ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Vier
Olba Groenten
Eerste Blad.
Prins Willem.
F. J. KAAN,
No. 8966
VRIJDAG 17 MAART 1933
73 e Jaargang.
FEUILLETON
BINITEHLAND.
GENTSCHE AUT0SCH00L
van Superieure kwaliteit
en beste vulling zijn thans
goedkoop.
Spercieboonen
SpinaziePer Sroot blik
26 cent
And lj vie
Snijboonen
30 cent
Profiteert hiervan
TEL. 164 - DIJKSTRAAT 45 - TER NEUZEN
Binnen Ter Neuzen 1,25 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr, per rvst 1.55 per 3 maanden Brj vooruitbetaling fr. per post 5,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,overige landen 2,35 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen brj vooruitbetaling.
Tlitgeefster: Fir ma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150
TELEFOON No. 25.
VDVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,8G Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTEN tiBN per 6 regels 50 cent brj vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend
Handelsadvertentien bp regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. >- Inzendlng van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSOHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VR1JDAGAVOND,
©it jaar maakt het Nederlandsche volk zich
op om Prins Willeon van Oranje re herdenken.
Dsor geschriften, redervoeringen, openbare
bijeenkomsten wordt het volk zich zijm saam-
hoorigheid bewust, want niets haalt den band
aoo nauiw aan als het gemeetischappeljjk
beleven van eenzelfde ervaring.
Ben gToot man is veelzpdig. Daardoor komt
het, dat men den Prins van vele zjjden kan
bealen, dat vele eenzijdige beschouwingen
mogelyk zijn. Men kan den Prins eeren als
staatsman, als strjjder voor den gereformeer-
den godsdienst, als strjjder voor verdraag-
zaamheid, als strjjder voor Noord-Nederland,
voor Zuid-Nederland, voor nog meer. A1 deze
aienswtjzen zijn. te aanvaarden, zjj zjjn, zou
Hegel zeggen, alle juist en in hun eenzijdigheid
alle onjuist. Als strijder voor het Nederland-
sohe volk den Prins te zien, heeft een groot
argument voor: zjjn laatste woorden, waar-
door hjj Gods genade afsmeekt voor „dit arme
volk", voor ons dus.
Waarom huldigt men den Prins dit jaar?
is in 1533, dus vierhonderd jaar geleden,
geboren. Men zou hem ook kunnen huldigen
het volgende jaar, wanneer hij driehonderdvijf-
tig jaar gestorven zal zrjn. Daarvoor zou mis
schien nog wel iets meer te zeggen zijn, want
'e Prinsen dood is voor het Nederlandsche volk
een heviger ervaring geweest dan zijn ge-
boorte. Toch is voor den gang van zaken,
aooals hij nu eenmaal zich heeft voorgedaan.
wel een goed argument te vinden. Immers al
zjjn noch zijn geboorte, noch zijn dood de
werkelijkheden, die het Nederlandsche volk
hebben gestuurd in de richting die het gaan
■aoest en gedeeltelijk ook gegaan is, maar
zijn werkzaamheid, zijn leven is het geweest.
Hn de geboorte staat het leven toch nader dan
dood.
Maar op alle herdenkingsdagen komt tot
uiting, dat men vooral den Prins wil huldigen
als den Leider, zoo men wil den Schepper van
het Nederlandsche volk. Ook Ter Neuzen wil
niet achterbljjven en het zal den Prins hul
digen door een tooneelstuk te doen opvoeren
over Prins Willem's leven. Dit heeft iets voor.
Een vertooning van allerlei gebeurtenissen kan
zakeljjker zijn dan een rede, dan een geschrift.
De een zal brji het aanschouwen van een stuk
meer ontroerd worden hierdoor, de ander
daardoor. Dat prikkelt minder tot tegen-
spraak dan een rede of geschrift zou kunnen
doen. Blijft een geschrift zakeljjk, dan wordt
het vervelend: eenzijdigheid wordt haast een
eisch voor de noodige geestdriftigheid; blijft
een tooneelstuk zakelijk, dan kan het toch een
dergeljjke geestdrift doen ontstaan, juist door-
dat het minder dwingt tot tegenspraak op
ondergeschikte punten. Z66 kan een herden-
king alle mogelijke kringen omvatten, die
anders zich afzjjdig zouden houden.
