maal van peulvruchten was gebracht als offer, dan riep men hen met 'n gevoel van verlos- sing en bevrijding achtema: „Sohimmen, naar buiten, naar buiten! Het bloemenfeest is voorbij!" Het was het feest van den her- opbloei der natuur, van het leven, van de goede deugden, van de menschelijke werk- kracht en het zonrijk genot enhet was tevens de dag der dooden! Bij d,e oude Grieken, Het was die tweezijdigheid van gevoel, die een geheel eigen waardeering aan het leven gaf, die de oude Grieken ertoe leidde, bij den telkenjare terugkeerenden natuurdemon Dio- nysos, aan den eeredienst van het leven zelf, de van diepen levensernst getuigende tragedie te bewijzen, tegelijik met de satyrische, spot- tende, doldriftige en hekelende comedie. Naast de tragische zekerheid, dat alles, wat leefde, gedoemd is te sterven en onder te gaan, het ieder jaar terugkeerende besef, dat het doode toch opnieuiw uit het leven opstijgt als het nieuwe leven zelf! Maart en April zijn de maanden waarin wij, in het Westen, in een soort blijvende Paasch- stemming verkeeren. We hebben verrukkelijk lenteweer, met soms peilloos verre luchten en een prikkelende frischheid, afgewisseld door lauw-wanme luchtstroomea. Daar hangt een atmosfeer van sterker en steeds sterker op- dringend leven. In onze landen worstelt dat nieuwe leven meer dan in het Zuiden, met de schimmen van den terugwijkendea dood in den vorm van striemende voorjaarsstormen. Maar in Griekenland vierde men in Maart het blijden feest van het nieuwe natuurjaar in een reeks van vier dagen, waarvan de eerste een blijde dag was: een comedie werd opgevoerd. De eigenlijke inwijding van het nieuwe jaar gebeurde de drie volgende dagen, in diepe religiositeit, met gebeden aan den natuurgod, die levend was en dood, met gezangen en statige dansen, waaruit zich allengs de tra gedies ontwikkelden, met haar emstige, diep- zinnige, sombere overdenking van mensch en leven. Want naast de blijdschap over de veel- belovende lente, rees bij het landbouiwvolk ook het niet te verbergen gevoelen van angst om den toekomstigen oogst en het gedijen van het vee. Het was een echt feest van opstanding, zooals de Grieken Dionysos ieder jaar weer uit het Oosten over de zee zagen komen en zijn intocht in het land plechtig vierden. Men zag hem aandrijven in een kistje en als het geopend werd, zag men een knaap vaa bui- tengewone schoonheid, die als de natuur, den kinderlach van het pas ontloken leven op het gelaat droeg. De Romeinen zagen hun god in een klein bootje over zee komen, met een drinkhoom in den eenen hand, klimopbladeren in de haren, druiventrossen in de mast. Het bootje werd op een „scheepswagen" (carrus navalis) geplaatst en zoo doet de god nog steeds zijn intrede in de voorjaarsfeesten van onze Westersche ianden als de modeme „prins Oamaval" car(rus) naval(is) waarmee dan het hoogtepunt van feestvreugde op onze tegenwoordige camavals is bereikt. Het is ook heelemaal niet toevallig, dat de Grieken en Romeinen en in onze plastische kunst hebben wij het van hen overgenomen in hun muurschilderingen en vaasversierin- gen kinderfiguren gebruikten bij de voorstel- lingen van de voorjaarsfeesten: Dionysos was niets anders dan het schoone kind, dat jaar- lijks met zijn lach gelukkig maakte. De allegorisehe voorstellingen wemelen van spelen en stoeiende kinderfiguren, gehuld in kleine toga's, met fakkels in de hand, opgesteld om een beeld van Diana, die het leven der natuur symboliseerde; zij dragen ook manden, of hoomen des overvloeds, gevuld met druiven, of zij torsen een vergulden staf met zware druiventrossen Onze folklore. Al deze gebruiken, al deze attriibuten, wij kennen ze in onze eigen folklore nog zoo goed als men ze toen kende in Hellas en Rome. Wij denken bijv. aan Palmpaschen, wat de Grieken „eiresione" noemden. Dit zijn niets anders dan stokken met kransen om een diwarshout gebcnden, waaraan kleine koeken, r.rjpe vruchten, vooral vijgen, een broodje en een kroes zijn vastgebonden. Die stokken werden voor de deuren geplaatst in Athene en ieder jaar vemieuwd. Die stokken sym- boliseerden den voorspoed, die men verwachtte vaa het nieuwe groeijaar en de kinderen trokken ermee in optocht zingend langs de huizen om giften in te zamelen voor het voor- jaarsfeest. Gebeurt, in gewijzigden vorm, op vele plaatsen in Duitschiand en in ons eigen land, aiet hetzelfde op Palmpaschen? Een complet, dat men aan Homerus wil toeschrrjven als bijv.: „Hier ben ik weergekeerd, na een jaar teruggekomen Als ieder jaar de zwaluw; ik sta op bloote [voeten, Ik sta hier op Uw drempel; o, geef m,ij [snel Uw gave! Ge zult ons wel iets geven en doet ge C't niet, dan gaan we weg. Wij zijn hier niet gekomen, om altijd [hier te wonen". werd op Rhodos gevarieerd tot: .