Willem van Nassau, op 11-jarigen leeftijd
prins van Oranje geworden, is geboren uit een
oud, niet onaamzienljjk Duitsch geslacht, en
eigenlijk bij toeval komt hij met Nederland in
aanraking. Bjj toeval schrjjven wjj, omdat het
ons alles zeer toevallig lij.kt: zjjn neef Rend
van Chalons laat hem het prinsdom Oranje
na en zjjn vaders leenheer verbindt aan de
aanvaarding de voorwaarde, dat de jonge prins
aan het Brusselsche hof wordt opgevoed.
Brussel was de hoofdstad der Nederlanden.
Dat achter dit alles, wat voor ons toeval lijkt,
door
FRANCIS BEEDING
■Nadruk vecboden.
18)
(Vervolg.
Ondertusschen had Granby zrjn ,,dame" een
vol schuimenden ,,zoeten" champagne in-
geschonken en Ik voelde, om zoo te zeggen,
hoe hij zich geesteljjk schrap zette, om met
een effen gezicht een dergelijk quantum van
het doOdelijke vocht naar binnen te slaan.
Maar Donna Concepcion sahoof haar glas
kalm weg.
,,Ik drink nooit champagne," zei ze. ,,Ik
heb 't alleen maar besteld. Je moet een spe-
eialen smaak hebben. Dat geeft cachet."
De muziek zette op dat oogenblik In. Gran
by keek veelbeteekenend naar mij en daama
naar zijn metgezellin. Ik negeerde den wenk.
Dit was de gelegenheid om wraak te nemen
voor mijm eenzaam diner en vervelenden avond.
„Ik heb, helaas, vanmiddag mjjn enkel ver-
zwikt," zei ik, bij wjjze van excuus. r
Colonel Granby Is een uitmuntend danseur."
Granby rees met een begrafenisgezicht van
aijn stoel op en boog.
„Mag ik het genoegen hebben noodlgde
IMj haar uit.
Donna Concepcion stond al bij het deurtje.
„Als u maar goed danst," zei ze met een
blik op Granby's stevig gebouwde figuur. „Ik
baud 't meest van slanke, lenige partners."
Met een gezicht, dat ik tevergeefs zonder
uitdrukking probeende te houden, boog ik me
aver den rand van de loge en keek Granby's
pogingen, om slank en lenig te zjjn, geinteres-
seerd aan. Zjjn taak was ontegenzeggelijk
geen sinecure. De weduwe was heel mooi, dat
was waar, maar ze leek me geen klein beetje
verweod.
Een paar oogenblikken later trok een he-
weging in de loge tegenover de mjjne mjjin
een hoogere leiding werkzaam was, zeker
zouden de Nederlanders uit de 16e eeuw de
laatsten zjjn om dat te ontkennen. Maar zuiver
geschiedkundig gesproken, de feiten staan in
geen oorzakeljjk verband en we noemen ze dus
toevallig.
Hjj wordt als prins, als onafhankeljjk vorst
dus, door zjjn positie reeds aangewezen tot
leider van den hoogen adel die aan 's Keizers
hof leefde, en wellicht bedoelde de Keizer hem
als voomaamsten raadsman voor zjjn zoon.
Maar die zoon zal als koning van Spanje
tegenover Prins Willem komen te staan; was
Karel V nog den Nederlanders een min of
meer nationale figuur, hoewel hjj als keizer
feitelijk imperialist, dus intemationaal, was,
Philips II was een vjjandige gestalte. De
koning van Spanje Philips n geldt den
Spanjaarden als een tnmner grootste vorsten
had wel kraehtens het gestelde recht in de
Nederlandsche gewesten iets te maken, maar
kraehtens natuurrecht niet. Het Nederland
sche volk wilde vrjj zjjn, desnoods onder opper-
hoogheid van den graaf en hertog, die toe
vallig ook koning van Spanje was, maar niet
rechtstreeks onder dien koning. Als koning
van Spanje kon men hem eeren, mits als
koning in Spanje.