^Als g'ons iets haalt, dan moogt g'u zelf veel binnenhalea1 Doe open, doe toch open: de zwaluw [wil naar binnen! Wij zijn niet oud van dagen! hier zijn wij, ['t jong geslacht!" Ligt in deze liedjes niet iets van de stem ming uit de liedjes van St. Maarten Wij heb ben het in ons land overgenomen in een ander jaargetjjde, maar het stamt eigenlijk alles uit het voorjaar, uit de periode van Paschen. In Duitschiand, ook in ons land op sommige plaatsen gaan de kinderen om dezen tijd den zomer „aanzeggen" en zrj krijgen daarvoor van de menschen koeken, vruchten of honing. Aan den Neckar zijn het meisjes van zes tot twaalf jaar, die versierd met klimopkransen en linten in de dorpen rondtrekken, zingend: „Heut is mitten Fasten, Da leeren die Bauem den Hasten, Tun sie die Hasten schon leeren, Gott will was Neues bescheren Wy staan hier voor een traditie, die ruim twintig eeuwen oud is. Kinderen in het oude Griekenland, op Rhodos en nu nog in West en Midden-Europa, zingen in den Paaschtijd ,,dat zij niet oud van dagen zijn; dat zij het jonge geslacht zijn!" Zij zijn de dragers van den nieuwen tijd, vol jonge beloften, vol hoop, maar ook vol angsten. Want wel rijst de natuur uit haar eigen dood weer op, maar in het nieuwe leven ligt diezelfde dood toch weer opgesloten. Met iederen dag, dat het nieuwe leven zich ontplooit, wordt de dood, die het leven vernietigen zal, ook sterker. De dood wacht op zijn geschikte tijd en in het voor jaar is hij wel het zwakst. Want dan willen we van den dood niets weten in het overstel- pend gevoel van levenskracht en jongen rijk- dom, waarmee we naar het leven teruggegre- pen hetoben. En zooals de Grieken op hun voorjaarsfeest zongen: „Naar buiten schim men, het Bloemenfeest is nu voorbij!", zoo zingen in Saksen de kinderen nu nog, terwijl ze ontbladerde boompjes buiten dragen, ver sierd met linten en papier: ,,Wir alle, wir alle kommen h'raus, Undtragen heut den Tod hinaus. Komm, Fruhling, wieder mit ins Dorf, Willkommeii, lieber Fruhling!" Opbloeiend leven. We zien dus, dat deze verheerlijking van het opbloeiend leven in den Paaschtijd, niets anders dan een uit het Zuiden stammende door het Noorden overgenomen traditie, stem- ming, gewoonte, gebruik, zooals men het noe- men wil. Het is het feest van de ongetemde opbloeiende, overstroomende levenskracht, die zich bij de oude Grieken uitte in overmoedi- gende vreugde en bijtende spot en die het leven heeft geschonken aan de Attische Co medie. Men kende dan niet de dood, men ver- achtte hem in die uitgelatenheidmen had hem triomfantelijk verdreven op die dagen! Maar die stemming duurde niet lang, kon niet lang duren, omdat zij eenzijdig was en met het ware leven in diepsten strijd. Op de opvoering der dolzinnigste comedies volgden bij de Dionysos-feesten, tragedies, de bezon- kenheid, de inkeer tot zichzelf. En ook wij in onze Christenwereld kennen dien inkeer, met de stemming van Palmpaschen en die van Paschen en den Goeden Vrijdag, tot Pinkste- ren toe. Het zijn de stemmingen, die ons doen inzien en begrijpen, hoe klein en nederig en hulpeloos wij staan tegenover het groote levensmysterie, dat zich ieder jaar opnieuw in zijn onverbreekbare eenheid aan ons open- baart. Leven en dood! Wij kunnen" met ver- achting van al de vemielende elementen om ons heen krampachtig naar het leven" grij- pen en slechts dat leven willen, uitsluitend en alleen, verjagend met een wondere kracht en onweerstaanbaar geweld den dood, die dat leven beloerttoch keeren we tenslotte ook tot die keerzrjde van het leven terug, omdat al het leven in zich draagt de kiemen van den dood. Als we tot die ontdekking voor ons zelf gekomen zijn, dan zal ons leven in al zijn verdere uitingen sterk gelouterd zijn, dan voe- len we in de prikkelende voorjaarsfrischheid ook iets van de melancholische bittere stem ming van den herfst, dan zien we naast het jonge groen der voorjaarsbladeren ook de bruine tiniten van het najaar, dat weten we in het leven, dat zich in ons vernieuwt om- streeks den tijd van Paschen, ook aanwezig de kiemen van den dood: wij dragen den dood in ons leven zelf. Dit is geen levensloopende gedachte, maar een aansporing om onze levenskrachten ten bate van het eeuwige leven bestendig en doelmatig aan te wenden. Ook dit kan een Paasckboodschap zijn voor