In den strjjd houdt Oranje in het grootste
deel vast aan de personeele unie, die hjj nood-
zakeljjk achtte. Klaarblijkeljjjk wilde hjj niet
meer banden verscheuren dan strict nood-
zakelijk was. Maar de feiten wezen In andere
richting. Geen verzoening was mogeljjk: een
strjjd tot het uiterste was noodig. Verzoening
bleek zelfs in 1609 bjj het sluiten van den
twaalfjarigen wapenstilstand nog niet moge
ljjk; hoeveel te minder in den tjjd van Prins
Willem!
Zijn groote daad is nu geweest, dat hjj niet
heeft vastgehouden aan de uiterlijke gedaante
die hem het beste leek: de personeele unie of,
wil men, de bestuurlijike scheidlng. In het
Vlaamsche en Hollandsche provincialisme zag
hjj de kracht, die het intemationale imperia-
Usme van den Spaanschen koning kon weer-
staan, en dat het gevaar bestond, dat de
Nederlanden, sinds korte jaren vereenigd,
weer uiteen zouden vallen, is geen beletsel
geweest. Had hij den vorm boven den inhoud
verkozen, zeker zou hjj, geljjk de zoon van den
onthoofden Egmond, na de mislukking van de
Gentsche Pacificatie, de partjj van den koning
gekozen hebben. Maar de Hollanders en Vla-
mingen hadden iets, wat den anderen ontbrak:
zjj vormden niet een adellijke stand, zjj streden
niet slechts voor al of niet verouderde privi-
legien; zjj streden voor him bestaan als volk.
versterkt natuurljjk door de wetenschap dat
een aanmerkeljjk deel onder hen (in Holland,
Zeeland en Vlaanderen ongeveer een vierde
deel der bevolking de anderen waren
grootendeels onverschillig) wegens zijn gods-
dienstige overtulging op geen genade hoefde
te rekenen.
Gestreden heeft de Prins voor het heele
volk; een klein deel heeft hjj kunnen bevrijden:
daarom eeren wjj hem als de man van het
volk ondanks het feit dat hjj niet uit het
volk was als de man zonder wien onze
geschiedenis een gansch ander verloop zou
hebben gehad, zonder wien er misschien geen
Nederlandsche geschiedenis was geweest.
Op 21 Maart van dit jaar zullen de samen-
werkende vereenigingen Dep. Ter Neuzen van
de Mjj tot Nut van het Algemeen en de af-
deeling Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen van het
Algemeen Nederlandsch Verbond het tooneel
stuk Willem de Zwijger van Paul du Mont
doen opvoeren door het bekende gezelschap
aandacht. Ik keek op. Iemand zat vrienschap-
pelijk tegen me te wuiven. Het waren Gaudet
en Ledard, twee Fransche ambtenaren van het
Volkenbondssecretariaat, collega's van me. Ze
waren niet met hun beiden aan hun tafeltje
zat een derde man, het type van een Fransch-
man met zjjn donker gezicht en klein zwart
snorretje. Zeker de een of andere afgevaardig-
de of iemand van het Gezantschap. Zjjn voor-
hoofld was prachtig, hoog en breed en hij had
mooie oogen. Ik wuifde terug en ging voort
met het critisch bekjjken van Granby en zjjn
weduwe: Granby deed zijn best, maar een
danszaal is een van de weinige plaatsen, waar
hjj zicto niet thuis voelt en zjjn dame begon
dat te merken. De muziek hield op, juist toen
ze v66r de loge aangeland waren waarin mjjn
beide vrienden met den onbekenden Fransch-
man zaten. Ik hoorde een uitroep. De man
met het zwarte snorretje boog zich over den
rand. Het gezicht van Granby's weduwe ont-
spande zich in een glimlach. Ze strekte haar
slanke rechterhand uit. De man boog zich er
diep over en kuste de blanke vingers.
Op dat oogenblik zette het orkest weer in.
Granby keerde zich met een stjjve bulging
naar Donna Concepcion. Maar ze ging niet
dadeljjk op zjjn uitnoodiging in. Weifelend
bleef ze staan en keek uitnoodigend naar den
Franschman op. Hjj begreep den wenk in
een oogwenk was hij de loge uit. Ze stak hem
bei haar handen toe. De man aarzelde nog
even, maar ze gaf hem niet de gelegenheid,
zich nog terug te trekken. Met haar hand op
zjjn arm deinde ze met haar lichaam op de
muiziek mee, en zonder zich verder nog te be-
denken sloeg hjj zjjn arm om haar heen. Het
volgende oogenblik gleden ze met langzame
beiwegingen weg.
Achter me hoorde ik een klik. Granby was
de loge binnengekomen en kwam naast me
staan.
,,Mooi en ontrouw en ontrouw en mooi," zei
hjj, met een afkeurenden blik naar zjjn ge-
wezen „dame".
„Drink's wat," ried ik. „Er staat een flesch
vol in den ernmer, besteld door de dame in
quaestie."
Granby schudde bedroefd het hoofd.
„En 't begon juist goed te gaan" jammerde
hiji. „Terwijl ze toch een extra lastige rakker
is. Verandert om de tien minuten van opinie."
van Staf Bruggen uit Gent. De naam Zwijger,
hoewel eigenlijk weinigzeggend en zelfs on
juist is toph wellicht de beste naam. Immers
onder zjjn opvolgers als stadhouder zjjn er
velen geweest van den naam Prins Willem of
Willem van Oranje. Als wjj den naam Willem
den Zwjjger hooren, zien wjj terstond een ge
stalte voor onze oogen oprijzen, die ons wjjst
op wat wjj zoo vaak vergeten: dat ondanks
alle staatkundige, godsdienstige en andere
sciheidsljjnen en scheiidsljjntjes 6en werkeljjk-
heid toch altjjd werkelijtoheid bljjft: dat wjj ddn
volk zjjn, en het volk dat de Prins In ztjm
laatste woorden noemde.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan de orde is de behandeling van de be-
grooting voor onderwjjs, kunsten en weten-
schappen der rjjksbegrooting voor 1933.
De heer Nivard (r.k.) bepleit de belangen
van het njjverheidsonderwjjs, met name te
Rotterdam. fa
De heer Kranenburg (v.d.) is tegen ver-
hooging van collegegeldendeze methode van
selecteeren bjj het hooger onderwijs keurt
spreker af. Hij wil zwaardere eischen voor
het instellen van bisoudere leerstoelen aan de
universiteiten.
De heer de Zeeuw (s.d.) bepleit meer stabi-
liteit ten aanzien van het lager onderwjjs.
Van het concentratieplan verwacht spreker
niet veel bezuiniging.
De heer De Gijzelaar (c.h.) bepleit betere
behartiging van de belangen der rjjksmusea te
Leiden.
De heer Briet (a.r.) sluit zich hierbjj in
hoofdzaak aan.
De heer Smeenge (lib.) houdt een pleidooi
ten gunste van onderwijs aan schipperskin-
deren.
Minister Terpstra deelt nogmaals mede, dat
inzake de concentratie een onderzoek wordt
ingesteld. De achtjarige leerplicht stuit af
op financieele bezwaren. Een ontwerp is te
verwachten, waarbij betaling van collegegel
den niet tot vier cursu3jaren wordt heperkt.
Fr volgen replieken
De begrooting wordt z.h.st. aangenomen.
Aan de orde is de begrooting van defensie.
Mevrouw Pothuis-Smit (s.d.) bepleit de be
langen van oud-gepensioneerden en mobilisa-
tie-slachtoffers en dienstweigeraars en wenscht
betere maatregelen ter bescherming van de
burgerbevolking tegen luchtaanvallen.
Vergadering van Donderdag.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van defensie voor 1933.
De heer Moltmaker (s.d.) waarschuwt den
minister voor diens optreden tegen soc. dem.
en marinebonden. Spr. bepleit nationale ont-
wapening, afschaffing van cavalerie en rjj-
dende artillerie, alsmede maatregelen tegen de
particuliere wapenindustrie.
De heer Blomjous (r.k.) betoogt, dat in
deze ernstige tjjden onze weermacht paraat
moet zijn. Er moet streng tegen de marine
bonden worden opgetreden.
De heer Kranenburg (v.d.) bestrijdt de
gisteren door den heer de Savornin Lohman
gehouden rede.
De heer Visser (r.k.) betoogt, dat de soc.-
dem. beroepsmilitairen een dubbelzinnige rol
spelen.
Minister Deckers wjjst er op, dat in de
„Ze is ontegenzeggeljjk mooi," gaf ik toe.
Daama zweeg ik. Granby keek me aan.
,,Dat heeft ze al zoo vaak gehoord," zei hjj.
,,En ze hoort 't op dit oogenblik weer."