de menschheid. (Nadruk verboden.) DE BELEMMERING VAN DEN INVOEK IN DUITSCHLAND. Op initiatief van het bestuur der Katmar van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort is aldaar een bijeenkomst met de burgemees- ters van de gemeenten in het district der Kamer gehouden, ten einde te bespreken. welke middelen kunnen worden aangewenc[, om in het vervolg Duitsche goederen te boy- cotten, zoolang de agrarische politiek van Duitschiand den handel van vele ondememin- gen in het district zooveel schade doet. TWEE HONDERD KILO MARGARINE IN BESLAG GENOMEN. Onder de gemeente Maasniel by Roermond werd Vrrjdagmorgen door de rrjksambtenaren aangehouden de landbouwer G. aldaar, die met zijn melkwagen, volgeladen met gevulde melkkannen, naar de melkinrichting te Roer mond reed. Bjj nader onderzoek bleek, dat een dezer melkkannen in plaats van met melk gevuld was met zeven kilogram Duitscha boter, welke G., naar hij beweerde, onderweg zou moeten afladen. De boter werd in be- slag genomen, aldus de „Msb.". Onderwifl werd door den dienstgeleider van Maalbroek en twee kommiezen huiszoeking in de woning van G. gedaan. Hier werden in de schuur onder stroo verborgen nog 195 kilo margarine gevonden, welke eveneens in beslag genomen werd. G. wenschte niet te verklaren, waarvoor deze boter bestemd was. De directeur der Roermondsche melkinrichting heeft, nadat h# met een en ander in kennis was gesteld, G. als melkrijder geschorst. BLOEDTRANSFUSIEDIENST HAARLEM. In Haarlem zal het Roode Kruis een bloed- transfusiedienst stichten. Er is een directie gevormd, gie de onmiddellrjke leiding zal heb ben, terwijl de directies der ziekenhuizen wor den uitgenoodigd zich te doen vertegenwoor- digen in een commissie van advies, waarvoor nog eenige medici worden gevraagd. Het Roode Kruis heeft een oproep gericht tot personen boven de 21 jaar zich voor dit doel beschikbaar te stellen. DE INVOER VAN NEDERLANDSCH VEE IN FRANK IvMK. De directie van den landbouw deelt mede, dat blijkens telefonisch bericht van den rijks- landbouwconsulent te Parijs het invoerverbod voor Nede'rlandsche runderen en schapen in Frankrijk is opgeheven. Aangezien de invoer van runderen in Frankrijk is gecontingeu- teerd en Nederlandsche runderen in het basis- tijdvak dier eontingenteering niet in Frank rijk werden ingevoerd, is aan ons land geen invoercontingent toegewezen, zoodat de op- heffing van het invoerverbod voor rundvee voorloopig geen practische beteekenis heeft. Aan Nederland is evenwel voor het 2de kwartaal 1933 een invoercontingent van 750 levende schapen verleend. Tot dusver mocht ons land •uitsluitend schapen voor onmiddel- lijke slachting aan de Parijsche abattoirs leveren. Thans is derhalve de mogelijkheid geopend het contingent eveneens voor fok,- schapen te gebruiken. KEMPINSKI NA DEN BOYCOT. Wij ontvingen schrijft de Telegraaf bezoek van den firmant der bekende Berliin.- sche restauratiebedrijven, den heer Hans Kem- pinski, die ons mededeelde, dat Zondagavond zijn groot restaurant op den Kurfurstendamm tot de laatste plaats toe bezet was. Dat is des te opmerkelijker, daar ook de bedrijven van Kempinski den dag te voren onder den boycot waren gevallen, De heer Kempinski leidt hieruit af, dat de gebeurte- nissen der laatste dagen aan zijn populariteit bij het Berlijnsche publiek geen afbreuk heb ben gedaan en hij was vol goeden moed voor de toekomst. Naar zijn opvatting zullen binnen niet te langen tijd ook de betreurenswaardige internationale gevolgen van de anti-Joodsche actie die aan den dag zijn getreden, spoedig verdwijnen. ANTI-COMMUNISTISOHE RELLETJES T(E BRUSSEL. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt Een bijeenkomst Zondagmiddag in den Patria-schouwburg alhier georganiseerd door de Belgische liga tegen het communisme en de fascistische Union Nationale, welke de vogelvrijverklaring van de communisten na- streven, heeft aanleiding gegeven tot vrij em stige relletjes. In de zaal bevond zich een aan- tal socialisten en communisten, die herhaalde- lijk de sprekers uitjouwden en ten slotte door de politie uit de zaal werden gezet. Buiten geraakte een paar honderd communisten en evenveel socialisten onder leiding van de Ka- merleden Jacquemotte en Brunfaur handge- meen met de politie, die hun den toegang tot de zaal wist te beletten. Drie politieagenten en tien communisten en socialisten liepen tij dens de botsing emstige verwondingen op. Er zijn 50 personen gearresteerd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1933 | | pagina 5