We keken naar het dansende paar. De man
was bljjkbaar met klem aan het beweren, dat
ze hem alles behalve koud liet.
,,Wie is die kerel?" vroeg Granby zich af.
„Dat kunnen we gemakkelijk genoeg te
weten komen," was mijn antwoord. „Hjj zit
hij twee collega's van mjj."
Gp dat oogenblik hield de muziek op. De
weduwe stak haar arm door dien van haar
partner en ging met hem naar zjjn loge terug.
Blijkbaar had ze genoeg van ons.
„Ziezoo, daar staan we," zei ik. „Maar be-
paald erg is 't niet. En morgeo informeer ik
bjj Gaudet wie de vriend met het srujpretje is.
Dan kun je hem in uitgezochte bewoordingen
een uitdaging sturen.."
Maar Granby stond in nadenken verzonken
recht voor zioh uit te kjjken. t Was of het
paar in de loge hem opeens niet meer interes-
seerde.
De paukenroffel uit het orkest maakte een
eind aan het geroezemoes. De Spaansche dan-
seres had zich laten overhaleo, om nog eens
op te treden.
„Dat is de moeite waard," zei ik.
Maar Granby hoorde me nog steeds niet.
Zjjn hand lag op mijn knie.
„Kjjk even, zonder je hoofd te bewegen, naar
den ingang", zei hjj fluisterend.
Ik keek.
De roffel hield aan.
In den ingang, met het rood-pluchen gordjjn
tot achtergrond, op dezelfde plaats waar
Granby een half uur geleden gestaan had,
stond de dwerg Hildebrand.
VIJFDE HOOFDiSTUK.
De dwerg Hildebrand.
Ik dook weg achter het zjjschot van de
loge instinctief verborg ik me bij het zien
van de kleine mismaakte figuur. Onbeweeg-
ljjk, met een onverstoorbaar gezicht, bekeek
hjj het tooneel voor zich. Daar viel zjjn blik
op de loge, waarin Donna Concepcion en de
onbekende Franschman een misschien wat
regeling voor de mobilisatieslachtoffers den
laatsten tjjd veel verbetering is gekomen.
O^r de regeling voor de oud-gepensionneer-
ddf. wordt nog overleg gepleegd. Spr. ver-
dedigt de bestaande regeling ten opzichte van
dienstweigeraars.
Spr. hoopt dat het rapport der desbetref-
fende commissie inzake bescherming van de
burgerjj tegen aanvallen uit de lucht spoedig
zal verschjjnen.
Een verbod van particuliere wapenindus
trie kan alleen langs intemationalen weg iets
bereiken.
Of de particulier langs de Belgische grens
een voor-, dan wel een nadeel voor ons land
zijn, zou alleen door de practijk kunnen bljj-
ken. Elk deel van ons vaderland zal zoo
krachtig mogeljjk worden verdedigd tegen
een vjjandeljjken inval.
Er zal bjj aanneming van beroepsmilitairen
strenge selectie worden toegepast. Geen der
schuldigen aan het gebeurde met de Zeven
Provincien zal zjjn gerechte straf ontgaan.
Spr. moet met het revolutionair karakter
der S.D.A.P. rekening houden.
Cavalerie en rjjdende artillerie kunnen niet
gemist worden.
De defensiebegrooting wordt aangenomen
met 22 tegen 9 stemmen (tegen s.-d. en
vrjjz.-dem.). Evenzoo z.h.st. de vestingbegroo-
ting en die van het staatsbedrjjf der artillerie-
inrichtingen voor 1933.
Aan de orde is de begrooting van het de-
partement van buitenlandsche zaken.
De heer v. d. Bergh (lib.) brengt den mi
nister hulde ten aanzien van Ouchy.
Spr. klaagt verder over de geheimzinnig-
heid bij ons departement van buitenlandsche
zaken.
De heer De Savornin Lohman (c.h.) acht
het in strjjd met het Volkenbondsverdrag, dat
de Fransch-Belgische militaire overeenkomst
niet is gepubliceerd.
1 MEI EN 19 APRIL VOOR DE A.V.R.O.
De Minister van Waterstaat heeft aan de
A.V.R.O. opgedragen om in plaats van de
V.A.R.A. het algemeene programma op 1 Mei
te verzorgen. Deze regeling is gemaakt met
het oog op de viering van den verjaardag van
Prinses Juliana op 1 Mei, met het oog op
den Zondag, waarop 30 April valt.
(Ingez. Med.)
oppervlakkige kennismaking zaten „uit te
baggeren". Was dat nu verbeelding van me?
Of kwam er bjj het zien van het paar een uit
drukking van voldoening in de diepliggende,
donkere oogen? Meteen daarop zag ik hem
de zaal inkomen en e£n oogenblik, bij de ge-
dachte, dat hjj ons misschien met een bezoek
wilde vereeren, sloeg me de schrik om het
hart. Maar hjj ging aan een tafeltje achter
in de zaal zitten, wenkte een kellner en be-
stelde iets.
„Ja", fluisterde Granby me in het oor, „hjj
zal een hartversterking wed noodig hebben."
Ik knikte. Waarschijnlijk had hij dien avond
het genoegen gehad om Jules uit te mogen
pakken en ergens, op een onvindbare plaats
te deponeeren.
„Ik zou wel 's willen weten, wat ze met hem
gedaan hebben", dacht ik hardop.
Granby haalde de schouders op.
„Dat is hun zaak. Hildebrand ziet er frisch
en gezond uit. Niet of hij pas doodgravers-
werk achter den rug heeft. 'n Quaestie van
stalen zenuwen. Maar onze taak is nu om te
probeeren weg te komen, zonder dat hij ons
ziet.
Ik keek om het zjjschot. Dat zou geen ge-
makkelijjke opgaaf zjjn, want Helmuth von
Arting, die door Granby hardnekkig Hilde
brand genoemd werd, zat zoo, dat iedereen
die weg ging, vlak langs hem heen moest.
Granby wenkte een kellner, deed den man
een paar vragen en stuurde hem weg om de
rekening te halen.
„Ga zoo veel mogeljjk achter in de loge zit
ten", zei Granby. „En hou je kalm".
,,Kalm?" verbaasde ik me.
„Ik bedoel daarmee: kjjk niet, of je geen
minuiut geleden een dozjjn spoken hebt ge-
zien".
Op dat oogenblik kwam de kellner terug.
Voor onze loge bleef hjj staan en wenkte
Granby. Meteen werden de lichten gedoofd en
gleed de jeugidige danseres, tusschen de
coulissen uit, te voorschijn. Granby stond op
en ging den kellner achtema. Ik ging Granby
achtema en als Indianen op het oorlogspad
trokken we de half-donkere zaal in. Maar in-
plaats van naar rechts af te slaan en op den
ingang af te wandelen gingen we naar links
en kiwamen zoo bij het tooneel. Tusschen ons
en de gasten aan de tafeltjes rond den dans-
De verjaardag van Prins Hendrik valt dit
jaar op Woensdag. Met het oog hierop heeft
de Minister van Waterstaat bepaald, dat
V.A.R.A. en A.V.R.O. den Dinsdag en Woens
dag zullen omruilen.
BESTUURDER: R. MORTIEB
Lange Mei re, 2 (Kouter) Gent
Telerf oon19393
Dag-, avond-, Zondaglessen, gekend voor
degeljjk en voll. onderricht. Zondagleer-
gang te Selzaete: Zaal Gaumont, Markt.
(Ingez. Med.)
NATIONAAL CRISISCOMJTA
Het secretariaat van het N.C.C. deelt mede:
Voor een harer prijsvragen, welke geregeld
in de Radiobode verschjjnen, heeft de Alge
meene Vereeniging Radio Omroep bepaald,
dat de antwoorden op crisis-briefkaarten be-
hoorden te worden ingezonden. Op deze prjjs-
vraag werden 46.000 inzendingen ontvangen,
hetgeen voor het N.C.C. een bate van /1150
medebrengt.
Wjj vertrouwen, dat dit mooie voorbeeld,
waardoor langs middeljjken weg ons comite
een aanzienljjke bjjdrage ontving, alom in
den lande navolging moge vinden.
Daar voorts bljjkt, dat de verkoop van de
crisis-briefkaarten in het algemeen weinig be-
kend is, brengen wjj in herinnering dat tot en
met 31 December 1933 op de postkantoren
briefkaarten met een frankeerwaarde van 3,
5 en 7% cent verkrijgbaar zijn, welke met
een bijslag boven deze gewone frankeerwaar
de ten behoeve van het N.C.C. worden ver-
wocht. De verkoopprijs bedraagt resp. 5, 8 en
11 cent; de kaarten blijven tot ultimo Decem
ber 1934 voor postverbruik geldig.
Ook den plaatselijken comitd's is de ge
legenheid geboden, zelve actief aan den ver
koop deel te nemen.
STEUN .AAN BOOMK WF.RKEKS
Bjj de Tyveede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot credietverieening aan de boom-
kweekers. De bedoeling is dat voor dit cre-
diet tot zekerheid land met gebouwen en op-
stand en geblokkeerde, doch solide, buiten
landsche vorderingen worden aangebodeu.
Wat de grootte van de beschikbaar te stel-
len som betreft, kan niets met stelligheid ge-
zegd worden. Voor het centrum Boscoop
komt de schatting op 2\'2 millioen. Beschik-
baarstelling van 1 millioen voor de boom-
kweekerij buiten Boskoop kan zeker als vol-
doende gelden.
In ieder geval zal op dezen post geen hoo
ger bedrag dan 3% millioen beschikbaar ge-
steld worden, met inbegrip der 10 pet. waar-
van het risico voor de gemeenten blijft. Als
vordering op de bedrijven zal derhalve nooit
meer dan 3.150.000 worden genomen.
Blijkt het mogeljjk om ook op andere wijze
het kweekersbedrjjf te helpen, b.v. door aan-
koop van planten voor algemeene doeleinden
te bevorderen, dan zal de 3% millioen met
het voor die aankoopen door of vanwege den
Staat te besteden bedrag moeten worden ver
minderd.
Aan het plan van uitvoering wordt nog
ontleend, dat de regeering het crediet beschik
baar stelt voor erkende boomkweekers op een
rentevoet van 2 pet.
vloer bevond zich nu, beschermend, de rjj
loges.
,,Een oogenblikje", zei Granby, toen we v6or
de gang stonden, aan het einde waarvan zich
een deurtje bevond, dat de kellner juist open-
deed. ,,Ik moet de weduwe nog even ..gedag"
gaan zeggen".
„Granby!" protesteerde ik dringend. Maar
hjj $ras al verdwenen.
Ik zag hem een loge ingaan vlug over de
balustrade heen springen en de orkestruimte
binnenkruipen, waar de guitaarspelers vlijtig
zaten te( tokkelen, terwijl vlak boven hun
hoofden de danseres zich in elegante bochten
wrong. Waarschijnijjk waren de orkestleden
niet weinig verbaasd over zijn onverwachte
verschijning, maar uiting aan hun gevoelens
geven konden ze niet, want ze zaten viool te
spelen of op hun guitaarts te tokkelen. Granby
verdiween am den hoek van de rjj loges aan
den overkant en voor mjj bleef er niets anders
over, dan lijidzaam op hem te bljjven wachten.
De kellner vroeg me, waar mjjn vriend heen
was.
„La donna e bella", zei ik en daar dat vol-
gens mij, Italiaansch was, maakte dit ant
woord niet den minsten indruk.
We bleven geduldig staan wachten. Na een
paar minuten, die mij een eeuwigheid leken,
verscheen Granby weer. Zijn gezicht stond
bedenkelijik.
„Hoe is 't afscheid geweest?" vroeg ik
quasi-deelnemend. „Van haar kant toch zeker
tranen?"
Niets van dat alles", was het korte ant
woord. „Ik heb mjjn best gedaan, maar 't is
me niet gelukt. Ze voelt niets voor me".
We gingen de deur door en kwamen in een
smalle gang. A.an het einde daarvan bleven
wij staan wachten, terwjjl de kellner gedien-
stig onze hoeden en jassen ging halen. Buiten
riepen wjj een taxi aan en gingen regelrecht
naar ons hotel terug.
Binnen het half uur lag ik in bed en was in
diepe rust.
Den volgenden morgen probeerde ik Granby
uit te hooren over datgene, wat hij en d'e
mooie weduwe onder het nuttigen van allerlei
zaligheden afgehandeld hadden. Maar hjj had
blijKbaar niet veel succes gehad en was nog
geslotener dan anders.
(Wordt vervolgd.)